Het ziSveren hcrSog©.
De ruhriak van Oom Karei.
't Is zoo'n lieerlijk weer ik lieb warem
pel het raam wijd open en daarom geef
ik mezelf eens een extratje. En weet je wat
dat is? Ik schrijf nu eens niet een heel stuk
vooraf, maar laat jullie vandaag eens zelf
aan 't woord, 't Is toch ook jullie krant.
Alleen dit nog: het spijt me van het
tweede raadsel, het plaatsje Aalst ligt in
N. Brabant er niet in Noord-Holland. Ik j
had het niet nagekeken, want ik heb werke- j
lijk veel werk met jullie krant en dan denk j
je daar niet alt.'jd aan. Maar volgende keeren
zal ik alle raadsels, die ik krijg, zelf eerst j
oplossen en goed nakijken.
Verder dit: Schrijft jullie naast je schuil
naam ook je gewonen naam en adres in den
brief, die vergeet ik wel en ik kon ze eens
noodig hebben, als iemand den prijs ge
wonnen heeft.
En ten iaafste heb ik een nieuw idee.
Heeft iemand konijnen of poesjes of an
dere beesten, die hij weg doet en waar hij
geen baas voor weet? Laat hij het mij dan
opgeven, dan zet ik den naam in de „Die
renboek" en vast komt er dan wel een
nieuw baasje voor Mimi, of Juck of Moortje
of Witje. Vindt jullie dat geen goed idee?
Zoo kun je in de kinderrubriek voor alles
terecht.
En gaat nu maar weer aan 't lezen en
flink aan 'f oplossen van de raadsels. Ze
zijn nu extra gemakkelijk, juist omdat jullie
er vorige keer zoo'n werk mee gehad hebt.
Gelukkig! ze had licht eu nu durfde ze altijd: Mijnheer? Volgende keer antwoord ik
wel. Vlug liep ze dan ook naar boven, jou: beste Juffrouw.
Maar, of het kwam door het vlugge tonnen. Wat schrijf je mef mooie duidelijke Iet-
of door de tocht. opeens ging de kaars ters, ik wou, dat ze dal allemaal deden, ik
uit en daar stond Marietje in 't donker. Ze kon liet zoo gemakkelijk lezen. Of was je
liep nog een paar passen verder, maar, wat er mee geholpen?
er toen gebeurde, dat was zoo verschrik- 1 J a a p V. Nou, zoo gemakkelijk waren de
kelijkl Daar viel iets op haar hoofd. „Moe- raadsels niet. Wat zal ie ze deze keer ian
der, moeder, een spook! een spook! Moe- gauw kunnen oplossen. Je raadsel i ik
der, kom toch gauw!" schreeuwde ze. Nu, goed bewaren, met het mooie weer zal ik
jullie be,"rijpt, dat moeder de trap opvloog. wef heel wat minder gestuurd krijuen en
En heusch, ik iok niet. maar het spook zoo houd ik tenminste voorraad.
was... een oude sok. Hii was van het lijntje
gevallen, net toen Alarietje er onder stond.
Ze zag het ook, toen moeder de kaars v eer
opgestoken had en ze moest zelf lachen,
dat ze van een oude sok zoo geschrokken
was.
„Nu zal ik nooit meer bang zijn voor een
spook, hoor moeder!" zei ze.
L u c i e. Wat zul ie genieten, als ie
vacantie hebt en 's morgens van het zon
netje op jé kamer kunt genieten. Ik ben
- ie adres kwijt, maar woonde jij niet in de
Bernulfusslraat? Je woont daar 7.00 lekker
builen en 't zijn allemaal zulke leuke hui
zen. Ik weef niet precies, waar die school is.
Schrijf me dat nog eens en denk dan vooral
Of ze woord gehouden heeft ik weet je naam en adres ook in de brief te zetten
DIE ARME WOLF!
het niet.
Wat denkt jullie?
TANTE RIEK.
CORRESPONDENTIE.
L o e s j e L. Vorige keer kon ik niet
meer antwoorden, omdat ik alles al naar den
drukker gestuurd had. Woensdag gaat alles
alt'jd al weg. Waar was je dien Zondag
naar toe geweest, daar schrijf je niels van,
je briefje was zoo heel kort, en ik heb zoo'n
idee. dat je vast wel eens iets te vertellen
hebt.
