KINDERRUBRIEK
xxxxxxxxx
x
De rubriek van Oom Karet.
Repetitie, dat woord klinkt me uit al jullie
briefjes tegen, het lijkt wel een besmettelijke
ziekte, die al mijn neven en nichten aangetast
heeft. Alleen de allerjongsten zijn er vrij van
gebleven.
Ik benijd jullie niet, dat je nu moet blokken
cn zwoegen, juist met dit prachtige weer, nu
alles jullie naar buiten lokt; nu je zoo heerlijk
kunt zwemmen en fietstochten maken, wandelen
en picniccen.
Denk er nu maar aan, hoe heerlijk het zal
zijn, als je moeite beloond is, en je in het rustig
en zeker bezit bent van een goed rapport, met
het prettige gevoel het nieuwe schooljaar aan te
vangen in een hoogere klasse, met al je goede
vrienden of je liefste vriendinnen weer om je
heen.
Helaas zal ook wel een enkele van m'n talrijke
neven en nichten blijven zitten, en liet school
jaar nog eens over moeten maken. Wijt dat nu
niet aan die nare school, die lamme lessen of
aan den onderwijzer, die je denkt dat hij een pik
op je heeft, maar denk er eens even over na
of je niet zelf de oorzaak kunt zijn, en of je,
door wat meer je best te doen en beter op te
letten, niet gemakkelijk met de anderen mee zou
kunnen komen.
En dan komt de heerlijke vacantie, nu al krijg
ik verhalen, waar jullie heen zult gaan, sommi
gen naar de zee, waar je zoo heerlijk vrij kunt
spelen, waar je kunt baden en in de duinen wan
delen, of naar de bosscheen, waar je ook zoo
veel pret kunt maken als je maar wilt. Enkelen
zullen thuis blijven en zich misschien te kort
gedaan voelen, want dan denk je, dat anderen
wel uit gaan en allerlei bijzondere dingen bele
ven, en dat je zelf altijd maar thuis moet zijn,
en je voelt je of je alleen in Amersfoort bent
achtergebleven. Maar we wonen in zoo'n prach
tige streek, dat je je heusch niet achteruitgezet
behoeft te voelen, ik wil wedden, dat er hier
nog heel wat te zien is, dat je nog niet kent, als
je de goede plekjes maar weet te vinden.
Maar één ding hoop ik maar, dat je de kin
derrubriek niet zult vergeten, ai zal je wel eens
een weekje moeten overslaan, anders moet Oom
Karei met dat warme weer de heele rubriek op
zijn eentje volschrijven. En dat kun je toch niet
van hem vergen.
De poot van Jan's houten paardje is stuk,
j Jan zit er soms hard om te huilen,
Daarheen rept ziclt dokter dwerg nu gezwind.
En spoedt zich dan weg op zijn muilen".
De dwergjes doen 't werk in 't holst van den
nacht.
Zij zullen de mcnschen niet hinderen.
O, als ik die goeie dwergjes eens zag.
Ik zou zc bedanken, hoor kinderen!
NIEUWE RAADSELS.
(t Mijn geheel bestaat uit dertien letters eo
iÉl* woorden.
P 10 is een viervoetig dier.
I, 3, 13 is een viervoetig dier, dat niet veel
meer voorkomt en wel eens loos genoemd
wordt.
Een 4, 8, 9, 10 doet men graag
Een 5, 9, 6, 4 is een ander woord voor beest.
Een 7, 8, 10 gebruikt iedere huisvrouw.
II, 12 komen voor in proeven en kunstjes
(Ingez. door l'-
II. Kruisraadsel.
X
X
X
X
X
X
X
le rij is de. negende van zijn klas.
2e rij is een verkorte meisjesnaam met een A.
3e rij wordt uitgedronken.
4e rij is een soort kiek.
5e rij is het gevraagde woord, onmisbaar op
School.
6e rij is eén maand.
7e rij wordt bebouwd.
8e rij is ontzettend groot.
