KINDERRUBRIEK xxxxxxxxx x Da rubriek van Oom Karei. Nu we morgen en overmorgen de Paasch- dagen hebben en je overal in de winkels de Paaschkippen en de gekleurde eieren ziet lig gen, zal ilc eens een verhaal van de Paaschkip vertellen, 't Is al heel heel lang geleden ge beur d en nu ben ik vergeten waar het was, in welk land, in Nederland of ergens anders, maar ik denk wel, dat het de eerste Paaschkip zal geweest zijn. 't Was bij een boerenvrouwtje, dat het heel arm had en in een heel klein boerderijtje dicht- bij een groote stad woonde. Maar 't vrouwtje vond dat heelemaal niet erg, zoo arm te zijn, want ze had een paar leuke kleine kindertjes, een blond meisje en een heel zwartoogig jon getje en als ze die maar zag, dan voelde ze zich zoo gelukkig en zong een vroolijk liedje en liet even haar werk rusten, om de kinderen te gaan knuffelen. Zoo was ze weer eens druk bezig aan 't wasschen; de mouwen ver opgestroopt, stond ze maar te wringen en te wrijven voor de waschtobbe, zoodat de vlokken zeep in 't rond vlogen. Daar komen opeens de kinderen naar haar toe loopen: „Moeder, kom eens gauw". En samen loopen ze op de teenen naar het raam en zien daar binnen op de tafel de grooto witte kip rondloopen en telkens pikt ze in de suikerpot. Moeder was boos en gauw joegen ze de kip weg, dat begrijpen jullie. Maar zy en de kinderen waren nog niet goed en wel weg. of daar sprong de kip weer op de vensterbank en wip op de tafel, tot het weer gemerkt werd en de kip kakelend een klap moest ont wijken en naar buiten vliegen. Moeder schrok, toen ze zag, dat de suikerpot leeg was en ze had heelemaal geen suiker in huis en geen geld ook meer, dus moesten ze het van de week maar zonder suiker doen. Nou, zoo erg vonden ze dat niet, en pret makend om die leuke groote kip, die zoo'n lekkerbek was en de heele suikerpot had leeggepikt, gingen ze hun boterham eten. Maar 's avonds, toen moeder naar het kip penhok ging om te kyken, of er eieren waren, schrok ze heel erg, want, daar zat dc grooto kip en toen die opvloog, lagen er een paar groote rose eieren in het nest. Moeder begreep niet. wat dat beteekencle, ze had nog nooit zulke eieren gezien, en de kinderen kwamen er ook by. De eieren werden aan alle kanten bekeken en het kleine meisje rook er eerst eens aan en toen likte ze met haar tong even er langs. „O, moeder, dat is suiker." Toen za gen ze het ook, het waren suikereieren en in een nest verder lagen er nog meer. Allemaal groote en kleine, rose en witte suikereieren. „Daarom wou die groote witte kip dus zoo graag van do suiker snoepen, hé jongen3?" zei moeder en ze lachte van pleizier. De volgende dagen lagen er aldoor maar meer suilcercieren in 't hok en de menschen in de stad kwamen het al spoedig te weten, wat er voor wonderlijks by het arme boeren vrouwtje was gebeurd. En ze trokken bij troe pen naar het boerderijtje en kochten voor goed geld de 6uikereieren en omdat het juist tegen de Paschen liep, noemden zy ze Paascheieren. En veel jaren later, toen de boerin allang dood was en de groote witte kip ook, werd er nog vaak in de stad over de wonderkip gespro ken en 't was toen weer eens in den Paasch- tyd. dat men besloot een beeld op te richten. En op do markt van het 6tadje verrees toen een marmeren beeld, dat een groote witte kip voorstelde op haar nest en er omheen lagen allemaal eieren, rose