AMERSFOORTSCH DAGBLAD „DE EEMLANDER" Zaterdag 8 Ma art 1924
De Clympiscbe Spelen.
FEUILLETON.
Terug in het leven.
No. 2(2
22e Jaargang
Overal leest men thans over Olympische
spe'.en, welke dezen zomer te Parijs worden
gehouden, en menigmaal rijst de vraag, welk
belang Nederland daarbij kan hebben.
Vóór het antwoord op deze waag te geven
mag met een enkel woord gememoreerd
worden wat feitelijk de Olympische spelen
zijn. De geschiedenis leert, dat reeds 900
jaar v. Chr. de spelen bij de Oude Grieken
in hoog aanzien stonden en dat vanaf 776
voor Chr. de jaartallen genoemd werden
naar de spelen, bijv. het eerste jaar na de
vijfde Olympiade, zoodat de Olympische
spelen den grondslag legden voor de tijd
rekening.
Staatkundig waren de spelen tevens van
grcot belang, daaT tijdens dit nationale feest
een al'gemeene wapenstilstand werd gehou
den en OJympia al-s onzijdig gebied moest
worden beschouwd.
De Olympische wedstrijden bestonden
oorspronkelijk alleen uit hardloopen, welke
zich later uitbreidden tot een vijfkamp van
hardloopen, discuswerpen, springen, speer
werpen en worstelen. In 633 v. Chr. werd
het vuistgevecht opgenomen, in 680 de
wagenrennen.
In 396 v. Chr. werden de Olympische
spelen uitgebreid met de schoone kunsten.
Men ken zeggen, dat toen in het oude
Hellas het ideaal bereikt was, de 4-jarige
wedstrijden om de eerepalm der meester
schap over geest en lichaam .De eer, over
winnaar te zijn geweest op Olyrtvpia-, werd
zéér hoog gehouden. De belooning bestond
slechts uit een eenvoudige krans, maar de
stadgenooten bereidden den overwinnaar een
luisterrijke ontvangst. Niet alleen werd een
standbeeld te zijner eere opgericht, maar hij
genoot groote stedelijke voorrechten, bijv.
vrije plaatsen in de theaters en vrijdom van
belasting.
In het algemeen was de opzet zeer verstan
dig en paed'agogisdh, behalve de kleine prij
zen werd de eisch gesteld, dat ieder deel
nemer zich gedurende een bepaalden tijd
(10 maanden) had geoefend. De dertig da
gen vóór de spelen werden door de athleten
onder toezioht in het Stadion doorgebracht.
Het is zeer te betreuren, dat deze goede
gedachten door het latere geslacht niet meer
zijn geëerbiedigd. De Olympische spelen
geraakten in verval, omkooperij en knoeie
rijen beheers ebten later de spelen en in 392
werden zij door Keizer Theodosrus I ver
boden en korten tijd daarna moesten de
tempels en het Stadion vernield worden.
Het is niet te verwonderen dat de per
sonen, die het goede der Olympische spelen
inzagen, dikwijls getracht hebben tot weder
invoering te komen. Toch moesten bijna
1600 jaren verloopen vóór het baron Pierre
de Coubertin gelukte opnieuw de volkeren
der wereld bijeen te roepen om hunne
'krachten te meten op sportgebied. De onge
loof elijke ijver en energie van dezen
Franschman wist ten slotte de moeilijkhe
den te overwinnen en in 1896 werden te
Athene weder de Olympische spelen op
feestelijke wijze geopend. Hoe-vel die eerste
spelen door betrekkelijk geringe deelname
niet het gewenschte succes hadden, begreep
rnen welk een waarde deze 4-jaarlijksche
wedstrijden konden verkrijgen. In 1900 te
Parijs en .1904 te St. Louis bleef echter
nog het groote succes uit, doelt de Engel-
sdhen wisten de spelen te Londen in 1908
reeds op een hooger plan te brengen- De
1 us solvent ijdsch e Olympische spelen te
Athene in 1906 waren van veel meer be
lang, doch de kroon werd op het werk gezet,
toen in 1912 Stockholm door een schitte
rende organisatie aan de werekl toonde,
wa t de spelen wel konden zijn. En het
resultaat bleef niet uit, de naam der Zweden
werd overal met eere genoemd, het vreem
delingenverkeer werd enorm uitgebreid en
levens werd aan de geheele wereld .gede
monstreerd, welke goede invloed van des
kundig geleide sport kan uitgaan.
