KINDERRUBRIEK xxxxxxxxx x De rubriek van Oom Karet. Repetitie, dat woord klinkt me uit al jullie briefjes tegen, het lijkt wel een besmettelijke ziekte, die al mijn neven en nichten aangetast heeft. Alleen de allerjongsten zijn er vrij van gebleven. Ik benijd jullie niet, dat je nu moet blokken cn zwoegen, juist met dit prachtige weer, nu alles jullie naar buiten lokt; nu je zoo heerlijk kunt zwemmen en fietstochten maken, wandelen en picniccen. Denk er nu maar aan, hoe heerlijk het zal zijn, als je moeite beloond is, en je in het rustig en zeker bezit bent van een goed rapport, met het prettige gevoel het nieuwe schooljaar aan te vangen in een hoogere klasse, met al je goede vrienden of je liefste vriendinnen weer om je heen. Helaas zal ook wel een enkele van m'n talrijke neven en nichten blijven zitten, en liet school jaar nog eens over moeten maken. Wijt dat nu niet aan die nare school, die lamme lessen of aan den onderwijzer, die je denkt dat hij een pik op je heeft, maar denk er eens even over na of je niet zelf de oorzaak kunt zijn, en of je, door wat meer je best te doen en beter op te letten, niet gemakkelijk met de anderen mee zou kunnen komen. En dan komt de heerlijke vacantie, nu al krijg ik verhalen, waar jullie heen zult gaan, sommi gen naar de zee, waar je zoo heerlijk vrij kunt spelen, waar je kunt baden en in de duinen wan delen, of naar de bosscheen, waar je ook zoo veel pret kunt maken als je maar wilt. Enkelen zullen thuis blijven en zich misschien te kort gedaan voelen, want dan denk je, dat anderen wel uit gaan en allerlei bijzondere dingen bele ven, en dat je zelf altijd maar thuis moet zijn, en je voelt je of je alleen in Amersfoort bent achtergebleven. Maar we wonen in zoo'n prach tige streek, dat je je heusch niet achteruitgezet behoeft te voelen, ik wil wedden, dat er hier nog heel wat te zien is, dat je nog niet kent, als je de goede plekjes maar weet te vinden. Maar één ding hoop ik maar, dat je de kin derrubriek niet zult vergeten, ai zal je wel eens een weekje moeten overslaan, anders moet Oom Karei met dat warme weer de heele rubriek op zijn eentje volschrijven. En dat kun je toch niet van hem vergen. De poot van Jan's houten paardje is stuk, j Jan zit er soms hard om te huilen, Daarheen rept ziclt dokter dwerg nu gezwind. En spoedt zich dan weg op zijn muilen". De dwergjes doen 't werk in 't holst van den nacht. Zij zullen de mcnschen niet hinderen. O, als ik die goeie dwergjes eens zag. Ik zou zc bedanken, hoor kinderen! NIEUWE RAADSELS. (t Mijn geheel bestaat uit dertien letters eo iÉl* woorden. P 10 is een viervoetig dier. I, 3, 13 is een viervoetig dier, dat niet veel meer voorkomt en wel eens loos genoemd wordt. Een 4, 8, 9, 10 doet men graag Een 5, 9, 6, 4 is een ander woord voor beest. Een 7, 8, 10 gebruikt iedere huisvrouw. II, 12 komen voor in proeven en kunstjes (Ingez. door l'- II. Kruisraadsel. X X X X X X X le rij is de. negende van zijn klas. 2e rij is een verkorte meisjesnaam met een A. 3e rij wordt uitgedronken. 4e rij is een soort kiek. 5e rij is het gevraagde woord, onmisbaar op School. 6e rij is eén maand. 7e rij wordt bebouwd. 8e rij is ontzettend groot. 9e rij is de achtiende van zijn i.ias. (Ingez. door Pinksterbloem). III. Ik ben een stad ui Zuid-Holland. Snijdt men mij den staart af, dan ben ik een kostbaar metaal. (Ingez. door Driehoek). OPLOSSING RAADSELS VAN VORfGEN KEER. I. Australië met A, uur, Assen, marters, scha ren, kolen, eik en e. II. Receptenhoekje met de woorden: teen, oehoe, pek, Jet, cent, rok III. BcrkeL Uiige. Maas. Eem. Theo Bender is deze week de gelukkige prijs- v/inner, het bock kan hij Alaandag op ons Bureau halen. VRAAGSTUKKEN 1. Amsterdam begint met een A en eindigt met een E. hoe kan dat? 2. Van boven rond, van onder plat, van binnen een gat, wat is dat? 3. Wie is vlugger dan een vlieg? (Ingezonden door Begonia). 