en witte. En nu zie je in de winkels nog overal Paaschkippen op haar nest met Paascheitjes er omheen, precies zooals toen dat beeld op de markt stond. Zoo zie je, wat er wonderlijke 'lingen kunnen gebeuren, als het tenminste allemaal waar is. En nu nog wat over de gewone eieren, die jullie morgen wel te eten krijgt. Want dat is zoo'n echt Hollandsch gebruik, om op Paasch- dag eieren te eten, dat het by de meesten van jullie ook wel zoo zal gebeuren, denk ik. Je moet ze dan vooraf mooi maken, er zyn sommige goede teckenaars onder jullie, dat heb 'k al gemerkt. Voor die is het een klein kunstje, om er met inkt of krijt poppetjes, konijntjes of zoo op te teekenen. Een ander verft 2e weer rood of blauw of groen en weer een ander maakt papierenmutsjes voor de geverfde ei-ge zichten. En zoo kun je van allerlei leuke din gen verzinnen. Je zult eens zien, hoe leuk het is, als 's middags de geverfde eieren op tafel komen eit vooral, als de namen er dan opstaan en het een verrassing is, welk ei je krijgt: Piet het mannetje met de muts op, Truus het ronde ei, Henk het ei met de papieren ooren dat net een konijn is, enz. enz. Probeer het maar eens en vooral als het regenachtig is, is het een mcoie bezigheid. En tot slot wenscht Oom Karei jullie verder een heel prettige vacantie. Natuurhoekje. April is de maand van de uitbottende hoornen en van de terugkomende vogels. Zoo komen in dezen tyd b.v. terug de zwa luwen (de boerenzwaluwen het eerst) en de nachtegaal, die zingt nu ook overdag, maar dan let je er niet zoo op door het gefluit en gezang van al die andere vogels. Je kunt nu het grootste gedeelte van onze vogels te zien krijgen, want de wintergasten, die later naar het Noorden trekken (zooals de bonto kraai en het sysie) zijn er nog en de meeste zomervogels komen al terug en daar bij komen nog de doortrekken, die op hun lente» reis zijn. Allerlei vogels hebben al nesten met eieren. Verleden week Zondag zag ik een Winter koninkje aan zyn nest bouwen, maar ook roe ken, kauwtjes, musschen, kievieten, merels, meezen, lysters, roodborstjes enz. hebben er reeds. Als je eens een nest vindt, haal het dan niet uit, want wat heb jo daar eigenlijk aan? De eieren blaas je uit, bewaar je een paar dagen en gooi ie dan toch weer weg. Het is veel leuker, een paar weken later weer eens te gaan kyken, of de jongen al uitgekomen zyn. Maar niet te dikwyls gaan, want dan worden de ouden schuw cn laten het nest in de steek, zoodat het broedsel dan toch verloren gaat. Een van onze leukste vogeltjes is wel het winterkoninkje. Het zingt het heele jaar door; zelfs midden in den winter hoor je nog zijn vroolijk: Tèrrrt Tèrrrt. Het bouwt het heele jaar door nesten, dat zijn de z.g. speelnesten, d.w.z. dat het ze niet gebruikt om de eieren in uit te broeden of om zich zelf tegen de kou te beschermen, maar dat het ze alleen uit speellust maakt. Vroeg in het voorjaar bouwt het zyn echte nest: het is kogelvormig, dus ook van boven dicht, met een klein rond gaatje in den zy- wand. Om de regen buiten te houden laat het *fc stuk boven het gat altijd een klein stukje over den onderkant heensteken. Het nest zit op de meest verschillende plaatsen, in een kuil of een hollen boom, in een heg of in een hoop takken bossen. 