„DE EEMLANDER" L. KLEIN ABONNEMENTSPRIJS f"3 m"0'cn 7or Amcrs- PIUSl!UBIE«lfllllil^!;Cr™™ EERSTE BLAD. jr P. MIEROP, Lsngestraat 90 WATERSLANG, IJSMACHINES. HORREGAAS, STERIUSEER6LA2EH. BUITENLAND. I 22a Jaargang No 303 toort 210, idem iianco per post f 3.per week (met gTaiis verzekering tegen ongelukken) f 0.17*. afzonderlijke nummers C.05. AMERSFOOBTSCH DAGBLAD DIRECTEUR-UI TG EVER: J. VALKHOFF. ARNHEMSCBHUER^:RTWAL 2 A. POSTREKENING N". 47910. TEL. INT. 813. Vrijdag 27 Juni 1924 bewijsnummer, elke regel meer 0.25, dienstaanbie dingen en Licfdadighcids-adve.tentiën voor de helft der prijs. Voor handel cn bedrijf bestaan zeer voordecligc bepalingen voor het advertccrcn. hene circulaire, bevattende de vooiwaarden. wordt op aanvraag toegezonden. Gemeentezaken. n. Hoe verschillend men ook moge denken over de wijze, -waarop een gemeentehuishou- dirig moet worden gefinancierd, het wil mij voorkomen, dat een ieder zal kunnen toe stemmen, dat de gemeente de eerste jaren van de crisis goed is doorgekomen. Al werd het steeds moeilijker de zaken gaande te houden, bereikt werd tooh, dat met de ge wone middelen de gewone uitgaven konden worden gedekt. Dit lukte later niet meer, zoowel door de steeds toenemende lasten, die van hoogerhand vaak werden opgelegd (distributie), als ook doordat de Raad steeds meer is gaan ingrijpen in het beleid van B. en W., zonder dat daaruit de normale poli tieke gevolgen voortvloeiden. Wat Amers foort op dit gebied heeft te zien gegeven is zeker niet normaal te noemen. Met deze opmerking wil ik er op wijzen, dat daardoor het vaststellen van de verant woordelijkheid voor het beheer,. buitenge woon lastig wordt. Het zou voor een lief hebber mooi werk zijn eens na te gaan, hoe vaak wel de Raad de leiding heeft genomen, als het ging om belangrijke zaken, en welke bedragen daarmede zijn gemoeid geweest. De naar buiten tredende moeilijkheden, zich uitende in nadeelige saldi, vangen pas aan in 1918 en zetten zich voort ook in 1919 en 1920. De rekeningen van 1918 en 1919 sluiten met nadeelige soldi van meer dan 71000 en 238.000. De oorzaken waren in beide jaren vrijwel dezelfde en hielden veel meer verband met de algemeene, over al in den lande voorkomende verschijnselen, dan met de plaatselijke politiek. Voor een deel gingen zij daar zelfs geheel buiten om. Het feit, dat dit alles zoo vlug wordt verge ten, maakt het wenschelijk er eens aan te herinneren. En ik mag mij hier beroepen op het dezer dagen verschenen prae-advies van den Utrechtschen Burgemeester, uitgebracht aan de Vereeniging van Nederlandsche Ge meenten, waarin in ronde taal de tekort komingen van opvolgende regeeringen wor den besproken. Van de meer interne zaken noern is de kwestie van de duurtebij slagen door den Raad toegekend en het Armwezen. De Commissie, die de rekening 1918 na keek, bestaande uit de heeren van Nieuwen- dijk, Hofland en van Traa, heeft dan ook geen woord van afkeuring over dat tekort van meer dan 70.000 gezegd. De reke ning werd zonder discussie met algeméene stemmen vastgesteld. De rekening 1919 liet een tekort achter van 238.000. Hoe was dit ontstaan? De begrooting was goed opgemaakt, maar in den loop van het jaar werd het absoluut noodzakelijk iets te doen ten opzichte van de wedden en loonen, waartoe ook het Rijk was overgegaan. Een besluit, in verband daarmede door den Raad genomen, eischte een uitgaaf van 270.000 voor dat jaar. Alweer, men moet eens nagaan, wie hier de leiding heeft gehad, de Raad of B. en W., die voor het beheer toch maar verantwoor delijk worden gesteld. Voor die 270.000 was dus geen dekking aanwezig en met al gemeen goedvinden is deze uitgaaf als een