BINNENLAND.
door ze niet poffertjes vol te stoppen, zoo
dat het licht in zoo'n boxc tot oen minimum
werd beperkt, waardoor de jool aanmerke
lijk slee^. Tegenwoordig worden de poffers,
zooals het behoort, rustig geconsumeerd,
wat niet wegneemt dat in zoo'n kraam nog
een echt oudcrwetsche kermisstemming kan
heerschen.
In den regel is er in den tuin van de Doe
len een kermis in 't klein, met draaimolens,
tenten en alles wat er bij behoort; en op de
Veemarkt, vroeger het kermisterrein, staat
meestal nog een caroussel. Zoo blijft de
herinnering aan de kermis levendig in Rot
terdam, en kunnen de menschen, die een
dergelijk vermaak prefereeren boven een
dagje naar buiten, hun hart ophalen.
AAaar hun aantal wordt kleiner; en de
buitcnmenschen, die vroeger hier kermis
kwamen houden, gaan nu naar Gouda, of
een andere plaats waar de oude kermis in
volle glorie zich gehandhaafd heeft: de ver
edeling van volksvermaken is een moeilijke
taak, omdat men dikwijls van deze verede
ling weinig is gediend; de brooddronken
heid zit bij een deel van het volk zoo diep,
dat men er niet heelemaal bulten schijnt te
kunnen.
Ook in dit opzicht voltrekt zich de evolu
tie langzamer dan men zou wenschen.
Mode.
Een vrouw heeft altijd veel vast te houden
als /.ij wandelen gaat. In do eerste plaats
haar li&ndtasclijc, dut )>ij sommige dames
do afmetingen aanneemt van een knrubies of
een kleine, handkoffer! Die suitcases zijn wel
keurig netjes, maar ze staan zoo zakelijk.
Alle kantoormeisjes wandelen er mee, zoo-
als alle ministers niet een actotasch flanec-
ren! Ik denk daarom, dat hel gewone huis
moeders, dames die voor hun pret wande
len of voor een paar boodschappen, wel wel
kom zal wezen, dat, niettegenstaande de
nauwe jurken, de kokerrokken en de angst
vallig bewaarde slanke lijn, de zak toch weer
in eere wordt hersteld.
Oorspronkelijk was het niet meer dan een
sneedje in de rok, een heel smal gleufje,
waar een miniatuur zakdoek tusschen werd
gestoken. Allengs vergrootte dit wat en nu
zijn het er al twee geworden, een aan iecle-
ren kant van jumper of rok en zc zijn zóó
diep, dat een platte beurs, (dikke komen
tegenwoordig niet meer voor!) een opschrijf
boekje, een yale-hnissleutel en een spiegel
tje er bost naast de zakdoek in geborgen
kunnen worden.
In een lSngelsch tijdschrift las ik dezer
dagen hoe men zoo'n klein diep gleufzakje
mankt.
Neem een lapje voering of zij. wat het
beste past bij uw jumper; u kunt or zelf
eon maat voor uitkiezen dat hangt van uw
eigen lengte af, en van het klocdingstuk
waarvoor liet zakje dienen moet. Maar
c.M. breed en '20 c.M hoog is een goede ver
houding.
Hijg dit eventjes op den bovenkant \an uw
jumper, zóó, dat het midden juist valt op
de plaats waar het zakje moet zitten. Toe
ken de zak met een krijt af, en knip de
voering langs die lijn door. Oniboor nu dit
ingeknipte gedeelte te zumen met de juni
perstof en linnl de rijgdraad los. Nu steekt
liet zakje minr buiten Naiti de drie zijden
van de voering nan elkander vast. goed ste
vig en stop het zakje door de omboorde
gleuf naar binnen. U moet er op letten, dat
u de gleuf niet te breed knipt. Denk aan den
inslag; neem de snee van den zak dus iets
smaller dan het zakje zelf is. Maak met hel
omboron scherpe hoeken, dat geett do coupe
aan den zak!
En het zakje zelf is het ornament van
uw mantel of jumper.
Ook met de scurf of zijden das wordt nog
allerlei aardigs gedaan. Hetzij dat u bij een
witte jurk en ccii wit hoedje een paar van
die gekleurde lappon draagt of dat u het]
rling losweg om uw hals slingert, zóó, dat
beide uiteinden vóór over uw schouders han
gen. Ze geven jeugd, beweging en levendig
heid aan uw figuur en zij onderin.-ken het
wat eentonige wit.
