As'vitRSi" OQRTSüH DAG O L,AD „de eem lander' Vrijdag 14 Dec. 192- binnenland. TWEEDE BLAD. BUITENLAND. FEUILLETON. DE MILLIORSA1RS ■-"? No. 142 22e Jaarg-. rtg DUITSCHLAND. DE KERMIS DER ARMOEDE. De Berlijnsche correspondent van het Vod. schrijft Tegenover 't groote warenhuis Wertheim in de Leipzigei Strnsse is de deftige ingang van het vroegere Pruisische Hoogehuis, dat nu niet meer voor parlementaire doeleinden wordt ge bruikt. Een groot deel ervan wordt ingenomen dooi regeeringsburcaux, waar naast officieele mufheid op het oogenblik ook nijpende angst heerscht, omdat de betulnigingswoede van de regeering niemand ontziet. Enkele groote zalen zijn toegewezen aan het Pruisische ministerie voor Volkswelvaart. Maai de allergrootste za len, wat overdadig versierd met muur- en zol derschilderingen, staan leeg en hebben het footsie deel von het jaar het uiterlijk (en ook iimerlijk) van een grafkelder. Een enkele maal vindt in een van die groote zalen een confe rentie plaats of houdt er iemand een redevoe ring. Want de groote zalen van het voormalige Pruisische Hoogerhuis zijn te huur voor allen, die er gebruik van willen maken. Men houdt er vergaderingen en tentoonstellingen. En zelfs in dezen tijd een kermis. Er wordt kermis gehouden, kermis der ar moede. Op lange tafels liggen goederen in bonte mengeling uitgestald. Kleedingstukken liggen naast oude zilveren kandelabers, tapijten naast pendules, geborduurde tafelkleedjes naast kost baar kristal, antimakassers met spreuken, naast antiek porselein. Wat is hier niet te koop I Een bloemrijk eetservies, zoo kostbaar, dot het nog gehuld is in foedralen van week zeemleer. Ginds vorken en messen in zwarte doozen met glanzende zijde gevoerd, zonder een smetje, zonder een krasje, alsof de bruiloft, waarop zij voor het eerst werden tentoongesteld, eerst gisteren was gevierd. Bont aardewerk zonder waarde of smaak vormt daar weer een armza lig hoopje burgerlijk huisraad. Potten en pan nen uit de keuken, die eens de trots was van de wrekzame huisvrouw, staan opgestapeld. Bierpullen .schilderijen bij stapels, goede en slechte maar meer slechte don goede. Bijbels en gebedenboeken bij 't gros. Ook andere boe ken in mooien band. Dot alles en nog duizendmaal meer staat op de lange tafels. Daarachter zitten vrouwen. Meest oude vrouwen met grijs of wit haaT. Be verige handen schikken en herschikken al die kostbaarheden. De oude, fletse oogen monste ren iederen voorbijganger met een scherpen blik, die hoop en wanhoop tegelijk uitstraalt Want al die vrouwen zitten daar om het kleine beetie bezit, dat zij nog kunnen missen, te verkoopen. Zij moeten eten, drinken, hebben warmte noodig. Honger heeft den trots gebro ken, heeft de liefde voor 't eerwaardige voor werp, dat aan veel herinnert, overwonnen, heeft de herinnering enn betere tijden bitter gemaakt Om te leven, neen, verkeerd ge zegd om nog te kunnen bestaan, verkoopen zij het laatste, wat hun gebleven is. Want hier is de beurs vnn de kleine renteniers, van de ongelukkigen, die de oorlogslecning hebben getcekend uit vaderlandsliefde. BELGIE. BEGROOTINGSDEBATTEN IN DE BELGI SCHE KAMER. Vandervcldc contra Thcunis. Uit Brussel meldde men gisteren aan dc Tel. Bij de hedenmiddag in de Kamer gehouden debatten over de sJoatsbegrooting heeft Van dervelde een redevoering gehouden, waarin hij op een oplosing van de kwestie van herstel aandrong. Hierbij wees spreker er op, dat ten gevolge van dc bezetting van het Roergebied de Belgische militairen vier maanden langer dan onder normale omstandigheden moeten dienen. Bovendien heeft de actie