4 Als je vader voor je tante Neel loopt, vor men zij samen iets dat van hout is, Wat is dat? (Ingezonden door Voetbal). SNAAKSCHE GEZEGDEN. „Dat is de grootvader van de muizen'', zei Egbert, en hij zag een olifant. „Dat is een ander soort kreeften", zei de boer, en hij bracht kikvorschen op de markt. „Beter laat dan nooit," zei de koster, en hij kwam in de kerk, toen ze uitging. „Alles met maat", zei de kleermaker, en hij gaf zijn vrouw met den elstok. (Ingezonden door Driehoek). VE VLIJTIGE DWERGJES door Annie v. d. W. Als 's avonds he* maantje weer elder schijnt, Dan komen de dwergjes gekropen Uit holen en gaatjes, met lufjes heel klem. Men vindt ze er waarlijk L»|i hoopen. Baas Jansen, de timmerman, is nu ziek, Die kan dus zijn werk niet verrichten. Dat werk doen nu enkele dwergjes heel vlug, Maar heusch niet met booze gezichten. DE BEDRIEGER BEDROGEN. 's Avonds kwam een berenleider Met z'n bruintje bij een boer Vroeg: „Hebt u voor mij een slaapplaats, En voor bruin, den beer, wat voer?" Ja, voor jou, dat zal wel lukken, Sprak de boer, maar voor je maat Heb ik nu geen enkel hokje En het is ook wel wat laat. Doch ik weet wat; 't vette varken Dat naar den slager wordt gebracht Kan wel in de schuur logeeren 't Is ook maar voor eenen nacht. Sluit je beer maar in dat hok op In mijn huis wil ik hem niet, Want ik vind, dat 't lieve beestje Wel een weinig grimmig zier Weldra gingen allen slapen Doch een dief. op spek belust, Wilde 't vette varken stelen Sloop, van geen gevaar bewust, Heel voorzichtig in het hokje Pakte bruintje bij zijn oor, Doch voor zulke hart-lijkheden. Dankte beeroom vricndlijk, hoor» Met z'n dikke ruige pooten Pakte hij den roover beet En geen denken aan ontkomen Wat voor moeite hij ook deed. Weldra ging de man aan 't schreeuwei. Luider dan een varken kan Was er niet gauw hulp verschenen. Opgegeten was de man \VeI nog liet dc boer hem loopen. Maar hij kwam niet spoedig weer Om een varkentje te stelen, Lang nog dacht hij aan dien beert TANTE RIEK RECEPTENHOEKJE. (Redactrice l.ckkerbckjc). Vanille crème. 1 L. room of melk, stokje vanille, 4 eieren, 100 gr suiker, 50 gr. mnizena. Bereiding. De room koken met de suiker en de vanille; dc dun aangemengde maizena toe voegen en deze massa al roerende nog even ko ken. De eierdooiers flink kloppen, met dc ge kookte massa vermengen en al roerende nog even laten doorkoken. Hernhutter». 125 gr. bloem. 125 gr. boter, 80 gr. suiker, 70 gr. krenten, 20 gr. gemalen zoete amandelen. Bereiding: De boter tot room roeren; de sui ker, de bloem, dc gewasschen krenten en de amandelen toevoegen, steeds roerende. Balletjes van het deeg maken, ze op een bakblik plaatsen cn bij matige hitte in de oven bakken. VOOR DE OUDEREN. Wist jc dat. De gemiddelde leeftijd van een oester 10 jaar is? Italië per jaar ongeveer 5.400.000.000 Liter wijn produceert? Het graphiet. waarvan potlooden gemankt worden, afkomstig is uit Ceylon en Mexico? Olifanten bang zijn voor muizen? In Amerika op dc scholen onderwijs wordt gegeven in mondverzorging? ,fn Engelsch-Indië 12 rivieren door de inboor lingen voor heilig worden gehouden? De gemiddelde, omloop van een geldstuk 25 jaar is? In Australië een der spoorwegen over een af stand van 300 mijl in lijnrechte richting loopt, ronder de minste of geringste kromming? (Ingezonden door Doffer). j To«n hij er hijgend, proestend cn snuivend j uit hobbelde, kantelde dc bnk om en stroom de de verf ovor hein hecnf zoodot hij nu