ZOMER
„DE EEMLANDER"
BUITENLAND.
MANTELS
FEUILLETON.
De verborgen vallei.
ABONNEMENTSPRIJS f"5 *°°r Amerv
Het persoonlijke en bet algemeene.
„L'HIRONDELLE"
Willem Groenhuizen
HANGKLOKKEN
PENDULES
22e Jaargang No 273
foort f 2.10, idem franco
per post f 5.—, per week (met gratis verzekering
tegen ongelukken) f 0.17Ö, afzonderlijke nummers
1 0,05.
AMERSFOORTSCH DAGBLAD
DIRECTEUR-UITGEVER: J. VALKHOFF. „„HEMSCH^POOTTWAL 2A. POSTREKENING M*. 47910. TEL. INT. SIS.
Woensdag 21 Mei 1924
PRIIS DER ADVERTENTIÊN met inbegrip van een
bewijsnummer, elke regel meer 0.25, dienstaanbie
dingen en Lictdadighcids-advcitcntiïn voor de helft
der prijs. Voor handel en bedrijf bestaan zeer
voordeelige bepalingen voor bet adver leeren. Ecnc
circulaire, bevattende de vooiwaarden, wordt op
aanvraag toegezonden.
(Nadruk verboden).
Ieder onzer vindt zijn eigen leven h'et
belangrijkste dat bestaat. Treft bom een
ongeluk, dan vindt hij troost in het beklag
der omstanders. Zelfs zit er in de 'belang
wekkendheid, die hij als slachtoffer van het
noodlot plotseling heeft gekregen, een ze
kere vergoeding, die soms tegen de ellende
van den tegenstander opweegt.
Elkeen is ij del, en wie het ontkent te zijn,
is het misschien nog het meest. Elk wil de
aandacht trekken en begeert, dat men over,
hem spreekt. Zij het met lof, zij het met
blaam. Wanneer het met goede daden niet
lukt, omdat men de gezindheid of de gaven
mist, goed te doen, dan zal het met mis
daden lukken.
'Men kent de geschiedenis van den man
wit de geschiedenis der oudheid, die den
tempel van Diana te Ephesus in brand stak,
louter om zich beroemd te maken. En wan
neer men *de beweegredenen onzer heden-
daagsche misdadigers nauwkeurig kon na
gaan, zou men ontdekken, dat een groot
aantal vergrijpen tegen de strafwet hun
ontstaan heeft te danken aan die zelfde
zucht naar bekendheid, welke Herostratus
tot zijn 'brandstichting drong. Vooral de
verkeersmisdaden, de overrijdiogen en bot
singen, die, hoe weinig geteld wat de straf
maat betreft, tot de talrijkste en schade
lijkste vergrijpen dezer dagen behooren. ont
spruiten voor geen klein deel aan de brani-
achtige begeerte naar heldenroem, waar
door de ouderwetsche studenten tot het
stelen van schelknoppen en naambordjes
werden gedreven.
'De meeste mensohen echter komen nooit
in de gelegenheid, hetzij door hun deugd,
hetzij door hun ondeugd van zich te dóen
spreken. Zij beschikken slechts over één
middel om de openbare aandacht te trek
ken; dat is: dat hun een ongeluk overkomt.
Het onbeteekenendste oude wijfje wordt
eensklaps een gewichtig persoon, wanneer
zij longontsteking krijgt of zich brandt aan
een ketel kokende koffie. Het onnoozelste
schaapje komt in de krant, zoodra een ver
dacht uitziend individu een greep naar haar
handtaschje heeft gedaan.
Het is om de gewichtigheid, die wij eens-
iklaps hebben bereikt, dat wij het in het
diepst van ons hart toch wel prettig vinden
als wij een parapluie hebben verloren of
als ons onze kippen ontstolen zijn- Zelfs een
geschaafde knie en een in elkaar gedrukte
fiets zijn geen te zwaar offer voor de ge
legenheid, ons plotseling geboden, om in
het gemengd nieuws te staan.
