ms DE ADELAAR WÊÊ
WIJNHANDEL J. A. SCHOTERMAN Zn.
Enorme sorteering
STROOHOEDEü
e
o
MAISON DE JAGER EN Zin.
SCHILLETJE
BINNENLAND.
LANGESTRAAT 40 TFLSFQOM £24.
De nieuwste modellen
Gewas 1920 Raymond SViacao F F 40. -
Gewas 1920 St. EmilionF 1.40 F 56.
AMERSF00R1SCH DA0B1AD
B300
Q
0
0> O O O O C.> O «O O O <3> O O-O O
LANGESTRAAT 56 - CHOCOLATERIE - TELEF. 115
CONFISERIE PATISSERIE
Dagelijks versch PRISVIA Botersprits
■OOOOOO'OOOOOOOOOOOOOT' o<3
UTR. STRAAT 17 Gevestigd 1878 TELEFOON 145
BIJZONDER AANBEVOLEN: Per flesch Per Anker
AFO Advertentie Burean
Arnbemsche Poortwal 2a.
Tel. 513
Plaatsing van
advertentiesin
alio bladen zonder
prijsverhooging Si
l\
hieuw! A.JiP.'s N1Euvy!
HET GÉCOHF'JtE VRUCHTEN
Likeur van bijzonder fijne
samenstelling
p. fl. f 3.4o
"iL
S. H. MASSA
Eerste Kamer.
(Vergadering ven Donderdag).
Minister C o I ij n becijfert dat in 1928 op
gewonen dienst 30 milliocn extra moet wor
den gewonnen voor dekking van rente en af
lossing van bedragen die voor 1924 en 1925
moeten worden geleend en die 300 a 350
millioen beloopen. Het tempo der bezuinigin
gen kan dus niet snel genoeg zijn.
Na de pauze repliceert de heer von Emfa-
den die zijn motie handhaaft. Verwerping daar
van bctcekcnt, dat men zelfs geen onderzoek
wil en liever de oogen sluit voor de ontzettin
gen van den chemischcn krijg.
De heer Wibaut houdt vol dat de Staat
en n i c t de Nederlandschc Bank de grenzen der
uitgaven moet trekken. Hij becijfert dat Am
sterdam door de Onderwijzerswet 1920
291.884 is achteruitgegaan vergeleken bij
1918.
Na repliek van dc hoeven Dobbelmnn en Men-
dels en dupliek der Ministers Ruys de Beercn-
broek en Colijn worden de algemeene beschou
wingen van de Staatsbegrooting voor 1924 ge
sloten. Over beide moties wordt morgen ge
stemd.
Uit de Per*.
SCHRILLE TEGENSTELLINGEN.
Het Vaderland (lib.) schrijft onder dezen
titel o m.
lasting, de stelling, dat de Staat van cotv-
woordige stelsel voor eeqe combinatie van
partijen gevaarlijk het heft to lang achter
een in handen te hebben, niet minder ge
vaar zit er in voor een partij, om steeds
sterker te worden, en geen deel te nemen
aan de vegecring. En het doet ons genoe-
gen, dat men dot in de S. D. A. P. voelt,
en dot men er zeker van kan ziin, dot als
het moment om te gaan zitten komt, de
fout van 1913 niet meer zal worden be
gaan. En moge dat oogenblik spoedig ko
men, ons land kan er niet vinders dan wel
bij varen als de S. D. A. P. mede de ver
antwoordelijkheid draagt vcor 's Lands
zaken.
