AMERSFOORTSCH DAGBLAD „DE EEMLANDER" Dinsdag 22 April 1924 binnenland. No. 248 22e Jaargang TWEEDE BLAD. ut.»- koninklijke besluiten. Bij K. B. is eervol ontslagen met dank Mr. P. C A Sich. torman vice-president van de rechtbank te Zwolle, en benoemd als zoodanig Jhr. Mr. M. A. de Savomtn Lohman, thans vechter in die rechtbank benoemd tot ridder in den Nederlondschen Leeuw Mr. P. C. A. Sichterman voornoemd op verdook eervol ontslagen G. \V. Blan kenberg als hoofdcommissies bij het departe ment van Justitie met donk benoemd tot notaris te Schoonhoven B. J. Deyinck thans candidaat-notaris aldaar te Purmerend J. E. Heenk thans notaris te Castricirm te Alkmaar Mr. J. W. v. d. Heide candidaat-notaris te Baarn benoemd tot leerling-tolk te Constantinopel Mr. H. v. Da velaar candidaat bij den tolkdienst in de Levant nederland en rusland. De hervatting der besprekingen. Gelijk bekend zullen de onderhandelingen tot regeling der betrekkingen tusschen Nederland en Rusland binnenkort worden voortgezet. Naar wij vernemen is de eerste samenkomst der ge delegeerden, die wederom in Berlijn zal plaats hebben, bepaald op 24 April. Deze onderhande lingen zullen in verband met een eventueel her stel der diplomatieke betrekkingen in geval van tot-stand-koming eener bevredigende regeling loopen over het geheel der tusschen beide lan den hangende kwesties. DE LEEFTIJDSGRENS VOOR TOELATING OP DE LAGERE SCHOOL. De Minister is bereid zijn voorstel len in te trekken. In zijn Memorie van Antwoord op het Voor- loopig Verslag betreffende het wetsontwerp tot wijziging van de leerplichtwet en van de loger- onderwijswet 1920, deelt de Minister o. a. mede, dat, hoewel in de opschuiving van den leeftijd voor toelating der kinderen tot de scholen voor lager onderwijs met I jaar een belangrijke be sparing zou zijn gelegen, hij bereid is rui de ge nomen maatregel een nlgemeene afkeuring vindt, deze met I September 1924 terug te nemen onder voorwaarde dat de beoogde bezui niging op andere wijze wordt verkregen. In dien geest is dan ook het oorspronkelijke voor stel gewijzigd. HET WEGENBEHEER IN NOORD-HOLLAND. Een avant-projet. In aansluiting aan de besprekingen omtrent het wegenbeheer in de laatste zitting der Pro vinciale Staten van Noord-Holland, waaihij Ge deputeerde Staten werden uitgenoodigd een plan voor een primair wegennet bij de Staten ter vaststelling in te dienen, heeft de Hoofdinge nieur-directeur van den Provincialen Waterstaat op verzoek van Gedeputeerde Staten een avant- projet voor een zoodanig wegennet aan het College doen toekomen. Gedeputeerde Staten stellen zich voor nè 1 Juli a. s. de verdere voorbereiding van de vast stelling van het plan door de Provinciale Staten ter hand te nemen. MR. DR. E. VAN KETWICH VERSCHUUR, h Zaterdag is plotseling overleden mr. dr. E. van Ketwich Verschuur, burgemeester van Gro ningen. Zijn levensloop. De heer Ketwich Verschuur, werd 13 Februari T879 te Zwolle geboren. Hij voltooide zijn uni versitaire studiën te Leiden en promoveerde er in 1902 tot doctor in de rechtswetenschap. Hij was tot 1905 advocaat en procureur te 's-Gra- venhage, van 1905—1906 commies-redacteur ter gemeente-secretarie van Zwolle, van 1906 tot 1916 referendaris, afdeelingschef ter provinciale griffie van Overijssel en kantenrechter-plaatsver-^ vanger te Zwolle, van 1916 tot 1917 directeur van het centraal bureau'voor sociale adviezen te Amsterdam. Den len October 1917 werd hij benoemd tot burgemeester van Groningen en zag zich in Juli 1919 tot lid der Staten van Groningen gekozen, waarvan hij tot 1923 lid was. Op 19 September van dat jaar werd hij gekozen tot lid der Eerste Kamer. Mr. dr. van Ketwich Verschuur, die dezer dagen tot rijksbemiddelaar ingevolge de Arbeidsgeschillenwet werd benoemd, had o.m. zitting in het hoofdbestuur