crisisuitgaaf aangemerkt, d. w. z. zij zou uit een leening op korten termijn worden be taald. Anders had toen de inkomstenbelas ting zeer belangrijk verhoogd moeten wor den, hetgeen ook daarom niet wenschelijk werd geacht, omdat de wet tot verruiming van het belastinggebied spoedig was te wachten. Ik sprak er van, dat er een nadeelig saldo was van 238.000, en dat de meerdere uit gaven 270.000 beliepen, waaruit dus volgt, dat bij een normaal verloop van zaken er een voordeelig saldo zou zijn geweest. De begrooting was dus goed opgemaakt en uitgevoerd. De begrooting van 1920 was minder regel matig opgemaakt. Het was gebleken niet meer mogelijk te zijn, de eindjes bij elkan der te houden, zonder verzwaring van las ten. Maar te verwachten was dé eerste uit- ■keering uit de O W.-belosting, welke ver lichting zou brengen. Toen deze dan ook in het voorjaar kwam, zijn de financiën breed voerig besproken en werd een weg uitge stippeld, die veilig gevolgd kon worden. Die uitkeering zou worden aangewend, deels tot delging Van schuld, deels tot steun van den oogenblikkelijken toestand, die immers nog zulke groote uitgaven voor de crisis inhield. Hei is ven groot beiang vasr te stellen, dat de Raad zich met dit beleid heeft vereenigd, maar alweer met eenige afwerking. B. en W. hadden n.3. voorgemeld de invoering van den 8-urenoag uit te stellen; de Raad ver wierp dil -oorsuri, rnaar nam wel aan het mede ot- db> niet mvoenng berusrende voorstel, der, bwSu.- -oar ic inkoj.v.s*eabe le stlng ap 1 A r* steiieo an nUH. op 1.6, too- als ««iwankettj* «rerd fedadil. Bij het uit stippelen ver, jooeren fenoemder» ueg wns 90>. gerekeivd op de nieuwe rjjr*r«Rr^, veiVe té' «ie R. P. R. S. CxwroryUtó* Vv de ovmV vm, «oodat hot een <«vW ren rveuwtte rerband Meld. Ma»- óac-nuxio ie Raad erécele maan den ic Ttlwjvre .ralanmegeiing in behandeling kwam, niet de minste rekening gehouden. B. en \V. wilden van de voorstel len van de R P. R. S. Commissie niet weten en dienden bescheidener voorstellen in. Ik wil wel zeggen, dat ik het persoonlijk ook met deze laatste voorstellen niet eens ben geweest; speciaal heb ik mij altijd verzet tegen de nivelleering en vooral tegen een te hooge bezoldiging van jeugdige personen. Uit maatschappelijk belang en ter wille van de jeugd zelf, acht ik dit onjuist, en ik heb er mij m verheugd, dat niemand minder dan de heer Zaalberg, de Directeur-Generaal van den Arbeid, hiertegen heeft gewaarschuwd. Maar ik dwraal af. Die salarisregeling is er toch gekomen. Zonder slag of stoot nam de Raad het voorstel-Hofland aan, om het schema van de Commissie te volgen. Op een vraag van den voorzitter in openbare zitting gedaan, wat de kosten van de regeling zou den zijn, werd geanwoord dat de Commis sie zich daarvan geen rekenschap had ge geven. Dit is historisch f B. en W. hadden m i. dit besluit niet moe ten aanvaarden; zij hadden de verantwoorde lijkheid daarvan moeten leggen op de schou ders van hen, die de leiding hadden geno men. Daartoe heb ik ook geadviseerd, en wie gevoel heeft voor gezonde politieke ver houdingen, zal moeten toestemmen, dat toen B. en W. en Raad zoo principieel tegenover elkander stonden, men kloek had moeten blijven slaan op het eenmaal ingenomen standpunt. En hiertoe bestond te meer aan leiding, omdat de nieuwe regeling in buiten gewoon sterke mate werkte met periodieke verhoogingen, zoodat de finantieële lasten, er uit voortvloeiende, telken jare zouden toenemen. In 1922 kon ik dan ook bereke nen, dat bijna de geheele opbrengst der in komstenbelasting weg ging aan salarissen, niet medegerekend de bedrijven en het on derwijs. Hoe men nu ook moge denken over de salarisverhoudingen