AMERSFOORTSCH DAGBLAD „DE eemlander"2»S.P..r»i«
Het Meisje va» hiernaast.
DERBE BLAD.
FEUILLETON.
23e jaargang
lo. 70
Parijsche Brieven.
CCCXI
1
- i Parijs, .8 September. 1924.
I Vacantie. Naar Holland:
j Utrecht en den Haag. Tevre
den terugkomst en vcrsch och-
I tendbrood. Nachtarbeid voor
de bakkers.
I De tijd van vacantie is voorbij voor de mees-
ten onzer die, hoe kort ook, zoo gelukkig waren
I ervan te kunnen genieten, voor zooveel de zon
en de temperatuur dat geluk niet al te relatief
maakten. Zeker, er waren velen die zich die
vreugd ontzeggen moesten, waar tegenover
staat dat er weer heel wat meer altijd te
veel zijn, wier hcele leven een doorloopende
vacantie is en die er daarom het ware genot niet
van kennen. Zoo wordt de maatschappelijke ba
lans in evenwicht gehouden.
Voor ohs, die zoowai in het midden tus-
schen die beide uitersten heen en weer schom
melen, was Parijs dit jaar meer dan ooit „la
plus belle villégiature du monde". En wat heb
ben wij niet, wanneer wij op een zeldzamen
maar dan ook zeldzaam mooien ochtend een
wandeling van de Porte Dauphine naar de Gran
de Cascade te Longchamps maakten, of op het
terras van een Boulevard-café goed beschut on
der den doeken luifel zaten, veilig voor den
regen die in pijpestelen neerkletterde, dikwijls
onszelven gelukkig en waarlijk bevoorrecht ge
acht bij het denken aan hen die op de een of
andere mondaine badplaats zich verveelden in
een ongezellige hotel-hal of in een casino-zaal
met beslagen spiegelruiten, zoo zij al niet opge
sloten bicven in een familie-pension waar de
gasten voor de afleiding ruzie met elkaar kre
gen zonder het er expres om te doen.
Vacantie thuis had dit jaar voor ons een dub
bele aantrekkelijkheid, en dan is Parijs zeker
wel de uitverkorene onder alle steden... en toch,
ondanks dat komt er bij velen een oogenblik
waarop de lust, de behoefte ergens anders te
zijn, te sterk wordt.
Zoo is het ook mij gegaan. En omdat ik dat
„anders" nu liefst niet dicht bij huis zocht, ben
ik wat mij in lang niet gebeurd was een
uitstapje gaan maken naar het land waar braaf
heid en deftigheid als specifiek nationale deug
den vereerd worden. Dus werd het mij gegeven
te Utrecht, te Amsterdam, te 's Graveuhage en
te Scheveningen oude herinneringen uit diepen
Ölaap .te wekken en tegelijk nieuwe teleurstellin
gen te ondervinden.
In de klassieke hoofdstad van het Sticht heb
fk weer eens het Venetiaansch visioen harer
grachten, de voorname schoonheid van haar
Dom en haar Kloosterhof en de stemmige sier
van haar Maliebaan mogen genieten. Mocht ik
mij weer eens in Holland vestigen, dan zou ik
liet liefst een huisje huren bij Utrecht.
De ondervindingen die ik elders tusschen den
bollard en de Schelde opdeed, zullen u, lezer,
wel onverschillig zijn, denk ik. Toch moet mij
nog dit van het hart, dat het ientand die tien
tallen van jaren in het buitenland woont, pijnlijk
aandoet wanneer hij in de stad zijner geboorte
voor enkele dagen terugkeert en daar de stra
ten en pleinen die het kader zijner prille en la
tere jeugd vormden, geheel en al veranderd
vindt, ja, voor 'n goed deel verdwenen ziet. Zoo
iets stemt melankoliek... voor een wijle, want
fier en schoon verheft het Vredespaleis
zijn machtige silhouet aan den ingang
van de „Zeestraat," zooals Huygens den
weg naar het kleine visschersdorp noemde. En
wat rechts en links van die prachtlaan breed-uit
zich strekt, wat verder aan de kust en daarna
weer er achter Scheveningen maakt die het
tegen iedere andere aan de'zee kan uithouden,
is alles zoo mooi modern, zoo heerlijk levendig,
dat een oud-Hagenaar als ik om de vreugde die
hij daaraan dankt, zijne teleurstellingen uit de
binnenstad van zelf vergeet.