Laatst zag ik een leuk meisje in een auto.
Ze had om haar wit vilten hoed den sluier
gelegd en deze schuin van voren onder haar
rechterwang met één gioote lus en twee lan
ge einden vastgeknoopt. Een practischc en
flattcerendc dracht. Ze zag er snoezig mee
uit en zou er geen last van hebben, dat haar
hals en haar te stoffig worden. Den volgen
don morgen kwam ik haar weer tegen; toen
droeg zij dezelfde s.iaal (ik herkende het aan
de mooie jade tint niet kleine oranje moes
jes!) met een driehoek om de schouders, op
een doodgewone wit cachemiren jurk. Eén
punt viel haar over den rug en was daar,
ongeveer tusschen de schouderbladen vast
gespeld; de andere uiteinden worden van
voren in een lossen knoop door een sierspeld
bijeengehouden. Nu had zo om den hoed een
heel smal geribd lint ook van groen met
oranje in verticale stroepen. T'iterst eenvou
dig dus en juist daardoor /.oo lief.
Trouwens: het moderne jonge meisje
kleedt zich meer dan gewoon dit jaar. Hoe
rechter, gladder en strakker hoe beter. Die
meisjes van achttien /.ij nu simpeler ge-
kleed dan haar zusjes van drie of vijf, want
die dragen strikjes, lintjes, kantjes en ru
ches, welke oor de ouderen contrabande
zijn.
liet meiske van 100U weken heeft niet au
tiers noodjg dan een slank, soepel, lang
lichaam, smalle schouders, toonbare armen,
géén heupen en géén kuilcnhals. Dan kan
zij alles dragen en zich klceden voor een
héul klein beetje gold!
Wat denkt u van een lila sponge-cloth
jurk nut oen rond uitgesneden hals, oen
mouwtje zoo kort als de Zeeuwen dragen,
omboord met een biesje crêpe de ehinc van
donker lila of licht paars? (ook r]e hals
'hiermee omboron) zet op de heupen waar
de nuk oen ietsje in is gehaald 2 Huw.
strikken met lange einden in dezelfde donker
nuance, draag daarbij een hoed met een
hec! broeden rond. overtrokken met lila
sponge clotji en opgemaakt met oen donke
ren strik en u ziet er uit om tc stelen.
Alleen. zit cr niet precies mee in de felle
zon! Want lila is een tr-êrc kleur, en ver
schiet dadelijk. Dan is meteen liet mooie er
af. Houd deze jurk dus maat voor netjes,
dan geef ik er u den volgenden keer een
paar. die tegen zon, wind en water kunnen.
De Staatscourant van gister bevat o.n. dc
volgende Koninklijke besluiten
cp verzoek eervol ontslagen de griffier bij
het kantongerecht tc Bolsward, Mr. R. Pollema;
erkend cn toegelaten nis consulair agent van
Frankrijk te Delfzijl, F. Troetel
bevorderd tot inspecteur 1. o. in dc inspectie
Ticl, J. den Hartog, thans schoolopziener in de
inspectie Rotterdam tot inspecteur 1. o. in de
inspectie Neuren, A Smit Jzn., thans school
opziener in de inspectie Rotterdam
ingetrokken het eervol ontslag van P, H. 0.
