TWEEDE BLAD.
BINNENLAND.
FEUILLETON.
DE MILLIONAIRS
22e Jaargang AMERSFOORTSCH DAGBLAD „DE EEMLANDER" Zaterdag IS Deo. 1923
Ongelooflijk, maar waar.
Heb dit keer geduld met my, waarde
lezer, cii leg: deze regelen niet onmiddellijk
ter zijde by het vernemen der mocilyk te
aanvaarden uitspraak „de menseh wordt
als artiest geboren". Niet de menseh van
heden is bedoeld, die opleeft in het dage
lijks lezen van het uitgebreid morgen- cn
avondblad, met afdcelinge*- voor sport cn
jeugd, maar hij, die stil buiten toefde en
toeft, één is met deze ongeschonden om
geving cn alleenlijk leest in de natuur. Het
onderscheid dezer beide menschengroepen
is groot. Want waarheid boven alles, bij
veel goeds van onzen tijd, zyn de maat
schappelijke toestanden niet gunstig. Wij
hebben ons er aan gewend, wy gevoelen ons
er in tehuis, maar veel laat te wenschen
over. Het is nu eenmaal geen tijdperk voor
opgaande kuituur. Het opgehoopte weten
moge toenemen, de ware beschaving ech
ter, die zich in cene zekere distinctie van
gevoelen en handelen uit, ontbreekt dik
wijls.
Wilt ge bewyzen voor mijne opvatting?
Bezoek dan eenige landlieden en bezie
enkele hunner eenvoudige prestaties, welke
ontstonden onder de indrukken oer groot-
sche natuur, welke in alle streken der
wereld onbewust den menseh tot bewonde
ring opwekt en tot eenvoud noopt. Van
velen onder hen valt te leeren. Pakt door
intimiteit menig klein schuurtje, menige
armoedige schaapskooi die ecne harmonie
van verhoudingen toont, die helaas in ge
bouwen van beschaafde hand ontworpen,
dikwijls wordt gemist. Wel zrjn deze schep
pingen tegenwoordig schaarsch, maar zo
bestaan, en dit valt niet te loochenen.
Waren de tyden minder uitcrlyk, koel en
nuchter zoude- ongetwijfeld deze aantrek
kelijke werken geene uitzondering maar
regel zyn. Wy gaan op prfd, oververraoeie-
nls wacht u niet; wy blijven in buurt.
Een uurtje voorbij Birkhoven, aan den
straatweg naar Soest, staven een drietal
oude gebouwtjes de juistheid mijner ziens
wirjze. Een half uur achter Schcrpenzecl.
aan de rechterzijde van den weg naar Rons
woude valt by de boerenhoeve, gemerkt
„Selder", eene schaapskooi zeer.op, waar
van onlangs het strooien dak is opgelapt.
Door dc bank veroorzaken zulke vernieu
wingen wanklanken; hier echter niet; de
eenvoudige landman herstelde het strooien
dak in harmonie met het geheel. Wel een
bewys, dat de artistieke aanleg in iedereen
wortelt, die niet door overcultuur is bevan
gen.
Terugkeerende naar het welvarende
Scherpenzeel wordt niet verzuimd de goed
verzorgde Hervormde Kerk te bezien, waar
in nevens cenc deftige zeventiend' eeuw-
sche preekstoel (omstreeks 1650) de glans
rijk mooie koperen lessenaar uit dat tijd
perk zeer de aandacht trekt.
Aan den Straatweg, van Hoevelaken
naar ter Schuurc valt veel op te merken,
dat het kunstgevoel bevredigt. By do boer
derij „Hoogehof" wordt halt gemaakt. Op
dit hof trekt zeer aan eene groote eerder
vervallen Schaapskooi uit planken saaiu-
gcsteld. Neemt men een kijkje in het in
terieur. tooncn de in dc wanden gegrifde
jaartallen van 1861, 1862 cn 1881 aan.
hoe de schaapherders hunnen ledigen tijd
trachtten te dooden. De hoeve verlatend
en nogmaals den blik werpend op het ge
bouwtje, verrijkt dit ons gevoel voor liet
mooie.
