23eAMERSFOORTSCH DAGBLAD „de eemlander"
Kei Meisje van hiernaast.
BÏNI^N LANDT
DERDE BLAD.
FEUILLETON
r-. rv>* j
ga zijn wilde bouwen?,"o lang dat wél
zoo was, werd aan andere» de voorkeur ge
geven. Maar de andere, die!er waren, bleken
niet serieus. Tot dat ISrenpinkmeijer er nu
maar de brui aan heelt gegeven, want de
liefde kan niet bij voortduring van één kant
komen. Alzoo b 1 ij 11 lief moeras.
Daar zitten we weer. Epn stadion met tri
bune in dit stadsgcdeclf/ '/al werkelijk bet
cenige zijn.
Burgemeester en Wethouders hebben on
langs den gemeenteraad een algemeen plan
aangeboden voor bet in bouwexploitatic
brengen van particulieip gronden, liet merk
waardige feit doet zich voor, dat wij in zeker
opzicht met de stadsuitbreiding weer even
ver zijn als een jaar óf/dertig en langer gele.
den. Immers na de au/iexatic van 1S0G is de
gemeente op groote schaal terreinen voor
den stadsuitleg gaan lankoopen; bebouwing
van particuliere gronden kwam na dien lijd
wel nu en dan voor/maar toch vrij spora
disch. F.r werd dan root de liefhebbers tel
kens een overcciikonst gesloten, waarbij de
ze zich moesten vejliinden, voor do ophoo-
ging te zorgen, gi/tis het noodige terrein
voor aanleg van maten en pleinen af te
slaan, en dozen a a tl eg op hun kosten dooi
de gemeente te larn verrichten. Het bleef
echter bij een enkc/geval, want bijna overal
had de gemeente/len grond. Maar nu we
langzamerhand tiet oude Amsterdam van
voor de nieuwe .-jfinexalic volgebouwd heb
ben met complexdi en blokken, komt de tijd
dat de nieuwe d<rloii ook er aan moeten ge-
looven en djyr is de gemeente niet zoo
rijk aan terreinen. Zoodat bet nogal eens aan
hét initiatief var particuliere grondeigenaars
overgelaten znlfmoelen worden, of en wi'iar
tot bebouwing/zal worden overgegaan. Het
Dagelijksch Bcjtuur dreigt nu met de bedoel
de voordracht/.oo'n beetje, dat liet zich niet
hot mes 'óp keel zal laten zetten, maar
stevige voorgaarden denkt te gaan stellen
voor zijn „nïflewerking Ja zelfs, wanneer
bepaalde gronden al te ver van tie eigenlijke
stad zijn gcyegcn, en tins groote kosten voor
lioleering, malenoorzicning etc. zouden
eischen, za/het de bebouwing (naar zijn zeg
gen) wel /ens „practisch onmogelijk" moe-
ten make*. Hetgeen wel eigenaardig klinkt
uit den yond van een college, dat zelf op
groote afianden van het centrum gemeente
lijke Injridorpen" slicht, die natuurlijk óók
duur 7ijJ. Hot is tenminste nogal apodictisch
en met ren soort van sombere dreiging ge
zegd. V/rmoedelijk zal het wel de bedoeling
zijn, on deze manier de speculatie in bouw-
grqndm togen te gaan misschien ook wel
met li/t oog op de nog altijd uitgestelde pii-
blicay4 van het plan voor Groot-Amsterdam,
waayan wij toch eindelijk eens iets meer
zul lui moeten hoore.n. Maar de ervaring
heen wel geleerd, dat zulke dreigementen
niewerg veel uitwerking hebben. Bovendien
zal/het standpunt vooral op den duur wel
mcrilijk zijn vol te houden, wanneer de stad
ndr meer' aangroeit. Intussclven, de liefheb-
b/s mogen gewaarschuwd zijn...
Haagsche Brieven.
Politie-klecding. Scheveningen.
De Laakbrug.
