AMERSFOORTSCH DAGBLAD „de eemlander"
TWEEDE BLAD.
Tits
FEUILLETON.
DE SVJILLIO^^S^S
BINNENLAND.
No. 150
22a Jaargang
Maandag 24 Dec. 1923
Aan de Staatscourant van Vrijdag ontleenen
wij nog de volgende Kon. besluiten
aan L. van der Straaten en E. Tuinslra, bei
den brigade-majoor der Rijksveldwacht. respec
tievelijk te Rotterdam eri te Amsterdam, ver
lof verleend tot het aannemen der Wasa-me-
daille van Zweden, in zilver
aan mr. W. L. A. Collord, administrateur bij
tvet Departement van Justitie, verlof verleend
*ot het aannemen der onderscheiding van com
mandeur 2de klasse in do Orde von St. Olaf
van Noorwegen
aan mr. P. J. van Wijngaarden, notaris te
Rotterdam, verlof verleend tot het aannemen
der onderscheiding van commandeur der Orde
van de Kroon van Italië
toegekend de aan de Orde van Oranje-Nas-
seu verbonden eeremedaille, in brons, aan P.
D. Steyn, nachtwaker bij de Maatschappij
CulemboTgsche Glasfabriek, te Culemborg en
aan M. de Braaf en E. de Boef, boekdrukkers b'j
de firma W. A. Spoor Jr., te Culemborg.
opnieuw benoei^d tot burgemeester der ge-
mèente Zaltbommel J. F. B. van Hasselttot
burgemeester der gemeente IJsselmonde P. F.
van Slijpetot burgemeester der gemeente
Zegwaard F. S. G. Bos tot burgemeester der
gemeente Hoogwoud J. Breebaart Dz., secreta
ris dier gemeentetot burgemeester der ge
meente Graft en de Rijp P. A. Romijntot bur
gemeester der gemeenten Opmeer en Span
broek A. Commandeurtot burgemeester der
gemeente Kortgene J. Snellen tot burgemees
ter der gemeente Grevenbicht M. J. A. B. M. Ko
tentot burgemeester der gemeente Bac-xem J.
A. van den Schoor, secretaris dier gemeente
tot burgemeester der gemeente Mheer E. J. H.
Wolfs.
GESCHENK VAN DE NEDERLANDSCH-
HONGAARSCHE VEREENIGING
VOOR DE KONINGIN.
Vrijdag te dc-n Haag aangeboden.
Vrijdagmiddag om half vijf heeft ten Konink
lijke Paleize in Den Haag de aanbieding plaats
gehad aan de Koningin van het voor Haar be
stemde geschenk jan de Nederlandsch-Hongaar-
sche Vereeniging te Boedapest, ter gelegenheid
van Haar regeeringsjubileum Het is een, reeds
in de beeldenzaal van het Paleis in het Noord
einde geplaatst, gebrandschilderd raam, waarop,
bovenaan de beeltenis van de Koningin voor
komt, die haar handen beschermend uitstrekt
over een groep Hongaarschc kinderen. Verder
geeft hot raam twee voorstellingen van geschied
kundige feiten. In de eerste plaats de bevrijding,
in 1676, van Hongaarschc predikanten van de
galeien, die Michiel Adriaansz. de Ruytcr, op
last der Staten-Generaal, kort voor zijn dood
heeft volbracht. Voorts een aanschouwelijk
beeld van de bemiddeling van Nederland, in het
jaar 1704, tusschen den keizer-koning Leopold
V en later zijn zoon, keizer-koning Jozef, en" dé
voor hun vrijheid onder vorst Rakoczy strijdende
Hongaren, bij welke gelegenheid de gezant van
Holland, Hamel Bruijnings en graaf van Rechtc-
ren Almelo naar Hongarije kwamen om door
persoonlijke tusschenkomst aan het door
eeuwenlange Tirrksche oorlogen zeer geteister
de land den vrede te verzekeren.
De aanbieding geschiedde bij monde van prof.
AntaL vice-voorzitter van de Nederlandsch-
Hongaarsche Vereeniging te Boedapest, die te
Utrecht woont, in tegenwoordigheid van den
lieer Wendelaar, lid dier vereeniging, en me
vrouw Wendelaar, den protestantschen Hon-
gaarschen geestelijke Kallay, den schilder Oscar
Mend lik, den zaukgelastigde van Hongarije, den
heer Ambro de Adamocz, en verschillende hoog-
waardigheidsbeklecders ten Hove.
