AMERSFOORTSCH DAGBLAD „DE eemlander"2»S.P..r»i« Het Meisje va» hiernaast. DERBE BLAD. FEUILLETON. 23e jaargang lo. 70 Parijsche Brieven. CCCXI 1 - i Parijs, .8 September. 1924. I Vacantie. Naar Holland: j Utrecht en den Haag. Tevre den terugkomst en vcrsch och- I tendbrood. Nachtarbeid voor de bakkers. I De tijd van vacantie is voorbij voor de mees- ten onzer die, hoe kort ook, zoo gelukkig waren I ervan te kunnen genieten, voor zooveel de zon en de temperatuur dat geluk niet al te relatief maakten. Zeker, er waren velen die zich die vreugd ontzeggen moesten, waar tegenover staat dat er weer heel wat meer altijd te veel zijn, wier hcele leven een doorloopende vacantie is en die er daarom het ware genot niet van kennen. Zoo wordt de maatschappelijke ba lans in evenwicht gehouden. Voor ohs, die zoowai in het midden tus- schen die beide uitersten heen en weer schom melen, was Parijs dit jaar meer dan ooit „la plus belle villégiature du monde". En wat heb ben wij niet, wanneer wij op een zeldzamen maar dan ook zeldzaam mooien ochtend een wandeling van de Porte Dauphine naar de Gran de Cascade te Longchamps maakten, of op het terras van een Boulevard-café goed beschut on der den doeken luifel zaten, veilig voor den regen die in pijpestelen neerkletterde, dikwijls onszelven gelukkig en waarlijk bevoorrecht ge acht bij het denken aan hen die op de een of andere mondaine badplaats zich verveelden in een ongezellige hotel-hal of in een casino-zaal met beslagen spiegelruiten, zoo zij al niet opge sloten bicven in een familie-pension waar de gasten voor de afleiding ruzie met elkaar kre gen zonder het er expres om te doen. Vacantie thuis had dit jaar voor ons een dub bele aantrekkelijkheid, en dan is Parijs zeker wel de uitverkorene onder alle steden... en toch, ondanks dat komt er bij velen een oogenblik waarop de lust, de behoefte ergens anders te zijn, te sterk wordt. Zoo is het ook mij gegaan. En omdat ik dat „anders" nu liefst niet dicht bij huis zocht, ben ik wat mij in lang niet gebeurd was een uitstapje gaan maken naar het land waar braaf heid en deftigheid als specifiek nationale deug den vereerd worden. Dus werd het mij gegeven te Utrecht, te Amsterdam, te 's Graveuhage en te Scheveningen oude herinneringen uit diepen Ölaap .te wekken en tegelijk nieuwe teleurstellin gen te ondervinden. In de klassieke hoofdstad van het Sticht heb fk weer eens het Venetiaansch visioen harer grachten, de voorname schoonheid van haar Dom en haar Kloosterhof en de stemmige sier van haar Maliebaan mogen genieten. Mocht ik mij weer eens in Holland vestigen, dan zou ik liet liefst een huisje huren bij Utrecht. De ondervindingen die ik elders tusschen den bollard en de Schelde opdeed, zullen u, lezer, wel onverschillig zijn, denk ik. Toch moet mij nog dit van het hart, dat het ientand die tien tallen van jaren in het buitenland woont, pijnlijk aandoet wanneer hij in de stad zijner geboorte voor enkele dagen terugkeert en daar de stra ten en pleinen die het kader zijner prille en la tere jeugd vormden, geheel en al veranderd vindt, ja, voor 'n goed deel verdwenen ziet. Zoo iets stemt melankoliek... voor een wijle, want fier en schoon verheft het Vredespaleis zijn machtige silhouet aan den ingang van de „Zeestraat," zooals Huygens den weg naar het kleine visschersdorp noemde. En wat rechts en links van die prachtlaan breed-uit zich strekt, wat verder aan de kust en daarna weer er achter Scheveningen maakt die het tegen iedere andere aan de'zee kan uithouden, is alles zoo mooi modern, zoo heerlijk levendig, dat een oud-Hagenaar als ik om de vreugde die hij daaraan dankt, zijne