Na den oorlog kwam Antwerpen in 1920
aan de beurt, in 1924 komt Parijs en in
1928 Amsterdam.
Wij mogen het wel als een eer beschou
wen. dat aan ons kleine lend de organisatie
van deze wereldwedstrijden wordt toever
trouwd, niettegenstaande tal van landen
naar deze onderscheiding dongen. De hoop,
dat het neutrale Nederland de tegenstanders
van den grooten oorlog voor de eerste maal
weder zal vereenigen, is ongetwijfeld een der
motieven geweest. Toch mogen wij er ook
in zien een bewijs van vertrouwen in ons
organise liever mogen.
De leiding van de Olympische spelen en
alles wat daarmede verband houdt is in
handen van het Nederlandsch Olympisch
Comité, dat onlangs zulk een geweldig ver
lies heeft geleden door het overlijden van
haren voorzitter baron Van Tuyll van
Seroosk erken. Alle sporten zijn door afge
vaardigden in dit Comrté vertegenwoordigd.
Bij vorige spelen heeft de Regeering blijk
gegeven barer groote belangstelling voor de
waarde der Olympiade, er werd een sub
sidie toegekend, die mogelijk maakte dat
onze deelnemers aan dit tournooi konden
deelnemen. De malaise en slechte tijden
hebben echter de Regeerimg gedwongen dit
maal d'e subsidie voor Parijs te moeten wei
geren.
Het Nederlandsch Olympisch Comité
stond toen voor een zeer moeilijke taak,
geen subsidie, geen geld en toch moet Ne
derland te Parijs op waardige wijze verte-
genwoordigd worden, wil het niet het ver
trouwen in de sportwereld verliezen, dat zoo
noodig is voor de spelen te Amsterdam in
1928. Waar dit geld te halen? De sportver-
eenigangen zijn vrijwel alle noodlijdend, de
sportbeoefenaars moeten reeds zware con
tributies betalen en kunnen niet veel meer
geven, de handel kan niets missen! De
eenige mogelijkheid is gevonden in een
systeem, waardoor ieder Nederlander zij">
aandeel kon 'bijdragen, n.l. de verkoop van
het N. O. C.-speldje, dat slechts één kwartje
kost. Wanneer redereen echter rijn kwartje
offert, komt 'het geld bij elkaar.
Langzamerhand ontslaan thans in alle ste
den plaatselijke subcommissies, die dit werk
van het centrale comité overnemen. Behalve
de speldjesverkoop worden bals, uitvoerin
gen en demonstraties georganiseerd, films
■vertoond, Amerikaansche verkoopen gear
rangeerd, en zoo wordt krachtig doorge
werkt tot het vereischte bedrag 'bijeen is.
Ook Amersfoort is niet achtergebleven;
onder voorzitterschap van Riten. A.- Blussé
van Oud-Alblas was reeds eenigen tijd' ge
leden een commissie opgericht. Verschillen
de omstandigheden stonden aan de werk
zaamheden in den weg. doch thans wordt het
werk met kracht aangepakt en Amersfoort
zal haar aandeel bijdragen!
Om te beginnen worden Donderdag 15
Maart as in de bioscoop „De Arend" de
films vertoond van den heer Dick Laan,
allemaal aardige verhalen, die spelen in de
sportwereld, afgewisseld met de, het vorige
jaar te Amersfoort opgenomen, ruiterfilm, die
ook veel belangstelling zal trekken.
Wet de Olympische spelen te Amsterdam
voor ons land zullen beteekener», zal het
beste worden begrepen door personen, die
de waarde inzien vón propaganda en vreem
delingenverkeer. Langzamerhand zijn dc
oogen g-eopend van velen-, en zien zij dat het
niet voldoende is goede waren te producee-
ren, maar dat noodig is het publiek met de
goede eigenschappen bekend te maken. Nu
valt dit laatste niet mede, de weg naar be
kendheid is duur en lang. Maar is eenmaal
de naam gevestigd, dan beteek ent het wel
vaart.