van de Maatschappij tot Nut van het Algemeen, de Vereeniging Mar- timfonds, de' Vereeniging voor Economische Geografie en de Vereeniging Historisch Eco nomisch Archief. Dc begrafenis. Noot wij vernemen is de teraardebestelling van het stoffelijk overschot van wijlen burge meester Van Ketwich Verschuur bepaald op Woensdagnamiddag te 2 uur op de begraaf plaats te Groningen. DE HULDE VAN DELI AAN WIJLEN J. T. CREMER Een gedenkteeken op het graf ont huld. Zaterdagmiddag is op de begraafplaats Wester- veld op het graf van den heer J. T. Cremer' gedenkteeken onthuld, dat daar zou worden op gericht door allen, die met het cultuurland Deli in betrekking staan. Bij do plechtigheid waren een aantal nabe staanden van den overledene aanwezig en met andere belangstellenden leden van de commis sie, welke voor dit doel was gevormd. Deze commissie bestond uit de heeren jhr. H. W. Röell, namens de planters, voorzitter; H. J. Grijzen, oud-gouverneur van Sumatra's Oost kust, namens het Binnenlandse!* Bestuur; C. M. Herckenrath, directeur van de Deli Spoorweg- Maatschappij; E, Goldenberg, directeur vah Günzel en Schuhmacher, namens den handel, en G. J. Kroese, oud-secretaris van de Delï-Maat- schappij, secretaris-penningmeester. Rede Jhr. Ree 11. Jhr. H. W. Röell hield de volgende toe spraak: Op den onheilsdag 13 Mei 1619 zijn-in het Resolutieboek der Staten van Holland en West- Friesland de beroemde woorden geschreven over Johon van Oldonbnrnevelds „Een man van grooten bedrijve, besogne, memorie en directie, ja singulier in alles". Die karakteristiek is ook van toepassing op den man, bij wiens laatste rustplaats wij thans staan. Den 14cn Augustus 1923 zijn aan dit graf indrukwekkende woorden gesproken, namens de Regeering door Minister Colijn, die Cremer welsprekende hulde gebracht heeft voor zijn verdienste als staatsman, als vertegenwoordiger van ons land in den vreemde, en voor alles wat hij voor Indie heeft gedaan. Andere sprekers hebben eere gebracht aan zijn beteekenis voor handel, scheepvaart en nijverheid. Zij hebben hem ook geëerd als mensch. Wij zijn thans hier gekomen om getuigen te geven van onze dankbaarheid voor hetgeen hij in zijn werkzaam leven heeft verricht ten bate van het gewest, hetwelk voor zulk een groot gedeelte zijn opkomst en bloei aan hem, Jacob Theodoor Cremer, te danken heeft - Een korte vergelijking zij mij hier vergund. Pieter Both, de eerste gouverneur-generaal van Nederlandsch-Indie, schreef in 1614 aan heeren meesters in het Moederland over Jan Pieters zoon Coen, toen nog in het begin van zijn loop baan, en hij noemde hem: „een persoon, seer wel ervaren in den coophandel alsmede in saecken van state, seer eerlijck ende modest van leven, altijd laborieus sonder eenigen tijdt te verliesen, alsoo dat hier nooyt niemant en is geweest die sijn cloeckhcyt gepasseert heeft, noch comen en sal". Dat was in een tijd, toen het gehalte der personen, die naar Indie werden uitgezonden, niet hoog stond. In zooverre is er geen overeenkomst, maar er valt toch wel een parallel te trekken. Want toen in 1873 de heer Schroder Visser, secretaris van de Factorij te Batavia, een inspectiereis in Deli had gemaakt, schreef hij aan de directie der Nederlandsche Handel-Maatschappij: „De heer Straatmann heeft op mij den indruk gemaakt van een kundig en ijverig administrateur, onvermoeid den veldar beid dagelijks nagaande, the right man in the right place, terwijl den nu reeds gunstig be kenden heer Cremer ook een woord van lof toekomt voor het nauwkeurig comptabel be- heér, dat in weerwil van de uitbreiding der za ken, zich door eenvoudigheid kenmerkt." De grondslag van de administratie, door den jongen Cremer gelegd, is zoo degelijk en proef houdend gebleken, dat die boekhouding merk- waardigerwijzer in hoofdzaak