AMERSFOORTSCH DAGBLAD „DE eemlander" za»erdaflesapt.io*4
Het Meisje van hiernaast.
FEUILLETON.
DERDE BLAD.
23« Jaargang
No. 58
Parflscho Brieven.
cccx.
Metbmorphose der Champs-Elysées.
De ©onjr naar het Vesten. De druk
te aan de rechterzijde der straten.
De verdwijning van het hotcl-Du-
fayel. De tentoonstelling van
Fransche Kunstvakken.
Parijs, 25 Augustus 1924.
Nu, in den stallen tijd, zijn de Champs-Ely
sées op het voormiddaguur,, als dit naar twaal
ven loopt, het voetgangerscorso voor hetgeen
hier nog op het predikaat van chic en elegant
aanspraak maakt of aanspraak tracht te ma
ken. De breede wandelweg van do Avenue du
Bois, anders des ochtends het „rendez-vous"
der Parijsche gentry, dommelt nu in een be
haaglijke non-activiteit, waarin zij of en toe
eestoord wordt door een ingekankerden ouden
ParijZenaar, die voor de verveling van een re
genachtig seizoen op een mondaine badplaats
een paar dagen afleiding komt zoeken aan de
bebloemde overs van de Seine. In plaats van
dus een ochtend dat ik niets om handen Heb
te verkwikken met een kuier door do aristo
cratische laan tusschen de Porte Dauphine cn
de Place de l"Etoile, doe ik dat nu met een hy
giënische wandeling tusschen dc Chevaux do
Marly en het reeds genoemde plein, zonder
daarbij door pretenties van chic of elegantie te
zijn belast.
Hot is er mooi, voornaam, zonnig als 't
niet regent dus verkwikkelijk voor den geest
en voor het lichaam; trouwens dat weet iedere
vreemdeling die maar een paar dagen in Pa
rijs was. Doch er is meer, voor hem, die hier
geen vreemdeling is; er is een ruim veld voor
meditatie. Zij die Parijs langer dan een kwart
eeuw kennen, vinden er de zich opdringende
bevestiging dezer onomstootelijke sociale waar
heid dat in alle grootc steden (in kleine mis
schien ook), het rijke cn rijk zich voordoende
leven met zijn nasleep van kunst en weelde
zich altijd door naar het westen verplaatst. De
deftige, geheel „gesloten" huizen, zij aan zij,
die vroeger aan de Champs-Elysées een karak
ter van statige voornaamheid gaven, zijn nu
voor minstens drie kwart luxueuse winkelhui
zen, hotels, automobiel-magazijnen en mode
paleizen geworden. Ik constateer dit zonder er
commentaar op te willen leveren; alleen denk
ik er bij aan de groot© volksverhuizingen, van
heel veel vroeger, en dan beeft mijn hart voor
Ket toekomstbeeld dat hier eens de kozakkon
de baas kunnen spelen, al of niet naar den
trant der bolsjewieken, wat wel op hetzelfdo
zal neerkomen. Welke metamorphose het Bouis
de Boulogne in dien tusschentijd zal hebben
ondergaan, wil ik mij nu mear niet verbeelden.
Heb ik van dit sombere, verre, nevelachtige
perspectief afscheid genomen er is toch zoo
veel moois en liefs daar om mij dan consta
teer ik er nog wat anders, iets dat in alle
groote, drukke straten van Parijs is waar te
nemen, namelijk dat de beweging aan de rech
terzijde van de straat veel drukker is dan aan
de linkerzijde en dat er aan die zijde ook vee!
meer aanleiding tot die groote drukte bestaat
(hierbij moet ook met den gong naar het Wes
ten rekening gehouden worden). De Boule
vard geeft er ons een sprekend voorbeeld van,
de Champs-Elysées doen het ook en ik zou
nog menige straat kunnen noemen die mijn
waarneming bevestigt Wie daar van dc reden
weet te geren, zal mij pleizier deen het te
Msrs!®n, ik kom er eerlijk voor uit dat ik het
niet weet te doen.
