KINDERRUBRIEK De rubriek van Oom Karei. Nu heb ik weer heel wat brieven gekregen en allemaal hebben wat te vertellen, hoe de vacan- tie doorgebracht is. Jullie hebt me toch een tijd vrij! Wat een heerlijke tijd om zoo eens heelemaal niet aan school te denken en te wan delen of thuis wat te knutselen of te lezen. Ik kreeg er ook heel wat verhalen van. Jammer dat het nog maar altijd geen mooi weer wou zijn, maar de boomen laten zich niet afschrikken en schieten eiken dag een beetje meer op en wor den zoo ongemerkt groen. Als er nu maar eens één echt warme dag kwam, zooals eerste Paaschdag was. dan zou je eens rzn, hoe het opeens opschoot. Maar we wachten maar kalm af. Een van de nichtjes vond, dat de jongens allemaal aparte hoekjes in de rubriek hebben en de meisjes nooit eens. Ze heeff daar wat op verzonnen en ze heeft nu eens een recept op gegeven. Ik denk. dat ze erg van lekker eten houdt, jullie meisjes moet moeder maar eens lief aankijken, dan mag je misschen wel eens probeeren, of dit recept werkelijk lekker is. En allicht weten anderen ook wel eens een goed koop recept, dat gemakkelijk te maken is. En dan wou ik dit nog vragen aan de jon gens. Vindt jullie die ..Proeventen Kunstjes" leuk? Ik hoor er nooit iets over, dus ik weet heelemaal niet, of ze wel eens nagedaan wor den en of die hoek in de smaak valt. Op die vraagstukken kreeg ik heel wat ant woorden, dus daar is veel aan gewerkt, 't Was nu in de vacantie een mooi tijdverdrijf om het uit te zoeken, maar ik hoop dat na de vacantie de animo ook zoo groot blijft, je hebt daar al tijd nog wel tijd voor en dat hoeft niet precies vóór Dinsdag, zooals de raadsels. Ik zal nu weer wat ruimte overlaten voor het vervolgverhaal, want dat is jammer, als het vervolg'zoo lang achter elkaar wegblijft. Maar ik heb ook zoo volop, om de Kinderru briek te vullen. Bravo, hoor, dat is jullie werk! Er waren verschillende, die in hun brief schrijven, dat ze ook zoo graag eens een prijs willen winnen en ze doen een beetje boos, dat ze nog nooit iets gewonnen hebben. Ik vind dat nu een lastig geval. Wat denken jullie er van, meestal is er één prijs. En omdat het natuurlijk eerlijk moet gaan, moet er geloot worden. Dan is er maar altijd één, die de prijs ge wonnen heeft. Hoe ik het probleem ook van alle kanten bekijk, ik weet er werkelijk niets anders op. Jullie zeker ook niet, hè? Ik geloof, dat dit een wiskundig vraagstuk is. waar maar één oplossing voor is. Of misschien nog een, maar dan zou ik elke keer wel een dertig, veer tig boeken moeten geven en dan zou ik in een oogenblik straatarm zijn. Dus dat zullen we dus maar niet doen, en er ons maar bij neerleggen, dat altijd maar één de gelukkige is en een enkele keer met een extra prijs, nog een. En dat is al een buitenkansje. NATUURHOEKJE. In April verschijnen er weer allerlei bloemen zooals: witte doovenetel, die de paarse lang zamerhand verdringt, hondsdraf, paardebloem, weegbree, vogelmuur, vogehnelk, speenkruid, ruige veldkers, herderstaschje, anemonen, dot ters, Engelsch gras en lepelblad. De laatste twee komen in groote hoeveelheid langs de Zuiderzee voor. Eng. gras bloeit met rose, lepelblad met witte bloemen. Als je dot ters plukt, denk er dan aan, dat je, als je de bloe men in een vaas gezet hebt, dan onder w a- t e r een klein stukje van de stengel afsnijdt, anders verwelken ze Weegbree is een plant met kleine bloemen, hij groeit