hce- lemool wit zog en er geen bruin plekje meer aan zijn lichaam to bekennen was. j Mijnheer Mcnsch stond te schudden van het lachen, 't Was ook zoo'n potsierlijk gezicht I Teddy Beer lachte echter niet. Druipnat cn 1 over zijn gcheclo lichaam rillend, moest hij nu weer op de s'-hutting klimmen cn er aan den anderen kant afspringen. Maar al ontkwam hij ook aan de straf, die mijnheer Mcnsch hem toegedacht hod zijn verdiende loon ontging hij loch niet Natuurlijk durfde hij zooals hij er nu uit zog niet naar huis gaan. Vader en Moeder zouden hem dadelijk vragen, waar hij gezeten cn wat hij uitgevoerd hod. Hij ging daarom eerst naar de beek om do witte verf af te wns- schen, zoodat hij weer een mooi, bruin beertje zijn zou. Toen hij do beek bereikt had, stopte hij in het water. Moor hoe hij ook plaste, langs den kant schuurde, telkens opnieuw onder dook en zich uitschudde, de witte verf wilde er niet afl Het was namelijk een bijzondere soort. Dien geheelon dog, den nacht en nog een dag en een nacht liep hij doelloos door het bosch to zwerven. Nu pas besefto hij, hoo veilig hij in zijn bruine vocht geweest was, want nu werd hij verscheiden keerep door zijn vijanden, dio hem al in de verte onderscheiden konden, aan gevallen cn het scheelde telkens mnar heel wei nig, of hij schoot er het leven bij in. Och, och, wot wos hij vroeger toch gelukkig geweest bij Vader en Moeder, Bcri en Ruigvel. En wat wos hij nu ongelukkig in zijn witte vachtl Langzamerhand werd het hem duidelijk, dat hij zijn mooie bosch, waar hij zoo'n onbezorgde jeugd had doorgebracht, verlaten moest. Hij was er nu niet veilig meer. Steeds verder en verder liep hij, totdot hij eindelijk kwam in streken, die altijd wit zijn von sneeuw en ijs. Daar stok de kleur van zijn vacht niet meer of tegen de omgeving en daar zijn hij en zijn nakomelingen blijven wonen. Zoo komt het, dot do Ijsberen, zóoals de menschen hen noemen, in het Hooge Noorden moeten wonen. Prachtig. Klein juf je, mal nufje, mijn oogen doen pijn zeg, zou dat alleen van het zonnetje zijn Be zie wat fel roods en ik kijk gauw op zij juist komt er een aardig, lief groepje voorbij. Braaf zusje, dat zorgzaam op broer en zus past I hoe moederlijk houdt zij den kleinen vent vast. Zij staren en kijken met oogen zoo groot naar 't nufje en naar 't parasolletje rood. Ze vinden het prachtig I maar, kindertjes, hoor, ik trek jullie simpele kleertjes toch vóór I HERMANHA. Waarom de Ijsbeer altijd in het Hooge Noorden moet wonen. Lang, heel lang geleden woonde de familie Bruin midden in een groot bosch. Het gezin be stond uit Vader en Moeder Bruin en de jeug dige Bruintjes: Béri, Ruigvel en Teddy. Zij woonden in het bosch, omdat hun bruine vacht zoo goed overeenkwam met de kleur van de stammen en tokken der boomen. Dit was werkelijk van veel gewicht voor hen. want aan den zoom van het bosch woonde mijnheer Mcnsch, die een groot vijand van de familie Bruin was. Maar omdat de Bruintjes zich zoo goed tusschen de boomen van het woud ver stoppen konden, was het hem tot nu toe nog niet gelukt één van hen gevangen te nemen of neer te schieten. Op zekeren morgen vroegen de Bruintjes aan hun vader, of ze eens een eindje met hun drieën mochten wandelen. „Ja," zei Vader Bruin, „dat mogen jullie, moe* op één voorv;ootde en die is, dat je vooral nie^ dicht bij hej huis van mijnheer Mensch komt. Als jc het toch doel, zul je zwaar ge straft worden." „En denk er aan, dot jullie vóór het eten terug zijn," voegde Moeder Bruin er aan toe. „Wij zullen er voor zorgen, dat beloven wij u zeiden de drie Bruintjes. En zij begaven zich onder vrooJijk gezang (jullie zoudt het misschien gebrom noemen) op weg. Na een