„DE EEMLANDER"
L. KLEIN
ABONNEMENTSPRIJS f"3 m"0'cn 7or Amcrs-
PIUSl!UBIE«lfllllil^!;Cr™™
EERSTE BLAD.
jr
P. MIEROP, Lsngestraat 90
WATERSLANG, IJSMACHINES. HORREGAAS,
STERIUSEER6LA2EH.
BUITENLAND. I
22a Jaargang No 303
toort 210, idem iianco
per post f 3.per week (met gTaiis verzekering
tegen ongelukken) f 0.17*. afzonderlijke nummers
C.05.
AMERSFOOBTSCH DAGBLAD
DIRECTEUR-UI TG EVER: J. VALKHOFF. ARNHEMSCBHUER^:RTWAL 2 A.
POSTREKENING N". 47910. TEL. INT. 813.
Vrijdag 27 Juni 1924
bewijsnummer, elke regel meer 0.25, dienstaanbie
dingen en Licfdadighcids-adve.tentiën voor de helft
der prijs. Voor handel cn bedrijf bestaan zeer
voordecligc bepalingen voor het advertccrcn. hene
circulaire, bevattende de vooiwaarden. wordt op
aanvraag toegezonden.
Gemeentezaken.
n.
Hoe verschillend men ook moge denken
over de wijze, -waarop een gemeentehuishou-
dirig moet worden gefinancierd, het wil mij
voorkomen, dat een ieder zal kunnen toe
stemmen, dat de gemeente de eerste jaren
van de crisis goed is doorgekomen. Al werd
het steeds moeilijker de zaken gaande te
houden, bereikt werd tooh, dat met de ge
wone middelen de gewone uitgaven konden
worden gedekt. Dit lukte later niet meer,
zoowel door de steeds toenemende lasten,
die van hoogerhand vaak werden opgelegd
(distributie), als ook doordat de Raad steeds
meer is gaan ingrijpen in het beleid van B.
en W., zonder dat daaruit de normale poli
tieke gevolgen voortvloeiden. Wat Amers
foort op dit gebied heeft te zien gegeven is
zeker niet normaal te noemen.
Met deze opmerking wil ik er op wijzen,
dat daardoor het vaststellen van de verant
woordelijkheid voor het beheer,. buitenge
woon lastig wordt. Het zou voor een lief
hebber mooi werk zijn eens na te gaan, hoe
vaak wel de Raad de leiding heeft genomen,
als het ging om belangrijke zaken, en welke
bedragen daarmede zijn gemoeid geweest.
De naar buiten tredende moeilijkheden,
zich uitende in nadeelige saldi, vangen pas
aan in 1918 en zetten zich voort ook in 1919
en 1920. De rekeningen van 1918 en 1919
sluiten met nadeelige soldi van meer dan
71000 en 238.000. De oorzaken waren
in beide jaren vrijwel dezelfde en hielden
veel meer verband met de algemeene, over
al in den lande voorkomende verschijnselen,
dan met de plaatselijke politiek. Voor een
deel gingen zij daar zelfs geheel buiten om.
Het feit, dat dit alles zoo vlug wordt verge
ten, maakt het wenschelijk er eens aan te
herinneren. En ik mag mij hier beroepen op
het dezer dagen verschenen prae-advies van
den Utrechtschen Burgemeester, uitgebracht
aan de Vereeniging van Nederlandsche Ge
meenten, waarin in ronde taal de tekort
komingen van opvolgende regeeringen wor
den besproken.
Van de meer interne zaken noern is de
kwestie van de duurtebij slagen door den
Raad toegekend en het Armwezen.
De Commissie, die de rekening 1918 na
keek, bestaande uit de heeren van Nieuwen-
dijk, Hofland en van Traa, heeft dan ook
geen woord van afkeuring over dat tekort
van meer dan 70.000 gezegd. De reke
ning werd zonder discussie met algeméene
stemmen vastgesteld.
De rekening 1919 liet een tekort achter
van 238.000. Hoe was dit ontstaan? De
begrooting was goed opgemaakt, maar in
den loop van het jaar werd het absoluut
noodzakelijk iets te doen ten opzichte van
de wedden en loonen, waartoe ook het Rijk
was overgegaan. Een besluit, in verband
daarmede door den Raad genomen, eischte
een uitgaaf van 270.000 voor dat jaar.