Het drukkendst in een menschenl even is
de ervaring, ondanks al zijn inspanning, zijn
opwinding en verslagenheid niets bijzonders
te zijn, zich niet te onderscheiden, niet voor
een o ogen blik uit te steken boven de onaf
gebroken golven van de massa der millioe-
nen, die geboren worden, leven en sterven.
Elk wil zijn uur hebben, waarin hij erkend
.wordt; waarin blijkt, dat hij tooh een uit
zondering is op de menigte; een eigen stem
pel draagt, een persoonlijkheid is. Helaas,
dat et een wetenschap is uitgevonden, die
ook aan deze illusie een eind maakt. Zelfs
in het oogenblik van onzen roem blijken wij
aan algemeene wetten te gehoorzamen.
Zelfs wie zijn parapluie verliest of zich zijn
kippen' ontstolen ziet, verricht daarmee geen
persoonlijke daad1.
'De wetmatigheid ook in deze alledaagsche
levensavontuurtjes trof mij, toen onlangs de
drukker van een plaatselijk blad mij er op
merkzaam op maakte, dat de rubriek „ver
loren voor weipen" elke wreek even lang is.
Elke week is dus een vast percent van onze
plaatsgenooten gedoemd zijn parapluie te
verliezen. De statistiek zal dit cijfer voor
een gemeente, voor een land, voor een Volk
kunnen vaststellen. Het verliezen van een
parapluie is dus geen persoonlijk lotgeval,
maar een massale dwanghandeling, die zich
ditmaal toevallig door het individu Jansen
en de volgende week door het individu Pie-
tersen voltrekt.
Bvenzoo bestaat er statistische standvas
tigheid in de verkeers- en bedrijfsongeval
len, in de gouden bruiloften cn de leven-
looze geboorten, in de faillissementen en
echtscheidingen, m de moorden en diefstal
len, in het slagen voor examens.
Het spreekt vanzelf, dat de betrokkene
in eenig ongeval of bij eenig feest zichzelf
het middeLpirnt voelt en zichzelf de eer van
zijn belangwekkendheid toerekent. Maar uit
algemeen gezichtspunt blijkt he/t persoonlijk
aandeel in de levenslotgevallen al bijster
klein- Al stoft gij nóg zoo op uw verstrooid
heid, gij verliest uw parapluie louter om het
percent vol te maken; al gevoelt ge u nóg
zoon durfal, ge rijdt den ander omver lou
ter om het cijfer der verkeersongevallen op
peil te houden, en als ieder over u spreekt,
omdat ge gescheiden zijt of failliet zijt ge
gaan, hebt ge te bedenken, dat er door uw
toedoen geen decimaaltje aan de statistische
breuk is toegevoegd geworden. Wij vervul
len aden ons lot, gelijk de waterdroppels die
met den vloed van den oceaan komen aan-
bruisen en met de eb zich in zee terug
trekken. Wij worden allen geschoven, hoe
zeer wij meenen te schuiven.
Wanneer gij bekeerd zijt tot het vrouwen
kiesrecht of u verlicht gevoelt door de
dTaadlooze boven uw dale, herinner u dan,
dat de overtuigingen en de wetenschappe
lijke inzichten, de teohnische vaardigheden
en zedelijke opvattingen met gelijkmatigen
tred voortschrijden over heel den aardbo
dem. De ontdekking, die gij doet, doet te
gelijkertijd uw tegenvoeter en het probleem
dat u kwelt, is het probleem van uw ge-
nooten op eiken meridiaan.
Dit moge voor uw gewichtigheid een te
leurstelling zijn, het geeft tooh ook een
gevoel van rust en zekerheid, zi'ch ge
schraagd en gedragen te weten door een
vast, onverbrekelijk verband.
H. G. GANNEGfETER.
DUITSCHLAND.