teleurstellingen uit de binnenstad van zelf vergeet. Verkwikt naar den geest en het lichaam, met de beste herinneringen tot liefste bagage, kwam ik laat in den avond van mijn korte vacantie te Parijs terug. Reeds vroeg in den volgenden mor gen vernam ik uit de kranten die de concierge mij bracht, dat een onderwerp meer dan alle anderen samen de belangstelling der Parijze- naars bezig hield; dat was de Volkenbondsver gadering te Genève, waar juist Herriot in zijn merkwaardig heldere en zakelijke uiteenzetting van het Fransche standpunt in zake de arbi trage, de ontwapening en de veiligheid, een ant woord had gegeven op de idealistisch getinte rede, door zijn Britschen collega den vorigen dag uitgesproken. Verdiept in de betuigingen van lof en instem ming der verschillende politieke organen, zette ik mij aan mijn ontbijt en toen viel mij een ver rassing ten deel die heel den Volkenbond naar jden achtergrond schoof: ik kreeg verstil brood te genieten. Dat was mij in geen dertien dagen gebeurd. Wat staken' die glimmende, gouden croissants met fijne,.knappende korst de warmte van den oven zat er nog even aan heerlijk af bij de oudbakken boterhammen die mij, op gezag van een nauwlettend toeziende overheid, in het lieve vaderland eiken ochtend waren voorgezet... en tegelijk dacht ik aan de twee heele Zondagen waarop ik van vroeg tot laat die zelfde oudbakkenheid had moeten slik ken. Maar, vraagt gij mij misschien, is dan in Frankrijk de nachtarbeid voor de bakkersknechts ook niet verboden? Zeker is hij dit, en nog al door den heer Godart zelf, die in het ministcrie- Herriot het departement van den Arbeid be heert. Doch... il y. a des accomodements avec le ciel in Frankrijk, te eer dus met de besluiten van een minister, Wat voor een bakkersknecht is verboden, is het daarom nog niet voor een bakkerspatroon; en indien in groote bakkerijen, waar veel knechts .aan het werk zijn, een „rou- lement" kan ingesteld worden, zoodat iedere knecht de nachtrust krijgt waarop hij recht heeft, wordt de moeielijkheid door het -ministe rieel decreet te voorschijn geroepen... omge zeild. Zoo gaat het mij al ongeveer een maand lang en ieder vaart er wel bij, terwijl de heer Godart één oog dicht doet, om met het andere en met welgevallen tevens iederen och tend de versche, knappende croissants aan te kijken, die mevrouw Godart hem bij zijn ontbijt voorzet. Voor de kleine patroons is het een lastig werk, iederen morgen te drie uur aan het werk te trek ken om vóór zessen hun eerste klanten behoor lijk te bedienen; maar het moet, want de Parij- zenaar is nu eenmaal erop gesteld zijn smakelijk brood versch te eten. Dit moge al een zwak van hem zijn, een ander kan het op zijn beurt niet zonder z'n „biograaf", zijn pasteitjes, zijn dan cing. of zijn borrel stellen. Wel eigenaardig is het dat de bakkersknechts dadelijk bij het instellen van de nieuwe beschik king, in. het minste niet ermee waren ingeno men; naar hun eigen verklaring geven zij de voorkeur aan den nachtarbeid boven den dag- arbeid. Daarbij deden zij dit argument gelden, dat zij niet inzagen waarom in hun vak de nachtarbeid verboden zou zijn, terwijl die in andere vakken toegelaten is. En zij wezen daar bij op de spoorwegen, de stoombooten, de Hal len, de straatreiniging, de suikerindustrie, de hoogovens, de melkvoorziening en zoovele an dere vakken meer waarin des nachts moet ge werkt worden. En dan, wat zou er terecht komen van onze ochtendbladen, de voornaamste bronnen waaruit wij putten om te weten wat er in de wereld gebeurt, indien voor d£ journalis ten de. nachtarbeid eeris verboden werd. Over heidszorg is