hier overal langs de wegen. De bloempjes staan dicht op elkaar aan het eind van de bloemsteel. Eerst komen de stijlen met de stam pers te voorschijn en, als die bestoven zijn pas de vier lange meeldraden, waarvan het stuif meel meestal door den wind, maar ook wel door insecten overgebracht wordt. Ook komen er nu al allerlei vlinders voor den dag, zooals het Oranjetipje, zoo genoemd naar de oranjevlekken op de punten van de vleugels, koningsmantel, groote vos, witjes en citroenvlinders. De wijfjes van de citroenvlinders lijken soms veel op de witjes, maar je kunt ze altijd her kennen aan het kleine oranje vlekje op het mid den van de vleugels. Ook in de slooten komt nieuw leven. De eerste bladeren van plomp en kikkerbeet verschijnen. De bittervoorn en de bliek schieten kuit. De groote watertorren zwemmen voort durend rond. De groote pikzwarte watertor maakt een nestje," dat bestaat uit de eigenlijke nestholte met een mast er op. Het drijft aan de oppervlakte van het water, meestal tusschen kroos. De mast is van binnen hol en steekt bo ven water uit, hij dient voor de luchtverver- sching van het nest. De geelgerande watertor legt eieren, evenals de watersalamander, die zijn eieren aan waterplanten vastkleeft Het kikkerdril drijft nu in groote hoeveelheid in dc slooten. Als je de ontwikkeling eens na wilt gaan neem dan een klein stukje dril, wan neer je éen te groot stuk neemt heb je later geen .eten genoeg voor ze. Je doet het dril in een niet te kleine flesch, fnet regen of slootwater gevuld, en gaat iederen dag eens even kijken. Je ziet dan het zwarte dingetje hoe langer hoe grooter worden en op een dag beweegt het eens even en een pa^n dagen later zwemmen de donderpadjes lustig rond en de overblijfsels van het dril liggen op den bodem. Probeer het maar eens en succes er mee (Ingez. door Boomkruiper.) Voor de meisjes. Recepten. Vanille melk. 1 L. melk, stokje vanille, 80 gram suiker, 12 gr. sago. Bereiding: De melk met de vanille minstens één uur laten trekken, daarna de melk aan de kook brengen, de suiker en de aangemengde sago toevoegen. Even roerende laten doorkoken en dan is ze klaar. (Ingez door Poesje.) NIEUWE RAADSELS, f Verborgen jongensnamen. De bakker brengt met zijn hondenkar eiken dag bij ons brood. Pa riep mij om te eten. Wij gingen samen eep eind wandelen (Ingez door Driehoek.) II Kruisraadsel X X X X X X X X X X X X X Op de eerste rij komt een der eerste twintig letters van het alphabeth. Op de tweede rij komt een scherp voorwerp. Op de derde rij een boom. Op de vierde rij het gevraagde woord: een oud geldstuk. Op de vijfde rij een meisjesnaam. Op de zesde rij een gewicht. Op de zevende rij de beginletter van de vijf de rij (Ingez. door Voetbal.) III. Mijn geheel bestaat uit vijftien letters en komt in de krant voor. Een 7, 8. 9 gebruikt men op school Uit een 13, 5, 4 drinkt men. Een 4, 5, 6, 14, 15 is de naam van een hond. In den 10, 11, 12, 13 zet men stoute jongens. Een 1. 2. 