ik kom daar in een ander artikel op terug voor mij. staat het vast, dat in deze salarisregeling de fout schuilt van den slechten finantieelen toe stand. En aan die regeling hebben noch B. en W., noch hun adviseurs ook maar eenige schuld. De uitvoering werd al dadelijk zeer be moeilijkt, doordat Gedeputeerde Staten de zooeven besproken regeling voor de verdee ling van de O. W. belasting niet wilden goed keuren. Ik raak nu een buitengewoon moeilijk punt aan, maar zal tooh trachten het heel kort te behandelen, omdat het zoo belangrijk is, en het voor het heden nog beteekenis heeft. Er waren nu drie zaken tegelijk aan orde: het nadeelig saldo 1919, de verdee ling O. W. belasting en de nieuwe salaris regeling. Gedepuleerde Stalen wenschten dat de O. W.-belasting zou worden aangewend tot delging van crisisschuld; dit was feitelijk ook de bedoeling van B. en W., maar over het begrip „crisisschuld" bestond groot verschil van meening, dat niet te overbruggen viel. Na veel geschrijf en gewrijf is er een soort compromis tot stand gekomen, en is op nieuw de salarisregeling in den Raad ge weest.'Dit compromis kwam hierop neer: de crisisschuld wordt afgelost; er mag een lee ning worden aangegaan tot dekking van ge wone uitgaven van de jaren 1919 en 1920, waaronder een deel van de kosten van de nieuwe salarisregeling, mits deze leening in enkele jaren wordt afgelost; de nieuwe sela- risregeling zal niet dadelijk geheel worden ingevoerd. Ik heb het Standpunt van Gedep. Staten nooit kunnen begrijpen en ben nog van meening, dat de pas vermeide, door dit col lege goedgekeurde regeling- slechter was dan die, welke door B. en W. en den Rand was getroffen. Maar duidelijk staat 'nu vast, dat al de moeilijkheden van dien tijd worden be- 'heerscht door besluiten van den Raad, welke werden genomen legen den zin van het col lege, dat met de leiding van het finantieel beheer was belast. De oud-wieih ouder voor de finantiën schreef onlangs in een van zijn artikelen, dat in 1924 nog 60.000 moet worden be taald van een restant crisisleening. „Dat dit „zoo is, is een. gevolg van de destijds ge volgde politiek van hetgeen uit de O. W.- „belasting was verkregen, en feitelijk tot „dekking der crisisschuld was bestemd, in „de gewone middelen op te nemen. Een „fout, die zich nu nog wreekt." Zeker, het is waar, een bedrag van J 220.000 is in de gewone middelen opge nomen, onder voorwaarde dat het binnen en kele jaren door diezelfde middelen moet worden opgebracht. Maar wat is daarvan de oorzaak geweest? Zou dit middel, ik wees er zooeven op dat er met Gedep. Staten een compromis was gesloten, zou het niet mogelijk zijn geweest, de salarisregeling van 1920 in dat jaar tot uitvoering te brengen. Onder die 220.000 was f 120.000 voor dat doel. En dat dit be- siiat is genomen, was niet de wil van „de destijds gevolgde politiek", maar van den Raadf En als Ik mij niet zeer vergis, werd <fif kxwkrit met algemeene stemmen geno men m de Raadsvergadering van 29 Octo ber 1920 Aan den opzet er van maar bescheide ner ben ik niet geheel vreemd. Niette?**- i VOILE BLOUSES (MODEL CASAQUE) ?;A.5°5iad6#;: ONDER JAPONNEN (Nieuwste kleuren) IN SATINET EN ZIJDE TRICOT 8.75 3.90 SNOEZIGE ZOMERJAPONNEN inVoile Crêpe en Mousseline 18.50, xz.75, 7.90 VILTEN REISHOEDJES 3 25, 2 QO DIVERSE KLEUREN. DAMES-MODEHUIS L'l OPRUIMING MANTELS EH MAII1EL-C0STUUMS PIANO'S ORGELS te huur voor korten of langen termijn, ook met recht van koop. Vraagt eens inlichtingen. Tel. 288 staande ik persoonlijk hevig tegenstander was van de regeling, heb ik het mijn plicht geacht, toen de Raad eenmaal zijn wil had te kennen gegeven, al het mogelijke te doen het besluit