De militairen in Den Haag althans som
mige officieren in de residentie zijn ver
ontwaard i gel. En zij hebben gelijk. Zo zijn
langzamerhand niet meer als militaire te
onderkennen. Men weet niet meer of men
een officier dan weleen politie-inspec-
tcur ontmoet, "t Is eon ernstig geval. Want
de mindere militairen zijn hopeloos in do
war gebracht; ze weten niet meer whnncer
zij wel en wanneer ze niet moeten groeten
En dat alles is de schuld van do verkeerspo
litie, met haar „feld-gran"-uniform. versierd
met zwarte tressen, en van haar inspecteurs,
die sterren op de kragen hebben, of van den
chef van het verkeerswezen wiens kraag
glimt van 't zilver. Dat zilver op die kraag
is de grootste doorn in 't oog van al wat of
ficier is en dat metafgunst die mooie
zilveren kraag ziel op de dood-gewone jas
van een politie-ambtenaar. Het is begrijpe
lijk. De kraagbeklecding is iets, dat voor
weinige militairen is weggelegd. Hoogstens
komt er eens een zilveren of gouden sterretje
op, soms zelfs twee of drie van deze siera
den, soms ook wel een gouden dwarsstanfje,
maar verder komt men in do moeste geval
len toch nietEn dan is 't hard om te moe
ten constntecrcn, dat iemand die van strate
gie -- althans oorlqgs strategie niets of
heel weinig afweet, kans heeft om zoo ge
makkelijk een kraag-versiering te krijgen.
Zoo is nu eenmaal t lovenDe. Haagsche
verkeerspolitie wordt met den dag mooier.
Als ik me niet vergis, heeft de hittegolf van
vorig jaar plotseling de groon-1 innen unifor
men in de mode gebracht. Het spreekt van
zei F, dat bij die uniformen ook een passend
hoofddeksel hoort. Wie nu de vernufteling
is geweest, die inderdaad kans heeft gezien
om iets „passends" tc bedenken weet ik niet,
maar' hot dient erkend, dat de goede man er
wonderwel in geslaagd is. De nieuwe helm
houdt 't midden tusschen een - vijgemandjo
en een modern salon-lampokapje cn de kleur
is van een onbestemd groen met wit (van 4
stroo) of wellicht omgekeerd van wit met
groene vlekken. De juiste combinatie heb ik
nog niet kunnen ontdekken, omdat belaas
't. weer niet dikwijls, toelaat. dat onze ver
keerspolitie zich met deze hoofddeksels ver
toont.
Het slechte weer heel't meer wreedheden
op zijn geweten. Op Scheveningen zuchten
alle exploitanten van den •directeur-generaal
van de ExploitatieMaatschappij Zeehad
Scheveningen af tot de ezclljesdrijver too
over het slechte seizoen, „dat nog geen een
jaar zóó slecht is geweest." liet is een bekend
feit, dat oen seizoen altijd slechter is dan een
vroeger; waar nu dat inzit weet niemand;
maar zoolang ik nu reeds op Scheveningen
kom, herinner ik me de jammerklacht, „dal
't dit jaar nog slechter is dan '1 vorige." Ieder
nuchter en verstandig denkend mensch zou
daaruit mcenon tc mogen opmaken, dat er
eens een jaar zou moeten komen dat 't in
derdaad niet meer slechter kan, want zelfs
aan 't slechte weer komt een grens. Niet ech
ter voor de badplaats exploitanten die nu
eenmaal behoefte tot klagen hebben en wel
licht klagende geboren zijn. Maar erkend
moet worden, dat zij ditmaal toch wel gelijk
hebben. '1 Seizoen heeft voor hen tot nu toe
nog maar Iwee weken geduurd; d. w. z. dat
het feitelijk nog maar twee Weken mooi weer
is geweest. En ieder zal begrijpen, dat dat
wel een beetje weinig is voor iemand die zijn
zaken in een paar maanden moet tracldcn
goerl tc maken. Zooals de zaken nu staan ziet
het er dan ook allesbehalve rooskleurig uit,,
voor de Scheveningscho Seizoenzaken. Over
een week of drie vier is de groote drukte op
Seheveningcn reeds weer achter den rug en
zal menig caféhouder kif boulevard-winkelier
naar zi jn lege brandkast en zij if groote voor
raden. kunnen kijken en zich vol verwonde
ring afvragen of wij in ons land dan nooit
geen zomer meer zullen krijgen. Het ziet er
