AMERSFOORTSCH DAGBLAD „DE EEMLANDER" Zaterdag 9 Aug. 19*4 DERDE BLAD. FEUILLETON. Zet 't yan je af! In een onlangs in Engeland uitgekomen en onder invloed van den oorlog geschreven boek van Ijohn Hargrave komt de -hoofdper soon, Harhottle, na verschrikkelijke verliezen en namelooze ellende te hebben doorleefd, als een gebroken man thuis, en gaat. nu hij liet ook op zijn oude plek niet langer kan vinden, steeds peinzend over de groote cata strofe, de wereld doorzwerven. Hij komt bij zijn gepeins tot een slotsom, die ook wij ons stellig stuk voor stuk hebben aan te trek ken. Wanneer wij over oorlog en revolutie, over malaise en werkloosheid en over alle overige kwalen, die de maatschappij tot een folterplaats maken, gaan spreken, plegen wij de schuld op anderen tc werpen en vergeten, dat wij voor ons persoonlijk aandeel mede voor den gang der wereldgeschiedenis aan sprakelijk zijn Tot deze ontdekking komt ook Harhottle, wanneer hij aangaande zichzelf het volgende verklaart: „Ik ben zegt hij. „of .was de gewone, ge middelde huis of tuin-mensch, die het gewo ne leventje geleid heeft. Ik deed wat andere menschep deden, ik werkte, ik .speelde brid ge, tennis, golg. De gewone routine. En 'I zijn wij Gewone Mcnschcn, die de wereld dezen of genen kant opdrijvenDuizenden, mil-' lioenen hebben door den oorlog geleden als ik. En. hebben zij hun problemen opgelost? Hebben zij een uitweg gevonden'? Werken zij om voor do toekomst een erger ramp te verhoeden? Neen zij zijn in staat weer precies als voorheen door te gaan. Zij schij hen 't van zich af te hebben gezet." „Zet t van je af!" Dit was do raad, dien dominee .Tebb gaf. toen bij llarbottle na diens thuiskomst kwam opzoeken, nadat de ze zijn oudsten zoon had zien sneuvelen, zijn rouw van zich had zien vervreemden en zijn tweeden zoon na afschuwelijk lijden aan zijn wonden had zien bezwijken, alles tenge volge van den wereldoorlog. „Zet 'l yan je af!" En nu peinst llarbottle over dezen raad van den dominee: „Natuurlijk", zegt hij „Dat is t. Zij nemen allen don raad van dien Jebb aan. Zet 't van je af niet piekeren. Zij schijnen 't inderdaad op do een of andere manier van zich te hebben afgezet. Jebb's raad, Jebb's patentgenéèsmiddcl voor bedroef de ouders, 't Is de raad van den Duivel zelf. Het is een zonde tegen den vrede van de we reld, tegen den ordelijken vooruitgang yan do maatschappij. Ik ben mij ten minste van die zonde bewust geworden. Dat. is iets. Ze zullen mij een Idealist of een Ilervormings- inaniac noemen... Maar ik kan niet anders. Ik yvil probccren iets beters te vinden. Ik zou liever gek worden, stapelgek, dan terug- keeren tot do zwakke, laffe onverschillig heid en luiheid van vroeger Het is zulk een afschuwelijke narhtmerrie- achjfcigc gedachte dat ons een nieuwe wereld oorlog boven liet hoofd hangt, nog afgrijselij ker dan die, welke wij nauwelijks zijn te bo ven gekomen. Een oorlog, waai'bij niet alleen de legers, maar ook de non-combattanten, de gewone burgerij, wecrlooze ouden van dagen vrouwen en kinderen door Uc stikgassen en den straal des doods op wreede en geniepi ge wijze zullen worden uitgeroeid. Deeds rommelt het boven den Stillen Oceaan: reeds grommen Japan en Amerika tegen elkander, en deskundigen onder de politici, de diplo maten 011 de militairen, gelijk ten onzent nog onlangs generaal Snijders, spreken over den komenden vSëreldoorlog als over een vaststaande gebeurtenis. Aan wie de schuld, als straks de vlam men van den wereldbrand opnieuw uitbre ken en feller oplaaien dan ooit tevoren? De geheime diplomatic", zegt de een. „Het in ili- tairisme verklaart een ander. „De