9 (Ingez. door Boomkruipertje.) Eigen schuld. Een zwaluw kwam in 't voorjaar weer En vond haar nest bezet, Een heel lui muschje had gedacht „Hè, kyk, dat lijkt me net". Maar toen de zwaluw vriend'lyk vroeg, Of musch er uit wou gaan Zei muschje: „neen, ik zit hier goed En ga hier niet vandaan!" De zwaluw zocht haar zusters op En samen plakten zy De opening van 't nestje dicht Geen reetje bleef er vrij. Toen kreeg ons muschje 't erg benauwd, Het had geen lucht, geen brood. De zwaluw bouwde 'n ander nest De musch was spoedig dood. TANTE RIEK. Stekeltjes vangen. Op een Woensdagmiddag in April zat ik boven te werken. Juist toen ik bijna klaar was, hoorde ik bui ten een paar maal fluiten en teen ik uit het raam keek, zag ik beneden Henk, Jan cn Geert staan. We hadden afgesproken, dat we stekel tjes zouden gaan vangen. Toen ik beneden kwam, zei Henk: „Neem maar geen bus mee, want we hebben er drie en dat is zat." „Waar gaan we?" vroeg ik. „In de Birkt by 't Jaagpad langs de Eem." We liepen maar vlug door, want des te gau wer waren we op 't plekje. We waren juist by de „Nieuwe Reiniging" gekomen en wilden het pad oploopen, dat naar het Jaagpad gaat, toen Henk zei: „Nee, jongens, daar niet heen, een „koei". We keken om en ja hoor, daar kwam een agent op zyn fiets. „Dan maar de Isseltsche weg op" zei Geert. Maar de agent had ons in de gaten gekregen en stevende recht op ons af. „Hé, jongens, wat moet dat?" riep ie. „Vischjes vangen," zei Henk. „Waar zoo?" „In de Birlrt." „Nu, als jullie dan maar niet op verboden grond loopen, want dan ga je voor een veertien dagen naar het tuchthuis." Hy wou cp zijn fiets stappen, maar plotse ling keerde hy zich om en vroeg: „En wat moeten jullie dan met die vischjes doen?" „In een aquarium, mijnheer," zei Jan. „Nou, ga dan r.iaar door." „Gelukkig, dat-ie weg is" zei Henk, toen de agent een eindje weg was. Henk was erg bang geweest voor zijn net en daarom was hij e'gen- lyk het meest blij van allemaal. Zijn net was een rechthoekig gaas met vierkante mazen, waaraan aan belde kanten twee touwen waren vastgeknoopt. Die touwen moet je dan met het net in de sloot laten zakken, en als er dan een school vischjes voorbijkomt, haal je gauw op. 't Was prachtig weer. In de wei stonden al heel wat pinksterbloemen, hoewel het nog een paar weken voor Pinksteren was. Een paar kinderen liepen met handen vol madeliefjes eu paardebloemen en een jongen zat aan den kant van de weg een ketting van paardebloemstelcn te maken. We moesten nu langs een boerdery, waar een keeshond woedend stond te blaffen en waren toen in de eigenlijke birkt. We gingen nu een weg op, die beplant was met hooge peppels. Maar we moesten naar 't Jaagpad en daarom klommen we over een hek en liepen een weiland door en we waren bij 't sluisje. Nu werden gauw de bussen met water gevuld cn dicht naast elkaar in een kuiltje ge zet, omdat ze dan niet zoo gauw om zouden vallen. Jan en Henk gingen nu ieder aan een kant van de sloot staan cn voorzichtig rolden ze het touw af. Nu lag het net op den bodera. Doodstil zaten Henk en Jan en keken hun oogen uit. Plotseling zei Jan: „Haal op!" In een wip lag het net op den kant, 't lag heelemaal vol van de spartelende stekeltjes. Geert en ik raapten ze vlug op en gooiden ze in de bussen. Er waren prachtige mannetjes by met roode borsten en groene ruggen cn dikke kuitschie ters. Maar het meest waren het toch kleintjes en die moet je juist hebben voor je aquarium, 