Een bijdrage ter illustreering van beide ver-
schijnselen lovert op dit oogenblik de afbraak
en de aanstaande verandering in een soort van
winkelgalerij (naar men mij verzekerde) van het
berucht-weelderige hotel (hotel in de bcteeke-
nis van eigen „gesloten" huis) van wijlen derr
reclamemegnaat Dufayel, bij zijn leven eige
naar van een heusachtig© bazar, publiciteits-
onderneming en nog wat, die als stalknecht bij
zijn vroegeren patroon begon en, door diens
weduwe te trouwen, als multi-millionnnir stierf.
Die super-parvenu had daar. midden, in de be
roemde prachtlaan, een paleis doen bouwen
waarvan men wonderen vertelde nog voor het
gereed was. Er werd natuurlijk sterk overdre
ven, maar daar tijdens den oorlog (Dufayel
was al een paar jaar dood en zoo goed als ver
geten) de Fransche Regeering het gebouw ge
huurd had om tot cercle voor de binnen-
en buitenlandsche journalisten te dienen, heb
ik die wonderen ecnige malen van nabij kun
nen zien.Het leverde het compleetste type
van den parvenu-stijl en was vol weelderige,
erg dure en mooie détails, waaronder tal van
kostbare kunstwerkenmaar dat alles was
zonder smaak nn elkaar gepast en verspreid
met geen andere bedoeling of zin dnn rijk tc
doen cn te epateeren. De grootste ruimte van
het gebouw werd ingenomen door pronkerige
trappen van wit marmer langs hoogc wanden
van verschillend gekleurd marmer en mot leu
ningen overvloedig versierd met gesmeed
koper- en ijzerwerk. De plafonds der trappen
huizen waren gedecoreerd door schilders als
Cormctr, Detail !c, Chartran cn andere artisten
van naam, en gevat in een gebeeldhouwde om
lijsting. Daarnaast op de eerste en tweede ver
diepingen een paar feestzalen, maar overigens
weinig kamers, zoodat alle intimiteit, alle rust,
ontbrak, behalve in do bibliotheek waar allo
boeken rijk gebonden waren. Men zegt (ik weet
het niet uit onder rinding) dat dc W.C. tot zit
plaats had een stoel vol houtsnijwerk, ruim
en prachtig als een bisschopszetel in een kathe
draal. De man die daar maar kort woonde, na
dat de bouw en de inrichting joren geduurd
hadden, vond er een trots behagen in zijne gas
ten rond te leiden cn hen op de mooie details
te wijzen metvermelding van den prijs
dien hij er voor betaald had. Zijn waardeering
Van zijn paleis had den vorm van een prijs
courant.
Aan den afbraak van dit gebouw, welks ver
dwijning geen verlies voor de Champe-Elysces
is, wordt hard gewerkt. Ik nam dit waar toen
ik dezer dagen een kijkic ging nemen op een
tentoonstelling in het Grand Polais, ecnig in
haar soort en waarvan iedereen die er was,
hoopt dat zij door velen zal gevolgd worden.
Het is een tentoonstelling van de kunst-vakken
die in verschillende streken van Frankrijk wor
den beoefend. Daar zijn breed maar niet volle
dig uitgestald tal van fraaie werkstukken van
de mnitres, compagnons cn epprentis van het
beroemde Fransche artisanat, van die groote
familie van kimswerkors waarvan de produc
ten van de Gobclings en van Sèvres den roem
door de wereld hebben gedragen.
Bijzonderheden kan ik hier van die ten
toonstelling niet vertellen trouwens zij die
zich daarvoor mtet csseeren, zullen het mooio
werk der artisans het volgend jaar op de Inter
nationale Tentoonstelling van Decoratieve
Kunst weer vinden en al meesterstukken van
boekbinderij, weverij, pottenbakkerij, meubel
makerij, borduurden'}, cn wat niet al meer be
wonderen.
De inrichting, eenvoudig smaakvol, voldeed
juist aan het doel. Dadelijk aan den ingang, in
de groote rotonde, waarin vroegere jaren elke
lente een prachtstuk von Rodin het middelpunt
was, verhief zich nu een hcmelhooge pyramidc
van lange kleurige weefsels, alles fraai werk van
de Artisans-Tisseurs do la Cvoix Rousse te Lyon
en van de Tisseurs uit het land van Bohain bij
St. Quentin, om welks vaet breeduit eenigc
weefstoelen in vollen gang zijn. Maar het voor
naamste punt van attractie voor het publiek
„inzending" van de Manafactuie Nationale des
Gobelins, waar, voor een achtergrond van drie
prachtige groote wandtapijten uit deze beroem
de staatsfabriek, een kunstwevet bezig was aan
het uitvoeren van zijn mooie taak, om zoo te
toonen hoe er daar gewerkt wordt. Onder de
collectieve inzendingen van kuntscholen, deco-
rotie-atelierr en vak-acndemics trokken zeer de
aandacht die van de „Chambres de Métiers" in
den Elzos, waar zich de meesterwerken dec
boekbinderskunst der borduurkunst en kasten
makerskunst bijzonder onderscheidden.
