AMERSFOORTSCH DAGBLAD „DE eemlander" za»erdaflesapt.io*4 Het Meisje van hiernaast. FEUILLETON. DERDE BLAD. 23« Jaargang No. 58 Parflscho Brieven. cccx. Metbmorphose der Champs-Elysées. De ©onjr naar het Vesten. De druk te aan de rechterzijde der straten. De verdwijning van het hotcl-Du- fayel. De tentoonstelling van Fransche Kunstvakken. Parijs, 25 Augustus 1924. Nu, in den stallen tijd, zijn de Champs-Ely sées op het voormiddaguur,, als dit naar twaal ven loopt, het voetgangerscorso voor hetgeen hier nog op het predikaat van chic en elegant aanspraak maakt of aanspraak tracht te ma ken. De breede wandelweg van do Avenue du Bois, anders des ochtends het „rendez-vous" der Parijsche gentry, dommelt nu in een be haaglijke non-activiteit, waarin zij of en toe eestoord wordt door een ingekankerden ouden ParijZenaar, die voor de verveling van een re genachtig seizoen op een mondaine badplaats een paar dagen afleiding komt zoeken aan de bebloemde overs van de Seine. In plaats van dus een ochtend dat ik niets om handen Heb te verkwikken met een kuier door do aristo cratische laan tusschen de Porte Dauphine cn de Place de l"Etoile, doe ik dat nu met een hy giënische wandeling tusschen dc Chevaux do Marly en het reeds genoemde plein, zonder daarbij door pretenties van chic of elegantie te zijn belast. Hot is er mooi, voornaam, zonnig als 't niet regent dus verkwikkelijk voor den geest en voor het lichaam; trouwens dat weet iedere vreemdeling die maar een paar dagen in Pa rijs was. Doch er is meer, voor hem, die hier geen vreemdeling is; er is een ruim veld voor meditatie. Zij die Parijs langer dan een kwart eeuw kennen, vinden er de zich opdringende bevestiging dezer onomstootelijke sociale waar heid dat in alle grootc steden (in kleine mis schien ook), het rijke cn rijk zich voordoende leven met zijn nasleep van kunst en weelde zich altijd door naar het westen verplaatst. De deftige, geheel „gesloten" huizen, zij aan zij, die vroeger aan de Champs-Elysées een karak ter van statige voornaamheid gaven, zijn nu voor minstens drie kwart luxueuse winkelhui zen, hotels, automobiel-magazijnen en mode paleizen geworden. Ik constateer dit zonder er commentaar op te willen leveren; alleen denk ik er bij aan de groot© volksverhuizingen, van heel veel vroeger, en dan beeft mijn hart voor Ket toekomstbeeld dat hier eens de kozakkon de baas kunnen spelen, al of niet naar den trant der bolsjewieken, wat wel op hetzelfdo zal neerkomen. Welke metamorphose het Bouis de Boulogne in dien tusschentijd zal hebben ondergaan, wil ik mij nu mear niet verbeelden. Heb ik van dit sombere, verre, nevelachtige perspectief afscheid genomen er is toch zoo veel moois en liefs daar om mij dan consta teer ik er nog wat anders, iets dat in alle groote, drukke straten van Parijs is waar te nemen, namelijk dat de beweging aan de rech terzijde van de straat veel drukker is dan aan de linkerzijde en dat er aan die zijde ook vee! meer aanleiding tot die groote drukte bestaat (hierbij moet ook met den gong naar het Wes ten rekening gehouden worden). De Boule vard geeft er ons een sprekend voorbeeld van, de Champs-Elysées doen het ook en ik zou nog menige straat kunnen noemen die mijn waarneming bevestigt Wie daar van dc reden weet te geren, zal mij pleizier deen het te Msrs!