't Waren allemaal driestekel »ge stekeltjes, d.w.z. dat ze drie stekels voor de rugvin heb ben. Er is ook nog een ander soort, negen of tienstckelige, maar die hebben we daar niet gezien. Om de beurt legden we nu in en haalden we op, maar lang niet alle keeren hadden we er wat op. Een boer was aan 't grasmaaien en een eindje verderop waren er een paar aan 't zaai en, Een reiger nam een bad ert m water hoentje dook eens onder en was verder niet meer te zien. Eindelijk hadden we genoeg van 't visschen. De kuitschieters werden er 2ooveel moge tijk uitgezocht en weer in 't water gegooid en toen gingen we weer naar 't hui3 van Henk. Daar werd de vangst in een teil met water gedaan en verdeeld. Ieder kreeg een paar mooie rooie cn een stelletje kleine stekeltjes en bly, dat de vangt zoo goed gelulct was, gingen we naar huis. (Ingez. door Perpetuum Mobile.) Oplossing van de raadsels van vorige keer. I. Doorn. II. Haasten met de woorden: h, aas, paard, haasten, keten, lei en n. III. Oom Kavel met dc woorden kam, lak, rem en moor. Dc pryswinner is Jan Reinders, dus die komt Dinsdag we! even het boek halen. Er waren deze keer maar weinig oplossin gen, zooals ik ze hier had gekregen, de meesten hadden inplaats van lei, pen en er waren ver schillende werkwoorden als kaarten en aan doen, ook goed, maar niet de oplossing zooals opgegeven was Dus de pryswinner is deze keer wel een extra gelukwensch waard. Oplossing van het extra-raadsel. I. De erwten gaan niet in een kop, men moet ze cr in doen. II. Om zyn kin. III. Naald en draad. Uit de vele brieven met goede oplossingen trok ik die van „Muisje", dus dat kleine beestje moet de klompjes maar komen halen. Wat zul len ze op het bureau schrikken, als daar op eens een muisje aan komt zetten. Generaal Tompoes bedank ik nu alvast maar voor de aardige prys. Nieuwe raadsels. I. Verborgen vogels: Hendrik heeft in het park iets verloren* Is de inteekenlyst er al geweest? Doe je de kamer, Ellie? (Ingez. door Kikkertje.) II. Kroisr&adseL X A V X X - I X B X X Eerste ry is een der eerste vyf letters uit het alphabeth. Tweede rij is een stuk speelgoed. Derde ry is een meisjes naam. Vierde rij kan geld waard zyn. Vijfde ry het gevraagde woord. Zesde rij is hinderlijk in de klas. Zevende ry is een gevaarlyk dier. Achtste rij is een visch. Negende rij is de laatste letter van een landbouwwerktuig. (Ingez. door Appelbol.) III. Mijn geheel bestaat uit negenentwintig letters en is een spreekwoord van zes woorden. 3, 26, 21, 24 is een vloeistof. 1, 20, 12 is een maat. 22, 27, 8, 29 is een vrucht. 10, 7, 2S, 4 is een lekkere groente. In een 2, 17, 16 bewaart men vloeistoffen. De 16, 21, 4, 18, 19, 6 geeft kou. 6. 21, 13, 25, 23, 1, 14 is een werkdag. 11 en 20 komen allebei in het woord Rubriek voor. (Ingez. door Goudvos je.) Ter eere van de Paaschvacantie heb ik b<v halve het boek als eerste prijs, een mooi voor werp als tweede prijs. Jullie hebt nu zooveel tyd, om raadsels op te lóssen, dat cr nu wel weer eens een extra prijs bij mocht zyn, vond ik. Extra raadsel. En hier volgt nog een extra raadsel, waar Koekoek een prys voor uitlooft, een mooi boekje „Sint-Nicolaasverrass'ngen en andere verhalen", door Wilhelmina. Het bestaat uit negen letters, en komt in de krant voor. 9. 2, 4 is een huisdier. 6. 