STADSNIEUWS. Dit mooi Amersfoort. Langs ds straat. KLIMOP. Als alle planten er aan gaan denkon om zich voor de winterriislperiodo gereed to maken, als de bladeren gelen en afvallen, de vruchten rijp zijn en dus de plant haar plicht dit jaar weer als volbracht kan be schouwen. begint de klimop te doen. wat de anderen in het voorjaar deden of in den voorzomer gedaan hebben, dan ontplooit de klimop zijn bloemen. Eind September, begin October is de tijd. •Wie het in alle stadia wil waarnemen, moet eens even stilstaan bij zoo'n bloeiende klimopstruik. Een heel mooie hangt er aan het begin van den Utrechtschen straatweg over het muurtje langs den tuin van no taris Knoppers. Als ge er niet op verdacht zijt, denkt pc hij het zien der donkergroene gladde bla deren niet aan klimop, want de vorm is niet, zooals ge van den klimmenden Hcdera He lix gewend zijt: met de 5 punten. Integen deel, ze zijn ongeveer rechtvormig. Dat doet de klimop nu altijd: vóór ze bloeien gaat maakt ze aan do blocitakken van die in vorm zoo sterk afwijkende bladeren. De bloempjes zijn zeer honigrijk en vor men dus een attractie voor allerlei insecten; let er maar eens op. In den winter rijpen de bessen, zonneschijn of niet; ook in vorst- en sneeuwperiodes en als in het voorjaar de andere planten ont waken aan hun nieuwe taak beginnen te denken is de klimop juist met den arbeid gereed en zijn de bessen rijp. Die worden dankbaar geaccepteerd door de vogels in die dagen,* als cr van derge lijke snoeperij nog niets is. Niets? Ja toch, maar dat den volgenden keer. er op verheugen, dat ook Duitschland zijn goed wilton toonde, door aanvaarding van het Ua- wes-rapport. Spr. stond uitvoerig bij dit rapport stil en meende als men do Duitsche arbeiders zoo zou willen laten werken, dat de werkloosheid elders altijd toeneemt en sociale maatregelen niet zouden zijn te handhaven in ndere landen, dan dieigt cr gevaar. Wij verwachten en weten, zegt spr., dat de Duitsch arbeidersorganisaties alles zullen doen om het levenspeil hunner leden te handhaven. Zij dienen daarbij de belangen van andere lan den. Men poogde, zoo vervolgde spr.. de las ten van het herstel steeds op de schouders der minstdrogenden te leggen. Spr. protesteert er tegen, dat de uitmergeling van het overheids personeel geschiedt door militaire prullaria. Tegen dat miKtairisme dient gestreden *e wor den. Komende tot de positie van de vakbeweging zegt spr., dat die niet meer is die van 1920. Dc gelederen zijn gedund, maar de beweging is nog tot groote dingen in staat. Aan het einde van 1923 bedroeg ons nadee- lig salda T65.0CO. Tot 51 Augustus is hier van afbetaald 13.055. Onze Tinancieele positie is dan ook zon, dat tegenvoer een schuld van ongeveer f 3000 een bezit staat van ruim 36.000 Daarbij merkt spr. op, dat de strijd in de textielindustrie van het verbond een bedrag vorderde van 41.640.12, terwijl andere steun ook in dit jaar uitbetaald, ook nog ruim 2000 beliep, zoodat uit onze weerstandskas 43780.94 is betaald. Spr. staat dan stil bij de eenheidsdrang, die allerwege wordt gevoeld. Iedereen weet, dat de eenheid, die er is tusschen de grootste Vak centrale en één bepaalde politieke partij, waar bij zelfs geconditioneerd wordt, dat andere po- iitieke partijen niet in de samenwerking mogrn worden betrokken, de aanleiding is tot de vij andschap, die dagelijks opgemerkt v/ordt. Daar komt bij de arrogante wijze van