J 0 Z. Jij zult ook al uitgekeken hebben,
of ik je wat terug te schrijven had. Maar
't was er ook te laat voor cn daarom begin
ik nu eerst aan jullie, 't Zal een verrassing
zijn ,als je nu opeens je naam ziet. Lcc-s je
enveloppen verscheur ik meestal direct,
't wordt anders zoo'n rommel.
Uk H. Nee, gelukkig ben je nog niet,
maar je moet maar rekenen, zoo zijn er
meer en altijd is en maar één, die een pr.iis
wint. Het werk zelf van 'hei oplossen is toch
ook al prettig, je geeft me een leelijk standje
over de raadsels, geloof ik. Ja, ik krijg ze
ingestuurd en kijk ze dan niet altijd heel
secuur na, of ze wel heclemaal goed zijn.
Daar vertrouw ik dan maar op.
Op school kunnen ze je ook moeilijk Uk
noemen, als je groot bent. Stel je eens voor,
als je later, als je oud bent geworden, ook
zoo genoemd werd. De brievenbus is heel
gemakkelijk te vinden, een spleet in den
muur naast de deur van het bureau.
P i e t B. Jaap is ook een neefje van me.
Gezeilig, dat jullie samen kunt gaan. Krijg
ik ook eens een brief van Henk? Jullie hebt
al heel wat van de wereld gezien. Zoo'n
ik denk ook niet dat het op aile vaders van
mön neefje en nich.i.'f- sloeg.
J) 0 o r n r o 1 s i e. Die tiid komt mt aan.
Is lu nu niet de knikker tijd? zie ze zoo-
veel op traaf bezig. Hoe we:! jullie dat
toch, dat ie nu weer de knikkers voor den
dag kunt halen en wanneer de hoepel en de
tol enz.?
A I i d a v. N. Denk jij er om, ie naam ook
in de brief te zetten? Wat een keurig post
papier, dat rose, echt voor een m osje.
W i I I e m B. Nu weet ik toch jou schuil
naam niet meer, was het niet de naam van
een duif? Ik hoor er zoo veel en dan \erwar
ik ze wel eens. Krielkippen zijn leuk, je moet
zoo'n haan er van hooren kraaien, zoo heel
hoog.
Je hebt 111e nog nooit eens verteld van
de mooie muziek, die ie thuis altiid hoort.
Dat kwain ik toevallig te weten. Wat weet
ik toch alles, hè? Pleizier met liet boek, ik
kan me begrijpen, dat het een verras
sing was.
G e r r i t S. Dus je hebt pleizier in de
Kinderrubriek? Het verhaal zal wel weer
gauw doorgaan, 't is jammer, hé, om een
paar weken te moeten wachten. Heb jij ook
eer.s een verhaaltje?
Waar heb ie die Fransche les, vind je
het jirettig?
L i e s D r. Nog net even een woordje. Er
was nogal een nichtje, dat naar Arnhem was
geweest, ben je met haar meegegaan?
Wim v. G. Probeer toch telkens maar.
ja, er ziin vaak meer dan een oplossing te
vinden.
Een vos was in een kuil gevallen, die een
boer gegraven had, om er wolven in te
vangen.
„Och, och." mopperde Heintje, „wat heb
ben de menschen mij toch leelijk te pakken!'
Toen h.z zoo aan het mopperen was, viel er
opeens een groote wolf naar beneden. „Ha. I
ha, koin je mij gezelschap houden?" spotte
Reinjjc. ,Dat is echt aardig van ie!"
„Ja, spot er maar mee, „riep de wolf boos j
terug en hij zuchtte eens diep.
„Waarom zucht je, vriend?" vroeg Hein
tje weer. 1
„Wel, ik zat juist zoo'n fijn stuk wild
achterna, toen ik in de kuil viel," was het
treurige antwoord.
Op het hooren van deze woorden moest
Heintje zóó lachen, dat de tranen hein over
de wangen liepen. Toen liet lachen wat be
daard was, begonnen de twee er eens over
te denken, hoe ze uit de kuil moc-sten komen.