De middelen om dit te bereiken zijn re-
ol-ame en propaganda. De reclame is het
aanprijzen der weren in couranten, op aan
plakborden, enz., oorspronkelijk dacht men
zich dat werk zeer eenvoudig, maar thans is
het gebleken een kunst" te zijn. De pro
paganda dringt dieper door het lokt dc koo-
ipers near ons land, weet hen te amuseeren
en spelenderwijze toont men hen wat het
land kon voortbrengen.
Nu is het niet gemakkelijk de koopers
near een klein land als het onze te lokken;
men tracht dk te doen door de» Jaarbeurs en
tentoonstellingen. Hoewel deze, geholpen
door de Pers, een binnenlandsche bekend
heid verkrijgen, ontbreekt nog maar al te
dikwijls de buitenlandschc belangstelling.
Maar reeds twee jaren vóórdat de Olympi
sche spelen te Amsterdam gehouden worden>
zal de geheele burtenlandsche Pers reeds
spreken over Hollend-, haar terreinen, haar
huisvestingsgelegenheden, enhaar pro
ducten. En als het Stadion hare poorten
heeft geopend voor de 5000 othleten van
de geheele wereld, dan komt een stroom
van buitenlanders ons land bezoeken. Wan
neer dan deze buitenlanders goed ingelicht
worden en met verstand geleid, dan is het
voordeel van ons land niet te overzien:
Denken wij eens aan Gothenburg, dat het
vorige jaar, om aan haar 300-jarig bestaan
luister bij te zetten, sportwedstrijden orga
niseerde m den geest der Olympische spe
len. De wedstrijdrecette zelf wees een
netto tekort aan, maar de uitslag beteeken-
die voor de stad een verheffing op den trap
der welvaart.
Ieder jaar winnen de spelen aan interna
tionale waarde, in Parijs worden wederom,
naar het oude Gr-ieksche voorbeeld, de
kunstwedstrijden er aam verbonden. Buiten
het economisch belang erkent men thans
algemeen in de spelen de groote waarde
eener vierjaarlijksche wereldwedstrijd, die
doet uitkomen, hoe ieder land rich in die
periode op lichamelijk en kunstgebied heeft
ontwikkeld. Maakte het geen indruk op ons
allen te leren, dat Zweden te Stockholm in
1912 kon toOnen, hoe het geheele volk op
veel hooger peil van lichamelijke ontwikke
ling stond dan men mogelijk achtte? Treft
het ons niet te lezen, dat de Fimn-en, die
zulke moeilijke levenstoestanden 'hebben
gekend, zich a'ls geen volk in enkele jaren
hebben ontwikkeld tot ongekende hoogte?
In 1928, te Amsterdam, zal ons de eer te
beurt vallen de Olympische spelen te mogen
leiden. Laat Holland dan eens tooncn wat
het vermag!
Amersfoort, 7 Maart 1924.
W. A. M. WESTEROÜEN VAN
MEETEREN,
S'ecr. Olympische Spelen 1924 en 1928.
Pariische Brieven.
CCXCVII.
De Verccniging „Franco-Etrnn-
ger", nuttige actie tegon vreem-
dclingcu-afkeer. Aanmoediging
van georganiseerde immigratie.
Voorzichtigheid in dezo. De Ned.
Vereeniqiug voor Liefdadigheid.
Mevr. de Boervan Rijk in
„L'Oeuvre".
Parijs, 25 Februari 1924.
Een vorige maal deed ik al ter loops uit
komen, dat hier in zekere kringen zich een
onverholen xenophobic voordoet, die zich o.a.
ook uit in het vcrla.ngen de hier wonende
vreemdelingen door extra-helastingen te tref
fen en de vestiging van nieuwe vreemdelin
gen tc bemoeilijken. Dat zij die dit wen-
Schen, tegen het belang van hun laiul in
gaan. is duidelijk, maar zij begrijpen het
niet. Frankrijk heeft behoefte aan het. geld
dat de rijke vreemdelingen hier kwistig ko
men uitgeven (ik toonde dit aan op gezag
van den heer Louchcur, die 't weten kan).