behouden en in stand gebleven is tot den huidigen dag. Het vertrouwen in Cremer's administratieve be kwaamheden van den aanvang gesteld, is meer dan vervuld hij heeft zich een uitnemend be heerder getoond. Hij is de man geweest die orde schiep in ongeregelde toestandenhij werd de oprichter van de Deli Planters Ver eeniging, de stichter van de Deli-Spoor. Blijft Nienhuys de pionier, de ontdekker van de Deli-tabak, Cremer is de grondlegger van de geordende tabakscultuur. Nooit is hij in ge breke gebleven om do belangen van het cul tuurland te behartigen, te bevorderen met al zijn kracht en naar zijn beste kunnen. Deli had zijn liefde en zijn onverflauwde belangstelling. Als er moeilijke tijden dreigden, stond hij steeds gereed om de leiding te nemen, ook in de vergaderzaal. Wij wisten allen, dat wij ons volkomen aan hem konden toevertrouwen, en in dat besef gevoelden wij ons veilig. Geen leidsman of voorganger had onder ons zoo'n groot gezag, omdat zijn oordeel steunde op juime ervaring en groote kennis van zaken, volkomen onpersoonlijk en onpartijdig. Men kon op hem bouwen als op een rots. Hoe hoog hij mocht stijgen, en waar hij zich bevond, Deli beschouwde hij als de bakermat van zijn loopbaan. Die overtuiging heeft hij eens kernachtig uitgedrukt, toen hij als gezant te Washington, op. I November 1919 bij het gouden feest van de Deli-Maatschappij, deze woorden over den oceaan zond„Ik beschouw de jaren in Deli doorgebracht als de belang rijkste van mijn leven, zij hebben mij geschikt gemaakt voor mijn lateren arbeid". Behoeft het nog verklaring, dat wij uitdruk king willen geven aan de gevoelens, die ons voor Cremer's nagedachtenis bezielen Zoo ja, dan hebben wij slechts mede te deelen, dat de oproeping de grootst mogelijke instemming heeft gevonden bij oud-Delianen hier te lande en bij vele honderden ter Oostkust van Suma tra, van onderscheiden landaard, hoog of laag geplaatst. De deelneming heeft alle verwach tingen verre overtroffen. Zoo mogen wij don spreken namens geheel Deli, wanneer wij de familie verzoeken, dit huldeblijk te willen aan vaarden als een bliivend teeken van dankbaar heid van het gewest en van allen die zich daaraan verbonden gevoelen. Jacob Theodoor Cremer, kleinzoon en naam genoot van den man die hier rust, ik noodig u uit het gedenkteeken te onthullen. Nadat de 22-jarige kleinzoon aan do uit- noodiging had voldaan en het gedenkteeken geheel zichtbaar was geworden, sprak de heer Röell weder In onvergankelijk marmer staat gegrift, op dat het niet voor het nageslacht verloren zal gaan, wat wij thans nog eenmaal luid willen uitspreken „Aan Jacob Theodoor Cremer, een man van grooten bedrijve, besogne, memorie en direc tie, ja singulier in alles, is dit gedenkteeken toegewijd door het dankbare Deli Rede van den heer Grijzen. De heer G r ij z e n zeide daarop Wanneer ik hier het woord neem. dan doe ik dat, om als oud-gouverneur van de Oostkust van Su matra, ook van de zijde van de ambtenaren, die vroeger of later in Deli gediend hebben, een woord van diepgevoelde hulde te brengen aan de nagedachtenis van Jacob Theodoor Cremer. Ik heb niet dc eer gehad, tezamen met Cremer in Deli werkzaam te zijn; ik kwam daar jaren nadat hij het land reeds had verlaten. Doch des te beter was ik daardoor in staat om de resultaten waar te nemen, die de openleg ging van Deli waarin Cremer zulk een over- heerschend aandeel heeft genomen voor dat land heeft gehad. Die resultaten nu, waren in één woord schitterend en die werden mii steeds wel het allerduidelijkst, wanneer ik bij wijze van contrast zoo van tijd tot tijd het nijvere, welvarende cultuurgebied verliet, om een be zoek te brengen aan die deelen van Sumatra's Oostkust, die nog niet door Europe- ken durf en energie waren ontsloten en waar alles nog doodsch