TWEEDE BLAD. BINNENLAND. FEUILLETON. DE MILLIONAIRS 22e Jaargang AMERSFOORTSCH DAGBLAD „DE EEMLANDER" Zaterdag IS Deo. 1923 Ongelooflijk, maar waar. Heb dit keer geduld met my, waarde lezer, cii leg: deze regelen niet onmiddellijk ter zijde by het vernemen der mocilyk te aanvaarden uitspraak „de menseh wordt als artiest geboren". Niet de menseh van heden is bedoeld, die opleeft in het dage lijks lezen van het uitgebreid morgen- cn avondblad, met afdcelinge*- voor sport cn jeugd, maar hij, die stil buiten toefde en toeft, één is met deze ongeschonden om geving cn alleenlijk leest in de natuur. Het onderscheid dezer beide menschengroepen is groot. Want waarheid boven alles, bij veel goeds van onzen tijd, zyn de maat schappelijke toestanden niet gunstig. Wij hebben ons er aan gewend, wy gevoelen ons er in tehuis, maar veel laat te wenschen over. Het is nu eenmaal geen tijdperk voor opgaande kuituur. Het opgehoopte weten moge toenemen, de ware beschaving ech ter, die zich in cene zekere distinctie van gevoelen en handelen uit, ontbreekt dik wijls. Wilt ge bewyzen voor mijne opvatting? Bezoek dan eenige landlieden en bezie enkele hunner eenvoudige prestaties, welke ontstonden onder de indrukken oer groot- sche natuur, welke in alle streken der wereld onbewust den menseh tot bewonde ring opwekt en tot eenvoud noopt. Van velen onder hen valt te leeren. Pakt door intimiteit menig klein schuurtje, menige armoedige schaapskooi die ecne harmonie van verhoudingen toont, die helaas in ge bouwen van beschaafde hand ontworpen, dikwijls wordt gemist. Wel zrjn deze schep pingen tegenwoordig schaarsch, maar zo bestaan, en dit valt niet te loochenen. Waren de tyden minder uitcrlyk, koel en nuchter zoude- ongetwijfeld deze aantrek kelijke werken geene uitzondering maar regel zyn. Wy gaan op prfd, oververraoeie- nls wacht u niet; wy blijven in buurt. Een uurtje voorbij Birkhoven, aan den straatweg naar Soest, staven een drietal oude gebouwtjes de juistheid mijner ziens wirjze. Een half uur achter Schcrpenzecl. aan de rechterzijde van den weg naar Rons woude valt by de boerenhoeve, gemerkt „Selder", eene schaapskooi zeer.op, waar van onlangs het strooien dak is opgelapt. Door dc bank veroorzaken zulke vernieu wingen wanklanken; hier echter niet; de eenvoudige landman herstelde het strooien dak in harmonie met het geheel. Wel een bewys, dat de artistieke aanleg in iedereen wortelt, die niet door overcultuur is bevan gen. Terugkeerende naar het welvarende Scherpenzeel wordt niet verzuimd de goed verzorgde Hervormde Kerk te bezien, waar in nevens cenc deftige zeventiend' eeuw- sche preekstoel (omstreeks 1650) de glans rijk mooie koperen lessenaar uit dat tijd perk zeer de aandacht trekt. Aan den Straatweg, van Hoevelaken naar ter Schuurc valt veel op te merken, dat het kunstgevoel bevredigt. By do boer derij „Hoogehof" wordt halt gemaakt. Op dit hof trekt zeer aan eene groote eerder vervallen Schaapskooi uit planken saaiu- gcsteld. Neemt men een kijkje in het in terieur. tooncn de in dc wanden gegrifde jaartallen van 1861, 1862 cn 1881 aan. hoe de schaapherders hunnen ledigen tijd trachtten te dooden. De hoeve verlatend en nogmaals den blik werpend op het ge bouwtje, verrijkt dit ons gevoel voor liet mooie. Een half uur verder in dc richting naar het gehucht ter Schuurc, echter aan den linker kant van den weg, wachtte mjj bij het steenen arbeidérshuis. gemerkt P. K. Petroria, eene niet te