®n, ik kom er eerlijk voor uit dat ik het niet weet te doen. Een bijdrage ter illustreering van beide ver- schijnselen lovert op dit oogenblik de afbraak en de aanstaande verandering in een soort van winkelgalerij (naar men mij verzekerde) van het berucht-weelderige hotel (hotel in de bcteeke- nis van eigen „gesloten" huis) van wijlen derr reclamemegnaat Dufayel, bij zijn leven eige naar van een heusachtig© bazar, publiciteits- onderneming en nog wat, die als stalknecht bij zijn vroegeren patroon begon en, door diens weduwe te trouwen, als multi-millionnnir stierf. Die super-parvenu had daar. midden, in de be roemde prachtlaan, een paleis doen bouwen waarvan men wonderen vertelde nog voor het gereed was. Er werd natuurlijk sterk overdre ven, maar daar tijdens den oorlog (Dufayel was al een paar jaar dood en zoo goed als ver geten) de Fransche Regeering het gebouw ge huurd had om tot cercle voor de binnen- en buitenlandsche journalisten te dienen, heb ik die wonderen ecnige malen van nabij kun nen zien.Het leverde het compleetste type van den parvenu-stijl en was vol weelderige, erg dure en mooie détails, waaronder tal van kostbare kunstwerkenmaar dat alles was zonder smaak nn elkaar gepast en verspreid met geen andere bedoeling of zin dnn rijk tc doen cn te epateeren. De grootste ruimte van het gebouw werd ingenomen door pronkerige trappen van wit marmer langs hoogc wanden van verschillend gekleurd marmer en mot leu ningen overvloedig versierd met gesmeed koper- en ijzerwerk. De plafonds der trappen huizen waren gedecoreerd door schilders als Cormctr, Detail !c, Chartran cn andere artisten van naam, en gevat in een gebeeldhouwde om lijsting. Daarnaast op de eerste en tweede ver diepingen een paar feestzalen, maar overigens weinig kamers, zoodat alle intimiteit, alle rust, ontbrak, behalve in do bibliotheek waar allo boeken rijk gebonden waren. Men zegt (ik weet het niet uit onder rinding) dat dc W.C. tot zit plaats had een stoel vol houtsnijwerk, ruim en prachtig als een bisschopszetel in een kathe draal. De man die daar maar kort woonde, na dat de bouw en de inrichting joren geduurd hadden, vond er een trots behagen in zijne gas ten rond te leiden cn hen op de mooie details te wijzen metvermelding van den prijs dien hij er voor betaald had. Zijn waardeering Van zijn paleis had den vorm van een prijs courant. Aan den afbraak van dit gebouw, welks ver dwijning geen verlies voor de Champe-Elysces is, wordt hard gewerkt. Ik nam dit waar toen ik dezer dagen een kijkic ging nemen op een tentoonstelling in het Grand Polais, ecnig in haar soort en waarvan iedereen die er was, hoopt dat zij door velen zal gevolgd worden. Het is een tentoonstelling van de kunst-vakken die in verschillende streken van Frankrijk wor den beoefend. Daar zijn breed maar niet volle dig uitgestald tal van fraaie werkstukken van de mnitres, compagnons cn epprentis van het beroemde Fransche artisanat, van die groote familie van kimswerkors waarvan de produc ten van de Gobclings en van Sèvres den roem door de wereld hebben gedragen. Bijzonderheden kan ik hier van die ten toonstelling niet vertellen trouwens zij die zich daarvoor mtet csseeren, zullen het mooio werk der artisans het volgend jaar op de Inter nationale Tentoonstelling van Decoratieve Kunst weer vinden en al meesterstukken van boekbinderij, weverij, pottenbakkerij, meubel makerij, borduurden'}, cn wat niet al meer be wonderen. De inrichting, eenvoudig smaakvol, voldeed juist aan het doel. Dadelijk aan den ingang, in de groote rotonde, waarin vroegere jaren elke lente een prachtstuk von Rodin het middelpunt was, verhief zich nu een hcmelhooge pyramidc van lange kleurige weefsels, alles fraai werk van de Artisans-Tisseurs do la Cvoix Rousse te Lyon en van de Tisseurs uit het land van Bohain bij St. Quentin, om welks vaet