8, 5 is een mooi, slank dier. 1, 7, 3, 5 is een meisjesnaam. (Ingez. door Koekoek.) CORRESPONDENTIE. Allereerst bedank ik jullie allemaal, die me prettige Pnnschdagen tocwensrhen. Koekoek. Dank je wel hartelijk, ik wist eerst maar niet, waar het hoek vandaan kwam. Er zullen wol een boel liefhebbers voor zijn. Perpetuum Mobile, 't Is wel eens goed, elkaar de waarheid te zeggen, hè? Jo doet zeker zelf veel proeven, dit is een ru briek, die wel inslaat, ik donk, dat ook^vecl ouderen ze zullen doen. Wil je zoo goed zijn, de proeven op een apart, aan een kant be schreven papiertje te zetten, dan hoef ik zo niet eerst over te schrijven, er is altijd toch al zooveel te schrijven. Volgende week komt er weer gewoon een Kinderrubriek, maar ik denk, dat ik het dan eens kalmer neem. Waarom ik die namen eigenlijk voluit zet, weet ik niet. Er waren heel wat plaatjes, hè? Aardig opstel is dat, ik leefde het heelemaal mee. Boomkruipertje. Ik vind deze heel goed, wil je er zoo telkens eens inzenden. Zoo geeft de rubriek aldoor weer iets nieuws. En wie weet, hoeveel goeds je met je stukjes bereikt Houd je veel van dieren? We krijgen nu den mooien tijd gelukkig weer, om veel vogels te zien. Natuurlijk mag jc ook met dc raadsels meedoen. Annie v. d. W. Schrijf je aan een Oom altijd met Mijnheer? pas op. dan zet ik vol gende keer, Mejuffrouw. Nikkertje. Op de enveloppe was het al duidelijk. Ja, je hebt niet te klagen, nu is er weer wat van je. Poesje. Leuk, dat jc toch nog even schrijft. .To moet met de Paaschdagen beter zijn, denk cr om. Jammer van het feest, ik heb er al veel van gehoord, ook van die goo chelaar. Ik mag niet zeggen, wie P. M. is, maar jij heWt het toch mis, dat is toch in alle geval zeker. Die repetities waren niet erg fraai, zeg. 't Is te hopen, dat het eindcijfer beter is. Lelietje der Dalen. Enkele anderen hadden het ook geprobeerd cn die schrijven rne, dat ze werkelijk bloemen gekregen heb ben. Dus doe het nog maar eens. Ik ben daar nooit geweest, wefcin Noordwijk, vond je het daar fijn. Ik hen al vrlangend naar de an sicht. L 0 c s j e L. Hij zou dan toch best eens weer kunnen schrijven, dat doen er veel, die toch niet do raadsels oplossen. Dat is een heel goed rapport, stuur mij maar vaak tee kenoefeningen, wie weet, heb je daar dan volgende keer ook een acht voor. Veel plei zier in Hecmstcdo. Flora C. Ben je ziek, dat ik heelemaal niets meer hoor? Meizoentje. Jammer, dat er niemand kwam, maar ik kan er ook niets aandoon. Waar is die tennisbaan? L u c i e. Ilad je me daar bijna vergeten? Ik heb je nu toch werkelijk gezien. Nel is groot cn jij bent klein. Lelietje der Dalen heeft het geprobeerd, maar 't ging niet, jij moet het haar maar eens loeren. Tant Riek vindt dat jc zoo netjes schrijft Spinnetje. Ik zal je raadsel bewaren, er was nu al een dergelijk, 't Was echt weer, om raadsels op te lossen. Ik was cr bijna ook mee begonnen. Harmonika. Vind jo dat zoo'n mooi instrument Prettig, als er telkens weer nieuwe neefjes en nichtjes bijkomen. Jammer, dat het eene raadsel fout is. Zwartkop. Schrijf do cijfers eens. Ik lees er nu in dezen tijd heel wat. Die laatste dagen is het hard werken, maar dan geniet je ook des te meer van do vacantie. Wensch A. maar beterschap van me. Theo B. Wat een vroolijko jongens. U staat leuk op de brief. De mecsten van jullie hebben kaarten gezet 't kon ook wel. Paddestoel. Misschien kom Ik er ook nog