DE POLITIEKE CRISIS.
Dc bijeenroeping van den Rijksdag.
Berlijn, 20 Mei. (W. B.) Naar wij uit per-,
lemcntaire kringen vernemen, heeft president
Loebe in overleg met dc regeering het voor
nemen opgevat den nieuwen Rijksdag op 27
Mei des nam. 3 uur bijeen te roepen. Heden
hield hij hieromtrent een bespreking met de
partijleiders.
Op zoek naar een oplossing.
Ber 1 ijn, 2 0 Mei. (V. D.) In den rijksdag,
waarvan dc eerste plenaire zitting op 27 Mei
's namiddags is vastgesteld, was reeds hedem
een opgewekt parlementair leven tc bespeuren,
toen de Duitsch-nationelen, de Duitsche Volks
partij, het centrum en de democraten fractiever
gaderingen hielden. De Duitsoh-nationolen had
den aan het centrum, de Duitsche Volkspartij
en de Beiersche Volkspartij uitnoodigingen ge
zonden voor mondelinge onderhandelingen over
de vraag, wanneer cn op welke wijze de snelste
opheldering van de politieke atmosfeer bewerk
stelligd kan worden. Het centrum en de Duitsche
.Volkspartij weigerden zonder de democraten
onderhandelingen te voeren.
De rijkspresident heeft hedenmiddag de lei
ders der Rrijksdagpartijen ontvangen.
Voorstellen der democraten.
Berlijn, 2 0 Mei. (W. B.) Volgens de bla
den is de democratische fractie van plan bij den
X
O
m
m
RUIME KEUZE EN TEGEN DE
LAAGSTE PRIJZEN BIJ HET
DAMES MODE MAGAZIJN
16/18 LANGESTRAAT, AMERSFOORT
JUWELIERHORLOGIER,
Langestraat 43, TeleL 852. Postr. 7582.
rijksdag voorstellen in tc dienen o.a. inzake in
trekking der bepalingen omtrent het ambtena-
renontslog cn de korting op de pensioenen en
invoering van het kiesrecht voor personen op
zee.
EEN VERKLARING VAN LOEBE.
Bc r 1 ij n, 20 Mei. (\V. B.) In een vergade
ring van de Bresleusche sociaal-democratische
vereeniging heeft Loebe, da voorzitter van den
rijksdag, gezegd, dat de politiek van de partij
zich vooreerst moet conccntreercn op het aan
vaarden van de rapporten der deskundigen,
waarbij met den omkeer in Frankrijk rekening
moet worden gehouden. Normaliter zou aan óe
sociaal-democraten weer het voorzitterschap
van den rijksdag moeten worden aangeboden.
Politieke redenen verzetten zich niet tegen het
aanvaarden van dit ambt.
HET DUITSCH-RUSSISCH INCIDENT.
Bestellingen bij Engelsche in pleats
van bij Duitsche firma's.
Een draadloos bericht uit Moskou van 20 Mei
houdt in
Dc bestellingen ten behoeve van Rusland, die
oorspronkelijk aan Duitschland waren gegund,
maar in verband met de gebeurtenissen in dc
handelsafdecling tc Berlijn werden geannuleerd,
zijn thans in hoofdzaak naar Engelsche firma's
overgebracht. De fabrieken in noordwestlRus-
lond daarentegen, die tol dusver Engelsche ko
len gebruikten, zullen voortaan met steenkool
uit het Donetz-bckken worden gestookt, waar
door een bezuiniging van 25 kan worden
verkregen.
De arrestatie van Bozenhardt.
Berlijn, 20 Mei (W. B.) Het onderzoek
der politie in de zoak-Bozenhardt is thans af-
geloopen. Hij en de andere gearresteerden zijn
naar het huis van bewaring te Stargard overge
bracht.
DE COMMUNISTEN IN DEN
PRUISISCHEN LANDDAG.