in het Roer gebied, volgens den minister, de kosten van het levensonderhoud verhoogd. Slechts met groote moeite zoo ging spr. voort kunnen wij in den donkeren horizont eenige lichtstralen, die hoop geven, ontwaren Men zal beweren, dat het herstel-vraagstuk van internationaal belang is. Wij ontkennen dit niet, maar het toont de onmacht van het kapitalisme tot oplossing van het vraagstuk aan. Daarom stellen wij tegenover de krachti ge internationale actie van de bourgeoisie, de actie van de arbeiders-internationale. In En geland is de overwinning der Labour Party een voorbereiding voor het aan de regeering komen. Wij mogen dc hoop koesteren, dat het succes, dat onze Franschc parlijgenooten wel dra zullen behalen, de actie voor den vre<k> zal vergemakkelijken. Omdat aldus eindigde Vandervelde wij het op al deze punten met de regeering niet eens zijn, weigeren wij aan deze begroo ting onze stem te geven. (Applaus aan de uiter ste linkerzijde). De premier Thcunis, tevens minister van fi nanciën, antwoordde op de rede van Vander veldo o.a. het volgende: Met zijn bekend talent heeft Vandervelde in enkele volzinnen de grieven, welke de opposi tie, zooals vanzelf spreekt, tegen de regeering moet hebben, geformuleerd. Er zijn dagen, waarop ik ook wel tot de oppositie zou willen behooren (gelach), want als de zaken niet loo- pgn, is het steeds de schuld van de regeering. (Hilariteit). Vandervelde interrumpeert: Wij hebben dat gekend, toen wij te zamen aan de regeering waren! Thcunis: Neen, er was geen oppositie! Voortgaande, verklaarde Theunis, dat er in België niemand is, die feitelijk militairist is. (Protesten van de uiterste linkerzijde). Theunis: Het Belgische leger zelf is niet mili taristisch. (Hilariteit en interrupties). Indien wij zoo vervolgde spr. een hoog begrootings- cijfer voor onze nationale verdediging hebben en een bijzonder sterk leger, dan weet men waarom. (Bijval op verscheidene banken aan de linker- en de rechterzijde). Met betrekking tot hetgeen inzake de intcr- nale ociie van de bourgeoisie en die van de arbeiders gezegd had, wees Theunis er op, dat, terwijl het program van Frankfort in de annu- leerjng der inter-geallieerde oorlogsschulden voorziet, de overwinnaar bij de Engelsche ver kiezingen, Ramsay Mac Donald, volgens de Matin zou hebben verklaard, dat hij betaling der inter-geallieerde schulden zou eischcn. Vandervelde verklaarde hierop, dot hij deze medcdeeling slechts met het noodige voorbe houd kon aanvaarden, doch dat hij te veel vertrouwen stelde in den goeden trouw van zijn Engelsche partijgènooten, om de juistheid van het door de Matin gepubliceerde interview voetstoots aan te nemen Uil de Pert. DE KABINETSCRISIS. De Standaard (a.-rantwoordt op het felle artikel van Dc Nederlander met onder meer te zeggen „Of de A.-R. Partij den heer Kooien bij een door hem te vormen Kabinet zou kun nen steunen, hing af von net feit of de ver broken eendracht weer hersteld kon worden. Had dit herstel niet plaats, dan, dat spreekt als een boek, kon er geen parle mentair rechtsch Kabinet komen. En alléén een zoodanig Kabinet zou op A.-R. steun kunnen rekenen. De Nederlonder heeft wel op zeer bijzondere wijze van hare begeerte doen blijken om in het oude karrespoor te blijven, maar zelfs zij zal niet willen ontkennen, dat tot dit stadium elke aanmerking op de hou ding der A.-R. ongemotiveerd zo'ü zijn. Blijkbaar heeft dc critiek slechts betrek king op hetgeen daarna geschiedde; cp het feit, dat de A.