Alweer, men moet eens nagaan, wie hier
de leiding heeft gehad, de Raad of B. en W.,
die voor het beheer toch maar verantwoor
delijk worden gesteld. Voor die 270.000
was dus geen dekking aanwezig en met al
gemeen goedvinden is deze uitgaaf als een
crisisuitgaaf aangemerkt, d. w. z. zij zou uit
een leening op korten termijn worden be
taald. Anders had toen de inkomstenbelas
ting zeer belangrijk verhoogd moeten wor
den, hetgeen ook daarom niet wenschelijk
werd geacht, omdat de wet tot verruiming
van het belastinggebied spoedig was te
wachten.
Ik sprak er van, dat er een nadeelig saldo
was van 238.000, en dat de meerdere uit
gaven 270.000 beliepen, waaruit dus
volgt, dat bij een normaal verloop van zaken
er een voordeelig saldo zou zijn geweest.
De begrooting was dus goed opgemaakt en
uitgevoerd.
De begrooting van 1920 was minder regel
matig opgemaakt. Het was gebleken niet
meer mogelijk te zijn, de eindjes bij elkan
der te houden, zonder verzwaring van las
ten. Maar te verwachten was dé eerste uit-
■keering uit de O W.-belosting, welke ver
lichting zou brengen. Toen deze dan ook in
het voorjaar kwam, zijn de financiën breed
voerig besproken en werd een weg uitge
stippeld, die veilig gevolgd kon worden. Die
uitkeering zou worden aangewend, deels tot
delging Van schuld, deels tot steun van den
oogenblikkelijken toestand, die immers nog
zulke groote uitgaven voor de crisis inhield.
Hei is ven groot beiang vasr te stellen, dat
de Raad zich met dit beleid heeft vereenigd,
maar alweer met eenige afwerking. B. en W.
hadden n.3. voorgemeld de invoering van
den 8-urenoag uit te stellen; de Raad ver
wierp dil -oorsuri, rnaar nam wel aan het
mede ot- db> niet mvoenng berusrende
voorstel, der, bwSu.- -oar ic inkoj.v.s*eabe
le stlng ap 1 A r* steiieo an nUH. op 1.6, too-
als ««iwankettj* «rerd fedadil. Bij het uit
stippelen ver, jooeren fenoemder» ueg
wns 90>. gerekeivd op de
nieuwe rjjr*r«Rr^, veiVe té' «ie R. P.
R. S. CxwroryUtó* Vv de ovmV vm, «oodat hot
een <«vW ren rveuwtte rerband
Meld.
Ma»- óac-nuxio ie Raad erécele maan
den ic Ttlwjvre .ralanmegeiing in
behandeling kwam, niet de minste rekening
gehouden. B. en \V. wilden van de voorstel
len van de R P. R. S. Commissie niet weten
en dienden bescheidener voorstellen in. Ik
wil wel zeggen, dat ik het persoonlijk ook
met deze laatste voorstellen niet eens ben
geweest; speciaal heb ik mij altijd verzet
tegen de nivelleering en vooral tegen een te
hooge bezoldiging van jeugdige personen.
Uit maatschappelijk belang en ter wille van
de jeugd zelf, acht ik dit onjuist, en ik heb
er mij m verheugd, dat niemand minder dan
de heer Zaalberg, de Directeur-Generaal van
den Arbeid, hiertegen heeft gewaarschuwd.
Maar ik dwraal af. Die salarisregeling is er
toch gekomen. Zonder slag of stoot nam
de Raad het voorstel-Hofland aan, om het
schema van de Commissie te volgen. Op een
vraag van den voorzitter in openbare zitting
gedaan, wat de kosten van de regeling zou
den zijn, werd geanwoord dat de Commis
sie zich daarvan geen rekenschap had ge
geven. Dit is historisch f
B. en W. hadden m i. dit besluit niet moe
ten aanvaarden; zij hadden de verantwoorde
lijkheid daarvan moeten leggen op de schou
ders van hen, die de leiding hadden geno
men. Daartoe heb ik ook geadviseerd, en
wie gevoel heeft voor gezonde politieke ver
houdingen, zal moeten toestemmen, dat toen
B. en W. en Raad zoo principieel tegenover
elkander stonden, men kloek had moeten
blijven slaan op het eenmaal ingenomen
standpunt. En hiertoe bestond te meer aan
leiding, omdat de nieuwe regeling in buiten
gewoon sterke mate werkte met periodieke
verhoogingen, zoodat de finantieële lasten,
er uit voortvloeiende, telken jare zouden
toenemen. In 1922 kon ik dan ook bereke
nen, dat bijna de geheele opbrengst der in
komstenbelasting weg ging aan salarissen,
niet medegerekend de bedrijven en het on
derwijs.