Verkwikt naar den geest en het lichaam, met
de beste herinneringen tot liefste bagage, kwam
ik laat in den avond van mijn korte vacantie te
Parijs terug. Reeds vroeg in den volgenden mor
gen vernam ik uit de kranten die de concierge
mij bracht, dat een onderwerp meer dan alle
anderen samen de belangstelling der Parijze-
naars bezig hield; dat was de Volkenbondsver
gadering te Genève, waar juist Herriot in zijn
merkwaardig heldere en zakelijke uiteenzetting
van het Fransche standpunt in zake de arbi
trage, de ontwapening en de veiligheid, een ant
woord had gegeven op de idealistisch getinte
rede, door zijn Britschen collega den vorigen
dag uitgesproken.
Verdiept in de betuigingen van lof en instem
ming der verschillende politieke organen, zette
ik mij aan mijn ontbijt en toen viel mij een ver
rassing ten deel die heel den Volkenbond naar
jden achtergrond schoof: ik kreeg verstil brood
te genieten. Dat was mij in geen dertien dagen
gebeurd. Wat staken' die glimmende, gouden
croissants met fijne,.knappende korst de
warmte van den oven zat er nog even aan
heerlijk af bij de oudbakken boterhammen die
mij, op gezag van een nauwlettend toeziende
overheid, in het lieve vaderland eiken ochtend
waren voorgezet... en tegelijk dacht ik aan de
twee heele Zondagen waarop ik van vroeg tot
laat die zelfde oudbakkenheid had moeten slik
ken.
Maar, vraagt gij mij misschien, is dan in
Frankrijk de nachtarbeid voor de bakkersknechts
ook niet verboden? Zeker is hij dit, en nog al
door den heer Godart zelf, die in het ministcrie-
Herriot het departement van den Arbeid be
heert. Doch... il y. a des accomodements avec
le ciel in Frankrijk, te eer dus met de besluiten
van een minister, Wat voor een bakkersknecht
is verboden, is het daarom nog niet voor een
bakkerspatroon; en indien in groote bakkerijen,
waar veel knechts .aan het werk zijn, een „rou-
lement" kan ingesteld worden, zoodat iedere
knecht de nachtrust krijgt waarop hij recht
heeft, wordt de moeielijkheid door het -ministe
rieel decreet te voorschijn geroepen... omge
zeild. Zoo gaat het mij al ongeveer een maand
lang en ieder vaart er wel bij, terwijl de heer
Godart één oog dicht doet, om met het andere
en met welgevallen tevens iederen och
tend de versche, knappende croissants aan te
kijken, die mevrouw Godart hem bij zijn ontbijt
voorzet.
Voor de kleine patroons is het een lastig werk,
iederen morgen te drie uur aan het werk te trek
ken om vóór zessen hun eerste klanten behoor
lijk te bedienen; maar het moet, want de Parij-
zenaar is nu eenmaal erop gesteld zijn smakelijk
brood versch te eten. Dit moge al een zwak van
hem zijn, een ander kan het op zijn beurt niet
zonder z'n „biograaf", zijn pasteitjes, zijn dan
cing. of zijn borrel stellen.
Wel eigenaardig is het dat de bakkersknechts
dadelijk bij het instellen van de nieuwe beschik
king, in. het minste niet ermee waren ingeno
men; naar hun eigen verklaring geven zij de
voorkeur aan den nachtarbeid boven den dag-
arbeid. Daarbij deden zij dit argument gelden,
dat zij niet inzagen waarom in hun vak de
nachtarbeid verboden zou zijn, terwijl die in
andere vakken toegelaten is. En zij wezen daar
bij op de spoorwegen, de stoombooten, de Hal
len, de straatreiniging, de suikerindustrie, de
hoogovens, de melkvoorziening en zoovele an
dere vakken meer waarin des nachts moet ge
werkt worden. En dan, wat zou er terecht
komen van onze ochtendbladen, de voornaamste
bronnen waaruit wij putten om te weten wat er
in de wereld gebeurt, indien voor d£ journalis
ten de. nachtarbeid eeris verboden werd. Over
heidszorg is voortreffelijk, overheidsdwang is
tyrannie... en deze. is altijd uit den duivel, ook
op Zondag.
DOYEN.