opt/eden van sommige leiders dier vakbeweging. Wij zijn niet alleen, als neutrale vakbewe ging voor de eenheid, doch wij zijn de een- h ei ds vakb eweging. Wij zien in h'et onveranderd samenkoppelen, zegt spr., van de politieke organisatie aan de o sociaal-economische organisatie het beletsel voor de eenheid. Dat zien niet alleen wij, zoo vervolgt spr., in ons Vakverbond, dat ziet iedereen. Overal, in alle kringen der arbeiders, hoort men wij moeten hebben een vakverceniging, welke geen enkele politieke of godsdienstige partij volgt of steunt. Zoo drukte het Comité tot het vormen van een organisatie van spoor- en tramwagpersoneel het uit. Opmerkelijk en van buitengewone beteekenis is het Maandag avond gepubliceerde communiqué van het Co mité tot behoud van het neutroliteitsstandpunt van „Mercurius Dat geeft ons te denken. Wanneer men een eenh'eid forceert, zonder dat men daarvoor een juiste basis heeft, den is dat een schijn-eenheid, die binnen korten tijd in grooter tweespalt, als ooit bestond, ver andert. Hiermede moet gerekend worden Daarom heeft het bestuur van ons Verbond in verband met het aanhangige voorstel om de fusie-besprekingen tusschen het A.N.V. en het N.V.V. te heropenen, aan het N.V.V. ge vraagd of het bereid is, indien fusie nog mo gelijk wordt geacht door het N.V.V. op het in 1922 ontworpen program, haar relaties met de S.D.A.P. te wijzigen. Het bestuur is van meening, dat geen der aangesloten organisaties er aan denkt zich zoo maar te laten inlijven bij het socialistisch Vak verbond. Het wordt ook verkeerd geacht, als er zulke belangrijke zaken op het spel staan, om met diplomatiek woordenspel eenmaal vastgelegde feiten te verdoezelen. Dat moet zich wreken. Wij zien het aer» Mercurius. Wij moeten nu eens precies, dui delijk, onomwonden zeggen, wat wij wiilea, van weerskanten. Mocht het N.V.V. meenen, dat het de ver houding tusschen zichzelf en dc S.D.A.P. niet moet wijzigen, don mogen en dan willen wij dat niet eischen. Dan moeten de organisaties, die dat standpunt dcelen, zich daar vervoe gen. Maar er is een andere weg, zegt spreker. Na de vorige mislukte fusiepogingen van het N.V.V., hebben wij dien weg aangewezen. De weg van samenwerking met eerbiediging van eikaars bestaansrecht. Dan moet natuur lijk het N.V.V. niet meer op voet van oorlog staan met de andere richtingen in de vak beweging, zooals v. d. Tempel het reeds heelt omschreven. Want dan wordt er niets bereikt. En er staan groote dingen op het spel. Al leen, de vakbeweging dient er ccnswiilcnd aan te werken. Wij zijn daartoe bereid, en ook altijd bereid geweest. Inmiddels gaan wij door, zegt spre ker, ons Verbond en onze vakbeweging te versterken Gij allen moet daaraan medewer ken. Met den wensch, dat ook dit congres hieraan dienstbaar zal zijn, verklaar ik het voor ge opend. De buitenlandsche afgevaardigden brachten daarna de groeten over van hun bonden. Ach tereenvolgens spraken de heer Schneider na- imens de hoofdarbciderscentrale in Duitschland, de heer Thole namens het Duitsche Neutraal Vakverbond en de heer De Kempenaer namens het Belgische Neutrale Vakverbond. Het jaarverslag vermeldt o.m., dat het ver-, lies aan leden het vorig jaar veel grooter is geweest dan in 1922. Op T Januari T923 was de achteruitgang 3843op T Januari 1924 was dit aantal 13537. Trekt men van dit aantal af de leden van Mercurius en van de Handelsvereniging Eendracht, resp. 