Hoe men nu ook moge denken over de
salarisverhoudingen ik kom daar in een
ander artikel op terug voor mij. staat het
vast, dat in deze salarisregeling de fout
schuilt van den slechten finantieelen toe
stand. En aan die regeling hebben noch B.
en W., noch hun adviseurs ook maar eenige
schuld.
De uitvoering werd al dadelijk zeer be
moeilijkt, doordat Gedeputeerde Staten de
zooeven besproken regeling voor de verdee
ling van de O. W. belasting niet wilden goed
keuren.
Ik raak nu een buitengewoon moeilijk punt
aan, maar zal tooh trachten het heel kort te
behandelen, omdat het zoo belangrijk is, en
het voor het heden nog beteekenis heeft.
Er waren nu drie zaken tegelijk aan
orde: het nadeelig saldo 1919, de verdee
ling O. W. belasting en de nieuwe salaris
regeling.
Gedepuleerde Stalen wenschten dat de
O. W.-belasting zou worden aangewend tot
delging van crisisschuld; dit was feitelijk ook
de bedoeling van B. en W., maar over het
begrip „crisisschuld" bestond groot verschil
van meening, dat niet te overbruggen viel.
Na veel geschrijf en gewrijf is er een soort
compromis tot stand gekomen, en is op
nieuw de salarisregeling in den Raad ge
weest.'Dit compromis kwam hierop neer: de
crisisschuld wordt afgelost; er mag een lee
ning worden aangegaan tot dekking van ge
wone uitgaven van de jaren 1919 en 1920,
waaronder een deel van de kosten van de
nieuwe salarisregeling, mits deze leening in
enkele jaren wordt afgelost; de nieuwe sela-
risregeling zal niet dadelijk geheel worden
ingevoerd.
Ik heb het Standpunt van Gedep. Staten
nooit kunnen begrijpen en ben nog van
meening, dat de pas vermeide, door dit col
lege goedgekeurde regeling- slechter was
dan die, welke door B. en W. en den Rand
was getroffen.
Maar duidelijk staat 'nu vast, dat al de
moeilijkheden van dien tijd worden be-
'heerscht door besluiten van den Raad, welke
werden genomen legen den zin van het col
lege, dat met de leiding van het finantieel
beheer was belast.
De oud-wieih ouder voor de finantiën
schreef onlangs in een van zijn artikelen,
dat in 1924 nog 60.000 moet worden be
taald van een restant crisisleening. „Dat dit
„zoo is, is een. gevolg van de destijds ge
volgde politiek van hetgeen uit de O. W.-
„belasting was verkregen, en feitelijk tot
„dekking der crisisschuld was bestemd, in
„de gewone middelen op te nemen. Een
„fout, die zich nu nog wreekt."
Zeker, het is waar, een bedrag van
J 220.000 is in de gewone middelen opge
nomen, onder voorwaarde dat het binnen en
kele jaren door diezelfde middelen moet
worden opgebracht.
Maar wat is daarvan de oorzaak geweest?
Zou dit middel, ik wees er zooeven op dat
er met Gedep. Staten een compromis was
gesloten, zou het niet mogelijk zijn geweest,
de salarisregeling van 1920 in dat jaar tot
uitvoering te brengen. Onder die 220.000
was f 120.000 voor dat doel. En dat dit be-
siiat is genomen, was niet de wil van „de
destijds gevolgde politiek", maar van den
Raadf En als Ik mij niet zeer vergis, werd
<fif kxwkrit met algemeene stemmen geno
men m de Raadsvergadering van 29 Octo
ber 1920
Aan den opzet er van maar bescheide
ner ben ik niet geheel vreemd. Niette?**- i
VOILE BLOUSES (MODEL CASAQUE) ?;A.5°5iad6#;:
ONDER JAPONNEN (Nieuwste kleuren)
IN SATINET EN ZIJDE TRICOT 8.75 3.90
SNOEZIGE ZOMERJAPONNEN inVoile
Crêpe en Mousseline 18.50, xz.75, 7.90
VILTEN REISHOEDJES 3 25, 2 QO
DIVERSE KLEUREN.