was en verlaten. Ook van de zijde van de ambtenaren wordt volmondig erkend, dat wat Deli thans is, het hoofdzakelijk te danken heeft aan zijne pioniers, onder wie Cremer u-*l de invloedrijkste plaats heelt ingenomen. Dat is ook de reden, dat van dien kant zoo gaarne en zoo algemeen is deelgenomen aan dc oprichting van dit ge denkteeken, dat bedoeld is als een blijvende, dankbare hulde aan Deli, oan den man, die zoo enorm veel tot de ontwikkeling en bloei van dat land heeft bijgedragen. Rede van den heer Cremer Jr. Vervolgens sprak de heer J. T. Cremer Jr. Vaar mij de hoogc eer te beurt is gevallen, het gedenkteeken te mogen onthullen, dat Deli heeft willen stichten voor mijn onvergetelijken grootvader, heeft mijn vader mij verzocht u allen uit naam van mijne grootmoeder en het jonge geslacht Cremer dank te zeggen voor het door uwe daad e.eren van zijne nagedachte nis. Van zijne nagedachtenis, die do heeren Röell en Grijzen in hunne hartelijke woorden hebben weergegeven van het dankbare Deli, het Deli, dot mijn grootvader steeds zoo lief was en dot zulk een groote plaats in zijn hart in nam. Immer hebben wij kleinkinderen, die hem gekend hebben niet voornamelijk als staats man, maar meer als hoofd van het gezin, onder vonden, dat de ontwikkeling van Deli voor grootvader, aOsmede voor grootmoeder, het meest dierbare was, waaraan zij hebben mede gewerkt. Nogmaols, mijne heeren Röell cn Grij zen, onzen oprechten dank voor uwe waardee- rende woorden en onze groote erkentelijkheid jegens allen, die aan het tot stond komen van deze zoo sympathieke hulde hebben deelge- Hct gedenkteeken, dat zich achter het om sloten graf verheft als een obeliskvormige zuil, vertoont aan de voorzijde in medaillon het por tret van den overledene naar de bekende pla quette van Toon Dupuis. Daaronder leest men het opschriftHet monument is ontworpen en uitgevoerd door den heer L. M. Tetterode. HET PAASCHCONGRES DER S. D. A. P. De openingsrede van den heer Vliegen. Door de S. D. A. P. werd gedurende de Paaschdagen te Arnhem een congres gehouden. Het werd Zaterd.midd. geopend door den voor zitter, den heer W. H. Vliegen, met ccn rede, waaraan het volgende is ontleend. Al dadelijk kon Spr. een optimistischen toon aanslaan. Voor wat de internationale verhou dingen betreft, is er in de laatste dagen een scheur gekomen in de schier ondoordringbare wolkenmassa, die sinds 1914 boven Europa hing. Eindelijk heeft een Internationale samen- spreking geleid tot conclusies, die groote kans hebben door alle direct belanghebbende par tijen te worden aanvaard. Zoodat eindelijk een basis schijnt te zijn gevonden, waarop 10 jaren nadat de wereldoorlog uitbrak, werkelijke vrede zijn kans ziet dagen. Dat feit geeft vooral voor de arbeidersklasse, op welke immers elke maat schappelijke ontreddering het zwaarst drukt, reden tot een verheuging en optimisme. En wie zou durven ontkennen, dat dit feit voor een niet gering deel te danken is aan het toevallen van de regeeringsmacht in het machtigste Rijk van Europa, in Engeland, aan de Labour Partij, aan de arbeiderspartij. En in de duisternis van de verhoudingen, die ook na den oorlog ons bleef omringen, is dat een bemoedigend licht punt, een lichtpunt, dat opweegt tegen zooveel wat in de laatste jaren den verkeerden kant op ging. De ontreddering in de economische en politieke verhoudingen teekende zich af in de ontreddering der geesten. Er is in de bour geoisie van bijna alle landen van Europa een roep naar sterke mannen, naar dictators, die kenmerkend is voor de tegenstellingen, die deze maatschappij beheerschen. Angst voor de demo cratie is angst voor het volk zelf. Billijkheids halve dienen we te constateeren, dat dezelfde mate v;in bewondering in Nederland tot nog toe noch den heer Vcrviers, noch zelfs den heer