AMERSFOORTSCH DAGBLAD „DE EEMLANDER" Dinsdag 22 April 1924
binnenland.
No. 248
22e Jaargang
TWEEDE BLAD.
ut.»-
koninklijke besluiten.
Bij K. B. is
eervol ontslagen met dank Mr. P. C A Sich.
torman vice-president van de rechtbank te
Zwolle, en benoemd als zoodanig Jhr. Mr. M.
A. de Savomtn Lohman, thans vechter in die
rechtbank
benoemd tot ridder in den Nederlondschen
Leeuw Mr. P. C. A. Sichterman voornoemd
op verdook eervol ontslagen G. \V. Blan
kenberg als hoofdcommissies bij het departe
ment van Justitie met donk
benoemd tot notaris te Schoonhoven B. J.
Deyinck thans candidaat-notaris aldaar
te Purmerend J. E. Heenk thans notaris te
Castricirm te Alkmaar Mr. J. W. v. d. Heide
candidaat-notaris te Baarn
benoemd tot leerling-tolk te Constantinopel
Mr. H. v. Da velaar candidaat bij den tolkdienst
in de Levant
nederland en rusland.
De hervatting der besprekingen.
Gelijk bekend zullen de onderhandelingen tot
regeling der betrekkingen tusschen Nederland
en Rusland binnenkort worden voortgezet. Naar
wij vernemen is de eerste samenkomst der ge
delegeerden, die wederom in Berlijn zal plaats
hebben, bepaald op 24 April. Deze onderhande
lingen zullen in verband met een eventueel her
stel der diplomatieke betrekkingen in geval van
tot-stand-koming eener bevredigende regeling
loopen over het geheel der tusschen beide lan
den hangende kwesties.
DE LEEFTIJDSGRENS VOOR TOELATING
OP DE LAGERE SCHOOL.
De Minister is bereid zijn voorstel
len in te trekken.
In zijn Memorie van Antwoord op het Voor-
loopig Verslag betreffende het wetsontwerp tot
wijziging van de leerplichtwet en van de loger-
onderwijswet 1920, deelt de Minister o. a. mede,
dat, hoewel in de opschuiving van den leeftijd
voor toelating der kinderen tot de scholen voor
lager onderwijs met I jaar een belangrijke be
sparing zou zijn gelegen, hij bereid is rui de ge
nomen maatregel een nlgemeene afkeuring
vindt, deze met I September 1924 terug te
nemen onder voorwaarde dat de beoogde bezui
niging op andere wijze wordt verkregen. In
dien geest is dan ook het oorspronkelijke voor
stel gewijzigd.
HET WEGENBEHEER IN NOORD-HOLLAND.
Een avant-projet.
In aansluiting aan de besprekingen omtrent
het wegenbeheer in de laatste zitting der Pro
vinciale Staten van Noord-Holland, waaihij Ge
deputeerde Staten werden uitgenoodigd een plan
voor een primair wegennet bij de Staten ter
vaststelling in te dienen, heeft de Hoofdinge
nieur-directeur van den Provincialen Waterstaat
op verzoek van Gedeputeerde Staten een avant-
projet voor een zoodanig wegennet aan het
College doen toekomen.
Gedeputeerde Staten stellen zich voor nè 1
Juli a. s. de verdere voorbereiding van de vast
stelling van het plan door de Provinciale Staten
ter hand te nemen.
MR. DR. E. VAN KETWICH
VERSCHUUR, h
Zaterdag is plotseling overleden mr. dr. E.
van Ketwich Verschuur, burgemeester van Gro
ningen.
Zijn levensloop.
De heer Ketwich Verschuur, werd 13 Februari
T879 te Zwolle geboren. Hij voltooide zijn uni
versitaire studiën te Leiden en promoveerde er
in 1902 tot doctor in de rechtswetenschap. Hij
was tot 1905 advocaat en procureur te 's-Gra-
venhage, van 1905—1906 commies-redacteur ter
gemeente-secretarie van Zwolle, van 1906 tot
1916 referendaris, afdeelingschef ter provinciale
griffie van Overijssel en kantenrechter-plaatsver-^
vanger te Zwolle, van 1916 tot 1917 directeur
van het centraal bureau'voor sociale adviezen te
Amsterdam.