Een half uur verder in dc richting naar
het gehucht ter Schuurc, echter aan den
linker kant van den weg, wachtte mjj bij
het steenen arbeidérshuis. gemerkt P. K.
Petroria, eene niet te vergeten ontmoeting.
Dit buisje, door metselaars cn dorpstim-
merliwden opgetrokken, laat ons koud; het
heeft gecnc architectonische beteekenis.
Wel echter trekken levendig aan eene uit
strooi samengestelde bergplaats door den
bewoner tegen het huis opgericht, evenals
cenige kleine houten bergplaatsen op liet
erf.
Dc bejaarde landman kon mijne opmerk
zaamheid, waarmede deze armoedige wer
ken door mij werden bezien, niet. goed vat
ten, cn luchtte zyn hart met de aardige
opmerking: „Ik meende, dat U liever
groote, rijke kasteden zag".
Een ieder, die zich eene reis naar
de Veluwe getroost, vindt o.a. in Vierhou
ten cn Elspeet belooning voor zyne nieuws
gierigheid, daar deze dorpen menig een
voudig, maar artistiek aaudoeud bouw
werk bezitten.
Eenvoudigheid van uitdrukking ïs ten
allen tydc de stempel van het groote en
ware geweest. Dit op te merken en na tc
speuren verruimt den blik.
J. H. SCHORER.
De Staatscourant van 14 Decem
ber bevat o.a. de volgende Kon. besluiten:
op verzoek eervol ontslagen S. P. Tismeer,
ontvanger der directe belastingen en accijnzen
te Middelburg (buitengemeente); P. v. d. Hauw,
eccauntant bij den dienst der directe belastin
gen te Almelo; H. Nieswaag, verificateur der in
voerrechten en accijnzen te Rotterdam;
benoemd tot ontvanger der directe belastingen
cn accijnzen te Terschelling de adjunct-commies
der directe belastingen, invoerrechten en accijn
zen C Westerhof, ter inspectie der directe be
lastingen te Amsterdam;
toegekend de eere-medaillc der Oranjc-
Nassau-orde in zilver aan H A Krul, meester
knecht bij de firma C R. van Santen en Zn., te
's Gravcnhage; in brons aan J. Pioters, kleerma
ker, in dienst bij P. P. Bertram, te Assen.
HET REGEERIN'GSJUBILEUM.
Het nationaal huldeblijk.
Het Uitvoerend Comité voor het Nstionool
Huldeblijk aan H.'M. de Koningin heeft schrif
telijk hulde gebracht aan alle leden der provin
ciale, plaatselijke en sub-comité's voor den ar
beid. welken ze in het belang van het Nationaal
Huldeblijk verricht hebben. Het schrijft: Mede
door aller krachtigen steun was het mogelijk
de pionnen zoo volkomen te doen slogen. We
maken van deze gelegenheid gebruik er u op
te wijzen, dat op voorstel van een deT leden de
vergadering de wenschelükheid uitsprak, onze
organisatie in die plaatsen, waar nog geen
Oranje-vcreeniTing bestaat, aan <?e oprichting
daarvan dienstbaar te maken, althans aan dp
totstandkoming moree'en steun te verleencn.
DE KABINETSCRISIS.
Mr. J. Schokking door do
Koningin ontvangen.
H. M. dc Koningin heeft gisterochtend ten
Pnleize in conferentie ontvangen Mr. J. Schok
king voorzitter van do Christelijk Historische
fractie in de Tweede Kamer der Staten Gene
raal.
NEDERLAND EN BELGIË.
Dc afrekening der intcrnccrings-
k os ten.
Nnar de Brusselsche correspondent der N
R. Ct. meldt ziet minister Theunis er van af,
Belgische ambtenoren aan te wijzen voor de
verificatie van de afrekening van het door
België aan Nederland verschuldigde, uit hoofde
van de interneering von Belg'sche soldoten in
Nederland. De juistheid vun die aftekening is,
zegt de minister, boven alen twijfel verheven,
en bovendien zou dan de controle-werkzaamhe
den veel kosten, zeker meer dan het herstel van
mogelijke fouten waard is.
DE OORLOGSBEGROOTING.
Voorloopig verslag.