Colijn ten deel is gevallen. Het Nederlandsche volk stoat nog uit te kijken naar een betere gelegenheid daartoe, dan die welke zich tot nu toe hebben voorgedaan. Vervolgens wijst Spr. op de voor de deur staande verkiezingen in Duitschlond en Frank rijk. Moge vooral het Duitsche proletariaat dc reusachtige beteekenis van den uitslag goed voor den geest staan en moge het in staat zijn om de ontwikkeling van dit land tot een democrati sche republiek te waarborgen. In Frankrijk zijn de toestanden niet van dien aard dat eenzelfde resultaat is të wachten als de Labour-partij in Engeland heeft bereikt; de communistische vernielzucht heeft daar de so cialistische beweging, en nog erger de vakbe weging, tot machteloosheid geslagen. Maar zóó verblind als vier jaren geleden is ook Frankrijk niet meer. En mocht het financieel ontwerp, dat is uitgewerkt door de deskundigen, leiden tot een internationaal accoord, dan zal ongetwij feld geen gevaar voor de democratische ont wikkeling van Europa komen. Frankrijk zou ge heel zijn revolutionaire historie cn zich zelf moeten vergeten, voor en aleer dat het geval zou kunnen worden. Spr. memoreert dan het tot stand komen van de eenheid jn de Internationale Sociaal-demo cratie. We behoeven niet meer te spreken van de Londensche en Weensche Internationale. Er is er maar ééne meerde Londensche. Het Hamburgsche congres in Mei van dit jaar ge houden, bond de verbroken banden weer aan een. Intusschen ware het dan toch dwaasheid te willen loochenen, dat onze internationale 1 beweging in dezen tijd met een zekere mach- 1 teloosheid is geslagen. Dat is het natuurlijk ge- volg van de groote ongelijkheid van machts positie der socialistische beweging in de ver schillende landen. Internationale socialistische politiek kan alleen tot stand komen, wanneer aan beide zijden van de grenzen de socialisti sche invloed zich kan laten gelden, en dat is nog niet het geval. Maar zeker kan gezegd wor den, dat het optreden eener arbeidersregeering in Engeland een veelbeteekenend begin is van verbetering in dit opzicht. Maar ten slotte kan een Internationale alleen dan grooten invloed oefenen, als er meer landen zijn die haar denk beeld willen verwezenlijken. Déórom vooral is het in dezen tijd belang rijker dan ooit, dat er landen, waar de Sociaal- Democratie regeert of mederegeert. ook al staan op .het terrein van de binnenlandschc po litiek haar kansen om groote dingen te doen slecht. Daarom vervult ons de overwinning onzer Deensche partijgenooten, een overwinning zoo groot, dat er een Sociaal-Democrafis-he ror - ring schijnt te komen, met oprechte vreugde, cn het is jammer, dat in Zweden het ministerie- Bran ting er niet meer is. Bij het beoordeelen van het toenemend optreden van socialistische ministers, dient dit hoofdpunt, de internatio nale politiek, niet uit het oog tc worden ver loren, want het vraagstuk van de oplossing dor internationale geschillen, het werkelijk herstel van den vrede cn de opbouw van goede inter nationale verhoudingen, is belangrijker dan alle vragen van binnenlnndsche politiek, omdat, zoo lang dat vraagstuk onopgelost blijft, o] het andere in de lucht hangt. In het algemeen zou ik in dezen tijd de arbeidersklasse willen toe roepen beter te zien wot groot, cn minder te hangen aan wat nu eenmaal klein is. Dc arbeidersklasse is sinds een halve ocuw krachtig voorwaarts gegaan voorwnt haar stof felijke positie betreft. Wat binnen het kapita lisme mogelijkheid was, is gekregen. Al spoe dig is gebleken binnen welke enge grenzen die mogelijkheid lag. Nu was het oogenblik geko men, dat dc arbeidersklasse zich hnd te wenden tegen het kapitalistische stelsel zelf. Doch dit oogenblik vond niet alleen een ontredderd ka pitalisme, doch ook een nationaal en interna tionaal verdeeld en voor