B e r 1 ij n, 2 0 Mei. (W. B.) Bij den Pruisi-
schen Landdag is een voorstel tegen een rege
ling van het herstel op grond van het rapport-
Dnwes ingediend door de communistische frac
tie. Verder wordt bij dit voorstel gcëischt, dat
de technische hulpverleening in Pruisen onmid
dellijk moet worden ontbonden en dat er geen
militairen of politie zullen mogen worden ge
bruikt bij den klassenstrijd tegen het proleta
riaat.
MAATREGELEN TEGEN DE
COMMUNISTEN.
B e r 1 ij n, 2 0 Mei. (W. B.) De politic (e
Bochum heeft na een huiszoeking ten kantore
van het communistisch verbond van lanö- en
hoofdarbeiders tal van leden dezer organisatie
aangehouden, zuiks wegens het Zondag gehou
den communistische bedrijfsradencongres, welks
'beloop de politie beschouwt als een ophitsing
tot den klassestrijd en een ernstige bedreiging
van de openbare orde en veiligheid.
HET CONFLICT IN HET MIJNBEDRIJF.
Ber 1 ijn, 2 0 Mei. (W. B.) Volgens een be
richt uit Essen werd in de vergadering van land
raden cn burgemeesters uit het Rijnsch-West-
fnalsche industriegebied medegedeeld, dot de
Pruisische regeering niet in staat is gedurende
den tegenwoordigen strijd in het Roergebied
geldmiddelen ter beschikking te stellen.
Een coirjvumistisch voorstel
in den Pruisiscben Lundeng.
Berlijn, 2 0 Mei. (W. B.) In de vergade
ring van heden van den Pruisischen landdag
vroeg Sabotko, de communistische afgevaar
digde, de bespreking vnn het voo stel von zijn
partijgenooten ten aanzien von de uitsluiting
der mijnwerkers in het Roergebied. Volgens dit
voorstel zouden die mijneigenaars, die de uit
sluiting voortzetten, worden gearresteerd cn
onteigend. Toen er verzet kwam tegen de on
middellijke bespreking van dit voorstel, ontspon
zich een langdurig, omstandig debat over d«
agenda. Het voorstel tot het sluiten vnn de be
sprekingen werd onder lawaai van de com
munisten aangenomen.
Kolennood.
Dortmund, 20 Mei. (W. B.) De Phoenix
Werke te Horde maken bij aanplakking be
kend, dat van morgen of het geheele bedrijf
wegens kolengebrek moet worden stopgezet.
Naar blijkens den draadloozcn Duitschcn
dienst te Berlijn bekend wordt, heeft de Micum
besloten een oontol kolenvoorroden in het Roer
gebied in beslag te nemen, teneinde de kolen-
voorziening der geallieerden en der spoorweg
regie te verzekeren.
DE STAKING BIJ DEN SCHEEPSBOUW.
Het werk wordt vandaag hervat.
Hamburg, 20 Mei. (W. B.) De stemming
onder de arbeiders omtrent dc overeenkomsten
met dc schcepsbouwnijverheid heeft niet dc
vereischte meerderheid voor de voortzetting
van de stoking opgeleverd. Door ook dc werk
gevers er mee accoord gaan, is de strijd thons
geëindigd. Het werk wordt morgen hervat.
De stemmingen tc Bremen cn Lübeck hadden
denzelfden uitslag.
Hamburg, 20 Mei. (W. B.) Danr de be
stellingen niet meer een zoodanigen omvang
hebben als in Januari, worden niet alle ontsla
genen weer in dienst genomen. Voorloopig
geldt tot I April 1925 de negenurendag. De
nchturendag zal als normnol worden beschouwd.
BELCIE.
EEN BELGISCHE LEENING IN AMERIKA?
Berlijn, 2 0 Mei. (N. T. A. Draadloos).