Eindelijk sprak Heintje: „Waarde vriend,
jij bent grooter dan ik, probeer eens, of jc-
met je vuorpooien op den rand van de kuil
kunt komen. Ik heb het al eens geprobeerd,
maar het lukt niet."
De wolf deed, wat hem gezegd was, maar
hii dacht niet aan Reintje. Deze nam een
sprong, zoodat hij met zijn vov>rpooten op
den kop van den wolf kwam. En één, twee,
drie was hij de kuil uit.
De wolf. die door den schok op den
grond was gevallen, keek eerst verwonderd
rond. Maar toen hij de spottende stem van
Reintje hoorde, die hem toeriep: „Doe mij
dat eens na, als je kunt!" en daarna weer
zóó lachte, dat zijn buik er van schudde,
toen wist hij weer, wat er gebeurd was.
O. wat was hij nijdig!
„Zal ik den boer gaan halen?' vroeg
Reintje. „Die zal je er we! uithalen!'' Maar
Reintje hoorde wat geritsel, en weg vlucht
te hij, hals over kop. Den boer gaan halen
heeft hij nooit gedaan, want zelf was hij
veel te bang.
Zoo had Reintje door list zijn leven ge
red. Die slimmerd!
(Ingez. door Zus CL)
DE IJSBAAN.
De ijsbaan is een groot vermaak
Waar iedereen zoo vaak
Op rijde:: it. als 't vriest.
En ieder die kiest
De ijsbaan. Kom, wie gaat er mee?
De kinderen gaan som^ met hun slee.
Ze blijven, zoolang het zonnetje schijnt
En gaan naar huis, als dat verdwijnt.
(Ingez. door Mieke v. D.)
zoo graag, ik hoop, dat je dan gauw eens
een boek wint. Ja, daar zijn Sinterklaas cn bootreis, daar herinner je ie toch zeker nog
verjaardagen mooi voor. Zoo krijg je 11a- j v-c'l iets van. We gaan allebei op dcnzclf-
tuuriijk een heele verzameling langzamer- Óen tijd de deur uit. 'i Wordt nu heel wat
hand. Fouten komen er noga! eens voor in 1 prettiger, nu we den mooien tiid veer krij-
I uitge-gen, hè?
W y pke K v. Ja, hoe wistik dat nu. Oom
K'arcl weet veel, dat heb ie gemerkt? Was 't
prettig, die verjaardag? Volgende keer neem
ik jou r. idsel eens, waar heb je het uitge
haald, of staat het '111 dat bock van Henriiitte
de krant, maar tij hebt ze er zelf al
iiaald, merk ik. Dit cijfer was trouwens ge
makkelijk in te vullen.
Duitje. Je ziet, ik heb al wat geplaatst
Je hebt een heele voorraad gestuurd, daar
kan ik nog eens meer uit putten. Maar ik
had moeite het te lezen, denkt er om. Oom j Blauw. Ik ben wel bang, er moeiliikheden
Karei is al o-.td en heeft slechte oogen, I mee te krijgen,
hoor! Maar je hebt zooveel ingestuurd, dat1
ik je dat niet kwalijk neem.
Georges B. Pus was je blij met de
postzegels? 't Was dikke enveloppe,
ik had er maar van alles wat ingedaan. Je
raadsels zijn eigenlijk heler voor de mop
penboek. ik denk. fist cie meeste kinderen
ze niet zullen vinden, en ik ben een beetje
bang geworden, nu ik zooveel klachten heb,
dai de raadsels te moeilijk zijn
G e r a r d L.
OPLOSSING DER VORIGE RAADSELS.
I. kaal, paal, zaal, maal.
II. Dagblad met d, mat, regen, dagblad,
Aalst, pad. d. (maar ik heb dit raadsel niet
meegerekend en nei gedaan, of er maar
twee raadsels waren).
III. „Amersfoortsche Kei" met: roos,
Kees, fiets, arm, schaar, kat.
Het lot heeft beslist en Gerrit Landman
het boek toegewezen. Laat hii Maandag het
boek even komen halen aan het Bur. van het
Dagblad, Achter Arnhemsehe Poortwal 2a,
het ligt dan klaar voor hein.
NIEUWE RAADSELS.