Verschenen is het voorloopig verslag cp het
VHIste hoofdstuk der staatsbegrooting 1924
(Oorlog). Daaraan is het volgende ontleend
Algcmecne beschouwingen.
Verscheidene leden, voorstanders van ont
wapening, verklaarden aan deze begrooting hun
stem niet te xunnen geven, omdat in de be
grooting niets valt te bespeuren det op ecnig
pogen in de richting van algeheele ontwape-
ning van leger en vloot wijst.
Vele andere leden meenden dat juist in de
zen tijd allerminst aan ontwapening kan worden
gedacht. Vcrscheidenen van hen, die een krach
tige weermacht voor Nederland noodig achten,
wilden daarmee niet zeggen, dat zij verheugd
waren over deze •begroeting. Zij kwamen tot da
conclusie dat nu dc door de regeering voorge
stane organisatie is doorgevoerd, blijktIe dat
het leger tc groot is om ooit behoorlijk te wor
den uitgerust; 2e. dat de oefening van den
verlofsofficier zeer onvoldoende is; 3e. dat het
beroepskader tc veel absorbeert van dc be
schikbare karige fondsen om oefening en uit
rusting te kunnen verbeteren; 4c. dat het be
roepskader te sterk is om in vredestijd een vol
doenden werkkring tc hebben, zelfs bij het te
groote leger; 5c. dat de afvloeiingsmethode
geen afdoende vermindering van beroepskader
heeft gebracht; 6e. dat het beroepskader gede
moraliseerd wordt door het ontbreken van voor
uitzichten en van voldoenden inspannenden ar
beid; 7c. dat het leger op het oogenblik dus
onvoldoende is geoefend en onvoldoende uit
gerust; 8e. dat de minister er niet in is ge
slaagd eenig perspectief te openen voor de vor
ming van een leger, dat inderdaad waarde
als oorlogsinstrument zal hebben, of eenig uit
zicht ta openen op een verbetering binnen af-
zienbaren tijd.
Andere leden meenden dat men in de beper
king van het beroepskader al veel te ver is
gegaan. Van verschil'endc zijden' betreurde men
ernstig dat de begrootirtg T924 slechts ƒ7154
minder is dan die van het vorig jaar, en dat
de maatregelen zijn uitgebleven voor inrichting
der legerhuishouding op eenvoudiger voet.
Door concentrotré van de dienstplichtigen e.d.
zou veel bezuinigd kunnen worden; ook door in
deeling van elke dienstplichtige naar den aard
zijner bijzondere geschiktheid bij verschillen
de dienstvakken. Andere ieden gaven to ..ennen
dat op het gebied van organisatie cn bezuini
ging veel goeds is tot stand gebracht.
Contingent.
Sommige leden wenschten vermindering van
het contingent met 15,000 man. Op afschaf
fing der herhalingsoefeningen werd aangedron
gen. Andere leden echter wilden den duur daar
van van 14 dagen tot 4 weken uitbreiden. Op
afschaffing der covalerie werd door sommige
leden aongedrongen; zij wenschten vervanging
door wielrijders- Gevraagd werd tot welk resul
taat de overweging von verschillende wen
schen, in dc Kamer tijdens de behandeling van
de Militaire Pensioenwetten geuit, heeft geleid-
Sommige leden drongen aan op een wetsont
werp tot het vcrléenen von amnestie aan hen.
die tijdens de mobilisatie geen gevolg gaven
aan dc oproeping om van groot verlof terug te
keuren
Aangedrongen werd op het spoedig tot stond
brengen von een rege'ing von de rechtspositie
der onderoff'cieren. Met klem werd door ver
schillende leden geprotesteerd tegen het voor
genomen ontslag van een groot aantal burge
werklieden.
Aangedrongen werd op afschaffing, althans
belangrijke wijziging van de Kringcnwet. Nog
maals werd op opheffing van de inspectie von
het mil'tair onderwijs aangedrongen, en even
eens op opheffing van den. plaetselijken staf.
Gevraagd- werd welke "S ministers voornemens
zijn ten aanzien van de herhalingsoefeningen in
1924.
Geneeskundige Dienst.