9e rij is de achtiende van zijn i.ias.
(Ingez. door Pinksterbloem).
III. Ik ben een stad ui Zuid-Holland. Snijdt
men mij den staart af, dan ben ik een kostbaar
metaal.
(Ingez. door Driehoek).
OPLOSSING RAADSELS VAN VORfGEN
KEER.
I. Australië met A, uur, Assen, marters, scha
ren, kolen, eik en e.
II. Receptenhoekje met de woorden: teen,
oehoe, pek, Jet, cent, rok
III. BcrkeL
Uiige.
Maas.
Eem.
Theo Bender is deze week de gelukkige prijs-
v/inner, het bock kan hij Alaandag op ons
Bureau halen.
VRAAGSTUKKEN
1. Amsterdam begint met een A en eindigt
met een E. hoe kan dat?
2. Van boven rond, van onder plat,
van binnen een gat, wat is dat?
3. Wie is vlugger dan een vlieg?
(Ingezonden door Begonia).
4 Als je vader voor je tante Neel loopt, vor
men zij samen iets dat van hout is, Wat is dat?
(Ingezonden door Voetbal).
SNAAKSCHE GEZEGDEN.
„Dat is de grootvader van de muizen'', zei
Egbert, en hij zag een olifant.
„Dat is een ander soort kreeften", zei de boer,
en hij bracht kikvorschen op de markt.
„Beter laat dan nooit," zei de koster, en hij
kwam in de kerk, toen ze uitging.
„Alles met maat", zei de kleermaker, en hij
gaf zijn vrouw met den elstok.
(Ingezonden door Driehoek).
VE VLIJTIGE DWERGJES
door Annie v. d. W.
Als 's avonds he* maantje weer elder schijnt,
Dan komen de dwergjes gekropen
Uit holen en gaatjes, met lufjes heel klem.
Men vindt ze er waarlijk L»|i hoopen.
Baas Jansen, de timmerman, is nu ziek,
Die kan dus zijn werk niet verrichten.
Dat werk doen nu enkele dwergjes heel vlug,
Maar heusch niet met booze gezichten.
DE BEDRIEGER BEDROGEN.
's Avonds kwam een berenleider
Met z'n bruintje bij een boer
Vroeg: „Hebt u voor mij een slaapplaats,
En voor bruin, den beer, wat voer?"
Ja, voor jou, dat zal wel lukken,
Sprak de boer, maar voor je maat
Heb ik nu geen enkel hokje
En het is ook wel wat laat.
Doch ik weet wat; 't vette varken
Dat naar den slager wordt gebracht
Kan wel in de schuur logeeren
't Is ook maar voor eenen nacht.
Sluit je beer maar in dat hok op
In mijn huis wil ik hem niet,
Want ik vind, dat 't lieve beestje
Wel een weinig grimmig zier
Weldra gingen allen slapen
Doch een dief. op spek belust,
Wilde 't vette varken stelen
Sloop, van geen gevaar bewust,
Heel voorzichtig in het hokje
Pakte bruintje bij zijn oor,
Doch voor zulke hart-lijkheden.
Dankte beeroom vricndlijk, hoor»
Met z'n dikke ruige pooten
Pakte hij den roover beet
En geen denken aan ontkomen
Wat voor moeite hij ook deed.
Weldra ging de man aan 't schreeuwei.
Luider dan een varken kan
Was er niet gauw hulp verschenen.
Opgegeten was de man
\VeI nog liet dc boer hem loopen.
Maar hij kwam niet spoedig weer
Om een varkentje te stelen,
Lang nog dacht hij aan dien beert
TANTE RIEK
RECEPTENHOEKJE.
(Redactrice l.ckkerbckjc).
Vanille crème.
1 L. room of melk, stokje vanille, 4 eieren,
100 gr suiker, 50 gr. mnizena.
Bereiding. De room koken met de suiker en
de vanille; dc dun aangemengde maizena toe
voegen en deze massa al roerende nog even ko
ken. De eierdooiers flink kloppen, met dc ge
kookte massa vermengen en al roerende nog
even laten doorkoken.