dus slecht- uit voor d'e Scheveningscbe ne
ringdoenden. Maar dat belet ons „zakelijke"
gemccntebesluur toch niet om het den armen
mensch en nog moeilijker te maken. Zooals ik
ecnigo maanden geleden reeds gelegenheid
had op lo merken, doetmen van gemeente
wege al heel weinig om Scheveningen voor
den bezoeker aantrekkelijk tc maken; en be
kommert men er zich weinig om, dat een bad
plaats als Scheveningen nu eenmaal niet kan
zónder" a~arirr-ek ke 1 i j ki* \Vinfrels: \v"rer fraaie'
étalages ook dn vreemdelingen'en niet Hage
naars kunnen boeien. Op verzoek van de
Seheveningscho seizoenwinkeliers was des
tijds bij den Itaad een voorstel aanhangig
gemaakt om af te wijken van de verordening
op de winkelsluiting in dien zin, dat de sei
zoen/aken in don zomer tot elf in plaats van
negen uur geopend mochtenzijn. Ieder
moiïsch met een beetje gevoel voor recht cn
billijkheid on zaken-inzicht zou begrepen
hebben, dat voor de Scheveningscbe seizoen
zaken uitzonderingsbepalingen noodig zijn,
niet alleen voor de winkeliers zelf die op
hoogc lasten zitten en in korten tijd zooveel
mogelijk moeten zien te verdienen, maar ook
voor liet gezellige cn aantrekkelijke aanzien
van oen hadplaats, welke veel licht en kleur
en veel levendig verkeer van noode heeft.
Maar onze Haagsche Baad dacht er anders
over. IIot voorstel werd afgestemd, waarbij
de stemmen van eeiiïgc leden, die wel wat
voor het voorstel voelden, maar het niet kon
den goedkeuren, omdat de vergunning ook
voor Zondag zou gelden, den doorslag gaven.
Gelukkig voor Scheveningenkwam men
opnieuw met een voorstel, waarbij rekening
Was gehouden niet de gevoeligheden dier le
den. zoodat bepaald was, dat voor Zondag
de oude verordening van kracht bleef. Wie
sell etste echter de verbazing der Scbevening-
sche hoiïngd-oemlcn toen opnieuw bet voor
stel werd verworpen!
Zoo blijft Scheveningeneen dorp en
tracht «hot een badplaats te zijn, wat het op
die wijze wél nooit worden zal!
De Raadszitting van Maandag j.l. was be
halve aan bovengenoemd voorstel, verder
on voor 't grootste deel gewijd,aan een in
terpellatie van. den heer Mooyman over de
Lnakbrug-kwestie en de daarmede samen
hangende autobuskwesties. De interpollant
hield een uitvoerig betoog over de nadoelen
waaraan de bewoners van 't Laakkwartier
zijn blootgesteld door de maatregelen van B.
en W. inzake het autobus verkeer, dat pas
sagiers belet op willekeurige plaatsen in te
stappen, cn door de vertraging in den aan
leg van de nieuwe Laakbrug. waardoor een
behoorlijke verbinding met de stad voor het
kwartier onmogelijk blijft, liet is liet oude
liedje, dat de lieer Mooyman ook reeds zoo
schoon bij de begrootingsdebattcn heeft, ge
zongen en dat thans heelemaal niet anders
klon k.
Do heer Mooyman had gelijk, daarover is
ieder het eens. Maar de omstandigheden zijn
nu eenmaal niet anders en dus moet nicn
zich maar in 't onvermijdelijke schikken
Hot eenige resultaat dor interpellatie was
de mededeel in g van den wethouder, dat men
tegen bet. einde van dit jaar gereed hoopte
Ie komen. Welke hoop bij velen levendig zal
zijn.
De Staatscourant von gister 15 Augustus
bevat o,o. de volgende Kon. besluiten
benoemd tot ridder in de Ornnje-Nossnu
orde Jhr. B. H. S. M. von Bönninghnusen, pas
toor te 's-Gravcnhage
tot officier in de Ornnje-Nnssnu orde P. L.
Dessens, deken en pastoor te Leiden
tot l idder C. Brom, pastoor te IJsselstein
A. Frenkcn,. pastoor to Ranmsd,onk.;
tot officier G. C. van Noort, pastoor te Am
sterdam, oud-professor aan het bischoppclijk
Seminarie te Warmond
op verzoek eervol ontslagen W. van Kooi],
hoofdcommissie bij den pensioenraad
benoemd lot lid van den Raad van Bostuui
van Curasao, H. Slatius Muller, inspecteur der
belnstinge'n op Curasao.