voortreffelijk, overheidsdwang is tyrannie... en deze. is altijd uit den duivel, ook op Zondag. DOYEN. Haagsche Brieven. jDe Gevangenpoort en het Ver keer. Een gemeentelijk Kin derhuis. „Fin de Saison". Er is voor de leegloopers van de binnenstad thans „werk" aan den winkel. Dat wil zeggen, dat zij gelegenheid te over hebben om de ver veling van een langen dag niets doen te ver drijven door niets doen. Immers eindelijk na vele maanden van wachten, is een aanvang ge maakt met de werkzaamheden voor den aanleg van den verkeersweg Buitenhof-Plaats. Men weet, dat de Gemeenteraad de plannen daarvoor reeds maanden geleden had goedgekeurd. En eveneens weet men, dat iedereen zich vol ver wondering afvioeg, waarom men maar steeds niet met de uitvoering ervan begon, ofschoon er toch niets kon zijn, dat zulks belemmerde. Als men er ter plaatse, waar men de, redenen weten kou, naar informeerde was het antwoord: öf dat men moest wachten op de herstelling van de gevangenpoort, öf dat de hestckken ge reed moesten worden gemaakt, maar zeer spoedig te verwachten waren. Natuurlijk is er wel de een of andere reden voor het uitstel geweest, maar metsrecht mag betwijfeld worden dat het een der genoemde was. Want het Rijk, dat de restauratic van de Foort moest ver zorgen, en de Gemeente welke de bestekken moest gereed maken gaven elkander steeds de schuld en wezen er op, dat de eene werkzaam heid onafhankelijk stond van de andere. Welke achteraf de ware reden is geweest interesseert ons thans weinig meer. Alleen valt het te be treuren, dat men niet spoediger met het werk is begonnen, waardoor heel Den Haag, langer dan noodig was, zich door de nauwe poort heeft moeten wringen en nog wringen moet. Want 't zal wel einde van dit jaar worden voor de weg, de mooie verbinding langs den Hofvijver, gereed zal zijn. En zoolang die weg er dus niet is, zal ook de electrische tram nog niet van 't Binnen hof verdwijnen. Feitelijk moest zij reeds in October verdwenen zijn,, maar nu de. weg niet klaar is noch tijdig komt, zal het Rijk nog wel voor een paar maanden uitstel geven. Inmiddels wordt er nu druk gewerkt. Onder de groote be langstelling van „mijnheer de Hagenaar" die vol vreugde de gelegenheid aangrijpt om een ver anderingetje. Hij heeft nu wat te zien. En hij volgt getrouw iedere werkzaamheid van de ar beiders, die eerst een waterdicht schot in den vijver hebben geplaatst en thans het afgedamde gedeelte droog laten zuigen. Het is een heel werk en vereischt dus de volle aandacht van den toeschouwer. Maar er ontgaat hem niets. Zoo is hij terwijl het werk aan den vijver zijn belang stelling had, tevens getuige geweest van de opstelling van het nieuwe standbeeld van Wil lem II, dat vrijwel op den hoek van den nieu wen weg aan den kant van den vijver komt te 6taan en den 16en dezer zal worden onthuld in tegenwoordigheid van de Koningin. Het ruiter beeld troont o- thans eenige dagen op zijn voor de grootte van het bec'.d wel wat erg hooge voetstuk, geheimzinnig verborgen onder jute zakken, welke Zijne Majesteit in den volksmond reeds tot een volgeling van de Ku-Klux-Klan hebben gebombardeerd. Inderdaad is de gelijke nis met de zonderlinge Amerikanen niet te loochenen. Gelukkig echter duurt het niet lang dat men er grapjes over kan maken, zooals men ook grapjes heeft gemaakt over het vroegere standbeeld, dat thans aan Tilburg is overge daan. En als dan ook de weg langs de Gevan- genpoort'gereed zal zijn gekomen en het Buiten hof de veranderingen heeft ondergaan, welke dr. Berlagc noodzakelijk achtte, dan zal de Haag sche binnenst d ongetwijfeld een ruimer en aan trekkelijker beeld vertoonen