Hernhutter».
125 gr. bloem. 125 gr. boter, 80 gr. suiker,
70 gr. krenten, 20 gr. gemalen zoete amandelen.
Bereiding: De boter tot room roeren; de sui
ker, de bloem, dc gewasschen krenten en de
amandelen toevoegen, steeds roerende. Balletjes
van het deeg maken, ze op een bakblik plaatsen
cn bij matige hitte in de oven bakken.
VOOR DE OUDEREN.
Wist jc dat.
De gemiddelde leeftijd van een oester 10
jaar is?
Italië per jaar ongeveer 5.400.000.000 Liter
wijn produceert?
Het graphiet. waarvan potlooden gemankt
worden, afkomstig is uit Ceylon en Mexico?
Olifanten bang zijn voor muizen?
In Amerika op dc scholen onderwijs wordt
gegeven in mondverzorging?
,fn Engelsch-Indië 12 rivieren door de inboor
lingen voor heilig worden gehouden?
De gemiddelde, omloop van een geldstuk 25
jaar is?
In Australië een der spoorwegen over een af
stand van 300 mijl in lijnrechte richting loopt,
ronder de minste of geringste kromming?
(Ingezonden door Doffer).
j To«n hij er hijgend, proestend cn snuivend
j uit hobbelde, kantelde dc bnk om en stroom
de de verf ovor hein hecnf zoodot hij nu hce-
lemool wit zog en er geen bruin plekje meer
aan zijn lichaam to bekennen was.
j Mijnheer Mcnsch stond te schudden van het
lachen, 't Was ook zoo'n potsierlijk gezicht I
Teddy Beer lachte echter niet. Druipnat cn
1 over zijn gcheclo lichaam rillend, moest hij nu
weer op de s'-hutting klimmen cn er aan den
anderen kant afspringen. Maar al ontkwam
hij ook aan de straf, die mijnheer Mcnsch hem
toegedacht hod zijn verdiende loon ontging
hij loch niet
Natuurlijk durfde hij zooals hij er nu uit
zog niet naar huis gaan. Vader en Moeder
zouden hem dadelijk vragen, waar hij gezeten
cn wat hij uitgevoerd hod. Hij ging daarom
eerst naar de beek om do witte verf af te wns-
schen, zoodat hij weer een mooi, bruin beertje
zijn zou.
Toen hij do beek bereikt had, stopte hij in
het water. Moor hoe hij ook plaste, langs den
kant schuurde, telkens opnieuw onder dook en
zich uitschudde, de witte verf wilde er niet afl
Het was namelijk een bijzondere soort.
Dien geheelon dog, den nacht en nog een dag
en een nacht liep hij doelloos door het bosch to
zwerven. Nu pas besefto hij, hoo veilig hij in
zijn bruine vocht geweest was, want nu werd
hij verscheiden keerep door zijn vijanden, dio
hem al in de verte onderscheiden konden, aan
gevallen cn het scheelde telkens mnar heel wei
nig, of hij schoot er het leven bij in.
Och, och, wot wos hij vroeger toch gelukkig
geweest bij Vader en Moeder, Bcri en Ruigvel.
En wat wos hij nu ongelukkig in zijn witte
vachtl
Langzamerhand werd het hem duidelijk, dat
hij zijn mooie bosch, waar hij zoo'n onbezorgde
jeugd had doorgebracht, verlaten moest. Hij
was er nu niet veilig meer.
Steeds verder en verder liep hij, totdot hij
eindelijk kwam in streken, die altijd wit zijn
von sneeuw en ijs. Daar stok de kleur van zijn
vacht niet meer of tegen de omgeving en daar
zijn hij en zijn nakomelingen blijven wonen.
Zoo komt het, dot do Ijsberen, zóoals de
menschen hen noemen, in het Hooge Noorden
moeten wonen.
Prachtig.