vergeten ontmoeting. Dit buisje, door metselaars cn dorpstim- merliwden opgetrokken, laat ons koud; het heeft gecnc architectonische beteekenis. Wel echter trekken levendig aan eene uit strooi samengestelde bergplaats door den bewoner tegen het huis opgericht, evenals cenige kleine houten bergplaatsen op liet erf. Dc bejaarde landman kon mijne opmerk zaamheid, waarmede deze armoedige wer ken door mij werden bezien, niet. goed vat ten, cn luchtte zyn hart met de aardige opmerking: „Ik meende, dat U liever groote, rijke kasteden zag". Een ieder, die zich eene reis naar de Veluwe getroost, vindt o.a. in Vierhou ten cn Elspeet belooning voor zyne nieuws gierigheid, daar deze dorpen menig een voudig, maar artistiek aaudoeud bouw werk bezitten. Eenvoudigheid van uitdrukking ïs ten allen tydc de stempel van het groote en ware geweest. Dit op te merken en na tc speuren verruimt den blik. J. H. SCHORER. De Staatscourant van 14 Decem ber bevat o.a. de volgende Kon. besluiten: op verzoek eervol ontslagen S. P. Tismeer, ontvanger der directe belastingen en accijnzen te Middelburg (buitengemeente); P. v. d. Hauw, eccauntant bij den dienst der directe belastin gen te Almelo; H. Nieswaag, verificateur der in voerrechten en accijnzen te Rotterdam; benoemd tot ontvanger der directe belastingen cn accijnzen te Terschelling de adjunct-commies der directe belastingen, invoerrechten en accijn zen C Westerhof, ter inspectie der directe be lastingen te Amsterdam; toegekend de eere-medaillc der Oranjc- Nassau-orde in zilver aan H A Krul, meester knecht bij de firma C R. van Santen en Zn., te 's Gravcnhage; in brons aan J. Pioters, kleerma ker, in dienst bij P. P. Bertram, te Assen. HET REGEERIN'GSJUBILEUM. Het nationaal huldeblijk. Het Uitvoerend Comité voor het Nstionool Huldeblijk aan H.'M. de Koningin heeft schrif telijk hulde gebracht aan alle leden der provin ciale, plaatselijke en sub-comité's voor den ar beid. welken ze in het belang van het Nationaal Huldeblijk verricht hebben. Het schrijft: Mede door aller krachtigen steun was het mogelijk de pionnen zoo volkomen te doen slogen. We maken van deze gelegenheid gebruik er u op te wijzen, dat op voorstel van een deT leden de vergadering de wenschelükheid uitsprak, onze organisatie in die plaatsen, waar nog geen Oranje-vcreeniTing bestaat, aan <?e oprichting daarvan dienstbaar te maken, althans aan dp totstandkoming moree'en steun te verleencn. DE KABINETSCRISIS. Mr. J. Schokking door do Koningin ontvangen. H. M. dc Koningin heeft gisterochtend ten Pnleize in conferentie ontvangen Mr. J. Schok king voorzitter van do Christelijk Historische fractie in de Tweede Kamer der Staten Gene raal. NEDERLAND EN BELGIË. Dc afrekening der intcrnccrings- k os ten. Nnar de Brusselsche correspondent der N R. Ct. meldt ziet minister Theunis er van af, Belgische ambtenoren aan te wijzen voor de verificatie van de afrekening van het door België aan Nederland verschuldigde, uit hoofde van de interneering von Belg'sche soldoten in Nederland. De juistheid vun die aftekening is, zegt de minister, boven alen twijfel verheven, en bovendien zou dan de controle-werkzaamhe den veel kosten, zeker meer dan het herstel van mogelijke fouten waard is. DE OORLOGSBEGROOTING. Voorloopig verslag. Verschenen is het voorloopig verslag cp het VHIste hoofdstuk der staatsbegrooting 1924 (Oorlog). Daaraan is het volgende ontleend Algcmecne beschouwingen. Verscheidene