Deze tentoonstelling heeft al dit effect op
geleverd, dat zij dc aondacht van het groote
publiek gevestigd heeft op het hoogc stand
punt dat in dit land het werk van den nrisan-
kunstenaar en werkman tegelijk inneemt. Het
publiek liet het dan ook niet aan waardeering
ontbreken
DOYEN.
laagsehe Brieven.
Scheveningen. Een krantenpraatje.
Een Vacantie-vergadering van den
gemeenteraad.
Het schijnt, dat w.ij in een onzer laatste
brieven ten opzichte van het seizoen te Sche
veningen wat ai te pessimistisch zijn ge
weest. Volgens de berichten in de Haag
sche bladen tenminste moet dit jaar het
beste zijn sedert den oorlog. Erg veel 'wil
dat echter nog niet zeggen, want er was
maar heel weinig voor noodig om de jaren
van. 1914 tot nu in de schaduw ie stellen.
Scheveningen toch moet liet van de vreem
delingen hebben cn 't schijnt, dat deze dit
maal voor 't eerst weer op dc boulevard en
de Pier en in 't Kurhaus zijn verschenen.
Wij hoorden zelfs van gunstige cijfers van
de hotel-exploitaties, van tevredenheid der
winkeliers en pensionhouders enz. Dat mag
allemaal waar zijn, ook dat het slechte weer
niet zulk een ongunstigen invloed op dc ex
ploitatie van Scheveningen-badpiaats heeft
gehad als wordt vermoed; maar toch blij
ven wij betwijfelen of dc cind-cijfers wel
zoo gunstig zullen zijn als men aanvanke
lijk heeft gedacht. Aten moet n.l. niet ver
geten, dat de toestanden zich in 't begin van
't jaar gunstig lieten aanzien. Dc Duit-
schers kwamen, dank zij hun goudinarkcn,
weer in grootere getale naar ons land, en
de hoop was gewettigd, dat dc talrijke
Wcmblcy-bezoekende Amerikanen, Austra
liërs, Canadeczcn enz. ook een gedeelte van
dc bezoekers aan ons land zouden leveren.
Wellicht hooren w.ij aan 't eind van Sep
tember wel hoe 't met deze verwachtingen
gegaan is, en of Scheveningen inderdaad
zulk een buitengewoon gunstig jaar achter
den rug heeft. Wij, die zelf in Schevenin
gen wonen, cn dus gelegenheid tc over
hebben om onze oogen den kosf te geven
cn het oor te luisteren leggen, hebben van
een groot opliinisme nog weinig vernomen.
Het is waar, dat de pensionhouders veel
verhuurd hebben in dc afgeloopen maanden,
en dat zij flinke prijzen voor hun kamers
hebben kunnen maken, maar daarmede staat
of valt Scheveningen nog niet. Voorioopig
blijven wij nog wat pessimistisch, in de
hoop, dat wij ons vergissen.
In dc Haagsche journalistieke wereld
blijft liet gisten. Wat voor hen, die cenigs-
zins op de hoogte zijn van dc toestanden in
de krantenwereld, geen nieuws kan zijn.
Reeds jaren lang telde de residentie een
aantal dagbladen, dat voor haar te veel
van het goede was. Want er is juist geen
stad in ons land welke voor de plaatselijke
bladen zoo ongunstig ligt ais Den Haag.
