AMERSFOORTSCH DAGBLAD „DE EEM LANDER" zaterdag 13 Sept. 1924 BINNENLAND. Het Meisje van hiernaast. TWEEDE BLAD. m KOLOMEN. FEUILLETON. 23e Jaargang No. 64 Huiswerk. AI drukt het woord niet met volkomen scherpte uit het begrip, dat er mee wordt aan geduid, zoo is toch de beteekenis er van voor allen, die ook maar eenigszins met het school leven bekend zijii, volmaakt duidelijk. Elk onder wijzer, die huiswerk opgeeft, spreekt hiermede ils ziju oordeel uit, dat de leertijd op de school niet voldoende is, om de leerstof te behandelen, d:c voor den leerling noodig geacht wordt. Nu kan men in alle onderwijs tweeërlei onder scheiden: het aanbieden en het verwerken of toepassen der leerstof. Het eerste is onvoorwaardelijk de plicht der rchool en de taak der onderwijzers. Tn theorie -.-■1 waarschijnlijk geen der zake kundige dien plicht ontkennen; toch wordt er in de practijk t .gen dien regel wel gezondigd. Op de lagere -hooi zal het wel niet of hoogst zelden voor komen, maar op scholen voor voortgezet onder- vijs, middelbare scholen en gymnasia des te neer. dat aan de leerlingen wordt opgedragen, «Ie volgende lesvooraf thuis uit het leer- pek te bestudeeren. Blijkbaar is in dat geval /,j onderwijzer van mccning, dat zijn mondeling onderricht gemakkelijker en beter zal aanslaan, <s de stof aan zijne leerlingen reeds eeniger- "ate bekend is. Daar kan in sommige gevallen ie*s voor te zeggen zijn, indien namelijk de leerstof zeer eenvoudig is en het leerboek die op bevattelijke wijze voordraagt. Zoo kan het bijv. in eene aardrijkskundige les voorkomen, dat het leerboek eene eerste schets geeft van het land, dat aan de beurt van behandeling is, zoodat de leerlingen, met behulp van een bij het leerboek passenden atlas, den naam en de ligging van steden, rivieren enz. zich vooraf in het geheugen kunnen prenten. Toch mag niet vergeten worden, dat de leerlingen reeds vrij ver gevorderd moeten zijn, om aldus zelf standig te studeeren. Viva vox docet, zeiden de oude schoolmeesters: de levende stem is de beste onderwijzer. Inderdaad, als de leerlingen, zonder den dwang, dien de school van zelve oplegt, te huis, blootgesteld aan allerlei afleiding, met het zwijgende boek vóór zich, ecnige nieuwe leer stof zich moeten eigen maken, dan is er hoo- gere en meerdere aandacht concentratie noo dig, dan waarover de doorsnee-leerling kan be schikken. Nog veel erger word# de zaak, als de leer lingen thuis rekenkundige vraagstukken moeten oplossen van een type, dat op de school nog niet behandeld is, of eene stijloefening moeten maken, waarvoor hun de noodige gegevens ont breken. Dan wordt het al heel spoedig een in den blinde rondtasten wat geen studeeren is tenzij hulpvaardige ouders, broeders of zusters den jongen student kunnen bijspringen. Wie dat in het eigen gezin heeft bijgewoond, zal die verlegging van de schooltaak onbepaald moeten afkeuren en tot regel zonder uitzonde ring stellen, dat alle aanbieding van nieuwe leerstof tot de taak der school behoort. De on derwijzer, die zijne leerlingen kent, weet waar en in hoeverre hij moet te hulp komen; hij kan j'iet pad effenen, door de moeilijkheden één voor één te leeren overwinnen; door op te wekken en aan te sporen en zoodoende dc arbeids kracht der leerlingen op het hoogste te span nen. De dwang op school en dc vrijheid thuis, dat is eene billijke vcrdceling. Op het aanbieden der leerstof volgt het verwerken of de toepassing, en het is eene vraag, die vaak is opgeworpen, of hier het huiswerk geen nuttige diensten kan bewijzen. Op den voorgrond