Volgens de Chicago Tribune hebben te Brus
sel onderhandelingen tusschen Theunis en Amc-
rikoansche vertegenwoordigers van banken
plaats gehad over een Belgische lecning. De
Amerikanen gaven den raad de besprekingen op
tc schorten, tot de kwestie der schadevergoeding
is opgehelderd.
FRANKRIJK.
EEN HANDELSVERDRAG MET JAPAN.
Tusschen Frankrijk en Japan is een voorloo
pig handelsverdrag gesloten.
DE FRANSCHEN IN SYRIË.
Gencrual Wcygend niet longer
hoogc commissaris
Naar de Times meldt, zal generaal Wcygand
het ambt van Fransch hooge commissaris in
Syrië opgeven en niet meer naar Beyroet te-
rugkeeren.
DE VLIEGTOCHT PARIJS-TOKIO.
D'Oisy's vliegtuig vernield.
Sjanghai, 20 Mei. (R.) Toen Pelletier
d'Oisy op het golfveld alhier landde, stootte zijn
vliegtuig tegen een aardhoop, tengevolge waar
van de fuselage van het staartstuk brak.
P n r ij s, 2 0 Mei. (B. T. A.) Een telegram
van luitenant Pelletier d'Oisy aan den vlieg-
dienst meldt, dat zijn toestel geheel vernield is.
De vlieger zelf bleef ongedeerd. Men zal al het
mogelijke doen om Pelletier in stoot te stellen
zijn tocht naar Peking en Tokio voort te zet
ten
ONTPLOFFING AAN BOORD.
T ou 1 o n, 2 I Mei. (B. T. A.) Tijdens schiet
oefeningen non boord van het Frnnsche schip
Patric ontplofte een patroon, waardoor 10 per
sonen werden gewond, waarvan 3 ernstig.
Toulon, 21 Mei. (B. T. A.) Volgens de
laatste berichten zijn door dc ontploffing 15
personen gewond. Voor geen hunner bestaat
doodsgevaar.
ENGELAND.
KONINKLIJK BEZOEK AAN DE
RIJKSTENTOONSTELLING.
Londen, 20 Mei. (V.-D.) De koning en de
koningin, vergezeld door den prins van We los,
brachten hedenmiddag een nieuw bezoek aan
de Britschc tentoonstelling.
DE ONDERHANDELINGEN MET
DE RUSSEN.
Een aanbod der sovjctdelcgatie
inzake de schulden van vóór
den oorlog.
Londen, 20 Mei. (N. T. A. Draadloos).
De Engelsoh-Russische confcj-cntie heeft van
daag een voltallige vergadering gehouden op
het ministerie van buitenlandschc zaken onder
voorzitterschap van Porisonby, den onderstaats
secretaris von buitenlandschc zaken.
Volgens het oflicieole communiqué deelde de
sovjet-delegatie mee, dat, aangezien zij de noo-
digc gegevens van de Engelsche delegatie had
ontvangen, zij een formule voorbereidde voor
de regeling van de economische kwesties voor
de conferentie cn dot zij reeds in staat was haar
meening uiteen tc zetten nopens de schulden
van vóór'den oorlog en de eisohen wegens per
soonlijke schade vnn nict-mnterieelen oord.
Ook overhandigde zij aan de Engelsche dele
gatie een memorondum over hot herstel van ihet
Russisch crcdiet op de Engelsche markt, die de
Engelsche delegatie beloofde te onderzoeken
met het oog op een daaropvolgende 'bespreking.
De sovjet-delegatie zeide, dat haar regeering
erin zou toestemmen, als zij mot hulp van de
Engelsche regeering een leening op longen ter
mijn kon krijgen, een ronde som opzij tc zetten
om de schulden van vóór den oorlog van Rus
land aan Engelsche onderdanen te voldoen.