Het heeft niet minder behoefte aan verster
king van zijn arbeidende bevolking, die door
den oorlog zoo schrikkelijk geleden heeft en
door dc natie zelve niet voldoende wordt aan
gevuld: wat trouwens voor het oogenblik
toch geen hulp in den nood zou bezorgen,
maar eerst over n twintig jaren effect kan
hebben.
Hoe ernstig dit vraagstuk is en welke po
litiek Frankrijk moet volgen tegenover dc
vreemdelingen die liet tekort in werkkrach
ten bij den landbouw en bij de industrie wil
len aanvullen, hoorde, ik dezer dagen door
bevoegde sprekers op duidelijke wijze aan-
toonen eu verklaren.
Het was op een groote publieke vergade
ring van dc kort geleden hier opgerichte
Vcrecniging „Francc-Etranger", waarvan do
dichter Jcan Richcpin, lid der Académie
Fran^aisc, president is. Dc Senateur A. de
Monzic, oud Ondcr-Staatssocretaris voor dc
Handelsmarine, bewees daar met cijfers dat
dringende maatregelen geboden waren, want
hot arbeidsleger op het land heeft een milli-
oon armen meer voor dc normale productie
noodig en in dc fabrieken komen 300 400
duizend werklieden te kort. Sommigen prij
zen den invoer van werkkrachten uit de ko
loniën aan; maar het is al hoogst mocielijk,
de inboorlingen in hun eigen landstreken tot
rcgclmatigcn rationeelcn arbeid tc brengon,
zoodat er aan Europceschen arbeid voor hen
niet gedacht kan worden. Men moet dus, of
men wil of niet, tot vreemdelingen zijn toe
vlucht nomen. Echter dient daarbij ccne
voorwnardo van belang in het oog te worden
gehouden, en wel deze, dat die immigranten
hierheen komen met dc bedoeling hier to
blijven en zich in do bevolking te doen opne
men Het verkicslijkst is dus dat echtparen
of kleine gezinnen worden ingevoerd, en
wat van zelf spreekt menschen die hun
vak verstaan.
Ook Jean Richcpin, dc dichter die den
landarbeid met zulke schoone, hooggestemde
verzen in zijn „Chcmincau" bezongen heeft,
voerde het woord om zijne toehoorders aan to
sporen tot navolging van het streven van
„Francc-Etranger", door dc vreemdelingen
die de welvaart van Frankrijk willen helpen
vergrooten, voorkomend en vriendelijk to
ontvangen.
„Wij zeiven, zcide hij ongeveer, doen «laar-
mee niet veel anders dun dc oudste bescha
ving, die der Hellenen, na te. volgen; het was
immers dc wijsgeer Socrates die verkondig
de: „Vóór ik mij burger van Athene gevoel,
gevoel ik mij burger der Wereld". En hij
voegde eraan toe: „De dichters zijn dwazen;
maar zij zeggen eenvoudige dingen. Het was
dc dichter-staatsmnn Solon die dc innige ver
menging der in Athene gevestigde vreemde
lingen met de kinderen des lands bepleitte,
want hij zag daarin een noodzakelijkheid
voor hef voortbestaan der Republiek, zooals
dit nu voor het nationale leven van Frank
rijk noodig is." Dit is een andere, hetere taal.
dan het misbaar der nationalisten legen de
vreemde indringers, die het brood uit den
mond der Franschc burgers komen wegste
len.
i Er moet echter bij den invoer van vreemde
werkkrachten nog met een anderen factor
worden rekening gehouden. De ver
melding daarvan is tevens een waarschu
wing; oen waarschuwing die door ons, Hol-
lnndsche dagblad-correspondenten on, al
vele jaren geleden met aandr&ng werd gege
ven en telkens af en toe moest worden her
haald.
Zoowel uit. ons land als van elders komen
hier altijd door lieden heen die thuis zijn
mislukt of om andere redenen zonder werk
zijn gemakt, en, aangetrokken door den lecu-
werikken-spicgcl der wereldstad, meenen
hier wel „het een of ander" te zullen vinden.