Dc groote dagbladen kunnen er vrijwel tc-
zeifdcr tijd verschijnen als dc plaatselijke,
cn de twee kranten welke zich ook „groote"
noemen, n.l. dc „Nieuwe Courant" en „Het
Vaderland" hebben het nadeel, dat dc spoor
verbindingen van Den Haag met dc ver
schillende deelen van ons land uiterst on
gunstig cn dus nadeeiig zijn. Dat is reeds
jaren lang gebleken en dus waren beide
Haagsche bladen voor een groot deel op
hun eigen stad aangewezen. Met het ge
volg, dat er behalve dc vier grootc bladen
twee uit Rotterdam en tv.ee uit Amster
dam nog zeven plaatselijke bladen ver
schenen. ieder kan begrijpen dat dit aan
tal wel wat heel groot was. Enkele jaren
geleden is...Het Dagblad van Zuid-Hol
land" reeds door de Haagsche Courant op
gekocht en daarna spoedig verdwenen. Een
tweetal jaren terug ging „Dc Nieuwe Cou
rant" in handen van de N. R. Ct. over cn
een maand geleden is „Het Vaderland" den-
z.elfdcn weg opgegaan. En met behulp van
den grooten broer zullen beide bladen zich
thans wel weten tc handhaven, zij 't ook
dat zij hun zelfstandig bestaan tiians heb
ben moeten prijsgeven. Thans is deze week
de nieuwste verrassing gekomen. Volgens
de berichten n.l. heeft „De Haagsche Cou
rant" zich de luxe veroorloofd „De Avond
post" aan tc koopen. het blad, dat wat bc-
teekenis er. inhoud betreft 'het meest met
De Haagsche overeenkomt, cn dan ook al
gemeen als de ernstigste concurrent werd
beschouwd. Het is nog zoo lang niet gele
den, dat ernstige geruchten de ronde de
den, dat het Verbond van Actuaiisten de
Avondpost had gekocht. Voor zoover ons
bekend is. hceit het maar weinig gescheeld
of deze aankoop was inderdaad tot stand
gekomen. De prijs sehiint den A4ussoiini-
navolgers echter \vat al te gepeperd te zijn
geweest, zoodat het zaakie is afgespron
gen. Wat echter toch op den duur gebeu
ren moest schijnt dus thans toch een teit
geworden te zijn. De Avondpost kon blijk
baar, sedert het overlijden van den lieer
Paape, die het blad tijdens zijn leven finan
cierde, den srtijd om het bestaan niet langer
volhouden en is thans den weg van het Oude
Dagblad opgegaan. Of het echter evenals
dat ook zal verdwijnen is een groote vraag.
Men koopt geen krant voor niets; cn zeker
niet de 7.00 handige krantencxpluitanten als
de hccrcn Sijthoil, die, het klappen van de
zweep zóó volkomen kennen, dat zij zeker
wei vooruit w isten, wat zij aan hun concur
rent hadden. Met belangstelling zal men
thans afwachten, wat er met De Avondpost
zal geschieden. Voorioopig zal het gesteund
door de „Haagsche" zonder moeilijkheden
rustig kunnen blijven verschijnen...
Dc Gemeenteraad heeft Maandag j.I. ecni
ge vacantie-zaakjes behandeld. Dat wil zeg
gen, dat er weinig belangrijks op de agen
da voorkwam, althans geen vraagstukken
van groot gemeentelijk belang. Deson
danks werden er vrij langdurige, ja zelfs
politieke debatten gehouden. Een voorstel
voor den bouw van een H. B. S. te Sche
veningen b.v. deed de Christelijke leden in
't geweer komen, die concurrenlie voor dc
Christelijke H. B. S. vreesden. Het blijft op
dat punt toch nog altijd de oude kwestie!
Ondanks de kritiek werd liet voorslel aan
genomen zonder hoofdelijke stemming. Een
merkwaardig voorstel was verder dat be
treffende den aankoop van liet buiten
„Cromvliet" tc Rijswijk. Zooals men zich
zal herinneren weigerde de Raad eenigc
maanden geleden het buiten met het park
aan te koopen, en nu dat park voor een
groot gedcelle als bouwgrond is verkaveld,
komen de eigenaars het nog eens aanbie
den en is de Haagsche Raad vriendelijk ge
noeg thans op den koop in tc gaan. Het
parkje blijft park en het huis zelf wordt
bewaarschool, als 't een beetje verbouwd is.
Waarvoor een buiten dus al niet goed voor
is.