EINDEXAMEN HOOFDCURSUS BREDA.
Voor het officiersexamen zijn geklaagd de
navolgende sergeonten-lcerling van den Hoofd
cursus der
Infanterie hier te lande D. Blanken, I). B.
Brugma, E. \V. Kengen, P. J. Molenaar, 1. H.
J. Plasberg.
Infuntcrie in Ned.-Indië W. C. van den
Berg, T. P H. Besters, J. C J. von Boxtel, II.
M. C. H. Brommer, H. A. Buiskool, J. E. van
Buuren, G. T. J. Eckmnnn, N. G. L. George,
D. J. lor Haar, A. van Spnnv, B. H. de Vries,
J. A. A. de Vries, J. H. Wehman, Wettcrs,
F EI B. Wetzels, A Zondag.
DE AMSTERDAMSCHE BEROEPSBRAND
WEER.
De viering van het 50-jnrig lustrum.
Het secretariaat der commissie lot huldiging
van dc Amsterdamsche brandweer bij haar
50-jarig bestaan laat het volgende mededcc-
lcn
Zooals bekend was het den 15en Augustus
vijftig jaar geleden dat te Amsterdam de brand
weer tot een beroepkorps werd hervormd.
De herdenking daarvan zul niet op 15
Augustus, doch om redenen van practischen
aard zeer vele* mienschdn zijn nog niet van
hunne vocantie teruggekeerd enz. in Sep
tember plaats vinden en wel van Dinsdag
9 tot cn met Zaterdag 13 September.
Het voorlóopig programma der te houden
feestelijkheden is in groote lijnen reeds vast
gesteld en luidt als volgt
Dinsdag 9 September v.m. 11.30 opening
biandweertenloonstelling Stedelijk Museum.
N m. 7.30 Fakkeloptocht met medewerking,
van brandweer muziekkorps, politie muziek
gezelschap cn tramharmonie; n.m. 9—9.30 mu
ziekuitvoering en taptoe op het IJsclubterrein.
Woensdag 10 September v.m. 10.30
aanbieding van het huldeblijk door het comité
uit de burgerij van Amsterdam met opluiste
ring van het muziekkorps der brandweer; v.m.
II uur receptie van dc brandweer in de hoofd-
knzernc, N. Achtergracht; n.m. 25 uur kin
derfeest IJsclubterrein, n.m. 24!j demon-
tratic opvolgend materiaal sedert 16501924
op de Westermnrkt; spuiten over het höantjo
von den Westertoren, opgeluisterd door het
politie muziekgezelschap; n.m. 10 u. fcest-
voorstelling in den Stadsschouwburg.
Donderdag II September n.m. 2'j4!.- uur.
Brandweerdcmonstratic, uitbeeldende de oefe
ningen cn opleiding, op het IJsclubterrein, op
geluisterd door het Brandweer Muziekkorps;
n.m. 5.30 uur feestmaaltijd voor dc manschap
pen van dc brandweer in de Koningszaal van
Artisn.m. 8—10 uur feestvoorstclling In den
Stadsschouwburg; n.m. 810 uur, openlucht-
concert tc geven door de tromharmonie op het
Thorbeckeplein.
Vrijdug 12 September n.m. 3—4.15 spuitdo-
monstroties von rollend cn drijvend materieel
nan het Westelijk havonfront bij de Droogbnk;
n.m. 5.30 uur feestmaaltijd voor de man
schappen von de brandweer in de Koningszaal
van Artis; n.m. 8—10 uur uitvoering Con
certgebouw met medewerking van het orkest,
orgel solisten. Kon. Liedertafel Apollo.
Zaterdag 13 September; n.m. 2.30—5 uur
brandweer-demonstraties weergevende dc be
strijding von brand en het redden van perso
nen op het IJsclubterrein, opgeluisterd door
muziek cn een groote zangershulde, met mede
werking von de voornaamste Amsterdomscho
monnenzungverecnigingen, onder leiding van
Fred J. Rocskc; n.m. 8—10 u. openluchtcon
certen te geven door het brondweermuzick-
korps, politiemuziekgezelschnp en dc Tromhar
monie resp. op Thorbeckeplein, Beursplein en
dc Noordcrmarkt.