breeduit eenigc weefstoelen in vollen gang zijn. Maar het voor naamste punt van attractie voor het publiek „inzending" van de Manafactuie Nationale des Gobelins, waar, voor een achtergrond van drie prachtige groote wandtapijten uit deze beroem de staatsfabriek, een kunstwevet bezig was aan het uitvoeren van zijn mooie taak, om zoo te toonen hoe er daar gewerkt wordt. Onder de collectieve inzendingen van kuntscholen, deco- rotie-atelierr en vak-acndemics trokken zeer de aandacht die van de „Chambres de Métiers" in den Elzos, waar zich de meesterwerken dec boekbinderskunst der borduurkunst en kasten makerskunst bijzonder onderscheidden. Deze tentoonstelling heeft al dit effect op geleverd, dat zij dc aondacht van het groote publiek gevestigd heeft op het hoogc stand punt dat in dit land het werk van den nrisan- kunstenaar en werkman tegelijk inneemt. Het publiek liet het dan ook niet aan waardeering ontbreken DOYEN. laagsehe Brieven. Scheveningen. Een krantenpraatje. Een Vacantie-vergadering van den gemeenteraad. Het schijnt, dat w.ij in een onzer laatste brieven ten opzichte van het seizoen te Sche veningen wat ai te pessimistisch zijn ge weest. Volgens de berichten in de Haag sche bladen tenminste moet dit jaar het beste zijn sedert den oorlog. Erg veel 'wil dat echter nog niet zeggen, want er was maar heel weinig voor noodig om de jaren van. 1914 tot nu in de schaduw ie stellen. Scheveningen toch moet liet van de vreem delingen hebben cn 't schijnt, dat deze dit maal voor 't eerst weer op dc boulevard en de Pier en in 't Kurhaus zijn verschenen. Wij hoorden zelfs van gunstige cijfers van de hotel-exploitaties, van tevredenheid der winkeliers en pensionhouders enz. Dat mag allemaal waar zijn, ook dat het slechte weer niet zulk een ongunstigen invloed op dc ex ploitatie van Scheveningen-badpiaats heeft gehad als wordt vermoed; maar toch blij ven wij betwijfelen of dc cind-cijfers wel zoo gunstig zullen zijn als men aanvanke lijk heeft gedacht. Aten moet n.l. niet ver geten, dat de toestanden zich in 't begin van 't jaar gunstig lieten aanzien. Dc Duit- schers kwamen, dank zij hun goudinarkcn, weer in grootere getale naar ons land, en de hoop was gewettigd, dat dc talrijke Wcmblcy-bezoekende Amerikanen, Austra liërs, Canadeczcn enz. ook een gedeelte van dc bezoekers aan ons land zouden leveren. Wellicht hooren w.ij aan 't eind van Sep tember wel hoe 't met deze verwachtingen gegaan is, en of Scheveningen inderdaad zulk een buitengewoon gunstig jaar achter den rug heeft. Wij, die zelf in Schevenin gen wonen, cn dus gelegenheid tc over hebben om onze oogen den kosf te geven cn het oor te luisteren leggen, hebben van een groot opliinisme nog weinig vernomen. Het is waar, dat de pensionhouders veel verhuurd hebben in dc afgeloopen maanden, en dat zij flinke prijzen voor hun kamers hebben kunnen maken, maar daarmede staat of valt Scheveningen nog niet. Voorioopig blijven wij nog wat pessimistisch, in de hoop, dat wij ons vergissen. In dc Haagsche journalistieke wereld blijft liet gisten. Wat voor hen, die cenigs- zins op de hoogte zijn van dc toestanden in de krantenwereld, geen nieuws kan zijn. Reeds jaren lang telde de residentie een aantal dagbladen, dat voor haar te veel van het goede was. Want er is juist geen stad in ons land welke voor de plaatselijke bladen zoo ongunstig ligt ais Den Haag. Dc groote dagbladen kunnen er vrijwel tc- zeifdcr tijd verschijnen als dc plaatselijke, cn de twee kranten welke zich ook „groote" noemen, n.l. dc „Nieuwe Courant" en „Het Vaderland" hebben het nadeel, dat