9386 en 675, dan zou het werkelijk verlies aan leden 3476 of 7.5 pet. bedragen. Nieuwe organisaties traden in het afgeloopen jaar niet toe. Slechts enkele organisaties gin gen in ledental vooruit. De schuld, ontstaan in vorige jaren, werd bijna geheel afgelost. Hadden alle organisaties aan hun verplichtin gen voldaan, don was er in het geheel geen schuld meer. Radio bij dc Amsterdamsche Brandweer. Het wagenpark van de Amsterdamsche Brandweer is weer met een auto uitgebreid ditmaal is het geen lodder- of spuitwagen, doch een radio-auto. Voor het eerst in Nederland zal de radio voor dit doel toepassing vinden in navolging van Amerika en Engeland. Men heeft hiertoe besloten in verband met de wenschelijkhcid, om bij brand een directe verbinding te hebben tusschen het Centraal Bureau en de plaats van den brand, alsmede in verband met de noodzakelijkheid, dat bij branden van beteekenis de bevelvoerder in on middellijke verbinding staat met het Centraal Bureau, zonder afhankelijk te zijn van een soms op belangrijken afstand van de brand- plaots beschikbare seingelegenheid door tele foon of brandschel. De niet-schokvrij opgestelde zend-ontvang- inrichting van 't auto-station is ingebouwd in een houten carosserie, geplaatst op ccn Ford- chnssis. Het toestel is een lampzender met één Tele- funken-lamp type R. S. 5, waarvan de gloei- draadspanning 12 volt cn de plaatspanning 600 volt bedraagt. Hoewel ingericht voor telegrafie, is er bij den bouw op gerekend, dat het eventueel ge schikt gemaakt kan worden voor telefonie. De gehftele installatie is gemonteerd en alle on- derdeelen vervaardigd (behalve telefoon en lampen) door brandweerpersoneel. Naast den zender, welke met een golflengte van 500 M. werkt en waarvoor op 10 October 1923 een ministerieele vergunning is verleend, is in dezelfde ruimte d*c ontvang-inrichting ge bouwd. De reikwijdte van het auto-station is groot genoeg om met volle bedrijfszekerheid geheel Amsterdam met haar buitenwijken te bestrij ken. Daar de definitieve antenne, welke geheel samenklapbaar op den wagen zal komen te liggen, eerst in de volgende mqand gereed zal zijn cn thans nog een hulp-antenne gebruikt wordt, heeft men nog geen afstandsproeven gedaan, doch de zend-energie waarborgt een voldoende reikwijdte. Behalve het noodigc reserve-materiaal wor den in den wagen verschillende kaarten, gege vens en hulpmiddelen medegenomen, welke bij brand noodzakelijk zijn ook een veldtele foon met 300 M. kabel op rughaspel, zoodat het seinstation tot op dien afstand van den stafwagen kan staan. Het ontvang-station bevindt zich op 't cen- traal-bureau, waar 't toestel bediend wordt als het auto-station is uitgereden. Bij zware branden zal de radio-auto zeker goede diensten bewijzen. (Radio Expres.) EEN LE1DSCHE WINKELWEEK. Met 446 deelnemers Men schrijft ons uit Leiden d.d. 26 Sept. In de meeste winkels heeft het gisteren, van nacht en vanmorgen gespannen; in 't bizonder' in die, welke etalages zullen tooncn geduren de de Leidsche winkelweek, welke hedenmid dag officieel is geopend en duren zal tot en met 4 October. Ter gelegenheid van de 350ste herdenking van Leiden's ontzet, is zij op touw gezet door de Ver. van den Industrieelen en Handeldrijvenden Middenstand te Leiden en Omstreken; de afd. Leiden der R.