groot-in dustrie en de wereldhandel,"' leeraart een derde. Maar wat zouden al deze inderdaad zeer sterke machten vermogen, zoo zij bij hun plannen niet steeds weer konden rekc- nen op dien betrouwbaren factor: de groote ïnassa, die zich laat paaien met den raad: „Zet '1 van je af!" llarbottle hoof! gelijk: zij zijn de ware schuldigen. Al die duizenden en m.iïiioeiicn menschcn, die het gewone loven van vóór den oorlog weer hebben hervat, alsof cr niets was gebeurd en niets meer tc gebeuren stond. Al die duizenden en miilioencn men schcn, die hun werk weer hebben opgeno men, of, zoo zij in hun voormalig werk zijn belemmerd, nieuwen arbeid hebben gezocht, en nu kost verdienen en zich verstrooien; die werken en spelen, eten en slapen, en, wanneer angstwekkende toekomstvisioenen dreigend zich aankondigen, trachten, het yan zich af te zetten. Harhottle heeft, gelijk: ,,'t Zijn wij, gewo ne menschcn, die de wereld dezen of genen kant opdrijven. Maar wij, als wc dit toegeven, stellen ons geweten gerust met tc zeggen: „Zeker, t zijn de gewone monschen, maar de, gewone men schcn in Engeland, in Frankrijk, in .lapnn, in Amerika. Wat trekt de wereldgeschiede nis zicli aan van hetgeen wij. gewone men schcn in Nederland, doen of niet doen?" Vergeten*vvij niet: zoo spreekt de gewone. Engelschman ook. en de gewone Japanner of Amerikaan. Fn dat is juist het noodlot der wereld. Zoodra wij, stuk voor stuk en ieder voor zich, beginnen met. onszelf, en. ons ontwor stelend aan de „zet 'f van je af'-houding, niet llarbottle besluiten', liever alles te doen, dan in onze roekeloozc gemakzucht te vol harden. zal de wereldvrede verzekerd zijn en de maatschappij eens en voorgoed gezond. II G. CAWEGIETF.lt. Pariische Brieven. CXC.Mll Parijs, 2S Ju la J 021 Het einde der VIIIc Olympiade. Dc leering die er uit te trekken is. Olympische en nationale eer. Badplaatsen: Deanvillc en L'Isle- Adam. Strandleven aan de Oise. Badcostume.s. Een mooie landstreek. Ile-dc-France. Nu de Mile Olympiade tot dc geschiede nis behoort, gaan do Olympianen met spoed de* terugreis naar huis ondernemen. Er blijft hier aan vreemdelingen niet veel anders over dan de gewone zomergasten flic karavaans gewijs in Parijs komen, hier karavaansge wijs do stedelijke merkwaardigheden, de voornaamste musea -en de nabijgelegen om streken bezoeken en dan op de zelfde yvijzc verdwijnen om door andere karavanen tc worden vervangen. Het moet gezegd dat het 01 ytypisch pu blick onder die vreemdelingen zich ook nog al aan dergelijk karavanisme te goed deed, maar dan in den versnelden pas, om bijtijds voor liet Olympisch vertoon gereed te zijn. Deze. liefhebbers maakten dus alleen 's mor gens dc straten met hunne autocars en de iiiufeea met hunne collectieve 'overhaasting onveilig. Zij hebben stedelijk toerisme en sportpassic zoo goed en zoo kwaad mogelijk in ctenwicht weten tc houden ten einde toe, dat was tot dc slot plechtigheid die gisteren in het Stadion te Colombcs voor een erg ma ger maar toch uitgelezen publick heeft plaats gehader werd tegelijk op zooveel ande- re punten in en buiten Parijs en in zoo ver scheiden vormen aan sport gedaan, dat er voor de officicelc ceremonie weinig kon overschieten. En dit kou nagenoeg gelden als een ver kleind spiegelbeeld van de gcheelc Olympia de, die in menig opzicht een teleurstelling is geweest, in de eerste plaats doordat het groo te publiek cr veel minder belangstelling voor aan den dag heeft gelegd dan te voren ver wacht was, en in de tweede plaats doordat do hoop van vele ondernemers voor liet mccrendeel speculanten in eet- cn drinkwa ren, in gemeubelde kamers, in