leden, voorstanders van ont wapening, verklaarden aan deze begrooting hun stem niet te xunnen geven, omdat in de be grooting niets valt te bespeuren det op ecnig pogen in de richting van algeheele ontwape- ning van leger en vloot wijst. Vele andere leden meenden dat juist in de zen tijd allerminst aan ontwapening kan worden gedacht. Vcrscheidenen van hen, die een krach tige weermacht voor Nederland noodig achten, wilden daarmee niet zeggen, dat zij verheugd waren over deze •begroeting. Zij kwamen tot da conclusie dat nu dc door de regeering voorge stane organisatie is doorgevoerd, blijktIe dat het leger tc groot is om ooit behoorlijk te wor den uitgerust; 2e. dat de oefening van den verlofsofficier zeer onvoldoende is; 3e. dat het beroepskader tc veel absorbeert van dc be schikbare karige fondsen om oefening en uit rusting te kunnen verbeteren; 4c. dat het be roepskader te sterk is om in vredestijd een vol doenden werkkring tc hebben, zelfs bij het te groote leger; 5c. dat de afvloeiingsmethode geen afdoende vermindering van beroepskader heeft gebracht; 6e. dat het beroepskader gede moraliseerd wordt door het ontbreken van voor uitzichten en van voldoenden inspannenden ar beid; 7c. dat het leger op het oogenblik dus onvoldoende is geoefend en onvoldoende uit gerust; 8e. dat de minister er niet in is ge slaagd eenig perspectief te openen voor de vor ming van een leger, dat inderdaad waarde als oorlogsinstrument zal hebben, of eenig uit zicht ta openen op een verbetering binnen af- zienbaren tijd. Andere leden meenden dat men in de beper king van het beroepskader al veel te ver is gegaan. Van verschil'endc zijden' betreurde men ernstig dat de begrootirtg T924 slechts ƒ7154 minder is dan die van het vorig jaar, en dat de maatregelen zijn uitgebleven voor inrichting der legerhuishouding op eenvoudiger voet. Door concentrotré van de dienstplichtigen e.d. zou veel bezuinigd kunnen worden; ook door in deeling van elke dienstplichtige naar den aard zijner bijzondere geschiktheid bij verschillen de dienstvakken. Andere ieden gaven to ..ennen dat op het gebied van organisatie cn bezuini ging veel goeds is tot stand gebracht. Contingent. Sommige leden wenschten vermindering van het contingent met 15,000 man. Op afschaf fing der herhalingsoefeningen werd aangedron gen. Andere leden echter wilden den duur daar van van 14 dagen tot 4 weken uitbreiden. Op afschaffing der covalerie werd door sommige leden aongedrongen; zij wenschten vervanging door wielrijders- Gevraagd werd tot welk resul taat de overweging von verschillende wen schen, in dc Kamer tijdens de behandeling van de Militaire Pensioenwetten geuit, heeft geleid- Sommige leden drongen aan op een wetsont werp tot het vcrléenen von amnestie aan hen. die tijdens de mobilisatie geen gevolg gaven aan dc oproeping om van groot verlof terug te keuren Aangedrongen werd op het spoedig tot stond brengen von een rege'ing von de rechtspositie der onderoff'cieren. Met klem werd door ver schillende leden geprotesteerd tegen het voor genomen ontslag van een groot aantal burge werklieden. Aangedrongen werd op afschaffing, althans belangrijke wijziging van de Kringcnwet. Nog maals werd op opheffing van de inspectie von het mil'tair onderwijs aangedrongen, en even eens op opheffing van den. plaetselijken staf. Gevraagd- werd welke "S ministers voornemens zijn ten aanzien van de herhalingsoefeningen in 1924. Geneeskundige Dienst. Verschillende leden