Wat dat. een of' ander is, daarvan geven zij
zich meestal geen rekenschap, cn zoo komt
de groote meerderheid dier fortuinzoekers te
recht bij ik spreek hier voor onze lendge-
nooten bij de Nedcrlandsclu- Vcrecniging
voor Liefdadigheid Deze Vereenigiiig, die
hier, sedert zij in Mei 1887 werd opgericht,
haar nobele, moeiclijke roeping meestal op
lofwaardige wijze vervulde, heeft al hare be
schikbare middelen noodig voor het verlee-
nen van steun aan de te Parijs en (als uit
zonderingen) ook elders in Frankrijk g e-
vesfigde ouden en behoeftigen. Zij doet
daarbij wat zij kan voor hen, die tijdelijk het
legertje liarer bedeelden komen vermeerde
ren, vooral door te trachten hun werklever-
schaffen. Maar onvoorzichtiger!, die het erop
gewaagd hebben hierheen te komen in de
mecnlng dot zij in geval van mislukking toch
wel zullen geholpen worden, die vinden een
heel koel onthaal. Zij mogen al eens of twee
maal eenigen onderstand ontvangen; daarna
worden zij zoo spoedig mogelijk door bemid
deling van het consulaat naar Nederland te
ruggezonden. Die on voorzicht igen hebben dc
pijnlijke realiteit verwaarloosd dat hier te
Parijs altijd voor lieden in hun geval veel
meer vraag orn werk dan aanbod van werk
bestaat. Op de laatste algemeeno vergadering
der- Vpreeniging in de vorige week werd
deze kwestie nog bespraken en de wanrschu-
wing herhaald. Er kwam echter een
goede rand voor die werkzoekenden bij. Zij
werd daar gegeven door niemand minde*
dan den gezant, Jlvr. Loudon, die verzekerde
dat diezelfde begecrigen naar arbeid in
Frankrijk hier welkom zijn indien zij zich in
Nederland richten tot daar bestaande orga
nisaties die zich mot het uitzenden van
groepen werklieden tot een bepaald doel bo
zig houden.
Op die zclfdo vergadering vernamen wij
dat, dank zij de in het voorjaar gehouden
tombola en meer nog dank zij de aanzien
lijke gift door koningin Wilhclmina bij gele
genheid van haar jubileum aan de Verecni-
ging geschonken, deze uit den niocielijken
financieelcn toestand, waarin zij Inngon tijd
had verkeerd, is geraakt en nu onbezorgd
voor hare bedeelden en voor haar zelf de
toekomst kan tegemoet gaan.
O »Ji
Gisteravond heeft in het „Mnison
l'Oeuvro" waarvan de heer Lugné-Poo direc
teur is, een buitengewone gala voorstelling
ter eere van het jubileum van Mevrouw
Esther de Roer—yan Rijk plaats gehad. Zij
spoelde met haar eigen troep in hare eigen
decors Ileijcrmans' „Op Hoop van Zegen",
on had daarmee een succes zoonis m.ijne
lezers, die haar prachtig spel In rle rol van
Kniertje kennen, zich gemakkelijk kunnen
voorstellen. Ik behoef dus daarvan, noch van
het voortreffelijk onsomhlc iels tc zeggen;
en dat alle krachten werden ingespunnen om
dc voorstelling te maken tot een bijzonder
mooi geheel, moet u wel een axioma lijkan,
want de groote artiste kwam hier een illuzio
verwerkelijken: „te Parijs te spelen, zij 't dan
ook één maal, to Parijs, dat centrum der
edelste tradities van ons vak," zooals de heer
Paul Eyquem in een korte levensschets van
Mevr. de Boor in hot fraai geïllustreerde pro-
gramrnu haar laat zeggen. Voor de ouderen
onder ons was het een bijzonder genot dit
mooie stuk, dat wij misschien wel dertig
jaren geleden in Holland en een kwart eeuw
geledon hier in de Franschc vertaling (was
dit L'Oeuvro of by Anloino?) weer te zien.
Ik had gedacht, dat het mij verouderd, uit
don tijd zou voorkomen, moor het leek mij
nog oven frisch, even waar als toen Meijer-
mans hét waagde rlit ii/.ig sombere drama
als een stuk wrecde werkelijkheid aan het
Amsterdamsche publiek voor te stollen.