Ten slotte heeft de heer Harms, die zich
gaarne met kunstzaken bemoeit, geïnter
pelleerd over het subsidie van f 20.000 aan
de nieuwe opera-onderneming „De Co-Opc-
ra-tie." De heer Harms was bang voor een
débAcle, was aan 't rekenen gegaan en
kwam tot een tekort van 18.000 gulden. Hij
bleek in den burgemeester echter z.ijn meer
dere gevonden te hebben wat betreft dc
kunst van het groepeeren der cijfers. Want
dc heer Patijn rekende voor, dat er van een
tekort geen sprake kon zijn, en dat de be
grooting precies sluitende gemaakt was.
Daarmede was dc lieer Harms uitgepraat.
En Den Haag wacht titans rustig af wat dc
hecren Van Raalte cn Poolman op opera-
gebied zullen prestceren.
Brieven uit Rotterdam.
Dc dure taxi's. Onze eigenaardig
heden. New-York min het lawaai.
Drank en pokken. Winter
seizoen. Wat ons wacht. De
winkelsluiting.
Nu dachten we nogal dat Rotterdam den
vreemdeling tegenwoordig zooveel wcucld-
stadgencugten kon aanbieden; dat. dank zij
de gastvrije ontvangst, welke wij autoritei
ten op velerlei gebied uit den vreemde be
reiden, do naam van onze stad in liet buiten
land op aller lippen zou zijn; dat in liet vol
gend rcisseizo.cn alle hotels propvol zouden
worden, in tegenstelling met dit jaar, waarin
onze hotelhouders zeer afgunstig zijn op liun
Haagsche collega's, die moestal doorloopcnd
een uitverkocht huis hebben en daar is
nu een adres van de Vereen, tot bcv. van
het Vreemdelingenverkeer ons komen ont
nuchteren.
In dit, aan den Raad gerichte adres wordt
gewezen op dc schrale campagne van dit
jaar, waar het vreemdelingen betreft en
tegelijk hot middel aangegeven om den trek
naar Rotterdam te verbeteren. Weet U edel
achtbare hecren, waarom dc menschen niet
naar onze havenstad komen? Omdat do
taxi's zoo duur zijn.
1 De dames en hoeren in den raad zullen
wellicht ongeloovig kijken. Maar het adres
is zeer positief: dot het tarief voor
taxi's in onze stad zoo buitensporig hoog is,
dat vreemdelingen er aanleiding in vinden
om, Joist met het oog daarop, onze gemeente
te mijden. Klachten daaromtrent komen
voortdurend bij het bestuur in, zonder dat
het echter daaraan gevolg kan geven, wijl
men zich op de desbetreffende verordening
kan beroepen. Bij een ingesteld onderzoek
naar dc tarieven is gebleken, dat Rotterdam
in dat opzicht alle steden in liet binnenland
achter zich laat, om van liet buitenland nog
maar niet eens te spreken. I Iet spreekt van
zelf dat vreemdelingen zich op den duur der
gelijke aderlatingen niet laten welgevallen,
met het onvermijdelijke gevolg, dat zij onze
stad den rug toekccrcn en ook hun landge-
nooton waarschuwen, zoodat dezo reeds bij
voorbaat besluiten zich tc Rotterdam niet op
te houden, enz."
liet lijkt mij, om de waarheid tc zeggen,
wat ver gezocht, het adres is niet bijster ge
lukkig geredigeerd, cn hot is niet logisch.
Immers dc handelsman laat zich niet door
duro taxi's afschrikken; cn dc menschen die
iets heel bijzonders willen zien, zullen, wan
neer zij hooren dat dc taxi's bij ons niet te
betalen zijn, juist hierheen komen om deze
merkwaardige stad, waar bijna niemand van
taxi's gebruik maakt, to gaan zien. Neon,
dit is geen ijdele, op niets gegronde onder
stolling. Hier is het getuigenis van Réné
Goüzy, dio in „La Tribune clo Genève" over
Rotterdam o.n. schreef, dat onzo stad aan
Now-York doet denken vanwege haar via
duct dwars door do city min het lawaai
echter „want men zou zeggen, dat in dit
heerlijke land zelfs spoor en tram hun best
doen zoo bescheiden, mogelijk te zijn."