Tijdens dc feestweek zullen de kazernes wor
den versierd cn de hoofdwachten aan de Hont-
horststrnot cn Prinsengracht verlicht.
Op 11, 12 en 13 September van 9.30 uur
v. m. tot 2 uur, n.m. zal het publiek in de ge
legenheid worden gesteld de hoofdwachten, ge
legen nan Nieuwe Achtergracht, Prinsengracht,
de Ruijterkade en Honthorststraat, tc bezich
tigen.
Een terugblik.
Ann oen retrospectieve beschouwing in do
N. R. C. ontlecncn wij de volgende bizonder-
heden omtrent het in Amsterdam zoo populaire
brandweerkorps
„In 1863 is ons brondwe7.cn georganiseerd
op de volgende grondslagen. Het personeel be
stond, de hoofdlieden inbegrepen, uit 150 vrij
willigers, verdeeld over 67 wijkspuiten, 5
schouwspuitcn cn 2 stoombrandspuiten. Bij plko
wijkspuit waren 2 brandmeesters, 3 pijpvocr-
ders en 12 spuitgasten ingedeeld, die danjrvpor
een kleine jnorlijkscho vergoeding ontvingen.
Bij brand kreeg het personeel oen uurloon, cn
bovendien werd nnn de spuitgasten van do
twee spuiten, die het eerst water gaven, een
premie toegekend.
Met dat al ging hel bij de bediening van het
materieel zoowol nis bij de brundblussching in
het algemeen maar op een gebrekkige wijze loc.
Dat de inrichting van de brandweer verbete
ring behoefde, v.crd hoe langer hoe meer bij
de autoriteiten een gevestigde overtuiging. In
1870 werden door een geweldigen brand in de
Utreehtschestrnot zes huizen in de osch gelegd,
en dit is do aanleiding geweest tot een voor
stel van B. cn W aan don raad, orn over te
.gaan. tot de oprichting van eenborocp-sbrnnd-
wéercorps, geschoeid op militairen leest/ met
kazerneering van het personeel. Het voorstel
hield tevens in aankoop van nieuw moterieel,
telegrafische verbinding van brandschellen op
verschillende punten van de stad. Reeds in
1872 heeft de rand daarop den heer P. W.
Steenkamp benoemd tot commandant van de
op te richten beroepsbrandweer, en hem belast
met de uitvoering vnn de daartoe, inmiddels
vastgestelde verordening. Hij maakte studie
reizen naar een aantal groote steden in Duitsch-
land, waar reeds een beroepsbrandweer be
stond, cn bracht daarbij ook een bezoek aon
de fabriek van Siemens cn Hnlskc te Berlijn,
welke daarop met den aanleg van het brand-
weertelcgrnafnet belast is.
Op 15 Augustus 1874 des nachts om 12
uur trad de beroepsbrandweer, bestaande uit
144 manschappen, onder leiding von den com
mandant P. W. Slecnkamp en den onder-com
mandant C. V. Dijckmeester, in functie.
Deze manschappen waren onder gebracht in
een hoofdwacht aan de Prinsengracht, in een
hoofdwacht op de Nieuwmarkt (Waaggebouw)/
in een hoofdwacht onn het Weespcrplein, in
een hulpwacht op do N.Z. Kolk, in een hulp-
wacht in de Rozenstraat, in een hulpwacht op
den Ka dijk, in oen post op het Spui, in een
post nnn de Lcidschopoort cn in een post op
de Botermarkt hoek Halvemaansteeg.
Het Centraal-bureau was in het raadhuis on
dergebracht. De wachten en posten 'waren .te-
Amsterdamsche Brieven.
De groote schoonmaak. Ter
reinen aan den buitenkant.
Amsterdam begint er nu werkelijk netjes
uit te zien. De straten met de steenen als
Edammer kaasjes en kuilen als wasclitobbes
maken zoo hier cn daar plaats voor kunst-
asfalt^oppêrvlaktcri; de tramlijnen keurig er
tussclien in. geplaveid met een bijzonder
soort van keien, die merkwaardig genoeg
van boven vlak en regelmatig blijken te.
zijn. Tn zeker opzicht een ideale toestand,
maar helaas weer niet zonder z'n minder ge
lukkige kanten...