Op de toespraak van prof. Antal antwoordde
de Koningin met eenige vriendelijke woorden
van dank en waardeering.
Hierna is het gezelschap thee aangeboden.
HET MARINE-COMMANDO IN ZEELAND.
Bij Kon. Bcsl. is bepaald, dut met 1 Januari
a.s. de schout bij nacht J. H. O. vi m Bosch
eervol ontheven is van de betrekking van com
mandant der Marine te Middelburg.
Met dien datum wordt de kapitein ter zee
J. Tissot van Putot belast met de betrekking van
oudst-aanwezend zeeofficier te Vlissingen.
SUPPLETOIRO ONDERWIJSBEGROOTING
1922.
Ruim 6 milliocn meer.
Ingediend is een wetsontwerp tot verhooging
en wijziging der onderivijsbegrooting voor 1922
De meerdere uitgaaf van 6.054.658 is bijna
uitsluitend het gevolg van de uitvoering der
Lager Onderwijswet en de sinds 1 Juli 1922
ingevoerde nieuwe Pensioenwet.
Aan vergoedingen voor bijzondere lagere
scholen is 4.590.000 meer noodig don bij
de samenstelling der begjooting kon worden
voorzien, terwijl de nieuwe Pensioenwet, die
reeds van kracht is geweest over het 2de half
jaar van dienst 1922, 5.478.800 meer vor
dert, te zomen alzoo 7 868.800.
Wat de verminderingen betreft, wordt op
gemerkt, dot in het algemeen als gevolg van
sterk doorgevoerde bezuiniging niet alleen de
overige verhoogingen, in totaal T.147.628,
worden gecompenseerd, doch bovendien op dc
boven genoemde wettelijke uitgaven van
7.868.800, 1.825.162 in mindering kaA
worden gebracht.
WACHTGELDREGELING VOOR
AMBTENAREN.
Een wijziging t. a. v. dc gehuwde
ambtenares.
Naar wij vernemen bestaat bij de Regeering
het voornemen, de wachtgeldregeling voor amb
tenaren aldus te wijzigen, dat ambtenaressen, dia|
'gedurende de periode van voorbereiding van de
•ontslag-regeling in het huwelijk treden, be
schouwd zullen worden alsof zij na het inwer
king treden van het besluit tot ontslagregeling
gehuwd zijn.
HET WETSVOORSTEL FLESKENS.
Het - voorloopig verslag der
Eerste Kamer.
Aan het Voorloopig Verslag over het wets
voorstel tot wijziging" der wet van 5 Mei 1925
(Staatsblad no. 186) tot tijdelijke beperking
van den invoer van schoenwerk wordt het vol
gende ontleend:
Onderscheidene leden wënschten zich, waar
het hier een verlenging van den geldigheidsduur
van het z.g. Schoenenis otje met slechts zes
maanden gold, dat prina|piee!e beschouwingen
omtrent het al of niclflwvenschelijke van het
treffen vun protcctiemaitrcgelen te onthouden.
Verscheidene leden irheenden, dat het hier
cene op zichzelf staandfit.quacstie betrof, waar
van de oplossing nooit kou kunnen gelden als
antecedent van daarop eón bc-roep te; doen ten
gunste van verdere maartegelen in denzelfdcn
geest
Andere leden, die weinig sympathie voor het
wetsvoorstel koesterden, achtten verlenging
ven den geldigheidsduur ven zeer weinig be
lang. Zij meendc-n de.-vraag te mogen stellen,
waarvoor de Regeering, als die verlenging van
zoo groot belang.0ou zijn, dan niet zelf met dit
voorstel was gekomen. Dat de aanneming var.
dit voorstel geen consequenties zou hebben,
konden deze leden, als gevolg van de aanneming
van het voorstel, dat andere landen zouden
voorgaan to.t het nemen van represaille maat
regelen. In dit verband wezen zij op de gehou
den; verkioj^gcijjiin^EnS^and;. dat zich duiden
■lijk heeft Ajtgesprokcn tégen protectionisme.