tot uitvoering te brengen. Maar ik heb sedert niet nagelaten steeds weer aan tc toonen, dat de gevolgen van die salarisregeling het onmogelijk maakten de finantiën gezond te maken. Elk nieuw jaar vroeg en vraagt f een steeds grooter bedrag. Voor mij was dit de kwestie; er is een politiek gevoerd, zuiver en alleen ten bate van het personeel, met achterstelling van alle overige belangen. Ik heb dit altijd betreurd, niet omdat ik van meenihg ben, dat de ambtenaar te veel verdient; ook niet, om dat ik van de „markt" wil profileeren; maar omdat de regeling zeif absoluut fout is, als een gevolg hiervan, dot zij door-ondeskun- digen is ontwerpen en niet de minste reke ning houden met prestatie en verefsehte kennis. Met veel minder lasten was een be tere regeling mogelijk geweest, en ik meen de stemming onder het personeel te goed te kennen, om niet te durven zeggen, dat velen het hiermede eens zijn. Trouwens niet alleen het personeel, maar ook anderen. Hiertegen heb ik strijd gevoerd, zonder succes; maai verandering zal niet lang meer kunnen uit blijven. Intusschen is veej schade gedaan aan de ontwikkeling van de sociale gemeen tepolitiek en dan heet men conservatief, als de liefde daarvoor sterker is dan voor nivel leering enz. Trouwens de meeningen veran deren all Intusschen was de wet van'30 December 1920, tot verruiming van het belastingge bied afgekomen. Daarover heb ik in 1921 rapport uitgebracht, waarin ik het standpunt heb ingenomen, dat er ruimte van beweging moest blijven voor het geval de tijden eetfs mochten veranderen. Ik schreef o. a. dit: Zullen zoo mag worden gevraagd de losten ook verminderen bij gewijzigde toe standen en zoo dit niet het geval zal zijn, zal de burgerij de draagkracht behouden, die zij tot heden toonde te bezitten En in een staatje toonde ik aan, hoe betrekkelijk klein de draagkracht hier was, in vergelijking van vele andere gemeenten. Ch er die belastingen behoef ik hier niet verder te spreken; zij werden behandeld in verband met de begrooting van 1922, toen een nieuwe wethouder de leiding van de financiën op zich had genomen. Met diens begrootingen voor 1922 en 1923 heb ik mij niet kunnen vereenigen en ik zal straks na gaan wie gelijk heeft gekregen. Nu kan men zeggen, dat was ook niet noo- dig, dat ik mij met die begrootingen kon Ver eenigen. En dan antwoord ik daarop: vol komen juist, mits mij dan ook maar geen ver antwoordelijkheid op de schouders wordt ge legd. Maar een meening mocht ik er toch wel op nahouden en achteraf wil men mis schien 4iog eens nagaan, wat er van waar is geweest, toen ik bij het optreden van. den heer Hofland heb gezegd, dat ik het onjuist vond hem financiën op te dragen. Ik vond dat onbillijk jegens hem. omdat zijn politieke overtuiging en ziin optreden in den Raad het hem onmogelijk zouden maken wilde hij niet met zich zelf in strijd komen financiën te beheeren. Wie onbevooroor deeld de zaken sedert dien nagaat, zal dat moeten toestemmen, naar ik meen. Was er een andere werkverdeeling gekomen, het zou anders zijn geloopen. A. R. VEENSTRA. Voor het verloop van deze geheele zaak verwijs ik naar blz. 20 van de gedrukte verza meling 8 van 1923. - m Londensche Brieven. Van onzen Londcnschcn Correspondent. Nog eens de draadloozc. Omroep programma's. de zang van den nach tegaal cn van anderen. Draadloos eten. De primeur van Scheveningcn. De „British Broadcasting Company", welke zorgt voor de verspreiding der draadloozc ver zetjes en vermakelijkheden ten behoeve van de milliocn bezitters von draadlooze ontvangtoe stellen, krijgt wel eens het verwijt te hooren, dat de progromma's welke ze uitzendt, do ont vangers niet bevredigen. Het