Wij zouden, als wij in die meening nog
versterkt behoefden te worden, dit gedar.n
zijn door de rede die de Hr. Wibaui bij de
Algemeene Beschouwingen over de Staats
begrooting gehouden heeft, en die van een
goed inzicht en eene benodigdheid blijk ga
ven, die eene schrille tegenstelling vormden
met wat de goegemeente in woord en deuk
dagelijks aan sociaal-democratische propa
ganda te slikken Krijgt, maar Gic ons zelfs
doet vragen of daar een sociaal-democraat
aan het woord was. Het eenigc wat een so
ciaal-democratisch karakter had, was zijn
verlangen naar een progressieve winstbe-
vaste goederen afschreef. Op oen goeden
junctuurwinst, die ontstaan is door het eco
nomisch stelsel waaronder wij leven, ge
rechtigd is een stevig stuk tot zich te ne
men. Maar de sociaal-democratische betee-
kenis daarvan vermindert toch zeer als men
bedenkt, dat dit denkbeeld in hoofdzaak
verdedigd werd met het argument dat de
nnamlooze vennootschappen eigenlijk zelf
bepalen van welk bedrag van hare winst zij
dividend- en tantième-belasting zullen be
talen. Men behoeft geen sociaal-democraat
te zijn om dit te beweren toen de Hr. Wi-
bauf de«e woorden sprak, knikte de Vrij-
heidsbonder S. van den Bergh Jr. toestem
mend. Die rvnamlooze vennootschappen
doen daarmee niets onwettigs, al doen zij
dan ook iets wat de wetgever niet heeft
voorzien of bedoeld. Bekend is het voor
beeld van de maatschappij-Wilton, die met
een kapitaal van 7.250.000 werd opge
richt, die in den loop van de jaren eene
winst reserveerde van 13.270.000, plus
een reservefonds van 4.3CO.OOO en hare
vase goederen afschreef. Op een goeden
dag realiseerde dio maatschappij nl die
reserves en maakte "eene nieuwe vennoot
schap met c-tsn kapitaal van 25 .milliocn.
Waardoor dus ruim 23 millioen winst is
gemaakt, waarvan geen cent belasting is
betaald. Hef was alles wettig, maar het is
tcch niet geschikt om de tienduizenden
met vnste inkomens, die van olken gulden
daarvan een deel aan den fiscus moeten
brengen, en dezsm plicht dikwijls met veel
moeite vervullen, in opgewekte: stemming
te brengen.
Welnu dlan, zondert men 'die progressieve
winstbelasting uit, dan had die rede even
goed door een nicl-socianl-democraat kun
nen zijn gehouden, altijd als hij over de be
kwaamheid van den Hr. Wibaut beschikte.
Zijn wcnsch naa? sluitende begrooting is
even groot, wij zouden hoost zeggen groo-
ter dan die van Coüjn, het verschil tusschen
deze beiden loopt slechts over wijze en
tempo. En de Hr. Wibaut kan zoo spreken,
omdat hij in zijn langdurig wethouderschap
van de hoofdstad als kundig financier
steeds voor sluitend budget heeft gezorgd.
In Amsterdam weet men dan ook zoo, dat
bij hem de financiën veilig zijn, dat hij door
een Raad die in zijne meerderheid niet so
ciaal-democratisch is, en waarin velen zelfs
aan het socialisme een broertje dood heb
ben, zijn mandaat zoo goed als met alge
meene stemmen telkens verlengd zag. De
Hr. de Vos van Steenwijk, die dan ook on
der zoovecJ dat hij niet vcruntwoorden kon
gesproken had over dc „prouesscs" van
den wethouder van Finonciën van Am
sterdam, beleefde een zeer benauwd oogen
blik, toen de Hr. Wibaut vroeg, waarop dit
doelde. Hij meende er zich uit te kunnen
redden met de vraag: Had ik nog langer
moeten spreken maar dc Hr. Wibaut liet
hem tereoht niet los, en sommeerde hem
één punt te noemen, waarop het finnnci-
eelc beleid der gemeente Amsterdam on
der leiding vnn den socioal-democrnlïschen
wethouder te kort was gescholen. Waarop
de Hr. de Vcs van Steenwijk zijn aftocht
dekte(?) door de verklaring, dat hij eigen
lijk gesproken had van sociaal-dcmocrati-
schc wethouders in het algemeen. Het was
niet zeer fraai en onze Overijsselsche
landedelman zal wel nooit vermoed heb
ben, dat hij aan een sociaal-democraat zou
hebben te danken, dat hij een lesje, en een
inderdaad onmisbaar lesje kreeg in zake
gentlemanlike debat. Wat ons vooral in de
rede van den Hr. Wibaut trof was hef voor
opzetten van de groote moeilijkheid, waar
voor de Hr. Coüjn bij zijne taak staat, de
groote zorg om ieder scherp woord te ver
mijden. Reeds daarom zou het goed zijn,
a!s dé S. D. .A. P. een ardruk daarvan aan
ol hure leden deed toekomenze zouden
dan zichzelvcn kunnen, afvragen achter wie
ze wi'ten gaan staan, achter Wibaut of
achter de diverse schrijvers en teckenaprs
van de vuiligheden in Het Volk en in De
Notenkraker. Waarin Colijn, tranchons le
met. stelselmatig is voorgesteld als een ge-
wetcnlooze schink, dio het bezuinigings-
rnes voor zijn pleizier hanteerde en nog
behagen schiep in de smartkreten van de
geopereerden, en zijn collega's als do zwak
kelingen, die tegen hun wil den sterken man
maar liY.cn begaan. Misschien kon hier ook
de vraag gesteld worden of op den Hr.