dan tot nu toe het geval was. Het verkeer naar Scheveningen zal er ongetwijfeld mede gebaat zijn, zooals ook op andere plaatsen soortgelijke verbrecding met dankbaarheid zou worden aanvaard. In de Laat ste gemeenteraadsvergadering is zulk een ver breeding ter sprake gekomm. Wie eenigszins in Den Haag bekend is weet dat in de wijze van bebouwing van het (oudere) Beziiidenhoutkwartier weinig of geen rekening is gehouden met de noodzakelijke verkeers- eischcn. Met als gevolg een volkomen afsluiting van dit kwartier met de oude stad. Er is geen enkele behoorlijke verkeersweg aan te wijzen, welke de oude stad via den Bezuidenhoutschen weg met dit kwartier verbindt. De voornaamste verkeersader, de Juliana van Stolberglaan loopt dood in de le van den Boschstraat, welke juist vandaar tot het Bezujdenhout zoo smal is, dat twee wagens of automobielen elkander nauwe lijks kunnen passeerem Het plan is nu dat ge deelte te verbreeden, Waardoor een behoorlijke verbinding tot stand zou komen. Daartoe moet echter een groot hoerenhuis op den Itoek van Bezuidenhout en le v. d. Bosclistraat verdwij nen, benevens een gedeelte tuin van het St. Ursula gesticht. Het heerenhufs is reeds gnkele malen aan de gemeente te koop aangeboden, maar de eigenares vroeg er zulk een hoog be drag voor, dat men er niet aan kon denken. Thans was echter een aannemelijk voorstel ge daan, en dus meende de wethouder, dat de gemeente het huis maar moest koopen. Voor- loopig zou er echter van afbraak nog wel niets komen, waarom men het tijdelijk wenschte te verhuren. Als men het huis had willen koopen om direct met den aanleg van de verbreeding te beginnen zou het voorstel wellicht zijn aan genomen. Nu men echter alleen wilde koopen in afwachting van een latere afbraak verhie ven zich enkele stemmen daartegen. Die leden waren van meening en wellicht niet ten on rechte, dat dergelijke huizen blijkens de prac- tijk in waarde dalen, althans niet vermeerderen, zoodat men best met den aankoop kon wachten tot de tijd een langer uitstel van de verbreeding onmogelijk maakte. Zelfs was een partijgenoot van den sociaal-democratischen wethouder van oordeel, dat die verbreeding heelemaal niet noo dig was en dat men de le van den Boschstraat maar kalm in den tegenwoordigen toestand moest laten. Ofschoon de wethouder den Raad trachtte te overtuigen van de noodzakelijkheid van den aankoop, het mocht niet baten: met 19 tegen 18 stemmen werd het voorstel ver worpen. Grooter succes en zeker ook meer ver diend had de andere socialistische wethouder de heer Drees met een voorstel om het zoo genaamde gemeentelijke doorgangshuis den meer vriendelijkén naam te geven van Gemeen telijk Kinderhuis en het te verplaatsen naar het perceel Koninginnegracht 23. Een motie van mevrouw Hania om de kinderen die tot nu toe in het gemeentelijk doorgangshuis worden ver pleegd, te doen verplegen in particuliere ge zinnen en inrichtingen, ging daar lijnrecht tegen in. Maar wethouder Drees is een harde werker, die precies weet wat hij wil en de gave bezit om door een zakelijke en gedocumenteerde uit eenzetting zijn zaak te bepleiten en voor den tegenstander «aannemelijk te nfaken. Zoo ging het ook bij deze oogenschijnlijk onbelangrijke zaak, welke echter een politiek tintje bezat, wat bleek uit 't feit, dat aanvankelijk alle rechtsche partijen voor de motie-Hania en tegen het voor stel van B. en W. bleken. Toen de wethouder echter op rustige overtuigende wijze verklaarde, dat zijn voorstel op de practijk gebaseerd was, welke niet buiten een gemeentelijke instelling kon, omdat de particuliere instellingen beper kende bepalingen