-R. groep een basis aangaf die haar, werd zij aonvuard, veroorloven zou den formateur den steun toe te zeggen, aarom hij gevraagd had. Wij verstaan het zoo goed, dat de Ne derlander fier de vlag ontplooit voor de handhoving van onze „handvesten en vrijheden." Op bescheiden wijze. d. i. op een behoorlijken afstand achter de Neder lander natuurlijk, willen we daar gaarne aan meedoen, maar dan moet ons eerrt duidelijk gemaakt worden dat die hand vesten en vrijheden in gevaar verkeeren en waarom dat zoo is. Wo hebben wel veel eerbied voor het woord, dat de Nederlander ex cathedra spreekt, maar in dit geval voelen we toch ook wel eenige behoefte arm argumenten tot staving van het vonnis. Zoolang we die niet vernemen, blijven we nog maar va r oordeel, dat de houding onzer club het gebruik van een enkel woord nu daargelaten boven onzen lof verheven is. Ze heeft een juist inzicht in den toestand getoond; precies gevoeld wat vooraf moest gaan aan elke poging om weer een nieuw rechtsch Kabinet tc kunnen vormen. Mocht er vroeger onder ons al eens klacht ge weest zijn dot men wat al te gauw van wal stak zonder de haven van bestemming te kennen, of zelfs zonder een juistwijzend kompas aan boord te hebben genomen, voor die grief is thans zeker geen plaats. We laten aan dc Nederlander gaarne 't genoegen van een andere werkwijze, maar wij houden onze eigene, omdat wjj die de beste achten. Met de bede van het blad, dat de Almach tige ons land behoeden moge, stemmen wij in. Maar wij deen dat zonder bepaald oog merk. Omdat d? nood der tijden zoo groot is. Wij vragen den Allerhoogste niet om Nederland te behoeden tegen de booze raadslagen der C.-H. Kamerfractie, gelijk de Nederlander deed ten aanzien van de A.-R. fractie. De evenwiohtsstoring bij het C.-H. hoofd orgaan is in dezen crisistijd inderdaad ern stig." Berichten. NEDERLAND EN BELGIE. De kosten der intcrncering van Belgische militairen. De memorie van toelichting op het wetsont werp, door de Belgische ministers van finan ciën en landsverdediging bij de Kamer inge diend betreffende de regeling der kosten van interneering in Nederland van de Belgische mi litairen gedurende den oorlog, bevat het vol gende De aan de Nederlandsche regeering door het onderhoud ^er tijdens den oorlog geïnterneerde Belgische militairen veroorzaakte onkosten bc- loopen in hoofdsom 48,758,355.32. Na lange onderhandelingen hebben de beide betrokken regeeringen het volgend vergelijk ge troffen, waarbij de kwestie van den interest over de verschuldigdes ommen en de modaliteiten der terugbetaling geregeld worden. De interest d°r door Nederland tijdens dc oorlogsjaren cn tot in 1920 verschoten gelden gaat wat het jaar I9T4 betreft, met 1 Januari 1915 en, voor dc volgende jaren, met I Oct. in, op het gezamenlijk bedrag der gedurende het jaar gedane uitgaven. Het jaarlyk. uit inte rest gevormd kapitaal wordt zelf rentegevend Hetp crcent dat aanvankelijk op 5, dan van I Januari 1921 op 6 vastgesteld was, werd in gemeen overleg tot 31 Dcc. 1922 eenvormig tot 4 y: herleid Volgens dezen nieuwen grond- slag berekend, beliep het totaal der interesten op Jaatstgcmelden datum f 13,730.358.15. Overeengekomen werd dat gemeld bedrag in den loop van dit jaar zou terugbetaald wor den. Van I Januari 1923 af, komt een nieuw regi me tot stand. De hoofdsom der schuld, even als de tegen 5 pet. sjaars' berekende interes ten, zullen voldaan worden in vijftien jaren door gelijke zcsmaandeüjksche stortingen, waarvan de eerste den 30sten Juni 1923 vervallen is en de laatste den 31en December 1937 zal ver schijnen. i Om de hoofdsom van die schuld te vertegen woordigen, zullen obligaties der openbare schuld uitgegeven worden voor-een naamkapi- taal van f 46,738,000, welke van 1 Jan. 1923 af interest tegen 5 pet. 