wel, ik ben er zoo goed bekend. Vind jo het geen prachtige stad? Waar logeer jc dab, in do oudo stad of in een van de nieuwe wjj- ken, 't is er tegenwoordig zoo enorm uitge strekt. J. H. KI. A! weer ccn andere oplossing, ze komen dezo keer in soorton, cn 't kan alle maal best, maar ik neem natuurlijk die op gegeven is. Ari e St. Zoo'n enkele keer kun jo na tuurlijk best eens overslaan, maar als het lang duurt, klop ik jo dan weer eens op. Ge zellig, je vriendje over te hebben. Heb je groote wandelingen gemaakt en was hij al eens eerder hier geweest? Duifje. Ileb maar geduld, wie weet, wat er nog komt Kom jc Dinsdag even hier, dan zlo Jo een verrassing van Tante Rick. Die is maar goed op jo, hoor. Maar Jij kon het zoo goed gebrui ken, hoorden we. Muisje. Do Paaschdagen moeten we mooi weer hebben, dat vind ik ook. Een briefje aan mij kan er altijd nog wel af bij je huiswerk, niet? Jan Ritsmn. Kom Dinsdag maar eens hooren, ik heb er misschien nog wel wat voor jo, maar mijn voorraad raakt lcclijkop. Boy. Als je zo toch oplost, moet je ze oolc inzenden. Jc zult toch ook wel eens een prijs winnen, 't zijn mooio boeken. Jcane R. Ze schrijven me allomaal, ik hoop, dat ik ook eens iets win. Ik zou het dolgraag willen, maar een heelt altijd de prijs en dan moeten de anderen daarmee tevreden zijn. 't Is toch ook wel een voldoe ning, dat jo een goede oplossing had, al kreeg je ook niet de prijs. Kikkertje. Wat gemakkelijk om te le zen. dat getikte briefje, zeker omdat je ziek bent. Hebben jullie de brief nog gekregen. F rits K. Heb jc het zoo druk? Er is wel werk aan, soms zijn ze misschien wat lastig. Machinistjc. Ik had bijna: Locomotief gezet, dacht even, dat zoo je schuilnaam was. Wat een kolossale machines, hó? Is je vader daar vroeger geweest? Jc hebt nu prachtig jc best gedaan, jammer no. 2. J o Z. Ik hoorde, dat je met je zusjes ge weest was, jc dacht eerst, dat het ccn meis jesboek was? Vertel Je me eens, hoe jo het vindt? Jan M. Nu heb ik al haasten, raatten, aandoen cn maakten, wat een oplossingen. Hoe kwam jc zoo te vallen, erg bezeerd? Ga je do eieren beschilderen? Doffer. Prachtig, die kunstjes, ik denk, dat P. M. het prettig zal vinden, als hij ge holpen wordt. Wat zul cr in dc vacantie aan de proeven en kunstjes gewerkt worden, 't is een mooie bezigheid. Ik hoop alleen maar, dat er geen ongelukken met do lucifers ge beuren. Maar 't is ook eigenlijk voor wat ouderen. Generaal Tompoes. Er waren een heele boel goede oplossingen, dus orjc ook eer van je werk hebt. Jammer, dat je dezo maal „kaarten" had. Sneeuwklokje. Daar gooit het klei ne meisie weer een brief voor rne in de bus, vorige keer keek ze cr alleen maar naar. Dank jc wel voor jo raadsel, ik zal het gauw gebruiken. A1 i c v. II. en Henk en KlasientjeP. Jullie bent allemaal nieuwelingen, hè? Ver tellen jullie me eens hot een en ander, ik kan nu zoo lastig antwoorden. Piet B. Wat orn lange vacantie, Jullie hebt het toch maar gemakkelijk. Blijf jc in do stad? Tc gaat dan zeker veel wandelingen maken. \Vat zal ik na de vacantie een lange brieven van allemaal krijgen. G. S c h. Jou weet ik ook heusch niets te antwoorden, want jo schrijft zelf ook niets. Elsje P. Daar hebben we de bekende poppetjes weer, jij bent altijd zoo'n goede be kende voor mc. Wat heerlijk, zoo'n uitstapje. Vertel je er eens van. Zoo was het goed, alle