Die mooie verkeerswegen hebben iets
kaals, kouds en ongezelligs. Onze arme Plan
tage! liet is iets... Ja, stel u voor een stu
deerkamer van een man met historisclien
aanleg, een intiem hoekje vol van mooie
oude bibelots een vertrek, dat in den
loop van lange jaren zoo is geworden. Zet. er
nu een flinke, frissche schoonmaakster in.
met volmacht om groote schoonmaak en
opruiming te houden en kom een veertien
dagen later terug. Alles lekker opgefriseht,
heldere, gordijnen, geen stof en geen volte
meer... al die „oude rommel" opgeruimd,
w a n t die was toch ra aar caduc
en stoffig wat liadl jo er anders dan
Jast van?
Zoo is do indruk, dien de Plantage nu
maakt. Frisch, ruim, netjes, prachtig., in
hot oog van de .schoonmaakster. Of misschien
van iemand, die er vroeger nooit was. ge
weest. Maar de bezitter, do goedo ruster-
damrner, vindt al die frisscliigheid.. om hij
te huilen.
Maar het i« waar, dat niet elke Amster
damsche hoofdstraat een Plantage was. De
hoornen in de Plantage waren een verrukke
lijk stuk natuur midden in de groote stad;
op andere plaatsen zijn zij meest hoornen
zonder meer, die gedund en verplaatst kun
nen worden zonder (lat alles verandert. Do
Nieuwe Zijds Voorburgwal lijkt na de behan
deling eerder een huiskamer, waaruit oen
piano of. oen canapé is weggenomen: alleen
vreemd-ruim. Dat zal wel gauw wennen,
wanneer een groot deel Van de stad aldus
opgeknapt is Ook het Rembrahcltplein is nu
klaar, en het staat.wel wat onwennig; oen
klein tikje a la Plantage, maar hot 'heilige
verkeer spint er in elk geval zij hij.
Met name het verkeer op fietsen, dat hier
in Amsterdam nog altijd hot gebruikelijkste
blijft. Hot eigenaardige is. dat het nieuwe as
falt iets in zich schijnt to hebben dat prikke
lend op de haast-zeniiwcn werkt. Dc polilic.
constateert dit ongetwijfeld ook, maar grijpt
alleen in op de vroeger geasfalteerde doelen,
waar oen snelheids-maximum is voorgeschre
ven.
Een buitenman, die plotseling hier op het
nieuwbestrale deel van de Nassaukade of op
de Nieuwe Zijds Voorburgwal komt tc-staan
op een der drukke uren van den dag. moet
ongetwijfeld donken, dat er ergens verderop
oen relletje of con ongeluk aan don gang iJ
alles rent. ïxïce-t, jakkert. Waarvooi
waarom? I-Iet zit. in het asfalt. Want zood/
het „mooie stuk" in enkele minuten is af
vlogen, vermindert de racer zijn vaart ïtvt
minstens 73% liet kün ook moeilijk Ai
ders. Na twee a drie nieter is op dc u'de
bestrating alle pret van het racen af.
Ik stel mij bijzonder veel voor vai/den
Dam die nu ook onderhanden is geno
men wanneer hij eens lclaa^ is. I-Icl/oofd-
plein van do hoofdstad ltan op dezoyianicr
een genoegd ijke draaimolen wordenan be
veling zal hot. dan ook hoogstwaaryhijnlijk
verdienen, do half-afgcbroken triUnic, die
tijdens het rcgeeringsjnhileum deiyxoningin
boven hel beroemde Dam-mo.eras/opgetrok-
ken stond, weer opnieuw op' te /ouwen en
tegen eenigo entree-heffing opeyte stellen;
oen gemeentelijk Stadion kan er/op best bij.
Van demping en bebouwing va/het moeras,
komt (och weer mets. Jaren eiynog eens ja
ren lang is men er over doener geweest...
toen tot bebouwing eenige keoron was beslo
ten, bleef de groote vraag, xyi o het. terrein
dan zou krijgen. Dc eonigo /rnstigc sollici
tant. do firma Brenninkniei/-r, is ook al ja
ren lang aan het lijntje gelyudeh. Men vond
haar heel geschikt, als ze y'én coiifectie-ma-
Want 't aanzicht dnt vaJoonl de wille van,
den geest.
BREDERODE.