Verschillende leden hsr'den ernstige bezwaren
tegen het hooge eindcijfer van 2.000.000 van
deze ofdeejing. Men verzocht medcdeeling van
meer ingrijpende bezuin'gingsplannen. Andere
leden waarschuwden tegen te vergaande bezui
niging op den geneeskundigen dienst. Zij vrees
den dat ons leger, als er thans zou worden ge
mobiliseerd, gebrek zou hebben aan doctoren,
verplcegplnatsen en verplegend personeel.
Op belangrijke inkrimping van het hospitaal-
personeel weid aangedrongen.
Inrichtingen van Onderwijs.
Men sprak er zijn ernstig leedwezen over uit
dat geen ingrijpende bezuinigingen in het mi
litair onderwijs zijn aangebracht De kosten zijn
zelfs gestegen. Aangedrongen werd op onver
wijlde opheffing der cadettenschool.
Verschillende leden verklaarden het nut von
het voortbestaan v8n de nuTtoire gymnastiek-
en sportschool nog steeds niet te kunnen in
zien. Het onderwijs heeft voor het leger in zijn
geheel slechts een zeer geringe proctische be
teekenis. Men VToeg instelling van een eenvou
diger cursus in de ploats der school, onder
leid ng van een officier cn een onderofficier,
cn die zes maanden zou duren.
luchtvaartafdeeling.
De uitgaven van het personeel van den vlieg-
dienst zullen voor 1924 minstens 60.000
hooger zijn don voor 1925, terwijl voor de
gebouwen 450.000 meer wordt geraamd.
Men kwam tegen deze opdrijving van uitgaven
ernstig in verzet. Andere leden oordeelden uit
breiding van dit wapen in 't Lands belang
noodzakelijk.
Nonactivitcits-joarwcdden.
Aangedrongen werd op het schenken van
meer aandacht aan het lot van de z.g. mobili
satie-slachtoffers 30.000 voor htm onder
steuning is veel te weinig.
Marechaussee.
Het aantal onderofficieren is toegenomen. De
toestand is nu zoo, dat door elkaar elke onder
officier nog geen volle twee manschappen on
der zich heeft. Deze verhouding achtte men zeer
onjuisL
EEN INTERVIEW MET DR. VAN AALST.
Dc positie van den gulden.
De president van de Nederlandsche Hondcl-
Maatschappij, dr. C J. K. van Aalst, heeft aan
een van* de medewerkers van het Hbld. een on
derhoud toegestaan omtrent verschillende actu-
eele economische en finanrieele vraagstukken.
Wat de positie van onzen gulden betreft
aldus dc heer Van Aalst ben ik van meening,
dat voor zoover men hierbij de onderlinge ver
houding tusschcn den gulden en den dollar als
de voornoamste quaestie beschouwt, de toe
komst van onze valuta hoofdzakelijk onder den
invloed zal staan van twee factoren. De eerste
van deze factoren is de financieclc politiek van
de Nederlandsche Regeering en van d-? open
bare'lichamen. De beteekenis van het inflatie-
vraagstuk voor de positie von onzen gulden
blijkt duidelijk uit het feit, dat reeds de vrees
voor een inflatie voldoende was om den gulden
te doen dolen. Ik ben van meening, dat het
thans hoog tijd is, dat men eindelijk een aan
vang maakt met het nemen van ernstige maat-
ïegelen tot voorkoming van een papier-inflatie,
door het sluitend maken van de Staatsbegroo
ting. De noodige maatregelen werden reeds
vaak besproken cn vastgesteld en het is geheel
duidelijk, dat de finonpeelc hervormingen in de
eerste plaats op ingrijpende bezuinigingen geba
seerd dienen te worden. Zal men hierdoor geen
siuitendc begrooting kunnen verzekeren, dan
zullen natuurlijk ook nieuwe be'astingen en ver
hooging van bestaande ni t achterwege kunnen
blijven.