auto-berging cn dergelijke die zich overal om het sta dion gevestigd hadden, in den'donkeren ronk van verlies is opgegaan. Men had aan dit stadion zulke groote afmetingen gegeven da* liet slechts hoogst zelden ten halve of meer gevuld was. Dat deze Olympische Spelen iets hebben bijgedragen tot verbooging van de een of an dere nationale eer of roem, is een kwestie, van smaak die heel verschillend beoordeeld! wordt. Men zou kunnen betwijfelen dat kam pioenen die zich in één sport special i see ren en zoo meestal ongeschikt worden voor iets anders zelfs voor andere „sporten" nis voorheelden ter navolging mogen gesteld worden om dc physicko waarde coner natie te vermeerderen. Aan een onweerstaanbaron bokser, wielrijder, worstelaar of welken spe cialist van die soort ook de glorie van dc een of andere „nationale vlag" te hooreh verbin den, doet niij onwillekeurig aim Siki denken enlachen. Toch lag cr in de Olympische Spelen deze goede les, dal het voor de menschheid nuttig is veel meer aan matige, methodische lichaamsoefeningen dus aan sport, in het algemeen - te doen dan zij blijkbaar tot nog toe doet. Orn nog een andere reden dan om het eind der Mie Olympiade is nu hot rijk hier aan do meergenoemde karavaan-vreemdelingen. De Pa rij zén aars, of ten minste een aanzien lijk aantal hunner, zijn naar buiten, naar de badrfh. Al voor liet zoo laai is dat de gelukkigen der narde zich van hunne mondaine plichten kunnen, losmaken, trekt hun hart naar dc kust van het Kanaal of van den Oceaan: cn voor hocvclen dér gelukkigsteh lokken dan niet de zusterplaatsjes Trouvillc en Deanvil lc als het beloofde land. Vooral doet het dit laatste, dc jongere zuster op den linker oever aan dc monding van het Tottqiies-riviertje, tegenover de oudere op den rechteroever, om dat Deauville de badplaats der rijkste men schcn is cn daar tc zijn geweest een aureool van aristocratische onderscheiding verleent. Men vindt er immers dc super-elegance van den nationalen en den internationalen bcau- mondc; men vindt er ook het „roomschuim" der Nou ven ux Eicltcs die van elegance ge noeg hebben aangeleerd om bij dc. anderen niet te voel af te steken; inen vindt cr bo vendien allerlei „personaliteiten" uit dc we reld der kunst, der letteren, dor pers en van die onbestemde soort waaruit dc gedistin geerde avonturiers voortkomen. Al die men schcn baden;, de dames ook. Verwonder u niet dat ik hierop nadruk leg, want de tijd ligt nog zoo ver niet achter- ons dat tal van baadsters met geen ander doel een badcos- tunni droegen, dan om op het strand te wan delen. Met die dwaasheid die op sommige uren aan het strandleven toch wel een eigenaar dige bekoorlijkheid verleende is het nu uit. Iïet water trekt allen aan. Dit geldt zoo wel voor het zeewater, naar mij verzekerd yverd door hen die te Deauville waren, als voor het rivierwater, naai- ik dit zelf waar nam. Want om tc baden, behoeven yvij niet 111 diie uren vliegensvlug' per train bleu naar do-monding der Toy pies tc sporen; wij kunnen volstaan met crii „boemel" die ons in minder dan één uur overbrengt naar L'Is- leAdam, waar yvij 111 de Oise een voortref felijk en zoet surrogaat voor het zeebad vin den. Dit aardige, kokette stadje van zeer ouden oorsprong, waar tal'van Parijzénaars hun zomersche vjtla's hebben, is in den oorlogs tijd een miniatuur badplaats geworden ten gevolge yan dc onmogelijkheid naar dc ka- naalkust tc gaan. Do Oise is er breed, het ri vierbed loopt over een lang sfuk oever ge leidelijk hellend naar het midden ervan en de stroom is cr gelijkmatig langzaam, ten gevolge dier breedte. Van deze gunstige om standigheden heeft