Klein juf je, mal nufje,
mijn oogen doen pijn
zeg, zou dat alleen van
het zonnetje zijn
Be zie wat fel roods en
ik kijk gauw op zij
juist komt er een aardig,
lief groepje voorbij.
Braaf zusje, dat zorgzaam
op broer en zus past I
hoe moederlijk houdt zij
den kleinen vent vast.
Zij staren en kijken
met oogen zoo groot
naar 't nufje en naar
't parasolletje rood.
Ze vinden het prachtig I
maar, kindertjes, hoor,
ik trek jullie simpele
kleertjes toch vóór I
HERMANHA.
Waarom de Ijsbeer altijd
in het Hooge Noorden moet
wonen.
Lang, heel lang geleden woonde de familie
Bruin midden in een groot bosch. Het gezin be
stond uit Vader en Moeder Bruin en de jeug
dige Bruintjes: Béri, Ruigvel en Teddy.
Zij woonden in het bosch, omdat hun bruine
vacht zoo goed overeenkwam met de kleur van
de stammen en tokken der boomen. Dit was
werkelijk van veel gewicht voor hen. want
aan den zoom van het bosch woonde mijnheer
Mcnsch, die een groot vijand van de familie
Bruin was. Maar omdat de Bruintjes zich zoo
goed tusschen de boomen van het woud ver
stoppen konden, was het hem tot nu toe nog
niet gelukt één van hen gevangen te nemen
of neer te schieten.
Op zekeren morgen vroegen de Bruintjes aan
hun vader, of ze eens een eindje met hun
drieën mochten wandelen.
„Ja," zei Vader Bruin, „dat mogen jullie,
moe* op één voorv;ootde en die is, dat je vooral
nie^ dicht bij hej huis van mijnheer Mensch
komt. Als jc het toch doel, zul je zwaar ge
straft worden."
„En denk er aan, dot jullie vóór het eten
terug zijn," voegde Moeder Bruin er aan toe.
„Wij zullen er voor zorgen, dat beloven wij
u zeiden de drie Bruintjes.
En zij begaven zich onder vrooJijk gezang
(jullie zoudt het misschien gebrom noemen) op
weg.
Na een tijdje zei Teddy, dc jongste van het
drietal
„Wat zou ik graag eens heel even willen
zien, in wat voor soort huis mijnheer Mensch
woont Kijken ellecn geeft natuurlijk niets."
„Maar we hebben Vader en Moeder beloofd,
dat we ru'et dicht bij zijn huis zouden komen,"
brachten zijn zusje en broertje hier tegen in.
„We hoeven cr ook niet dicht bij te komen,"
zei Teddy weer. „We kunnen er best op eeni-
gen afstand naar kijken. Ik ga er in elk geval
heen. Jullie kunt hier blijven wachten, als jo
te bang bent om mee te gaan. Maar den'k er
aan als je 't aan Vader of Moeder vertelt,
zal ik allen honing voor jullie neus weglikkenl"
De ondeugende cn eigenzinnige Teddy Bruin
liep nu in de richting van het huis, dat door
mijnheer Mensch bewoond werd. Na een tijdje
kwam hij voor een hooge schutting to staan,
die het huis aan alle kanten omgaf. En als hij
nu nog maar tevreden geweest en omgekeerd
was, zou het zonder ongelukken efgelooDen
zijn. Maar nu hij éénmaal zóó ver was, wilde
hij er meer van zien.
„Ik klim boven op de schutting," zei hij in
zichzelf en kijk, hoe het er aan den anderen
kant uitziet. Daarna ga ik weer terug."
Hij klom dus op de schutting en keek behoed
zaam om zich heep, of hij mijnheer Mensch
ook ontdekken kon en wat er al zoo in zijn tuin
stond. Hij zag echter niemand en het eenige
wat hij behalve groenten, aardappelen en
boomen bespeurde, was een bak met witte
verf en een kwast, waarmee mijnheer Mcnsch
bezig was te verven. Do bak stond vlak bij de
schutting.