3 is een gewicht. (Ingez door Bill.) OPLOSSING VAN VORIGE KEER. I. Meidoorn met Mei en doorn. II. Birkhoven met B, pit, Laren, koekoek, An- tonia, kijven, vet en n. III. „Proeven en Kunstjes" met pot, snoek, venen, nest, r, u en j. Met het tweede raadsel is nogal raar omge sprongen met de zesde en de zevende rij, en we hebben ook weer de parkiet en de kalkoen ge had in'de vierde rij. Maar overigens waren ze veel goed, dus zoo heel moeilijk waren de raad sels toch niet, blijkt me hieruit. De prijs heeft gewonnen: Jan Ritsma. dus die mag een boek komen halen. WISKUNDIGE VRAAGSTUKKEN. I. Een slak werd door het mooie lenteweer zeer vlug. Hij nam zich voor op een stok van twee meter hoog te klimmen. Den eenen dag klom hij de helft, dus een meter. Het werd war mer en dus klom hij den tweeden dag de helft van wat er overschoot en zoo vervolgens eiken dag de helft van het restant. Na hoeveel dagen was onze vlugge vriend boven. OPLOSSING VAN VORIGE KEER. I. De ezel loopt er heen, want er staat niet, dat het touw aan een paal vastzit. II. De notaris zet zijn eigen parapluie er bij, dan zijn er achttien De eerste zoon krijgt de helft: negen De tweede krijgt een derde: zes. De derde krijgt een negende: twee, te zamen zeventien en de notaris neemt zijn eigen parapluie weer mee, die hij in de kamer opzet, zoo blij is hij, dat hij een oplossing ge vonden heeft in deze moeilijke erfeniskwestie. Spanrtips. CORRESPONDENTIE. Piet van H. Nog wel gefeliciteerd, al is het wat laat. Ik was al bang, dat ik je heele maal kwijt was, maar gelukkig is het niet zoo. Boomkruiper. Je stukken zijn erg aardig voor de krant, dat kikkerdril had ik vroeger ook zoo vaak en dan vond ik het altijd weer even leuk. Perpetuum Mobile. Dus zagen ze een vrind van dc H.B.S. voor jou aan? Je bent nu zeker tevreden over me. Er is er nog een. die proeven inzendt, maar ik vind het mooi, dat je ondanks het werk toch nog telkens inzendt. Kom je het Maandag even halen? Ik wist het niet. Doffer. Aan je naam wist ik het, je vader is hier geen onbekende. Houd jij ook zooveel van buiten? Volgende keer hoop ik van verschillende kanten te hooren, hoe ze de proeven vinden, ik vind het zelf een van de aardigste hoeken, jo kunt er meteen zoo veel van leeren. Koekoek. Ze was erg blij met het boek en bedankte je wel. 't Was een heele verrassing zoo'n extra raadsel. Tante Riek vond het leuk, toen ze het raadsel oploste en haar eigen naam vond. Jan R. Vond je die Jubileumzegels van Indic niet mooi? Die had je zeker nog niet. Ik had het laatst heelemaal vergeten maar ze toen gauw den volgenden dag opgezocht. Je vraagstuk is eigenlijk meer een raadsel, ik zal het in alle geval bewaren. Gelukgewenscht! Appelbol. Ja, 't is eigenlijk waar en daarom moet je Maandag maar even komen, ik heb nog wel het een of ander, wat dan een troostprijs is. 't Is altijd een heele administratie, ik leg de goede oploss. bij elkaar en dan ver geet ik wel eens, wie de inzender van het raadsel was. Ik zal je kruisraadsel nazien. Sneeuwklokje. Schrijf je even, of het uit een boek is. Ik zal het dan volgende keer plaatsen, 't Hoeft ook niet elke keer, dan wordt het zoo gebonden, maar als het kleine roode meisje af en toe maar eens een brief in dc bus gooit. Leuke plaatjes zijn dat. Meizoentje. 't Was zeker een heele verrassing voor je, ik ken het goed daar en ik ben et Zondag net geweest. Waar wonen je grootouders, ver van 't station? Zaterdag trof ik het wel, toen was het zoo warm. Een verhaa* kriig ik het liefst op een stuk papier, b v uit een schrift, maar aan één kant beschreven, t'an hoef ik het niet eerst over te schrijven. Stuur je het volgende keer Graag. Doe je de groeten aan Viooltje terug, schrijft ze ook weer eens wat? D r ie ho e k. 