Haagsche Brieven.
jDe Gevangenpoort en het Ver
keer. Een gemeentelijk Kin
derhuis. „Fin de Saison".
Er is voor de leegloopers van de binnenstad
thans „werk" aan den winkel. Dat wil zeggen,
dat zij gelegenheid te over hebben om de ver
veling van een langen dag niets doen te ver
drijven door niets doen. Immers eindelijk na
vele maanden van wachten, is een aanvang ge
maakt met de werkzaamheden voor den aanleg
van den verkeersweg Buitenhof-Plaats. Men
weet, dat de Gemeenteraad de plannen daarvoor
reeds maanden geleden had goedgekeurd. En
eveneens weet men, dat iedereen zich vol ver
wondering afvioeg, waarom men maar steeds
niet met de uitvoering ervan begon, ofschoon
er toch niets kon zijn, dat zulks belemmerde.
Als men er ter plaatse, waar men de, redenen
weten kou, naar informeerde was het antwoord:
öf dat men moest wachten op de herstelling
van de gevangenpoort, öf dat de hestckken ge
reed moesten worden gemaakt, maar zeer
spoedig te verwachten waren. Natuurlijk is er
wel de een of andere reden voor het uitstel
geweest, maar metsrecht mag betwijfeld worden
dat het een der genoemde was. Want het Rijk,
dat de restauratic van de Foort moest ver
zorgen, en de Gemeente welke de bestekken
moest gereed maken gaven elkander steeds de
schuld en wezen er op, dat de eene werkzaam
heid onafhankelijk stond van de andere. Welke
achteraf de ware reden is geweest interesseert
ons thans weinig meer. Alleen valt het te be
treuren, dat men niet spoediger met het werk
is begonnen, waardoor heel Den Haag, langer
dan noodig was, zich door de nauwe poort heeft
moeten wringen en nog wringen moet. Want 't
zal wel einde van dit jaar worden voor de weg,
de mooie verbinding langs den Hofvijver, gereed
zal zijn. En zoolang die weg er dus niet is, zal
ook de electrische tram nog niet van 't Binnen
hof verdwijnen. Feitelijk moest zij reeds in
October verdwenen zijn,, maar nu de. weg niet
klaar is noch tijdig komt, zal het Rijk nog wel
voor een paar maanden uitstel geven. Inmiddels
wordt er nu druk gewerkt. Onder de groote be
langstelling van „mijnheer de Hagenaar" die vol
vreugde de gelegenheid aangrijpt om een ver
anderingetje. Hij heeft nu wat te zien. En hij
volgt getrouw iedere werkzaamheid van de ar
beiders, die eerst een waterdicht schot in den
vijver hebben geplaatst en thans het afgedamde
gedeelte droog laten zuigen. Het is een heel
werk en vereischt dus de volle aandacht van den
toeschouwer. Maar er ontgaat hem niets. Zoo
is hij terwijl het werk aan den vijver zijn belang
stelling had, tevens getuige geweest van de
opstelling van het nieuwe standbeeld van Wil
lem II, dat vrijwel op den hoek van den nieu
wen weg aan den kant van den vijver komt te
6taan en den 16en dezer zal worden onthuld in
tegenwoordigheid van de Koningin. Het ruiter
beeld troont o- thans eenige dagen op zijn voor
de grootte van het bec'.d wel wat erg hooge
voetstuk, geheimzinnig verborgen onder jute
zakken, welke Zijne Majesteit in den volksmond
reeds tot een volgeling van de Ku-Klux-Klan
hebben gebombardeerd. Inderdaad is de gelijke
nis met de zonderlinge Amerikanen niet te
loochenen. Gelukkig echter duurt het niet lang
dat men er grapjes over kan maken, zooals men
ook grapjes heeft gemaakt over het vroegere
standbeeld, dat thans aan Tilburg is overge
daan. En als dan ook de weg langs de Gevan-
genpoort'gereed zal zijn gekomen en het Buiten
hof de veranderingen heeft ondergaan, welke dr.
Berlagc noodzakelijk achtte, dan zal de Haag
sche binnenst d ongetwijfeld een ruimer en aan
trekkelijker beeld vertoonen dan tot nu toe het
geval was. Het verkeer naar Scheveningen zal
er ongetwijfeld mede gebaat zijn, zooals ook op
andere plaatsen soortgelijke verbrecding met
dankbaarheid zou worden aanvaard. In de Laat
ste gemeenteraadsvergadering is zulk een ver
breeding ter sprake gekomm.