'sjaars opbrengen en in vijftien jaren, van 1923 tot en met 1937, per halfjaar terugbetaalbaar zijn. De aldus vergunde termijn laat ons toe ons te kwijten zender de jaarlijksche begrooting al te zeer te bezwaren cn het cijfer van den door ons te betalen interest is niet hooger dan dat o. der eigen leeningen. De voorwaarden van het vergelijk, waarmee de regeering ingestemd heeft, zullen ze in alle opzicht redematig toeschijnen en ik breng hier volgaarne hulde aan den geest van welwi lend- heid en de verzoeningsgezindheid, welke de Nederlandsche regeering bij de onderhonde- 'n^en hrtoond heeft. GENOOTSCHAP TER BEVORDERING VAN NATUUR-, GENEES- EN HEELKUNDE. Uitreiking der gouden medaille aon prof. Einstein. In de Aula van de universiteit tc Amsterdam, welke geheel gevuld was met belangstellenden, heeft gistermiddag de uitreiking plaats gehad van de gouden medaille van het Genootschap ter Bevordering van Natuur-, Genees- en Heel kunde aan prof. Einstein. De voorzitter, prof. J. D. van der Waals, heette de aanwezigen, o.w. burgemeester Dc Vlugt en wethouder E. Polak, welkom, cn richtto zich aldus tot prof. Einstein: Toen wc besloten u en Lorentz de gouden medaille van het Ge nootschap toe te kennen, wilden wc daarmee uitdrukken, dat we in den arbeid van u beiden een samenhangend groot geheel zogen. Dit wil ik nu speciaal naar voren brengen, hieibij uw werk op andere physische gebieden, uw theorie van licht, electrisch effect, de Brownsche be weging en nog zooveel meer buiten beschou wing latend. Ook de bepaalde kanten van de relativiteitstheorie wil ik niet in het licht stellen. Toen wc 31 Oct. aan Lorentz dc medaille overreikten, zetten we uiteen hoe zijn electro- nentheorie het stugge begrip stof opgelost heeft in een steeds wisselend spel van electrisch ge- Jaden deeltjes en hoe zij de massa in zeker op zicht tot een secundair effect teruggebracht heeft tot een gevolg van de electrische lading. U, prof. Einstein, bent in dezelfde richting voortgegaan. Losstaande begrippen hebt ge in beweging gebracht. Ge hebt ze in vroeger niet gedachte vormen en combinaties, waarin zij zich beter laten inpassen, in het harmonische systeem van de natuur, gekristalliseerd. Een goed voor beeld daarvan is de geschiedenis van het massa begrip. Hierna ging hij over tot de uitreiking van de medaille, welke bedoelt op de manier, die het Genootschap ten dienste staat, getuigenis af te leggen van dc dankbaarheid voor het vele, dat wij uit de onderzoekingen van prof. Einstein hebben geleerd. Aan hem danken we een diepe ren blik in de eenheid van de natuur. Prof. Einstein beantwoordde deze rede en be dankte voor de huldiging en de eer, die hem door de overreiking van deze gouden medaille was te beurt gevallen. Hierna gaf Spr. in het kort een overzicht van de jarenlange studie, welke hem ten slotte gevoerd heeft tot zijn rciativiteitsstcllingen. Na afloop van de plechtigheid had een re ceptie plaats. VEREENIGING VAN GEMEENTELIJKE WERKLOOSHEIDSFONDSEN. Vergadering ta Amsterdam. Gister werd in „American" te Amsterdam de jaarlijksche algemeene vergadering der Ver. van gemeentelijke Werklooshcidsfondsen ge houden, onder voorzitterschap van den heei De Bordes, burgemeester van Bussum. Aan het jaarverslag ontleenen wij, dat het aantal leden op 31 Dec T922 negentig bedroeg, hetgeen een vermeerdering met één lid is, ver geleken bij het vorig jaar. De rijkssubsidie be droeg over 1922 1000, die voor 1923 werd verlangd tot 500. In zijn openingswoord zeide de