Brcdéo uls schoolopziener in dc inspectie Haar
lem en H I. de Bie, als schoolopziener in de
inspectie Eindhoven en overgeplaatst in de in
spectie Rotterdam
toegekend de bronzen ccremedaille der
Oranjc-Nassau orde aan D. Appels, concierge
bij de N.V, Gebr. Vcth's Hnndel-Mij. te Am
sterdam
benoemd tot adjunct-inspecteur van den ar
beid Ir G. H. J van der Sluys te Haarlem en
Ir. J. A Verhoeff te Amsterdam en respec
tievelijk werkzaam gesteld in het derde district
der arbeidsinspectie met standplaats Rotterdam
en in het tweede district der arbeidsinspectie
met standplaats Breda
op verzoek eervol ontslagen J. A. van Dam,
directeur van het post- en telegraafkantoor te
Hillegom
eervol ontheven van het tegenwoordig be
heer .1 W Bouwmeester, directeur van het post
en tolcgrnafkantoor tc- Weert, zullende hij door
den minister van Waterstaat lijdelijk mol an
dere werkzaamheden worden belast
benoemd tot directeur van het postkantoor
te Rotterdam G. M. Busman, thans id. to Lei
den tot directeur van het post- en telegraaf
kantoor te Zolt-Bommel, M. F. Schram de Jong,
thans idem to Geldermalson tot idem to. Doorn
G M. A. J. Smit, thans id te Leidschendom
tot id. to Tie!, A. Vcenhovon, thans id. to Box
meer tot id. te Steenbergen, 1W. L. M. de
Winter, thans hoofdcommies der posterijen cn
telegrafie.
HOT KONINKLIJK BEZOEK AAN ZEELAND
Dc tocht door Zccuwsch-VInunderen.
Tc ongeveer twee uur kwamen dc hooge
gasten te Breskens aan wal. Op den steiger
werd dc Koninklijke Familie opgewacht door
den burgemeester vun Breskens en de roodhe
den. Nadat de burgemeester aan H.M. was
voorgesteld, zong een zangkoor begeleid door
een fanfarecorps een lied, cn nadat de Konin
gin to Breskens nog was aungeboden oen exem
plaar van 't werk: „kh t landje énn Cadzand", be
gon de autotocht door Westelijk Zéeuwsch-Vlaan
tieren, welke tocht oei de langs Schbondiikc,
Oostburg en Aardenburg. In elk dezer plaatsen
verbleef de Koninklijke familie enkele minu
ten, zonder de auto te verlaten. Van Aarden
burg werd gereden naar Sluis. Even voordat
deze ploots bereikt werd, stopte de Koninklijke
auto om den directeur von het Fransohe Pen-
sionout „St. Jozef", den heer Everiest Abbel
gelegenheid tc geven de Koningin con bouquet
aan te bieden.
Te Sluis aangekomen, reed de Koninklijke
fnrttijic naar het gemeentehuis, waar in da
Randsaul de ontvangst door den Raad plaats
had.
Dé burgemeester hield hiei de volgende toe
spraak
Majesteit,
Dc* gemeente Sjuis heet Uwe Majesteit en
Uwe Koninklijke GMi'!e van harte welkom op
haar grondgebied en hot is namens dc geheele
bevolking, dat ik Wwc Majesteit dank ze» vooi
de hooge gunst van dit bezoek.
Toen 'L. M. Koning Willem III, Uw hoogge
achte Vader, op 24 Mei 1862 déze gemeente
met een bezoek vereerde, werd Z. M. uit ruim
tweehonderd kindermonden het volgende lied
toegezongen
Oranje en Nederland
Zijn immer nauw verwant
In vreugde en smart
Die bund zij onze kracht.
Die eendracht onze macht.
Die leuze .nooit veracht
Door 't Nederlnndsche hart.
„Oranje cn Nederland één", dc leuze onzer
voorvaderen is ook onze leuze Majesteit, onze
leuze uit overtuiging, omdat wij weten, dat wij
naast God aan het Huis van Oranje veel ver
schuldigd zijn.
Bange dagen hebben wij doorleefd. Majesteit,
maar in de utc des gevanrs hebben wij meci
gevoeld nog dan anders, dat Oranje en Ne*<
derland. Oranje cn Zeeuwsch-Vlaanderen door
een bond von liefde cn trouw zijn verbonden
zoo hecht, dat hem te verbreken nutteloos zijn
zou. Uwe Moederlijke liefde in die dagen van
gevoar beeft onze hurtcn van dankbaarheid
doen zwellen en die dankbaarheid hebben wij
onomwonden uitgesproken door onzen onwan-
kclboren trouw aan Uw Vorstenhuis, nnn Ne
derland.
Oranje cn Nederland, Oranje en Zceuwsch-
Vlnandorcn één blijvc onze leus, blijve de leus
onzer kinderen.
Moge God Uwe Majesteit nog lange jaren
voor ons behouden en Uw bestuur zegenrijk
doen zijn voor het eene Nederland.