Wie eenigszins in Den Haag bekend is weet
dat in de wijze van bebouwing van het (oudere)
Beziiidenhoutkwartier weinig of geen rekening
is gehouden met de noodzakelijke verkeers-
eischcn. Met als gevolg een volkomen afsluiting
van dit kwartier met de oude stad. Er is geen
enkele behoorlijke verkeersweg aan te wijzen,
welke de oude stad via den Bezuidenhoutschen
weg met dit kwartier verbindt. De voornaamste
verkeersader, de Juliana van Stolberglaan loopt
dood in de le van den Boschstraat, welke juist
vandaar tot het Bezujdenhout zoo smal is, dat
twee wagens of automobielen elkander nauwe
lijks kunnen passeerem Het plan is nu dat ge
deelte te verbreeden, Waardoor een behoorlijke
verbinding tot stand zou komen. Daartoe moet
echter een groot hoerenhuis op den Itoek van
Bezuidenhout en le v. d. Bosclistraat verdwij
nen, benevens een gedeelte tuin van het St.
Ursula gesticht. Het heerenhufs is reeds gnkele
malen aan de gemeente te koop aangeboden,
maar de eigenares vroeg er zulk een hoog be
drag voor, dat men er niet aan kon denken.
Thans was echter een aannemelijk voorstel ge
daan, en dus meende de wethouder, dat de
gemeente het huis maar moest koopen. Voor-
loopig zou er echter van afbraak nog wel niets
komen, waarom men het tijdelijk wenschte te
verhuren. Als men het huis had willen koopen
om direct met den aanleg van de verbreeding
te beginnen zou het voorstel wellicht zijn aan
genomen. Nu men echter alleen wilde koopen
in afwachting van een latere afbraak verhie
ven zich enkele stemmen daartegen. Die leden
waren van meening en wellicht niet ten on
rechte, dat dergelijke huizen blijkens de prac-
tijk in waarde dalen, althans niet vermeerderen,
zoodat men best met den aankoop kon wachten
tot de tijd een langer uitstel van de verbreeding
onmogelijk maakte. Zelfs was een partijgenoot
van den sociaal-democratischen wethouder van
oordeel, dat die verbreeding heelemaal niet noo
dig was en dat men de le van den Boschstraat
maar kalm in den tegenwoordigen toestand
moest laten. Ofschoon de wethouder den Raad
trachtte te overtuigen van de noodzakelijkheid
van den aankoop, het mocht niet baten: met
19 tegen 18 stemmen werd het voorstel ver
worpen.
Grooter succes en zeker ook meer ver
diend had de andere socialistische wethouder
de heer Drees met een voorstel om het zoo
genaamde gemeentelijke doorgangshuis den
meer vriendelijkén naam te geven van Gemeen
telijk Kinderhuis en het te verplaatsen naar het
perceel Koninginnegracht 23. Een motie van
mevrouw Hania om de kinderen die tot nu toe
in het gemeentelijk doorgangshuis worden ver
pleegd, te doen verplegen in particuliere ge
zinnen en inrichtingen, ging daar lijnrecht tegen
in. Maar wethouder Drees is een harde werker,
die precies weet wat hij wil en de gave bezit
om door een zakelijke en gedocumenteerde uit
eenzetting zijn zaak te bepleiten en voor den
tegenstander «aannemelijk te nfaken. Zoo ging
het ook bij deze oogenschijnlijk onbelangrijke
zaak, welke echter een politiek tintje bezat, wat
bleek uit 't feit, dat aanvankelijk alle rechtsche
partijen voor de motie-Hania en tegen het voor
stel van B. en W. bleken. Toen de wethouder
echter op rustige overtuigende wijze verklaarde,
dat zijn voorstel op de practijk gebaseerd was,
welke niet buiten een gemeentelijke instelling
kon, omdat de particuliere instellingen beper
kende bepalingen hadden, waardoor bepaalde
categorieën van kinderen niet konden worden
opgenomen. Een voor een ontzenuwde hij de
bezwaren zijner tegenstander: echter op zulk
een treffend eenvoudige wijze, dat ten slotte
niemand zijn voorstel meer onaannemelijk vond
en mevrouw Hania zelfs haar motie terug nam.