Hiertegen voerden verschillende leden aan,
dat het voortzetten van een wijze van bescher
ming als hier het geval is, juist en goed ge
noemd meg worden. Zij gingen verder cn zou
den van kiezen maatregel nog liever een blij
vend dan een tijdelijk karakter willen zien toe
gekend. Hetnézwaar, als gevolg van de aan
neming van dit wetsvoorstel, dat ook andere
industrieën om beschaming zouden komen vra
gen, bestond dezerzijds niet. integendeel achtten1
sommige leden dit juist wehschelijk.
Onderscheidene leden beiójogden, dat het,
volgens de uitingen van den Voorsteller, vast
staat, dat gicn hier te doen heeft met een wets
voorstel, dat bescherming tot doel heeft. Hier
door wordt echter een ander standpunt'ingeno
men don dat, hetwelk de Regecring uiterlijk
innam bij de verdediging van het oorspronkelijk
ontwerp. Een principieel debat over bescher
ming achtten ook deze leden hier eclitfr niet
teT plaatse. Maar wel gaven zij als hun oor
deel te kennen, dot hieruit te meer bleek, hoe
weinig en don nog incidenteel gcscfSkt is
voor een initiatiefvoorstel. Ook daarom achtten
zij dit ontwerp daarvoor allerminst geschikt,
omdat de voorsteller blijkboar niet beschikt 1over
veststaonde gegevens om zijn voorstel aanncirvi» mogelijkheid als de onderhavige een min of
lijk te maken.
Ook werd dc meening uitgesproken^ zonder
dat men daarbij in het minst de hoogstaande
persoonlijkheid des oorstellers in het debet
wilde brengen, dat het door middel van een
initiatiefvoorstel bei order en van handelspoli
tieke belangen, zoonls die in des voorstelless
naaste omgeving overheerschend zijn, niet
wenschelijk is.
Hiertegen merkten andere leden op, dat onder
dc bestaande staatkundige omstandigheden en
bij de alom heerschende zakencrisis, de voor
steller een te loven daad had verricht door in
deze aangelegenheid het initiatief te nemen.
Zij waren van gevoelen, dat het in het alge-
men geenszins een bezwaar is, dat men be
langen, die men goed kent, tracht te bevorde
ren, en dat het hiér niet enkel een gewestelijk
belang betreft, maar belangen, geldig voor het
goheele landimmers Lehnlv.e jn Noord-Bra
bant, zijn er in Noord- Oost- en West-Neder
land schoenfabrikanten.
Op verschillende gronden verklaarden ver
scheidene leden zich tegen 'het voorstel. In do
eerste plaats werd erop gewezen, dat de wet is
aanbevolen en verdedigd als een noodmaatregel,
zoowel door principieele voorstanders van be
scherming als door diegrfffi» den vrijhandel.
Naar veler meening is dc wet nu als een nood
maatregel niet meer verdedigbaar de toestan
den in Duitschlandzijn nu van dien aard, dat
men hit r schoenen komt koopen, inplaats van
dat men (üt,zooa!s vroeger, van hier uit Duitsch-
iqpd deedvan dot land was geen verdere in
voer meer te vreezen. Evenmin staat het volgens
deze leden vast, dat de wet goede gevolgen
heeft gehad. Men vreesde, dat wanneer de tij
delijke gTOote voorraad schoenen was opge
bruikt de prijzen van de schoenen zouden wor
den verhoogd of in ieder geval geen verlaging
zouden ondergaan. Ook bestend er ernstige twij
fel of de verbodsbepaling wel werkelijk heeft ge
leid lot de belangrijke vermindering der werk
loosheid. De ondernemers zullen profiteeren van
het invoerverbod, maar: of dit ook met do
arbeiders het geval is, achten deze leden geens
zins uitgemaakt.
Een cn onder bleef niet zonder tegenspraak.
Verschillende leden waren van gevoelen, dat
waar het hier abnormale lijden gold, ook abnor
male maatregelen veroorloofd waren. Zij meen
den dat wanneer dc resultaten van de wet thans
nog niet geheel kunnen worden beoordeeld, of
wellicht cenigszins bededen de verwachting wa
ren gebleven, dit moest worden toegeschreven
nan den korten tijd, waarin zij van kracht was,
zoodat haar werking nog niet kon worden vast
gesteld en althans een gunstig effect nog niet
kan worden geconstateerd. Men moest d8atom
aan de wet een goede kens, een „fair chance"
geven, en doarom meenden zij aanneming van
het wetsvoorstel te moeten aanbevelen.
Dat de wet- geringe uitwerking zou hebben
gehad, werd van verschillende zijden ontkend.