hsr'den ernstige bezwaren tegen het hooge eindcijfer van 2.000.000 van deze ofdeejing. Men verzocht medcdeeling van meer ingrijpende bezuin'gingsplannen. Andere leden waarschuwden tegen te vergaande bezui niging op den geneeskundigen dienst. Zij vrees den dat ons leger, als er thans zou worden ge mobiliseerd, gebrek zou hebben aan doctoren, verplcegplnatsen en verplegend personeel. Op belangrijke inkrimping van het hospitaal- personeel weid aangedrongen. Inrichtingen van Onderwijs. Men sprak er zijn ernstig leedwezen over uit dat geen ingrijpende bezuinigingen in het mi litair onderwijs zijn aangebracht De kosten zijn zelfs gestegen. Aangedrongen werd op onver wijlde opheffing der cadettenschool. Verschillende leden verklaarden het nut von het voortbestaan v8n de nuTtoire gymnastiek- en sportschool nog steeds niet te kunnen in zien. Het onderwijs heeft voor het leger in zijn geheel slechts een zeer geringe proctische be teekenis. Men VToeg instelling van een eenvou diger cursus in de ploats der school, onder leid ng van een officier cn een onderofficier, cn die zes maanden zou duren. luchtvaartafdeeling. De uitgaven van het personeel van den vlieg- dienst zullen voor 1924 minstens 60.000 hooger zijn don voor 1925, terwijl voor de gebouwen 450.000 meer wordt geraamd. Men kwam tegen deze opdrijving van uitgaven ernstig in verzet. Andere leden oordeelden uit breiding van dit wapen in 't Lands belang noodzakelijk. Nonactivitcits-joarwcdden. Aangedrongen werd op het schenken van meer aandacht aan het lot van de z.g. mobili satie-slachtoffers 30.000 voor htm onder steuning is veel te weinig. Marechaussee. Het aantal onderofficieren is toegenomen. De toestand is nu zoo, dat door elkaar elke onder officier nog geen volle twee manschappen on der zich heeft. Deze verhouding achtte men zeer onjuisL EEN INTERVIEW MET DR. VAN AALST. Dc positie van den gulden. De president van de Nederlandsche Hondcl- Maatschappij, dr. C J. K. van Aalst, heeft aan een van* de medewerkers van het Hbld. een on derhoud toegestaan omtrent verschillende actu- eele economische en finanrieele vraagstukken. Wat de positie van onzen gulden betreft aldus dc heer Van Aalst ben ik van meening, dat voor zoover men hierbij de onderlinge ver houding tusschcn den gulden en den dollar als de voornoamste quaestie beschouwt, de toe komst van onze valuta hoofdzakelijk onder den invloed zal staan van twee factoren. De eerste van deze factoren is de financieclc politiek van de Nederlandsche Regeering en van d-? open bare'lichamen. De beteekenis van het inflatie- vraagstuk voor de positie von onzen gulden blijkt duidelijk uit het feit, dat reeds de vrees voor een inflatie voldoende was om den gulden te doen dolen. Ik ben van meening, dat het thans hoog tijd is, dat men eindelijk een aan vang maakt met het nemen van ernstige maat- ïegelen tot voorkoming van een papier-inflatie, door het sluitend maken van de Staatsbegroo ting. De noodige maatregelen werden reeds vaak besproken cn vastgesteld en het is geheel duidelijk, dat de finonpeelc hervormingen in de eerste plaats op ingrijpende bezuinigingen geba seerd dienen te worden. Zal men hierdoor geen siuitendc begrooting kunnen verzekeren, dan zullen natuurlijk ook nieuwe be'astingen en ver hooging van bestaande ni t achterwege kunnen blijven. Ik heb reeds aangeduid, dat het inflatie-vraag stuk niet de eenige factor is, waarvan de toe komstige verhouding tusschen d'cn