dc spoor verbindingen van Den Haag met dc ver schillende deelen van ons land uiterst on gunstig cn dus nadeeiig zijn. Dat is reeds jaren lang gebleken en dus waren beide Haagsche bladen voor een groot deel op hun eigen stad aangewezen. Met het ge volg, dat er behalve dc vier grootc bladen twee uit Rotterdam en tv.ee uit Amster dam nog zeven plaatselijke bladen ver schenen. ieder kan begrijpen dat dit aan tal wel wat heel groot was. Enkele jaren geleden is...Het Dagblad van Zuid-Hol land" reeds door de Haagsche Courant op gekocht en daarna spoedig verdwenen. Een tweetal jaren terug ging „Dc Nieuwe Cou rant" in handen van de N. R. Ct. over cn een maand geleden is „Het Vaderland" den- z.elfdcn weg opgegaan. En met behulp van den grooten broer zullen beide bladen zich thans wel weten tc handhaven, zij 't ook dat zij hun zelfstandig bestaan tiians heb ben moeten prijsgeven. Thans is deze week de nieuwste verrassing gekomen. Volgens de berichten n.l. heeft „De Haagsche Cou rant" zich de luxe veroorloofd „De Avond post" aan tc koopen. het blad, dat wat bc- teekenis er. inhoud betreft 'het meest met De Haagsche overeenkomt, cn dan ook al gemeen als de ernstigste concurrent werd beschouwd. Het is nog zoo lang niet gele den, dat ernstige geruchten de ronde de den, dat het Verbond van Actuaiisten de Avondpost had gekocht. Voor zoover ons bekend is. hceit het maar weinig gescheeld of deze aankoop was inderdaad tot stand gekomen. De prijs sehiint den A4ussoiini- navolgers echter \vat al te gepeperd te zijn geweest, zoodat het zaakie is afgespron gen. Wat echter toch op den duur gebeu ren moest schijnt dus thans toch een teit geworden te zijn. De Avondpost kon blijk baar, sedert het overlijden van den lieer Paape, die het blad tijdens zijn leven finan cierde, den srtijd om het bestaan niet langer volhouden en is thans den weg van het Oude Dagblad opgegaan. Of het echter evenals dat ook zal verdwijnen is een groote vraag. Men koopt geen krant voor niets; cn zeker niet de 7.00 handige krantencxpluitanten als de hccrcn Sijthoil, die, het klappen van de zweep zóó volkomen kennen, dat zij zeker wei vooruit w isten, wat zij aan hun concur rent hadden. Met belangstelling zal men thans afwachten, wat er met De Avondpost zal geschieden. Voorioopig zal het gesteund door de „Haagsche" zonder moeilijkheden rustig kunnen blijven verschijnen... Dc Gemeenteraad heeft Maandag j.I. ecni ge vacantie-zaakjes behandeld. Dat wil zeg gen, dat er weinig belangrijks op de agen da voorkwam, althans geen vraagstukken van groot gemeentelijk belang. Deson danks werden er vrij langdurige, ja zelfs politieke debatten gehouden. Een voorstel voor den bouw van een H. B. S. te Sche veningen b.v. deed de Christelijke leden in 't geweer komen, die concurrenlie voor dc Christelijke H. B. S. vreesden. Het blijft op dat punt toch nog altijd de oude kwestie! Ondanks de kritiek werd liet voorslel aan genomen zonder hoofdelijke stemming. Een merkwaardig voorstel was verder dat be treffende den aankoop van liet buiten „Cromvliet" tc Rijswijk. Zooals men zich zal herinneren weigerde de Raad eenigc maanden geleden het buiten met het park aan te koopen, en nu dat park voor een groot gedcelle als bouwgrond is verkaveld, komen de eigenaars het nog eens aanbie den en is de Haagsche Raad vriendelijk ge noeg thans op den koop in tc gaan. Het parkje blijft park en het huis zelf wordt bewaarschool, als 't een beetje verbouwd is. Waarvoor een buiten dus al niet goed voor is. Ten slotte heeft de heer Harms, die zich gaarne met kunstzaken bemoeit, geïnter