-K Midden- standsvereeniging „Dc Hanze"; de afd. Leiden der Chr. Middenstandsvereeniging en de Ver. tot instundhouding der Leidsche Alg. Winkel- Etalage Tentoonstelling (Lawet). Niet minder dan 446 winkeliers nemen er aan deel en het moet gezegd zij hebben eer van hun werk cn bewijzen, dat Leiden een stad is, waar men, op welk gebied ook, best en voordeelig koopen kan. Nooit was de deel neming zoo groot en ook nooit waren de étala ges zoo bezienswaardig als thans. De winkeliers worden ditmaal niet bekroond. De beoordeeling is nu aan het publiek, dot te antwoorden heeft op vijf vragen, gesteld door de winkelweekcommissie op een verkrijg baar formulier. Voor hem of haar, die in tot3al het grootste aantal vragen overeenkomstig de meerderheid beantwoord heeft zijn uitgeloofd een 4 persoons-outo of 1000 cn voorts prij zen yan 250, f 100, 75 en 50, benevens een paar extra-prijzen. De deelnemende winkeliers, die blijkens de uitspraak der meerderheid vun het beoordee- lend publiek daarvoor in aanmerking komen, ontvangen een certificaat als bewijs, van het ten gunste hunner etalage uitgevallen oordeel. Hedenmiddag had, in tegenwoordigheid van bestuursleden der 3-October-Vereeniging, van dc Vereeniging van Vreemdelingenverkeer, van de Kamer van Koophandel, van de Mid- denstandsvereenigingen, van de Lawet en van de afd. Leiden der Ver. „Nederlandsch Fabri kaat", de officieele opening der winkelweek in den foyer der stadszaal plaats door den burgemeester, jhr. mr dr. N. C. de Gyselear, nadat gesproken was namens de commissie voor de Week, De plaatselijke afdeeling van „Nederlandsch Fabrikaat" heeft nog een drietal medailles be schikbaar gesteld ^voor de deelnemers, die zich bereid verklaarden hun etalage of een deel er van uitsluitend .samen te stellen uit in Neder land vervaardigde artikelen, en ongeveer ze ventig dingen met 77 etalages naar deze prij zen mee. Hiervoor alleen zal een jury optreden. Na de opening werd een rijtoer gemaakt door de straten, waarin de etalages te zien zijn. Het Leidsch Politiemuziekgezelschap zorg de voor de muziek. Het begint er in stroten en langs grachten reeds feestelijk uit te ziener zijn al eere poorten, bogen en versieringen aangebracht. De illuminatie op 3 en 4 October belooft veel. HET SPOORWEGPERSONEEL EN DE DUURTE. Een verzoek om loonsverhooging. In verband met d"e steeds stijgende kosten van het levensonderhoud en speciaal met het oog op de sterke stijging in de jongste maan den hebben de R.-K. Bond van Spoor- en Tramwegpersoneel St. Raphaël en de Prot. Chr. Bond van Spoor- en Tramwegpersoneel aan de directie der Ncd. Spoorwegen ver zocht, zoodanige voorzieningen te willen tref fen, dot het personeel de stijgende duurte van het levensonderhoud zol kunnen bestrijden. In hun verzoek wijzen de bonden er op, dot de evenwichtigheid tusschen inkomsten en kosten voor het levensonderhoud door de jongste prijsstijgingen geheel zoek geraakt is en vele gezinnen van personeel reeds in groote zorg verkeeren over de vraag hoe de eindjes aan elkaar te knoopen. Zij vestigen er verder de aandacht op, dat de belastingen een bovenmatig zworen druk leg gen op velen, die bovendien nog een bedrag aan huishuur moeten betalen, dat veel te hoog is in vergelijking met hun inkomen. Het moge sommigen vreemd zijn, dat in dezen tijd van loonsverlaging een verzoek wordt gedaan voor verhooging van inkomsten, maar feit is, dot door de sterk verlaagde sala rissen en de zich daarbij gevoegd hebbende groote stijging van de kosten van het levens