sta, dat het huiswerk bij lange na niet voor de geheelc toepassing kan zorgen. Ook op de school moet gelegenheid en zelfs ruime gelegenheid geschonken worden, het geleerde, zoowel schriftelijk als mondeling, te verwerken. Waar aan één onderwijzer de lei ding van meer dan éénc klasse is toevertrouwd wordt aan dien eisch, in den regel meer dan wenschelijk is, uit nooddrang voldaan, maar het heeft wel eens den schijn, of daar, waar elke onderwijzer slechts ééne klasse heeft, het als tijdvermorsing wordt beschouwd, de geheelc klasse rustig aan het maken van eenige schrif telijk werk te zetten. Toch is dit inderdaad eene verwerpelijke dwaling. Als de klasse aan schriftelijk werk bezig is, kan de onderwijzer niet rusten. Een kort oogen- blik moge dat het geval zijn en die kort stondige rust is niet te laken maar al heel spoedig blijkt het. dat nu eens de een, dan weer de ander hulp van den onderwijzer van noodc heeft. Dc kinderen moeten leeren, zelfstandig te werken en nu moge dat, waar het niet anders doenlijk is, geschieden door ze maar aan het werk te zetten en hun alle hulp te onthouden, het is en blijft eene gebrekkige methode, om iemand zwemmen te leeren, door hem in het water te werpen. In de zwemschool wordt die methode dan ook niet gevolgd en v.aar het maar eenigszins mogelijk is„ moest dc gewone lagere school dat ook niet doen. Wel is het einddoel de zelfstandigheid van den leerling, maar wie het einddoel vooropzet, kiest een moeilijken weg. waarop bereiking van het gcwcnschte resultaat dikwijls onzeker is. Dc school zorgt dus voor toepassing van het geleerde. Kan zij dat in voldoende mate? Vele onderwijzers geven metterdaad op die vraag een ontkennend antwoord. Zij achten het noo dig, dat een gedeelte van die taak naar het huisgezin wordt ovcfgcbracht. Nu zou men dc vraag kunnen stellen, of het niet beter ware, den schooltijd te verlengen met het bepaalde doel, meer gelegenheid tot toepassing der be handelde leerstof te vinden. Daartegen wordt gewoonlijk aangevoerd, dat niet verlenging, maar verkorting van den schooltijd moet na gestreefd worden, doch die bedenking heeft weinig waarde, aangezien men dan toch door het opgeven van huiswerk den leertijd verlengt en het toch duidelijk is, dat de hygiënische be zwaren van den langen schooldag alleen den langen leertijd gelden. Het huiswerk wordt dan ook gewoonlijk op andere gronden verdedigd. Het is goed, zoo zegt men, dat de leerlingen er aan wennen, ge heel zelfstandig werk te maken, dat niet boven hunne krachten gaat, ook waar alle gelegen heid ontbreekt, den onderwijzer om hulp te vragen. Daar kan men weer tegen te gemoet voeren, dat dc huiselijke omsrandigheden zeer uiteen loopen en dat het lang niet zeker is, dat de leerlingen thuis niet nog meer geholpen worden, dan op school zou geschieden. Dat veroorzaakt eene groote ongelijkheid, die althans tot onmiddellijk gevolg mag hebben, dat dc vorderingen der leerlingen nooit be oordeeld mogen worden naar wat ze thuis ver richten. or is echter een argument ten gunste van het huiswerk, dat wij niet genoemd hebben, dat ook gewoonlijk niet genoemd wordt en dat nochtans het meeste gewicht in de schaal legt. De meeste ouders vragen om huiswerk voor hunne kinderen, omdat zii zonder, dat geenc kans zien. ze te huis gezet bezig te houden. Dien wensch verneemt men weinig of nooit van ouders uit den arbeidenden stand, omdat die de diensten en verdiensten hunner kinderen in het huisgezin te zeer noodig hebben, maar wel van die ouders, welke over voldoende hulp thuis kun nen