hadden, waardoor bepaalde categorieën van kinderen niet konden worden opgenomen. Een voor een ontzenuwde hij de bezwaren zijner tegenstander: echter op zulk een treffend eenvoudige wijze, dat ten slotte niemand zijn voorstel meer onaannemelijk vond en mevrouw Hania zelfs haar motie terug nam. Dat was een mooi en verdiend succes voor den heer Drees. Overigens leverde de Raadszitting weinig ver meldenswaards op. Brieven uit Rotterdam. Levendiger scheepvaart ver keer. Nieuwe schepen. Konink lijk en ander bezoek. Tentoon stellingen. Jubileum von Aalten. Dr. Oberman f. Het grafisch beeld van de bedrijvigheid in de scheepvaart is een zigzag lijn: up en downs. In het begin van dit jaar meenden we den terug gang te boven te zijn, geleidelijk gingen de op gelegde schepen weer in de vaart en het scheen wel of de malaise eindelijk tot het verleden be hoorde. Maar daarop is weer een periode van minimale bedrijvigheid gevolgd. Thans gaan we weer vooruit. De Holland-Oost Afrikalijn en de Holland-Zuid-Afrikalijn, tot de Holland-Afrika- lijn vereenigd, hebben behalve de acht eigen schepen nog enkele booten gecharterd. In Australië is de wolverscheping naar het conti nent in vollen gang, waaraan verscheidene boo ten van de Holland-Australië-lijn deelnemen. Ook de H.-Amerikalijn raakt zoetjes aan door de opleggers heen, al zijn niet alle booten nog weer vlottend gemaakt; en de Rotterd. Lloyd heeft het druk met goederen uit New-York, voor In- diü bestemd. Ook in de wilde vaart komt meer vertier: de Loosdrecht, van de firma Van Om- nieren, ligt alweer op stroom, en deze weck is juist een nieuw tankschip voor deze firma door de Droogdok Mij. opgeleverd, n.l. de Sliedrecht, voor het vervoer van petroleum en benzine, welk schip begin van de volgende week naar New- Orleans vertrekken zal om daar in de buurt olie in te nemen. Hoe vreemd dit ook moge schijnen, toch is dit schip een malaise-product. De Droogdok Mij. wilde haar menschen aan het werk houden, en kwam met de firma Van Ommeren overeen dit schip te bouwen tegen een uiterst lagen prijs. Men heeft er ongeveer een jaar over gedaan, en het is nu wel epn heel gelukkig verschijnsel dat de Sliedrecht direct loonend in de vaart kan worden gebracht. De proeftocht verliep uitste kend. Minder gelukkig was de Rotterdamsche Lloyd met de Tapanoeli, waarvan de proefvaart van Vlissingen tot den Nieuwe Waterweg zonder stoornis plaats had; maar nadat de overdracht gebeurd was is er in één van de turbines iets in het ongerecde geraakt met het gevolg dat de schroeven stuk sloegen, 't Schip is naar de werf „De Schelde" teruggesleept en het zal wel een half jaar duren voor het in de vaart gebracht kan worden. Hoe goed de outillage van onze haven in het buitenland staat aangeschreven blijkt uit het bezoek van onze concurrenten: de burgemeester van Antwerpen is met den wethouder van open bare werken en enkele Belgische ingenieurs hier een kijkje wezen nemen. Natuurlijk liet de ont vangst niets te wenschen, en dr. Frans van Cau- welaert, die behalve een uitnemend bestuurder een goed spreker is, heeft zijn bewondering over alles wat hij hier gezien heeft in een sierlijke rede geuit. Wat oprecht gemeend zal zijn: ieder die onze stad kent en Antwwrpen bezoekt, be merkt onmiddellijk het groote verschil in lig ging en uitrusting van de havens. Maandag komen H. M. de Koningin en Prins Hendrik Rotterdam bezoeken. Het is, meen ik, de eerste maal dat burgemeester Wytenia dc koningin in .onze stad welkom heeten zal. Het programma is thans nog niet bekend, aanvan kelijk werd beweerd dat de gemeentelijke bibliotheek zou worden bezocht, maar dit is niet