Den len October 1917 werd hij benoemd tot
burgemeester van Groningen en zag zich in Juli
1919 tot lid der Staten van Groningen gekozen,
waarvan hij tot 1923 lid was. Op 19 September
van dat jaar werd hij gekozen tot lid der Eerste
Kamer. Mr. dr. van Ketwich Verschuur, die
dezer dagen tot rijksbemiddelaar ingevolge de
Arbeidsgeschillenwet werd benoemd, had o.m.
zitting in het hoofdbestuur van de Maatschappij
tot Nut van het Algemeen, de Vereeniging Mar-
timfonds, de' Vereeniging voor Economische
Geografie en de Vereeniging Historisch Eco
nomisch Archief.
Dc begrafenis.
Noot wij vernemen is de teraardebestelling
van het stoffelijk overschot van wijlen burge
meester Van Ketwich Verschuur bepaald op
Woensdagnamiddag te 2 uur op de begraaf
plaats te Groningen.
DE HULDE VAN DELI AAN WIJLEN
J. T. CREMER
Een gedenkteeken op het graf ont
huld.
Zaterdagmiddag is op de begraafplaats Wester-
veld op het graf van den heer J. T. Cremer'
gedenkteeken onthuld, dat daar zou worden op
gericht door allen, die met het cultuurland Deli
in betrekking staan.
Bij do plechtigheid waren een aantal nabe
staanden van den overledene aanwezig en met
andere belangstellenden leden van de commis
sie, welke voor dit doel was gevormd. Deze
commissie bestond uit de heeren jhr. H. W.
Röell, namens de planters, voorzitter; H. J.
Grijzen, oud-gouverneur van Sumatra's Oost
kust, namens het Binnenlandse!* Bestuur; C. M.
Herckenrath, directeur van de Deli Spoorweg-
Maatschappij; E, Goldenberg, directeur vah
Günzel en Schuhmacher, namens den handel, en
G. J. Kroese, oud-secretaris van de Delï-Maat-
schappij, secretaris-penningmeester.
Rede Jhr. Ree 11.
Jhr. H. W. Röell hield de volgende toe
spraak:
Op den onheilsdag 13 Mei 1619 zijn-in het
Resolutieboek der Staten van Holland en West-
Friesland de beroemde woorden geschreven over
Johon van Oldonbnrnevelds „Een man van
grooten bedrijve, besogne, memorie en directie,
ja singulier in alles".
Die karakteristiek is ook van toepassing op
den man, bij wiens laatste rustplaats wij thans
staan.
Den 14cn Augustus 1923 zijn aan dit graf
indrukwekkende woorden gesproken, namens de
Regeering door Minister Colijn, die Cremer
welsprekende hulde gebracht heeft voor zijn
verdienste als staatsman, als vertegenwoordiger
van ons land in den vreemde, en voor alles wat
hij voor Indie heeft gedaan. Andere sprekers
hebben eere gebracht aan zijn beteekenis voor
handel, scheepvaart en nijverheid. Zij hebben
hem ook geëerd als mensch.
Wij zijn thans hier gekomen om getuigen te
geven van onze dankbaarheid voor hetgeen hij
in zijn werkzaam leven heeft verricht ten bate
van het gewest, hetwelk voor zulk een groot
gedeelte zijn opkomst en bloei aan hem, Jacob
Theodoor Cremer, te danken heeft -
Een korte vergelijking zij mij hier vergund.
Pieter Both, de eerste gouverneur-generaal van
Nederlandsch-Indie, schreef in 1614 aan heeren
meesters in het Moederland over Jan Pieters
zoon Coen, toen nog in het begin van zijn loop
baan, en hij noemde hem: „een persoon, seer
wel ervaren in den coophandel alsmede in
saecken van state, seer eerlijck ende modest van
leven, altijd laborieus sonder eenigen tijdt te
verliesen, alsoo dat hier nooyt niemant en is
geweest die sijn cloeckhcyt gepasseert heeft,
noch comen en sal". Dat was in een tijd, toen
het gehalte der personen, die naar Indie werden
uitgezonden, niet hoog stond. In zooverre is er
geen overeenkomst, maar er valt toch wel een
parallel te trekken. Want toen in 1873 de heer
Schroder Visser, secretaris van de Factorij te
Batavia, een inspectiereis in Deli had gemaakt,
schreef hij aan de directie der Nederlandsche
Handel-Maatschappij: „De heer Straatmann heeft
op mij den indruk gemaakt van een kundig en
ijverig administrateur, onvermoeid den veldar
beid dagelijks nagaande, the right man in the
right place, terwijl den nu reeds gunstig be
kenden heer Cremer ook een woord van lof
toekomt voor het nauwkeurig comptabel be-
heér, dat in weerwil van de uitbreiding der za
ken, zich door eenvoudigheid kenmerkt."