beschikken en nu gaarne willen, dat de kinderen van schoolwcgc ook thuis worden aan het werk gezet. Dc ouders houden het huiswerk in stand. Menigmaal kan men dan ook klachten ver nemen over die scholen, waar weinig of geen huiswerk wordt opgegeven. Dc onderwijzers weten over het algemeen wel. dat wat de kinderen aan schoolwerk in huis verrichten, weinig of niet tot hunne vordeiingen bijdraagt. Uit het aangevoerde behoeft nog niet te vol gen, dat alle huiswerk onvoorwaardelijk be hoort te worden afgekeurd. Voor de hoogcre klassen der lagere school en bij het voortgezet onderwijs is wel eene verstandige keus te doen van werkzaamheden, die te huis kunnen worden verricht; alleen behoort de onderwijzer te zor gen, dat niet meer dan een minimum worde op gegeven, zoodanig gekozen en bepaald, dat ook de zwakste leerlingen het gemakkelijk kunnen afmaken. Bovendien achten wij het wenschelijk, dat er zoo niet altijd, dan toch dikwijls vrijheid gegeven wordt in het volbrengen van die taak. Vele leerlingen zullen met meer ge noegen arbeiden aan wat zij ook wel zouden mogen nalaten, dan aan wat stellig voorge schreven wordt. Handelde men op die manier, dan zou men de ouders, die zelf aan hunne kin deren gepaste leiding kunnen en willen geven, geen moeilijkheden in den vorm van huiswerk in den weg leggen, terwijl voor dc anderen het huiswerk een welkome aanvulling zou zijn van hunne eigene opvoedende werkzaamheid. Al het voorgaande geldt in steeds mindere mate, als de kinderen ouder worden. Zoo kan het verdedigd worden, dat op middelbare en daarmede gélijk te stellen scholen cenig meer der werk thuis wordt meegegeven, al blijft ook hier de opmerking van kracht, dat dc beste school het minste huiswerk zal vorderen. Van de onderwijzers der lagere school kan men veelal de klacht vernemen, dat het huis werk met zoo weinig zorg wordt gemaakt, dat met name het schrift der leerlingen op school zooveel beter is dan thuis. Die klacht is niet ongegrond, maar dikwijls ligt toch de schuld aan den onderwijzer en riet aan het kind. Schriftelijk huiswerk mag niet worden opgege ven. vóórdat de leerlingen zoover gevorderd zijn, dat zij behoorlijk kunnen schrijven, met welke opmerking al het schr 'telijk huiswerk voor dc drie of vier eerste leerjaren veroordeeld is. Is echter de onderwijzer van dc doelmatig heid en dc uitvoerbaarheid van het opgegeven huiswerk overtuigd, dan heeft hij het recht en de plicht, stellig te eischen, dat het niet dc uiterste nauwgezetheid worde gemaakt. Zoo kan het gebeuren, dat het recht om huis werk in te leveren, voor bepaalden tijd wordt ingetrokken voor die leerlingen, welke er met voldoende zorg aan besteden. Al wat voor dc school gedaan wordt moet goed gedaan worden. Zelfs aan het uiterlijk der schrijfboeken moet veel aandacht worden besteed. Zoo kan het huiswerk iets goeds doen, hoe wel ons laatste woord blijft, dat die onderwijzer het hoogst staat, die zijn doel zonder het ge dwongen huiswerk zijner leerlingen weet te be reiken. P. KEETE. Amsterdamsche Brieven. De Oostzaner strop. In den tijd, waarin de gëmecnte-politiek vrij wel stil staat en ook de gewone theaters aan het komkommeren zijn alleen „lichte kunst" te genieten heeft de gemeente toch nog een klucht opgevoerd, waarvan het succes van te voren vast stond: „De woningcommissie van het tuindorp Oostzaan, of: hoe dc slimme wethou der bij zijn neus werd genomen". De slimme wethouder is natuurlijk dc heer Dc Miranda, dat spreekt van zelf. En er zit niet de geiingste ironie in deze qualificatie, want de heer De Miranda