Ik heb reeds aangeduid, dat het inflatie-vraag
stuk niet de eenige factor is, waarvan de toe
komstige verhouding tusschen d'cn gulden cn
den dollar zal afhangen. Het is ongelukkig voor
ons land, dot zich hierbij tevens een tweede be
langrijke factor dóet gelden, te weten de oozui-
ging ven h t Europeesche kapitaal dnor Ame
rika, welke t°n deele met het Amerikannsche
u'tvoer-overschot, doch grootcndecls met de
enorme en stee*'s toenemende Amerikannsche
vorderingen op Europa verbond houdt. Men
dient in het oog te houden, dat Amerika niet
alleen op de geallieerden .reusachtige vorderin-
gen bez't, doch dat tevens v-rschillende andere
'anden, de vroegere „neutralen", gedurende de
laatste jaren groote bedragen in Amerika heb
ben geleend. Dit lévert het gevaar op, dat de
Eurcpeesche betalingsbalans tegenover Amerika
zich in een ongunstige richting zal blijven ont
wikkelen, zelfs in-'ien d- continentale geallieer
den het voorbeeld van Groot-Brittannië ten op
zichte van dc terugbetoling van de oorlogs-
schulden voorloopig niet zouden navolgen. Het
ligt voor de h«nd, dat d-? rente-betaling en de
aflossing van de schulden aan Amerika o. m
"•epaard zullen foon met een moBjlisecring van
r'e buiten'niv'sche sal^i van de betreffende lan
den, d'^ remises aan de Verecnigde Staten moe
ten maken, hetgeen op de positie vnn andc-e
EuropeescSe voluia's een ongunstig effect moet
hebben. Verkoopt, om een voorbeeld te geven,
Denemerken zijn gulden-soldi, om deze in dollars
om te zetten, in verband met zijn schuldöndienst
ean Amerika, dan zal hierdoor natuurlijk ook
de koers van den gulden gedrukt worden. Deze
situatie rr^et tot een verdere ontreddering van
het Euro^eesche geldwezen leiden en ik zie geer
anderen uitweg om zulks te voorkomen dan het
toestaan op een rrr'me schaal van verdere cre
dit' door Amerika aan Eirropn, totdat de nor
male toes+anden ten opri<-ï-*- v-»n productie,
handel en finnnriën hersteld zijn. Tot een dus
danige credietverleenjnp kan Amerika echter
niet overgaan, alvorens de politieke en econo
mische toestanden in Europa en de vooruit
zichten te overzien zijn.
Verder-zeido dc heer Van Aaljt o.m. nog:
„Er deden herhaaldelijk geruchten de ron»
de, dot de Nederlandsche bankweTe'.d in sa
menwerking met anderen voornemens zou zyn
aan Duitschland belangrijke eredieten te ver
strekken en kort geleden werd het bericht ver
spreid, dat de Nederlandsche banken van plan
zouden zijn om aan de financicele hervorming
van Hongerijc belangrijk mede te werken, rk ben
echter van meening, dat de betreffende berich
ten om politieke redenen gelanceerd werden en
ik moet de juistheid daarvan ten zeerste be
twijfelen. Wat overigens de internationale cre-
aiet-actie ten behoeve .van de sanecring van de
Hongaarsche financiën betreft, deze wordt door
politieke factoren gecompliceerd, waarop ik als
zakenman niet nader wensch in te gaan.
Wat de toestanden in Rusland betreft, ben
ik van meening, dat men wel is waar in de
beoordeeling van de resultaten van de nieuwe
economische politiek der Sovjetregeering voor
zichtig moet zijn, doch dat een regeling zij
het eene voorloopige van onze handelsbe
trekkingen met Rusland van groot nut zal
blijken, aangezien bij den tegenwoordigen on-
geregelden toestand de Nederlandsche handel
en in het bijzonder de Nederlandsche scheep
vaart in Rusland in een zeer nadeelige positie
verkeert tegenover de landen, welke met Rus
land handelsverdragen hebben gesloten.
Wat uwe laatste vraag, nameb'jk de conjunc
tuur in Nederland, betreft, moet ik tot mijn
spijt er op wijzen, dat er nog steeds geen al-
meene verbetering in den economischen toe
stand van ons land valt waar te nemen. Het feit,
dat de Duitsche volutaconcurrcnlie dood is, mag*
ongetwijfeld als een gunstiger factor beschouwd
worden deze doet zich echter tot dusver slechts
in enkele takken van nijverheid en in het scheep
vaartbedrijf gelden. Daarentegen neemt de con
currentie met andere landen met lage valuta,
als Frankrijk en België, in den leatsen tijd toe.