het ondernemende ge meentebestuur gebruik gemaakt voor den aanleg cn de verpachting van eon complect had-etablissement in het klein, dat al ccni- gc je ren lang een vogue heeft, waaraan vroeger nooit iemand had durven denken. De bewoners en dc zomergasten van het stadje en de omgeving maken er een dngclijksch gébruik van, en des Zondags krioelt het er van IJn rij zonaars. Een namiddag van de vorige week zag ik hóe aardig het leven daar toegaat, niet te druk en toch opgewekt, net als op een echt zeestrand, waarvoor de ruimte is, aan de ecne zijde begrensd door een lange rij bad- tentjbs. aan de andere door een groot pavil joen, dat wel „Casino" heet. maar geen speel bank heeft, en een ruim terras vol tafeltjes en stoelen, waarachter weer de net onder houden tennisveldjes gelegen zijn. Het bad levenoch, dat kunt gij u wel voorstellen, ilenk ik, dat is overal hetzelfde zoowat, moer of minder grootsch, meer of minder weelde rig. Wat mij er trof, was dat de elegante baadsters dit jaar hier even goed als ie De auville. te Dinard. .te Sables d'Olonne, te Arcachon, te Biarritz tc water gaan in hadeostumes die er uitzien als werkelijke ju- ponnen, op maat gemaakt, versierd met plooien, volants, ceintures en dcrgolijkcn, geheel geïnspireerd door de eenvoudig sier lijke lijnen der hedendaagschc mode. En dat staat inderdaad alleraardigst en... jong. Die grneicusc hadeostumes zijn voldoende licht en ruim dat dc draagsters ervan een echt. net bad kunnen nemen, waarom zij immers te water gaan. Ook kreeg ik er eenige zeer mooie badmantels tc zien, naar do mode van dezen zomer. Het waren sierlijke gekleurde peignoirs die veel meer op s o r t i es d e b a 1 geleken dan op de. vuilgele, grot wollige zoutzakken die wij vroeger aan dc zeekust zagen dragen. Die zacht-blauwc of licl-roodc mantels met opgedrukte bloemen versierd, maken een mooi effect tusschcn de beschei den beweging der lichte toiletjes langs dat aardige strandje... meer zeg ik er niet van, want ik yvil niet voor mode-chroniqueur aan gezien worden, yvat nóch mijn laak is, noch tot mijn competentie behoort. Toch mag ik er dit nog van zeggen, dat ITsl-cAdam al leen reeds om zijn badleven in miniatuur een bezoek ven hier uit zeker waard is. Daarbij ligt het in een streek die tot het mooiste in de omgeving van Parijs gerekend kan wor den. De Oise stroomt er kronkelend langs de vruchtbare akkers yan Ile-de-T'ranee, waar de bodem altijd meer of min golvend is en dc horizont,'soms heel dichtbij, wordt afgeslo ten door prachtige wouden die, elkaar op volgend, van het Zuitiön tof het Noorden, van dat van Fontainebleau tot dat van Chant.il- I v, Parijs van verre voor meer dan een hal ven cirkel omringen. Daar. bij l isle -Adam, draagt het woud don naam van dat stadje; meer naar Parijs toe ligt het yvoud van Mont morency. De weg van hier erheen, zoowel dc spoorlijn als de straatweg, loopt, langs cn o|ii die beide wouden en biedt een groote verscheidenheid van uitzichten, die het ka rakter van llc-de-France doen kennen. DOVEN. Brieven uit Rotterdam. Hel bezoek len Stadhui/c. Alcoholvrije dranken. Mobilisa)iehefjtcjiking cn vredcswcck. Kermisoverblijfsels. De opmerkzame lezer, die wel weet dat er tussclien dc regels soms dingen slaan die men liever niet voor de vuist weg lanceert, heeft uit de vergelijking, welke in den vorigen brief gemaakt werd tiisschen dc officieren en dc cadetten van dc Aincrikaan- sclie oorlogsbodems ten opzichte van hen die op het avondfeest ten stadhuizc onze marine representeerden, wel begrepen dat het dien avond niet comnie i! fan t is toege gaan. Buitendien waren er onder de Hol- landschc