Plotseling hoorde Teddy een geluid. Hij keek
op en zag. dat mijnheer Mcnsch naar
hem stond te kijken 1
Hij schrikte zóó geweldig, dot hij, vóór hij
wist, wat er eigenlijk gebeurde, van dc schut
ting tuimelde en in den bak met verf vieL
CORRESPONDENTIE.
J o p i e Slim. Was je zoo blij met je prijs,
ik hoop dat je het een aardig boek vindt, er
staan ook leuke plaatjes in. Je moet cr me maar
eens wat van vertellen, als je het uit hebt. Nu
zie je toch, dat je den moed niet moet opgeven,
de klavertjes van vier hebben je dus geluk ge
bracht, ik hoop dat ze het mij ook brengen,
dank je wel. Ga je werkelijk mee vliegen, daar
zul je me dan wel heel wat van te vertellen heb
ben. Maar al ga je niet de lucht in, dan is het
toch wel prachtig die machines eens van dichtbij
te zien.
Vlindertje. Ik zou geen raadseloom zijn,
als ik dat niet kon oplossen, linde natuurlijk.
Een raadseloom kan alle raadsels oplossen, ge
loof je dat wel. Gelukkig dat je weer beter bent,
ga maar weer flink aan het oplossen, vandaag.
V r a a g t e e k c n. Ik heb het drie keer voor
je gezegd, zóó roerend, dat mij de tranen in de
oogen schoten; je kunt er op rekenen, dat het
nu helpen zal. Het woord repetitie klinkt mij uit
alle brieven tegen, enfin, geen vacantie zonder
repetitie zou ik haast zeggen, en dan heb je
weer tijd om op je verhaal te komen. De ten
toonstelling heb ik niet gezien, was het interes
sant? Je raadsel komt wel aan de beurt, ik heb
nog voorraad.
Zwartkop. Ja, het is een schitterende zo
mer, we hebben nu eens niet te klagen. Is je
h'ets weer in orde, het is anders een hard gelag
voor je, al die fietsers te zien voorbijkomen cn
zelf niet te kunnen gaan. Dat verhaaltje is over
't algemeen heel aardig gevonden, ik zal er eens
meer zoo plaatsen.
Duifje. O, jou domme duifje, gelukkig dat
Muisje niet boos was. Ja, als je daar last van
hebt, is het beter niet te zwemmen, die gym
nastiek lijkt mij ook heel aardig, zijn Muisje en
Mignonette daar ook bij?
Muisje. Ja, ik had je al gemist, maar nu
begrijp ik het. Ik hoop dat al die repetities je
niet zullen weerhouden zoo nu en dan eens
mee te doen, duurt het nog lang? Mijn vacantie
moet nog komen, maar ik hoop de correspon
dentie dan toch nog tij te kunnen houden, de
krant moet toch blijven verschijnen, tenminste
als jullie me niet aüemaal in den steek laat in
Juli en Augustus.
Mignonette. Dat zai je wel eens moeilijk
vallen, niet met Muisje te praten; voor haar is
het niet lastig, ze zwijgt natuurlijk., als een
muisje. Pas maar op voor de verdenking van
spieken of spieren. Hoe noemen jullie het tegen
woordig?
Gymnast. Wat heerlijk voor je, naar zee te
gaan. Je moet weten, dat ik het liefste aan zee
ben, je zult er wel veel forten maken, dat is een
prachtig werk; en ze dan tot het laatste verde
digen als de vloed opkomt. Wat zal je bruin zijn
verbrand, als jc terugkomt. Er zal dan wel heel
wat te vertellen zijn, ik reken op een lang ver
haal.
Ton N e v e u. Geen huiswerk, dat is een on
bekende klank deze week. ik zal vannacht nog
droomen van jullie repetities, zooiets van dat
ik ze allemaal tegelijk opkrijg. En^ hoe knap ik
ook ben, ik vrees toch, dat Ik er°zonder voor
bereiding niet veel van terecht zou brengen.