Moge Hij Uwe Koninklijke dochter de wijs
heid harer Moeder schenken, opdat zij do voet
stappen moge drukken van Hoor, die* wij zoo
gaarne noemen
Onze inniggcliefde Koningin."
De Koningin beantwoordde de rede von den
burgemeester als volgt
Ik dank U voor uwe wclkomstredc woarmedo
u de gevoelens der burgerij hebt vertolkt wel
ke in dc schitterende ontvangst ons bereid reeds
op zoo overtuigende wijze tot uiting zijn geko
men. Ook wij hebben er ons zeer op verheugd
dit bezoek tc kunnen brengen aan het oude
Sluis, dat reeds in de vroegste geschiedenis de
zer landen zulk een belangrijke rol heeft ge
speeld. Persoonlijk ben ik er nog zoo kort ge
leden getuige van geweest hoe uwe bekende
stundvostigheid en trouw nan het vaderland
ook in de hachelijkstc én gevaorlijkstc oogen-
blikken van geen wijken wilden weten. Zij ge
ven aan de zooevcn tot mij gerichte woorden
hare bijzondere waarde cn mij de volkomen ze
kerheid dnt Nederland ook in het vervolg- op u
als op geheel Zeeuwsch Vlaanderen onder alle
omstandigheden vast zal kunnen bouwen.
Moge van hun kant Sluis en dit gansche dis
trict in een gelukkige en voorspoedige toekomst
daarvoor de verdiende belooning vinden.
Vun het Raadhuis begaven dc hooge gasten
zich haar do Kon. Kantwerkschool waar de Ko
ningin ontvangen werd door den voorzitter van
het bestuur en do directrice Mej. Metz.
De voorzitter vun het bestuur der school
sprak de Koningin nis volgt toe
Mev rouw.
Het is ons een groot voorrecht, Uwe Maje
steit, H. K. H. de Prinses en Z. K. H. den Prins
der Nederlanden namens de Kantwerkschool
eerbiedig welkom tc mogen heeten.
Met spanning hebben we Uwe Majcstcits
komst verbeid, verlangend uitgezien naar het
oogenblik, waarop wij getuigenis mochten af
leggen van onze verknochtheid aan het geliefde
Vorstenhuis, waaraan de school zoo onnoeme
lijk veel te danken heeft.
Reeds sp9edig na hoar oprichting in 1854
mocht ze zich verheugen in vorstelijke belang
stelling. H. M. de Koningin Sophie der Neder
landen was haar eerste Beschermvrouwe cn
toen Uw Koninklijke Vader Z.M. Koning Wil
lem III in 1862 onze stad bezocht, werd de
Kantwerkschool met Zijner Majesteit's bezoek
vereerd. Na de heropening in 1911, toen de
school eenigc jaren gesloten was geweest,
mochten we de gunst ervaren, het pracdicaat
„Koninklijke" tc mogen voeren, terwijl Uwe'Ko
ninklijke Moeder H.M Koningin Emma wel
willend als Beschermvrouwe optrad. En in tij
den van malaise, waarmee d- school tc kampen
har', was het weer Uwe Majesteit, die door wer
kelijk vorstelijke bestellingen de inrichting
voor ondergang behoedde.
Voor dut alles zijn wc Uwe Majesteit zoo
innig dankbaar..
Hel is een voorrecht, een vorstin te bezitten,
di huur zorgende hand uitstrekt ook ovor be
scheiden instellingen als deze, waer in alle stil
te door nijvere vrouwen de kunst wordt ge
diend.
Moge hel Uwe Majesteit zijn gegeven, nog
velt- jnren ons Vaderland ten zegen te zijn."
Nadat de Koningin deze toespraak had be
antwoord, werd de school bezichtigd cn werd
de thee aangeboden.
Uit Sluis reed de Koninklijke familie langs
Groedc naar Breskens terug, waar zij aan boord
ging van de „Hydrograuf die haur naai Vlis-
singen overbracht. Aan den steiger te Vlissin-
gen stond een cerewacht der Kon. Marine op
gesteld, die de Koningin bij hanr aankomst dc
eerbewijzen bracht.