mogelijke oplossingen. Spoorzoeker. Welkom, hoor! Ben je padvinder, dat jc dezo naam gekozen hebt. Jullie zult zeker wel eens over Oom Karei mot jc drieën spreken, niet? Weten ze je naam? Span rups. Je zult nu zeker wel beter geworden zijn, hè? Dat moet ook nu met de vacantie. Zilvermeeuw. Wie is de nieuwe baas geworden? Ik heb het van niemand gehoord. Vond je het eerst niet jammer? Doornroosje. Dat is een aardig ge zicht, ik hoor ze 's morgens, vroeg en 'savond9 telkens in den tuin, maar ik heb nog geen nest kunnen ontdekken. Ze kunnen zoo leuk met de staart zitten te wippen, heb jc dat wel eens gezien en dan schieten ze opeens, luid roepend, weer weg. Kersje. Omdat je ze zoo bewaart, krijg je deze keer eens een langer antwoord. Koe komt het toch, dat jullie haast allemaal het extraraadsel goed hebt? Hoe heet die juf frouw van jullie? Wat een reis, is ze voor lang weg of alleen maar voor dc vacantie. Ze zag cr zeker van op, toen het adres op het bord stond. Laat je nichtje ook eens wat schrijven, ik ben daar heel goed bekend, zeg dal maar, ik kwam er vroeger vaak, maar 't is een heel eind weg. Gemakkelijk nu er een groote autobus naar toe is. Vraag maar eens de bijnaam cr van. Veel pleizier met jullie beidjes. Ileiligboontjc. Ik had geen idee, dat jij het was. Hoe is het met do slaapkop, daar hoor ik niets meer van. Lig jo in bed zelfs raadsels to verzinnen? Kruisraadsels hob ik graag, weet jo. Arnold v. D. Alweer een knilsraadsel, wel bedankt! Jawel, ik ken het bock ook. 't fs ccn mooi verhaal, Jo zult wel meegeleefd hebben. DI k k i c. Er is al eens oen Dicky geweest, maar dat was met een c, dus die weet, dat het niet voor hem is. Durfde je hot zelf niet to vragen, of jc moer mocht doen. Jullie bent allemaal welkom, hoe moer zielen, hoe meer vreugd. Wat eon aardig plaatje, ze zitten er zoo ge zellig. 1 Gerard L. Nco, dat zou niet leuk ge weest zijn, je moet ze zelf vinden. Ik neem jou nu toch maar niet als hok, nu het niet lekker geweest is. Was jo zus kwaad, dat jc er zooveel water bij gedaan had. Ik denk wel van niet. 't Was al gezellig, om cr zoo samen voor te moeten zorgen. Zus C1. Wat zijn er weer een zieken. Mot do Paaschdagen moet jullio toch weer allo maal beter zijn. Je stuurt weer ccn hoelo voor raad in. Dank je hartelijk. Bill. Dat is weer eens een heol aparte naam, lijk jo op dio bekende filmkomiok of was het zoo maar eens ccn naam. Jo moet maar vaak meedoen. R i 0 H. Wat een verrassing, voorloopig even hartelijk bedankt, wat een werk an ders, ik voel me haast schuldig, dat ik het gevraagd heb. Maar je hebt er allo eer van. De Paaschdagen zal ik eens het raadsel op lossen, ik had er nog altijd geen tijd voor. Rnilhandolhockje. Jan Ritsma, Amhcrascheweg 78, spaart postzegels cn munten, wie kan er hem aan helpen? Frits Kcmpencers heeft veel postzegels, Jul lio moet maar eens gaan ruilen, nu in de va cantie heb jo cr mooi tijd voor, zijn adres is Lcusderweg 121. Ons Moppenboekje. Moeder en Piet wandelen op den Zuidsingel. Uit het Kadasterkantoor komen tweo hccrcn; de eene groot, do andere klein. „Moeder, wat is dat voor een grooto mijn heer?" „Dat is een landmeter." „O, dan is do andere zeker een Iand-centi- metertje!" (Ingez. door Spanrups.) Nog eens weer. Kleino Piet van een jaar of vier mocht met z'n vader cn moeder naar Rotterdam. Wat had ons Pietje een