DAMES-MODEHUIS L'l
OPRUIMING MANTELS EH MAII1EL-C0STUUMS
PIANO'S
ORGELS
te huur voor korten of langen
termijn, ook met recht van
koop. Vraagt eens inlichtingen.
Tel. 288
staande ik persoonlijk hevig tegenstander
was van de regeling, heb ik het mijn plicht
geacht, toen de Raad eenmaal zijn wil had
te kennen gegeven, al het mogelijke te doen
het besluit tot uitvoering te brengen.
Maar ik heb sedert niet nagelaten steeds
weer aan tc toonen, dat de gevolgen van die
salarisregeling het onmogelijk maakten de
finantiën gezond te maken. Elk nieuw jaar
vroeg en vraagt f een steeds grooter
bedrag. Voor mij was dit de kwestie; er is
een politiek gevoerd, zuiver en alleen ten
bate van het personeel, met achterstelling
van alle overige belangen. Ik heb dit altijd
betreurd, niet omdat ik van meenihg ben, dat
de ambtenaar te veel verdient; ook niet, om
dat ik van de „markt" wil profileeren; maar
omdat de regeling zeif absoluut fout is, als
een gevolg hiervan, dot zij door-ondeskun-
digen is ontwerpen en niet de minste reke
ning houden met prestatie en verefsehte
kennis. Met veel minder lasten was een be
tere regeling mogelijk geweest, en ik meen
de stemming onder het personeel te goed te
kennen, om niet te durven zeggen, dat velen
het hiermede eens zijn. Trouwens niet alleen
het personeel, maar ook anderen. Hiertegen
heb ik strijd gevoerd, zonder succes; maai
verandering zal niet lang meer kunnen uit
blijven. Intusschen is veej schade gedaan
aan de ontwikkeling van de sociale gemeen
tepolitiek en dan heet men conservatief, als
de liefde daarvoor sterker is dan voor nivel
leering enz. Trouwens de meeningen veran
deren all
Intusschen was de wet van'30 December
1920, tot verruiming van het belastingge
bied afgekomen. Daarover heb ik in 1921
rapport uitgebracht, waarin ik het standpunt
heb ingenomen, dat er ruimte van beweging
moest blijven voor het geval de tijden eetfs
mochten veranderen. Ik schreef o. a. dit:
Zullen zoo mag worden gevraagd de
losten ook verminderen bij gewijzigde toe
standen en zoo dit niet het geval zal zijn,
zal de burgerij de draagkracht behouden, die
zij tot heden toonde te bezitten En in een
staatje toonde ik aan, hoe betrekkelijk klein
de draagkracht hier was, in vergelijking van
vele andere gemeenten.
Ch er die belastingen behoef ik hier niet
verder te spreken; zij werden behandeld in
verband met de begrooting van 1922, toen
een nieuwe wethouder de leiding van de
financiën op zich had genomen. Met diens
begrootingen voor 1922 en 1923 heb ik mij
niet kunnen vereenigen en ik zal straks na
gaan wie gelijk heeft gekregen.
Nu kan men zeggen, dat was ook niet noo-
dig, dat ik mij met die begrootingen kon Ver
eenigen. En dan antwoord ik daarop: vol
komen juist, mits mij dan ook maar geen ver
antwoordelijkheid op de schouders wordt ge
legd. Maar een meening mocht ik er toch
wel op nahouden en achteraf wil men mis
schien 4iog eens nagaan, wat er van waar
is geweest, toen ik bij het optreden van.
den heer Hofland heb gezegd, dat ik het
onjuist vond hem financiën op te dragen. Ik
vond dat onbillijk jegens hem. omdat zijn
politieke overtuiging en ziin optreden in den
Raad het hem onmogelijk zouden maken
wilde hij niet met zich zelf in strijd komen
financiën te beheeren. Wie onbevooroor
deeld de zaken sedert dien nagaat, zal dat
moeten toestemmen, naar ik meen. Was er
een andere werkverdeeling gekomen, het
zou anders zijn geloopen.
A. R. VEENSTRA.
Voor het verloop van deze geheele zaak
verwijs ik naar blz. 20 van de gedrukte verza
meling 8 van 1923.
- m
Londensche Brieven.
Van onzen Londcnschcn Correspondent.