Dat was een mooi en verdiend succes voor den
heer Drees.
Overigens leverde de Raadszitting weinig ver
meldenswaards op.
Brieven uit Rotterdam.
Levendiger scheepvaart ver
keer. Nieuwe schepen. Konink
lijk en ander bezoek. Tentoon
stellingen. Jubileum von Aalten.
Dr. Oberman f.
Het grafisch beeld van de bedrijvigheid in de
scheepvaart is een zigzag lijn: up en downs. In
het begin van dit jaar meenden we den terug
gang te boven te zijn, geleidelijk gingen de op
gelegde schepen weer in de vaart en het scheen
wel of de malaise eindelijk tot het verleden be
hoorde. Maar daarop is weer een periode van
minimale bedrijvigheid gevolgd. Thans gaan we
weer vooruit. De Holland-Oost Afrikalijn en de
Holland-Zuid-Afrikalijn, tot de Holland-Afrika-
lijn vereenigd, hebben behalve de acht eigen
schepen nog enkele booten gecharterd. In
Australië is de wolverscheping naar het conti
nent in vollen gang, waaraan verscheidene boo
ten van de Holland-Australië-lijn deelnemen.
Ook de H.-Amerikalijn raakt zoetjes aan door de
opleggers heen, al zijn niet alle booten nog weer
vlottend gemaakt; en de Rotterd. Lloyd heeft
het druk met goederen uit New-York, voor In-
diü bestemd. Ook in de wilde vaart komt meer
vertier: de Loosdrecht, van de firma Van Om-
nieren, ligt alweer op stroom, en deze weck is
juist een nieuw tankschip voor deze firma door
de Droogdok Mij. opgeleverd, n.l. de Sliedrecht,
voor het vervoer van petroleum en benzine, welk
schip begin van de volgende week naar New-
Orleans vertrekken zal om daar in de buurt olie
in te nemen.
Hoe vreemd dit ook moge schijnen, toch is dit
schip een malaise-product. De Droogdok Mij.
wilde haar menschen aan het werk houden, en
kwam met de firma Van Ommeren overeen dit
schip te bouwen tegen een uiterst lagen prijs.
Men heeft er ongeveer een jaar over gedaan, en
het is nu wel epn heel gelukkig verschijnsel dat
de Sliedrecht direct loonend in de vaart kan
worden gebracht. De proeftocht verliep uitste
kend.
Minder gelukkig was de Rotterdamsche Lloyd
met de Tapanoeli, waarvan de proefvaart van
Vlissingen tot den Nieuwe Waterweg zonder
stoornis plaats had; maar nadat de overdracht
gebeurd was is er in één van de turbines iets
in het ongerecde geraakt met het gevolg dat de
schroeven stuk sloegen, 't Schip is naar de werf
„De Schelde" teruggesleept en het zal wel een
half jaar duren voor het in de vaart gebracht
kan worden.
Hoe goed de outillage van onze haven in het
buitenland staat aangeschreven blijkt uit het
bezoek van onze concurrenten: de burgemeester
van Antwerpen is met den wethouder van open
bare werken en enkele Belgische ingenieurs hier
een kijkje wezen nemen. Natuurlijk liet de ont
vangst niets te wenschen, en dr. Frans van Cau-
welaert, die behalve een uitnemend bestuurder
een goed spreker is, heeft zijn bewondering over
alles wat hij hier gezien heeft in een sierlijke
rede geuit. Wat oprecht gemeend zal zijn: ieder
die onze stad kent en Antwwrpen bezoekt, be
merkt onmiddellijk het groote verschil in lig
ging en uitrusting van de havens.
Maandag komen H. M. de Koningin en Prins
Hendrik Rotterdam bezoeken. Het is, meen ik,
de eerste maal dat burgemeester Wytenia dc
koningin in .onze stad welkom heeten zal. Het
programma is thans nog niet bekend, aanvan
kelijk werd beweerd dat de gemeentelijke
bibliotheek zou worden bezocht, maar dit is
niet juist. Misschien lag dit wel in het voorne
men, maar heeft men het verstandiger geoor
deeld onze Belgische buren niet te prikkelen,
Zooals bekend is de directeur, dr* de Vreeze,
activist, en in verband daarmee zou men in
België misschien minder aangenaam getroffen
zijn door een koninklijk bezoek aan dc instel
ling waarvan deze uitgewekene het hoofd is.