1. Welke man wordt nat. als men hem
omkeert?
(Ingez. door Kikkertje).
II. Met m ben ik een riviertje in Noord-
Brabant.
Alet p ben ik een groote tuin.
Met h ben ik een tuingereedschap.
Met b ben ik een zeilschip.
(Ingez. door Eekhoorntje).
III. Mijn geheel bestaat uit twintig let
ters, die vijf woorden vormen.
In I, 2, 17. 3 wandelt men graag.
20, 13, 9, 15 wordt men, als het warm is.
Met 7. 14. 18. 16 eet men.
10, 6. 16 heeft ieder mensen.
11, 2, 16, 12, 3 doen kooplieden.
2, 17. 18 gaat naar de dorschvlner.
(Ingez. door Dick).
M i el: c v. D. Miekc de tippelaarster, zoo
noem ik je, want wat kun jij loopen. Dat
was een heel eind voor je, hè? Als je op je
schoenen zou moeten letten, zou je geen
pleizier van het wandelen hebben. Jij zit
heerlijk builen, wij, menschen in de staü,
moeten altijd een eind loopen voor we bui
ten zijn. Alaar daar zie ik ook nooit tegen
op. ik wandel ook graag. De mooie tijd
- komt er nu weer voor. Schrijf me maar
0 r,?. r l* Louis een vrindje van je. j vaai( van je tochfcn. Moet je altiid heelehiaa!
Dus jullie spreekt wel met elkaar over de „aar de schoü, in p|;i,Us0en?
raadsels. Wat (.e een met veet. weet mis- Appelbol. Ik weet je echte naam en je
schiep, de ander. .It heb 1111 twee brieven van ajres nje( nleer jjje m0et ie er toch altijd
je, die van vorige .ccer ook "og. Ik hoop maar bijschrijven, want als je een prijs ge-
dat je nu dat verhaal weer vindt, t is nooit worm„n hebt, moet ik die toch weten. Leuk
zeker, hangt er van ar, of er nog plaats- j van djp das je schtjnf knap in het raadsel-
ruimteis. Maar nu wordt het toch weer j op!(,.„en (e zi)I- 0f-r lukkicg, als er geloot
eens .';d, vind ik ook. Andeis ben1 je hetword( jp hoop, hu mij ook eens.
voorgaande al heclemaal vergeten. Of knip
je elk stuk uit? Dai was eigenlijk nog hel 1 A1 S t. Ik vtnd_ het ook erg vervelend,
beste. Haakje Maandag het bock even. f's dc raadsels verkeerd zijn. Maar ais je
Goudroosje. Je moet er ook opzet- /e gestuurd krijgt, denk je toch dat ze goed
ten, dat de brief voor mij is, „aan de redac- j 211 zou ]l)'V °.oen- alg
tie" alleen, dan weten ze niet voor wie liet!, Ik g""" het heelt*kruisraadsel niet inee
is en zou de brief wel eens kwijt kunnen 'a*en t?"en en laten loten ondei de goede
raken. Dank je voor je raadsel, er staan oplossers van de twee andere raadsels, /oo
niet alle cijfers in genoemd. Zal ik cr maar zle. 'e! ,aT g SeKaan ls-
een paar bij verzinnen? Schrijf me dat vol- 1 Jc ',ebl ee" j? moeten maken.
gende keer maar eens, Ik vind het aardig en 1 Ho() Vlnu ,!e Js",ier'"?n'"1
- - - De drukker heeft die letter ver-
vergeefs
Ik
Ijebt. Wat leuk, dat jullie ook uitgenoodigd
waart. Zulke buren, daar heb je nog eens dat a.r
wal aan. Was het allemaal in het Dtiitsch j. g3,,J'J w°ori' ook ai zoo heclemaal
en kon je het dan we! begrijpen? Dat too- Dl,"cn? gn,Jd lk >',b om g mop
neelstukje? Volgende keer eens een mop, moeten lachen, ik vino hein veroazend
dal was een handig jochie, zeg! ?ar, r??1(J8t'!.,s me' volledig, er.ont-
K i e k i e K. Jammer, dat ik weer niet van j breken vcrschiLvnae ctjfeii- aan. il jij het
jou kan plaatsen. Ik vond dit raadsel heel aanvullen, of zal ik het eens doen? Het is
aardig, 't is weer eens wat anders als de
gewone letter- cn kruisraadsels. Als het van
mij afhing, zou ik het ook graag plaatsen,
maar het trapezium kan zoo moeilijk in de
krant afgedrukt worden, daar komt zoo
veel bij kijken, dat we dat inaar niet zullen
doen. Jammer anders. Afaar 'k wed, dat jc
nu voor de derde keer inet iets aankomt,
waar geen bezvzaren voor bestaan.