pelleerd over het subsidie van f 20.000 aan de nieuwe opera-onderneming „De Co-Opc- ra-tie." De heer Harms was bang voor een débAcle, was aan 't rekenen gegaan en kwam tot een tekort van 18.000 gulden. Hij bleek in den burgemeester echter z.ijn meer dere gevonden te hebben wat betreft dc kunst van het groepeeren der cijfers. Want dc heer Patijn rekende voor, dat er van een tekort geen sprake kon zijn, en dat de be grooting precies sluitende gemaakt was. Daarmede was dc lieer Harms uitgepraat. En Den Haag wacht titans rustig af wat dc hecren Van Raalte cn Poolman op opera- gebied zullen prestceren. Brieven uit Rotterdam. Dc dure taxi's. Onze eigenaardig heden. New-York min het lawaai. Drank en pokken. Winter seizoen. Wat ons wacht. De winkelsluiting. Nu dachten we nogal dat Rotterdam den vreemdeling tegenwoordig zooveel wcucld- stadgencugten kon aanbieden; dat. dank zij de gastvrije ontvangst, welke wij autoritei ten op velerlei gebied uit den vreemde be reiden, do naam van onze stad in liet buiten land op aller lippen zou zijn; dat in liet vol gend rcisseizo.cn alle hotels propvol zouden worden, in tegenstelling met dit jaar, waarin onze hotelhouders zeer afgunstig zijn op liun Haagsche collega's, die moestal doorloopcnd een uitverkocht huis hebben en daar is nu een adres van de Vereen, tot bcv. van het Vreemdelingenverkeer ons komen ont nuchteren. In dit, aan den Raad gerichte adres wordt gewezen op dc schrale campagne van dit jaar, waar het vreemdelingen betreft en tegelijk hot middel aangegeven om den trek naar Rotterdam te verbeteren. Weet U edel achtbare hecren, waarom dc menschen niet naar onze havenstad komen? Omdat do taxi's zoo duur zijn. 1 De dames en hoeren in den raad zullen wellicht ongeloovig kijken. Maar het adres is zeer positief: dot het tarief voor taxi's in onze stad zoo buitensporig hoog is, dat vreemdelingen er aanleiding in vinden om, Joist met het oog daarop, onze gemeente te mijden. Klachten daaromtrent komen voortdurend bij het bestuur in, zonder dat het echter daaraan gevolg kan geven, wijl men zich op de desbetreffende verordening kan beroepen. Bij een ingesteld onderzoek naar dc tarieven is gebleken, dat Rotterdam in dat opzicht alle steden in liet binnenland achter zich laat, om van liet buitenland nog maar niet eens te spreken. I Iet spreekt van zelf dat vreemdelingen zich op den duur der gelijke aderlatingen niet laten welgevallen, met het onvermijdelijke gevolg, dat zij onze stad den rug toekccrcn en ook hun landge- nooton waarschuwen, zoodat dezo reeds bij voorbaat besluiten zich tc Rotterdam niet op te houden, enz." liet lijkt mij, om de waarheid tc zeggen, wat ver gezocht, het adres is niet bijster ge lukkig geredigeerd, cn hot is niet logisch. Immers dc handelsman laat zich niet door duro taxi's afschrikken; cn dc menschen die iets heel bijzonders willen zien, zullen, wan neer zij hooren dat dc taxi's bij ons niet te betalen zijn, juist hierheen komen om deze merkwaardige stad, waar bijna niemand van taxi's gebruik maakt, to gaan zien. Neon, dit is geen ijdele, op niets gegronde onder stolling. Hier is het getuigenis van Réné Goüzy, dio in „La Tribune clo Genève" over Rotterdam o.n. schreef, dat onzo stad aan Now-York doet denken vanwege haar via duct dwars door do city min het lawaai echter „want men zou zeggen, dat in dit heerlijke land zelfs spoor en tram hun best doen zoo bescheiden, mogelijk te zijn." Dit zijn 's mans eigen woorden. Taxi's ma ken lawaai. Kom in Parijs, in Berlijn, ir> London overal schettert je het lawaai in dc ooren van dc