voorzitter,, dat de werkloosheid niet alleen in ons land, maar ook voor het buitenland één der belang rijkste problemen is geworden, dot zeer zeker de aandacht vraagt Tot leden van het bestuur werden herkozen de hc-eren De Bordes en Gerritsz. Vervolgens werd behandeld het voorstel van het bestuur om een adres te richten tot den voorzitter van den raad van ministers inzake het bijdragen door het Rijk in gemeentelijke steun regelingen. Dit adres bevat o.m. het volgend Bij de liquidatie von het Kon. Nationaal Steuncomité is ir art. 4 van het werkloosheids besluit 1917 een alinea 3b ingelnscht. waarbij bepaald wordt, dot het overheidssubsidie aan werkloozenkassen op meer dan 100 kan worden gesteld, „indien de vereeniging niet in staat- is de bijdragen zoo hoog op te voeren, nis noodig zou zijn om uitkeeringen te verstrek ken ovei een termijn van tenminste 90 dagen per jaar tot een zoodanig bedrag, dat daaruit het noodzakelijk levensonderhoud der werkloo- ze leden kan worden bekostigd." Dit artikel berust op dén der principes van het Werkloosheidsbesluit 1917, n.l. dat do werk'.oozenvcrzekering gelijkelijk moet worden bekostigd door rijk cn gemeenten Voor 1923 is aan een aantal kassen wel een hooger subsidie dan 100 toegestaan, maai tegelijkertijd is hieraan de voorwaarde verbon den, dat de reglementaire ui'kecringsduur voor d kassen aanmerkelijk moest worden bekort. neer dus de ieden deze: kassen, die werk los zijn, na korten tijd „uitgetrokken" geraken komen zij geheel ten laste der betrokken ge meente. Niet alleen dus, dat die gemeenten zich grootere financieel© opofferingen getroosten doordat zij de helft der subsidie dragen, maar bovendien komen de uitkeeringen, die de werk- looze leden van werkloozenkassen, welke geen recht op uitkcering meer hebben, geheel voor rekening van de gemeenten, behalve in een en kele gemeente, waarvoor een rijkssteunregeling geldt. Blijkens de r.ota betreffende den toestand van 's lunds financiën, gevoegd bij de ontwerp-staats- begrooting voor 1924, is het de mcening dei regeering, dat niet langer mag worden afge weken van den weg, dien de Armenwet wijst te- voorziening in de nooden van hen, die geen middelen van bestaan hebben. Steun uit 's Rijks schatkist zo! dón worden verleend, wanneer ge meenten als gevolg van die voorziening i'n finan- cieele moeilijkheden mochten komen. Wordt deze lijn gevolgd, dan zullen de kosten der verzekering door rijk err gemeenten geza menlijk worden gedragen, maar zullen de kosten von de ormenzorg en den steun voor de ge meenten zeer belangrijk toenemen- en wel in hoogere mate naar mate het Rijk door zijn voorschriften de verzekering meer cr. meer bc perkt en in strijd met hetgeen door de gemeenten door toetreding tot de regeling vervat in he? Werkloosheidsbesluit 1917 mocht worden ver- wocht. De bepalingen der reglementen der werkloo zenkassen m 1922 geldend, zijn van kracht ge bleven, maar wegens den noodtoestand zijn vooi 1923 daarnaast andere voorschriften tijdelijk van kracht geworden De vereeniging zou het nu bil lijk achten, dat het Rijk de helft zou meebetalen in de kosten Van steun, verstrekt aan leden var" werkloozenkassen, welke een steun ontvanger over een termijn loopende vanaf het moment dot zij volgens de bepalingen van 1922 uitgc trokken zijn, ongeacht den financieelcn toestan •der gemeen .en. Besloten werd het adres aon de; minister te verzenden. Het bestuur kreeg mach tiging om dc redactie nader vast te stellen. Ir\ de middagzitlirtg werden behandeld prae- adviezen van de heeren Jac. Bakker, I. G Keesing en S. van dér Steen over