Ook wc-rd opgemerkt, dat, mocht van Duitsch
land geen concurrentie meer te vreezen zijn, dit
nog wel degelijk het geval was ten aanzien van
andere landen, zooals België en Tsjecho-Slovra-
kije. De bewering dot dc overmachtige concur
rentie van Duitschland thans geheel zou zijn ge
ëindigd, werd échter betwist en wel met een be
roep op de statistische gegevens over October,
zoo' met name voor tcxtielgoedcren en confec
tie. Hoe dit pok zij, eene sinds vele geslachten
geyestigdo, maarmet ^jdergnng-.bedreigde in
dustrie is door deze wet geredintusschcn hééft
zij behoefte eraan; dtit de geldigheid van de wet
nog eenigen tijd voortduurt.
Een lid nam tegenover het ontwerp een ge
reserveerde houding aan. Hij achtte als tegen
stander van hooge prohibitieve bescherming een
verbod von invoer in beginsel verwerpelijk.
Overigens merkte lui op, dat de bonte, beginsel-
laozc staalkaart van ons tarief hiermede com
pleet isnaast vrijhandel, lage bescherming,
hooge en hoogste prohibitieve bescherming
heeft men nu ook de invoeiverboden. Dat lid
kon om deze redenen ean het voorstel niet zijn
volle sympathie schonken.
Een der leden die dit wetsvoorstel, met op
zicht tot de bedoeling en het door hem gecon
stateerde effect, n.l. bestrijding der werkloos
heid, met instemming begroette, was van ge
voelen, dot hiermede dc zaak niet ten einde was.
Nauw aan dit onderwerp behoort z. i. verbon
den te zijn ccn verbod van immigratie van bui-
tenlondsche arbeiders in den betrokken tak van
nijverheid. Hem was een gerucht ter oore geko
men, dal een buitcnlandsche onderneming te
Tilburg met biritonlondschc orheiders een
schoenfabriek gaat oprichten. Zonder een ver
bod van immigratie wordt aldus een verbods-
meer doode letter. Dit denkbeeld werd door
eenige leden bestreden, juist omdat zij de con
sequentie erkenden in den gedachtengang. Zij
I
achtten hierdoor het voorliggend voorstel nog
meer of te keuren Waar zou men zoodoende
eindigen Moet men dan ook niet een verbod
van toelating von vreemde industrieën, von bui-
tenlnndsch kapitaal, eischen
Andere leden stemden echter met zulk een
inimigratieverbod van werklieden in. Zij wezen
er op, dat in de oorlogsjaren ook de immigratie
van buitcnlandsche arbeiders verboden was. Zij
oordeelden evenwel, dot <Je immigratie van
Dintsche arbeiders geen gevolg is van het in
voerverbod van schoenen.'
DE PROEFZUTVELBOERDERIJ TE HOORN.
Het rapport aan den
minister.
Naar aanleiding der vernomen plannen van
de Regeering om de subsidie van de proefzuivcl-
boerderij te Hoorn belangrijk in te krimpen,-
hebben het Kon. Ned. Landb.-Comité, de Ncd.
Boerenbond, de Chr. Boeren- cn Tuindersbond
en dc Alg. Ned. Zuivelbond door een deskun
dige commissie, bestaande uit de heeren J. J.
C Ament (Roermond), voorzitter), D. de Boer
Dzn. Stompctoren), A. H. Leenstra (Haskerhor-
ne) en U. Kooistrn (Leeuwarden, secretaris), een
onderzoek laten instellen naar de positie der
procfzuivelboerdcrij, haar bcteekenis voor hét
zuivel- en landbouwbedrijf en haar exploitatie-
mogelijkheid onder de huidige tijdsomstandig
heden. Dc besturen der vier organisaties hebben
tluns hel rapport der commissie - met ^n^'ig^TsSh.plr'GSfB:) de i,
inhoud zij -volledig instemmen aan den mi- -•
nister van Binnenlandschc Zaken en Laftdbpi
doen toekomen, met
RijLaroorlich-
met *$6e yyen-
d, rekening'1 te
•erzoek, bij verdóV te - ne
mén maatregeien, in zake den Rij'
tingsdienst op landbouwgebied, met
schen, in het rapport neergelegd, rekening.'
willen houden.