onderhoud de finoncieele draagkracht, vooral van het personeel, gezinshoofden, zoodanig is verzwakt, dat voorziening dringend noodig is om niet terug te zakken naar de slechte toe standen van weleer, waaraan het personeel zich met veel moeite ontworsteld heeft. TOEPASSING VAN DE DISTRIBUTIE WET. De procureur-generaal bij den Hoogen Raad heeft heden conclusie genomen in de zaak tus schen den Staat der Nederlanden cn de firma Bakker en Stuivingo, exporteurs van granen cn zoden, te Groningen. De firma had een vorde ring tegen den Staat ingesteld, omdat deze in Febr. 1918, volgens haar onrechtmatig, een partij geel mosterzaad, groot 569,294.11 K.G., krachtens het 2e lid van art. 9 der Distributie- wet in beslag had laten nemen. De Haagsche rechtbank had de vordering af gewezen. In hooger beroep besliste het gerechts hof te 's Gravenhage echter, dat de Staat in ge breke is gebleven de rechtmatigheid van de in bezitneming aan te toonen, vernietigde het von nis der rechtbank en wees de vordering tot schadevergoeding alsnog toe. Tegen dit arrest was dc Staat in cassatie gegaan. De proc.-generaal heeft thans geconcludeerd tot verwerping van het cassatie-beroep. De uit spraak werd bepaald op 7 November a.s. DE ONTROUWE RENTMEESTER TE NIJMEGEN. In staat va© faillissement ver klaard. De rechtbank te Arnhem heeft den rent meester van het Kroondomein te Nijmegen, die als verdacht van verduistering in zijn hoedanig heid van curator is gearresteerd, in staat van faillissement verklaard. De instructie in dc verduisteringszaak duurt nog voort. VALSCHE RIJWIELPLAATJES. De vervaardiger aangehouden. Nadat in den loatsten tijd gebleken was, dat te Amsterdam valsche rijwielbelasting- plaetjes in omloop waren, Keeft de politie daar naar een onderzoek ingesteld. Het resultaat hiervan was, dat dezer dagen door de Centrale Recherche een man kon worden aangehouden juist op het oogenblik, dat hij in een café te Amsterdam een partijtje van de nagemaakte plaatjes trachtte te verkoopen. Een dertigtal plaatjes werd in beslag genomen. Zij bleken vervaardigd van een dunner soort en 'ichtei soort koper dan de echte, terwijl de let'eis en cijfers minder scherp geteekend zijn. Vastge steld kon worden, dat de aangehoudene, een bloemenkoopmrtn, ook de vervaardige. der plaatjes was Verkoop bleek reeds plaats te hebben ge had, zoowel aan rijwielhandelaren als aan particulieren. MIJNWERKER DOODGESCHOTEN. Abusievelijk voor een smok kelaar aangezien. Men meldt uit Vaals aan de „Tc!.": Gistei-enmorgen werd de mijnwerker W. Kleijn door de Duitsche grensbeambten dood geschoten. Kleijn was op weg naar zijn werk en passeerde een troep smokkelaars. Ia het donker hield een der beambten ook Kleijn, die hem op korten afstand voorbij reed. voor een smokkelaar. Hij loste een schot op Kleijn cn trof hem in den hals. De getroffene was spoedig een lijk. VERVOLG CORRESPONDENTIE KINDERRUBRIEK. Flora C. Je bent nogal eens ziek, geloof dk. Ik herinner me, dat je ook tot de „bof"- menschen behoorde. Ben je nu weer naar school? Ik hoop nu weer vaak een briefje van je te krijgen. Gymnast. Jullie hebf nu al ai'.ebei wat gewonnen. Nu is het jou beurt weer:, ik ben ook benieuwd, hoe de beslissing valt. Frits. Dus je kende het nog niet, ik vind het altijd prettig, els de prijs in den smaak ge vallen is. Er zitten in de stad zoo al heel wat boeken van Oom Karei. Driehoek. We zullen nu maar het beste