Het is van het grootste belang, dat alles
in het werk wordt gesteld om de positie von
onze haven en van' onze scheepvaart te
verbeteren. Een groot middel daartoe is een
herstel, respectievelijk ecne uitbreiding van on
zen rconomischcn invloed op ons achterland,
opdat voorkomen worde dat het verkeer in
zekere buitcnlandsche havens ten koste van dc
Nedejlandsche hovens wordt bevorderd.
Hr. Ms. TROMP.
Een wijziging in het reisplan.
Naar aanleiding van het met pest besmet
verklaren van de Canarische eilanden is wij
ziging gebracht in de oefeningsreis welke be
gin volgend jaar naar die eilanden zou worden
ondernomen door Hr. Ms. „Heemsherd" en
„T romp".
Het wordt nu een oefeningsreis naarde
Middellandsche zee en het reisplan is aldus
veranderd
5 Januari 1924 vertrek van Nieuwe Diep
van Hr Ms. „Heemskerck", 11 12 Januari ont
moeting von dezen bodem in zee met Hr. Ms.
„Tromp", 15 Januari aankomst te Algiers, 21
Januari vertrek van Algiers naar de Ba leuren.
I Februari vertrek naai Napels, 5^Februari
aankomst te Napels, II Februari vertrék ve
der naar dc Balearen via Palma, 14,13 Februari
aankomst in de Balearen, 25 Februari'vertrek
naar Gibraltar via PoJma, 23 Pcbcaari *<*én-
komst tc Gibraltar, 5 Maart vertVok \van Gi
braltar, 10 Maart terugkeer te Nicuwediep.
UIT DEN RAAD VAN WAMEL.
Een bezuiniging over dc
4 gehecle linie.
De raad von Wamel heeft- beslóten, tegen
het advies van den inspecteur van het lager
onderwijs, het vervolgonderwijs op te heffen
en verder de salori^en der ambtenaren, inbe
grepen die van den burgemeester en den secre
taris, met 20 pCL te verlagen en dat van den
gemeente-opzichter van 450 op 250 to
brengen.
OUD-MINISTER VAN USSELSTEIJN.
Voor ccnigc maanden naar
Zuid-Afrika.
Dc Oud-Minister van IJsselsteijn van Land
bouw, de heer Van IJsselsteijn, vertrekt heden
met een der booten van de „Union Castle" uit
Engeland voor eenige maanden naar Zuid-
Afrika, naar men mededeelde in verband met
particuliere aangelegenheden.
DE HEER Ii DE WILDE 70 JAAR.
Een huldiging."
Eenige heeren, met wie dc heer H. de Wilde
als wethouder van den Hoog, lid van* Gedep.
Staten van Zuid-Holland of in maatschappelijk
.Ir
Deugd is dc eenige edcL
FRANKLIN.
doos
F. FRANKFURT MOORE.
Uit het Engelsch
door
F. J. VAN DER MOLEN.
S3
Hel was niet, meer dan natuurlijk, dat hij
haar geloofde, wanneer men bedacht, hoe
do lapjeskooplieden en do winkeliers in pot-
ttcn en pannen on ijzerwaren hem den toe
gang tot hun familiekring hadden afge
sloten. Miss Cardew's waarschuwing was
gekomen op een moment, dat hij juist nauw
keurig zijn verhouding tot zijn nieuwe
vrienden overdacht en zich afvroeg, ot het
trots zijn inillioenen, ook te arrogant zou
worden gevonden, indien hij Valencia Mer
town zijn liefde bekende. Zou men hem niet
ijlhoofdig verklaren, indien hij deed, alsof
hij sociaai huns gelijke was? Zelts nadat
Ballvsecdy hem had uiteengezet, hoe de
vork in den steel zat. zelfs nadat hij op
zijn beurt zijn vriend Isaac Newton do plaats
van don millonair in de moderne omganes-
wereld had aangewezen, bleef èr in zijn
binnenste nog twijfel bestaan: zoodat. (oen
hij zich met Valencia aan d glooiing van
La Turbie had bevonden, zijn hart zich
sneller nad bewogen, dan het m jaren had
gedaan, als was hij oogenschijnlijk heel
'kalm gew.eest, toen die eigenaardige vraag
over zijn lippen was gevloeid:
„Hebt u wel ooit iemand liefgehad?."