Wibaut, en hetzelfde geldt natuurlijk voor
Vliegen. Albarda, von den Tempel, Drees
en zoovele anderen, niet de plicht rust
om aan deze voor de S. D. A. P bescha
mende propaganda een eind te maken.
DE JONGSTE ONDERWIJSVOORSTELLEN
DOR REGEERING.
De heer Th. M. Keetelnar schrijft in de
T e 1 e g r a n f o.m. het volgende
De Memorie van Antwoord, door minis
ter De Visser 19 April j.l. bij dc Tweede
Kamer ingezonden, heeft tot heden niet die
aandacht getrokken, welke zij ten volle
verdiént. Doch het schijnt wol, dat door het
gesol niet ons onderwijs in de laatste twee
jaren het departement er in geslaagd is,
onder de belangstellenden een zekere
epathie te wcég te brengen, die moedeloos
doet berusten, als telkens weer een nieu
we maatregel getroffen wordt, die slechts
Schade voor 't onderwijs brengen kan.
Niet dat ik niet erken, dut er in de aan
vankelijke voornemens der rcgecring ge
lukkige wijzigingen zijn gebracht. Maar
waarom moesten er nu weer andere maat
regelen worden voorgesteld, die ten minste
even bedenkelijk zijn
De minister wil gelukkig op zijn voorne
men terugkomen om den aonvangsleeftijd
met een jaar te verhoogen. Dit voorstel, dat
ongetwijfeld uit den koker van een op on
derwijsgebied ondeskundig bezuinigings-in-
spectcur is voortgekomen, is onder de al
gemeene afkeuring in en builen de Kamer-
bezweken. Waarom, mag men echter vra
gen, worden dc gevolgen van zulk een
maatregel niet vooraf behoorlijk aan het
departement overdacht, terwijl men nu
slechts allerwegen ontevredenheid en ver
bittering heeft gewekt
Een tweede verbetering is, dot de ge
meentebesturen de verplichting houden,
waarvan zij aanvankelijk zouden ontslagen
worden, om het zevende leerjaar voor hen,
die het begeeren in te richten.
Hierbij sluit zich de derde verbetering
aan, dot alle schoolgaande kinderen blij
ven meetellen voor het bedrag, dat het rijk
asn de gemeente uitkeert. Het aantal leer
krachten wordt dus niet bepaald alleen
naar het aantal lcerpÜchligo kinderen, zoo
els de minister in het oorspronkelijke wets
ontwerp voorstelde. Dit is voor het behoud
der bestaande zevende klassen van groot
belang, daar do financieele toestand vooi
de gemeentebesturen op dit punt nu on
gewijzigd blijft.
De minister is er echter niet toe kunnen
komen, om den zevenjorig«®n leerplicht te
behouden. Dc ouders mogen hun kinderen
zeven klassen op dc gewone lagere school
laten volgenzij ziin dit echter voor
slechts zes leerjaren verplicht.
En in het vorige jaar, teen een wetsont
werp tot uitstel van den leerplicht voor het
zevende leerjaar tot 31 December 1924
zelfs de openbare behandeling niet kon ha
len, èn bij het nu ingediende wetsontwerp,
dat uitstel tot 51 December 1929 beoogt,
is in de afdeelingen der Tweede Kamer door
vele leden met klem op dc nodeelen van
dezen maatregel gewezen. De minister
blijft echter onaandoenlijk; hij last de jon
gens en meisjes één a twee jaren op straat
zwerven, totdat zij veertien jaar zijn en
dan eerst volgens dc Arbeidswet in fabrie
ken en werkplaatsen mogen toegelaten wor
den.
Leest de minister niet de verslagen van
de arbeidsinspectie? Herhaaldelijk is daarin
op zevenjarigen leerplicht aangedrongen.