moet ols een on mogelijke taak worden beschouwd een gehoor van een milliocn koppen volledig cn voortdurend tc boeien. Het milliocn vertegenwoordigt even veel stemmingen, opvattingen en smoken. En het is een erkend moeilijke zaak het iedereen noor don zin te maken. Men zal het beste ten naastebij een massa kunnen behagen door de neutraliteit nauwgezet tc dienen, door nadruk kelijk alles uit de programma's te weren dot sterk van kleur is of dat niet middelmatig kan worden geacht. Indien men dot niet doet, dan zal er opeens een groep hoorders opstaan, die bezwaar maakt tegen „de kleur" of tegen iets buitenmiddclmatigs, dat niet in overeenstemming Js met hun beginselen of met hun smaak Het onafwendbare gevolg van een program, dat alle smaken wil bevredigen, is dot het monotoo^ en vervelend wordt. Gewone, pretentielooze, melo dieuze muziek heeft een goede kans bij een mil liocn in den smaak te vallen. Een onderhoudend verhaaltje voor kinderen, dal een aardige strek king heeft cn dot controversiecle zaken mijdt, zal licht alle kinderen onder het millioen (en wie weet ook een groot deel van hun ouders) kun nen bekoren. Zang dat slechts een vorm ven muziek is zou ook een goeden gooi kunnen doen naar algemeene goedkeuring, indien de zangstem er door de telephoncn niet soms 7.00 „bekaaid" afkwam. Maar indien het milliocn iodcrcn avond zijn muziek, zijn verhaaltjes en zijn zong hoort cn niet veel meer dan zei het op den duur zijn belangstelling in het draad looze vermaak verliezen. Het is duidelijk, dat de taak van de „Broad casting Company" dus geen lichte is. Ze is bc~ gecrig tooneclstukken van erkende kwaliteit en opera's van algemeen aanvaarde schoonheid door te geven aan haar toehoorders. Maar tco- ncel- en opera-ondernemers helpen niet mee. Zij zeggen misschien terecht dat het versprei den per draadlooze van hun opvoeringen, of zelfs maar fragmenten ervan, schadelijk is voor hun ondernemingen, daar het de menschen vat hun huizen weg houdt, indien zij de crème er van kunnen genieten in de luie stoelen van lutn woonkamers. En indien men er al toestemming voor geeft, kost het heel veel geld dear, componisten en schrijvers, tooneelllsten en zangen; schadeloos gesteld moeten worden, indien hun arbeid wordt gereproduceerd voor een milliocn menschen. Opvoeringsrecht en „copyright" zijn uiteroord ook een factor van financieclo boteekonis indien het omroepstation zijn luisteraars wil verblijden met een goed werk van beroemde schrijvers cn schrijfsters, met verholen of voordrachten, die door populaire nrtisten zijn vervaardigd. In het algemeen moeten dingen vnn dezen aard als zijnde te duur worden uitgeschakeld. Mijn lezers hebben ongetwijfeld gehoord, dat de „British Broadcasting Company" onlangs heeft beproefd bet zingen van den nachtegaal op te vangen, een poging, die met eenig succes werd bekroond, hoewel een ieder, die in zijn leven wel eens het voorrecht heeft gesmaakt den nachtegoal te hooren in de welhaast heilige stilte van een lenteavond aan een boschknnt, moet hebben gerild bij het idee, dat dit breekbare ge luid blootgesteld werd aan do invloeden vnn Londenschen rookcn electro-mechanische vooitplontingsmiddelcn. De phontosie zal hier de luisteraars tegen schrijnende teleurstelling heb ben moeten beschermen. Maar ik haal het geval aan als voorbeeld van wat de Broadcnsting"-maatschappij al niet be proeft om afwisseling tc brengen in haar pro gramma's. Een van de dankbaarste punten van een om- roepprogram is een redevoering van een be roemd man over een onderwerp, dat in het mid den der openbare belangstelling staat, of welke een octueele gebeurtenis illustreert. Toen de Ko ning van