De Koninklijke familie werd hier ontvonger»
door den burgemeester van Vlissingen, die aan
den steiger tegenwoordig was en na de ont
vangst maakten de hooge bezoekers een rijtoer
door Vlissingen. In verband met de rampon,
die dc Vlissingsche bevolking de laatste weken
getroffen hebben, zijn alle feestelijkheden bij
dit Koninklijk bezoek echter vermeden en de
Koningin toonde tijdens haar bezoek aan dcze
sted haar deelneming in het lot van hen, die
door deze rampen bijzonder zijn getroffen.
Do rijtoer door Vlissingen eindigde aan het
station, waar de Koninklijke familie in haar sa-
lonrijtuig plaats nam, dot daarna gekoppeld
werd aan den gewonen trein von 6.50 uit Vlis
singen.
Met dezen trein zal de Koningin tol Wouw de
reis maken. Daar zullen de Koninklijke rijtuigen
afgehaakt worden cn dc Koningin zal dan daai
in haar trein den nacht doorbrengen.
Te Zaamslag werd bij 'i bezoek van dc Ko
ningin door de menigte een lied gezongen, ge
dicht door den landbouwci J. de Kraker, van d"
Julianahoeve, welke bij een vorig bezoek dooi
do Koningin werd bezichtigd. De Koningin heeft
den landbouwer De Krukcr benoemd lol ridde-
in de Huisorde von Orunje Nassau.
Tc Sas van Gent werd door den heer Stubbe,
directeur van de oudste suikerfabriek, namens
dc grootindustrie, H. M. een eikenhouten kistje
uungeboden, bevattende monsters van produc
ten der grootindustrie, als suiker, superphos-
phoat, moisstijfsel. Ultramarijn B'ouw, tarwe
bloem cn spiegelglas.
FRANSCH BEZOEK AAN
AMSTERDAM.
Eenigc Fransche oorlogssche
pen in dc hoven.
Donderdagnacht om twee uul- is de
Fransche torpedojager „Glaive" in de Amstcr-
dnmschc haven aangekomen. De „Glaive", een
oud vaartuig van 580 ton en bemand met 61
koppen, 'ligt bij de „Sommc" on de „Mcuse".
Ook de jager neemt aan de oefeningsreis deel
en is vun Duinkerken gekomen.
De „Meuse" staat ondor commando van ca
pital ne de lo corvette Davrouzct, de „Sommc'
onder dat van capitüinc de corvette Gribclin;
commandant van „Glnivo" is lieutenant de
Vaisseau Polier. Aan boord van de „Somine"
en do „Meuse" zijn te zamen 100 adelborsten.
Hedenmorgen hebben de Fransche zec-
olficicren de gebruikelijke bezoeken ufgelegd
bij de marine-autoriteiten en bij het gemeente
bestuur. Een officieel karakter draagt het be
zoek niet, zegt het Hbld.
ONHOUDBARE TOESTANDEN TE
CRANENBURG.
Hoe reizigers aan de grens van
liet bezette gebied behandeld
worden.
Een medewerker schrijft d.d. 5 Augustus aan
de N. R. Ct.:
Ecnige dagen geleden moest ik in het bezette
gebied reizen en nadut pussen en dergelijke
moderne dingen in orde waren begon ik mijn
reis met den volgens het spoorboekje zeer gun-
stigen trein, die 's morgens om 7.22 uit den
Haag vertrekt, in Rotterdam aan den van Hoek
van Holland komenden trein gehaakt wordt en
don te Nijmegen met dc waggons uit Amster
dam vcxeenigd wordt.
De eerste onaangename verrassing bracht mij
al gauw na het vertrek uit den Haag de
kaartjes controleerend© conducteur met de
mededceling, dat de waggon, waarin ik had
plaats genomen, waarschijnlijk niet verder zou
meerijden dan Nijmegen. Als men nu weet, dat
de geheele trein, die uit den Haag vertrekt,
slechts uit 2 waggons bestaat, dan zal men
zich kunnen voorstellen dut niemand der tal-
wonder lascineerenden invloed der Leipzigcr-
traditie en die „men ons kunstmatig heeft aan
geleerd".
Het is zeer zeker de hooge vei dienste van
Dresden bondig cn heidei in dit boek tot uit
drukking te hebben gebracht, hoe Nederland
reacties heeft gegeven op de groote internatio
nale muzikale renovatie, welke grootendccls
bogeesterd en bevorderd door de sprankelende
genialiteit van Franz Liszt zich scdeit 1870
bezig is te voltrekken.