Dit zijn 's mans eigen woorden. Taxi's ma
ken lawaai. Kom in Parijs, in Berlijn, ir>
London overal schettert je het lawaai in
dc ooren van dc claxons. Hier niet omdat
do taxi's bijna niet to betalen zijn. Daarbij
houdt mon zijn gasten ook eens een dag lan
ger wanneer zij van dc tram gebruik maken,
eenvoudig omdat Rotterdam per tram niet
in één dag te zien is. En wie zich k lort et
h travers snel bewegen wil, kan altijd nog
over autobussen beschikken.
Do gemeente heeft een maximum-tarief
voor taxi's vastgesteld; cn allo standplaat
sen aan één onderneming gegund; een mo
nopolie dus, waarvan do ondernemer gretig
gebruik maakt. Het maximumtarief is het
zijne. Hij mag er niet boven, on wil er niet
ondergaan.
I-Iet adres vraagt nu aan den raad daar
verandering in te brengen. Men mag betwij
felen, of dit een daad van wijs beleid zou
zijn. Zeker, oppervlakkig beschouwd zou
men meenen, dat hier voor ondernemende
lieden het goud op straat lag. Zij hebben niet
anders te doen dan een grooto maatschappij
te stichten met vele auto's zooals b.v. de Au-
toplacc in Parijs, en deze voertuigen tegen
laag tarief aan tc bieden maar daar hcefi
de gemeente voor gewaakt. Dit gaat zoo
maar niet. Het. karakteristieke van onze stad
zou daardoor worden geschaad, iets eigen
aardigs worden weggenomen. Dat heeft de
genoemde vereeniging blijkbaar geheel en
al over het hoofd gezien. Dc vreemdeling, dio
met aandacht onze stad bekijkt, zal eiken
dag dingen zien die hem frappeeren, omdat
zij geheel afwijkend zijn van wat andere
grootc steden tc zien geven. Aanvankelijk zal
hij zich daarover verhazen, maar allengs
zal hij den dicpereh zin ervan leeren ver
staan en dat zal hem do ovortuiging geven,
dat wij een heel bijzondere plaats onder de
grootc steden innemen. Zoo zijn wij nu een
maal, en we zijn er fier op.
Niet altijd wordt dat gewaardeerd; het
doorbrankplan is cr het bewijs van. Lang is
er in den raad over gesproken. Het besluit
om een gedeelte van de oude stad weg te
breken is eindelijk gevallen. Desondanks
liet men de Nationale rustig een nieuw pand
bouwen op het, eenigc plekje grond dat voor
die doorbraak vrij was; cn nu komt de bood
schap dat de ministers vnn binnenlandscho
zaken cn waterstaat hun fiat niet geven op
het raadsbesluit, dat dus het nieuw opge
trokken perceel kan blijven staan. U begrijpt
hoe de stemming in den raad zal zijn nu ons
liet genoegen ontnomen wordt dit pand te
onteigenen en tegen den grond te brengen.
Het \alt ons bepaald moeilijk, in deze uit
spraak tc berusten die regelrecht indruischt
tegen liet hier algemeen gehuldigde systeem.
Wc zijn erg op onze vrijheid gesteld. Van
daar dat dc lijsten van liet comité tegen
Plaatselijke Keuze reeds door meer dan
200.000 menschen gctcekend zijn. Dc vergade
ring welke do middenstandsvereéniging,
Handel en Nijverheid tegen Plaatselijke
Keuze had belegd, was een groot succes voor
de anti-afschaffers. De heer Mon assen uit
Amsterdam, die er sprak, zei o.a. dat de a.r.
het volk den drank willen afnemen cn om
liet er de pokken voor in de plaats tc geven.
Daar moet men hier niets van hebben; bui
tendien heeft Rotterdam min of meer een be
langengemeenschap met Schiedam. Daarom
zou men liet hier erg apprecieeren als dc re
geering in de eerste plaats haar aandacht
wijdde aan de verhouding tot Rusland; het
is den laatste» tijd erg slap in de haven, en
wanneer wc hier den graandoorvoer van
Rusland kregen, waren we er om zoo te zeg-
Een goede opvoeding is een sderaad bij voor
spoed en een toevlucht bij tegenspoed.
Aristotcles.
Neer het Engelsch van RUB7 M, AYRES
door
W. J. A. ROLDANUS JR
HOOFDSTUK XV.