Die vraag had hij haar gedaan, cn het
kwam hem voor. dat hij met die vraag ook
de uiterste grens had bereikt, waartoe een
man in conversatie met een dame mag gaan
Hij was cr dan ook geheel op voorbereid
geweest, indien Valencia op ijskouden toon
de conversatie had afgebrpken, zij, wier fa
milie tot de beste \an Engeland behoorde,
en rijk genoeg oni zich geheel vrij to gevoe
len van eenige consideratie tegenover de
millioencn van iemand, wiens vader thee
had verkocht bij het pond, soms zelfs bij het
ons.
Toch had zij hem niet uit de hoogte be
handeld. Integendeel, zij had met hem ge
sproken, zooals hij zich niet voorstellen kon,
dat zij zich ooit tegenover iemand anders
zou hebben uitgelaten.
Met een plotselinge uitbarsting van uitge
laten vreugde sprong hij op.
„Gewonnen gewonnen! juichte het in
hem, cn zijn oogen wendden zich weer
landwaarts.
Hoe gevoelde hij, reden te hebben tot
juichen.. De zoon van den eenvoudigen thee
handelaar uit dat ellendige provinciestadje
van klerken, die op hem neerzagen, had een
positie bereikt, waarop overmoed zoo niet
vergeeflijk, dan toch begrijpelijk schiint.
•Tuist op hetzelfde oogenblik. dat zulk een
gevoel van buitensporige vreugde zich van
hem meester maakte, trad dc oude heer Mer
toun, na Sutton Cleveland, die op villa Va
lencia was blijven dincercn, tc hebben uit
geleid. op zijn dochter toe, juist terwijl ze
op het punt stond, hel vertrek binnen te tre
den. dat gewoonlijk de bibliotheek werd ge
noemd. omdat daar de invitaties werden
geschreven of beantwoord en meneer Mer-
toun er m een hoekkastje zijn sigaren be
waarde. Valencia had eenige kaarten in de
hand cn scheen haast te hebben.
Met dc cene hand opende hij haar de
deur. legde de andere oni haar middel en
trad met haar de kamer binnen.
„Mij dunkt, ik neem nog even een sigaar,
vóór ik ga slapen.' zei hij. „Mijn laatste héb
ik laten uitgaan, vóór zc half was opge
rookt."
„Sutton heeft zeker met u over de honden
voor de volgende jacht gesproken? Ik ben
het met hem eens, aan een half dozijn kop
pels nieuwe honden hebben we genoeg."
„Welnecn, over de honden heeft hij met
geen enkel woord gerept," antwoordde haar
\adci achter de deur van de kast, waarin
hij zijn sigaren bewaarde.
„Zoo!
Valencia zelf had aan de schrijftafel
plaats genomen en krabbelde haastig eenige
verontschuldigingen en acceptaties. Neu
riënd bestudeerde Mertoun de advertenties
in The Sportsman.
„Bc.n je haast, klaar, mijn kind?" vroeg hij
na een pauze van eenige minuten.
„Nog een, antwoordde ze. „Gaat u
slapen?" i
„Nog niet; ik zou nog graag een onkel
woordje met je willen spreken."
„Een woordje spreken? Ernstig?"
„Tim dat is zooals je 't opvat."
Haastig schreef ze haar laatste kaartje,
stak het in een enveloppe en legde deze op
de andere. Toen sprong ze op en zei:
„Nu ben ik bereid, het ergste te hooren.
Is het weer over Adolf"" Adolf was de naam
van ccn huisknecht, die met altijd even eer-
luk was.
„Valencia, kind, Sutton heeft met mij ge
sproken.' zei Mertoun. nadat zij hem haar
handen op zijn schouders had gelegd.
„Aha! zei zc, en onwillekeurig trok ze
haar handen terug. Toe.i nam hij ze in de
zijne en zei, haar enistig aankijkend:
.Je weet wat hij te vertellen had. Je weet
ook, hoe ik er over denk."