't Is een heele voorraad en ik maak er ook gebruik van, zie je wei0 Zoo'n iZondag is daar goed voor, ik merk het dan ook direct aan het aantal brieven. Voetbal. Dat moedigt wel aan ai dade lijk geplaatst, je wordt natuurlijk een vaste medewerker. Bill. Vond je ze zoo lastig, 't is moeilijk voor mij, de een vindt ze heel gemakkelijk, de ander heel moeilijk. Die brief heb jc toch zeker niet zelf geschreven, zoo keurig, ik schaamde me voor mijn eigen schrift. Mignonette. Hoe kom je aan die mooie naam, zelf verzonnen? Dus zoo'n regendag kun je je best bezighouden; ik hoop dat je ook eens een boek wint. Had je een pleizierige vacantie? Muisje. Er waren weer verschillende oplossingen, dus ik was blij. toen jou brief kwam en ik kon lezen, hoe het goed was. Die ongelukkige trap, hé? Daar klagen ze meer over. 't Zou een lawaai gegeven hebben als je met klompen en al gerold was, dan was ik er ook vast bij gekomen. i M i e k e en J o. Jullie verwent me, wel bedankt, hoor! En nu zoo'n eind uit de buurt. Hoe ben je daar gekomen? Duifje. Nu zitten jullie weer op school, 't werd ook veel tc lang. Tante Riek heeft plei- zier van haar handwerkjes. Ik kreeg een mooi postzegelboekjc. Vervelend als je net in de vacantie ziek wordt, 't was er anders wel weer voor. Zijn ze nu weer beter? Bertha en M a r i e t j e. Af en toe dui ken jullie ook weer eens op, hé? Zijn de raad sels anders wat moeilijk voor jullie, deze keer toch zeker niet? K 1. en Henk P. j£y dat moet je vast doen, ik ben altijd weer blij als er nieuwe bij komen. De oude getrouwen blijven gelukkig ook voor het grootste deel, dus dc aardigheid is er nog niet van af, daar was ik eerst bang voor. L u c i e. Prachtig voor je kamertie, vond Je het geen leuk ding? Wat hang je er in? Je kon nu meteen het boek ook lezen, 't Eenige is, dc verhalen uit te knippen, dan lees je heMatcr nog eens ineens. Spinnetje. Dat was een verrassing, zoo'n extraprijs, je zult zien, dat ik Koekoek er voor bedankt heb. Heiligboontje. Gezellig, zoo'n logee tje. Wat zullen jullie wat afgespeeld hebben. En nu heb je weer wat, waar je kleertjes voor kunt maken. Ik geloof, dat jij dc eenige bent, die zooveel zelf maakt, ik hoor er van anderen nooit iets van. 't Is aardig, als je er pleizier in hebt. 't Is ook zoo makkelijk als je ouder bent, later. Spoorzoeker Gaan jullie er 's Zondags altijd op uit? Ik ben het vroeger ook geweest, dus ik weet er alles van, hoe prettig het kan zijn. Ton neven. Dus een Fransche neef, welkom hoor. Zoo moet het, dat de een de ander aanspoort, mee te doen. Groet je Zwart kop van me? Kikkertje. Hoe komt die mooie kikker er toch altijd op, met carbonpapier? Ik geloof, dat jij een heel kantoor hebt, waar ze je brieven tikken. Ben jc weer beter? A r i e St. Ik zou nog maar eens komen vragen, misschien zyn er nog wel wat. 't Is moeilijk voor me, als jullie inzendt, dan kan ik niet zoo gauw oordeelen of ze moeilijk of ge makkelijk zijn, oifldat de oplossingen er bij zijn. Zeg, ik moest wel lachen, lees ook eens het beginstuk, dat was voor jou ook bedoeld. Jan R. Dat was een mooie fietstocht, als je her standbeeld ziet, denk je altijd weer, hoe dat vroeger gebeurd is, dan ril je eens even. Nu is de vacantie weer afgeloopen, trouwens veel weer om groote tochten te maken is het nu nog niet bepaald. J o Z. Wat een feesten in 't vooruitzicht. Schrijf je er eens wat over. Op de uitvoering moet je daar zelf meedoen? Kers. Je moet het in alle geval opsturen, dat zal ze wel leuk vinden. Ik kreeg al