Dat Sem Dresden de strenge figuur en hoogst
begaafde all-round musicus Dam i I d o L a n-
ge een ecroploats heeft toegekend in deze
jonge en sterk levende beweging brengt tce-
kening en vasten vorm in dc geschiedenis vun
onze Nederlundsche muziek der laatste jaren.
Mogelijk doorflat wij nog zoo kort bij de
talrijke belangrijke gebeurtenissen ön verschij
ningen uit die periode staan is een zuiver ooi-
dcel voor velen zeer moeilijk. Des te meer is
het te waardecren, det Dresden door een logi
sche gedachtengong geleid de vier groote „man
nen van tachtig" De Lor.ge, Diepenbrock,
Zweers en Wagcnaar groepeerde, ondanks
vele overwegingen, welke men kan bezitten ten
opzichte van de onderling sterk uiteenloopende
karaktertypen
„Daniël dc Lange (18411918) beznt reeds,
door zijn andore vorming, zijn reizen in jonger
jaren en zijn sterker aanpossingsvci mogen, do
kwaliteiten om tot inkeer te komen, te over
denken of het standpunt der Nodcrlandschc
componisten juist was of zij wel werkten in,
eene richting die het op den duur mogelijk
zou maken de Hollandsche gedachte, het we
zen der Hollondsche psyche tot uiting te bren
gen".
Wat verder vermeldt wordt over Dc Lange
is frappant en objectief-wanrdeerertd
Diepenbrock staat terecht in liet
centrum van de belangstelling van den schrij
ver. Had Dc Lange niet reeds in 1894 ge
schreven „Ik beschouw Diepenbrock ols een
der wcinigón in Nederland, die een juisten blik
heeft op de toekomst"?
„Diepenbrock was componist, het compo-
neeron, voortbrengen van naar hooger orde ge
groepeerde tonen en klonken was zijn levens
werk. al tc zeldzaam ook in ons lnnd, waar
componisten niet inheemsch zijn en zij bc-
hoor.cn tot „fares animaux qui doiven: dispa-
roitre". Zijn oeuvre geeft een volkomen afspie
geling vnn zijn peisoonlijkhcid, die zich daarin
naar alle richtingen heeft uitgcspiohcn. Niets
vnn zijn wezen blijft er in verholen. En daar
omheen hebben zich zeker de jongeren in Ne
derland „geschuurd", al heef; Diepenbrock zich
nooit met pocdugogischc kwesties bemoeid. De
kerkelijke werken von een Joh. Winnubst, H.
Andi iessen zouden zonder Diepcnbrock's voor
gaan nooit zijn ontstaanEn eenige
alinea's verder lezen wij .in het algemeen
heeft hij nog andere dingen bereik; De ge-
heo'e katholieke kerkmuziek, oi beter de op
vatting die men huldigde te dien opzichte, ori-
derging door hem een groote vernieuwing.
Mode in verband mót Diepenbrock weet Dres
den zinnen in zijn betoog ie verwerken, welke
een verstrekkende beteekenis voor dé nieuwere,
minder dogmatische muzi k-nesthotica hebben.
Dc lozer oordeclc„Men moet niet vergeten,
dot Palestrinn's wcik wel hei hoogtepunt bc-
teekent der katholieke kerkmuziek, maar dat
het ook ols pbsolute muziek even sterk blijft."
O! „De muziek behoort in den vocalen stijl
niet te geven een vaste grocpeering van ac
centen maar een v r ij-v h ytm i s r h bewegen,
gebaseerd op de beteekenis van den zin, tot
in zijn fijnste onderdee'cn, maar vooral niet al
leen in de gewone taalkundige beteekenis."
Van Bernhard Z w c c r s wordt vooral de
waarde van zijn derde symphonic in dit hoofd
stuk krachtig betoond; „De geheele opzet was
groot", vertelt Dresden, „origineel, do bewer
king van het thematisch materiaal kundig en
boheerscht, geestig hier en danr". Over de liede
ren van Zwecrs schrijft Dresden: „Genoeglijk,
leuk, gevoelig hier en daar, werk vnn een jon
geling, die het leven ziet zooals vader cn moe
der, de familie het zien."