juist. Misschien lag dit wel in het voorne men, maar heeft men het verstandiger geoor deeld onze Belgische buren niet te prikkelen, Zooals bekend is de directeur, dr* de Vreeze, activist, en in verband daarmee zou men in België misschien minder aangenaam getroffen zijn door een koninklijk bezoek aan dc instel ling waarvan deze uitgewekene het hoofd is. Misschien krijgt dc nieuwe Waalschc Kerk een beurt, die Zaterdag 13 dezer wordt ingewijd. Overigens duur! het bezoek nog'geen vier uren, van drie tot half zeven, cn indien het waar is dat behalve het bezoek aan het stadhuis de Lin- ker-Maasocver in het programma wordt opge nomen, is er voor bijzondere bezoeken niet veel tijd. Te hopen is, dat men den koninklijken stoet niet vóór de Koninginnebrug over de Konings haven Iaat wachten! In zijn inleidende beschouwing, die dc secre taris-generaal van de lprbcurs Maandag j.I. hield, noemde de heer Graadt van Roggen twee feiten die volkomen kloppen met dc verschijn selen welke wij in Rotterdam waarnemen: eerstens de vermeerderde opleving in den han del; welke zich voor ons o.a. weerspiegelt In een drukker scheepvaartverkeer; waarbij men dan de verkleinde winstmarge zou mogen noe men; en tweedens dc sterke verminderde lust bij den handel om deel te nemen aan stedelijke tentoonstellingen. Inderdaad is de tentoonstel ling welke momenteel in den Doele gehouden wordt, een geweldige tegenvaller voor dc onder nemers. Het is jammer, misschien dat het resul taat financieel' slecht zal zijn, omdat daarvan mede het arme zwakke kind geprofiteerd zou hebben. Maar aan den anderen kant is het goed dat een afschrikwekkend voorbeeld gesteld wordt aan de menschen die middenstanders zoowel als fabrikanten tegen elkaar uitspelen om hen tot deelname te bewegen. Binnenkort komt er trouwens weer een tentoonstelling in hetzelf de gebouw. „Onze Voeding" zal daarvan het onderwerp zijn. Onder dezen verzamelnaam is heel wat onder te brengen! Het seizoen is in den gemeenteraad ingezet met een onaangename bedreiging van onrust. De rapaljaan zei dat de hccrcn nog plezier van hem zouden hebben indien zij hem niet benoem den in dc een of andere commissie (wat natuur lijk niet gebeurd is) en één der communisten ging zijn boekje te buiten. De twee nieuwe raadsleden, die dé zetels van dc heeren Stule- meijer en Van Stapelc inhanien, zullen een niet te besten indruk gekregen hebben. De voorzitter heeft het feit herdacht dat mr. Van Aalten 25 jaren lid van den Raad is, waar« aan de raad zelf meer effect had kunnen gevet door dezên verdienstelijken financier op 't ge bied van dc gemeentc-financiën in de desbe treffende commissie te benoemen. Wat zij niet gedaan heeft. Soc. democraten cn kerkelijke» hebben opnieuw de zetels verdeeld... Intusschen heeft de plaatselijke afdeeling van den Vrijz. Deni. Bond in een daartoe belegde bijeenkomst dc verdiensten van den heer Van Aaltcn in het licht gesteld; en het is in het geheel niet uitge sloten dat de politieke weerhaan nog eens draait en de financieelc kwaliteiten van mr. Van Aal ten opnieuw tot hun recht komen. In de eerste vergadpring vaji den Raad heeft de brief van de regecring, waarin zij de door braak van dc baan schoof, een onderwerp van bespreking uitgemaakt hoewel de inhoud van dit schrijven niet bekend is, oi liever juist omdat de inhoud geheim moet worden gehouden. Verder is de nieuwe regeling van de haven- arbeiders-reserve besproken; het rijk gaat be sparen, cn daardoor zal de gemeente meer heb ben te betalen tenzij ook deze haar deel ver mindert waardoor de lasten vrijwel geheel voor de werkgevers zouden komen. Tenslotte moet hier met een enkel