Nog eens de draadloozc. Omroep
programma's. de zang van den nach
tegaal cn van anderen. Draadloos
eten. De primeur van Scheveningcn.
De „British Broadcasting Company", welke
zorgt voor de verspreiding der draadloozc ver
zetjes en vermakelijkheden ten behoeve van de
milliocn bezitters von draadlooze ontvangtoe
stellen, krijgt wel eens het verwijt te hooren,
dat de progromma's welke ze uitzendt, do ont
vangers niet bevredigen. Het moet ols een on
mogelijke taak worden beschouwd een gehoor
van een milliocn koppen volledig cn voortdurend
tc boeien. Het milliocn vertegenwoordigt even
veel stemmingen, opvattingen en smoken. En
het is een erkend moeilijke zaak het iedereen
noor don zin te maken. Men zal het beste ten
naastebij een massa kunnen behagen door de
neutraliteit nauwgezet tc dienen, door nadruk
kelijk alles uit de programma's te weren dot
sterk van kleur is of dat niet middelmatig kan
worden geacht. Indien men dot niet doet, dan
zal er opeens een groep hoorders opstaan, die
bezwaar maakt tegen „de kleur" of tegen iets
buitenmiddclmatigs, dat niet in overeenstemming
Js met hun beginselen of met hun smaak Het
onafwendbare gevolg van een program, dat alle
smaken wil bevredigen, is dot het monotoo^ en
vervelend wordt. Gewone, pretentielooze, melo
dieuze muziek heeft een goede kans bij een mil
liocn in den smaak te vallen. Een onderhoudend
verhaaltje voor kinderen, dal een aardige strek
king heeft cn dot controversiecle zaken mijdt, zal
licht alle kinderen onder het millioen (en wie
weet ook een groot deel van hun ouders) kun
nen bekoren. Zang dat slechts een vorm ven
muziek is zou ook een goeden gooi kunnen
doen naar algemeene goedkeuring, indien de
zangstem er door de telephoncn niet soms 7.00
„bekaaid" afkwam. Maar indien het milliocn
iodcrcn avond zijn muziek, zijn verhaaltjes en
zijn zong hoort cn niet veel meer dan zei
het op den duur zijn belangstelling in het draad
looze vermaak verliezen.
Het is duidelijk, dat de taak van de „Broad
casting Company" dus geen lichte is. Ze is bc~
gecrig tooneclstukken van erkende kwaliteit en
opera's van algemeen aanvaarde schoonheid
door te geven aan haar toehoorders. Maar tco-
ncel- en opera-ondernemers helpen niet mee. Zij
zeggen misschien terecht dat het versprei
den per draadlooze van hun opvoeringen, of
zelfs maar fragmenten ervan, schadelijk is voor
hun ondernemingen, daar het de menschen vat
hun huizen weg houdt, indien zij de crème er
van kunnen genieten in de luie stoelen van lutn
woonkamers.
En indien men er al toestemming voor geeft,
kost het heel veel geld dear, componisten en
schrijvers, tooneelllsten en zangen; schadeloos
gesteld moeten worden, indien hun arbeid wordt
gereproduceerd voor een milliocn menschen.
Opvoeringsrecht en „copyright" zijn uiteroord
ook een factor van financieclo boteekonis indien
het omroepstation zijn luisteraars wil verblijden
met een goed werk van beroemde schrijvers cn
schrijfsters, met verholen of voordrachten, die
door populaire nrtisten zijn vervaardigd. In het
algemeen moeten dingen vnn dezen aard als
zijnde te duur worden uitgeschakeld.
Mijn lezers hebben ongetwijfeld gehoord, dat
de „British Broadcasting Company" onlangs
heeft beproefd bet zingen van den nachtegaal op
te vangen, een poging, die met eenig succes
werd bekroond, hoewel een ieder, die in zijn
leven wel eens het voorrecht heeft gesmaakt den
nachtegoal te hooren in de welhaast heilige stilte
van een lenteavond aan een boschknnt, moet
hebben gerild bij het idee, dat dit breekbare ge
luid blootgesteld werd aan do invloeden vnn
Londenschen rookcn electro-mechanische
vooitplontingsmiddelcn. De phontosie zal hier de
luisteraars tegen schrijnende teleurstelling heb
ben moeten beschermen.
Maar ik haal het geval aan als voorbeeld van
wat de Broadcnsting"-maatschappij al niet be
proeft om afwisseling tc brengen in haar pro
gramma's.