Italië hier was, werd hij zooals te doen gebruikelijk is bij den opper-burge- mcester van Londen in diens ambtswoning, „Mansion House", op het eten gevraagd. Het geluid, dat het eten vergezelde (cetmuziek, trom petten, welke de redevoeringen inleidden, de woorden van den „toastmaster", die de tafel redes aankondigde en de speeches zelf met en benevens het handgeklap, de „toejuichingen" en de „hilariteit", waarmede ze werden begroet, werd draadloos aan het publiek doorgegeven. Wie toeluisterde kon zich temidden van het feest wanen, omdat al het geluid suggestief ge noeg was om de omgeving cn desnoods den smaak der gerechten er bij te denken Boven dien genoot men de faveur den Koning van Italië met eigen majesteitelijke slem te hooren gewo gen von de banden van vriendschap en de ge meenschappelijke belangen, welke Italië en Brit- tannië innig samenbonden. In zulke gevallen is een ontvangtoestel een zegen en voldoet het aan die behoefte, waaraan zooveel nieuws pre tendeert tc voldoen. Maar aangezien de Koning van Itolië slechts zeer en zeer sporadisch hier komt en aangezien Ramsay Macdonald of Bald win of Birkenland of generaal Smuts slechts zel den in de gelegenheid of bereid zijn woorden van wijsheid en schoonheid tot een microphoon te spreken, kan een omroepprogram ook slechts zelden met zulke aantrekkelijkheden worden opgeluisterd. En bij gebrek aan geluid van de mensch- gemeenschap, dat waard is te worden „omge roepen" zoekt de maatschappij het bij de voge len der luchten en bij de dieren des velds voor zoover ze bereikbaar zijn in het Londensche Ar- tis. Afwisseling moet er zijn, tot eiken prijs. Daarom gaan de ingenieurs (de ingenieuse man nen hebben volledige aanspraak op den titel) in het begin van de volgende maand in den dierentuin proeven nemen voor het draadloos verspreiden van de geluiden en de opmerkingen van de daar aanwezige fuuno. Het voornemen is de volgende artisten tc cngagceren zcc-oicnd (solo)lachende jakhalzen (kwartet)zeeleeuw (solo cn plons)olifant (trompet)hyena (hans- worstcrij)vogelenhuis (symphonieconcert)pa pagaaien (mnssn-schreeuw). Een verplaatsbaar toestel, dat dc geluiden moet opvangen cn dut do ronde longs do kooien cn hokken zul doen, zal door middel van zijn microphoncn de onsohotbnrc klonken oppikken, welke de vogels en dc dieren aan den ether wil len prijsgeven. En wie in zijn vredige woning zich niet ontzien heeft een „luidspreker" op te richten, zal bij buren cn bezoekers den indruk kunnen wekken, dat hij zich een wel voorziene menagerie heeft aangeschaft. Men kan dus den Britschen „Broadcasters'' vindingrijkheid en zin voor bevrediging van hun klanten niet ontzeggen. Ook dc organisatie van dit nieuwe vermaak is hier in Engeland voor treffelijk. De Britten zelf zeggen dat hun in richting als model knn dienen voor de garvsche wereld. En wiè wat heeft gehoord van den toe stond in eenige andero landen, zal geneigd zijn hun eigen roem in dit geval te onderschrijven. In Amerika, waar de rage het eerst begon, heeft men veel te veel verzendstntions, zoodot dc posi tie er, von het draadlooze standpunt (dat is dunkt me het der nier c 1 i-stondpunt) be schouwd chaotisch is. Daar hebben b.v. de groote warenhuizen hun eigen verzendstations, waarmede ze de luisteraars vervelen door hun brallende aanprijzingen van de goederen in hun winkels. Brittnnnië heeft thans acht groote om- roepstations en vier stations voor doorzending vnn programma's. Die stations werken samen on der de leiding van die cene genoemde maat schappij, welke 1500 menschen in haar dienst heeft. Frankrijk heeft verscheidene omroepsta- tions, welke onafhankelijk von elkoor werken. En in Duitschlond