genoodigden menschcn, die men in liet gezelschap dat daar gemeenlijk samen komt nooit ontmoet. Het gevolg, of liever een gevolg daafvan is geweest, dat bij liet feest, dat aan boord van de Rotterdam van de H. A. L. gegeven werd, een aantal be kende Rottcrdamsche families werd gemist, en men daarentegen vele dames uit andere kringen kon opmerken. Wat natuurlijk niet wegnam dat de avond vlot verliep. in verband met dc ontvangst len Stad- luii/e werd ook in den vorigen brief dc mo gelijkheid verondersteld, dat vandaag of morgen in den Raad zou worden uitgespro ken. dat ten deze bezuiniging moet worden betracht. De heer Ter Laan. die den laat- sten tijd teveel werk voor zijn rekening heeft genomen en thans een gedwongen vacantic geniet, deed omtrent deze receptie enkele vragen- hoe groot de kosten waren; of die avond niet in een braspartij is ontaard; of cr geen vrouwen waren, die cr niet be hoorden; of voortaan het aantal iiitnoodi- gingen niet kan worden beperkt en of men niet volstaan kan met aan de buffetten al coholvrije dranken te schenken. Het antwoord zal waarschijnlijk weinig positief zijn; dc heer Ter Laan zal dit ook vermoedelijk niet verlangen; de belangrijk heid van deze kwestie is, dat zij op liet tapijt wordt gebracht, cn of het antwoord van dien aard zal blijken dat men aan verschil lende zijde in den Raad meent dc gelegen heid te moeten benutten om cr het zijne over tc zeggen. Voor den burgemeester vooral lijkt het een netelige geschiedenis die, wan neer zij niet met veel tact wordt aangevat, hem opnieuw ecu bittere ervaring kan bren gen. Ook in dit opzicht lieefl het bezoek van de Amerikanen aan ons Stadhuis dus een gevolg. Voor t overige mag worden gecon stateerd, dat de Rotterdammers bij duizen den van hun belangstelling hebben doen bLijken door een kijkje te nemen op de „Wyoming" cn de ..Arkansas", cn dat de Amerikanen hier wel populair waren. Het was een heele ontspanning in dezen aan ge beurtenissen armen tijd. Nu dc slagschepen weg zijn Rebben we weer iels anders; Donderdag herdenking van de mobilisatie, met 's morgens een om megang van de mariniers door de stad, des middags klokgelui en muziek, 's avonds bazuingeschal v. d. grooten toren dit is 'n traditie, hoewel niemand beneden iets van dc bazuinen hoort met een wijdings- stonde in dc groolc kerk cn een wijdings samenkomst in dc Doelen. Voorts wacht ons dc vredcsweck van 3 10 Augustus, zooals bij U, waarschijnlijk; er is, intusschen, een merkwaardige samen hang in deze mobilisatieherdenking en de vrcdesactie. Immers liet meest frappante van dc mobilisatie was voor ons, Hollan ders. wel de plotselinge uitlaaiing van de haatgedachtc, welke in dc verschillende vol ken ten opzichte van elkander nog altijd bleek te leven, en dc nietigheid, daartegen over, van tic vredcsidec. Wij mogen dan wel vrij voor de versterking van deze schoonc idee ijveren, zooals men van hier uit altijd getracht heeft haar algemeen tc maken, men zal daarbij nochtans hebben te bedenken dat de haatgedachtc er is, sterker dan misschien ooit tc voren, en dat inen zich van de inter nationale verbroedering althans voor de naaste toekomst geen al tc groote voorstel ling maken moet. Wie in Duitschland eens heeft geluisterd en in Frankrijk rnndgeke-. ken, die kan niet anders dan zeer gereser veerd zijn (cn opzichte van verwachtingen, welke men in Nederland koestert. Maar buitendien wij herdenken behalve de mobilisatie ook onze kermis, dc beruchte Rottcrdamsche kermis, die nu al jaren tot liet verleden behoort. Wat cr nog van over bleef, de pofferfjes- en wafelkramen, die vindt mer. thans op onze pleinen, cn tc oor- deelcn naar het feit, dat ze elk jaar trouw terugkccren, kan men gelooven, dat ze goe de zaken inaken. Want het behoort ook tot de Rottcrdamsche gewoonten, dat men in écn van deze vele kramen een bezoek af steekt: heclc families trekken cr liccn, en zetten zich om dc primitieve tafels op schragen. 