Zoek maar eens.
José dc Slaper. Ben jij zoo'n slaap
HET SPOOK.
Afbrietje was een best kind, maar vrees
lijk bang in donker. Moeder kreeg haar nooit
in donker naar een andere kamer, zelfs niet
in de gang.
Eens zei moeder: „Hier, Marietje, heb je
een kaars, ga even naar de zolder en haal
eens een paar lurven voor me."
aanvullen, of zal ik hel eens doen? Het is
anders heel goed. Ga eens naar K'ekie K.
voor postzoTeis.
Elsje F. Vindt je het niet jammer, om
al dit jnooie postpapier aan mij te sturen?
Ik vind dit ook weer erg aardig en kan cr
een ander klein kindje weer pleizier mee
doen. Waar ben je naar toe wezen wande
len?
H e 11 n y E. Je begreep zeker wel, dat jij
bedoeld was en niet een zekere mijnheer
Henry, zooals er verkeerd stond. Op die
kop, dat je zoo'n mooien schuilnaam hebt?, kleine foutjes moet ie maar niei letten, i:
Van je zusje krijg ik ook wel eens een brief. maakt het wel uit het antwoord op, 01' h:t
dat zal tenminste wel een zusje van je zijn. voor jou is of niet. Fijn. dat je weer beter
't ls leuk, kon.öncn ie houden, ik heb ze zelf bent, geluk gevvenscht, Het versje mag ik
ook wel gehad en dan kun je zoo'n pleizierniet uit dat boek overnemen,
hebben, als ze ie maar aankijken en maar j Nelly P. J-i hebt me heel iv.r standjes
met hun mond bewegen, net of ze heele i bezorgd met je (out. Aalst ligt iu Noord-
verhalen tegen je zitten te doen. 't Ziin zulke Brabant. En ook de zesde rij had ik moe-
verstandige beentjes soms. Jammer, om ze ten veranderen, want daar had je een ver-
's winters weg te doen. Ik reken dan op je. i keerde letter gebruikt. Jammer, dat het zoo
als het zoover is, dan zetten we het in de I misgeloopen is. ik >ind die kruisraadsels
Kinderrubriek en dan is er vast wel het j anders erg aardig. Gelukkig, dat je weer
een of ander neetje of nichtje, dat dolgraag beter bent. Dus was je ook bij Lucie op
een konijntje wil hebben. verjaarsvisite, 't was zeker leuk.
Koekoek. Dus weer een nieuwe neef. Generaal Tom po e s. Jij houdt ze-
welkom, hoor. Ik hoor telkens weer nieuwe 1 kor veel van tompoezen, niet? Hoe ltoin je
namen. Doe maar flink mee. je hebt veel te aan die mooien naam? ik ben benieuwd, dat
lezen en 't is leuk werk, de raadsels op te i eens te hooren. Goed, dat ie 111c nog eens
lossen, ze zijn lang niet altijd gemakkelijk, j aan de postzegels herinnert, ik had het an-
daf zag je aan het kruisraadsel. ders glad vergeten.
Zus Cl. Leuk. om je verhaal in dc Wat wou je eigenlijk in dai vragenhoekje
krant ie zien. hè? Je school is er nu niet zelten? Ik begrijp ie bedoeling niet goed.
zoo heel dicht bii, maar jc zult zeker wel j Willy de G. Daar kan ik je net nog
vriendinnetjes hebben, waar je mee samen- j even antwoorden. Ja, ik vind die boeken ook
kunt gaan. Heb je ook meegedaan op de mooi. Ik heb heel wat nichtjes op de .Meis-
1-11t. 11,..„^1. -».„t,
glijbanen van het straatje !an"s de school
naar het hek langs de beek. 't Was cr soms
gevaarlijk glad. maar dat vindt jullie na
tuurlijk juist fijn, maar ik ben er wel eens
voetje voor voetje over gestrompeld en
hield me krampachtig aan het hek vast.