De grondslag van de administratie, door den
jongen Cremer gelegd, is zoo degelijk en proef
houdend gebleken, dat die boekhouding merk-
waardigerwijzer in hoofdzaak behouden en in
stand gebleven is tot den huidigen dag. Het
vertrouwen in Cremer's administratieve be
kwaamheden van den aanvang gesteld, is meer
dan vervuld hij heeft zich een uitnemend be
heerder getoond. Hij is de man geweest die
orde schiep in ongeregelde toestandenhij
werd de oprichter van de Deli Planters Ver
eeniging, de stichter van de Deli-Spoor. Blijft
Nienhuys de pionier, de ontdekker van de
Deli-tabak, Cremer is de grondlegger van de
geordende tabakscultuur. Nooit is hij in ge
breke gebleven om do belangen van het cul
tuurland te behartigen, te bevorderen met al
zijn kracht en naar zijn beste kunnen. Deli had
zijn liefde en zijn onverflauwde belangstelling.
Als er moeilijke tijden dreigden, stond hij steeds
gereed om de leiding te nemen, ook in de
vergaderzaal. Wij wisten allen, dat wij ons
volkomen aan hem konden toevertrouwen, en
in dat besef gevoelden wij ons veilig. Geen
leidsman of voorganger had onder ons zoo'n
groot gezag, omdat zijn oordeel steunde op
juime ervaring en groote kennis van zaken,
volkomen onpersoonlijk en onpartijdig. Men
kon op hem bouwen als op een rots.
Hoe hoog hij mocht stijgen, en waar hij zich
bevond, Deli beschouwde hij als de bakermat
van zijn loopbaan. Die overtuiging heeft hij
eens kernachtig uitgedrukt, toen hij als gezant
te Washington, op. I November 1919 bij het
gouden feest van de Deli-Maatschappij, deze
woorden over den oceaan zond„Ik beschouw
de jaren in Deli doorgebracht als de belang
rijkste van mijn leven, zij hebben mij geschikt
gemaakt voor mijn lateren arbeid".
Behoeft het nog verklaring, dat wij uitdruk
king willen geven aan de gevoelens, die ons
voor Cremer's nagedachtenis bezielen Zoo ja,
dan hebben wij slechts mede te deelen, dat de
oproeping de grootst mogelijke instemming
heeft gevonden bij oud-Delianen hier te lande
en bij vele honderden ter Oostkust van Suma
tra, van onderscheiden landaard, hoog of laag
geplaatst. De deelneming heeft alle verwach
tingen verre overtroffen. Zoo mogen wij don
spreken namens geheel Deli, wanneer wij de
familie verzoeken, dit huldeblijk te willen aan
vaarden als een bliivend teeken van dankbaar
heid van het gewest en van allen die zich
daaraan verbonden gevoelen.
Jacob Theodoor Cremer, kleinzoon en naam
genoot van den man die hier rust, ik noodig u
uit het gedenkteeken te onthullen.
Nadat de 22-jarige kleinzoon aan do uit-
noodiging had voldaan en het gedenkteeken
geheel zichtbaar was geworden, sprak de heer
Röell weder
In onvergankelijk marmer staat gegrift, op
dat het niet voor het nageslacht verloren zal
gaan, wat wij thans nog eenmaal luid willen
uitspreken
„Aan Jacob Theodoor Cremer, een man van
grooten bedrijve, besogne, memorie en direc
tie, ja singulier in alles, is dit gedenkteeken
toegewijd door het dankbare Deli
Rede van den heer Grijzen.
De heer G r ij z e n zeide daarop Wanneer
ik hier het woord neem. dan doe ik dat, om
als oud-gouverneur van de Oostkust van Su
matra, ook van de zijde van de ambtenaren,
die vroeger of later in Deli gediend hebben,
een woord van diepgevoelde hulde te brengen
aan de nagedachtenis van Jacob Theodoor
Cremer.
Ik heb niet dc eer gehad, tezamen met Cremer
in Deli werkzaam te zijn; ik kwam daar jaren
nadat hij het land reeds had verlaten. Doch
des te beter was ik daardoor in staat om
de resultaten waar te nemen, die de openleg
ging van Deli waarin Cremer zulk een over-
heerschend aandeel heeft genomen voor dat
land heeft gehad. Die resultaten nu, waren in
één woord schitterend en die werden mii steeds
wel het allerduidelijkst, wanneer ik bij wijze
van contrast zoo van tijd tot tijd het nijvere,
welvarende cultuurgebied verliet, om een be
zoek te brengen aan die deelen van Sumatra's
Oostkust, die nog niet door Europe- ken durf
en energie waren ontsloten en waar alles nog
doodsch was en verlaten.