111 een knusse boxe, om zich aan dc zoele lekkernij tegoed te doen. Vroeger, in de dolle kermisdagen misbruikten de jongelieden de lampcglazen in die kramen Muziek-kronieK. HET MUZIEKLEVEN IN NEDERLAND SiND? 1880. Een van de meest opvallende kwaliteiten van dit voortreffelijk werkje is de omzichtigheid cn de objectiviteit, waarmede de heer Dresden schrijft -over het muziekleven van onzen tijd. Die omzichtigheid ligt nu wel eenigszins voor dc hand. vooral in ons kleine muziek gebied, waar de talenten elkaar toch al weinig ruimte vermogen te gunnen, doch het is nier altijd gemakkelijk voort tc schrijden cn om zich heen fa zien in deze welig tierende na tionale vegetatie zonder een enkel gewas tc beschadigen. Wie noemt zich al niet compo nist en wie waakt ai niet met Argus-oogen over het kleine plantje, dat hij in de Ncder- iandsche muziekgaarde in het leven tracht te houden. De meeste voortbrengselen zijn geen papiermark waard (wat zouden wij hier in Holland ook met cenige duizenden meestcrwe:- ken moeten beginnen doch worden door de eigenaars, die dikwerf beter koopman dan kunstenaar blijken kunstmatig „op prijs' ge houden en herhaaldelijk in den muzikalen smaak naar voren geschoven Opmerkelijk is het, dat de querulanten meestal in de achterste geledeien staan. Doch zooals gezegd, de heer Dresden is omzichtig en stelt zijn conclusies niet dan na ampele overwegingen en met zui ver oordeel. Wie nu mocht denken, dat de heer Dresden door deze omzichtigheid geleid, met instem ming van de kunstbtoeders en met gesloten oog en een lofzang op -de hedendaagsche Ne- derlandsche componisten heelt geïntoneerd en aldus, gebruikmakend van zijn ajitoriteiJs) het publiek tracht aan te toonen, welk een grootsch bezit het in zijn musici heeft, vergist zich. Sem Dresdenhet muziekleven in Ne derland sinds 7880. Elsevier's Algemee-ne Bi bliotheek. 2) Men weet dat Sem Dresden onlangs be noemd is tot Directeur yan het Conservatorium te Amsterdam. Ook dit bock is een teeken, dat door velen weersproken zal worden, al zou het alleen maar zijn om den schrijver het recht te ont zeggen over zijn tijd- en soortgenooten met een dergelijke scherpzinnigheid te oordeelcn. Inmiddels is deze beoordeeling in de meeste gevallen mild en laat zij ruimte voor opvat tingen van anderen. Men dient evenwel goed te beseffen, dat de w aarde-bepaling van talen ten zich slechts moet beperken lot hetgeen deze tot stand hebben gebracht en niet tot hetgeen zij beloven. Het „veelbelovend talent" is een onuitstaan bare verschijning in onze kunstwereld, waar mee al te veel rekening wordt gehouden, voor al als het niet uit den band springt en de mid delmatigheden van hen, die zijn leidslieden wa ren, getrouwelijk repeteert. Dresden's bock is dus omzichtig cn objec tief. Want wie in het Voorwoord van een werk de volgende puntig-toegespitste zinsnede van Busken Huet wenscht te onderschrijven cn hierdoor blijk geeft zijn onderzoekingen nauw keurig en zonder aanzien des persoons tc ver lichten, heeft zijn grondslagen voor dezen niet ongcvaarlijken arb'è/d in den drassigen Hol- landschen bodem goed gelegd. De woorden vun Busken Huet, gericht tot het letterkundig en kunstlievend Nederland, zijn in een tijd, waarin men in kunstzaken vele chauvinistische injecties wenscht toe te passen, uitnemend geschikt om