i s slim, heeft bij duizend ge legenheden getoond het te zijn. Maar er zijn altijd van die buitengewone situaties, waar een mcnsch met al z'n slimmigheid tóch nog in vliegt en die bliksemsche communisten 't jonge, die zijn ook niet voor de poes als het op poetsen bakken aankomt Oostzaan is- een idyllisch gemeente-dorp, idyllisch in ligging, in bouw, in gehalte cn aard van zijn bevolking. Om dit laatste te ad- struecrcn, behoef ik alleen maar te berichten, dat er zeven-en-twintig bewoners in dit dorado bestaan, voor het meerendeel (moor volstrekt niet alle) op een of andere manier rood gezind, doch helaas hoe kan het anders in een dorp van een duizendtal huisjes vaak niet met een groot aantal leden. Hetgeen echter niet belet, dot de „vcrecnigingen" als zoodanig er zijn, en met elkaar of met anderen ruzies kunnen uitvechten. De bestaansgrond trouwens voor vercenigingen überhaupt. Nu wordt door eenige, en vooral door een zekere buurtvcrecniging van communistische allure er wonen zéér veel communisten in „Oostzaan" al jaren een verwoede strijd ge voerd tegen dc gemeente cn haar representant, den Woningdienst. De Woningdienst beheert het woonhuizen-bezit der gemeente, wat ook beteekent dot zij de h u r c n int. Nu hebben dc communistische huurders over het algemeen groote bezwaren om aan de gemeente of de gemeenschap iets te betalen: zij zijn immers voorstanders van „de gemeenschap", welke laatste dus blij mocht zijn, dat ze zulke trouwe aanhangers en verdedigers heeft en dus van hen geen geld moest eischen op den koop toe. Al- zoo, al of niet overigens in verband met veel vuldig voorkomende werkloosheid, ontstaat er nogal eens huurschuld. De heer De Miranda heeft eens in den gemeenteraad vele voorbeel den gegeven, dat de werkloosheid met deze „beertjes" inderdaad niet hadden te maken, maar de communisten denken er officieel an ders over. Nu gebeurde het bij de jongste begrootings- discussies, die weldra niet meer de jongste zul len zijn, dat een paar communstische raads leden namerts hun Oostzaner vrienden er een bolletje over opgooiden, om voor deze en der gelijke affoire-tjes er zijn meer bezwaren, zie beneden een officieelen „woningraad" van huurders in het tuindorp te stichten. Dc heer Dc Miranda dacht aan de huurschuld en moest er niets van hebben. Maar een scciaal-dcmo- cratisch bewindshebbcr, die zich tegen stichting van eenig „georganiseerd overleg" verzet, komt in een nare positie. Dat wisten onze commu nistische vrienden ook, en door van deze om standigheid een gepost misbruik te maken, kon den zij den wethouder een belofte afpersen: er zou dan met medewerking van den Woning dienst een „huurders-commissie" wor den opgericht, maar.... alléén voor a 1 g c- mcene huuidcrsbelangcn: niet voor „indivi du eel c klachten" (waaronder schulden!). De commissie moest natuurlijk uit cn door dc bewoners, allen huurders van dc gemeenten, worden gekozen. Eenige knappe bureau-juristen werden aan het werk gezet, om een kies-rcglc- ment in elkaar te timmeren. Het heeft mij bui tengewoon verwonderd, dut hun product ten slotte zoo eenvoudig is geworden hoe kun nen tcr-zake-kundigen er tegenwoordig nog toe komen, een verkiezingsstelsel zonder een of an dere onbegrijpelijk evenredigheids-beginsel en een djto-bcrekcning op te stellen? Als deskundi gen hebben dc ontwerpers m. i. hun reputatie te grabbelen gegooid, door eenvoudig het mocr- derheids-bcginscl weer op het tapijt te brengen, cn voor ieder van dc vijf „zetels" in dc huur derscommissie stuk voor stuk de meerderheid doodnuchter