Prachtig dat je je vrije tijd voor het opstel ge
bruikt hebt.
Sportman. Leuk. zoo'n speeltuin, hè.
Vroeger waren er meer. Was er geen draaimo
len. en een bakschommel? Daar hadden wij altijd
veel pleizicr in, het was net een schip, cn er
gingen heel wat kinderen in.
Spanrups Je mop is aardig verzonnen, ik
heb er deze week een plaatsje aan gegeven, het
raadsel komt later.
Daisy. Laat Moeder maar oppassen, het is
tegenwoordig zoo druk op den weg, met al die
auto's, er zijn haast geen stille wegen meer tv
vinden. Zijn cr wel meer van die fietstochten, of
is dat elk jaar maar éénmaal? Je groeten zal ik
aan tante Riek overbrengen.
T h è-ó B. Wat een mooi plaatje op je papic
Flink zoo, dat ik toch nog een opstel krijg, ik
reken cr op, hoor. Jij hebt de prijs gewonnen,
ben je blij.
Poesje. Dank voor je inzendingen, jij ben»
wel een van mijn ijverigste medewerkster». Ik
hoop dat de durf weer terugkomt, gek is dm
toch, dat je het dan ineens kwijt bent, als ju
het een paar dagen niet gedaan hebt.
Doffer. Daar heb jc gelijk in, dat het bij de
opstellenwedstrijd- veel meer aan je zelf ligi
een prijs tg, winnen; maar het is ook veel moei
lijker. De fandscls oplossen kan iedereen wel.
maar een goed opstel maken niet. Daarom doe*
het mij zoo'n genoegen, dat er zoo flink ge
werkt is cn ik er ondanks repetities, zooveel ge
kregen heb.
Goed zoo, dat jc net papier aan een kant be
schreef, dan hoef ik het later niet over te schrij
ven. Jc bent al een heele journalist. De uitslag
komt zoo gauw mogelijk in Juli.
H e i 1 i g ,B o o n t j e. Voor een prijs hoef je dc
vraagstukken niet te beantwoorden, die geef il;
alleen voor dc raadsels. Dat zal oen gebeurtenis
zijn, als je Zaterdag in Amicitia moet optreden,
maak je maar niet ongerust, het gaat altijd we!
goed, al is het eerst vreemd met al die mcn
schen.
Je mag je naam ook onder den brief zetten,
dat heb ik wel graag; het antwoord geef il<
altijd onder je schuilnaam, dus die er ook bij
zetten. Wat zal dat een schrik voor Dient je ge
weest zijn, durft zij nu weer op het vlot. Doe je
dat ook zoo graag, zwemmen.
Frits R. Dat jc dat woord niet kende, hei
is toch niet zoo óngewoon. Dat dacht ik wel,
dat daar niet veel visch zit; je zult er dus wel
niet veel meer visschen, dat is toch alleen maar
begonnen om wat te vangen.
K r o p p e r. Ik ben blij, dat je nu weer mee
doet, denk eens aan, dat al mijn neefjes en
nichtjes mij in den steek lieten, met het mooie
weer, wat zou er dan van dc kinderrubriek te
recht komen. Je raadsel zal ik eens plaatsen, jc
moet niet ongeduldig worden, want van kruis-
raadsels heb ik nog heel wat voorraad, en ik
kan er maar een per week plaatsen.
A n n i e v. d. W. Prachtig hoor Annle, ik ben
er echt blij om, dat de dokter zoo tevreden is.
Ben je gaan loopen, toen je je liet wegen, dat
zal een rare gewaarwording geweest zijn. Je
versje is heel aardig, ik heb het geplaatst, maak
er nog maar eens een.
Kwezeltje. Je mag nooit jokken, Kwe
zeltje, alleen van die kikvorschen geloof ik
graag. Ken je Beppie ook, die zoo graag naar
de zwaantjes keek, ik meen dat ze bij je in de
buurt woont, ze slaapt ook zoo slecht door die
kikvorscheen. Dank voor je bloemen, ik zal ze
in het imaginaire water zetten. Een moeilijk
woord voor je om uit te spreken.