een gepast evenwicht tusschcn enthousiaste vereering en koel objectivisme te bewaren. „Gij zijt", zegt Busken Huet, „met uw verlof, le allen tijde de risee en de dupe van Europa geweestcn alleen het isolement, waartoe gij vervallen zijt. is oorzaak, dat het menschdom, hetwelk thans van die dingen geen kennis neemt cn dan ook waarlijk zijn vrijen lijd nuttiger besteden kan. niet nog dagelijks schatert van lachen om ai die boe ken en bladen, waarin ge u zeiven honig om den mond smeert, uwe mediokriteiten tot den rang van genieën verheft, en uwe voors*aderen groot noemt in de hoop, dat uwe kinderen niet bemerken, hoe klein gij zijt." Waarlijk, een uitnemend beginsel voor den auteur, die zich tot taak heeft gesteld een Ne- derlandsc'n cultuurtijdperk te beschrijven en de geestelijke waarden daarvan nauwkeurig te bepaien f De heer Dresden heeft de stof verdeeld in vijf groepen, le weten I. Componecren cn componisten. II. Daniël de Lange, Alphons Diepenbrock, Bernhard Zweers, Johan Wagenaar. III. Tijdgenooten. IV. Latere geslachten (tot 1890). V. De Modernen, (na 1891). Aan het slot treft men ten volledige lijst der werken van Diepenbrock, Zweërs cn Wagenaar aan, benevens een namenregister. I. In "élk dezer hoofdstukken zijn voortreffe lijke pagina's, al_ kan menj in détails een ande re mcening zijn ttfégedaafTdan de schrijver voorstaat. Diesden stelt ;n het eerste hoofd stuk dc vraag: „Is Nederland muzikaal Heeft rtelodie, samenklank, t het behoefte nan scheppen?" En olgendc het gevoel voor rhytme, timbre, voor bouw Hce muziek Kan het muzïel hij beantwoordt deze vrmg met de psvcho-anaiylische overwegingen: „Onze aard is niet uit tischzelfs bezitten wij schaamte het kost ons zeer zeker tegenover vre Wij zijn wel heel verschil den bijvoorbeeld, voor w uiting van het sentiment itndig, niet -pnthe- en zekere valschc ftoeite ons te uiten, mden (het publiek nd van de Spanjaar- de dans, de directe oor het lichaam zelf, gewoon, alledaagsch is. I5e vrouw, die, bij het oorbijtrekken van een jkstoet, zich vast klampte aan de baar, en Iijkzang intoneerde en een dans voor den afj?storvcne gaf te aan schouwen, voor een „grtote menigte mon schen, zou bij ons als wijs worden weg ge voeld. Wij zijn als d> tiek en verbergen onze dan ze uit te spreken. I bben wij, boven de zorg voor het dagelijkse gelenigd moeten worder houden, en waaraan on: pen is Is onze geest, ,e wolkt, en scheppen wij ziertjes, flauwe gra stootjes of straatschendrijen ngelschcn, phleg me edachten veel liever andere nooden du om pns in stand te zieleleven onderwor- na!s de luchten be leen behagen in plci- ">en, burgermansop- kere vormelijkheid, een zeker overleg, die leven te pas komen, spontaan te zijn. Wij en er is moeite voor no iig om een besluit te k nemen, en voor iets, wa Een loomheid (bezitten wij) ns in het practische aar ons weerhouden n eerder voorzichtig, het -zij, warm tc wor den. Onze belangstelling voor alles wat gaat buiten de utiliteit, de struggle forlifc, stuot op een matige temperatuur, die niet gemakkelijk is op tc voeren. Optimisme, doortastendheid en zelfvertrouwen zijn niet onze sterkste eigen schappen, dus ook niet de echte, innerlijke groote blijdschap, die „alleen hierop kan steunen". Dresden komt tot de conclusie, dat de mu ziek voor de Hollanders niet is „een levens- factor tils water en lucht. Men kan cr zonder". „Maar voor een componist", gaat de schrij ver verder, „bestaan niet dezelfde verhoudin gen. Dc wereld der klanken is voor h9m de eenig bestaande wat anderen ontspanning geeft, is voor hem het leven zelf. Het „genot" van muziek tc hooren is bij hem ondenkbaar, want