zoo'n zin in kersen, toen ik ze op je enveloppe zag staan. Misschien heb ik voor jou ook nog wel een paar postzegels, 't Zullen er niet veel zijn, want ik heb er al zoo vaak weggegeven, maar 't is uit een goed hart. Kom maar even. W i m N. Dat is weer een nieuw gezicht. Nu in de vacantie kreeg je zeker opeens zin mee te doen. Nu hoor ik wel eens vaker wat van je, zeker? Frits K. Dat gebeurt wel meer, dat moeder helpt. Die vindt het misschien zelf nog wel leuk, ik hoor zoo vaak van ouderen, die mee doen aan de raadsels. En er zijn heel wat, die de correspondentie nalezen en nieuwsgierig zijn, wat jullie wel aan Oom Karei zoudt geschre ven hebben. Germaan. Dus ook weer teruggekomen, ilc heb nu direct je mop geplaatst, die Jantje moet het altijd maar ontgelden, lk ben benieuwd naar je volgende brief, wanneer ben je er naar toe gegaan? Flora C. Is dat lang geleden, ik ken R. niet goed, maar 't moet er erg prettig zijn? Als je wat buiten een stad woont, is het 's zomers ook heerlijk. Maar zoo'n mooie rozentuin had je toch vast niet voor het huis. Ben je weer heelemaal beter? Jammer, raadsel II was niet goed. Maar: de aanhouder wint, is 't zoo niet? Harmonika. Ik wou, dat ik je eens hoo ren kon, ik vind het zoo mooi. Maar 't is zeker heel lastig, ben jc het pas aan 't leeren? 't Is soms net een heel orkest. J. H. K I. Er moest nu weer eens van een ander in, maar ik ben je heel dankbaar voor je hulp Vind je het leuk, raadsels in elkaar te zetten? Ik wel, maar 't neemt mij wat te veel tijd. Nikkertje. Hoe kom je toch aan al die moppen, je voorziet er me zoo goed van. Als ik eens een mop moet vertellen, dan hoef ik niet bang te zijn, er geen te kennen. Poesje. Dat je nu dit inzond, was copy voor de rubriek, zoo noem je elke inzending. Is het lekker, wat je klaar gemaakt hebt. Ik denk, dat de meisjes het wel een leuk idee zullen vinden. Nu is er voor ieder wat. Veel logee's gehad? Dat vond ik vroeger ook altijd zoo prettig. Mooie mop, zeg, ik moest er zoo om lachen, ik ga hem vast overal vertellen Spa nrups. Dat was een heel pak, jammer, die figuren kunnen niet in de krant, ik dank je anders wel voor de ridderordes, die je me toedacht. Ik zal eens zien, of we er iets op kunnen vinden. Je vraagstukken slaan geweldig in, ze hadden allemaal een oplossing. Elsje V. Dat hoeft ook niet en vooral, als je op reis bent, 't moet geen dwang worden, 't is toch ook voor je pleizier! Vond je het niet heerlijk? Waar was die bioscoop, er zijn er wel honderden. Perzik. Of het Dinsdag was, weet ik niet meer, 't gebeurt wel eens meer. Wat leuk, die biggetjes, ze zien er zoo lekker rose uit, of waren die bonte ook donker? Vond je het uiltje niet leuk? Ik za\ Tante Riek je groeten overbrengen. D i k k i e. Dat deed ik vroeger ook, 't is lekker op een beschuit met citroen en suiker. Doe je veel in je eigen tuintje? Zoo naar school gaan, went ook weer gauw genoeg. Banaan Waren dat allemaal bananen op de brief? Het raadsel komt weer bij de heele collectie, wel bedankt Met ons allen In eon sloot (Slot). Bram was de eerste, die mij volgde. Niet omdat hij zoo buitengewoon dapper was. maar om de eenvoudige reden, dat wij el kander nooit in den steek lieten, als wij meenden, dat er eenig gevaar te duchten was. Toen hij dicht bij mij kwam staan, voelde ik, dat zijn arm beefde. Nu volgden ook langzaam on onhoorbaar de andere jongens, en eindelijk stonden wij allen op hot breedo pad, in de onmiddcllijko nabijheid van het geheimzinnige, witte huis je. 