Ondanks haar mooi succes, moest Mevr. de
Boer toch erkennen dat haar illuzio niet was
verwezenlijkt: voor Parijs, heter voor Parij-
zenaars hooft zij niet mogen spelen. Het klei
ne, ongezellige Oeuvrc-znaltjo was voor even
de helft uitsluitend met Hollunders bezet, die
echter veel van het verlies goed maakten
door hloemenhulden cn stormachtige toejui
chingen. En hot slot van den avond (nacht,
mng ik wel zeggen, want het whs dicht hij
één uur) moet haar wel geheel hebhen tevre
den gesteld, toen te midden van een groot
deel van het publiek, do gezant in den ondoi*-
grondschcn foyer, een hartelijke, mooi-waur»
dcerendo toespraak tot haar hield, en daarin
deed uitkomen dat gebrek aan organisatie,
die in onbekwame handen had berust, dc af
wezigheid van vele landgenooten had ten ge
volg» gehad. De heer Loudon sprak den
wensch uit dut Mevr. de Boer hier weer /.ou
willen optreden, dan zou zij zeker ccn pu
blick hebben waarop hare groote kunste
naarsgaven haar recht goven. Wij waren dut
allen met den gezant eens en hopen, dat zijn
wcnsch vervuld zal worden.
DOVEN.
Brieven uit Rotterdam
Nieuwe stukken in do oude
stat!. Iii do schaduw. Aan den
Coolsingel. Speculatie op de
ijdclhcld. Woningbouw on
emigratie. Het papieren duel.
Hot is wol merkwaardig dat in de oude
gedeelten van onze stad. vooral in de city,
waar de straten smal en do huizen, betrek
kelijk laag zijn, de normale verhouding
overal verlaten wordt. Telkens ziet inen de
sloojier aan oude panden bezig, en op de
plaats van het oude wordt een nieuw opge
trokken, dat veel hooger is, maar de straat
houdt haar onvoldoende breedte. Zoo is
thans op den hock van de Hoogstraat en hef
Roodo Zand, waar vroeger het Franschc
kerkje met den aard igen toren stond, ccn
kolossaal pand gekomen, met een 25 M. hoo
gen gevel, een mode-paleis waaraan 150 a
Dc goddelijke natuur in ons kun niet verloren
gaan, zelfs niet duurzaam ontaarden.
Wallace.
Noor het Engelsch van WILLIAM J. LOCKE.
Voor Nederland bewerkt door
W. J. A. ROLDANUS Jr.
„Dan is per slot van rekening de oorlog
toch ergens goed voor,zeide Baltazar. „En
deze terugkeer tot de oude goede manieren
geeft jou een wijze, om tegen mij te spreken,
die je jonge vriend uit ccn groote verlegen
heid redt."
Godfrey keek even naar de lippen, die zich
in een grappigen glimlach hadden samenge
trokken, en naar de hartelijke welwillend
heid in cle scherpe oogen en bqgon dan har
telijk te lachen.
„Laten we de Chinoiserie van de achttien
de eeuw dankbaar zijn, sir."
Baltazar sloeg zijn armen over elkaar cn
keek zijn zoon vol bewondering aan. „Weet
je wel, dat ik mc er nooit op die manier uit
gered zou hebben al had ik er con eeuw over
gedacht. Laten we gaan zitten." En toen zij
plaats genomen hadden aan den muur van
de volle warande, ging hij voort. „Jullie,
jongelui zijn niet het lastigste probleem, dat
een uit dc vreedzame maan gevallen Cyrano
als ik ben op tc lossen heeft.'"
„Ik ben bang, dat. we zelf niet weten wat
we spelen."
Weer was Paltazar erg ingenomen met het
antwoord van den jongen. Een iongen met
een helderen kop; een, die dadelijk de be
doeling van een paar woorden begreep.
„Ik wou, dat ik je jc heelo leven gekend
had."' zcide hij.
Bij dat beroep op gevoel werd Godficy
schichtig als oen paard.