De volgende vragen zijn in het rapport be- .4lVjCl
handeld: Ie. Heeft de procfzirivelboerderij rederij fcfaarde, dat zijiTfi
van bestaan? 2e. Op welke wijze kon de proef- 'MfMi'd voor zich:
iuivelboerderij worden geëxploiteerd, om 'aan
het doel te beantwoorden zonder te groot na-
dcelig saldo?
De commissie komt tot de volgende con
clusies:
1. Het is van groot belang voor de veehou
derij en dc zuivelbereiding, dus van de volks
welvaart in het algemeen, dat het Rijksland-
bouv.proefstetion te Hoorn in dc toekomst
krachtig blijft doorwerken.
2. Aan het proefstation behoort noodzake
lijk een proefzuivelboerderij verbonden te zijn.
5. Met betrekking lot proefnemingen en on
derzoekingen over melk en melkproducten is
het voorgestelde werkplan over 1924 als uiter
ste grens von- vereenvoudiging te beschouwen.
4. Ten aanzien van proefnemingen over vee-
oeding is het geuenscht te onderzoeken in
hoeverre en op welke wijze meerdere aanraking-
mogelijk is met proefnemingen op dit gebied,
welke elders in het land worden genomen.
5. De commissie dringt er op aan, dat de
aangevraagde subsidie over 1924 .wordt toe-
gestaon.
gesloten bij den Ned. R.-K. Bond van Schoen
fabrikanten of bij den Ned. R.-K. Bond v.»n
Kleine Schoenfabrikanten, door urbeiders van
16 jaren ,of ouder gedurende tien uren per dag
arbeid wórdt verricht op
-7' 28 en 51 Dep. 1923, alsmede op 2,
3, 4, 7, 8, 9, 10 en IT Jan. 1924.
HET GEBED IN DE PROVINCIALE STATEN.
Een discussie in dc Staten ven
Zuid-Hollond.
In de Vrijdag gehouden ^zitting der Staten van
Zujd-Hollar.d kwam aan de orde een ge wij zie d
voorstel-Kersten tot wigging van het Regh-
ro,ent van Orde in dierNfeege,^ dat een bepa-
Jutg wordt opgenomen, volgens lyelkcj'-de /aan
vang dór zittingen zou moeten gcsèïiiecleti met
gebed, dat door den voorzitter wordt .éoorgêié-'
zen.
De V o o r z i 11 e i>herinncrde eï.dof. -in'
T874 een beslqlt.in" tegcnox'frgcstqldetirim 'is.,
genomen, zondèir d'at dearéyer, gesproken "werd;
Sprekers hoop, dat di&vnu/ook w'ècr Zoq ge
schieden is beschaamd;hij-deed éen Be
roep op de vergadering-"^-<& onderlinge vei-
draagzoomheid en foardeeTj^ftoo^iri, Hóuden.
De heer Dc'Gif q.TL
gevoelen voer dit ujtoi st<
pHchting van de lcdSn tijfchot 5
jlsook
•dr'
Sering is geschrap-
5^'ift' fpeer wa,r.u
•daaruifvdfe .yétH
it einde
diening van dit voorstel/
verdraagzaamjief3
aangenomen,
het ander. B^iveni
nu reeds onderling oi
grootste oneenighqjd,^
van het gebéd,
De heer C r.eni'jf''
den.
De heer V;
dat de rechtsi
tusschen link:
moeten eerbiei
den om de zien!
ook
kenden
gpooirtd'geen r<
ud de leiding he<-1
hol
GEWIJZIGD REISBESLUIT.
In het K. B. tot nadere wijziging van
Reisbesluit T9I6 is o.m. bepaald:
De bedragen der vergoedingen voor veTblijï-
kosten worden -(met wijrigmg-von art. 14) be
paald als volgt:
voor do Ic klasse per etmaal op 11.50
2e 10.50
Ti 3e 9.50
4e 7.50
5e ..*v; V 6.50
Dc vergoedingen óverjj^^t daggedeelte en het
nachtgedeclte var\ eeni^riVaal n'qrdcn bepaald
ais volgt: Ti.
/"Sir.htf ;.T', in bet
'-•"-y'^óggfédtóltfcnöchtgedeelte
voor de le kl. pet- 0.60
2c 0.55
5e &{,-• f 0.5Q.