Hét laatst verschenen verslag loopt over
1922. Daarin wordt gemeld, dat verladen
kinderarbeid nog steeds veel voorkomt,
vooral bij loopwerk. Verbetering zal niet
komen, zoolang dc algemeene invoering van
een 7de leerjaar vooi alle lagere scholen
niet plaats vindt. Er zijn een belangrijk aan
tal kinderen, die aan de Leerplichtwet vol
daan hebben, maar niet in handei cn in
dustrie kunnen worden toegelaten. En luidt
het verder op blz. 47 van bovenbedoeld
verslag
„Het oenige middc-1 om aan dezen min
der gcwenschten toestand een einde te
maken, is de gelegenheid om kinderen
tot hun 74e levensjaar onderwijs te doen
geven, zoo krachtig mogelijk te bevorde
ren."
Minister De Visser slaat deze wijze woor
den in den wind cn schorst den nauwelijks
aangenomen en door hem zelf met warmto
verdedigden leerplicht voor het zevende
leerjaar tot 37 December 7929. Zonder zóó
pessimistisch over loopjongens cn -meisjes
te denken als destijds mr. Van Dorp het
over de Höarlemschè loopjongens deed, zal
niemand tcch ontkennen, dat van het voort
durend bij den weg ioopen het tegengestel
de van een opvoedende kracht uitgaat; cn
hoevelen zullen er zijn. oie zelfs geen „vct-
boden" betrekking als loopjongen of -meis
je kunnen bemachtigen en zoo maar een
deel vnn hun opvoeding, bij den weg op
doen I
Deze moreele nadoelen kunnen niet in
geld berekend worden, maar indien het ver
plichte zevende leerjaar een mililocn meer
móet kosten, dan is dit geld zoo beter be
steed, dan dat men het later moet iptgeven
aan tuchtscholen enz.
Het blad V o I k s o n d e r w ij s schrijft, na
medegedeeld tc hebben welke verbeteringen de
Memorie van Antwoord van minister De Visser
van 19 April brer.gt:
Echter worden daar nu twee dingen te
genover geste'd.
De minister blijft bij de door hem voor
gestelde zes-jarige leerplicht, èn neemt het
denkbeeld-Van Wijnbergen over, om per 48
leerlingen zegge en schrijve achtenveer
tig leerlingen! slechts één leerkracht
door net Rijk te laten betalen. En bij het U.
L. O. per 301 (Dertig).
Arme kleine schooltjes! Wal moet van
het onderwijs dóór voortaan terechtkomen.
Arme plattelandsbevolking. Na eerst uw j
goed ingerichte ééne algemeene school te j
hebben zien verscheuren in één R. K„ één
Hervormde, één Gereformeerde en één
openbare, zul i en in deze kleine schooltjes
nóg erger don te voren uw kinderen van
alle leeftijden onder leiding van één of
twee leerkrachten worden samengebracht
tot een aantal, zóó, dat van onderwijzen,
laat staan van opvoeden maar ol te weinig
sprake zal kunnen wezen.
Nog is er in de nieuwe plannen veel on
duidelijks en de behandeling dezer voorstel
len in dc Kamer zal nog veel moeten op
helderen, wat we nu nog maar half be-
serren.
Zoo b.v. wat het eigenlijk wel betcekent.
dat „aan het zevende leerjaar „geen be
lemmeringen" in den weg zuilen worden
gelegd." Eén zevende leerjaar bij een zes
jarige leerplicht heeft in dit laatste reeds
wij weten het immers welf op zich
zeif al een belemmering.
En het nu voorgestelde instituut der
a-.iislenten? De „ontwikkelde meisjes van
16 jaar én ouder" der vorige voorstellen,
nu uitgebreid lot cok d: „ontwikkelde jon-j
gens van 70 en ouder", en ook deze in de
school gebrachtwc kunnen het ons
bijna niet voorstellen. Da oude kweckeling
van vroeger, met het liniaal (het stokje!)
in de hand tot „assistentie" van dc Meester
of dc Juffrouw, rondloopcnd in de school
tusschen de benken, voor de klas? Mee
„oppassen"?
„Niet ais zelfstandig.. leerkracht", zegt
de minister. „Alléén onder toezicht.'
Is aan dit „onder toezicht" voldaan, als
deze maagdekens en jongelingen in een
klasse „werkzaam" zijn, terwijl de op hen
of hoar toezichthoudende Meester of de
Juffrouw, met eigen klas in het aangren
zende lokaal de tusschcndeur heeft openge
zet of door de ruiten in het tusscherischot
een blik kan werpen in de door deze „as
sistenten" officieus geleide klas? Inderdaad
blijkt dit de bedoeling!