„Dat zon geen invloed gehad hebben op
wat de oorlog van mij gemaakt heeft. Ik zou
mij bij precies dezelfden aangesloten heb
ben; ik zou een hel van een tijd gehad heb
ben met precies denzelfden vrecselijken
angst, dien ik moest verbergen, en er met
c-en voet minder uitgekomen zijn; cn even
eens zou ik mij afgevraagd hebben boe ter
wereld ik het verder uithouden zou op de
universiteit als ik tenminste tenjgkecr
met al haar kinderachtige reglementen
en restricties om niet eens tc sproken
van haar beperkten horizont."
„Vroeger zou ik liet niet begrepen hebben,
als er gesproken was van den beperkten
horizont van Cambridge. Maar thans, in deze
nieuwe en onbegrijpelijke wereld, ben ik be
reid het met je eens te zijn. Wat ter wereld
kan zoo'n goede oude sul als Crosby nou van
manieren cn levenswijsheid leeren aan man
nen als ie vriend Kinnaird en jij zelf? Hel
is precies alsof er een troep hazen om een
oude schildpad gaan zitten, om les te krij
gen in het hardloopen. Is cle vergelijking
niet juist?"
„Ik geloof liet wel,' lachte Godfrey. „Ik
wil mannen als Crosby niet verbitteren. Er
valt niets af tc dingen op hun geleerdheid,
die per slot van rekening van het hoogste
belang is voor den vooruitgang van de
menschheid en, voor zoover dat gaat, wil
ik heel graag aan hun voeten zitten ma
enfin ik weet, dut u begrijpt wat ik
bedoel, sir. Het is heel aardig van u, die
toch tol dc oudere generatic behoort, dat u
dat zoo medcvoelt."
„Ik ga nog veel verder," zeide Baltazar.
„Als behoorende tot de oudere generatie zou
ik heel graag profiteeren van jouw ervaring
van het moderne leven, en daarom wil ik
ie mijn verhaal van Spenclaie Farm. Quong
Ho en den Zeppelin vertellen. Het is mijn
Ancient Mariner's verbaal en je moet ernaar
luisteren of je wilt of niet Maar vertel in
Godsnaam aan Zuster Baring wat ie je er
nog vun zult herinneren, want mij begint
het de keel uit te hangen."
Het was bijna \ijt uur, toen hij klaar was.
Daar hij in Godfrey een belangstellend toe
hoorder gevonden had, had hij het verhaal,
dat hij zoo dikwijls in het kort verteld had,
met vele schilderachtige bijzonderheden«aan-
gevuld. Over de reden voor zijn plotselinge
zelf veroordeeling tot verbanning was hij
hecngcgledcn. evenals hij dat tegenover
Sheepshanks gedaan had. Vreemd genoeg
had niemand, zelfs niet zijn zoon mot zijn
vlug begrip, dat door de broeikas van den
oorlog tot rijpheid geforceerd was, vérder
naar die reden gevraagd. Allen aanvaardden
zijn dolle handelwijze als volkomen in over
eenstemming met do impulsieve exentrici-
teit van zijn geheele leven. Trouwens liet
feit. dat iemand in staat was zóó iedere
fluistering van de buitenwereld af tc sluiten,
dat. hij in Engeland woonde en toch twee
jaar lang niets van den oorlog sehoord had,
klonk zóó ongelooflijk, dat alle andere over
wegingen daarbij verdwenen.
„Dat is dus de zaak," zeide Baltazar met
een breed gebaar van zijn beide armen. „Om
het nog eens in hef kort op te sommen.
Achttien jaar totale onwetendheid omtrent
en onverschilligheid voor Europecsche ge
schiedenis in politiek, maatschappelijk,
zedelijk, artistiek en wetenschappelijk op
zicht. Een week. teleurstelling en walging.
Twee jaar afzondering, (gewijd aan de con
solidatie van mijn levenswerk. Alles vernie
tigd in één nacht Wakker wordend, om te
ontdekken, dat er al twee jaar lang een
wereldoorlog woedt. Ik zelf aan mijn lot
overgelaten en een soort typhoon met geen
enkele menscheiijke stroohalm om mij aan
vast ie klampen lian mijn aangenomen zoon.