Ondeugend nietwaar? En welk een wolkeloozc
opgeruimdheid! „Zij weiden door velen cn vaak
gezongen", vervolgt Dresden, doch slechts insi
ders weten non welke eischcn een componist
moet voldoen om dit succes te kunnen boeken!
Hetgeen de Lange, Diepenbrock noch Zweers
tot stond hadden weten te brengen daarge
laten ol hun gevoeligheid verscheiden genoeg
was om alle emoties te realisceren ver
richtte J o h a n W a g e n o n r.
„Nieuw leven, zonneschijn cn Irisschen, ver-
kwikkenden wind in Holland's genoeglijke rnu-
ziekguardc bracht Johan Wagenoai (geb. 1862),
hoewel men hem moeilijk zou kunnen beschut
di gen van niel-Holh
landsche wegen h
ndsch te zijn, of on-Hol-
rtoo te hebben bewan
deld
Zijn zin v >or klucht en kleurigheid,
boert en grappemt
eens typisch Hollar
ontaard in p'eiziei:,
nocgens cn pretjes,
(echt Hollandsch ook
hebben hem dc mog
oudbakken was en bi
te stellen."
Dresden merkt vi
het werk van Wage
de meest recente vc
heele work is:
ken, „Avondfeest", z
nemen van een ,ze
oeuvre van Wage
vreemd was."
Aan deze vier
ikerij, eigenschappen die
;ch waren, en later zijn
lung-bij-de-grondsch'* ge-
zijn gevoel voor humor
zijn gave tot parodieeren,
lijkhoid gegeven, veel dat
a.inl, geducht aan de knak
olgc.ni» 'do kentering in
iur op, welke hpden nog
wondering. van diens ge-
een zijner laatste wer-
n zelfs invloeden waor tc
(vie mystiek, die uon het
aar lot nu toe absoluut
htigcis" wijdt Dresden
vele pagina's en it?n zij overtuigd, dat de
moticvccring zijner
z'n minst genomen zr
zijn, al mag men na
schillen.
III. Van de tijdgei
de mec-sten zeer vluc
slïTHitoifers, vooral
paalt tot een nuchte
Over C o t h. van Rp
„Cath. van Rennes
nieuw genre weten t
pvattingen stevig cn op
r aannemelijk voor iedei
uriijk in conclusies vor-
i toten behandelt Dresden
tig hier vallen eenigc
de schrijver zich be-
résumé hunner werken
nnes zegt hij:
ceft met haar liedjes een
scheppen, dat werkelijk
goed kan worden gc oemd, omdat, afgeschei
den van de waaide ?r populaire muziek, de
,,toon" in tekst en nv iek uitstekend is getrof
fen. Zij heeft met m mrlijk gemak nagegaan
wat de kinderen aard
den vinden en is cr
schen tegemoet le k
Rennes gemaakt heef
lnndsch. Ik geloof dn:
en onderhoudend zou-
geslaagd aan die vven-
menWat Cath. v.
is zeker ras-echt Hol-
enkele van haar liedjes
op den duur tot volk ied gepromoveerd zou
den kunnen worden;
het zckei vnn vele b> lenh ndsche product
In September zal
genaar door dc
worden gebrocht.
,Mu2 u
het genre winnen zij
:n nieuw werk van \V«~
;ole Kring" ten uitvoer
IV. Werden d: „mannen van tachtig" de een
meer, de ander minder beïnvloed door Wagner,
Brahms, Berlioz cn Strauss, op de latere ge
slachten hebben Roger, Mahler, Debussy cn
Strawinsky hun uitwerking niet gemist. Men
zul bij de thuns levende jongeren niet vruchte
loos do relaties, welke zij met de groote bui
tenlanders onderhielden, zoeken cn dat is ook
werkelijk geen schande. Schade steekt hier bo
vendien hoegenaamd niet in, mits men zich
den invloed bewust weet en zich langzamer
hand er aan kan ontworstelen. Potentie en
geestkracht kan men niet van anderen leeren,
hoogstens een misleidende techniek en och, ge
dragen klecrcn van anderen zullen toch immer
den persoonlijken snit vnn den vroegeren eige
naar blijven behouden.