hopen; er zijn natuurlijk altijd bezwaren, maar ik houd toch nog de eindbeslissing. Je hebt me heel wat laten pennen, door aan beide kanten het papier vol te schrijven. Maar zoo had ik de tijd, om het rustig te lezen, onder het overschrijven door. Dank voor je inzen dingen. P i e t B. Ik ben daar nooit geweest. Was het er zoo mooi? Je hebt wel genoten, geloof ik. Een nieuwe school geeft weer zoo veel nieuwe indrukken, 't zal je er wel bevallen, weet ik zeker. Dahlia. Was je ook blij met de prijs, 't waren er veel dezen keer, hé? Zonnebloem. Die heb ik gekozen van het heele bouquetje, want die vind ik het mooiste. Dus voortaan heet je zoo? Het past bij, waar je woont. Doen je zusjes niet mee, of zijn die nog te klein? Hoe ziet dat bloempje er uit? Laat het mij maar eens zien. Spinnetje. Jammer, dat 'het zoo erg kort is. Maar het is waar, er zijn nu zooveel prijzen. Ik moet ze nog allemaal doorlezen, dan beslis ik pas, welke vast voor een prijs in aan merking komen. Kapel. Ja, dat kon altijd nog; ik heb deze er nog niet bij. Vind je het gezellig, de Kinder rubriek? Pinksterbloem. Had je liet zoo druk? Fijn, dat de moeite in alle geval beloond is. Ik hoor telkens van neven, dat ze daar op school zijn. Jullie weet het zeker niet van el kaar? Kapitein Brookes. Dat is al een heel bijzondere naam; Jeuk, dat je nu meedoet, ik heb nu neven en nichten in alle hoeken van de stad, aan jou kant had ik er nog geen, wel den onderen kant tot halverwege Soesterberg. Ik hoop je naam vaak te lezen. Paddestoel. Dat vind ik best, hoor, 't is weer eens wat variatie, ik ben benieuwd, met hoeveel verschillende soorten je om de beurt wel zult aankomen. Ik zal je nu in alle geval wel herkennen. Speurder. Leuk, zoo telkens er weer nieuwen bijkomen. Ik vind je schuilnaam best. Jammer, dot ik door de opstellen zoo weinig kan schrijven, maar dot doen we nog wel eens, als er weer meer ruimte is, hé? Jij bent een gelukmensch, hoor I Zwarïkop. 't Is altijd maar het beste, om de brief zelf weg te brengen, gelukkig, dat cr geen opstel van je inzat. Jullie hebt het maar druk op school, geloof ik, ik hoor niets anders. J o p i e Slim. Ja, dat zul je aan je vin gers gevoeld hebben. Maar ik voel het 's Woensdags ook, hoor, en dat komt elke week terug. Je raadsel komt volgende week, 't is leuk voor dezen tijd juist. Ton Neveu. Ik heb er zooveel gekregen, maar je zult nog een 3 weken geduld moeten hebben, 't Geeft een heele sponning, ik denk, dat nog nooit met zooveel haast naar de krant gegrepen zol worden als deze Zaterdagen. J o Z. Dat was weer eens een ouderwetsche brief. Je weet, waarom ik nu niet zoo lang kan antwoorden, dat spijt me nu wel. 't Is leu ker als poes en hond beter met elkaar zou den opschieten, dat zie je wel eens en je kijkt er dan altijd naar, of het heel iets bijzonders is. Mooie reclame voor Erdal is hetï J a h R. Ja, dat is weer een -tijdje geleden. Ik hoop je niet heelemaol kwijt te raken, dat gebeurt toch ook niet? Zie maar eens of ik nog veel brieven krijg. Waterlelie. Je Hebt nu zeker gauw een inktlap gemaakt? Leuk, dot ze het. nu zoo pret tig vindt. Over een jaar of zoo schrijft ze mij natuurlijk ook trouw, net zooals haar zuster, die zoo'n vaste medewerkster geworden is, hè? Perzik. Ik mag nog niets zeggen, hoe ik het vind. Maar je hebt er alle zorg aan be steed. Wacht maar af, in alle geval wordt het wel geplaatst. Bill. Je moest maar weer