tijdje zei Teddy, dc jongste van het drietal „Wat zou ik graag eens heel even willen zien, in wat voor soort huis mijnheer Mensch woont Kijken ellecn geeft natuurlijk niets." „Maar we hebben Vader en Moeder beloofd, dat we ru'et dicht bij zijn huis zouden komen," brachten zijn zusje en broertje hier tegen in. „We hoeven cr ook niet dicht bij te komen," zei Teddy weer. „We kunnen er best op eeni- gen afstand naar kijken. Ik ga er in elk geval heen. Jullie kunt hier blijven wachten, als jo te bang bent om mee te gaan. Maar den'k er aan als je 't aan Vader of Moeder vertelt, zal ik allen honing voor jullie neus weglikkenl" De ondeugende cn eigenzinnige Teddy Bruin liep nu in de richting van het huis, dat door mijnheer Mensch bewoond werd. Na een tijdje kwam hij voor een hooge schutting to staan, die het huis aan alle kanten omgaf. En als hij nu nog maar tevreden geweest en omgekeerd was, zou het zonder ongelukken efgelooDen zijn. Maar nu hij éénmaal zóó ver was, wilde hij er meer van zien. „Ik klim boven op de schutting," zei hij in zichzelf en kijk, hoe het er aan den anderen kant uitziet. Daarna ga ik weer terug." Hij klom dus op de schutting en keek behoed zaam om zich heep, of hij mijnheer Mensch ook ontdekken kon en wat er al zoo in zijn tuin stond. Hij zag echter niemand en het eenige wat hij behalve groenten, aardappelen en boomen bespeurde, was een bak met witte verf en een kwast, waarmee mijnheer Mcnsch bezig was te verven. Do bak stond vlak bij de schutting. Plotseling hoorde Teddy een geluid. Hij keek op en zag. dat mijnheer Mcnsch naar hem stond te kijken 1 Hij schrikte zóó geweldig, dot hij, vóór hij wist, wat er eigenlijk gebeurde, van dc schut ting tuimelde en in den bak met verf vieL CORRESPONDENTIE. J o p i e Slim. Was je zoo blij met je prijs, ik hoop dat je het een aardig boek vindt, er staan ook leuke plaatjes in. Je moet cr me maar eens wat van vertellen, als je het uit hebt. Nu zie je toch, dat je den moed niet moet opgeven, de klavertjes van vier hebben je dus geluk ge bracht, ik hoop dat ze het mij ook brengen, dank je wel. Ga je werkelijk mee vliegen, daar zul je me dan wel heel wat van te vertellen heb ben. Maar al ga je niet de lucht in, dan is het toch wel prachtig die machines eens van dichtbij te zien. Vlindertje. Ik zou geen raadseloom zijn, als ik dat niet kon oplossen, linde natuurlijk. Een raadseloom kan alle raadsels oplossen, ge loof je dat wel. Gelukkig dat je weer beter bent, ga maar weer flink aan het oplossen, vandaag. V r a a g t e e k c n. Ik heb het drie keer voor je gezegd, zóó roerend, dat mij de tranen in de oogen schoten; je kunt er op rekenen, dat het nu helpen zal. Het woord repetitie klinkt mij uit alle brieven tegen, enfin, geen vacantie zonder repetitie zou ik haast zeggen, en dan heb je weer tijd om op je verhaal te komen. De ten toonstelling heb ik niet gezien, was het interes sant? Je raadsel komt wel aan de beurt, ik heb nog voorraad. Zwartkop. Ja, het is een schitterende zo mer, we hebben nu eens niet te klagen. Is je h'ets weer in orde, het is anders een hard gelag voor je, al die fietsers te zien voorbijkomen cn zelf niet te kunnen gaan. Dat verhaaltje is over 't algemeen heel aardig gevonden, ik zal er eens meer zoo plaatsen. Duifje. O, jou domme duifje, gelukkig dat Muisje niet boos was. Ja, als je daar last van hebt, is het beter niet te zwemmen, die gym nastiek lijkt mij ook heel aardig, zijn Muisje en Mignonette daar ook bij? Muisje. Ja, ik had je al gemist, maar nu begrijp ik het. Ik hoop dat al die repetities je niet zullen weerhouden zoo nu en dan eens mee te doen, duurt het nog lang? Mijn vacantie moet nog komen, maar ik hoop