dit grooto werk nog niet rijp proletariaat Dit nu bracht onvermijdelijk een nieuwe kapi talistische periode, die we zullen moeten door maken, een periode het "zij löide gezegd woarin de taak waaraan tot nu toe schier heel de actie der arbeidersklasse was gewijd, name lijk lotsverbetering van onmiddcllijken aard, op den achtergrond treedt cn de bekamping van het kapitalistisch stelsel zelf, zoo noodig met materieelc opofferingen van den kant van het proletariaat, op den voorgrond moet worden geplaatst. Ook bij vraagstukken die op dit con gres moeten worden behandeld zal dit spoedig blijken. Dc betrekkelijke machteloosheid der gemeenschapsorganen tegenover de groote vraagstukken, die de machtsgroci van dc ar beidersklasse opwerpt, bewijst dat de arbei dersbeweging met loonstrijd cn dergelijke, ook al heeft hij succes, bitter weinig verder komt. Vandaar dot vraagstukken als bedrijfsorgani satie en socialisatie zich opdringen en het groo te zwakke punt in dc geheele beweging is, dat het gewicht van deze vraagstukken nog maar door een veel te gering deel van dc arbeiders klasse wordt begTcpen. In di: opzicht, zegt spr., hebben we een ontzaggelijk stuk opvoedings- arbeid voor den boeg. Met allo energie moet worden aangestuurd, zegt spr. verder, op de verovering van. steeds grooter politieke macht, mnnr de basis ,van dien strijd moet zijn de positie van de arbeidersklasse in het bedrijfs leven. En daarom is, misschien niet het popu lairste en misschien niet het meest sensationeelc punt van den beschrijvingsbrief, maar wel het belangrijkstede bedrijfsorganisatie. Komende tot de Nederlandsche politiek, waar over spr. niet veel zeggen zal, herinnert hij aan het zittend gebleven kabinet. Het is ccn minis terie zonder gezag of prestige. Het is, evenals de rechterzijde zelf, waaruit het is voorgeko men, een samenraapsel van tegenstrijdige stroo mingen. Het bijeenbrengen van die stroomin gen heeft in de politiek hetzelfde effect als dc centralisatie bij den girodienst. Regeeren kon men niet, maar men heeft helaas macht genoeg om te beletten dat anderen regeeren, om tc beletten dat wie, wegens overeenkomst in so ciaal-politiek opzicht bijeenhooren, ook bijeen komen. Hoelang dit nog duren kan, weet spr. niet, do S. D. A. P. kan niet anders don onverstoord en zondeT opwinding die de geestdrift van zwak kelingen is haar beproefde politiek volhou den totdat de anderen, die wel geroepen zijn doch hun roeping niet begrijpen, door schado cn schande wijzer zijn geworden. En hiermede komt spr. op de eigen partij. Een der feiten die ieder moet opvallen, wan neer wij de cijfers der jaarvefslagen nazien, is, dat onze politieke partij weliswaar niet voor uitgaat in ledental, maar ook niet getroffen wordt in ledenverlies, als de vakbeweging heeft te boeken. De vakbeweging van elke nuance. Spr. loot nu nog door het N. A. S. Daar zochten cn vonden de communisten een arbeidsveld, en dan weet je er alles van. De taktiek van het eenheidsfront maakt daar dot het N. A. S. in twee stukken sprong en er een zesde vakcentrale werd gesticht. Maai- dc vak beweging over de geheele linie daalde belang rijk in ledental Het schijnt dat do N. V. V. het eerste deel is waarin de daling tot staan kwam. Deze daling maakte de S. D. A. P. niet mee. Eind 1921 telden wc 4T.472 leden en thans hebben we op een paar dozijn na het zelfde getal. Do in het afgeloopen jaar plaats gehad heb bende verkiezingen voor Provinciale Staten en gemeenteraden vertoonden ovec het algemeen hetzelfde beeld. Daalde bij de laatste Kamer verkiezingen de eersten onder het vrouwen kiesrecht het aontol onzer Kamerleden van 22 op 20, het aantal Statenleden viel thans van T77 op T07 en het aantal raadsleden van TI64 op 1C69. Het vrouwelijk deel van het kiezen- corps deed ons tien procent van