4e V?V<: if O?»»' 0.40
5c ae - /.o.35
Dc in art. I61yk ï^peld^jtërgoeduigên wór
den vastgesteld^ ide bp^ragen
voor do 1c 'op' 7.90
„2e 7-20
3e „«jfr./;/ 5-50
„4e 5-10
5c n 1-40
De vergoeding voor" re?S;i;irtf?verbhjfkosten..
wegens reizen, onngeveEngèni.-^S^t 1 Jon.- a.s^l
wordt berekend volgè^sdjó- '<'d^r dien da'urp
geldende bepalingen.^ T.
ARBEIDSTIJD SCHOENFABRIEKEN, v
Bij mirusterieele beschikking is toegestaan,
dat in de ondernemingen van werkgevers, aan-
É-vóór de vergac
frgebed, doch dat
jpn'.dtr vergadering!
te'hêer Brunt (Ch.
nfng van dit voorstóJs^Zijn
haar stem niet aanbot vbóVstVl jn?
den.
S n.i
.^ai^r
Slechts^
h/'-Eris'
^1, dat ..D.
in het provincial bestuur, aan andersdeiï-r/
en op te dringen: -iSpo/ iVpés -verder op S*
verdeeldheid onder de gëlooyjgep en op dc
agnostici, die niet genoemd, zijriv Al? Gods zoor
wordt aangeroepen, hoe moét Jiei-. dan met d'
geloorigc Israëlieten in d^^/^i^rgaderihg
Voorts hield spreker als ivaór^cKuwing aam;d(
Stoten voor het gebed in deft Amsterdamlchcié
Raad, dat onder veel gedruisch'plaats vindt v.v
waarin olie wijding en plechtigheid ontbré^l^-f
Het was spreker verder bekend,/ dat verscha
lende leden der rechterzijde in hun- har^, tegc:.
het gebed in deze vergadering zijn, '-dóch ir'
portijoverwegingen zullen voorstorr:
achtte spreker in een consciëntie-zaak:' nis
niet anders dan immoreel.
De heer Veraart (R.-K.) verklaarde!(cgrtó'tjS
liet voorstel te zullen stemmen, omdat hij e''.-!
Katholiek geen behoefte gevoelt om to
samen met niel-Katholieken. De Katholieke
Binden hun gebed in de rijke liturgie ven 'de li
iKerk.
De heer Von Fisenne (R.-K.) was yta^.op',
idcel, dot het voorstel, zooals het luidt, hot oveV-
groote deel der bezwaren doot vervollen. Pi-
oorzitter leest het voor en niemand wordt
dwongen er aan deel te nemen.
De heer Hoffmann (R.-K.) zou voor he-
voorstel stemmen, omdat God els eenige nopd'
zakelijke en onverantwoordelijke oorzaak
het geheele wereldstelsel van-vernnderlijl
zaken en gevolgen de broi\ v^n alle
recht en overheid ia
De heer De Wilde (A.-R.) verklaarde
eens niet als Gedeputeerde te spreken. De ontl^yg'
revolutionairen erkennen het
alle vormen der overheid, ook in de proi
Dnt spr. en de zijnen niet eerd
als het ondei werpelijke hebbri
hieruit voort, dnt zijt.gevqr-ld.hc
-spreking vnn een jar
aangcuiaaniheden
'moest geven. Nu 1
Jen Spr. en de zijri£l„
bun istém c-r aan móéten
De heer C o 11 o f f (C P.)
verdeeldheid onder dc voorst
voorste' en stelde de vraag, 1
doot
F. FRANKFORT MOORE.
Uit het Engèlsch
door
J. VAN DER MOLEN.
HOOFDSTL'K XX.
Zwijgend wandelden zij tot halverwege de
villa terug Het was min of meer komisch,
zoo la rug het stilzwijgen te blijven bewaren
„Laten we hier een ougenblik plaats ne
men," stelde George voor. toen zij een tuin
bank waren genaderd, die juist 111 het ge
zicht stond van de veranda, ivaar Angola
zich met Noruh Mac Dermot en nog een an
deren bezoeker onderhield.
„0. heel gaurue," antwoordde Valencia.
„Ik heb nog niet weer gezeten, sedert me
neer Newton afscheid nam. Trouwens gis
teren heb ik lang genoeg moeten /.Uien: wij
zijn den heelcn dag uiel buitenshuis ge
weest. Waren Lord Ballyseedy en Cleveland
ons niet komen opzoeken, we zouden ons
doodelijk verveeld hebben. Ofschoon, erg
veel gezelligheid hebben zc niet meege
bracht."