't Had in het midden van het front twee naar binnen openslaande deuren, waarvan de onderste pancclcn uit gegoten ijzer bo stonden bij wijzo van traliewerk, om do fris- sche buitenlucht toegang tot het gebouwtje te vcrleenon. 't Waren echter maar zeer klei ne gaatjes. Op dc tcenen slopen wij, dicht op een hoop gedrongen, naar den ingang. Daar hielden wij halt. „Wat nu gedaan?" fluisterden een paar stemmen. „De deuren zijn dicht. Hu, wat krassen die uilen akelig." „O, o, kfjk daar eens!" fluisterde Jan Bakel, „daar, ginds, op het kerkhof. E*n witte gede-ntel" Met groote oogen staarden wij in de duis ternis, en inderdaad: een groote, witte ge stalte was zichtbaar. Vol ontzetting hielden wij onzen adem in. „Iesse-icBse-iesse-icsse!" krasten de uilen boven ons hoofd, 'k Moet bekennen, dat het mij zeer angstig te moede werd. Een paar jongens schredon achteruit, terug naar het hek. „Dat witte ding is een staande grafsteen van wit marmer," fluisterde Willem Zand berg.. „Hij staat op het familiegraf van on zen burgemeester." Dezo mcdcdeeling stelde ons een klein beetje gerust en stemde mij kalmer. Ik vestigde weder mijn aandacht op de deur van het baarhuisjc. „Draai de kruk om en ga er in!" fluisterde Karei Heg. Maar dat was ons te kras. Ik had er den mood niet toe. Plotseling dacht ik aan dc gaatjes in dc onderste pancclcn. „Wacht," zei ik, „ik weet al wat." Ik liet mij op de knieën vallen en trachtte naar binnen to kijken, en mijn voorbeeld vond navolging. Dc andere jongens gingen ook op dc knieën liggen en drukten hun hoofd tegen het traliewerk. „Zie jo wat, Dorus?" fluisterde een stem naast me. „Neen, jij?" was het antwoord. „Ja, kijk, 'k zie zijn laarzen!' ver volgde dezelfde stom, zoo zacht als een ademtocht. „Waar? waar?" vroegen dc anderen, en zij drongen wat meer naar voren, om ook de laarzen van den drenkeling in het oog te krijgen. Wij vonden het workclijk angst wekkend. „Zc bewegen zich, lijkt het wel!" vervolg de de stem. „Wóór dan, 'k zie niets!" zei ik, bran dend van nieuwsgierigheid en in do groot ste spanning. Ik drukte mijn hoofd zoo stijf mogelijk tegen het traliewerk, om beter te kunnen zien... Tot plotseling tot ons aller ontzetting dc deur vanzelf openging! Een vreeselijke angst, ja een paniek zelfs maakte zich van ons meester. Een enkele seconde bleven we van schrik volmaakt roerloos, toen Karei op-eens uit riep: „Daar komt-ie! Daar komt-ie!" Hij vloog overeind en snelde naar het hek. „Daar komt-ie!" schreeuwde een ander, vlug als een haas zijn voorbeeld volgende. „Daar komt-ie!" gilde Jan Brakel. Wij snelden allen naar hot hek, zonder ook maar een oogenblik achterom te dur ven kijken. „Vooruit dan toch! Vooruit dan toch!" schreeuwde Jan, toen hij cle bcido kanten van het hek bezet zag door Karei en Wil lem, die bezig waren zich er omheen tc wer ken. En een andere uitweg was er nietl „Daar komt-ic!" gilde Bram, die 't laatst tot bezinning gekomen was. In zijn haast om te vluchten raakte Karei met zijn broek aan een van de lange pun ten vast, en kon niet heen of terug. Een be nauwd oogenblik! „Vooruit dan toch!" gilde Jan. „Hij komt! Hij komt!" „Ik kan niet, o, ik kan niet!" kreunde Karei in doodsangst. „Plons!" daar liet hij zich pardoes in de sloot vallen. Wij hoorden hem in het water plassen. Zijn broek moest aan flarden