de vraag - „Moet de contróle op de werkloozcn verbeter worden, door de werkgevers op de een of an dere v/ijze in de contróle in te schakelen waarbij aangenomen kan worden, dat de werk gevers in de verzekering bijdragen? Zoo ja. op welke wijze? De heer Bakker stelt zich in zijn prae- advies ten aanzien van de regeling der werk loosheidsverzekering op het standpunt, dat d gezamenlijke vakverbonden in hun advies aar den werkloosheidsróad, omtrent de grondsla gen voor een wettelijke regeling ven deze ver zekering hebben ingenomen en dat uitgaat van een centrale leiding der geheele instelling dpoi een bestuur, waarin Rijk, gemeenten, werkge-' vers en kassen hun vertegenwoordigers hebben Daar ^et vraagstuk von beperkte beteekehi?'. is, zeide spr., kan een bespreking van het vol ledige hervormingsplan buiten beschouwing blijven. Spr. meer.de echter de aandacht te moeten vestigen op een clausule, die oj> di! vraagstuk betrekking heeft en wel dc volgende Naast de vaststelling van de reglementen is von belang de contróle op de naleving dici reglementen. Deze contróle moet plaatselijk ge schieden. In deze plaatselijke organen zouden wij den werkgevers een plaats willen zien in»-" geruimd en de^e organen het recht willen ge ven uitkeeringen te wraken. Daardoor zou den werkgevers een redelijke en reëele medezeg-, genschap in het bestuur der verzejeerjjpg 'zijn gegeven. De heer Keesing trekt uit verschillende voorbeelden de conclusie, dat in vcrc^Hlcr><] belangrijke gemeenten, met een goecf'gèoytil- leerden werklooshcidsdienst, de aan de control? op werkloosheid en uitkeeringen te stellen eischen nauwkeurig zijn bekeken. Waar de be hoefte aan verbetering diei contróle bestond en die verbetering slechts kon bereikt v.oixicn dooi de werkgevers „op de een of andere wijze" in d*. contróle te betrekken, is men niet theore- tisch-angstvallig gaan zitten wachten totdat bij tijd en wijle besloten zou zijn, dot de werk gevers „in de verzekering bijdragen", doch heeft men, zoowel ter voorkoming van directe schade voor de kassen en voor de overheid, nis om de werkloosheidsverzekering te verde digen tegen do aanvallen var. hpre belagers, doorgetast op een wijze, dje naar alle richtin gen bevrediging schenkt, .ailthanj niet tot ern stige grieven apnlèidirig Kèejt gegeven. De heer V an der^ieen,- Voortbouwend? op hetgeen tot dusver*-uk ,<Je vrije^aine^wer- king tusschen werkgever^arbeidsbeurzen is gegroeid,; stelt dc volgende bepalingen "voor 1. Iedereen, hetzij werkgever of particulier, Jie een /arbejder ih diensl neemt, moet dians inschri;vingskiiort van de- arbeidsbeurs opvra gen en déze onmiddellijk,' (uiterlijk denzelfden dag), aan de arbeidsbeurs- toezenden. 2. De werkgevers óf .portfcuJieren, die los sta arbeid doen verrichten, bullen wekelijks^ op gave verstrekken yen de door. de ip^se arbeiders verdiende loonen. - -.'fc;'V >Vv. Het leven wordt niet gemeten naar onze vreugde, moor naar onze oïfers. noot F. FRANKFORT MOOP.E. Uit het Engelsch door F J. VAN DER MOLEN. 82 Reeds ééns tn zijn leven had het Fatum zulk een luchtkasteel \oor hein in gereed heid gebracht. Vast cn zeker had hij toen gemeend, dat het ten eeuwigen dage den tijd zou kunnen trotsecren; maar jammer lijk was het hoven zijn hoofd ingestort. Len onvoorwaardelijk vertrouwen had hij in die dagen gehad in het Fatum als bouwmeester ïlij I»ad zich dc Voorzienigheid niet anders kunnen denken, dan alles bestierend te zij nen gunste, en toch had hem een slag ge troffen. die hem \oor langen tijd verdoofd had. Zijn hart was toen in opstand gekomen tegen de liefde en