Zij droeg de japon, die ik haar gestuurd had;
dat was het eerste, wat mij opviel, toen ik
haar eindelijk met een groot aantal cavaliers
de groote waranda binnen zag komen. Er was
nog een ander meisje bij, maar behalve dat
zóu ik u niets hebben kunnen vertellen van
haar, want mijn oogen bleven rusten op Joy, en
na den eersten blik op haar kreeg ik een ge
voel, alsof ik mij een weg door de menigte,
die ons scheidde, banen, haar in mijn armen
nemen en haar ongelukkig gezichtje tegen mijn
hert verborgen moest.
Want ik zag oogenblikkelijk wat misschien
alleen iemand, die haar liefhad, had kunnen
zien dat al die uitdagende vroolijkheid ge
kunsteld was, dat zij dit alles haatte, dat zij
het alleen maar deed in een moede vastbera
denheid om te trachten iets te vinden, dat haar
verstrooiing en misschien geluk brengen zou.
Haar lach drong tot mij doordezelfde lach
en toch ook weer niet dezelfde, als waarmede
rij mij vroeger zoo dikwijls uitgelachen had
en ik zag een paar rimpels op haar voorhoofd
komen, toen een der mannen zich naar haar
vooroverboog en haar iets in het oor fluisterde.
Arme meid, zij was het nu al moe en een
Oogenblik dacht ik aan haar. zooals zij dien
avond over de heining gekeken en mij hoor
vroolijk „Hei daar I" toegeroepen had.
En dan ging zij in de menigte verloren en
moest ik naar het restaurant en een diner door
worstelen, waar ik niet den minsten trek in
had. Ik zag ze binnenkomen en naar een ta
feltje dan het andere einde van dc zaal gaan
nu en dan kon ik slechts iets van haar zien
en toen eindelijk het diner afgeloopen was, ging
ik weer naar de warande, om op hen te wach
ten cn ze dan te volgen.
Dat duurde een heelen tijd. Ik rookte dozij
nen sigaretten en dronk ontelbare koppen kof
fie, vóór ik Joy's stem vrij heftig hoorde zeg
gen
„Ik ben moe. Ik heb geen lust nog ergens
anders naar toe te gaan. Gaan jullie maar zon
der mij. Hcusch, ik ben moe."
Ik nam een courant en hield die zóó, dat
mijn gezicht er achter verborgen bleef; zij ble
ven dicht bij het tafeltje, waaraan ik zat, staan
cn een paar minuten werd erover gediscussi
eerd of zij naar zijn huis zouden gaan of naar
een gebouw, waar muziek gemaakt cn gedanst
werd.
„Het dansen hangt me de keel uit," zeide
Joy. „Gaan jullie maar en laat mij kalm naar
huis gaan."
Zij gng vlok bij mij op een der sopha's zit
ten, leunde achterover tegen dc kussens en
sloot haar oogen.
„Als Joy moe is, zal ik haar thuis brengen
en gaan jullie dansen," zeide een van de ca
valiers. Het was een knappe, jonge man, die
precies deed, alsof hij rechten^ had^ op Joy,
terwijl hij achter haar stond en zijn honden op
den rug van de sopha rustten.
De anderen kwamen er ook bij staan en er
werd nog druk geredeneerd, totdat zij er ein
delijk een einde aan maakte door op te sprin
gen.
„Goed don, ik zal gaan, maar loten we in
's hemels naam hier niet den heelen avond
staan redenceren. Roger, waar is mijn mantel?"
Roger was de jonge man, die aangeboden
had haar thuis te berngen; hij ging den man
tel halen en hielp haar dien aantrekken. Dan
gingen zij aller weg cn na enkele oogcnblikken
volgde ik hu voorbeld.
Het wat toen negen uur en daar ik onmo
gelijk raden kon waarheen zij «gegaan waren,
begon ik langzaam naar King's Cross-station
te loopen.
In ieder geval zouden zij daar ook moeten
komen om naar huis te gaan, en ik kon wach
ten, zelfs al moest het den heelen avond zijn.
Het was ondragelijk warm in de straten
geen blaadje bewoog zich en te King's
Cross was het nog erger. Het station was nis
een oververhitte broeikas, waarvan de deur
in geen maanden open geweest was; ik kon
het cr don ook niet uithouden en liep na ge
ïnformeerd te hebben, hoe laat er treinen ver
trokken, de straat weer op.