zijn. „Plons!" Jan Brakel sprong schuin langs het hek te water. Hij durfde zich geen tijd te gunnen, om er omheen fe klimmen. „Daar komt-ie! Daar komt-ie!" schreeuw de Bram radeloos. Hij wist niet, hoe hij zich redden moest Wat er verder gebeurd is, weet ik niet. Ik raakte geheel mijn bezinning kwijt. Wél weet ik, dat ik even later druipnat tegen dc hoogte opkroop, bibberend van koude en ont zetting. „Bram! Bram!" schreeuwde ik. „Ik kom!" was het antwoord. „Plons! Plons!" IK trok Bram op den oever, en geen beweging meer in liet water bcspourende, volgden wij vlug onze makkers, die reeds he.t hazenpad gekozen hadden. Druipnat e.n veel te laat kwamen wij thuis, waar wij bleek van ontsteltenis ons avon tuur vertelden en nog braaf uitgelachen werden op den koop toe. „Maar hij kwam vlak achter ons aan!" hield Bram vol, bibberend van kou. Het wa ter droop hem cn mij uit dc klecren. „Och wat!" lachte vader ons uit. „De deur heeft niet op het nachtslot gezeten, en nu hebben jullie in je zenuwachtigen angst zoo hard met je neus tegen die paneelen ge drukt, dat de deur vanzelf opengewipt is. Ha-ha-ha-ha! Wat een helden! Enfin, ic straf heb je te pakken, en goed ook. Trek maar gauw droge klecren aan en ga on middellijk naar bed. Ha-ha-ha-ha!" Den volgenden dag werd de doode man in de kist gelegd en ter aarde besteld. De tim merman vond hem nog juist in dezelfde hou ding op de baar, als hij hem den vorigen dag verlaten had Vader zal dus wel gelijk gehad hebben. Vóti alles wat. Wie dit niet kan, Wie dat niet kan, Is dom, dom, dom Dit spelletje is al heel eenvoudig. Toch loopt menigeen er nog in. Je houdt een stok in je linkeihand en stampt er mee op den grond, terwijl j»; daarbij zegt Wie dit niet kon, f Wie dat niet kan, Is dom, dom, dom Daarop geef jc den stok met je rechterhand aan een ander en vraag j© hem hotzclfdo te doen. Bijna iedereen, die het spelletje niet kent, zal het nu met de rechterhand uitvoeren, daar hij niet heeft opgelet, dat je 't met do linkerhand deedt Je zegt dan dadelijk „Mis I" cn laat het een ander uit het gezelschap overdoen. Jo gaat hiermee voort, totdat eindelijk iemand het goed doet Degenen, dio hot verkeerd hebben gedaan ge ven een pand en deze worden na afloop ver beurd verklaard. ONS MOPPENHOEKJE Hli had den ezel niets gedaan. Toen Jantje uit school kwam, stond er een ezel bij het hek voor een kar. Zijn vriendjes plaagden den ezel, maar Jantje deed het niet Toen de onderwijzer kwam, liepen alle jongens weg, behalve Jantje. De onderwijzer wist niet, dat Jantje den ezel niets gedaan had cn gaf hem een oorvijg. Toen Jantje huilend dc trap opkwam, kwam hij den hoofdonderwijzer tegen, en deze vroeg hem, waarom hij huilde. „O, meneer", snikte Jantje, „de onderwijzer gaf me een klap cn ik heb den ezel niks ge daan!" Pats, daar krijgt hij nog een oorvijg. (Ingez. door Spoorzoeker). Ook niet frlsch. Eens was een meneer bij boerenmenschen te logeeren. 