onze verkie- zingskrachl verliezen. Spr. had erger verwacht en zeker hadden de keTkelijken bete- gehoopt. Dat de partij overigens een invloed heeft die ver uitgaat boven de 20 procent van de Ijipzers die zich voor ons uitspraken, hebben wij be wezen in onze Septemberdemonstratie cn it* de actie tegen de vlootwet. Dat was een schitte rende periode, waaraan we zeker allen met ge noegdoening en trots mogen terugdenken. Aan het slot van zijn rede gekomen herin nert spr. nog aan den strijd in Twente en her denkt hen die in hei afgeloopen jaar aan dc partij ontvielen. Spr. begint met één die geen partijgenoot in de oud'- geschiedenis der socia listische beweging in Nederland een naam van goeden klank had Van der Zwaag, die 22 April van het vorige jaar overleed. Ook tot de ouderen die ons langzamerhand ontvallen bchooren de in dit jaar overleden partijgenooten L. Zandstro en Piet Helsdingen. Het zwaarst gevoeld in dc kringen der partijleiding werd zeker het ver lies van Loopuit, die zoo lange jaren lid ven het Partijbestuur en wiens hecle l-ven een toon beeld was van liefde voor en toewijding aan de socialistische zonk. Sp: eindigde met de heer Schaper geluk te- wen schen met zijn 25-jarig Kamerlidmaatschap en verklaarde onder applaus het Congres voor gcopund. De voortzetting. Op het Zaterdag in Musis Sacrum te Am- hem begonnen Pa; sehcongres der S. D. A. P. heeft de voorzitter, de heer W. H. Vliegen, ua zijn reeds weergegeven rede medegedeeld, dat het n. V. V. od dit congres voor de eerste i maal vertegenwoordigd was cn mr. Troelstra wegens gezondheidsredenen het congres niet kon bijwonen en niet zyn inleiding houden over de bedrijfsorganisatie. Hem werd een telegram toegezonden. De voorzitter wenscht den heer Sannes ge luk met zjjn herstel en daarna werd besloten telegrammen te zenden aan de in congres bij een zijnde- soc.-dem. in Tsjecho-Slowakye en België. De heer R. Stenhuis sprak enkele woorden namens hot N.. V. V. W ormerveer had het voorstel ingediend om de kwestie P. B. Westerhof (het Partij bestuur heeft geweigerd den propagandist Westerhof in Noord-Holland te vergunnen het Alkmaarsche wethouderschap te aanvaarden) niet commissoriaal te maken, doch in het con gres to behandelen. De voorzitter had tegen'dit voorstel bezwaar, doel) zag e** geen bezwaar in, dat slechts twee sprekers pro en contra zullen discussicercn en dan onmiddellijk wordt overgegaan tot stem ming. Het congres ging hiermee accoord. Aan dc orde waren de verslagen van Partij bestuur, redacties en Kamerfracties. Uit het jaarverslag blijkt, dat het aantal af deel in gen der Party bedroeg: 31 Dcc. 1922 683 en 31 Dec. 1923 591. Het aantal leden b'cdroeg op 31 Dec. 1922 42.017 en op 31 Dec. 1923 41.230; het ledental is dus met plm. 800 terug- geloopen. Een overzicht van het totaal aantal leden over de laatste vier kwartalen wijst de volgende cijfers aan: 1 Jan. 1923 42.047, 81 Maart 1923 42.555, 30 Juni 1923 42.887, 30 Sept. 1923 41.774, 31 Dec. 1923 41.230'. In het verslag wordt dc meening uitgesproken, dat de teruggang in de loonen, de grootcre werk- loqshcid, wellicht het verschijnsel van terug gang ten deele kan verklaren. Bij de discussie uitte Den Haag critiek op het dikwijls absent zijn der soc.-dem. leden in de Tweede Kamer. Amsterdam drong er op aan, dat voor het eigenlijke congres voor-congressen zullen worden gehouden, waarin de interne aangele genheden worden behandeld, terwijl het eigen lijke congres een demonstratie naar buiten zal zijn. Spreker stelt voor een commissie te be noemen die betere organisatorische verhoudin gen zal scheppen. Amsterdam 9 diende een motie in, waar bij het congres zich uitspreekt, dat de kwestie van instelling van een commissie voor arbei dersontwikkeling niet voldoende is voorbereid, waarom het bestuur wordt uitgenoodigd om het voorstel op dit congres terug te nemen Tevens diende deze spreker een voorstel in om een commissie te benoemen die zal onder zoeken hoe de houding van de Partij moet zijn in de tijdén van depressie ten aanzien van de arbeidsvoorwaarden van ambtenaren en arbei ders in overheidsdienst. Den Holder was van oordeel, dat de soc.