Naar het Engel/oh van RUB7 M. AYRES
door
W. J. A. ROLDANUS JR.
Zij waren niiioij het hok en toen Don dat voor
haar open hield, keerde zij zich om en keek
naar mijn roan.
Ik had niet/gedacht, dat zij het doen zou, an
ders zou ily daar zeker niet zijn gaan staan,
maar het wjfe nu te laat om me terug te trekken
en per slot /an rekening keek zij maar heel even
mijn kant pit dan liep zij weer verder en Don
trok het lek achter haar dicht en volgde hoor.
Het was een duivels vervelende dag voor mij.
De uren schenen zich op looden voeten voort
te sleepen. Ik liep door het huis er. door den
tuin er trachtte vergeefs mij bezig te houden.
Rags, die blijkbaar het huis naast me uitgezet
was, kroop door de lieg en volgde mij met han
genden staart den geneelen ochtend op mijn hie
len.
's Middags ging ik naar den ouden Jardine
en vond hem, zooals gewoonlijk, op de warande
in slnap met een rooden zakdoek om het ge
zicht, maar ik maakte hem zonder veel plicht
plegingen wakker.
„Ik moet iemand hebben'om mee te praten,"
zoide ik, toen hij protesteerde
Hij ging rechtop zitten.
„Waar zijn de kinderen?" vroeg hij.
„De kinderen, zooals je ze belieft tc noemen,
zijn haar de stad,' antv-c.dde ik op onaange
namer. toon. „En daai ik me voor liet eerst in
mijn leven met mijzelf v- veei'ie. ben ik hierheen
gekomen."
,,üa zitten," zeide de oi.de Jardine.
Neen, ga liever ;u-sc een wandeling maken.
Da» zal ic goed doen.
Mij keek me snaaks aan.
„Een beetje zenuwachtig en rusteloos vroeg
hij.
„Allemachtig."
De oude man wreef in zijn handen.
„Prachtig, dot is een goed tecken; het bewijst
dat je bcttr wordt."
„Ik voel me uitstekend."
Nu eerst zag hij Rags.
„Wie voor den wat voor den begon
hij. Rags kwispelstaartte ter. tecken, dat hij hem
herkende.
„O, dien heb ik bij me," zeide ik losjesweg.
Het army dier had een vandeling nooaig", daar
om heb ik hem meegebracht.
„Ik wist niet, dat je 'een hond hadt."
„Hij is ook niet van mij. Hij Is van haar.'
„Wie haar vroeg hij langs zijn neus weg.
Ik voelde, dat ik een kleur kreeg
„Van Jov van Miss Lambert," legde ik
vlug uit. „kiel dier was alleen thuis, daarom heb
ik het meegenomen."
„O," zeide de oude Jardine, „nou begrijp ik
het."
Hij ging naar binnen om zijn hoed te halen
en ik r.am zijn stoel, dien ik zooeven geweigerd
had. Rngs sprong kwispelstaartend' op mijn knie
en keek me met vragende oog'en aan; het beest
scheen me om de een of andere reden, die hij
zelf het beste kende, als zijn ..baas" te beschou
wen.
„De hond schijnt je goed te kennen," zeide
de oude Jaidinc, toen we weggingen.
,,Ja", zeide ik en om dc waarheid te zeggen,
ik voelde me erg in mijn schik. Ik heb altijd
hoorcn zeggen, dal een hond steeds vriendschap
sluit met een eenzamen man en dus deed Rags
misschien niet anders don zich naar den ouden
stelregel gedragen.
Onze wandeling duurde niet lang, wont de
oude Jardine was gauw moe en daar mijn huis
dichterbij was dan het zijne, toen hij zeide, dut
hij niet verder kon, stelde ik hem voor bij mij
thee te gaan drinken.
Hij vroolijktc dodelijk op; hij was in zijn
voorliefde voor aftcinpon-lea bijna een vyouw.
„Een gewoonte, die ik van mijn lieve vrouw
geleerd heb," excuseerde hij zich altijd. „Een
slechte gewoonte, dat weet ik. maar wat zal je
eraan doen ik ben een oude man."
Hij dronk juist zijn derde kopje, toen dc post
kwam en natuurlijk vloog Rag(s, die rustig aan
zijn voeten gelegen had, moord cn brand blaf
fend do gang in. Castle, die de brieven was
gaan halen, haatte honden, waarop ik haar te
hulp kwam en hem oppakte.