Misschien krijgt dc nieuwe Waalschc Kerk een
beurt, die Zaterdag 13 dezer wordt ingewijd.
Overigens duur! het bezoek nog'geen vier uren,
van drie tot half zeven, cn indien het waar is
dat behalve het bezoek aan het stadhuis de Lin-
ker-Maasocver in het programma wordt opge
nomen, is er voor bijzondere bezoeken niet veel
tijd. Te hopen is, dat men den koninklijken stoet
niet vóór de Koninginnebrug over de Konings
haven Iaat wachten!
In zijn inleidende beschouwing, die dc secre
taris-generaal van de lprbcurs Maandag j.I.
hield, noemde de heer Graadt van Roggen twee
feiten die volkomen kloppen met dc verschijn
selen welke wij in Rotterdam waarnemen:
eerstens de vermeerderde opleving in den han
del; welke zich voor ons o.a. weerspiegelt In
een drukker scheepvaartverkeer; waarbij men
dan de verkleinde winstmarge zou mogen noe
men; en tweedens dc sterke verminderde lust
bij den handel om deel te nemen aan stedelijke
tentoonstellingen. Inderdaad is de tentoonstel
ling welke momenteel in den Doele gehouden
wordt, een geweldige tegenvaller voor dc onder
nemers. Het is jammer, misschien dat het resul
taat financieel' slecht zal zijn, omdat daarvan
mede het arme zwakke kind geprofiteerd zou
hebben. Maar aan den anderen kant is het goed
dat een afschrikwekkend voorbeeld gesteld
wordt aan de menschen die middenstanders
zoowel als fabrikanten tegen elkaar uitspelen om
hen tot deelname te bewegen. Binnenkort komt
er trouwens weer een tentoonstelling in hetzelf
de gebouw. „Onze Voeding" zal daarvan het
onderwerp zijn. Onder dezen verzamelnaam is
heel wat onder te brengen!
Het seizoen is in den gemeenteraad ingezet
met een onaangename bedreiging van onrust.
De rapaljaan zei dat de hccrcn nog plezier van
hem zouden hebben indien zij hem niet benoem
den in dc een of andere commissie (wat natuur
lijk niet gebeurd is) en één der communisten
ging zijn boekje te buiten. De twee nieuwe
raadsleden, die dé zetels van dc heeren Stule-
meijer en Van Stapelc inhanien, zullen een niet
te besten indruk gekregen hebben.
De voorzitter heeft het feit herdacht dat mr.
Van Aalten 25 jaren lid van den Raad is, waar«
aan de raad zelf meer effect had kunnen gevet
door dezên verdienstelijken financier op 't ge
bied van dc gemeentc-financiën in de desbe
treffende commissie te benoemen. Wat zij niet
gedaan heeft. Soc. democraten cn kerkelijke»
hebben opnieuw de zetels verdeeld... Intusschen
heeft de plaatselijke afdeeling van den Vrijz.
Deni. Bond in een daartoe belegde bijeenkomst
dc verdiensten van den heer Van Aaltcn in het
licht gesteld; en het is in het geheel niet uitge
sloten dat de politieke weerhaan nog eens draait
en de financieelc kwaliteiten van mr. Van Aal
ten opnieuw tot hun recht komen.
In de eerste vergadpring vaji den Raad heeft
de brief van de regecring, waarin zij de door
braak van dc baan schoof, een onderwerp van
bespreking uitgemaakt hoewel de inhoud van
dit schrijven niet bekend is, oi liever juist omdat
de inhoud geheim moet worden gehouden.
Verder is de nieuwe regeling van de haven-
arbeiders-reserve besproken; het rijk gaat be
sparen, cn daardoor zal de gemeente meer heb
ben te betalen tenzij ook deze haar deel ver
mindert waardoor de lasten vrijwel geheel
voor de werkgevers zouden komen.
Tenslotte moet hier met een enkel woord wor
den gewaagd van het verlies dat onze stad leed
door het verscheiden van dr. Oberman, zeer ge
waardeerd predikant, bekend figuur in de
christelijke jeugdbeweging. Duizenden hebben
den rouwdienst bijgewoond en daarmee getoond
hoe groot het aantal vrienden cn vereerders was
dat de overledene had.