claxons. Hier niet omdat do taxi's bijna niet to betalen zijn. Daarbij houdt mon zijn gasten ook eens een dag lan ger wanneer zij van dc tram gebruik maken, eenvoudig omdat Rotterdam per tram niet in één dag te zien is. En wie zich k lort et h travers snel bewegen wil, kan altijd nog over autobussen beschikken. Do gemeente heeft een maximum-tarief voor taxi's vastgesteld; cn allo standplaat sen aan één onderneming gegund; een mo nopolie dus, waarvan do ondernemer gretig gebruik maakt. Het maximumtarief is het zijne. Hij mag er niet boven, on wil er niet ondergaan. I-Iet adres vraagt nu aan den raad daar verandering in te brengen. Men mag betwij felen, of dit een daad van wijs beleid zou zijn. Zeker, oppervlakkig beschouwd zou men meenen, dat hier voor ondernemende lieden het goud op straat lag. Zij hebben niet anders te doen dan een grooto maatschappij te stichten met vele auto's zooals b.v. de Au- toplacc in Parijs, en deze voertuigen tegen laag tarief aan tc bieden maar daar hcefi de gemeente voor gewaakt. Dit gaat zoo maar niet. Het. karakteristieke van onze stad zou daardoor worden geschaad, iets eigen aardigs worden weggenomen. Dat heeft de genoemde vereeniging blijkbaar geheel en al over het hoofd gezien. Dc vreemdeling, dio met aandacht onze stad bekijkt, zal eiken dag dingen zien die hem frappeeren, omdat zij geheel afwijkend zijn van wat andere grootc steden tc zien geven. Aanvankelijk zal hij zich daarover verhazen, maar allengs zal hij den dicpereh zin ervan leeren ver staan en dat zal hem do ovortuiging geven, dat wij een heel bijzondere plaats onder de grootc steden innemen. Zoo zijn wij nu een maal, en we zijn er fier op. Niet altijd wordt dat gewaardeerd; het doorbrankplan is cr het bewijs van. Lang is er in den raad over gesproken. Het besluit om een gedeelte van de oude stad weg te breken is eindelijk gevallen. Desondanks liet men de Nationale rustig een nieuw pand bouwen op het, eenigc plekje grond dat voor die doorbraak vrij was; cn nu komt de bood schap dat de ministers vnn binnenlandscho zaken cn waterstaat hun fiat niet geven op het raadsbesluit, dat dus het nieuw opge trokken perceel kan blijven staan. U begrijpt hoe de stemming in den raad zal zijn nu ons liet genoegen ontnomen wordt dit pand te onteigenen en tegen den grond te brengen. Het \alt ons bepaald moeilijk, in deze uit spraak tc berusten die regelrecht indruischt tegen liet hier algemeen gehuldigde systeem. Wc zijn erg op onze vrijheid gesteld. Van daar dat dc lijsten van liet comité tegen Plaatselijke Keuze reeds door meer dan 200.000 menschen gctcekend zijn. Dc vergade ring welke do middenstandsvereéniging, Handel en Nijverheid tegen Plaatselijke Keuze had belegd, was een groot succes voor de anti-afschaffers. De heer Mon assen uit Amsterdam, die er sprak, zei o.a. dat de a.r. het volk den drank willen afnemen cn om liet er de pokken voor in de plaats tc geven. Daar moet men hier niets van hebben; bui tendien heeft Rotterdam min of meer een be langengemeenschap met Schiedam. Daarom zou men liet hier erg apprecieeren als dc re geering in de eerste plaats haar aandacht wijdde aan de verhouding tot Rusland; het is den laatste» tijd erg slap in de haven, en wanneer wc hier den graandoorvoer van Rusland kregen, waren we er om zoo te zeg- Een goede opvoeding is een sderaad bij voor spoed en een toevlucht bij tegenspoed. Aristotcles. Neer het Engelsch van RUB7 M, AYRES door W. J. A. ROLDANUS JR HOOFDSTUK XV. Zij droeg de japon, die ik haar gestuurd had; dat was het eerste, wat mij opviel, toen ik haar eindelijk met