de correspon dentie dan toch nog tij te kunnen houden, de krant moet toch blijven verschijnen, tenminste als jullie me niet aüemaal in den steek laat in Juli en Augustus. Mignonette. Dat zai je wel eens moeilijk vallen, niet met Muisje te praten; voor haar is het niet lastig, ze zwijgt natuurlijk., als een muisje. Pas maar op voor de verdenking van spieken of spieren. Hoe noemen jullie het tegen woordig? Gymnast. Wat heerlijk voor je, naar zee te gaan. Je moet weten, dat ik het liefste aan zee ben, je zult er wel veel forten maken, dat is een prachtig werk; en ze dan tot het laatste verde digen als de vloed opkomt. Wat zal je bruin zijn verbrand, als jc terugkomt. Er zal dan wel heel wat te vertellen zijn, ik reken op een lang ver haal. Ton N e v e u. Geen huiswerk, dat is een on bekende klank deze week. ik zal vannacht nog droomen van jullie repetities, zooiets van dat ik ze allemaal tegelijk opkrijg. En^ hoe knap ik ook ben, ik vrees toch, dat Ik er°zonder voor bereiding niet veel van terecht zou brengen. Prachtig dat je je vrije tijd voor het opstel ge bruikt hebt. Sportman. Leuk. zoo'n speeltuin, hè. Vroeger waren er meer. Was er geen draaimo len. en een bakschommel? Daar hadden wij altijd veel pleizicr in, het was net een schip, cn er gingen heel wat kinderen in. Spanrups Je mop is aardig verzonnen, ik heb er deze week een plaatsje aan gegeven, het raadsel komt later. Daisy. Laat Moeder maar oppassen, het is tegenwoordig zoo druk op den weg, met al die auto's, er zijn haast geen stille wegen meer tv vinden. Zijn cr wel meer van die fietstochten, of is dat elk jaar maar éénmaal? Je groeten zal ik aan tante Riek overbrengen. T h è-ó B. Wat een mooi plaatje op je papic Flink zoo, dat ik toch nog een opstel krijg, ik reken cr op, hoor. Jij hebt de prijs gewonnen, ben je blij. Poesje. Dank voor je inzendingen, jij ben» wel een van mijn ijverigste medewerkster». Ik hoop dat de durf weer terugkomt, gek is dm toch, dat je het dan ineens kwijt bent, als ju het een paar dagen niet gedaan hebt. Doffer. Daar heb jc gelijk in, dat het bij de opstellenwedstrijd- veel meer aan je zelf ligi een prijs tg, winnen; maar het is ook veel moei lijker. De fandscls oplossen kan iedereen wel. maar een goed opstel maken niet. Daarom doe* het mij zoo'n genoegen, dat er zoo flink ge werkt is cn ik er ondanks repetities, zooveel ge kregen heb. Goed zoo, dat jc net papier aan een kant be schreef, dan hoef ik het later niet over te schrij ven. Jc bent al een heele journalist. De uitslag komt zoo gauw mogelijk in Juli. H e i 1 i g ,B o o n t j e. Voor een prijs hoef je dc vraagstukken niet te beantwoorden, die geef il; alleen voor dc raadsels. Dat zal oen gebeurtenis zijn, als je Zaterdag in Amicitia moet optreden, maak je maar niet ongerust, het gaat altijd we! goed, al is het eerst vreemd met al die mcn schen. Je mag je naam ook onder den brief zetten, dat heb ik wel graag; het antwoord geef il< altijd onder je schuilnaam, dus die er ook bij zetten. Wat zal dat een schrik voor Dient je ge weest zijn, durft zij nu weer op het vlot. Doe je dat ook zoo graag, zwemmen. Frits R. Dat jc dat woord niet kende, hei is toch niet zoo óngewoon. Dat dacht ik wel, dat daar niet veel visch zit; je zult er dus wel niet veel meer visschen, dat is toch alleen maar begonnen om wat te vangen. K r o p p e r. Ik ben blij, dat je nu weer mee doet, denk eens aan, dat al mijn neefjes en nichtjes mij in den steek lieten, met het mooie weer, wat zou er dan van dc kinderrubriek te recht komen. Je raadsel zal ik eens plaatsen, jc moet niet ongeduldig worden, want van kruis- raadsels heb ik nog heel wat voorraad, en ik kan er maar een per week