's Morgens, toen hij beneden kwam, zag hij, dat er zulke mooie figuurtjes in de boter zaten. Hij zei tegen een meisje: Heb jij die figuurtjes in de boter gemaakt? „Nee," zei het meisje, „dat heeft moeder met dc haarkam gedaan." (Ingez. door Kersje.) Meester vroeg onder de leesles aan een jon getje, dat altijd zat te slapen: „Waar zijn wc, Jan?" En toen antwoordde Jan, die weer zat te suf fen: „Eh op school, mijnheer". (Ingez. door Germaan.) Een klant vraagt aan een stotterend handels reiziger, of zijn gebrek hem niet hindert bij het verkoopen. Reiziger, geërgerd, antwoordt: „Elk m-m- mensch heeft z-z-zoo z-z-z'n eigenaardigheden. D-d-die zult u ook w-w-wel hebben." Klant: „Daar ben ik mij anders niet van be wust". Reiziger: „R-r-r-oert u uw t-t-thcc met uw r-r-rechter- of met uw 1-1-Iinkerhand?" Klant: „Natuurlijk met mijn rechter." Reiziger: „N-n-nou, dat is d-d-dan uw eigen aardigheid. D-d-de m-meestcn g-g-gebruiken een i-l-lepeltje." (Ingez. door Nikkertje.) Dokter: „Zoo vriend, heb je mijn recept trouw gevolgd?" Patiënt: „Gelukkig niet dokter, dan had ik er 't leven niet afgebracht." Dokter: „Wat? Daar begrijp ik niets van." Patiënt: „Ja, ziet u, 't is bij ongeluk het raam uitgewaaid." (Ingez. door Piet W.) Op school. „Jan, wat voor soort vogel is de kraai?" „Een zangvogel meester." „Kom, denk eens goed na." „Het is toch zoo, meester. Mijn vader zegt altijd, dat m'n zuster zingt als een kraai." (Ingez. door Poesje.) PROEVEN EN KUNSTJES. (Redacteur Perpetuum Mobile.) I Je vult een apothekersfleschjc voor drie vierde met water en steekt door de kurk een nauwe stroohaJm, die tot den bodem reikt. Je neemt nu een stopflesch en houdt die boven een brandende kaars. Doordat de lucht nu warm wordt, ontsnapt deze uit de flesch, zoodat deze gedeeltelijk luchtledig wordt. Nu zet je het kleine fleschje op een nat bord en zet er vlug de luchtledige flesch overheen. Wacht nu even cn eensklaps zal een straaltje water naar boven spuiten, zoodat je een fonteintje krijgt. (Ingez. door Doffer.) II. Een potlood op z'n punt laten staan. Dit is een van de eenvoudigste, en gemakke lijkste proeven cn toch als je iemand vraagt: „Laat een potlood eens op z'n punt staan", zal hij dat nog niet dadelijk kunnen. Hier is de oplossing: steek het lemmet van een zakmes in een potlood dicht bij de punt en doe het mes nu net zoo lang dichter, of meer open totdat het potlood op de rand van een flesch of van een tafel of ook op de punt van je vinger rechtop blijft staan. III. Een naald door een cent heen slaan. Steek een naald in een kurk die zoo groot is dat de punt er maar heel even uitkomt en de kop er precies in zit. Zet nu de punt op de cent en zet dit samen op een lucifersdoosje. Sla nu flink hard op dc kurk dan zal de naald door de cent heen gaan omdat het staal van de naald harder is dan het brons van de cent. III. Steek twee vorken in een kurk, en zet die kurk op een rand van een flesch, waarin je wa ter hebt gedaan. De kurk moet dan in evenwicht zijn. Nu kan je het water uit de flesch gieten, zonder dat de kurk er af valt doordat de vor ken zorgen dat de kurk in evenwicht blijft. „Perpetuum Mobile". RUILHANDELHOEKJE Piet Westhoeve, Joh. v. Oldcnbarneveldlaau 3 heeft dubbele Verkadeplaatjes, 24 van dc Ysel, 10 van Winter, 11 van Bonte Wei, 12 van Langs de Zuiderzee, 8 van De Vecht, 44 van Blonde Duinen, 8 van Herfst. Ook heeft hij postzegels voor hen, die pas met verzamelen beginnen. Hij zou ze graag ruilen tegen andere postzegels. Van de album „De Ysel" mist hij nog de Nos. 2, 6. 8, 33, 41, 54, 67, 70. 84, 112, 113, 123, 128, 136, 137. Kan iemand hem daar aan helpen? Ik hoer zoo vaak, dat niemand kor.it om tc ruilen, als liet in het Ruilhandel- hoekje staat. Laat dat deze keer nu eens niet het geval zijn en laat iedereen zijn collectie eens nazien.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1924 | | pagina 7