een groot aantal cavaliers de groote waranda binnen zag komen. Er was nog een ander meisje bij, maar behalve dat zóu ik u niets hebben kunnen vertellen van haar, want mijn oogen bleven rusten op Joy, en na den eersten blik op haar kreeg ik een ge voel, alsof ik mij een weg door de menigte, die ons scheidde, banen, haar in mijn armen nemen en haar ongelukkig gezichtje tegen mijn hert verborgen moest. Want ik zag oogenblikkelijk wat misschien alleen iemand, die haar liefhad, had kunnen zien dat al die uitdagende vroolijkheid ge kunsteld was, dat zij dit alles haatte, dat zij het alleen maar deed in een moede vastbera denheid om te trachten iets te vinden, dat haar verstrooiing en misschien geluk brengen zou. Haar lach drong tot mij doordezelfde lach en toch ook weer niet dezelfde, als waarmede rij mij vroeger zoo dikwijls uitgelachen had en ik zag een paar rimpels op haar voorhoofd komen, toen een der mannen zich naar haar vooroverboog en haar iets in het oor fluisterde. Arme meid, zij was het nu al moe en een Oogenblik dacht ik aan haar. zooals zij dien avond over de heining gekeken en mij hoor vroolijk „Hei daar I" toegeroepen had. En dan ging zij in de menigte verloren en moest ik naar het restaurant en een diner door worstelen, waar ik niet den minsten trek in had. Ik zag ze binnenkomen en naar een ta feltje dan het andere einde van dc zaal gaan nu en dan kon ik slechts iets van haar zien en toen eindelijk het diner afgeloopen was, ging ik weer naar de warande, om op hen te wach ten cn ze dan te volgen. Dat duurde een heelen tijd. Ik rookte dozij nen sigaretten en dronk ontelbare koppen kof fie, vóór ik Joy's stem vrij heftig hoorde zeg gen „Ik ben moe. Ik heb geen lust nog ergens anders naar toe te gaan. Gaan jullie maar zon der mij. Hcusch, ik ben moe." Ik nam een courant en hield die zóó, dat mijn gezicht er achter verborgen bleef; zij ble ven dicht bij het tafeltje, waaraan ik zat, staan cn een paar minuten werd erover gediscussi eerd of zij naar zijn huis zouden gaan of naar een gebouw, waar muziek gemaakt cn gedanst werd. „Het dansen hangt me de keel uit," zeide Joy. „Gaan jullie maar en laat mij kalm naar huis gaan." Zij gng vlok bij mij op een der sopha's zit ten, leunde achterover tegen dc kussens en sloot haar oogen. „Als Joy moe is, zal ik haar thuis brengen en gaan jullie dansen," zeide een van de ca valiers. Het was een knappe, jonge man, die precies deed, alsof hij rechten^ had^ op Joy, terwijl hij achter haar stond en zijn honden op den rug van de sopha rustten. De anderen kwamen er ook bij staan en er werd nog druk geredeneerd, totdat zij er ein delijk een einde aan maakte door op te sprin gen. „Goed don, ik zal gaan, maar loten we in 's hemels naam hier niet den heelen avond staan redenceren. Roger, waar is mijn mantel?" Roger was de jonge man, die aangeboden had haar thuis te berngen; hij ging den man tel halen en hielp haar dien aantrekken. Dan gingen zij aller weg cn na enkele oogcnblikken volgde ik hu voorbeld. Het wat toen negen uur en daar ik onmo gelijk raden kon waarheen zij «gegaan waren, begon ik langzaam naar King's Cross-station te loopen. In ieder geval zouden zij daar ook moeten komen om naar huis te gaan, en ik kon wach ten, zelfs al moest het den heelen avond zijn. Het was ondragelijk warm in de straten geen blaadje bewoog zich en te King's Cross was het nog erger. Het station was nis een oververhitte broeikas, waarvan de deur in geen maanden open geweest was; ik kon het cr don ook niet uithouden en liep na ge ïnformeerd te hebben, hoe laat er treinen