Een van de dankbaarste punten van een om-
roepprogram is een redevoering van een be
roemd man over een onderwerp, dat in het mid
den der openbare belangstelling staat, of welke
een octueele gebeurtenis illustreert. Toen de Ko
ning van Italië hier was, werd hij zooals te
doen gebruikelijk is bij den opper-burge-
mcester van Londen in diens ambtswoning,
„Mansion House", op het eten gevraagd. Het
geluid, dat het eten vergezelde (cetmuziek, trom
petten, welke de redevoeringen inleidden, de
woorden van den „toastmaster", die de tafel
redes aankondigde en de speeches zelf met en
benevens het handgeklap, de „toejuichingen" en
de „hilariteit", waarmede ze werden begroet,
werd draadloos aan het publiek doorgegeven.
Wie toeluisterde kon zich temidden van het
feest wanen, omdat al het geluid suggestief ge
noeg was om de omgeving cn desnoods den
smaak der gerechten er bij te denken Boven
dien genoot men de faveur den Koning van Italië
met eigen majesteitelijke slem te hooren gewo
gen von de banden van vriendschap en de ge
meenschappelijke belangen, welke Italië en Brit-
tannië innig samenbonden. In zulke gevallen is
een ontvangtoestel een zegen en voldoet het
aan die behoefte, waaraan zooveel nieuws pre
tendeert tc voldoen. Maar aangezien de Koning
van Itolië slechts zeer en zeer sporadisch hier
komt en aangezien Ramsay Macdonald of Bald
win of Birkenland of generaal Smuts slechts zel
den in de gelegenheid of bereid zijn woorden van
wijsheid en schoonheid tot een microphoon te
spreken, kan een omroepprogram ook slechts
zelden met zulke aantrekkelijkheden worden
opgeluisterd.
En bij gebrek aan geluid van de mensch-
gemeenschap, dat waard is te worden „omge
roepen" zoekt de maatschappij het bij de voge
len der luchten en bij de dieren des velds voor
zoover ze bereikbaar zijn in het Londensche Ar-
tis. Afwisseling moet er zijn, tot eiken prijs.
Daarom gaan de ingenieurs (de ingenieuse man
nen hebben volledige aanspraak op den titel)
in het begin van de volgende maand in den
dierentuin proeven nemen voor het draadloos
verspreiden van de geluiden en de opmerkingen
van de daar aanwezige fuuno. Het voornemen is
de volgende artisten tc cngagceren zcc-oicnd
(solo)lachende jakhalzen (kwartet)zeeleeuw
(solo cn plons)olifant (trompet)hyena (hans-
worstcrij)vogelenhuis (symphonieconcert)pa
pagaaien (mnssn-schreeuw).
Een verplaatsbaar toestel, dat dc geluiden
moet opvangen cn dut do ronde longs do kooien
cn hokken zul doen, zal door middel van zijn
microphoncn de onsohotbnrc klonken oppikken,
welke de vogels en dc dieren aan den ether wil
len prijsgeven. En wie in zijn vredige woning
zich niet ontzien heeft een „luidspreker" op te
richten, zal bij buren cn bezoekers den indruk
kunnen wekken, dat hij zich een wel voorziene
menagerie heeft aangeschaft.
Men kan dus den Britschen „Broadcasters''
vindingrijkheid en zin voor bevrediging van hun
klanten niet ontzeggen. Ook dc organisatie van
dit nieuwe vermaak is hier in Engeland voor
treffelijk. De Britten zelf zeggen dat hun in
richting als model knn dienen voor de garvsche
wereld. En wiè wat heeft gehoord van den toe
stond in eenige andero landen, zal geneigd zijn
hun eigen roem in dit geval te onderschrijven.
In Amerika, waar de rage het eerst begon, heeft
men veel te veel verzendstntions, zoodot dc posi
tie er, von het draadlooze standpunt (dat is
dunkt me het der nier c 1 i-stondpunt) be
schouwd chaotisch is. Daar hebben b.v. de
groote warenhuizen hun eigen verzendstations,
waarmede ze de luisteraars vervelen door hun
brallende aanprijzingen van de goederen in hun
winkels. Brittnnnië heeft thans acht groote om-
roepstations en vier stations voor doorzending
vnn programma's. Die stations werken samen on
der de leiding van die cene genoemde maat
schappij, welke 1500 menschen in haar dienst
heeft. Frankrijk heeft verscheidene omroepsta-
tions, welke onafhankelijk von elkoor werken.