Ook van de zijde van de ambtenaren wordt
volmondig erkend, dat wat Deli thans is, het
hoofdzakelijk te danken heeft aan zijne pioniers,
onder wie Cremer u-*l de invloedrijkste
plaats heelt ingenomen. Dat is ook de reden,
dat van dien kant zoo gaarne en zoo algemeen
is deelgenomen aan dc oprichting van dit ge
denkteeken, dat bedoeld is als een blijvende,
dankbare hulde aan Deli, oan den man, die zoo
enorm veel tot de ontwikkeling en bloei van
dat land heeft bijgedragen.
Rede van den heer Cremer Jr.
Vervolgens sprak de heer J. T. Cremer Jr.
Vaar mij de hoogc eer te beurt is gevallen,
het gedenkteeken te mogen onthullen, dat Deli
heeft willen stichten voor mijn onvergetelijken
grootvader, heeft mijn vader mij verzocht u
allen uit naam van mijne grootmoeder en het
jonge geslacht Cremer dank te zeggen voor
het door uwe daad e.eren van zijne nagedachte
nis. Van zijne nagedachtenis, die do heeren
Röell en Grijzen in hunne hartelijke woorden
hebben weergegeven van het dankbare Deli, het
Deli, dot mijn grootvader steeds zoo lief was
en dot zulk een groote plaats in zijn hart in
nam. Immer hebben wij kleinkinderen, die hem
gekend hebben niet voornamelijk als staats
man, maar meer als hoofd van het gezin, onder
vonden, dat de ontwikkeling van Deli voor
grootvader, aOsmede voor grootmoeder, het
meest dierbare was, waaraan zij hebben mede
gewerkt. Nogmaols, mijne heeren Röell cn Grij
zen, onzen oprechten dank voor uwe waardee-
rende woorden en onze groote erkentelijkheid
jegens allen, die aan het tot stond komen van
deze zoo sympathieke hulde hebben deelge-
Hct gedenkteeken, dat zich achter het om
sloten graf verheft als een obeliskvormige zuil,
vertoont aan de voorzijde in medaillon het por
tret van den overledene naar de bekende pla
quette van Toon Dupuis. Daaronder leest men
het opschriftHet monument is ontworpen en
uitgevoerd door den heer L. M. Tetterode.
HET PAASCHCONGRES DER S. D. A. P.
De openingsrede van den heer
Vliegen.
Door de S. D. A. P. werd gedurende de
Paaschdagen te Arnhem een congres gehouden.
Het werd Zaterd.midd. geopend door den voor
zitter, den heer W. H. Vliegen, met ccn rede,
waaraan het volgende is ontleend.
Al dadelijk kon Spr. een optimistischen toon
aanslaan. Voor wat de internationale verhou
dingen betreft, is er in de laatste dagen een
scheur gekomen in de schier ondoordringbare
wolkenmassa, die sinds 1914 boven Europa
hing. Eindelijk heeft een Internationale samen-
spreking geleid tot conclusies, die groote kans
hebben door alle direct belanghebbende par
tijen te worden aanvaard. Zoodat eindelijk een
basis schijnt te zijn gevonden, waarop 10 jaren
nadat de wereldoorlog uitbrak, werkelijke vrede
zijn kans ziet dagen. Dat feit geeft vooral voor
de arbeidersklasse, op welke immers elke maat
schappelijke ontreddering het zwaarst drukt,
reden tot een verheuging en optimisme. En wie
zou durven ontkennen, dat dit feit voor een
niet gering deel te danken is aan het toevallen
van de regeeringsmacht in het machtigste Rijk
van Europa, in Engeland, aan de Labour Partij,
aan de arbeiderspartij. En in de duisternis van
de verhoudingen, die ook na den oorlog ons
bleef omringen, is dat een bemoedigend licht
punt, een lichtpunt, dat opweegt tegen zooveel
wat in de laatste jaren den verkeerden kant op
ging. De ontreddering in de economische en
politieke verhoudingen teekende zich af in de
ontreddering der geesten. Er is in de bour
geoisie van bijna alle landen van Europa een
roep naar sterke mannen, naar dictators, die
kenmerkend is voor de tegenstellingen, die deze
maatschappij beheerschen. Angst voor de demo
cratie is angst voor het volk zelf. Billijkheids
halve dienen we te constateeren, dat dezelfde
mate v;in bewondering in Nederland tot nog
toe noch den heer Vcrviers, noch zelfs den heer
Colijn ten deel is gevallen. Het Nederlandsche
volk stoat nog uit te kijken naar een betere
gelegenheid daartoe, dan die welke zich tot nu
toe hebben voorgedaan.