dat wonderlijke wiskimdc-genie van een
Quong Ho. Ik vlucht naar Cambridge om 1e
trachten daar weer een aonknoopingspuh.t
aan het leven te vinden. Ik ontdek iouw be
staan. Nauwelijks -heb ik jou gesproken of
ik word als het ware aangeworpen tegen
dc vrouw, ter wille van wie ik als jonge man
mijn heéle carrière opgaf. En nu hen ik
hier, zoo sterk als een leeuw. Voel dat eens"
hij stak zijn arm uit en spande zijn spie
ren cn Godfrey, die ze voelde, zeide verwon
derd, dat hot wel ijzeren staven geleken
„en met een prima werkend stel hersens, en
het land schreeuwt zoowel om hersens als
om spieren en ik zal krankzinnig worden,
als ik het beste, dat in mij is, niet [geven
kan. Maar tegelijkertijd ben ik niet meer
dan een pas geboren kind. Ik ben versuft
door alles. En ik heb jou en Marcello en
Quong Ho. om voor tc zorgen. Wiskunde
on ChineescHe geleerdheid kunnen naar do
maan loopen. Alleen jullie vieren komen er
op aan
•Vieren?"
„Ja. vier. Jij, Marcello, Quong Ho cn Enge
land."
„Dat is een hcele collectie, sir" lachte God
frey. „Maar ik kan heusch voor mij zelf
zorgen. Mij kunt u wel Uitschrappen."
Baltazar liet zijn hand zwaar op het kleine
tafeltje vallen. „Ik laat me liever hangen
dan dat ik dat doe!" En tegen den kellner,
die eenigszins verschrikt toeschoot. „Ja, thee.
Chineeschc thee. Potten vol!"
HOOFDSTUK XIV.
Baltazar had zijn vriend Burtingshaw go-
vraagd hem een betrekking aan de hand
te doen, waarin hij zijn gaven ten nutte van
liet land zou kunnen aanwenden. Burtings
haw. een man zonder eenige phantasie, had
hem aangeraden zich aan te sluiten bij dc
National Volunteers. Maar Baltazar. die
niets vuriger verlangde dan zijn vaderland
t> i' i.iei!, had gelachen om dien taacï en
besloten tc wachten totdat zich iets voor
deed, waarvoor hij zijn diensten zou kunnen
aanbieden.
Inmiddels moest hij voor zijn eigen huis
houden zorgen. Ilij begon do operaties dooi
zuil aardschc bezittingen (die makkelijk
plaats vonden in één kotior en een groot,
in bruin papier gewikkeld pak) over tc
brengen naai een comfortabel hotel in Go
claiming, waardoor hij tegelijk dicht bij God
frey en Marcello was. Ook was de rust van
een afzónderlijke zitkamer in een landelijk
hotel zoo bevorderlijk voor bepaalde studies
die professor Weatlierley. een uitshkendo
gids in den wcrcldchaos, hem had aange
raden. Heel tevreden en voldaan nar. hii zijn
intrek in Godalming, Hij had van Quong
Ho een brief gekregen in onberispelijk. Cice
roniaanse» Engelsch, waarin hij nie-.Jde, dat
hi| een heel eind voortgeschreden was op
den weg naar volkomen hei-stel ei. binnen
enkelo dagen in staat «ou zijn dat -• dóén
wat het zijn hoogvereêrden meester gelieven
zou hem te bevelen. Toen hij zijn hoeken
en brochures den iifhóud van het groots
pak uitgepakt had, ging hij aan Quong
Ho zitten schrijven. Een kamer in lief Hotel
te Godalming was ter beschikking var:
Quong IIo, zoodra hij in staat zou zijn oia
tc reizen. Het zou een prachtige gelegenheid
voor hun zijn om Godfrey dikwijls te ont
moeten. Zij moesten broeders zijn. die elkaar
zouden helpen. Godfrey- met zijn groote kon
nis van het moderne leven, maar nog een
neophyt in dc wiskunde, aangezien hij nog
móeite had met zulke kinderachtige pro
blcmon als de elementen van Rigid Dyna
mics; Quong IIo daarentegen een neophyt
in de wetenschap van het moderne leven,
maar vergevorderd in de wiskunde. Hot was
heel gewenscht, zoo schreef hij. dat Quong
IIo's uiterlijke verschijning voor zoover als
dat ging, (geheel Europeesch en zijn klecdij
onberispelijk was.
(Wordt vervolgd.)