Volgende winter moet je daar maar eens op
letten, don weet je meteen, wie Oom Ka
rei is.
Driehoek. Ik merk wel. dat het mooi
weer is. Want er ziin heel wat minder brie
ven gekomen. Ja. dat is een mooie wande
ling. Je kuni hier toch zoo heerlijk wandelen.
Ik zoek altijd de mooie vergezichten op, dus
ga vanzelf meer den anderen kant op. Nog
we! bedankt voor de plaatjes.
J e a n n e K. Zeg, schrijf j.ii aan een Oom
jcsschool, jullie weet het zeker wel van
elkaar. Lag van de week de sneeuw nog in
jullie tuin, leuk, hé, zöo'n huis, dat je al
kleiner en kleiner ziet worden.
Atargreetje K. Wat zitten al die vo
geltjes gezellig te zingen, je hoort ze bui
ten nu ook al zoo, maar daar zingen ze al
lemaal hun liedjes uit het hoofd. Vond je de
raadsels zoo gemakkelijk, ik kreeg juist veel
klachten, dat ze zoo lasting waren. Je hebt
Zondag een heele tocht gemaakt, 't Was ze
ker mooi, ben ie over Ede gegaan? Volgen
de keer neent ik jou raadsel, ik heb het er
op gezet, dan vergeet ik het vast niet; dat
van die centen is heel lastig hoor, dat zóu
ik ook niet zoo gauw gevonden hebben.
Piet W. Je vader is nog maar gelukkig,
door
C. JOH. KIEVIET.
(Slot.)
Daar gingen wel We zwaaiden met armen
cn bceucn, of het molenwieken waren, en
wc vlogen over de baan «als pijlen uii een
i boog. Wc bleven naast elkander en konden
geen van beiden eenig voordeel behalen.
Maar hij het einde van de baan boog Karei
zich nog iets meer. voorover cn spande al
zijn krachten in. Toen reed hij mij een wei
nig vooruit en bereikte het eerst den eind
paal.
Ik had den strijd eenmaal verloren. Karei
werd luidruchtig toegejuicht, en ik kreeg
tranen in mijn oogen van spijt en teleur
stelling. Al mijn kans op het prachtige hor
loge was verkeken, dat begreep ik wel, en
ik kraste nijdig roet mijn schaats diep in
het ijs.
Opeens schoot mij een middel te binnen,
om tóch den prijs meester te worden. Wei
voelde ik, dat,het een zeer leelijk npddel
was, maar daar dacht ik op dat oogenijlik
niet over. Het prachtige zilveren hórlogo
moest en zou hec mijne worden, hoe het ook
eing.
Karei Lardorf was een eindje buiten het
gedrang gegaan, om wat op adem te kornep
Met enkele streken was ik hem genaderd
Hii keek mij vriendelijk aan, en zc:dc:
„Dat heb je verloren, Frits, maar t was
een eerlijke strijd."
„Ja.' zei ik kortaf, „maar als i k den prijs
niet win, zal het niet lang geheim blijven,
wie de ruit in de school stukgegooid .heeft
Nu rnoet jij zelf maar weten, wat jete doen
staat."
Ik zag, dat Karei mij met groote, verbaas
de oogen aankeek. Toen betrok zijn gelaat,
cn hoorde ik hem zeggen:
..Dat is laaghartig!" En met verontwaardi-
ging liet hij er op volgen: „Maar het je la
ten winnen doe ik nooit, nooit, versta
jc!"
Ik stoorde mij echter niet aan zijn toorn,
en reed naar het begin van dc baan terug.
Een poosje later verscheen daar Karei
ook, die mij onophoudelijk aanstaarde. Ein
delijk boog hij zich naar mij over, en fluis
terde mij in het oor:
„Ju zult het winnen, Frits. Wees genrt."
Blijkbaar had hij zich bedacht en behield
dc vrees voor de straf, dat hij de ruit ge
broken had, de overhand op zijn begeerte,
om liet fraaie horloge te winnen.