is nog niet veel voortgong ge mankt. De positie in ons eigen land ken ik niet. Wel heb ik er op mijn laatste bezoek vele an tennes gezien. Moor het geeft me altijd voldoe ning te weten, dat de eerste bezittere van draad looze ontvangtoestellen in Engeland indertijd htm eerste program ontvingen uit Scheveningcn. En dat vertel ik telkens aan eiken Engclschmnn, die tc prut gaat op de ontwikkeling der draad loozc in zijn lond cn op de voortvarendheid von zijn tschnischc menschen. De invloeden zijn uiteraard niet letterlijk bedoeld. DUITSCHLAND. UIT DEN RIJKSDAG. B e r 1 ij n, 2 6 Juni. (N. T. A. Draadloos). De Rijksdag heeft een voorstel van do centrale commissie oongenomen, volgens hetwelk de door de regeering voor do verhooging der amb tenaarssalarissen vastgestelde som alleen voor do lagergeplaotstcn zal worden gebruikt, maar do bijslogen voor olie groopen zullen worden verhoogd. De soc.-dem. fi actie diende een interpellatie in, behelzende, of de rijksregccring nog voor 1 September de opneming von Duitschlond in den Volkenbond wil voorstellen. DE ONDERHANDELINGEN MET DE MICUM. Frankrijk wijst directe onder handelingen tusschcn de rc- gecringen of. Berlijn, 26 Juni. (N. T. A. Draadloos.) Dc Franschc regcering heeft aon de Duitsche medegedeeld, dat zij niet kon tegemoetkomen aan den wcnsch om de onderhandelingen inzake de verdragen met de Micum te doen voeren door de beide regeeringen en dnt de tot dusver gevolgde wijze van onderhandelin gen moet gehnndhonfd blijven. Uit Berlijn wordt d.d. gisteren aun 't Hbl. bericht De belangstelling is hier heden geconcen treerd op de groote teleurstelling en ontstem ming, niet alleen van de regeering, moor ook van alle politieke partijen over de weigering van minister Herriot om in te gaan op het Duitsche voorstel om over de Micum-verdra- gen von regeering tot regeering tc onderhon- delen. Men mog wel veronderstellen, dat voorloopig althans daardoor een groote stop terug is gedaan. Vooral de Duitsche Volkspartij, en natuur lijk in de eerste plaats haar rechtervleugel, is hoogelijk verontwaardigd. Vele leden waren heden althans von meening, dat ze door deze nieuwe weigering gedwongen-worden tegen het geheele complex der deskundigen-rapporten te stemmen. Die Zeit, het orgaan van minister Slrese- mann, meent, dat deze houding van Frankrijk alleen te verklaren is uit de omstandigheid, dat men in Parijs gelooft de ondertcekening der rapporten reeds in den zak te hebben. Giste ren wees het blad er al op, dat men in deze in het buitenland te optimistisch is. Thans ver langt het van Engeland, dot dit bij Frankrijk stappen zal doen, in overeenstemming met de vroegere Engelsche opvatting, dat dc Micum- overeenkomsten onhoudbaar zijn. En ook meent de Zeit, dat bij de besprekin gen tusschcn de vertegenwoordigers der Duit sche industrie en de Micum getracht moet wor den een lange reeks van matigingen door te zetten. De sponning in politieke kringen is door een en onder natuurlijk zeer groot ge worden. In verband hiermede moet ook nog worden meegedeeld, dat de Rijksdagfractie der Duitsch- Nationole Volkspartij opnieuw slappen gedaan heeft, gericht tegen de ondertcekening der rapporten. Ze heeft namelijk een brief gepubli ceerd, waorin ze vertelt, dat de te verwachten beslissing der regeering inzake de militaire controle bij haar partij op een sterke oppositie zal stuiten, dat ze heden in de commissie voor buitenlandsche zaken haar standpunt niet vol doende tot uiting heeft kunnen brengen en dat ze daarom den rijkskanselier verzoekt haar ver tegenwoordigers in bijzijn van minister Stre-

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1924 | | pagina 1