te laten beslissen. Maar bovendien was het ook een politieke blunder, dit stelsel. Dat bleek weldra, toen het tijdstip van dc „condidaatstelling" naderde. Ter voorbereiding werden er (nèt echtl) eenige ver kiezingsmeeting gehouden, waorbij o.a. het raadslid Gulden, sociaal-democraat, als spreker optrad en door een inmiddels gevormde com munistische „knokploeg" op de meest handtas telijke wijze werd bewerkt. Maar dat was niet erg. Het erge gebeurde bij dc verkiezing zelf, op 23 Augustus. De communisten hadden natuurlijk hun enndidaten gesteld, en daartegenover stonden, eveneens na tuurlijk, de sociaal-democratische r e g e e- ringscandidaten dus, gezien de couleur van den wethouder voor de Volkshuisvesting en die van den directeur van den Woningdienst (wat verder nog aan Roomschc cn Christelijke candidaten op 't tooncel was verschenen, had niet de minste kans). En, te derde male na tuurlijk: de regceringscandidotcn zijn smadelijk Verslagen: van de 400 stemmen, die uitge bracht werden ('t totaal aantal stemgerechtig den was, tusschcn haakjes gezegd, 1300), kregen de communistische heeren verreweg de meerderheid, ril. 209, 178, 170, 108 en 167 stemmen tegen de socialisten respectievelijk 149, 142, 142, 139 en 133. En zoo is onze stad dus verrijkt met een ge autoriseerde buurt-sovjet, welke ten doel heeft: algemeene gemccntelijke-huurdcrs-belangen te bespreken en den directeur van den Woning dienst van advies te dienen, op diens verzoek zooals het officieel heet. Nu, zélfs als het edel achtbare college de huurschulden buiten zijn bemoeienis zal houden wat een „toer" zal wezenl dan zijn er onderwerpen genoeg, om den beodviseerde het leven zuur te maken. Tk noem alleen maar het schoonc instituut van dc w o nin g-o p z i c h t c r c s s e n, de officieel gepatenteerde en vurig-door-de-communisten- gehate dagelijksche representanten van den heer Kepplcr Het figuur, dat de gemeente slaat, is poover. Toen „Het Volk" vlok voor de verkiezing van 23 Augustus eenigszins benauwd schreef: stemt op de soc.-dem. candidaten wanneer ge van dc huurderscommissie plezier wilt beleven toen had het officicusc blad een angstig, maar juist voorgevoel van dc dingen die komen zou den. Wc zullen er nu géén plezier van beleven. „We": dat zijn Dc Miranda cn Kepplcr, en al wie met deze slachtoffers van hun plicht maar mede kan voelen, Overigens verzworen inwendige omstandig-^ heden in Guinea een behoorlijke bestuurscon- trolc waardoor vrijwaring van molest niet kon worden gewaarborgd. Oost-Indië. GEEN DU1TSCHE CONCESSIE OP NIEUW-GUINEA. Aneta seint uit Weltevreden De regeering deelde aan den heer Hclfferich, optredend namens den hertog van Meelden- burg mede dat er overwegende bezworen zijn tot Yerleening van een concessie in Noord- cn Wcst-Guineo onder de omschreven voorwaar den. De overwegingen van de weigering dei Nieuw-Guinea concessie zijn dot de regeering het ongewenscht acht een mantschanpij gedu rende 75 jaar in geheel Noord- cn West- Gui nea het recht te verlecnen tot winning van bosch- en zecproductcn wijl de grootte van het gebied dadelijke exploitatie belemmert cn het evenmin wenschelijk is de bevolking toe te la ten tot de werko'vereen komsten die poenao! gesanctioneerd zijn, wijl «cn natuurvolk niet rijp is voor de begrippen van contractueclc conccssicrcchtcn. Tevens kunnen do belangen van den bestoanden handel ernstig worden ge schaad. Dc Staatscouiont van heden 12 Septem ber bevat o.a. de volgend© Kon besluiten op verzoek eervol ontslagen J. Schaapman als directeur van het post- en