Dresden noemt u een geheeie stoet compo
nisten op, meer don de nrgelooze muzieklief
hebber zou vermoeden en het citeeren wordt
een hopeloos werk. Het moge den litrcchtennni
intcrcssccren wat Dresden noteert over de
„Utrechtsche school", te weten: H. D. v a n
Go u doevet1 en Willem P ij p c r.
„Het moderne orkest, met al zijn combino
ties (cn aberraties?) heeft geen mysterie meer
voor H. D. van Goudoever (geb. 1898), dio
jong reeds al die geheimen doorgrondde en in
zijn vroegere werken dus reeds blijk gaf vnn
een geboren instrumentutor te zijn.
Knap, behecrscht, épatant werk, maar ccnigs-
zins u lo mode, en wat los von structuur. Als
men n.l. do instrumentatie ter zijde loot ik
weet wel, dat deze methode eigenlijk onjuist
is, omdat bij een goed werk dit clement intc-
greerend is, moor zij is thans dienstig voor
analytische beschouwingen dan houdt men
over do grond-elementen zonder welke geen 1
werk denkbaar is. En dit is bij Goudoever
der belangrijk, en ook niet zoo modem als dc i
instrumentatie zou vermoeden. Men moet zijn
werken dus aanvaarden zoouls ze zijn, cn het 1
verdere overlaten aan den grooten, onverbid-
dcüjk-knogcnden Tijd."
Over Willem Pijper oordeelt Diesden
.,Een andere figuur is Willem Pijper (geb. i
1894) die reeds een belangrijk aantal werken
produceerde en daorin een groote ontwikke
ling doormaakte. Von zijn Te simfonie tot dc
2o is een geweldig o afstond en tusschen zijno
„Fêtec galantes" op tekst van Verloine cn
„Heer Halewijn" voor o capella kooi ligt
haast de weg van een geheel geslacht. Die
groei, die wel ontzettend snel, maar toch vol
komen normaal is gegaan, heeft Pijper ge
maakt tot den verst ontwikkelde von het tegen
woordig geslacht.'
De schrijver wijdt uit over'het a-lonole toon
systeem, wat zich zoo ^krachtig in het werk
van Pijper manifesteert. Zcei juist is het ge
zien dc rhythmiek, welke bij Pijper tot een
nieuwe, lorsche gestalte is uit gegroeid, oen
groote beteekenis toe te kennen. „Bezien wij
Pijpers komermuziekwerken van latercn tijd,
b.v. het 2c Strijkkwartet of het sextet vooi
blaasinstrumenten met piano dan volt het op,
hoe hier is voortgebouwd op de rhythmiek dei
15e cn 16c eeuwers, en dot sommige fragmen
ten, oppervlakkig bekeken, reeds lijken op de
partituur-uitgave door Leichtenbrid van Monte
verdi's modiicaal-werken. Elke stem heeft zijn
eigen rhythme cn maatsoort en de maatst'iopen
komen dus vaak ongelijk.
„Dit is geen a-rhythmie, in de beteekenis die
men aan dit woord geeft, maai integendeel het
verder uitwerken der rhythmischc mogelijkhe
den De verdiensten en gaven van Pijper
zijn, dat hij met bewustheid zijn w'cg gaat,
zich niet vergaloppeert aan hnrmonisthe tiuc-
jes of excentriciteiten maai in den nieuwen,
men kan zeggen, nieuwstcn stijl, elk werk als
een geheel behandelt, waarin alle elementen op
hun plaats staan Pijper is zeker omstuwd
door de geheele cosmopolitische muziek van
onzen tijd en de vernieuwingen der Fransche
school, Strawinsky, misschien hier cn door
Schönberg, en, in zijn eerste werken, Mahler,
hebben op hem ingewerkt, maar men kan toch
niet spreken van directe overeenkomst, vooral
niet in zijn. later werk*
v
Met deze citaten meen ik te mogen volstaan.
Het werk van Dresden is op dit gebied oen
unicum in de Nederlondsche muziekliteratuur
en het verdient de bclongstelling van „het
mcnschdom cfat zijn vrijen tijd nuttig wil be
steden" om te besluiten met een variant op
de woorden van Busken Huet, door Dresden
als kernspreuk voor zijn arbeid aanvaard.
PIET riGGERS.