„Voorwaarts!" klonk het ons toe.
Wij reden af, ik zoo snel ik kon, cn al
spoedig bemerkte ik, dat ik Karei achter
mij gelaten had. Ik hoorde 2ijn forsche stre
ken wel dicht achter mij, maar gereiUte toch
het eerst den eindpaal.
Weer klonk een luid gejuich, nu ter mijnei
eer, macr het stemde mij volstrekt niet vroo-
hik. Ik durfde Karei niet aankijken en
haastte mij, zonder op hem te wachten, naar
het «andere einde terug.
Met een \crdrictigcn trek om den mond
en cle oogen verwijtend op mij gericht, kwam
ook hij daar spoedig aan.
Wij stonden nu gereed voor den laat sten
rit, want daar wij er elk één gewonnen had
den, zou doze beslissen, wie den prijs zou
wegdragen:
„Houd je goed, Frits!" riepen sommigen
mij toe. 1
„Maak, dat je het wint, Karei!" riepen
anderen. „Een zilveren horloge is geen klei
nigheid!"
En ik zette af, zoo snel ik kon. Weer hoor
de ik KareTs krachtige streken vlak achter
mij, en ik wist, dat hij het winnen kon, als
hij wilde. Maar ik had hem in mijn macht,
en hij durfde niet.
Ik reed de tent voorbij, waarin hot horloge
hing. Ik meende het zelfs ie zien hangen on
wist, dat het weldra in mijn bezit zou zijn.
Maar opeens schoot het mij te binnen, dat. ik
het dan gestolen zou hebben, ja, dat ik
het zelfs ontstolen zou hebben aan een ar
men jongen, voor vvien de schat nog veel
grooter moest zijn dan voor mij. En plotse
ling ontwaakte mijn betere natuur in mij,
en werd ik met afschuw vervuld voor de
slechte daad, die ik op het punt stond te
plegen.
Nog lag de halve baan voor ons en stond
het in mijne macht een eerlijke jongen te
blijven. Snel hield ik mijn gang een weinig
in, zoodat Karei, die daar niet op verdacht
was, mij in minder dan geen tijd had inge
haald.
„Karei!" riep ik hem toe. „ïk wil zóó hot
horloge niet winnen, hoor je 't. Karei ik
wil niet. Voorwaarts! Jou komt de prijs
toe. en niemand anders!"
Karei keek mij verbaasd aan, maar wel
dra helderde zijn gelaat op.
„Meen je dat, Frits!" vroeg hij verheugd.
MOPPENHOEK.
Een lastig geval.
„!k kan me maar niet herinneren, waar
ik mijn bril !?eb gelaten", zei de man.
„Heb je er dan al eens naar gekeken?"
vrceg-de vrouw.
„Nee, d't za! ik doer, als ik hem vind.
want zonder bril kan ik niet zien bij het
zoeken", was het antwoord.
(Ingez. door Driehoek).
1 Een paar Spaansèhe paardenkoopers
kochten bij een Hollaridschen boer een paar
I paarden. Een poorjc later zei de boer tegen
zijn knecht: „Klaas, breng jij de kwitantie
eens even naar die heeren".
„Ja baas, maar ik ken geen Spaansch",
1' zei de Klaas.
„O, daar is niets aan", zei de boer. „Je
zegt overal maar -os achter, b.v. Sinjeurios.
zijnos dc kwitanties",
j Toen zei dc knecht: Ja-os".
(Ingez. door Jaap V.)
Opstel van een klein jog-
gie (van een paard).
Een paard heeft vier pooten, aan iederen
j hoek één.
Ze hangen tot op den grond: z'n staart
j staat van achteren in het midden.
(En van een kip).
Een,kip heeft van achteren een staart en
j van voren twee oogen, éen rechts en één
links. Als hij blind is, kan hii toen het graan
zien. Een kip le^t eieren, soms zijn ze zacht
en soms hard. Als hij verkouden is, legt hij
windeieren.
(Ingez. door Duifje).
Heer: „Wel beste jongen, zou je me voor
een dubbeltje willen zerrgen, waar ik de
Amstelbrug kan vinden?"