Vervolgens wijst Spr. op de voor de deur
staande verkiezingen in Duitschlond en Frank
rijk. Moge vooral het Duitsche proletariaat dc
reusachtige beteekenis van den uitslag goed voor
den geest staan en moge het in staat zijn om
de ontwikkeling van dit land tot een democrati
sche republiek te waarborgen.
In Frankrijk zijn de toestanden niet van dien
aard dat eenzelfde resultaat is të wachten als
de Labour-partij in Engeland heeft bereikt; de
communistische vernielzucht heeft daar de so
cialistische beweging, en nog erger de vakbe
weging, tot machteloosheid geslagen. Maar zóó
verblind als vier jaren geleden is ook Frankrijk
niet meer. En mocht het financieel ontwerp, dat
is uitgewerkt door de deskundigen, leiden tot
een internationaal accoord, dan zal ongetwij
feld geen gevaar voor de democratische ont
wikkeling van Europa komen. Frankrijk zou ge
heel zijn revolutionaire historie cn zich zelf
moeten vergeten, voor en aleer dat het geval
zou kunnen worden.
Spr. memoreert dan het tot stand komen van
de eenheid jn de Internationale Sociaal-demo
cratie. We behoeven niet meer te spreken van
de Londensche en Weensche Internationale. Er
is er maar ééne meerde Londensche. Het
Hamburgsche congres in Mei van dit jaar ge
houden, bond de verbroken banden weer aan
een. Intusschen ware het dan toch dwaasheid
te willen loochenen, dat onze internationale 1
beweging in dezen tijd met een zekere mach- 1
teloosheid is geslagen. Dat is het natuurlijk ge-
volg van de groote ongelijkheid van machts
positie der socialistische beweging in de ver
schillende landen. Internationale socialistische
politiek kan alleen tot stand komen, wanneer
aan beide zijden van de grenzen de socialisti
sche invloed zich kan laten gelden, en dat is
nog niet het geval. Maar zeker kan gezegd wor
den, dat het optreden eener arbeidersregeering
in Engeland een veelbeteekenend begin is van
verbetering in dit opzicht. Maar ten slotte kan
een Internationale alleen dan grooten invloed
oefenen, als er meer landen zijn die haar denk
beeld willen verwezenlijken.
Déórom vooral is het in dezen tijd belang
rijker dan ooit, dat er landen, waar de Sociaal-
Democratie regeert of mederegeert. ook al
staan op .het terrein van de binnenlandschc po
litiek haar kansen om groote dingen te doen
slecht.
Daarom vervult ons de overwinning onzer
Deensche partijgenooten, een overwinning zoo
groot, dat er een Sociaal-Democrafis-he ror -
ring schijnt te komen, met oprechte vreugde,
cn het is jammer, dat in Zweden het ministerie-
Bran ting er niet meer is. Bij het beoordeelen
van het toenemend optreden van socialistische
ministers, dient dit hoofdpunt, de internatio
nale politiek, niet uit het oog tc worden ver
loren, want het vraagstuk van de oplossing dor
internationale geschillen, het werkelijk herstel
van den vrede cn de opbouw van goede inter
nationale verhoudingen, is belangrijker dan alle
vragen van binnenlnndsche politiek, omdat, zoo
lang dat vraagstuk onopgelost blijft, o] het
andere in de lucht hangt. In het algemeen zou
ik in dezen tijd de arbeidersklasse willen toe
roepen beter te zien wot groot, cn minder te
hangen aan wat nu eenmaal klein is.