gulden cn den dollar zal afhangen. Het is ongelukkig voor ons land, dot zich hierbij tevens een tweede be langrijke factor dóet gelden, te weten de oozui- ging ven h t Europeesche kapitaal dnor Ame rika, welke t°n deele met het Amerikannsche u'tvoer-overschot, doch grootcndecls met de enorme en stee*'s toenemende Amerikannsche vorderingen op Europa verbond houdt. Men dient in het oog te houden, dat Amerika niet alleen op de geallieerden .reusachtige vorderin- gen bez't, doch dat tevens v-rschillende andere 'anden, de vroegere „neutralen", gedurende de laatste jaren groote bedragen in Amerika heb ben geleend. Dit lévert het gevaar op, dat de Eurcpeesche betalingsbalans tegenover Amerika zich in een ongunstige richting zal blijven ont wikkelen, zelfs in-'ien d- continentale geallieer den het voorbeeld van Groot-Brittannië ten op zichte van dc terugbetoling van de oorlogs- schulden voorloopig niet zouden navolgen. Het ligt voor de h«nd, dat d-? rente-betaling en de aflossing van de schulden aan Amerika o. m "•epaard zullen foon met een moBjlisecring van r'e buiten'niv'sche sal^i van de betreffende lan den, d'^ remises aan de Verecnigde Staten moe ten maken, hetgeen op de positie vnn andc-e EuropeescSe voluia's een ongunstig effect moet hebben. Verkoopt, om een voorbeeld te geven, Denemerken zijn gulden-soldi, om deze in dollars om te zetten, in verband met zijn schuldöndienst ean Amerika, dan zal hierdoor natuurlijk ook de koers van den gulden gedrukt worden. Deze situatie rr^et tot een verdere ontreddering van het Euro^eesche geldwezen leiden en ik zie geer anderen uitweg om zulks te voorkomen dan het toestaan op een rrr'me schaal van verdere cre dit' door Amerika aan Eirropn, totdat de nor male toes+anden ten opri<-ï-*- v-»n productie, handel en finnnriën hersteld zijn. Tot een dus danige credietverleenjnp kan Amerika echter niet overgaan, alvorens de politieke en econo mische toestanden in Europa en de vooruit zichten te overzien zijn. Verder-zeido dc heer Van Aaljt o.m. nog: „Er deden herhaaldelijk geruchten de ron» de, dot de Nederlandsche bankweTe'.d in sa menwerking met anderen voornemens zou zyn aan Duitschland belangrijke eredieten te ver strekken en kort geleden werd het bericht ver spreid, dat de Nederlandsche banken van plan zouden zijn om aan de financicele hervorming van Hongerijc belangrijk mede te werken, rk ben echter van meening, dat de betreffende berich ten om politieke redenen gelanceerd werden en ik moet de juistheid daarvan ten zeerste be twijfelen. Wat overigens de internationale cre- aiet-actie ten behoeve .van de sanecring van de Hongaarsche financiën betreft, deze wordt door politieke factoren gecompliceerd, waarop ik als zakenman niet nader wensch in te gaan. Wat de toestanden in Rusland betreft, ben ik van meening, dat men wel is waar in de beoordeeling van de resultaten van de nieuwe economische politiek der Sovjetregeering voor zichtig moet zijn, doch dat een regeling zij het eene voorloopige van onze handelsbe trekkingen met Rusland van groot nut zal blijken, aangezien bij den tegenwoordigen on- geregelden toestand de Nederlandsche handel en in het bijzonder de Nederlandsche scheep vaart in Rusland in een zeer nadeelige positie verkeert tegenover de landen, welke met Rus land handelsverdragen hebben gesloten. Wat uwe laatste vraag, nameb'jk de conjunc tuur in Nederland, betreft, moet ik tot mijn spijt er op wijzen, dat er nog steeds geen