Deze meisjes en knapen zijn bestemd
alleen voor scholen mei niet meer dan 144
leerlingen. Gezegend verscheurd platte-
landl „En op uw eigen kosten, gemeente
en schoolbestuur", voegt Z.E. er bij. Het
Rijk betaalt alleen voor elke 48 leerlingen
één leerkracht verder moet ge u zelf met
deze assistenten mnor redden.
Moeten deze assistenten de pil der 48
per leerkracht misschien vergulden?
Na 6 Mei in dc Tweede Kamer nog de
noodige ophelderingen.
Maar of daarmede de toekomst van ons
onderwijs tevens verhelderd zal worden?
Wij vreezen met groote vreeze.
We worden wel zwaar bezocht.
En hoe langer hoe duidelijker hel wor
dende, dat we dit alles tc danken hebben
aan de gehoopte bevrediging, aan dc toe
passing der gelijkstelling.
't Paaschfeest is het mooie feest der op
standing mocht het dit eenmaal ook zijn
op het gebied van ons onderwijs! Nu
maakt het ons in dezen slechls opstandig
men vergeve ons deze on-fraaie woordspe
ling!
T
HET OVERLEG MET DE LANDBOUW
ORGANISATIES.
De Tijd (t. k.) schrijft:
Er is een tijd geweest, de goede oude
tijd, zeggen sommigen dat het parle
ment een heel andere functie had aan te
genwoordig. Toen werden dc Kamerleden
gekozen, om op de dubbeltjes te letten, om
toezicht uit tc oefenen op de uitgaven van
Kroon en Regeering. Het parlement had het
karakter van een bezuinigingscommissie,
door de belastingbetalers aangewezen, otn
te letten op hei zuinig gebruik, door het
uitvoerend gezag, van de zuur verdiende
centen, die Jan Publiek aan de schatkist
moest afdragen.
De „democratie" heeft daarin verande
ring gebracht.
Nu zijn de rollen juist omgekeerd.
Het Parlement dringt aan op steeds meer
cn hoogcr uitgaven, en het is de Rcgec
ring, die zich telkens tegen verhooging
moet verzetten, cn bovendien bij de Kamer
juist de grootste tegenwerking ontmoet,
wanneer zij de reeds te hoog opgevoerde
uitgaven wil verlagen.
Bij eiken bezuinigingsmaatregel komen de
belanghebbenden met hun bezwaren. De
Kamerleden krijgen vele en lange adressen
en protesten van de belangen-organisatics
thuis gestuurd. De liefde voor Koning kie
zer is bij het Kamerlid een gevoelige snaar;
en altijd zijn er dan ook wel enkele volks
vertegenwoordigers, die zich er voor span
nen, om het der Regeering bij het door
zetten van haar maatregelen zoo moeilijk
mogelijk te maken. Belust op politiek ge
win gaan de Kamerleden meestal veel ver
der cn zijn vaak onhandelbaarder dan de
belanghebbenden zelf.
Het is 't parlementair stelsel op z'n kop.
Merkwaardig- in dit verband is de rede,
welke minister Ruys de Beerenbrouck Dins
dag heeft uitgesproken in een vergadering
van londbouwvertcgcnwoordigcrs. In de
eerste plaats blijkt uit die rede, dot er tus
schen de Regeering en de landbouworgani
saties sedert eenigen tijd een samenwerking
bestaat, die reeds goede resultaten heeft
opgeleverd. Een tweetal gevallen van re-
ccnten datum toonen dit duidelijk nan. Het
eerste betreft 't zuivclcongrcs in Amerika.
Toen op Rijkskosten geen vertegenwoordi
ger kon gezonden worden, heeft de belang
hebbende organisatie de daaraan verbonden
uitgaven voor haar rekening genomen. En
toen de minister zeer tot zijn leedwezen
moest weigeren een vrij aanzienlijke Rijks
bijdrage te verleenen in de kosten ten be
hoeve van een inzending naar de pluimvee
tentoonstelling te Barcelona, hebben parti
culieren bewerkt, dot die bijdrage tot een
gering bedrag kon worden teruggebracht.