Ik had niet veel suces met mijn dwaze on
derneming, dacht ik later. Zij had mij zelfs
niet gezien niet, dot het ecnig verschil ge
maakt zou hebben, als dot wel het geval was
geweest, dat begreep ik heel goed, maar toch...
Ik wist, dat ik niet makkelijk de verveling en
moeheid van haar gezichtje,, zooals ik dat dien
avond gezien had, vergeten zou.
Ik bleef de straat, die het dichtst bij het sta
tion was, op en neer loopen, totdat een man,
die de allures van een detective had, mij arg
wanend begon aan te kijken, alsof ik een bom
in mijn zak verborgen hield; ik vereerde.toen
een onderc stront met mijn tegenwoordigheid^
om alleen naar het station terug te gaan, wan
neer er een trein vertrekken moest.
Maar zij kwamen niet cn nu bleef nog
slechts de laatste trein, waarmede we thuis
konden komen, over.
Ik was doodmoe en Londen leek me dc af
schuwelijkste plaats van de hecle wereld. Maar
toch ging de tijd voort en ik wist, dat zij nu
spoedig moesten komen, als zij tenminste van
plan waren nog naar huis te gaan.
Ik ging naar het perron, koos een coupé in
den ticin, die voorstond, en bleef bij het por
tier staan rooken.
Ik rookte drie sigaretten en wilde juist dc
vierde opsteken, toen een conducteur VToeg:
,.Gaat u mee, sir?"
Ik schrok en keek op.
,Ja, maar het is toch nog geen tijd?"
,\Ve vertrekken dadelijk, sir."
Mijn hart scheen een harden bons te geven
en dan stil te staan. Ik keek vlug het perron
op en af, maar er was geen spoor van Joy
te zien.
„Gaat u mee, sir?" vroeg de conducteur
weer, maar nu wat harder; hij dacht blijkbaar
dat ik doof wos.
Dc gaf geen antwoord; ik keerde mij om en
liep verder.
Joy was niet naar huis gegaan, dat wist ik,
daar zij geen andere lijn kon nemen.
Ik hoorde het fluiten van den trein en het
langzaam wegrollen ervan uit het station.
Ik bleef stil staan cn keek hopeloos rond.
Een soldaat, die iemand had weggebracht, en
een geëngageerd spannetje liepen me vlug voor
bij en toen zij weg waren, bleef ik alleen over
in het station behalve dc portier, die met ce«
lantaarn zwaaide, en een koopman die een
trolley met leege monden voortduwde.
Joy! Waar was zij? Ik voelde me verdoofd
en niet in staat om te denken, toen ik werk
tuigelijk weer naor de stront liep, moor op dat
oogenblik hielden twee taxi's voor den ingang
stil; een jongeman sprong uit den eerste en
vloog halsoverkop het station binnen.
Hij werd door twee andere monnen en een
meisje in een witte japon gevolgd, terwijl uit
de andere taxi... maar daar bleef ik niet naar
kijken. Ik keerde mij om cn ging het station
weer binnen.
rk vond het groepje op het perron in ge-
sprek met den portier, die achter zijn ooren
krabbelde en vrij skeptisch naar hun opge
wonden gezichten keek.
„In ieder geval is er geen trein voor morgen
ochtend," hoorde ik hem zeggen. „Hoe u thuis
kon komen?" Hij lachte. „Ja, dat weet ik niet,
tenzij 11 gaat wandeien of een van dc chauf
feurs overhalen kimt u naor huis te lijden."
Ik vond, dot het nu tijd werd mij met de
zaak te bemoeien, waarom ik naar het groepje
liep.
„Hebt u den loatsten trein gemist?" vroeg ik
langs mijn neus weg, hoewel mijn hart 166
klopte, dat ik dacht te zullen stikken. „Ik ver
keer in hetzelfde ongelukkige geval."
Zij keken ollemaol om. Zij kenden mij nief
behalve Joy en ik hoorde haar een gilletje
geven, dot zoowel woede als verlichting uit
drukken kon.
Het andere meisje, dot vrij brutale, donkere
oogen en een hooge slem had, antwoordde
voor hen allen,
(Wordt vervolgdj