al- meene verbetering in den economischen toe stand van ons land valt waar te nemen. Het feit, dat de Duitsche volutaconcurrcnlie dood is, mag* ongetwijfeld als een gunstiger factor beschouwd worden deze doet zich echter tot dusver slechts in enkele takken van nijverheid en in het scheep vaartbedrijf gelden. Daarentegen neemt de con currentie met andere landen met lage valuta, als Frankrijk en België, in den leatsen tijd toe. Het is van het grootste belang, dat alles in het werk wordt gesteld om de positie von onze haven en van' onze scheepvaart te verbeteren. Een groot middel daartoe is een herstel, respectievelijk ecne uitbreiding van on zen rconomischcn invloed op ons achterland, opdat voorkomen worde dat het verkeer in zekere buitcnlandsche havens ten koste van dc Nedejlandsche hovens wordt bevorderd. Hr. Ms. TROMP. Een wijziging in het reisplan. Naar aanleiding van het met pest besmet verklaren van de Canarische eilanden is wij ziging gebracht in de oefeningsreis welke be gin volgend jaar naar die eilanden zou worden ondernomen door Hr. Ms. „Heemsherd" en „T romp". Het wordt nu een oefeningsreis naarde Middellandsche zee en het reisplan is aldus veranderd 5 Januari 1924 vertrek van Nieuwe Diep van Hr Ms. „Heemskerck", 11 12 Januari ont moeting von dezen bodem in zee met Hr. Ms. „Tromp", 15 Januari aankomst te Algiers, 21 Januari vertrek van Algiers naar de Ba leuren. I Februari vertrek naai Napels, 5^Februari aankomst te Napels, II Februari vertrék ve der naar dc Balearen via Palma, 14,13 Februari aankomst in de Balearen, 25 Februari'vertrek naar Gibraltar via PoJma, 23 Pcbcaari *<*én- komst tc Gibraltar, 5 Maart vertVok \van Gi braltar, 10 Maart terugkeer te Nicuwediep. UIT DEN RAAD VAN WAMEL. Een bezuiniging over dc 4 gehecle linie. De raad von Wamel heeft- beslóten, tegen het advies van den inspecteur van het lager onderwijs, het vervolgonderwijs op te heffen en verder de salori^en der ambtenaren, inbe grepen die van den burgemeester en den secre taris, met 20 pCL te verlagen en dat van den gemeente-opzichter van 450 op 250 to brengen. OUD-MINISTER VAN USSELSTEIJN. Voor ccnigc maanden naar Zuid-Afrika. Dc Oud-Minister van IJsselsteijn van Land bouw, de heer Van IJsselsteijn, vertrekt heden met een der booten van de „Union Castle" uit Engeland voor eenige maanden naar Zuid- Afrika, naar men mededeelde in verband met particuliere aangelegenheden. DE HEER Ii DE WILDE 70 JAAR. Een huldiging." Eenige heeren, met wie dc heer H. de Wilde als wethouder van den Hoog, lid van* Gedep. Staten van Zuid-Holland of in maatschappelijk .Ir Deugd is dc eenige edcL FRANKLIN. doos F. FRANKFURT MOORE. Uit het Engelsch door F. J. VAN DER MOLEN. S3 Hel was niet, meer dan natuurlijk, dat hij haar geloofde, wanneer men bedacht, hoe do lapjeskooplieden en do winkeliers in pot- ttcn en pannen on ijzerwaren hem den toe gang tot hun familiekring hadden afge sloten. Miss Cardew's waarschuwing was gekomen op een moment, dat hij juist nauw keurig zijn verhouding tot zijn nieuwe vrienden overdacht en zich afvroeg, ot het trots zijn inillioenen, ook te arrogant zou worden gevonden, indien hij Valencia Mer town zijn liefde bekende. Zou men hem niet ijlhoofdig verklaren, indien hij deed, alsof hij sociaai huns gelijke was? Zelts nadat Ballvsecdy hem had uiteengezet, hoe de vork in den steel zat. zelfs nadat hij op zijn beurt zijn vriend Isaac Newton do plaats van don millonair in de moderne