„Maar één brief voor u, sir," zeide Cnstle,
terwijl zij dien mij op armslcngt overhandigde,
met een achtei dochtigen blik op Rags, die zich
los trachtte te rukken.
Ik nam hem mee naar de studeerkamer en
deed dc deur dicht, orn hem binnen te houden.
„Een klein, venijnig diertje.!" zeide de oude
Jardine.
„Muaar toch heusch- heel aardig," merkte ik
op.
Ik maakte de enveloppe, waarop het adres ge-
tiept was, open. Ik heb altijd het land aan der
gelijke enveloppen, gewoonlijk bevatten zij re
keningen of dergelijke onaangename dingen.
Deze echter vormde c-on uitzondering, ofschoon
zij van een adv oca ten fiwiia afkomstig was.
„Waarde Heer. U zult ons zeer verplichten,
indien U ons het adres zoudt willen opgeven
van Donald Robert Carey, eenigen zoon van
wijlen Robert Carey, .over wien gij, naar wij
vernemen, twaalf •jaai* geleden als voogd zijt
aangesteldof als hij in Engeland is en aan
bovengenoemd adres komen kan, zal hij iets
vernemen, dnt van groot belang is Uw dienst
willige F. C. Lampson."
De eerste gedachte, die bij mij opkwam, was,
dot 't een misplaatste grap was. Voor zoover ik
wist, was er niemand in dc heele wereld in staat
iets te doen, dat van groot belang voor Don
was. Ik gaf den brief aan den ouden Jardine.
„Het is hoogstwaarschijnlijk een vergissing,"
rv'ide ik.
In mijn hart hoopte ik het; het denkbeeld,
dot Don na al die jaren nog van een ander wat
krijgen zcu, lachte me heelemaal niet toe; in
de laatste weken had hij me al bewijzen g'enocg
gegeven, dut hij mijn voogdij moe was»
De oude Jardine las den brief zorgvuldig
door.
„Lampson I Ik Ren dat kantoor goed," zeide
hij. Hij koek me over den rand van zijn bril
aan„Wat denk j^, dat het beteekent vroeg
hij-
„Geld waarschijnlijk," zeide ik. Dal beschou
wen advocaten immers uls het eenige, dat be
lang heeft."
De oude Jardine wreef peinzend zijn kin.
„Ik dacht, dat de jongen geen familie had.'
„Dot dacht ik ook. Misschien is er een verre
bloedverwant van hem in Australië gestorven."
De oude Jardine gichelde.
AJs het geld is, wordt het een bruiloft, of ik
Iaat me hangen," zeide hij.
Ik keek hem verbaasd aon.
„Een bruiloft
„Ja Den en het meisje van hiernaast."
Ik trok boos mijn wenkbrauwen op.
„Maur ik heb het verboden en Don heeft be
loofd
„Als het geld is zal Don die belofte terug
nemen," voorspelde hij. „En ik kon het hem
niet kwalijk nemen. Waarom zou hij met zoo'n
meisje wachten; waarom zou hij niet trouwen
vóór hij weggaat, orn dc heincl weet wat
onder de oogen te zien."
Ik zotte den brief op den schoorsteenmantel,
waar Don hem, zoodia hij binnenkwam, zien
kon.
„Het is waarschijnlijk een vergissing," zeide
ik weer.
„Dat is het waarschijnlijk niet," zeide dc oude
Jardine.
En het was er geen, zooals de loop der ge
beurtenissen bewees.
Don kwam dien avond ondanks zijn belofte
laat thuis; zij hadden een heerlijken dog gehad,
vertelde hij mij, toen hij zag, dat ik nog op
hem zat te wachten j- hij had nooit zoo'r heer
lijken dog gehad; hij zog er vrij opgewonder
uit en had een kleur; onder het pralen liep hij
de kamer rond, om eindelijk vóór den brief op
den schoorsteen tc blijven staan.
„Je moet dien maar eens lezen," zeide ik,
toen ik zPg, dat hij ernaar keek.
Don scheen er niet bijzonder op gesteld van
mijn verlof gebruik te maken; hij lus hem even
door, keek mo dan aan cn zeide lachend
„Zeker iemand die me er door wil holen I Het
zou me niets verwonderen, als hot die beroerde
Selbv was."
(Wordt vcrvoIg<L)j