Als zoodanige vorderingen zouden alleen die
obligaties worden beschouwd, welke reeds vóór
T2 Mnnrt 1917 in honden der tegenwoordige be
zitters waren geweest. Bovendien zouden schuld
vorderingen van hen, die later tegen de sovjet-
regeering hadden geageerd, niet worden erkend.
Tenslotte zou de sovjet-regeering dc aanspra
ken von kleine schuidedschers laten voorgaan.
Het grootste deel der te verkrijgen leening zou
in Engeland worden besteed voor het oankoopen
van werktuigen en andere goederen, noodigvoor
het herstel van de Russische nijverheid en land
bouw.
Hierop deelden de Engelschcn mede, dat hot
noodig zou zijn de Russische voorstellen nauw
keuriger te onderzoeken, alvorens een oordeel
te vellen, maar thans reeds vestigden zij er de
aandocht op, dat de hulp, die de Engelsche
regcering zou kunnen geven voor het plaatsen
van een leening, uiteraard zeer beperkt zou zijn
cn dat er geen sprake kon zijn van cenige gar un
tie der regeering. De vraag werd verder gesteld,
of de erkennning der schulden van vóór den
oorlog betcekende, dat zoowel kapitaal ols ach
terstallige renten zou worden erkend en dat de
rentebetaling zou worden hervat.
De sovjetafvaardiging antwoordde, dat haar
regeering niet bereid was do schulden van vóór
den oorlog tot hun geheele vroegere waarde te
betalen Zij waren van meening, dat de achter
stallige rente kon worden afgeschreven en dat
de hoofdsom verlaagd moest worden. De Rus
sische activa, aldus betoogden zij, zijn vermin
derd tengevolge van den oorlog en den daarna
gevolgdcn strijd op Russisclien bodem. Daar op
de vorige conferentie de schuldeischers bereid
geweest waren aan de sovjetregeering een mora
torium toe te staan, was deze thans bereid dade
lijk met de betalingen te beginnen. Zij was in
derdaad van meening, det een beperkte betaling
van de Engelsche schuldhouders moest begin
nen, zoodra een regeling bereikt zou zijn. Do
sovjetafvaardiging drong er op oon, dat dc
door HULBERT FOOT NER
VOOR NEDERLAND BEWERKT
DOOR L. ALETRIN0 -
27
„Nahnya!" riep hij. „Wil je nu niet met me
praten? Je hebt het toch beloofd?"
Zij draaide zich om. „Ik kom terug," zeide
zij vast. „Wacht op me." Zij zweeg een oogen
blik, en voegde cr toen aan toe: „St. Jean,
blijft gij ook op. Met ons diieën zullen wij
spreken."
Ralph beet zich op de lippen. Dus wilde zij
hem toch nog op armslengte afstand houden.
Hij had geen getuige bij dat onderhoud ge-
Urenscht
HOOFDSTUK. IX.
Nahnya's geschiedenis.
St. Jean Bateese, Nahnya en Ralph, zaten
om het vuur. De vlammen wierpen een sterk,
grillig licht op de drie ongelijke gezichten:
het cene aschbruin, het andere roodachtig
bruin en het derde roodachtig wit. Het vuur
hield aller oogen geboeid; zij waren te ver
legen om elkander aan te zien. Nahnya zat
in het midden op haar hielen, de handen ge
sloten in haar schoot. Ralph deed zij denken
aan een schilderij van Maria Magdalena, dat
hij ergens had gezien. Gedurende het heele,
lange verhaal veranderde zij niet van houding.
Er hing een lange stilte vóór iemand sprak.
Toen zij te drukkend werd, begon St. Jean de
geschiedenis van de schepping der wereld te
vertellen, maar Nahnya legde hem het zwijgen
op.
„St. Jean," begon zij toen, „ik heb er lang
over nagedacht, wat ik doen zou. Dikwijls was
de dokter boos op mij omdat ik hem niet over
ons wilde vertellen. Nu zal ik het hem vertel
len. Ik geloof, dat hij goed is. Ik geloof, dat
hij niet zoo bcgeerig naar goud is als andere
blanke mannen. Ik geloof dat hij, wanneer ik
hem alles vertel, heen zal gaan, en vergeten
wat hij gezien heeft."