Blondje. Natuurlijk, Blondje, het werk gaat
voor, ik zou niet graag willen, dat de rubriek
daar schade aan deed. Later hoor ik wel weer
meer van je.
Perpetuum Mobile. Ik was al blij weer
wat van je te hooren, al was 't maar kort. De
Fransche repetitie is nu weer achter den fug, is
het meegevallen? Ook tabeh.
A p p e b ol Al§ je brieven schrijven moeilijk
vindt, inoct je je juist veel oefenen. Geluk ge-
wenscht met je verjaardag, heb je prettig ge
speeld vandaag.
Freddy C. Doe maar flink je best op de
raadsels, nu waren ze alle drie goed. Ja, ik kan
de correspondentie niet al te uitgebreid maken,
anders heb ik geen ruimte meer voor iets an
ders.
J o Z. Wat een groote fietstocht was dat, ben
je toen ook in Zeist geweest? Wat is het daar
druk tusschen Doorn en Zeist, op Zondag, hè.
Perzik. Als Lucie jc niet hindert, moet je
me maar eens wat uitvoeriger schrijven.
Arnold v. D. Een van je grapjes heb ilc
geplaatst. Jammer dat je die kleine roofdieren
niet hebt kunnen vinden, er waren nog wel
twee oplossingen voor.
Waterlelie. Ik neem het je niets kwalijk,
heeft Moeder dc verrassing al? In Huisduinen
ben ik lang geleden wel eens geweest, het is een
heele reis naar de Helder, leuk dat je mee
mag. Wijk aan Zee is mooi, hè, 't ligt zoo aardig
en beschut tusschen dc duinen. Heb jc wel eens
naar IJmuiden gewandeld langs het strand, de
duinen zijn er prachtig. Misschien weet een van
de neefjes gn nichtjes wel een middel om slak
ken weg te krijgen, het is jammer dat ze alle
plantjes opeten. De briefjes moet ik uiterlijk
Woensdagmorgen hebben.
Bill. Niet moeilijk, des te beter
Lucie. Wat is dat, R. E. V. O., ik heb er
nooit van gehoord. Mooi hè, die rozen, er zijn
er zoo veel dit jaar.
Spinnetje. Je bent al vlug naar het meer
tje gegaan. Ik wist eerst niet, wat er voor plui
zigs uit je brief stak, het leek wel kapok of vee-
ren. Ik meen dat het wollegras heet, dat schijnt
altijd bij die hei-meertjes te groeien, achter de
Vuursche stond het er indertijd vol mee. Blondje
zal ik voor je bedanken.
Hen en K I a s 1 e n P. Doin, dat je de vorige
weck niet ingezonden hebt, maar je hebt het nu
weer goed gemaakt met je nieuwe raadsel, dank
je wel.
MOPPENHOEKJE.
De gebiedende wjjs.
Meester: „Jantje, zet de zin. ,,'t Paard staat
stil", eens in de gebiedende wijs."
Jantje: „Ho, peerd."
(Ingezonden door Poesje)
De gewaarschuwde Juitrouw.
Naar aanleiding van het grapje van de juf
frouw en de varkenspootjes, ingezonden door
Meizoentje, ontvang ik deze variatie:
Na zijn bezoek aan de slagerswinkel, stapt de
straatjongen, trots op zijn succes, een galante
riewinkel binnen, en vraagt daar:
„Juffrouw, hei je ook vouwbeenen?"
„Neen", zegt de juffrouw, die dc kinderrubriek
gelezen heeft.
„Hè, wat jammer," zegt de straatjongen, „ik
had ze zoo graag eens gezien."
(Ingezonden door Spanrups).
In de Zwemschool.
Gerrit is aan het zwemmen en Wim wil hera
met water gooien.
„Niet doen," roept Gerrit vol apgst, „anders
word ik zoo nat."
Gngezonden door Arnold v. D.)