woord wor den gewaagd van het verlies dat onze stad leed door het verscheiden van dr. Oberman, zeer ge waardeerd predikant, bekend figuur in de christelijke jeugdbeweging. Duizenden hebben den rouwdienst bijgewoond en daarmee getoond hoe groot het aantal vrienden cn vereerders was dat de overledene had. Wie iets ten halve doet, doet niets. TOLSTOI. jnrr-g-rtT-Tr Naar het Engelsch van RUBY M. AYRES door W. J. A. ROLDANUS JR. 56 „Nou?" antwoordde ik. „Het spijt mij, wan neer ik gestoord heb, maar de deur stond open en toen ben ik maar naar binnen ge- loopen." „In orde, in orde." Hij liep druk rond, schoof een stoel voor niij bij en kreeg de whisky- flesch uit de kast Maar ik wilde zijn whisky niet; ik voelde me onzinnig woedend, dat Joy wel naar hem toekwam, tenvijl zij niet bij mij wilde komen; onzinnig jaloersch ook, ofschoon de oude Jar- dine oud genoeg was om haar grootvader te zijn. De herinnering aan haar mooi kopje tegen zjjn arm en de wetenschap, dat zij met haar verdriet tot hem gekomen wa^, deden mij on dragelijk pijn. Hij nam mij scherp op en na een kort poos je zeide hij vriendelijk: „Kom, vooruit er mee, jongenl Wat wil je j weten?" En dan plotseling barstte ik los: „Waarom huilde zij? Waarom is zij naar je toe gekomen?" De oude Jardine deed wat sodawater in zijn whisky vóór hij antwoordde „Zij is hier gekomen, omdat zij niemand an ders had, om naar too te gaan, het arme schaapHij nam een paar teugjes van zijn whisky en keek mij over den rand van zijn glas aan. „Je weet natuurlijk wat er gebeurd is „Gebeurd Neen, natuurlijk niet I Wat be doel je? Ik heb gezien, dat het huis te huur is gehangen, maar....." „De groote Augustus,viel .de oude Jardine mij in de rede, „is met de Noorderzon ver trokken. Hij is gisteravond weggegaan en heeft een briefje achtergelaten voor zijn dochter, waarin hij schreef, dat hij niet meer terug kwam. De smeerlap zat tot over zijn ooren in do schuld „Bedoel je dat hij voor goed weg is vroeg ik ongeloovig. „Ja." „En Joy alleen gelaten Heeft "Ja/' „Alleen in dat Kuis, zonder een cent „Ja hij heeft alles wat eenige waarde had, medegenomen en zij heeft nog verteld, dat de meeste meubelen reeds voor huur en belastin gen in beslag genomen zijn." Ik sprong op. „Het is schandelijk die kerel moest met een zweep afgeranseld worden." „Hum I" „Wat moet er gebeuren vroeg ik. „Zij kan daar alleen niet blijven, hoe moet zij leven Hij keek mij snaaks-vriendelijk aan en ik stamelde als in antwoord op een vraag „Bij mij kan het niet.... bij mij kan het niet, Jardine. Het is onmogelijk je weet, dat ik niets voor haar kan doenin de eerste plaats zou zij het niet willen en in de tweede plaats...*.". De oude Jardine klopte me op mijn schou der. „Ik weet het," zeide hij heel vriendelijk. „Ik weet het. Ik ben niet zoo'n dwaas als ik lijk, beste jongen. Dc zie meer dan de meeste men schen denken en ik weet, dat je haar niet Hunt helpenen déarom komt zij naar mij toe, om dat zij weet, dat ilc het begrijp, en omdat zij weet, dat het me zoo vreeselijk spijtvoor jullie allebei" Het diende nergens voor mij te houden alsof ik hem niet begreep, en bovendien was het een soort verlichting voor me, dat iemand anders het wist en met me meevoelde. „Ik wist het al lang vóór zij het mij verteld had," ging de oude Jardine .voort. „Ik geloof, dat ik het al wist van af den eersten keeii, dat zij mij is komen opzoeken. Ik geloof, dat ik toen al vermoedde, dat het kind zich tot je aangetrokken voelde de manier, waarop zij het voor je opnam, hoewel jullie toen toch pas een stormachtig onderhoud hadden ge had Goede God I Die dingen laten zich niet dwingen I