het hooren is hem meer don genot, meer dan een vluchtig momenthet is zijn onont beerlijk voedsel". Na een zeer belangwekkende beschouwing over het componeeren, het ordenen van gelijk soortige en ongelijksoortige muzikale elemen ten, poneert Dresden de stelling, dat Neder land na 1880 een muzikalen bloei tegemoet is gegaan „Zou de achteruitgang in de muzikale pro ductie van Nedeiland, de stilstond kunnen wij gerust zeggen, in de eeuwen sinds Sweelinck en de oude volksliederen, daarin zijn tc zoeken, dat wij onze psyche hebben verwaarloosd, ver loochend en te veel rondom hebben gekeken, of is het „toeval" ik bedoel, waren er geen klank-gevoeligen en machthebbers over toon en geluid in ons midden Waarschijnlijk heb ben beide oorzaken samengewerkt. Als wij in verband met de boven aangehaalde stelling mogen aannemen dat muzikale productiviteit niet uit de lucht kan komen vallen en de psy che van een volk zich slechts no eeuwen kan wijzigen, dan moeten wij gelooven Jat de tijd tusschen Sweelinck en thans (dc jaren na '80, waarover in de volgende hoofdstukken wordt geschreven) een leege plek is geweest, die door welke oorzaken ook, onvruchtbaar is ge bleven. Zeker is het dal de herleving der muzikale compositie in Nederland samenhangt met hel feit, dat mon zich eigen urnzikaa! ver leden ging herinneren, cn probeerde eigen .psy che in tonen uit te drukken", Er zijn dus leekencn, welke den hernieuwden opbloei der muzikale compositie hebben ge profeteerd en het boek van Dresden vat de re sultaten waartoe deze herleving thans reeds heeft geleid in hel kort samen. Dat deze re naissance het publiek er ook toe zal brengen meerdere belangstelling voor de muziek en de componisten over te hebben, ook hierin is de toekomst hoopvoller. Voorolsnog heeft Dresden gelijk, .wanneer hij zegt „In het algrsmecn echter, enkele groote cen tra niet meegerekend, bestaat in de hoofden der fatsoenlijke burgers de mecning dnt een toonkunstenaar er is, om genot van welken aard het ook zij, te verschaffen, en dal men hem kan missen, non zijn lot overlaten, al* men aan dat genot geen behoefte meer heeft", en men zou mogen afleiden uit deze verschijn selen, vervolgt hij verder „dat men voldoende heeft aon zich zelf, zijn genoegens, pleiziertjes, het voetballeder en de ducaten". Uit deze citaten merkc men op, hoe Dresden één zijner doelwitten, om ook leeken voor zijn onderzoekingen te intoresseeren zeker niet voorbij heeft geschoten. Zijn betoogtrant is r. elder en geestrijk met vermijding van technische ternicn uit het mu- ziek-argot, zoodat het niet buitengesloten is, dat door dit boek in ruimer kring de belan^ stelling voor de muzikale stroomingen run on zen tijd gevoed wordt. Het is wel merkwaardig, dat pas in het juar 7924 een studie kon ver schijnen, welke de zuzikale cultuurbeweging vanaf 1880 bespreekt. Deze is uitgegroeid tot een stukje muziekgeschiedenis van dezen tijd, zonder zwaarwichtigheden en zonder breedspra kige u&hnlingen. De meening welke in het alge meen heerscht, o!s zou de muziek door een be- jiaald gemis aan eigen levensdrift noodzakelijk moeten mediteeren over verloren schoonheden (de renaissance-rcuzieken der 77e eeuw hebben *eer sterk deze karaktereigenschap), is men, na de gebeurtenissen van de laatste vijl tig jaar in de muziek, niet meer zoo sterk toegedoan. De muzikale beweging van 1880 nu mediteert niet over 2aken, welke geweest zijn, maar vat in zich samen de aspiraties en de uitingen van een langzaam ontwakende geestkracht, die te ang reeds geknot en besnoeid werd door den

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1924 | | pagina 9