Dc arbeidersklasse is sinds een halve ocuw
krachtig voorwaarts gegaan voorwnt haar stof
felijke positie betreft. Wat binnen het kapita
lisme mogelijkheid was, is gekregen. Al spoe
dig is gebleken binnen welke enge grenzen die
mogelijkheid lag. Nu was het oogenblik geko
men, dat dc arbeidersklasse zich hnd te wenden
tegen het kapitalistische stelsel zelf. Doch dit
oogenblik vond niet alleen een ontredderd ka
pitalisme, doch ook een nationaal en interna
tionaal verdeeld en voor dit grooto werk nog
niet rijp proletariaat
Dit nu bracht onvermijdelijk een nieuwe kapi
talistische periode, die we zullen moeten door
maken, een periode het "zij löide gezegd
woarin de taak waaraan tot nu toe schier heel
de actie der arbeidersklasse was gewijd, name
lijk lotsverbetering van onmiddcllijken aard, op
den achtergrond treedt cn de bekamping van
het kapitalistisch stelsel zelf, zoo noodig met
materieelc opofferingen van den kant van het
proletariaat, op den voorgrond moet worden
geplaatst. Ook bij vraagstukken die op dit con
gres moeten worden behandeld zal dit spoedig
blijken. Dc betrekkelijke machteloosheid der
gemeenschapsorganen tegenover de groote
vraagstukken, die de machtsgroci van dc ar
beidersklasse opwerpt, bewijst dat de arbei
dersbeweging met loonstrijd cn dergelijke, ook
al heeft hij succes, bitter weinig verder komt.
Vandaar dot vraagstukken als bedrijfsorgani
satie en socialisatie zich opdringen en het groo
te zwakke punt in dc geheele beweging is, dat
het gewicht van deze vraagstukken nog maar
door een veel te gering deel van dc arbeiders
klasse wordt begTcpen. In di: opzicht, zegt spr.,
hebben we een ontzaggelijk stuk opvoedings-
arbeid voor den boeg. Met allo energie moet
worden aangestuurd, zegt spr. verder, op de
verovering van. steeds grooter politieke macht,
mnnr de basis ,van dien strijd moet zijn de
positie van de arbeidersklasse in het bedrijfs
leven. En daarom is, misschien niet het popu
lairste en misschien niet het meest sensationeelc
punt van den beschrijvingsbrief, maar wel het
belangrijkstede bedrijfsorganisatie.
Komende tot de Nederlandsche politiek, waar
over spr. niet veel zeggen zal, herinnert hij aan
het zittend gebleven kabinet. Het is ccn minis
terie zonder gezag of prestige. Het is, evenals
de rechterzijde zelf, waaruit het is voorgeko
men, een samenraapsel van tegenstrijdige stroo
mingen. Het bijeenbrengen van die stroomin
gen heeft in de politiek hetzelfde effect als dc
centralisatie bij den girodienst. Regeeren kon
men niet, maar men heeft helaas macht genoeg
om te beletten dat anderen regeeren, om tc
beletten dat wie, wegens overeenkomst in so
ciaal-politiek opzicht bijeenhooren, ook bijeen
komen.
Hoelang dit nog duren kan, weet spr. niet, do
S. D. A. P. kan niet anders don onverstoord en
zondeT opwinding die de geestdrift van zwak
kelingen is haar beproefde politiek volhou
den totdat de anderen, die wel geroepen zijn
doch hun roeping niet begrijpen, door schado
cn schande wijzer zijn geworden. En hiermede
komt spr. op de eigen partij.
Een der feiten die ieder moet opvallen, wan
neer wij de cijfers der jaarvefslagen nazien, is,
dat onze politieke partij weliswaar niet voor
uitgaat in ledental, maar ook niet getroffen
wordt in ledenverlies, als de vakbeweging heeft
te boeken. De vakbeweging van elke nuance.
Spr. loot nu nog door het N. A. S.
Daar zochten cn vonden de communisten een
arbeidsveld, en dan weet je er alles van. De
taktiek van het eenheidsfront maakt daar dot
het N. A. S. in twee stukken sprong en er een
zesde vakcentrale werd gesticht. Maai- dc vak
beweging over de geheele linie daalde belang
rijk in ledental Het schijnt dat do N. V. V. het
eerste deel is waarin de daling tot staan kwam.
Deze daling maakte de S. D. A. P. niet mee.
Eind 1921 telden wc 4T.472 leden en thans
hebben we op een paar dozijn na het zelfde
getal.
Do in het afgeloopen jaar plaats gehad heb
bende verkiezingen voor Provinciale Staten en
gemeenteraden vertoonden ovec het algemeen
hetzelfde beeld. Daalde bij de laatste Kamer
verkiezingen de eersten onder het vrouwen
kiesrecht het aontol onzer Kamerleden van
22 op 20, het aantal Statenleden viel thans van
T77 op T07 en het aantal raadsleden van TI64
op 1C69. Het vrouwelijk deel van het kiezen-
corps deed ons tien procent van onze verkie-
zingskrachl verliezen. Spr. had erger verwacht
en zeker hadden de keTkelijken bete- gehoopt.