telegraafkantoor te Schoonhoven en J. A. Rijser als directeur van het postkantoor te Abcoude, teven belast met het telegraofbehcer aldaar benoemd tot directeur van het post- en te legraafkantoor te Katwijk aan Zee A. Donker sloot thans te Princenhagc tot directeur van het pos:- en telegraafkan toor tc Schcveningen J. J. Kips, thans tijde lijk met het beheer belast. AUDIËNTIES. De gewone audiëntie van den minister van onderwijs, kunsten en wetenschappen zal op Donderdag 18 September e.k. niet plaats heb ben. NEDERLAND EN BELGIE. Do Wcstcr-Schelde. Uit Brussel wordt aan de N. R. Ct. gemeld: Uit peilingen in den laatstcn tijd door den Belgischen loodsdienst in de Wcster-Schelde gedaan, blijkt, dat dc diepte bij Bnth bij laag tij 7 meter minimum bedraagt, over een breed te van 225 meter. Door deze grootere breedte is de toegang tot den pas voor groote schepen thans veel gemakkelijker geworden. Nergens in don pas is de diepte nu minder don 7 meter bij laag en IT meter bij hoog tij. DE MANOEUVRES. Buitcnlnndschc officieren vertegen woordigd. De manoeuvres van de Lichte Brigade cn van de Ve Infonteric-Brigade, die van 22 t m. 26 September onder leiding van den commandant van het Veldleger in Noord-Brobnnt cn Lim burg zullen worden gehouden, zullen worden bijgewoond door de de volgende buitenland- sche officieren Gcncraal-majoor de Toll met zijn Adjudant, kapitein van den Generalen Staf Ahlstroem, van het Zwcedsche leger; kapitein van den Ge neralen staf Styrmer van het Deensche leger, alsmede de militaire attachés van Frankrijk, Engeland cn Be'gic, dc kolonels Casanse, San- dilnnds en Schmit. Voor het begeleiden der buitenlandsche offi cieren zijn anngewezeh de Luitenant-kolonel van don Generalen Staf Seyffardt cn de kapi tein van den Generalen Staf Carstcns. DE NACHTWAKER TE GOOR. 'Hoe dc sectie geschiedde. Op de nadere vragen van den heer Kleere- koper. betreffende het vervoer cn dc sectie van het lijk van den vermoorden nachtwaker te Goor. heeft de Minister van Justitie thans het antwoord gegeven, waaraan het volgende is ontleend Het is onjuist, dot, toen het lijk van den nachtwaker van de plaats, waar het gevonden was, naar de plaats der sectie werd vervoerd, zich de gonjezak, waarin de dader(s) het lijk had(den) gedaan, alléén om het hoofd bevond, terwijl evenmin juist is, dat verder het lijk volkomen onbedekt was, zoodat zelfs cén der beenen geheel naakt zou zijn geweest. De minister is persoonlijk ter plaats geweest en heeft zich de situatie, alsmede de verschil lende verrichtingen, laten uitleggen. Hem Is daarbij gebleken, dat gehandhaafd kon wor den de aanvankelijke mcdedeeling, dat het vervoer plaats had onder het treffen van maat regelen, om zoo weinig mogelijk de aandacht van het publiek te trekken, althans om die aan dacht zoo weinig mogelijk tc bevredigen. In derdaad hadden de bewoners van Goor, indien zij niet er op uit waren hun nieuwsgierigheid te bevredigen en niet hun werkzaamheden in den steek lieten, om buiten Goor deze gebeur tenis te gaan meemaken, von dit vervoer al heel weinig of niets behoeven tc zien. Wat nu dc sectie betreft, dc openbare weg, die om de fabriek loopt, op welker terrein de sectie plaats vond cn die 39 M. verwijderd is van de plaats waar dc sectietafelstond, was door de politie ofgezet, met dien verstande, dot personen, die cr inderdaad over moesten, werden doorgelaten onder voorwaarde, dat zij niet bleven staan, doch doorliepen. Aldus kon Laat alleen zulke vreugde tot U komen, wier herinnering U een vreugde is. Auerbach. Naar het Engelsch