Wie iets ten halve doet, doet niets.
TOLSTOI.
jnrr-g-rtT-Tr
Naar het Engelsch van RUBY M. AYRES
door
W. J. A. ROLDANUS JR.
56
„Nou?" antwoordde ik. „Het spijt mij, wan
neer ik gestoord heb, maar de deur stond
open en toen ben ik maar naar binnen ge-
loopen."
„In orde, in orde." Hij liep druk rond, schoof
een stoel voor niij bij en kreeg de whisky-
flesch uit de kast
Maar ik wilde zijn whisky niet; ik voelde
me onzinnig woedend, dat Joy wel naar hem
toekwam, tenvijl zij niet bij mij wilde komen;
onzinnig jaloersch ook, ofschoon de oude Jar-
dine oud genoeg was om haar grootvader te
zijn.
De herinnering aan haar mooi kopje tegen
zjjn arm en de wetenschap, dat zij met haar
verdriet tot hem gekomen wa^, deden mij on
dragelijk pijn.
Hij nam mij scherp op en na een kort poos
je zeide hij vriendelijk:
„Kom, vooruit er mee, jongenl Wat wil je j
weten?"
En dan plotseling barstte ik los:
„Waarom huilde zij? Waarom is zij naar je
toe gekomen?"
De oude Jardine deed wat sodawater in zijn
whisky vóór hij antwoordde
„Zij is hier gekomen, omdat zij niemand an
ders had, om naar too te gaan, het arme
schaapHij nam een paar teugjes van
zijn whisky en keek mij over den rand van zijn
glas aan. „Je weet natuurlijk wat er gebeurd
is
„Gebeurd Neen, natuurlijk niet I Wat be
doel je? Ik heb gezien, dat het huis te huur
is gehangen, maar....."
„De groote Augustus,viel .de oude Jardine
mij in de rede, „is met de Noorderzon ver
trokken. Hij is gisteravond weggegaan en heeft
een briefje achtergelaten voor zijn dochter,
waarin hij schreef, dat hij niet meer terug
kwam. De smeerlap zat tot over zijn ooren in
do schuld
„Bedoel je dat hij voor goed weg is vroeg
ik ongeloovig.
„Ja."
„En Joy alleen gelaten Heeft
"Ja/'
„Alleen in dat Kuis, zonder een cent
„Ja hij heeft alles wat eenige waarde had,
medegenomen en zij heeft nog verteld, dat de
meeste meubelen reeds voor huur en belastin
gen in beslag genomen zijn."
Ik sprong op.
„Het is schandelijk die kerel moest met
een zweep afgeranseld worden."
„Hum I"
„Wat moet er gebeuren vroeg ik. „Zij kan
daar alleen niet blijven, hoe moet zij leven
Hij keek mij snaaks-vriendelijk aan en ik
stamelde als in antwoord op een vraag
„Bij mij kan het niet.... bij mij kan het
niet, Jardine. Het is onmogelijk je weet, dat
ik niets voor haar kan doenin de eerste
plaats zou zij het niet willen en in de tweede
plaats...*.".
De oude Jardine klopte me op mijn schou
der.
„Ik weet het," zeide hij heel vriendelijk. „Ik
weet het. Ik ben niet zoo'n dwaas als ik lijk,
beste jongen. Dc zie meer dan de meeste men
schen denken en ik weet, dat je haar niet Hunt
helpenen déarom komt zij naar mij toe, om
dat zij weet, dat ilc het begrijp, en omdat zij
weet, dat het me zoo vreeselijk spijtvoor
jullie allebei"
Het diende nergens voor mij te houden alsof
ik hem niet begreep, en bovendien was het een
soort verlichting voor me, dat iemand anders
het wist en met me meevoelde.
„Ik wist het al lang vóór zij het mij
verteld had," ging de oude Jardine .voort. „Ik
geloof, dat ik het al wist van af den eersten
keeii, dat zij mij is komen opzoeken. Ik geloof,
dat ik toen al vermoedde, dat het kind zich tot
je aangetrokken voelde de manier, waarop
zij het voor je opnam, hoewel jullie toen toch
pas een stormachtig onderhoud hadden ge
had Goede God I Die dingen laten zich
niet dwingen I Maar het is jammer, duivels
jammer I"
Hij ging naar den schoorsteenmantel en keek
naar het portret van zijn vrouw.