- dem. fractie in de Kamer bij bespreking van zeer ernstige zaken dikwijls niet aanwezig is. Zeist constateerde, dat in de Partij de cen tralisatie wel eens zoo sterk wordt doorge voerd, dat aan de buitenkanten do ambitie ver flauwt. Hoorn cn Zaandam vroegen zich af of in het partijprogram is aangegeven de 45-urige werkweek of de 48-urigo workweek. Daarbij komt de Amsterdamsche kwestie ter sprake. De vraag werd gesteld of do raadsfracties zich in deze dienen te houden aan het partij program, ja dan neen. De afgevaardigde van Zaandam dringt aan, dat het congres zal uit spreken of in het partijprogram staat aange geven ,dat de 45-urige of de 48-urige arbeids week moet worden gehandhaafd. Bussum betoogde de noodzakelijkheid dat Partij en vakbeweging de verantwoordelijkheid ieder op eigen terrein onder de ooogen zien. Hij waarschuwt tegen te sterke ovcrhcersching van de vakbeweging. •Het hoofdbestuurslid mr. D. A. van Eek nam een afwijkend standpunt in ten aanzien van de meening der overige hoofdbestuursleden over de 48- of 45-urige werkweek. Z. i. eischt het gemeenteprogram do 45-urige werkweek. De Voorzitter was het niet eens, dat de Partij gereorganiseerd moet worden. De or ganisatie van de S. D. A. P. is de natuurlijke organisatie. Partijleiding is bij het Partijbe stuur en wij kunnen geen tweede leiding schép pen; dit leidt tot desorganisatie. Een commissie te benoemen, zooals is voorgesteld, acht hy overbodig. De verbinding tusschen partijleiding en afdeelingen is z. i. door niets anders te ver vangen; dringende behoefte hiertoe is trou wens tot nu toe nooit geopenbaard. Naar aanleiding van de vraag waarom ppr- tretten van soc.-dem. 'zijn gekomen in het Ge denkboek ter gelegenheid van het regeerings- jubileum van de Koningin, merkt spreker op, dat hy er geen bezwaar'in ziet, dat soc.-dem. hun portret afstaan voor een artikel, waarin de arbeid van vooraanstaande Kamerleden wordt besproken. Hun portretten komen im mers ook voor in niet socialistische bladen. Het gaat niet aan om den betrokkenen op het con gres te willen voorschrijven, dat zy hun por tret niet voor dergelijke werken mogen afstaan. Hij zag niet in dat er een te sterke centra lisatie in de Party bestaat. Eigen initiatief is altijd nog een nuttig ding. De centralisatie heeft op het punt gestaan om te centralisa- tisch te worden, maar dit verwyt kan thans niet meer gelden. Vervolgens besprak hy de verhouding tus schen de S. D. A. P. en het N. V. V. Het ligt in de lijn van de ontwikkeling dat S. D. A. P. en N. V. V. samenspreken, ook in gewichtige politieke oogenblikken. De kwestie van de 48- of 45-urige werkweek besprekeiftle, verklaart hy dat de 45-urige werkweek in het program niet staat. Dat de raadsfractie van Amsterdam een andere houding zou hebben aangenomen indien dit punt in het program had gestaan, ontkent spreker niet. De 8-uren-dag dient met alle kracht gehandhaafd te worden, maar dan ook dienen dan die krenterige beschouwingen ach terwege te blijven, omdat zij de zaak zelf in discrediet bréngen. Het is van het overheidspersoneel veel ver standiger om er in toe te stemmen, dat de 8-uur-arbeidsdag wordt gehandhaafd, zooals der.e voor alle arbeiders best' at. Dr. van d c r V.' a e r «i e n besprak de hou ding van de Kn.mcrfractië' ten aanzien van het wetsontwerp betreffende de Hanzebank-affaire. Daarna is het congres geschorst.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1924 | | pagina 5