Het klonk Ralph als een doodvonnis.
„Nahnya —I" begon hij.
„Wacht tot ik verteld heb," zeide zij.
Onbeweeglijk zat zij een oogenblik, omlaag
blikkend op haar handen, als zocht zij naar
de goede woorden om te beginnen. Zij ver
telde haar geschiedenis met zachte, haast toon-
looze stem, die uit de nevelige verten, van
waar zij scheen te komen, scherpe beelden
deed opdoemen. Wanneer, op sommige oogen-
blikken, haar stem dreigde te breken, zweeg
zij, tot zij haar weer kon bcheerschen. Nahnya
waren phrasen vreemd; en daarin lag dc kracht
van haar verhaal; de onopgesmuktheid trof
dieper dan pathos.
„Toen ik een klein meisje was," begon zij,
„ga ik naar de zendingsschool aan het Ren
dier-meer. De nonnenschool. Daar ben ik vier
winters. Zij leeren mij Engelsch spreken en
Fransch; zij leeren mij lezen cn schrijven en
tellen; zaaien en koken cn huishouden doen als
de blanke menschen. Ik ben het aardigste
meisje van de school, zeggen zij. Ik houd van
leeren in boeken; de andere kinderen niet.
Wanneer er bezoek komt, laten de nonnen mij
mijn lessen opzeggen in de spreekkamer. Ik
houd niet van de andere meisjes. Ze zijn dom
en dwaas, vind ik. Zij houden ook niet von mij.
Ik anders don zij.
„Bij het Rendier-meer zijn veel blank©
menschen. Ik houd van hen. Ik houd er van.
hoe de blonken leven, met mooie dingen en
prettige gewoonten. Ik zit graag bij het eten
in een stoel, cn houd van een wit kleed op dc
tafel, cn porceleinen borden. Altijd denk ik
aan de blanken en hun eigen land, ver weg*
Ik verlang zoo erheen te gaan, en alles te
zien, wat er te zien is.
„Er was een jongen op school, twee jaren
meer ouder dan ik. Hij is half-blonk, als ik.
Hij houdt niet van boeken, maar ik kijk hem
aan, cn ik weet, hij voelt hetzelfde ols ik van
binnen. Ik zou graag vrienden met hem zijn.
Maar van de nonnen mogen de jongens en
de meisjes niet met elkaar spreken. Moor hij
kijkt mij aan, cn ik kijk naar hem, cn s' nachts,
wonneer ze allemaal slapen, ga ik uit de slaap
zaal, zoo zacht als een lynx, en hij is op wacht
naar mij in den groentuin. Wij spreken sa
men. Hij is als mijn broeder. Hij vertelt mij,
hij is van plan weg te loopen van dc school,
cn ver weg te gaan. Ik voel me ongelukkig.
Ik wil ook ver weg.
„Wanneer ik in huis terugkom, wordt een
non wakker en snapt me. Ze maken vreeselijke
drukte. Zij zeggen, ik ben een slecht meisje.
Zij sluiten mij op, en geven me alleen brood
en water. Ik ben kwaad omdat ze mij slecht
noemen en mij boos aankijken. Omdat ik eerst
geloofde, dat zij van mij hielden. Ik weet, ik
ben niet slecht, maar ik wil niets zeggen. Zij
zeggen dat ik verhard ben. Ik ben niet hard,
ik ben zacht. Aldoor wanneer ik alleen ben,
huil ik. Maar ik wil hen niet laten zien dat ik
huil.