eens een prijs winnen, je doet zoo trouw je best aan de raad sels oplossen, 't Is toch jammer, dat er altijd maar een prijs is; daarom alleen is zoo'n op stellenprijsvraag en klcurwedstrijd er zoo leuk tusschen door, dat er don eens wat meer prij zen zijn. W a t e r r a t. Dat zal een koude geschiede nis geweest zijn, ik heb het al lang niet meer gedaan. Jammer, dat we nu weer zoo lang moe ten wachten. Watergeus. Als er te veel zijn, laat ik den uitslag nog maar een week wachten, ik geloof, wat ik er voorloopig van gezien heb, dat *er veel meer dan twaalf goeden bij zijn. Dank je wel voor de plaatjes, ze zal er zeker blij mee zijn. Sprinkhaan. Je begint leuk mee te werken, zie je wel, hoeveel brieven ik nu ge had heb, veel hè? Nieuwe uitgaven. Tusschen tie vijftien en achttien door Eva Adams. L'itg. Leidsche Uitg. Mij. Leiden. Tusschen de vijftien en achttien is een leeftijd van vreugde maar ook van moeilijk heden; de eerste veelal voor de jongens en meisjes die in dien gelukkigen tijd zijn, de laatste meesttijds voor de ouders. Maar ook de jeugd zelf gaat niet altijd het effen pad, ook dc wordende menschcn ondervinden, dat het leven niet enkel genoeglijkheden biedt. Eva Adams heeft dat met duidelijke kleu ren in dit onderhoudende boek verteld. De verschillende typen door haar geschetst zijn allen raak geteekend, zooclat hun karakters in juiste omlijning uitkomen. De meer ern stige. Marian naast den luchtig vroolijken broer Dirk, de aanstellerige, gewichtig doen de Lotje naast de nonchalante vaak zoo ori- gineele Tonia, kortom geheel de schaar van vrienden en vriendinnen doet ze voor ons leven als echte menschcn In wording, in hun pretjes en feestjes, in hun zorgen en kleine verdrietelijkheden. En zc vertelt alles zoo natuurlijk weg, dat het geheel geen boeken- kinderen zijn, maar jongens en meisjes van vleesch en bloed, die ons meevoeren in hun „levensstrijd", welke we dan ook niet slechts lezën, maar meemaken en meeleven. Dit. boek zal door onze oudere jongens en meis jes met graagte gelezen worden en ook de ouderen zullen zich den tijd niet beklagen, dien zij voor het lezen cr vun er aan geven. WRAAK. Dit is het Lied der Wrake.., Dc Man was klein, gewóón, pretentieloos. Hij droeg een zwarte jas en een garibaldihoedje. Hij had een grijze snor en twee uitstaande ooren. De Vrouw geleek op eer\ koe. Ik overdrijf niet, zij vertoonde een sprekende gelijkenis met zulk een dier. Zij had de oogen van een koe, de neus en den mond van een koe. Zij wandelde gelijk een koe... en zij herkauwde als een koe... het Whs verwonderlijk dat zij niet loeide... Wanneer zij drie pas had gewandeld, stond zij weer voor een andere étalage. Daar poosde ze precies drie-en-twintig minuten. De Man ook. Hij móést wel. Kijk-nou-es, Leopold, watte dódde vanne jupponnetjes... watte 1-kkere moesseliene jur- rekies... enne sie je da' die rauie mussies van één guide dèrtig, watte spótkoopie... kijk-je- nou-wel? Watte g'riefelukke schorretjes... ik moes nog altijd 'n schorretje foor M'rietje heb- be... se seit mit'n sakkie, seit se, die benne soo makkeluk foor je portemenee... K ij k-je- nou-wel-Leopold?... Nou gane me daar es kijke, da' heppik laas sukke snoeperige ode- klonje sien staan... K o m-je-nou-Leopold?... Ja, lieve, da' bin ik ommers al... De Man leed. Hij leed ontegenzeggelijk. Hij winkelde, hij sjouwde, hij zwoegde en slaafde, hij karweide... Uren... U-r-e-n... Hij