En in Duitschlond is nog niet veel voortgong ge
mankt. De positie in ons eigen land ken ik niet.
Wel heb ik er op mijn laatste bezoek vele an
tennes gezien. Moor het geeft me altijd voldoe
ning te weten, dat de eerste bezittere van draad
looze ontvangtoestellen in Engeland indertijd
htm eerste program ontvingen uit Scheveningcn.
En dat vertel ik telkens aan eiken Engclschmnn,
die tc prut gaat op de ontwikkeling der draad
loozc in zijn lond cn op de voortvarendheid von
zijn tschnischc menschen.
De invloeden zijn uiteraard niet letterlijk
bedoeld.
DUITSCHLAND.
UIT DEN RIJKSDAG.
B e r 1 ij n, 2 6 Juni. (N. T. A. Draadloos).
De Rijksdag heeft een voorstel van do centrale
commissie oongenomen, volgens hetwelk de
door de regeering voor do verhooging der amb
tenaarssalarissen vastgestelde som alleen voor
do lagergeplaotstcn zal worden gebruikt, maar
do bijslogen voor olie groopen zullen worden
verhoogd.
De soc.-dem. fi actie diende een interpellatie
in, behelzende, of de rijksregccring nog voor
1 September de opneming von Duitschlond in
den Volkenbond wil voorstellen.
DE ONDERHANDELINGEN MET DE
MICUM.
Frankrijk wijst directe onder
handelingen tusschcn de rc-
gecringen of.
Berlijn, 26 Juni. (N. T. A. Draadloos.)
Dc Franschc regcering heeft aon de Duitsche
medegedeeld, dat zij niet kon tegemoetkomen
aan den wcnsch om de onderhandelingen
inzake de verdragen met de Micum te doen
voeren door de beide regeeringen en dnt de
tot dusver gevolgde wijze van onderhandelin
gen moet gehnndhonfd blijven.
Uit Berlijn wordt d.d. gisteren aun 't Hbl.
bericht
De belangstelling is hier heden geconcen
treerd op de groote teleurstelling en ontstem
ming, niet alleen van de regeering, moor ook
van alle politieke partijen over de weigering
van minister Herriot om in te gaan op het
Duitsche voorstel om over de Micum-verdra-
gen von regeering tot regeering tc onderhon-
delen. Men mog wel veronderstellen, dat
voorloopig althans daardoor een groote stop
terug is gedaan.
Vooral de Duitsche Volkspartij, en natuur
lijk in de eerste plaats haar rechtervleugel, is
hoogelijk verontwaardigd. Vele leden waren
heden althans von meening, dat ze door deze
nieuwe weigering gedwongen-worden tegen het
geheele complex der deskundigen-rapporten te
stemmen.
Die Zeit, het orgaan van minister Slrese-
mann, meent, dat deze houding van Frankrijk
alleen te verklaren is uit de omstandigheid, dat
men in Parijs gelooft de ondertcekening der
rapporten reeds in den zak te hebben. Giste
ren wees het blad er al op, dat men in deze in
het buitenland te optimistisch is. Thans ver
langt het van Engeland, dot dit bij Frankrijk
stappen zal doen, in overeenstemming met de
vroegere Engelsche opvatting, dat dc Micum-
overeenkomsten onhoudbaar zijn.
En ook meent de Zeit, dat bij de besprekin
gen tusschcn de vertegenwoordigers der Duit
sche industrie en de Micum getracht moet wor
den een lange reeks van matigingen door te
zetten. De sponning in politieke kringen is
door een en onder natuurlijk zeer groot ge
worden.
In verband hiermede moet ook nog worden
meegedeeld, dat de Rijksdagfractie der Duitsch-
Nationole Volkspartij opnieuw slappen gedaan
heeft, gericht tegen de ondertcekening der
rapporten. Ze heeft namelijk een brief gepubli
ceerd, waorin ze vertelt, dat de te verwachten
beslissing der regeering inzake de militaire
controle bij haar partij op een sterke oppositie
zal stuiten, dat ze heden in de commissie voor
buitenlandsche zaken haar standpunt niet vol
doende tot uiting heeft kunnen brengen en dat
ze daarom den rijkskanselier verzoekt haar ver
tegenwoordigers in bijzijn van minister Stre-