schik. Ze waren al een half our te vroeg bij het station, maar dat vond Piet juist fyn. Hjj zag daar zooveel, wat htf nog noo.t gezien had. Daar kwam dc trein aan. Ze stapten in en voort ging do trein. Vader voelde, of het portier goed gesloten was en ging toen zitten. Piet ging voor het raampje staan en stak telkens zyn hoofd buiten het raampje, ofschoon zijn vader het verboden had. Piotreling trok vader den pot van zyn hoofd en deed, alsof hij hem uit 't raam gooi de. „Daar heb je het nu al" zei hy, „nu is jo pet weg. Piet begon hard te huilen. Maar vader zei: „Wacht, ik zal eens fluiten" en ineens daar v/as de pet weer. Dat vond Pietje zoo leuk, dat hy zjjn pot door het raampje gooide en zei: „Vader, fluit nog eens." (Ingez. door Proeven en Kunstjes. (Redacteur Perpetuum Mobile). Jullie moet nu niet denke.n, dat, nu ik deze rubriek verzorg, jullie proeven er niet meer in mogen of overbodig zyn. Heelemaal niet. Stuur ze maar gerust in. Als je een proef niet begrypt, of als cr eens een niet lukt, schryf dan maar aan Oom Karei, die zal het wel weer aan mjj vertellen en dan zal ik wel zien, of ik kan vinden, wat jo fout hebt gedaan. Maar schrijf dan vooral duidelijk, hoe cn waarmee je de proef gedaan hebt. Ga nu maar aan den gang. Bonjour. (Perpetuum Mobile). Dezo keer eens een beetje meer ingewikkel de proef, en een makkelijk kunstje. Lees de proef twee maal over, voor je hem doet! I. Het Rookende lampeglas. Sluit ccn lampcgJ.'is (een gewoon cylinder- glas) van boven af door een platte kurk, waar je twee gaten in geboord hebt. Zet in het eene gat een eindje sigaar en zet nu het lampeglas in een bakje met water. Steek nu dc sigaar aan. houd je vinger op het gaatje en trek het lampeglas een eindje naar boven (niet boven de oppervlakte van het water uit!) De sigaar trekt! Nu is dus het lampeglas met rook gevuld. Haal nu jo vinger er af en duw het glas weer naar beneden. Het glas blaast de rook uit. Zoo kun je dc proef een tjjdje voortzetten en het sigaren- eindje zal door het lampeglas „opgerookt" wor den. De verklaring van deze proef is heel een voudig. Door het optrekken van het glas, wordt de lucht cr in verdund. De buitenlucht kan nu niet anders dan door de sigaar in 't glas ko men. Bij hot neerdrukken zal de lucht samen geperst worden en door hot gaatje (en ook voor een deel door de sigaar) ontsnappen. II. Als je eens aan 't domineeren bent, moet je eens het volgende kunstje doen en ze zullen verbaasd staan over je knapheid. Je neemt aan, dat je, zonder het gezien te hebben, kunt zeggen, wat of de oogen zullen zijn, die aan 't eind komen. Je gaat de kamer uit en komt terug, je zegt b.v. zes, zeven en 't is goed ook. Oplossing? Neem een dominosteen ongezien van 't spel mee en laat ze een „potje spelen", dan zullen de eindoogen altyd dezelfde zijn als die, welke op de meegenomen steen zullen staan. III. (Ingezonden door Doffer). Jullie weet wel, dat vroeger misdadiger werden opgehangen. Dit kun je ook met lucifers doen. Steek in een lucifersdoosje een lucifer recht op, met den kop naar boven. Daar zet je los tegenop, schuin, een andere lucifer, mcar zóó, dat de koppen tegen elkaar staan. Nu steek jc de schuine lucifer aan. Zoodra nu de koppen ontbranden, richt de losse lucifer zich op en hangt aan de vaste.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1924 | | pagina 11