Met andere woorden: de Regeering ver
leende met het officieele etiquet van haar
gezag morcelen steun oon deze zending'en,
doch de kosten werden door de belangheb
benden gedragen.
Minister Ruys wil nu blijkbaar een stop
verder gaan. Hij heeft met de vertegen
woordigers der verschillende landbouworga
nisaties aan zijn departement een vergade
ring gehouden cn tot de heerenongeveer
het volgende gezegd: Ziehier het ontwerp-
londbouwbegrooting voor 7925; ik veroor
loof mij u uit te noodigen met mijn direc
teur-generaal deze begrooting post voor
post na te gaan. En ik hoop, dat de heeren
mij later zullen komen vertellen, hoe iedere
voor den landbouw beschikbare penning zoo
economisch mogelijk kon worden besteed.
Nog vóór de ontwerp-begrooting het de
partement verloot, pleegt de minister dus
direct overleg met do vertegenwoordigers
van de bij deze begrooting belanghebbende
organisaties. En als de heeren het in hoofd
zaak eens worden, zal het gevolg van dit
overleg vermoedelijk zijn, dat er minder
ontevredenheid is bij de belanghebbenden
en dat de behandeling der begrooting in
de. Staten-Gcnerool heel wot vlotter van
stapel zal loopen.
Het is een interessante nieuwigheid.
Moge minister Ruys er veel genocgeen van
beleven. Want het land kan er slechts buot
bij vinden.
Berichten.
DE INTERNEERINGSKOSTEN VAN DE
BELGISCHE MILITAIREN IN
NEDERLAND.
De Belgische Senaat neemt
het wetsontwerp aan.
De Belgische Senaat heeft gisteren, naar men
aan de N. R. Ct. uit Brussel meldt, het wets
ontwerp aangenomen inzake de regeling van de
interneeringskosten von de Belgische militairen
in Nederland, dat reeds eenigen tijd geleden
door de Kamer was goedgekeurd.
DE KLOERENSCHULD VAN POLEN.
Weer een termijn betaald.
De Poolsche regeering, die zich tot nog toe
met prijzenswaardige nauwkeurigheid houdt aan
haar belofte ten opzichte van de afbetaling van
de bekende kleerenschuld, heeft gisteren in Den
Haag weer een termijn loten voldoen. Het be
taalde bedrag was dezen keer f 2,7-17,697,66.
TRAMWEG-EXPLOITATIE IN LIMBURG.
Een wetsontwerp ingediend.
Ingediend is een wetsontwerp tot toekenning
van een voorschot uit 's Rijks schatkist ten be
hoeve van den aanleg en het in exploitat.e
brengen van een net van tramwegen in de pro
vincie Limburg.
Reeds vóór de oprichting van de Limburg**
sche Tramweg Maatschappij werd door de
Centrale Limburgsche Spoorweg- (Stoomtram
weg-) Maatschappij, die de tramwegen van
Roermond naar Kesscnich, Vlodrop en Deurne
heeft aangelegd, een aanvang gemaakt met de
voorbereiding van den aanleg van de nieuwe
lijnen. Do aandrang, die van verschillende zij
den werd uitgeoefend om dien aanleg te be
spoedigen, was oorzaak, dat de werkzaamheden
met voortvarendheid werden aangevat en voort-
gezet, zoodat op 28 Juni 7922 de lijn Wijlré
Vaals cn op 30 November 7922 de lijn Roer
mondRoosteren met dc zijtakken Echt-
station Echt en Rossteren—Maaseyck voor het
publick verkeer konden worden opgengcsteld.
In datzelfde jaar n.l. op I Juni 7922 werd dc
tramweg Heerlen—Hoensbroek (Staatsmijn Em
ma) van de Staatsmijnen overgenomen. Op 27
October 1923 werd de electrische tramweg van
Sittard naar Heerlen geopend.
Intusschen bleek, dat het geraamde bedrag
van 15.000,000 niet toereikend zou zijn om
alle in de boven aangehaalde wetten genoemde
lijnen tot stond te brengen.