„U meent, dat ik er in toestemmen moet,
hem te trouwen. Jawel, da ls mij bekend."
„Ik bedoel niet. dat je op staanden voet
een besluit moet nemen. Alleen zou ik je
dit cénc op het hart willen drukken: het
zou voor mij het gelukkigste oogenblik zijn,
dat ik sedert je geboorte gekend heb. indien
ie er in toestemmen mocht, Sutton Clcvc-
lands vrouw te worden. Ik meende ook, dat
je hem den afgclooücn herfst cenige hoop
iiad gegeven."
„Mogelijk wel. Ik geloof ook wel, dat, ik
hem tamelijk goed mag, maar
„0, daar is altijd een maar. Die maren ver
tegenwoordigen, wat er bij alle mannen te
kort komt aan het'ideaal van alle •vrouwen.
Ik vrees, dat er eeuwig een maar zal blijven,
zoolang de mannen blijven wie zij zijn. cn dc
vrouwen dito, dito. 0. ik weet wel, een jaar
of wat geleden was er een schandaaltje.
Maar jij bent toch niet zoo kleingeestig,
dat
„Als ik van iemand hield ais ik zeker
wist. dat ik van hem hield heelcmaal
zeker o, natuurlijk, dan zou ik mij daar
niets van aan trekken."
„En dan zon je gelijk hebben: een meisje
trouwt iémand, zooals hij is. en niet, zooals
hij geweest is. Mijn toestemming zou je ook
nooit krijgen, wanneer jc een schavuit zou
willen trouwen. Valencia. Verder wil ik cr
niets van zeggen, mijn kind. Dwingen
wensch ik je in geen enkel opzicht Je hebt
genoeg van de wereld gezien, om te weten,
dat de gelukkigste huwelijken worden ge
sloten tusschcn menschen, die maatschap
pelijk geliik staan. Er wordt wel eens be
weerd. dat rijkdom aan den eenen kant
öf van den man öf van dc vrouw het ver
schil in stand nivelleert; maar daarin ver
gist men zich. Ik heb menigeen voor zijn
I heéle leven ongelukkig zien worden, door
een vrouw tc trouwen uit een lage ren stand,
al was ze schatrijk. En ook heb ik vrouwen
gekend, die ongelukkig werden door een hu
welijk met iemand, die zeer gefortuneerd
en oogenschijnlijk een alleraardigst menseh
was, maar niet uit dezelfde kringen voort
kwam. God weet, dat ik er waarlijk niet
naar verlang, ic getrouwd fe zien! Wat zou
ons huis zijri z.onder jou,, Valencia! Wat zou
mijil-levr-n zijn. zonder jou!"
„Eli ik vedljing er ook heusch r.ict naar,
papa!"
„Maar ik zie in, dat de eenige manier,
waarop de ramp tot een minimum kan wor
den beperkL hierin ligt, dat jij trouwt met
Sutton Cleveland. .WijzoudoD dan samen,
één huisgezin kunnen vormen. Ik weet niet.
wat ik zou moeten beginnen, als^j'e met ccn
vreemdeling trouwde, met een buitenlander,
of wel met iemand.'die in een geheel andér
gedeelte van het land woonde, b.v. in Ier
land."
Valencia, lachte.
„Pats.v Bailysecdv bii voorbeeld," zei ze.
„O. neen. voor Patsy behoeft u niet bang
te zijn, papa."
„Ik was ook niet -bang voor hem, maar
nu weet, ik het nog niet. Ik heb wel meisjes1
gekepd, die met iemand trouwden, van wien
zc stellig overtuigd waren, dat zc hem nooit
zouden nemen. Weet je, wat Nelson dikwijls
van de zee zei0 Hij zóu het best van de
vrouwen gezegd kunnen hebben. Bij ccn
vrouw is niets te onwaarschijnlijk. Nu'heb
ik-mijn laatste woord gesproken. Ik heb al
leen je eigen geluk op het oog. mijn kind,
je eigen geluk, en ook mijn eigen, door ie
zoo dicht mogelijk.bij mij te houden. Slaap
wel, mijn engel."
Zwijgend kuste ze hem.
Wordt vervolgd.