omganes- wereld had aangewezen, bleef èr in zijn binnenste nog twijfel bestaan: zoodat. (oen hij zich met Valencia aan d glooiing van La Turbie had bevonden, zijn hart zich sneller nad bewogen, dan het m jaren had gedaan, als was hij oogenschijnlijk heel 'kalm gew.eest, toen die eigenaardige vraag over zijn lippen was gevloeid: „Hebt u wel ooit iemand liefgehad?." Die vraag had hij haar gedaan, cn het kwam hem voor. dat hij met die vraag ook de uiterste grens had bereikt, waartoe een man in conversatie met een dame mag gaan Hij was cr dan ook geheel op voorbereid geweest, indien Valencia op ijskouden toon de conversatie had afgebrpken, zij, wier fa milie tot de beste \an Engeland behoorde, en rijk genoeg oni zich geheel vrij to gevoe len van eenige consideratie tegenover de millioencn van iemand, wiens vader thee had verkocht bij het pond, soms zelfs bij het ons. Toch had zij hem niet uit de hoogte be handeld. Integendeel, zij had met hem ge sproken, zooals hij zich niet voorstellen kon, dat zij zich ooit tegenover iemand anders zou hebben uitgelaten. Met een plotselinge uitbarsting van uitge laten vreugde sprong hij op. „Gewonnen gewonnen! juichte het in hem, cn zijn oogen wendden zich weer landwaarts. Hoe gevoelde hij, reden te hebben tot juichen.. De zoon van den eenvoudigen thee handelaar uit dat ellendige provinciestadje van klerken, die op hem neerzagen, had een positie bereikt, waarop overmoed zoo niet vergeeflijk, dan toch begrijpelijk schiint. •Tuist op hetzelfde oogenblik. dat zulk een gevoel van buitensporige vreugde zich van hem meester maakte, trad dc oude heer Mer toun, na Sutton Cleveland, die op villa Va lencia was blijven dincercn, tc hebben uit geleid. op zijn dochter toe, juist terwijl ze op het punt stond, hel vertrek binnen te tre den. dat gewoonlijk de bibliotheek werd ge noemd. omdat daar de invitaties werden geschreven of beantwoord en meneer Mer- toun er m een hoekkastje zijn sigaren be waarde. Valencia had eenige kaarten in de hand cn scheen haast te hebben. Met dc cene hand opende hij haar de deur. legde de andere oni haar middel en trad met haar de kamer binnen. „Mij dunkt, ik neem nog even een sigaar, vóór ik ga slapen.' zei hij. „Mijn laatste héb ik laten uitgaan, vóór zc half was opge rookt." „Sutton heeft zeker met u over de honden voor de volgende jacht gesproken? Ik ben het met hem eens, aan een half dozijn kop pels nieuwe honden hebben we genoeg." „Welnecn, over de honden heeft hij met geen enkel woord gerept," antwoordde haar \adci achter de deur van de kast, waarin hij zijn sigaren bewaarde. „Zoo! Valencia zelf had aan de schrijftafel plaats genomen en krabbelde haastig eenige verontschuldigingen en acceptaties. Neu riënd bestudeerde Mertoun de advertenties in The Sportsman. „Bc.n je haast, klaar, mijn kind?" vroeg hij na een pauze van eenige minuten. „Nog een, antwoordde ze. „Gaat u slapen?" i „Nog niet; ik zou nog graag een onkel woordje met je willen spreken." „Een woordje spreken? Ernstig?" „Tim dat is zooals je 't opvat." Haastig schreef ze haar laatste kaartje, stak het in een enveloppe en legde deze op de andere. Toen sprong ze op en zei: „Nu ben ik bereid, het ergste te hooren. Is het weer over Adolf"" Adolf was de naam van ccn huisknecht, die met altijd even eer- luk was. „Valencia, kind, Sutton heeft met mij ge sproken.' zei Mertoun. nadat zij hem haar handen op zijn schouders had gelegd. „Aha! zei zc, en onwillekeurig