No overleg met zijn ambtgenoot van finan
ciën heeft de minister von waterstaat gemeend,
dat mede in verband met den nood van 's rijks
schatkist beperking von de plannen noodzake
lijk moet worden geacht en dat vooreerst ge
noegen moet worden genomen met voltooiing
van lijnen waorvoor reeds belangrijke uitgaven
zijn gedaan, en met den bouw van die lijnen,
die voor het verkrijgen van een aaneensluitend
net von tramwegen cn voor een doelmatige en
economische exploitatie onmisbaar zijn. Tot de
eerstbedoelde categorie behooren de lijnen
MaastrichtGulpen, mijn Emma-Brunssum cn
RoosterenBuchtcnGrevenbicht, tot de twee
de de tramwegen van Heerlen over Valkenhui
zen noar. Kerkrode en van Buchten naar Sit
tard.
De lijn van Heerlen naar Kerkrode is belang
rijk met het oog op het in dit bevolkingscen
trum te verwochten vervoer van mijnwerkers,
zoodat op een belangrijke exploitotiewinst mag
worden gerekend.
Verder komt nog in.||aanmerking de korte,
buiten het z.g.n. primaire net vallende verbin
ding BeringenMeijel. Deze verbinding is voor
een doelmatige exploitatie van dc lijnen in dit
gedeelte van Limburg bepaald noodig. Zij kon
Tnet betrekkelijk geringe kosten worden tot
stond gebracht cn zal een gunstige invloed uit
oefenen op de exploitatieuitkomsten van de lijn
Meijel—Deurne, welke thans verlies geeft, cn
von den tramweg VenloBeringen, die even
eens economischer dun tot nu toe zal kunnen
worden geëxploiteerd.
Wordt de Limburgsche Tramweg Maatschap
pij in staat gesteld op bovenbedoelde wijze tot
den bouw van althans een groot deel van haar
liincn te geraken, dan zullen de voor de mijn
streek belangrijke lijnen tot stand komen en in
verbinding gebracht worden zoowel met het
spoorwegnet als vermoedelijk binnen niet te
langen tijd met den grooten waterweg en zal
ook overigens een behoorlijk exploiteerbaar ge
heel zijn verkregen. Van dc in bovenbedoelde
wetten genoemde tramwegen is dan de aanleg
verzekerd van de lijnen
7. Maastricht—Gulpen, lang 76.5 K.M.
2. Wijlré—GulpenVaals, lang 12 K.M.
5. Mijn Emmamijn Hendrik—Brunssum,
iang 6 K.M.
6. Roermond—Echt—Sittard met zijtakken
Echt—station Echt, Roosteren—Moeseyck en
Buchten—Grevenbicht, lang 40 K.M.
7. ValkenhuizenHeerlenSittard, lang 21
K.M.
10. KerkradeValkenhuizen, long 5 K.M.,
waarbij dan komt de lijn Beringen—Meijel.
Voor de verwezenlijking van het boven uit
eengezette plan zal een bedrag van 5,500,000
noorlig zijn. De voltooiing dor onderhanden
zijnde lijnen vereischt een bedrag van
7,200,000, terwijl voorzien moet wörden in
een bedrag van 500,000 voot omschrij
ving van de bouwkosten van den tramweg van
Horn nanr Deurne. Voor deze lijn was ecu ren
teloos voorschot beschikbaar gestald van ten
hoogste 750,000. Als gevolg van de groote
onzekerheid omtrent loonen cn prijzen, bleek
het beschikbare aonlegknpitoal ook na verhoo
ging nie: voldoende om de sterk gesregen uit
gaven te bestrijden, zoodot voor de Centrale
T-imburgsche Spoorweg-Maatschappij ten slot
te een tekort van 5C0.C00 overbleef, hetwelk
mede moet worden gedekt.
Voor den bouw van de drie nieuwe lijnen,
n.l. Buchten—Sittard, Heerlen—Kerki ade en Be
ringen—Me ije] is een som van 7,800,000
noodig. Hierbij wordt opgemerkt, dat de boven-
bcuwmaterialen beschikbaar zijn.
Hoewel in overschrijding van d* begTOoting
bij de wetten tot tegeling van den aanleg van
het Limburgsche net is voorzi'm, meent dc mi
nister, dat met het oog op den toestand van 's
Rijks schatkist van dp bii die wet*eri gegeven
bevoegdheden om zoowel de deelneming in het
aandelenkapitaal als het renteioozc voorschot
te verhoogen geen gebruik behooit te worden
gemaakt., daar de ste^t thans niet rneer alleen
het offer behoort te dragen, dat nog noodig
is. Het denkbeeld is gerezen, om dc maatschap
pij de benoodigdc som te verstrekken in den
vorm van een voorschot waarvan de rente 4