Dat de partij overigens een invloed heeft die
ver uitgaat boven de 20 procent van de Ijipzers
die zich voor ons uitspraken, hebben wij be
wezen in onze Septemberdemonstratie cn it* de
actie tegen de vlootwet. Dat was een schitte
rende periode, waaraan we zeker allen met ge
noegdoening en trots mogen terugdenken.
Aan het slot van zijn rede gekomen herin
nert spr. nog aan den strijd in Twente en her
denkt hen die in hei afgeloopen jaar aan dc
partij ontvielen. Spr. begint met één die geen
partijgenoot in de oud'- geschiedenis der socia
listische beweging in Nederland een naam van
goeden klank had
Van der Zwaag, die 22 April van het
vorige jaar overleed. Ook tot de ouderen die
ons langzamerhand ontvallen bchooren de in
dit jaar overleden partijgenooten L. Zandstro en
Piet Helsdingen. Het zwaarst gevoeld in dc
kringen der partijleiding werd zeker het ver
lies van Loopuit, die zoo lange jaren lid ven
het Partijbestuur en wiens hecle l-ven een toon
beeld was van liefde voor en toewijding aan
de socialistische zonk.
Sp: eindigde met de heer Schaper geluk te-
wen schen met zijn 25-jarig Kamerlidmaatschap
en verklaarde onder applaus het Congres voor
gcopund.
De voortzetting.
Op het Zaterdag in Musis Sacrum te Am-
hem begonnen Pa; sehcongres der S. D. A. P.
heeft de voorzitter, de heer W. H. Vliegen, ua
zijn reeds weergegeven rede medegedeeld, dat
het n. V. V. od dit congres voor de eerste
i
maal vertegenwoordigd was cn mr. Troelstra
wegens gezondheidsredenen het congres niet
kon bijwonen en niet zyn inleiding houden over
de bedrijfsorganisatie. Hem werd een telegram
toegezonden.
De voorzitter wenscht den heer Sannes ge
luk met zjjn herstel en daarna werd besloten
telegrammen te zenden aan de in congres bij
een zijnde- soc.-dem. in Tsjecho-Slowakye en
België.
De heer R. Stenhuis sprak enkele woorden
namens hot N.. V. V.
W ormerveer had het voorstel ingediend
om de kwestie P. B. Westerhof (het Partij
bestuur heeft geweigerd den propagandist
Westerhof in Noord-Holland te vergunnen het
Alkmaarsche wethouderschap te aanvaarden)
niet commissoriaal te maken, doch in het con
gres to behandelen.
De voorzitter had tegen'dit voorstel bezwaar,
doel) zag e** geen bezwaar in, dat slechts twee
sprekers pro en contra zullen discussicercn en
dan onmiddellijk wordt overgegaan tot stem
ming.
Het congres ging hiermee accoord.
Aan dc orde waren de verslagen van Partij
bestuur, redacties en Kamerfracties.
Uit het jaarverslag blijkt, dat het aantal af
deel in gen der Party bedroeg: 31 Dcc. 1922 683
en 31 Dec. 1923 591. Het aantal leden b'cdroeg
op 31 Dec. 1922 42.017 en op 31 Dec. 1923
41.230; het ledental is dus met plm. 800 terug-
geloopen. Een overzicht van het totaal aantal
leden over de laatste vier kwartalen wijst de
volgende cijfers aan: 1 Jan. 1923 42.047, 81
Maart 1923 42.555, 30 Juni 1923 42.887, 30
Sept. 1923 41.774, 31 Dec. 1923 41.230'. In het
verslag wordt dc meening uitgesproken, dat
de teruggang in de loonen, de grootcre werk-
loqshcid, wellicht het verschijnsel van terug
gang ten deele kan verklaren.
Bij de discussie uitte Den Haag critiek op
het dikwijls absent zijn der soc.-dem. leden in
de Tweede Kamer.
Amsterdam drong er op aan, dat voor
het eigenlijke congres voor-congressen zullen
worden gehouden, waarin de interne aangele
genheden worden behandeld, terwijl het eigen
lijke congres een demonstratie naar buiten zal
zijn. Spreker stelt voor een commissie te be
noemen die betere organisatorische verhoudin
gen zal scheppen.