„Ik heb gisteren niet veel aan zitten kun
nen denken," zei George. „Integendeel, ik
ben wel negen uur onafgebroken op het dek
van mijn boot geweest. Het was mc ccn
weertje!"
„Wat voor een malligheid was dat toen,
vroeg ze glimlachend. „Wat bewoog u wel,
met zulk weer in zee te gaan. U weet, er
werd reeds beweerd, dat u voorgoed er-
trokken was."
Zij lachte, terwijl ze sprak; maar hij ant
woordde niet met 'een lach. Hij was zeer
ernstig.
„Ik weet nog niet, of het voorgoed geweest
zou zün. indien ik vertrokken was," zei hij.
„Wie weet het?" antwoordde zij 11a eenig
zwijgen. HWie? Ik zeker evenmin als u. In
deze dingen is er niets, waarvan wij eenige
leiding kunnen aanvaarden. Ons gevoel?
Maar dat heeft nog nooit iets anders gedaan
dan ons misleiden. Hetzelfde hart, dat van
daag door een diep-tragisch geval tot wan
hoop'gebracht wordt, juicht en jubelt mor
gen over de gevolgen van het incident. Na
tuurlijk moet men aannc-irien, dat 's men
schen aangelegenheden bestuurd worden:
irmar die leiding berust in geen geval bij
's inenschen gevoel.
Zij zag; hem aan, maar met gebogen hoofd
bleef hii zwijgen en naar den grond staren.
„U deukt zeker op dit cogenblik aan iets
uit uw leven, dat zou kunnen dienen tot
illustratie van wat ik daar zei, of van het
tegendeel," vervolgde zij.
Snel hief hij zijn hoofd »p.
„Inderdaad," zei hij, „ik dacht er imst
over, of ik u dat gedeelte van mijn leven
maar niet zou vertellen."
„O-neen," riep ze, „liever niet. wat zou
den wij er mee winnen, als u het mij vqr
telde."
Haastig stiett zij die woorden uit. In haar
stem klonk een tooiv von angst, naar het
George toescheen, alsof ze vreesde, dat zijn
verhaal eon wijziging zou kunnen aanbren
gen in haar gevoel voor hem. Wellicht had
zij iets dergelijks wel eens in een roman
gelezen.
„Luister," zei hij. „In mijn historie komt
-werkelijk niets voor. dat tragischer is dan
wat ik een paar dagen geleden van u heb
gehoord."
„O. het valt zoo moeilijk uit te maken,
wat tragisch is, en wat niet. Wat ons eon
tragedie toeschijnt, is soms In de oogen van
anderen een kfucht.'
„Ik zal u mijn tragedie of mijn blijspel
vertellen ten slotte geloof ik toch ook, dat
het een blijspel was. Het gebeurde, terwijl
ik op mijn Westindisch eiland woonde. Ztj
was een Spaansche Crcoolsche zij heette.
Dolores Zelava. Waarom toch geven som
mige ouders hun kinderen zulke namen?
Is de naam Dolores niet bijna een uitdaging
aan het fatum?"
Glimlachend keek hij haar aan, maar haar
gelaat bleef even strak. Zij had in zijn laat
ste woorden een ohnatliurlijken klank ver
nomen, die haar waarschuwde, dat zijn
scherts slechts gekunsteld was.
Ook hij scheen zich nu het gemaakte van
zijn lach bewust te worden, en tevens, dat
zij er zich niet door had laten misleiden;
'want eensklaps sloeg hij een geheel anderen
toon aan. terwijl hij voortging:
„Dolores! Dolores! mijn arme Dolores!"
„Hebt u haar liefgehad?"
„Ik ja, ik had haar lief -- tenzij waar
is, w."t u beweerd hebt, dat. de liefde zich
slechts éénmaal in een leven openbaart, en
al het overige valsche ingevingen zijn van
liet hart. dat bcdriegcliik is boven alles. Ik
echter twijfelde geen oogenblik aan mijn
liefde voor haar, en evenmin aan haar hefdo
\oor mij. Wij waren verloofd. Wij hadden
onzen trouwdag bepaald, en den avond tevo
ren waren wij samen. Zij lag in mijn ar
men-, terwijl wij afscheid namen, en lachte
gelukzalig, toen ik zei „Nog zes uren, en
wij zijn voor altijd en eeuwig verbonden
Het was mijn vriend Newton, die mij zes
uren later kwam mcdcdeelen, dat zij met een
anderen man gevlucht was."