van RUBy M. A7RES door W. J. A. ROLDANUS JR. 50 „Hij heeft niet het recht een vriend van u genoemd te worden. U bent geëngageerd met Don. U hebt niet veel tijd noodig gehad hem te vergeten en uw genegenheid op een ander over te brengen, wanneer u dezen vriend zoo warm verdedigen kunt." Joy lachte minachtend. „O, maar hij is zoo rijk," zeidc zij en ik kan mij nu begrijpen, dat zij het alleen zeide om mij te prikkelen het arme kind. misschien was zij even ongelukkig als ik was. „Als hij zoo lijk is, dan zou ik hem maar nemen in plaats van Don. Ik weet zeker, dat, wanneer Don alles wist, hij verstandig genoeg zou zijn om u zonder ecnige spijt uw woord terug te geven. Ik weet zeker, dat hij de laat ste zijn zou om geëngageerd met u te blijven, als hij dacht, dot u het liever niet wilde. Wan neer die Mr. Roger* zoo rijk is, zou. het dui vels jammer zijn zulk een prachtige gelegen heid ongebruikt voorbij te laten gaan Ik had mij niet in staat geacht op zoo'n hoonenden toon te spreken, maar hoe het mogelijk was, weet ik niet maar het deed mij goed te weten, dat ik haar pijn deed. We hadden het grasperk op en neer gewan deld, maar nu bleven we, als bij onderlinge af spraak, stilstaanJoy bracht haar handen achter haar rug op die „kleine-meïsjes"-ma- nicr, welke mij zoowel als den ouden Jardine steeds ontwapende, en haar gezicht was doodsbleek, teen zij heel kalm zeide „Dat is natuurlijk alles van te voren over wogen u probeert het zoover te brengen, dat ik Don zijn woord teruggeef." Ik antwoordde niet en zij ging heel zacht, bijna alsof zij tot zichzelf sprak, voort „U bent heel handig, veel handiger dan ik ooit gedacht had. U hebt het er natuurlijk van den beginne af aan op aangelegd. Daarom hebt u Don geschreven over mij cn Ro ger „Ik heb hem er nooit over geschreven ik heb nooit den naam van Roger of van een onderen man genoemd." Ik keek haar met op zet niet aanik zou alles, wat ik bezat, ge geven hebben dat gesprek nooit uitgelokt tc hebben de laatste tien dagen, waren beroerd genoeg geweest, maar waren toch verre te verkiezen boven dit zoo dicht bij haar te zijn cn me door een vreemde kracht gedreven te voelen om haar met opzet te kwetsen cn tc prikkelen. „De heele stad praat over u," ging ik mee- doogcnloos voort, „en te Heston is het niet minder. Vanochtend huilde Castle nog tranen met tuiten, omdat u, naar zij zeide, Don zoo spoedig vergeten hadt Wanneer zoo'n vrouw dat opmerkt, wat gelooft u dan, dat Mrs. Ke- nyon en consorten zeggen en denken ,Jk weet het niet en het kan me niet schelen ook. Zij haten me allemaal ze hebben mo altijd gehaat." „Dat is gewoon onzin Dat zegt u altijd. wanneer iemand iets op u aan tc merken heeft" „Iemand barstte zij uit. „Niemand anders dan u zou het durven 1" Ik keek langs haar heen naar de plek, waar Castle en ik den armen kleinen Rags onder do blauwe delphiniums begraven hadden. Op de een of andere wijze leidde ik al dit verdriet en ongeluk af uit zijn dood cn toch was hij een trouwe vriend geweest, die graag zijn le ven voor zijn meesteres gegeven zou hebben. „U bent zoo veranderd," zeide ik opgewon den. „II schijnt een heel ander meisje dan vroe ger." ,,Dat ben ik niet," zeidc Joy. „O," riep zij uit met plotselingen hartstocht, „kunt u het niet begrijpen niet een heel klein beetje Kunt u niet inzien, dot ik alleen deze dingen doe, omdat ik zoo ongelukkig, dicp-ongeluk- kig ben Dat ik op die manier door moet gaan, dat ik mij moet trachten te amuseeren, om niet te sterven 1" Haar oude tragische overdrijving weer I En toch kon ik in