trok ze haar handen terug. Toe.i nam hij ze in de zijne en zei, haar enistig aankijkend: .Je weet wat hij te vertellen had. Je weet ook, hoe ik er over denk." „U meent, dat ik er in toestemmen moet, hem te trouwen. Jawel, da ls mij bekend." „Ik bedoel niet. dat je op staanden voet een besluit moet nemen. Alleen zou ik je dit cénc op het hart willen drukken: het zou voor mij het gelukkigste oogenblik zijn, dat ik sedert je geboorte gekend heb. indien ie er in toestemmen mocht, Sutton Clcvc- lands vrouw te worden. Ik meende ook, dat je hem den afgclooücn herfst cenige hoop iiad gegeven." „Mogelijk wel. Ik geloof ook wel, dat, ik hem tamelijk goed mag, maar „0, daar is altijd een maar. Die maren ver tegenwoordigen, wat er bij alle mannen te kort komt aan het'ideaal van alle •vrouwen. Ik vrees, dat er eeuwig een maar zal blijven, zoolang de mannen blijven wie zij zijn. cn dc vrouwen dito, dito. 0. ik weet wel, een jaar of wat geleden was er een schandaaltje. Maar jij bent toch niet zoo kleingeestig, dat „Als ik van iemand hield ais ik zeker wist. dat ik van hem hield heelcmaal zeker o, natuurlijk, dan zou ik mij daar niets van aan trekken." „En dan zon je gelijk hebben: een meisje trouwt iémand, zooals hij is. en niet, zooals hij geweest is. Mijn toestemming zou je ook nooit krijgen, wanneer jc een schavuit zou willen trouwen. Valencia. Verder wil ik cr niets van zeggen, mijn kind. Dwingen wensch ik je in geen enkel opzicht Je hebt genoeg van de wereld gezien, om te weten, dat de gelukkigste huwelijken worden ge sloten tusschcn menschen, die maatschap pelijk geliik staan. Er wordt wel eens be weerd. dat rijkdom aan den eenen kant öf van den man öf van dc vrouw het ver schil in stand nivelleert; maar daarin ver gist men zich. Ik heb menigeen voor zijn I heéle leven ongelukkig zien worden, door een vrouw tc trouwen uit een lage ren stand, al was ze schatrijk. En ook heb ik vrouwen gekend, die ongelukkig werden door een hu welijk met iemand, die zeer gefortuneerd en oogenschijnlijk een alleraardigst menseh was, maar niet uit dezelfde kringen voort kwam. God weet, dat ik er waarlijk niet naar verlang, ic getrouwd fe zien! Wat zou ons huis zijri z.onder jou,, Valencia! Wat zou mijil-levr-n zijn. zonder jou!" „Eli ik vedljing er ook heusch r.ict naar, papa!" „Maar ik zie in, dat de eenige manier, waarop de ramp tot een minimum kan wor den beperkL hierin ligt, dat jij trouwt met Sutton Cleveland. .WijzoudoD dan samen, één huisgezin kunnen vormen. Ik weet niet. wat ik zou moeten beginnen, als^j'e met ccn vreemdeling trouwde, met een buitenlander, of wel met iemand.'die in een geheel andér gedeelte van het land woonde, b.v. in Ier land." Valencia, lachte. „Pats.v Bailysecdv bii voorbeeld," zei ze. „O. neen. voor Patsy behoeft u niet bang te zijn, papa." „Ik was ook niet -bang voor hem, maar nu weet, ik het nog niet. Ik heb wel meisjes1 gekepd, die met iemand trouwden, van wien zc stellig overtuigd waren, dat zc hem nooit zouden nemen. Weet je, wat Nelson dikwijls van de zee zei0 Hij zóu het best van de vrouwen gezegd kunnen hebben. Bij ccn vrouw is niets te onwaarschijnlijk. Nu'heb ik-mijn laatste woord gesproken. Ik heb al leen je eigen geluk op het oog. mijn kind, je eigen geluk, en ook mijn eigen, door ie zoo dicht mogelijk.bij mij te houden. Slaap wel, mijn engel." Zwijgend kuste ze hem. Wordt vervolgd.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1923 | | pagina 5