Ontzet staarde Valencia hem aan.
„En toen bent u hem gevolgd en hebt hem
gedood u hebt hem gedood?" fluisterde
zij-
Hij had gesproken, met zijn oogen naai
den grond gekeerd. Nu echter keek hij op.
Haar fluisterende woorden ontroerden hem
lievig. Hoe kon zij weten, wat er in hem
was omgegaan, dien morgen, toen hij New-
ton's arm had gegrepen, eri hem gezworen, j
dien man te zullen dooden?
„Inderdaad was dat mijn eerste gedachte,
toen ik vernam, hoe ik bedrogen was.?... En
tien .dagen geleden, toen Newton's komst
mij weer aan dien verschrikkeïijken morgen
herinnerde, voelde ik d'e woeste zucht naar
wraak opnieuw in mij opkomen Ik werd er
door overweldigd. Mijn God z$lfs nu,
zelfs nuMij sprong op, de' vuisten
samengeknepen. Maar weldra werd hij zich
zelf weer incestcr en nam weer naast naar
plaats. Het vroolijk gelach van Angela en
de anderen klonk even tot her. door. Toen
ooug hij zich tot Valencia over. en fluiste
rend klonk het:
„Valencia, een tijdlang was het de wensch
van mijn leven, eens van aangezicht tob
aangezicht tegenover dien man te mogen
staan; maar 'hansthans smeek ik je:
bid God, dat ik zijn naam nimmer mag ver
nemen."
„Z011 u hein willen dooden? Nu nu
nog? Na zooveel jaren?" riep zij. „0 nóeh, j
dat is niet mogelijk."
„Niet mogelijk? Is dat niet mogelijk? Zou
het een misdaad zijn? Dat kan ik niet ge-
loovftu. God weetAch. waarom wind Ik
niij toch telkens zoo op, wanneer die oude
rampzalige geschiedenis in mijn herinnering
terugkomtTien dagen geleden deed ik (iet
ook. toen lk er met Newton over »prak. u
hebt wel gelijk: geen mensch weet eigenlijk,
wat in zijn binnenste verborgen ligt.'
„Het is een bewijs," fluisterde zij na eenie
zwijgen, „dat niemand zien rekenschap kan
geven van wat in zijn hart omgaat. Het. be
wust. dat u het evenmin kan, want u hebt
dal meisje nog lief u hebt haar nog lief!
Een schok, oen rilling voer door zijn leden.
Haar hand omklemde de leuning, waarop
zijn arm rustte.
„Neenneen...
is doodafgestorv
„Dat meent u. Toch
\bT'
•x<SpuTie-p hii' ,D;
hegraven."
h "hebt tr haar nog
„Nlissch'ietj'
8t ze nog. Maar roiln liofd^
vóór haar.'Jou.alleen heb ik lief
jou. ValenL
„Uw gè\oeI.v.r. bedriegt u. Kon meii al
tijd maar vertrouwen op wat ons gewoel
ons ingeeft. hoe licht zou dan hét leven
zijn door gr.un. U hebt haar lief.
Zou ik {meters zoo jalocrsch op haar zijn.......
mijn God,pik ben hot!als II: niet
overtuigd: was, dal 11"heg van haar, hield?
Daarom ook blijft- 'V nog steeds hop?}»/-' té
eeniger tijd wrank/op-dien mgn
nemen),.Maar hoé^ohtkwam h'fj.?"
„Ik heb nooit zijji naiiuiv'.-^èv.'et^n;" \Nie-
!on<1 en- verliet haar.'ïn-'do ellende
Toen hééft ze mij gcsc)vrej|g^.k
reeds van liet eiland
bnef, mij nhar En gé 1.1?'d
.Ikr heb haar ppg.-zo'-ltv cn-u^jy.-^r- KaMAAflJ
den naajii' vaiv denr;fi!hxi^kk^tjRmsn-'Dat
en" hftop daArótjt' yUR&'^L zijp' mxpta n
voor altijt£»'bfv>ekpM*rifög, t blijven.' En yl
deze jareifebebV- ii/Thaaid My liefde ve&*:
haar.,die Vte«selijke 'hoop op- wtnuk - '-
terd?""
Zijn hóófd, blêof gebogen, y. H"
J?-"" :'ér
(tfctdi ^en-cigd.)