ver trokken, de straat weer op. Ik had niet veel suces met mijn dwaze on derneming, dacht ik later. Zij had mij zelfs niet gezien niet, dot het ecnig verschil ge maakt zou hebben, als dot wel het geval was geweest, dat begreep ik heel goed, maar toch... Ik wist, dat ik niet makkelijk de verveling en moeheid van haar gezichtje,, zooals ik dat dien avond gezien had, vergeten zou. Ik bleef de straat, die het dichtst bij het sta tion was, op en neer loopen, totdat een man, die de allures van een detective had, mij arg wanend begon aan te kijken, alsof ik een bom in mijn zak verborgen hield; ik vereerde.toen een onderc stront met mijn tegenwoordigheid^ om alleen naar het station terug te gaan, wan neer er een trein vertrekken moest. Maar zij kwamen niet cn nu bleef nog slechts de laatste trein, waarmede we thuis konden komen, over. Ik was doodmoe en Londen leek me dc af schuwelijkste plaats van de hecle wereld. Maar toch ging de tijd voort en ik wist, dat zij nu spoedig moesten komen, als zij tenminste van plan waren nog naar huis te gaan. Ik ging naar het perron, koos een coupé in den ticin, die voorstond, en bleef bij het por tier staan rooken. Ik rookte drie sigaretten en wilde juist dc vierde opsteken, toen een conducteur VToeg: ,.Gaat u mee, sir?" Ik schrok en keek op. ,Ja, maar het is toch nog geen tijd?" ,\Ve vertrekken dadelijk, sir." Mijn hart scheen een harden bons te geven en dan stil te staan. Ik keek vlug het perron op en af, maar er was geen spoor van Joy te zien. „Gaat u mee, sir?" vroeg de conducteur weer, maar nu wat harder; hij dacht blijkbaar dat ik doof wos. Dc gaf geen antwoord; ik keerde mij om en liep verder. Joy was niet naar huis gegaan, dat wist ik, daar zij geen andere lijn kon nemen. Ik hoorde het fluiten van den trein en het langzaam wegrollen ervan uit het station. Ik bleef stil staan cn keek hopeloos rond. Een soldaat, die iemand had weggebracht, en een geëngageerd spannetje liepen me vlug voor bij en toen zij weg waren, bleef ik alleen over in het station behalve dc portier, die met ce« lantaarn zwaaide, en een koopman die een trolley met leege monden voortduwde. Joy! Waar was zij? Ik voelde me verdoofd en niet in staat om te denken, toen ik werk tuigelijk weer naor de stront liep, moor op dat oogenblik hielden twee taxi's voor den ingang stil; een jongeman sprong uit den eerste en vloog halsoverkop het station binnen. Hij werd door twee andere monnen en een meisje in een witte japon gevolgd, terwijl uit de andere taxi... maar daar bleef ik niet naar kijken. Ik keerde mij om cn ging het station weer binnen. rk vond het groepje op het perron in ge- sprek met den portier, die achter zijn ooren krabbelde en vrij skeptisch naar hun opge wonden gezichten keek. „In ieder geval is er geen trein voor morgen ochtend," hoorde ik hem zeggen. „Hoe u thuis kon komen?" Hij lachte. „Ja, dat weet ik niet, tenzij 11 gaat wandeien of een van dc chauf feurs overhalen kimt u naor huis te lijden." Ik vond, dot het nu tijd werd mij met de zaak te bemoeien, waarom ik naar het groepje liep. „Hebt u den loatsten trein gemist?" vroeg ik langs mijn neus weg, hoewel mijn hart 166 klopte, dat ik dacht te zullen stikken. „Ik ver keer in hetzelfde ongelukkige geval." Zij keken ollemaol om. Zij kenden mij nief behalve Joy en ik hoorde haar een gilletje geven, dot zoowel woede als verlichting uit drukken kon. Het andere meisje, dot vrij brutale, donkere oogen en een hooge slem had, antwoordde voor hen allen, (Wordt vervolgdj

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1924 | | pagina 9