mijn hart zoo goed met haar mcdevoelen. Misschien waren er lijden ge weest, dat ik ook graag mijn leven voor haar gegeven zou hebben. ,,U bent zoo heel anders dan alle andere mannen, die ik ken," ging zij voort. „U ver wacht altijd het onmogelijke; u bent altijd zoo koel en u kunt u altijd zoo goed beheerschcn en u denkt, dat het voor ieder ander even mak kelijk is dat te doen. Ik kan het nietIk ben nu eenmaal anders geschapen ik voel niets voor dat idioot gezegde Lijd cn wees sterk „Lijd cn laat iedereen anders het weten" is'veel ver standiger. Waar is het goed voor het voor je zelf tc houden, wanneci je iemand of jezelf wilt dooden Waar dient fect voor te trachten je te schikken, wanneer je heel goed weet, dat je jezelf olies, wat er gebeurd is, te verwijten hebt, heel goed weet, dot je zoo'n groote dwaas geweest bent, dat je je hcelo leven be dorven hebt „Uw leven is niet bedorven," zeide ik ruw cn boos. „U hebt nog vele joren van geluk voor u. U bent nog een kind en later zult u u niet kunnen begrijpen, dat u dat alles zoo tra gisch hebt kunnen opvatten." „Dat is niet wot u werkelijk denkt," zeide zij, plotseling kalm. „Dot is wat u u altijd probeert wijs tc maken en ook mij wilt laten gclooven." Het was vólkernen waar, maar het maakte mij boos, dat zij het zeidc, en woest barstte ik los „Er bestaat geen enkele wet, welke u dwingt le trouwen met iemand, omdat u toevaljig met hem geëngageerd zijt Snikkend hield zij haar odem in. „Meent u dat vroeg zij hartstochtelijk. „Meent u, dat ook al zegt het niet u wilt, dat ik aan Den zeg, dot ik niet werkelijk van hem houd dat ik „Ik meen niets van dién aard," antwoordde ik hetig. „Het gaat mij hcclemaal niet aan." Mo ge de leugen mij vergeven worden. „Het laat mij vo'komen koud, behalve wat zijn geluk be treft Er volgde een benauwende stilte. Een heel zacht briesje streek even als een protest door den tuin ca stief dan weer weg. Toen er niets meer te hooren was, begon Joy weer „Misschien is dat het beste maar, omdat het-in ieder geval te laat is... U kunt niet zoo gemakkelijk van mij afkomen a's u denkt.... en Den ook niet Er was een vreemde klank in haar stem, iets, dat regelrecht naar mijn kart scheen te gaan cn mij te zeggen wat zij bedoelde. rk nam haar ruw bij haar schouders, dwong haar mij aan te kijken en boog mij voorover, zoodat ik het uitdagende van haar gezicht in het donker zien kon. „Wat bedoelt u vroeg ik heesch. Ik voelde haar een oogenblik ineenkrimpen, maar zij herstelde zich oogenblikkelijk weer cn lachte weer met iets van haar vroegere onbe schaamdheid, ofschoon haar stem als een fluis tering klonk, toen zij zeide „Ik bedeel, dot wijgetrouwd zijn voor hij wegging." „Getrouwd voor hij weggingIk her haalde nis een pepegaoi haar woorden. Ik weet zeker, dat zij op het oogcnb'ik zelf mij niets zeiden. Haer oogen waren cp mijn gezicht gericht en ik zag er iets als angst in, maar onmiddel lijk daarna lachte zij weer cn rukte zich los. „Ja ik begrijp niet, dot u het niet geraden hebt I" De woorden kwamen er met ccrr ruk cn moeilijk uit en zij stond zenuwachtig aan haar zakdoek te plukken. „Ik ben noc.'* ver geweest in liet raden van dingen d e u betreffen," zeide ik dwaas genoeg. Ik gevoelde mij als verdoofd en niet in staat om mijn gedachten re verzamelen cn steeds zei de ik met dwaze kinderlijkheid tot mezelf, dat, als ik nu nóg een tijdje stil hield en wachtte, ik wakker worden en merken zou, dat het maar CCn drervrn .vav: (IWorHt ivervolg'd)

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1924 | | pagina 5