verdere abstracties, gelijk ttegen de liefde en verdere abstracties, gelijk steeds het geval is met mcnschcn, wier ge zichtskring zich beperkt tot hun onmiddc- lijkc omgeving. Maar éér een jaar verstreken was, had hij tot dc erkentenis moeten ko men, evenals elk sterveling, die door er varing wijzer is geworden, dat al die mach ten: dc Liefde, het Fatum, de Voorzienig heid, tegen wie hij als een bedorven kind was opgestaan, hem ruimschoots met wel daden hadden overladen. Wat hij als een kastijding had beschouwd, bleek in werkelijkheid een liefkoozing te zijn geweest. Zijn vriend Newton had hem tere.cht gevraagd, wat er van hem zou zijn geworden, indien die Crcoolsche hem ge trouwd had in plaats van weg te loopen mei een vreemdeling, dien zij hoogstens twee maal gezien had. Een goedertieren hand was het geweest, die dat wilde kind met haar plotseling op vlammende hartstochten van hem had weg genomen, hem daarna met rijkdommen had overladen en hem ten slotte had binnenge leid in het Londeosche huis, waar hij \oor de eerste maal het meisje had ontmoet, dat than; in Villa Valencia verblijf hield, dat meisje, dat haar hand in de zijne had ge legd, toen zij samen onder het kleppen van het Angelus uit het klooster in de verte, den tuin waren doorgewandeld. Hij vroeg zich af, of zijn geloof in het Fa tum krachtig genoeg zou blijken te zijn. om met gelatenheid deze zelfde villa tc ver laten, die thans voor zijn oogen stond, indien over een dag, of een week, of een maand, het meisje dat daar woonde, hem mede deelde, te hebben bevonden, dat zij hem niet liefhad, en zijn liefdesbetuigingen niet kon aanvaarden. Was dit voongevoel, dat zij het niet zou doen, soms zijn kaartenhuis, dit voorge voel. dat zij haar hand in dc zijne zou leg gen net als vroeger, maar zc niet terug trekken, zooals toen? Was dit gevoel van Vertrouwen, dat hij haar \olle liefde gewonnen had, een lucht kasteel, opgebouwd door zijn eigen naïviteit cn lichtgeloovighcid'? Hij riep in zijn herinnering elk woord terug, dat zij dezen avond tot hem gesproken had. en trachtte er, om zoo te zeggen, het gemiddelde van te bepalen met betrekking tot den algemeenen indruk. Hij spande zich in, een zuiver en nuchter oordeel te vormen, wat betreft den waren achtergrond van de beteekenis, die men volgens recht aan haar woorden zou mogen hechten. Ilii achtte zich nog wel in staat, met onpartijdig oog zijn situatie te kunnen overzien, en aan elk van haar woorden hun letterlijke beteekenis toe te kunnen wijzen, en hoopte ze daarna langs logischen weg in overeenstemming tc bren gen met de intensiteit van uitdrukking, die het geheel overhcerschtc. De logica be schouwde hij inderdaad als de stoomklcp van alle gemoedsbewegingen; hij was over tuigd. dat hij door kalm na tc denken dc emotionccle drukking nauwkeurig zou kun nen regelen, dat hij, door de ^letterlijke beteekenis van enkele woorden vast te stel len. dc juiste diepte eencr passie zou kunnen peilen. Zoo stond hij daar dus. in diep gepeins verzonken. Maar weldra bleek het licra even onmogeliik, zijn gedachten te beheerschen als zijn .emoties. Hij dacht niet aan dc woor den, dio zij gesproken had, doch aan dc tin teling van haar oogen, toen zij die woorden uitte, aan den blos, die plotseling haar ge laat had overtrokken, aan haar verbleekcn onmiddellijk daarna, aan den vreemden lach. die als een snik had geklonken. Geen enkele phrase, zooals die over haar lippen wfts gevloeid, vermocht hij in zijn herinne ring terug te voeren; maar wel herinnerde hij zich dc wijze, waarop zij zin na zin had uitgesproken, wel herinnerde