Jongen: „Graag, mijnheer."
Heer: „Nu, waar is ze dan?"
Jongen: „Over cie Amstel, mijnheer."
(Ingez. door Hendrik v. d. B.)
Mar: „Zeg, Jopie, schrik jij we! eens voor
een donders'.pg?"
Jopie: „Nee, wel er na..
(ingez. door Louis N.)
De meester vraagt aan een meisje in de
klas: „Maak eens een zin met het woord
niettegenstaande".
Het meisje antwoordt dan: „Mijn broer
draagt altijd liggende boorden, want hij
kan niet tegen staande".
(Ingez. door Dora M.)
De knappe kapper kapt knap, maar de
knecht van den knapper kapper kapt nog
knapper dan de knappe kapper kapt.
(Ingez. door Henny E.)
„Ja, ja, vooruit maar! Zoo hard je
kunt!"
Karei vloog voorwaarts, en lustig zijn pet
boven het hoofd zwaaiende, bereikte hij het
eerst den eindpaal. Hij had het horloge ge
wonnen!
Ik was de eerste, die hem de hand drukte,
om hem te fclicitoeren, cn ik voelde mij
recht gelukkig, dat ik mijn booze plan niet
ten uitvoer had gebracht.
„Van ganscher harte geluk er mede. Ka
rei!" zei ik. „Een oogenblik bon ik voor dc
verleiding bezweken, maar ik ben blij, dat
ik het verloren heb. T Zou een gestolen
li or loge geweest zijn."
Karei drukte mij vroolijk de hand. Nooit
heelt hij aan iemand verteld, wat er dien
middag tmschcn ons is voorgevallen. Maar
nog altoos bewaar ik het bock, dat mij als
premie werd uitgereikt, als eene gedachtenis
aan dien godenkwaardigen middag in de
KersLvacantie.
£Ds 't Mei is.
i
Als 't Mei is, komt cr zonneschijn
En bloeit de goudenregen.
Als 't Mei is, zal ik jarig zijn
Dan ben ik grootal negen.
Als 't Mei is. weet je, dan misschien
Kan onze Bertie loopen.
Dan ga ik met mijn kleinen broer
j Zijn eerste schoentjes koopen.
Als 't Mei is, komt de ooievaar,
1 Die weet zijn nest te vinden
Een lijstertje zingt blij een lied
1 Daar buiten in de linden.
Als 't Mei is, gaan de zieken uit.
Die zijn dan ook genezen,
Don mag ik spelen in het zond,
j Wat zal dat prettig wezen I
Als 't Mei is, dan gebeurt er veel,
1 Waarvan 'k nu nog moet droomen,
Monr 'k wept de winter gaat voorbij
En Meimaand zal vost komen 1
TRUUS SALOMONS.
RUILHANDELHOEKJE.
.Dora Mulle r, Leusderweg 297, verza
melt postzegels. Zc schrijft dat de meesten
het wel te ver zullen vinden, om er naar
toe te gaan ruilen, 't is dichtbij Oud-Leus
den. Maar ik lees zooveel van wandelingen
maken, dat vast wel eens een daar in dc
buurt zal komen en dan zijn dubbele post
zegels kan meenemen.
H e n d r i k v. cl. Rer g. Veriioevenstraat
36. heeft Verkade plaatjes cn wil er graag
Pleinesplaatjcs voor in de plaats hebben.
Hij geeft 11 plaatjes tegen 9. Vorige kee
ren waren er liefhebbers van Verkaclc-
plaatjes. Laat zc dan nu hier gaan ruilen.
K i e k i e K a tvan Maerlantlaan 7. heeft
postzegels voor hen ,die cr pas mee begin
nen. Ik den!:, dat Maandag de v. Maerlant
laan zwart staat van kinderen, d:e allemaal
postzegels komen halen. Ik kom vast eens
luiken, of 't zoo is.
Nico de V. 'Heb ie nu ,n1 een boek ge
kregen? Anders zal ik nog wel eens schrij
ven. Kom 't dan van de week maar even
zeggen.
DIERENHOEK.
Alle poezen, honden, konijnen enz. die een
'nieuw baasje zoeken, worden verzocht, hun
adres op te geven.
OOM KAREL,