„Heel leng ben ik opgesloten. Het is bijna
lente, wanneer ik er uit gelaten word. Dc jon
gen is weg van de school Ik ben veranderd. Ik
haat die school nu. Ik wil wegloopen. Ik doe
goed m'n bost, nu, dat ik kans krijg om weg
te loopen. De nonnen zeggen ik ben tot in
keer gekomen, en glimlachen weer. Zij weten
niet, wat in mij is. Eindelijk beginnen zij mij
uit te laten gaan alleen met mezelf; omdat ik
een van de grootste meisjes ben, sturen zij mij
naar den winkel om thee en suiker.
„Er is een blanke man in den F^nschen
kleerenwinkel, en die is vriendelijk tegen mij.
Hij geeft mij dingen uit zijn winkel voor mij
zelf, en ik denk hij is een goede man. Ik ver
tel hem, dat ik zoo verlang weg to komen,
en hij zegt, hij zal me meenemen, wanneer hij
weggaat in den zomer. Ik ben zoo blij, bijna
dol. Ik denk niets kwaads, omdat hij een oude
man is met grijs haar, en hij zegt, hij neemt
mij mee naar zijn dochters, ver weg. Mij, ik
b$n nog niet zestien jaar oud.
„Dus wanneer het ijs uit het meer weg ls,
en verteld wordt, de eerste boot naar New
York zal van Grier's Point afgaan, zoo gauw
het den volgenden morgen licht is, zegt hij het
mij. Dien nacht ga ik uit bed. Er slaapt een
non naast de deur, maar ik kruip onder alle
bedden als een wezel en kom buiten. Den
heclen weg naar Grier's Point loop ik hard.
Het is vijf mijl. Weldra is het dag, en ze zetten
de boot af. Ik ben zoo vreeselijk blij, ik ben
Wehti-go, dol.
„Gauw zie ik, ik heb mij vergist. Die blanke
is niet goed. Hij begint leelijk tegen mij te
doen, en ik ben bang. Er gaan veel menschen
mee op de boot naar New York, en met zoo
veel ben ik veilig. Ik blijf dicht bij een vrouw
van den Engelschcn schoolmeester en verzorg
haar kindje, en hij kan mij niet krijgen. Hij
is dol. Wij zijn op de New Y«irk boot vijf
dagen. Wanneer wij aan de landingsplaats zijn
aangekomen, en hij in een café zit te drinken,
loop ik weg en verberg mij in de bosschen.
„Ik loop alleen naar Prince George. Ze
zeggen dat het honderd mijl is. Ik vraag een
beetje eten aan de stopploatseffc Ik slaap in
de dichte bosschen, want ik ben bong voor
munnen Wanneer ik in de stad kom, ben ik
verbluft van alles wat ik zie. Zooveel leven
en beweging; zooveel menschen ik weet niet
wat te doen. Ik voel me ongelukkig omdat er
geen plaats schijnt voor mij. En al de mannen
kijken net zoo naar me als die oude blanke
man op dc boot. Aldoor verberg ik me voor
hen. Ik geloof dat er iets bijzonders aan mij
is. Misschien ben ik slecht, zooals de nonnen
zeggen, en ik weet het niet.
„Ik loop en ik loop in de straten. Dc heb
zoo'n honger. Eindelijk krijg ik werk in een
wasscherij. Daar werken ook nog andere roode
meisjes, en ik denk: ik ben veilig. Zij zullen me
vertellen, wat ik doen moet. Maar zij plagen
mij, omdat de baas tegen mij spreekt n lacht,
en alleen vloekt tegen hen. De baas :s ols de
andere mannen en gauw moet ik goon zonder
mijn geld.
„Ik krijg gauw weer ander werk, want ik ben
sterk. Ik krijg veel betrekkingen. Ik kan ze
niet tellen. Altijd is er een blanke man die
slecht van me wil en ik moet gaan. Het is bijna
drio jaar dat ik in Prince George werk. Het
is niet noodig alles te vertellen, want het is
aldoor hetzelfde.
(Woï^t.vejvqJgfi)