„Het is vooral hard voor ècn meisje als
Joy," zeide hij dan. „Eén hart en impuls is zij.
Wat moet er in 's hemels naam van haar wor
den Zij zal wegloopen en op een goeden dag,
wonneer zij er verder geen gat in ziet, trouwen
met den eersten den beste, die er een beetje
goed uitziet, en er haar heele verdere leven
'berouw van hebben."
Eindelijk gelukte het mij te spreken.
„Je schijnt nu wel zeker te zijn omtrent
Don. Ik dacht dat je nog geloofde, dat hij
leefde."
„Dat doe ik ook, maar wat heeft dat ermee
te maken Joy za nooit met hem trouwen
dat heeft ze me zef gezegd. Als ooit terug,
komt, zal ik .hem do waarheid zeggen, zei ze.—."
„Wat bedoelt zij met do waarheid?" vroeg
ik ongeduldig. Dc wist het wel, maar ik wilde
het nog eens hooren. Ik wilde precies hooren
wat zij gezegd had.
„Dat zij van een ander houd," zeide de oude
Jardine onmiddellijk. „Een knappen sul van
een kerel, die niet zien kan, dat zijn geluk in
haar handen ligt, die niet zien kon
„Wat bedoel je met een sul vroeg ik
boos, terwijl het bloed naar mijn wangen
vloog. „Wien noem je voor den duivel een
sul
De oude Jardine zuchtte en gb'mlachtte te
gelijk.
„Jou, mijn jongen. Neen, word nou niet boos
en denk niet, dat ik je er een verwijt van maak.
Jij kon het niet helpen, dat je niet van het
arme kind houdt. Zooals ik zeg, die dingen
laten zich niet dwingen, maar dat neemt niet
weg, dat ik het niet begrijp dat ik het abso
luut niet begrijp. Als ik twintig jaar jonger
was
Dus wist hij per slot van rekening tocK niet
alles Vermoedde hij niet, dat, als Joy mij
liefhad, ik haar nog duizendmaal meer lief
had Ik keerde mij om, o)xiat hij het ver
raderlijke bloed, dat naar mijn gezicht stroom
de, niet zou zien. Misschien was het maar be
ter hem in zijn waan te laten en toch en
toch zij kon dat toch niet denken Na dien
nacht in den tuin moest zij toch geweten
toch gevoeld hebben, dat ik haar liefhad
Eindelijk kon ik mij voldoende behcerschcn,
om weer te kunnen spreken.
„Zij schijnt je heelemaal in vertrouwen ge
nomen te hebben," zeide ik.
De oude Jardine schudde zijn grijs hoofd.
„Ik houdt* veel van haar," antwoordde hij,
„heel veel en zij weet het Dc zou er heel wat
voor over hebben haar gelukkig te zien. Een
dergelijk meisje hoeft een plechtanker noodig.
Als zij er geen krijgt, zal zij uit den koers drij
ven. Die oudo smeerlap van een vader
„Ja zeide ik, toen hij ophield.
„Die vader van haar wilde haar den jongen
Roger aansmeeren," ging de oude Jardine
boos voort. „Nauwelijks had hij het nieuws van
je armen jongen gehoord of hij keek ol uit
naar een ander met geld. Hij had graag dien
Roger willen hebben die hoopen geld heeft
om zijn schulden te betalen."
„En Joy vroeg ik. „Wat heeft zij gezegd."
„Geweigerd, op staanden voet natuurlijk. Dc
heb één keer een vergissing gemaakt," zeide zij
tegen me, „maar ik ben niet van plan het nog
eens te doen." Toen lachte zij. Je weet hoe zij
is. Het arme schaap het arme schaap I"
Er volgde een kleine stilte.
„Zij is een-en-twintig en ik bijna veertig",
zeide ik, terwijl ik trachtte onverschillig te
spreken. „Over tien jaar zal zij erom lachen,
dat zij ook maar één oogenblik aan mij ge
docht heeft".
Ik zeide het met opzet om hem uit zijn
tent te lokken. Ik wilde weten wat hij werkelijk
dacht. Ik wilde, dat hij" verder over haar praat
te.
Maar <3e oude Jardine had blijkbaar alles ge
zegd wat hi.f van plan was te zeggen.. Hij £,nl?
achterover in zijn stoel zitten.
(Wordt vervolgd).