Amsterdam 9 diende een motie in, waar
bij het congres zich uitspreekt, dat de kwestie
van instelling van een commissie voor arbei
dersontwikkeling niet voldoende is voorbereid,
waarom het bestuur wordt uitgenoodigd om
het voorstel op dit congres terug te nemen
Tevens diende deze spreker een voorstel in
om een commissie te benoemen die zal onder
zoeken hoe de houding van de Partij moet zijn
in de tijdén van depressie ten aanzien van de
arbeidsvoorwaarden van ambtenaren en arbei
ders in overheidsdienst.
Den Holder was van oordeel, dat de soc.-
dem. fractie in de Kamer bij bespreking van
zeer ernstige zaken dikwijls niet aanwezig is.
Zeist constateerde, dat in de Partij de cen
tralisatie wel eens zoo sterk wordt doorge
voerd, dat aan de buitenkanten do ambitie ver
flauwt.
Hoorn cn Zaandam vroegen zich af of
in het partijprogram is aangegeven de 45-urige
werkweek of de 48-urigo workweek. Daarbij
komt de Amsterdamsche kwestie ter sprake.
De vraag werd gesteld of do raadsfracties
zich in deze dienen te houden aan het partij
program, ja dan neen. De afgevaardigde van
Zaandam dringt aan, dat het congres zal uit
spreken of in het partijprogram staat aange
geven ,dat de 45-urige of de 48-urige arbeids
week moet worden gehandhaafd.
Bussum betoogde de noodzakelijkheid dat
Partij en vakbeweging de verantwoordelijkheid
ieder op eigen terrein onder de ooogen zien.
Hij waarschuwt tegen te sterke ovcrhcersching
van de vakbeweging.
•Het hoofdbestuurslid mr. D. A. van Eek
nam een afwijkend standpunt in ten aanzien
van de meening der overige hoofdbestuursleden
over de 48- of 45-urige werkweek. Z. i. eischt
het gemeenteprogram do 45-urige werkweek.
De Voorzitter was het niet eens, dat
de Partij gereorganiseerd moet worden. De or
ganisatie van de S. D. A. P. is de natuurlijke
organisatie. Partijleiding is bij het Partijbe
stuur en wij kunnen geen tweede leiding schép
pen; dit leidt tot desorganisatie. Een commissie
te benoemen, zooals is voorgesteld, acht hy
overbodig. De verbinding tusschen partijleiding
en afdeelingen is z. i. door niets anders te ver
vangen; dringende behoefte hiertoe is trou
wens tot nu toe nooit geopenbaard.
Naar aanleiding van de vraag waarom ppr-
tretten van soc.-dem. 'zijn gekomen in het Ge
denkboek ter gelegenheid van het regeerings-
jubileum van de Koningin, merkt spreker op,
dat hy er geen bezwaar'in ziet, dat soc.-dem.
hun portret afstaan voor een artikel, waarin
de arbeid van vooraanstaande Kamerleden
wordt besproken. Hun portretten komen im
mers ook voor in niet socialistische bladen. Het
gaat niet aan om den betrokkenen op het con
gres te willen voorschrijven, dat zy hun por
tret niet voor dergelijke werken mogen afstaan.
Hij zag niet in dat er een te sterke centra
lisatie in de Party bestaat. Eigen initiatief is
altijd nog een nuttig ding. De centralisatie
heeft op het punt gestaan om te centralisa-
tisch te worden, maar dit verwyt kan thans niet
meer gelden.
Vervolgens besprak hy de verhouding tus
schen de S. D. A. P. en het N. V. V. Het ligt
in de lijn van de ontwikkeling dat S. D. A. P.
en N. V. V. samenspreken, ook in gewichtige
politieke oogenblikken.
De kwestie van de 48- of 45-urige werkweek
besprekeiftle, verklaart hy dat de 45-urige
werkweek in het program niet staat.
Dat de raadsfractie van Amsterdam een
andere houding zou hebben aangenomen indien
dit punt in het program had gestaan, ontkent
spreker niet. De 8-uren-dag dient met alle
kracht gehandhaafd te worden, maar dan ook
dienen dan die krenterige beschouwingen ach
terwege te blijven, omdat zij de zaak zelf in
discrediet bréngen.
Het is van het overheidspersoneel veel ver
standiger om er in toe te stemmen, dat de
8-uur-arbeidsdag wordt gehandhaafd, zooals
der.e voor alle arbeiders best' at.
Dr. van d c r V.' a e r «i e n besprak de hou
ding van de Kn.mcrfractië' ten aanzien van het
wetsontwerp betreffende de Hanzebank-affaire.
Daarna is het congres geschorst.