plaatsen. A n n i e v. d. W. Prachtig hoor Annle, ik ben er echt blij om, dat de dokter zoo tevreden is. Ben je gaan loopen, toen je je liet wegen, dat zal een rare gewaarwording geweest zijn. Je versje is heel aardig, ik heb het geplaatst, maak er nog maar eens een. Kwezeltje. Je mag nooit jokken, Kwe zeltje, alleen van die kikvorschen geloof ik graag. Ken je Beppie ook, die zoo graag naar de zwaantjes keek, ik meen dat ze bij je in de buurt woont, ze slaapt ook zoo slecht door die kikvorscheen. Dank voor je bloemen, ik zal ze in het imaginaire water zetten. Een moeilijk woord voor je om uit te spreken. Blondje. Natuurlijk, Blondje, het werk gaat voor, ik zou niet graag willen, dat de rubriek daar schade aan deed. Later hoor ik wel weer meer van je. Perpetuum Mobile. Ik was al blij weer wat van je te hooren, al was 't maar kort. De Fransche repetitie is nu weer achter den fug, is het meegevallen? Ook tabeh. A p p e b ol Al§ je brieven schrijven moeilijk vindt, inoct je je juist veel oefenen. Geluk ge- wenscht met je verjaardag, heb je prettig ge speeld vandaag. Freddy C. Doe maar flink je best op de raadsels, nu waren ze alle drie goed. Ja, ik kan de correspondentie niet al te uitgebreid maken, anders heb ik geen ruimte meer voor iets an ders. J o Z. Wat een groote fietstocht was dat, ben je toen ook in Zeist geweest? Wat is het daar druk tusschen Doorn en Zeist, op Zondag, hè. Perzik. Als Lucie jc niet hindert, moet je me maar eens wat uitvoeriger schrijven. Arnold v. D. Een van je grapjes heb ilc geplaatst. Jammer dat je die kleine roofdieren niet hebt kunnen vinden, er waren nog wel twee oplossingen voor. Waterlelie. Ik neem het je niets kwalijk, heeft Moeder dc verrassing al? In Huisduinen ben ik lang geleden wel eens geweest, het is een heele reis naar de Helder, leuk dat je mee mag. Wijk aan Zee is mooi, hè, 't ligt zoo aardig en beschut tusschen dc duinen. Heb jc wel eens naar IJmuiden gewandeld langs het strand, de duinen zijn er prachtig. Misschien weet een van de neefjes gn nichtjes wel een middel om slak ken weg te krijgen, het is jammer dat ze alle plantjes opeten. De briefjes moet ik uiterlijk Woensdagmorgen hebben. Bill. Niet moeilijk, des te beter Lucie. Wat is dat, R. E. V. O., ik heb er nooit van gehoord. Mooi hè, die rozen, er zijn er zoo veel dit jaar. Spinnetje. Je bent al vlug naar het meer tje gegaan. Ik wist eerst niet, wat er voor plui zigs uit je brief stak, het leek wel kapok of vee- ren. Ik meen dat het wollegras heet, dat schijnt altijd bij die hei-meertjes te groeien, achter de Vuursche stond het er indertijd vol mee. Blondje zal ik voor je bedanken. Hen en K I a s 1 e n P. Doin, dat je de vorige weck niet ingezonden hebt, maar je hebt het nu weer goed gemaakt met je nieuwe raadsel, dank je wel. MOPPENHOEKJE. De gebiedende wjjs. Meester: „Jantje, zet de zin. ,,'t Paard staat stil", eens in de gebiedende wijs." Jantje: „Ho, peerd." (Ingezonden door Poesje) De gewaarschuwde Juitrouw. Naar aanleiding van het grapje van de juf frouw en de varkenspootjes, ingezonden door Meizoentje, ontvang ik deze variatie: Na zijn bezoek aan de slagerswinkel, stapt de straatjongen, trots op zijn succes, een galante riewinkel binnen, en vraagt daar: „Juffrouw, hei je ook vouwbeenen?" „Neen", zegt de juffrouw, die dc kinderrubriek gelezen heeft. „Hè, wat jammer," zegt de straatjongen, „ik had ze zoo graag eens gezien." (Ingezonden door Spanrups). In de Zwemschool. Gerrit is aan het zwemmen en Wim wil hera met water gooien. „Niet doen," roept Gerrit vol apgst, „anders word ik zoo nat." Gngezonden door Arnold v. D.)

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1924 | | pagina 7