Maar het is jammer, duivels jammer I" Hij ging naar den schoorsteenmantel en keek naar het portret van zijn vrouw. „Het is vooral hard voor ècn meisje als Joy," zeide hij dan. „Eén hart en impuls is zij. Wat moet er in 's hemels naam van haar wor den Zij zal wegloopen en op een goeden dag, wonneer zij er verder geen gat in ziet, trouwen met den eersten den beste, die er een beetje goed uitziet, en er haar heele verdere leven 'berouw van hebben." Eindelijk gelukte het mij te spreken. „Je schijnt nu wel zeker te zijn omtrent Don. Ik dacht dat je nog geloofde, dat hij leefde." „Dat doe ik ook, maar wat heeft dat ermee te maken Joy za nooit met hem trouwen dat heeft ze me zef gezegd. Als ooit terug, komt, zal ik .hem do waarheid zeggen, zei ze.—." „Wat bedoelt zij met do waarheid?" vroeg ik ongeduldig. Dc wist het wel, maar ik wilde het nog eens hooren. Ik wilde precies hooren wat zij gezegd had. „Dat zij van een ander houd," zeide de oude Jardine onmiddellijk. „Een knappen sul van een kerel, die niet zien kan, dat zijn geluk in haar handen ligt, die niet zien kon „Wat bedoel je met een sul vroeg ik boos, terwijl het bloed naar mijn wangen vloog. „Wien noem je voor den duivel een sul De oude Jardine zuchtte en gb'mlachtte te gelijk. „Jou, mijn jongen. Neen, word nou niet boos en denk niet, dat ik je er een verwijt van maak. Jij kon het niet helpen, dat je niet van het arme kind houdt. Zooals ik zeg, die dingen laten zich niet dwingen, maar dat neemt niet weg, dat ik het niet begrijp dat ik het abso luut niet begrijp. Als ik twintig jaar jonger was Dus wist hij per slot van rekening tocK niet alles Vermoedde hij niet, dat, als Joy mij liefhad, ik haar nog duizendmaal meer lief had Ik keerde mij om, o)xiat hij het ver raderlijke bloed, dat naar mijn gezicht stroom de, niet zou zien. Misschien was het maar be ter hem in zijn waan te laten en toch en toch zij kon dat toch niet denken Na dien nacht in den tuin moest zij toch geweten toch gevoeld hebben, dat ik haar liefhad Eindelijk kon ik mij voldoende behcerschcn, om weer te kunnen spreken. „Zij schijnt je heelemaal in vertrouwen ge nomen te hebben," zeide ik. De oude Jardine schudde zijn grijs hoofd. „Ik houdt* veel van haar," antwoordde hij, „heel veel en zij weet het Dc zou er heel wat voor over hebben haar gelukkig te zien. Een dergelijk meisje hoeft een plechtanker noodig. Als zij er geen krijgt, zal zij uit den koers drij ven. Die oudo smeerlap van een vader „Ja zeide ik, toen hij ophield. „Die vader van haar wilde haar den jongen Roger aansmeeren," ging de oude Jardine boos voort. „Nauwelijks had hij het nieuws van je armen jongen gehoord of hij keek ol uit naar een ander met geld. Hij had graag dien Roger willen hebben die hoopen geld heeft om zijn schulden te betalen." „En Joy vroeg ik. „Wat heeft zij gezegd." „Geweigerd, op staanden voet natuurlijk. Dc heb één keer een vergissing gemaakt," zeide zij tegen me, „maar ik ben niet van plan het nog eens te doen." Toen lachte zij. Je weet hoe zij is. Het arme schaap het arme schaap I" Er volgde een kleine stilte. „Zij is een-en-twintig en ik bijna veertig", zeide ik, terwijl ik trachtte onverschillig te spreken. „Over tien jaar zal zij erom lachen, dat zij ook maar één oogenblik aan mij ge docht heeft". Ik zeide het met opzet om hem uit zijn tent te lokken. Ik wilde weten wat hij werkelijk dacht. Ik wilde, dat hij" verder over haar praat te. Maar <3e oude Jardine had blijkbaar alles ge zegd wat hi.f van plan was te zeggen.. Hij £,nl? achterover in zijn stoel zitten. (Wordt vervolgd).

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1924 | | pagina 9