hij zich de buiging harer stem, die bitter zou hebben geklonken, indien er niet zooveel diepe smart in had gelegen, toen zij hem vertelde, hoe zij het vertrouwen op de goede leiding van haar eigen hart verloren had, en kwam weer voor zijn geest terug, hoe zij haar hand in de zijne had gelegd, terwijl zij door den tuin wandelden. Hij behoefde niet te twijfelen: zij had hem icf. Zij was te veel vrouw om hem tc ver oorloven dat alles tc zeggen, wat hij haar had durven toevoegen, of het de moeite waard te achten, hem toe tc vertrouwen, wat zij hem ten antwoord had gegeven, in dien zij hem niet liefhad. Haar hart. dat haar vroeger had misleid, vertelde haar thans de waarheid: het zei haar. dat ze hem liefhad. Over een paar dagen zou het haar duidelijk worden, dan zou ze hem in dc armen vliegen, zij zou voor altijd de zijne worden, en nimmer zou het haar berouwen, dat zij naar de ingevingen van liart geluis terd had. Neen, het was geen luchtkasteel, dat hij zich bouwde, het was geen kaartenhuis, dat hij zich had opgezet. Valencia had hem lief en zou het hom openhartig bekennen, zoo als zij het hom reeds hekend had, niet met woorden, maar door dien blos op haar heer lijk gelaat, door die 'enkele spontane bewe gingen naar hem, door de onbeschroomd heid, waarmee zij haar hand in de zijne had gelegd. Zij had hem lief, en hij was de ge lukkigste mensch, die er op aarde leefde. Nu wandelde hij terug van do villa, en aan de reede gekomen, riep hij ccn bootje aan, dat hem naar zijn jacht moest brengen. Op het dek ging hij languit in een stoel lig gen en liet, de oogen strandwaarts gekeerd, zijn gedachten nogmaals haar vrijen loop gaan. En steeds weer keerden ze terug tet het heerlijke geluk, dat hem beschoren was •geworden. Of was het dan niet iets overheerlijks, deelachtig tc zullen worden, waarnaar zijn hart zoo innig smachtte? Lang geleden, toen dat Spaanschc kind hem had verlaten, had hij zijn leven vernictgd gewaand. En het ware gevoel van geluk was hem sindsdien steeds verre gebleven. Dagen van harden ar beid had hij doorgeworsteld op een afge lezen plaats met een bevolking die hij ver afschuwde. 0. hoe had hij die menschen in- dertijdtijd toch gehaat! En aan hen denkende, viel hem in, wat Lord Ballysccdy hem hadge- zegd: dat hédfefi ten dagc^bk'el piider kntjfo deniers klusscvoorooL-deelen bestonden»-Al' De handelskringen in .zijn gcbóorteijtaats' waren opgepropt met kXfcssêvooroqi'cJcölèi^, wie in lapjes deed, keek met een blik Vül minachting neer op hem, die thee Vfcnwcht, en word op zijn 'beurt met spot bejegend door omplove's aan banken en handelskan toren; want het meest met zichzelf ingeno men waren deze nog. Een moeitcvol leven had hij daar geleid, jaren én jaren 'lang, zonder er meer dan een paar vrienden te hebben gekend. En toen hij ten lange leste in dc gelegenheid werd gesteld, het stadie vaarwel te zeggen, had er niemand afscheid van hem genomen dan zijn oom, die heai naar een suikerplantago in West-Indie had gezonden en hem later tienduizend pond bad nagelaten. Maar ook in Zuid-Amcrika cn in west- TndiÖ had .hij hard gewerkt, tot hij in Zuïd- Afrika plotseling rijk man was geworden. Was het dan zoo vreemd, indien hii aanvan kelijk geloof sloeg aan wat Gwendolen Car- dew hem in het oor gefluisterd had omtrent de lieden, in wier midden hij thans ver keerde. hoe zij hem beschouwden, niet als oen van hum-gelijken, maar louter als een object, dat /ij om den wille van zijn niilli- oenen met belangstelling gadesloegen? Wordt vervolgd.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1923 | | pagina 5