moest jur ken zien, hoeden keuren, odeurtjes ruiken... hij slaakte geen klacht, maar hij liep... liep... Nou moet je toch es effe kijke, Leopold, watte krangsinnig lage prijz... da' hep je die seep die se bij oome Bertus altijd gebruike, ik seg altijd maar, geef m ij maar chroeneseep, maar jawel, oome Bertus seit, seg nou selluf e% seit-ie... H o o r-je-wel-Leopold?! LEOPOLD! Jjja, lieve, ik hóór 'et wel... Zoo zeulden zij. Maar de Man zon. Hij zon op wrake. Lieve, zei hij, èffe daar gaan kijke?... Hij beende op een sigarenwinkel af, en ging er voqr staan, breeduit... Kijk, lieve, daar heije die zandblad... pè- perduur... maar fijn, moes-je-me-es-gève... daar heije karei één, watte segaar, watte mooie segaar... K ij k-je-wel-lieve?... Moetje 's kijke, die tebak... moet je mènge... As ik 'n pijpïe op steek... K ij k-je-wel-lieve?! Lieve?! Nou gane me effe naar de oferkant, daar stane nieuwe merrek... kom je, lieve... De Vrouw voelde zich machteloos. Leopold, zuchtte ze, Leopold, la'-me-nou- naar-huis-gaan-... We worre d'r soo moei fan.^ De Man... o, wraak is zoet, grinnekte stil. Effe die nieuwe segarewinkel daar bekij- ke... watte mooie ételaasje... kijk, daar heije nou die pijpe fan... K ij k-j e-w e 1-L i e v e?!... PIMMY. De vrouw met den waaier, door Robert Hichens. Uitg. A. W. Bruna Zn's Uitg. Mij. Utrecht, De ware schoonheid, die de wereld be- heerscht, is gelegen in de opperhuid, zegt Lady Holme, als Robin Pierce haar wil overtuigen, dat het niet haar uiterlijke schoonheid is, maar haar persoonlijkheid, haar eigen ik waardoor haar aantrekkelijk heid wordt bepaald. En Robin meent het wellicht, dat hij haar ziel aanbidt, haar mooie natuur tot Lady Holme gelijk krijgt, als zij door een auto-ongeluk misvormd, ook Pierce van zich doet schrikken. De waaier maakt de vrouw ..bekoorlijker; ziet men slechts de vrouw als vrouw, hoe goed haar innerlijk dan ook moge zijn, de meeste man nen zullen er niet naar kijken, maar hun blikken richten naar haar wier uiterlijke schoonheid boeit. Lady Holme is een erkende schoonheid, omringd door aanbidders maar zij heeft haar man lief en blijft hem, in wier liefde ook zij gelooft trouw. In dc Londensche groote wereld neemt zij een eerste plaats in, overal is men op haar gezelschap gesteld. Maar als zij haar uiterlijke schoonheid mist, een auto- ongeluk berooft haar daarvan, dan is zij die gevierde vrouw niet meer. Zelfs haar man keert zich van haar af, als zoovele vrienden en vriendinnen. Ook Robin Pierce laat haar in haar eenzaamheid. Maar één is er, die de vrouw in haar bemind heeft en thans terug keert. Rupert C.arey komt op het juiste moment, als Lady Holme een eind aan haar leven wil maken en in hem vindt zij toch dc ware liefde, hij leert haar, wat zij wezen kan zonder den waaier. Schwedenklee's avontuur, door Bomhard Keilerman. Uitg. Hol- kema en Warendorff Amster dam. Er zijn menschen, die gewoonweg vervolgd worden door het geluk en tot deze klasse der troetelkinderen behoorde Philip Sc'nwe- denklee. Hij was een welgesteld man, had een vermogen van zijn vader geërfd en was zelf een meer dan middelmatig begaafd ar chitect. Hoewel niet onverschillig voor vrouwelijk schoon, was hij ongetrouwd ge bleven. Wel veroorloofde hij zich kleine uit stapje in het rijk der vrouwen, maar verder girig hij niet. Overigens was hij een heel gewoon mensch wiens leven weinig stof voor het schrijven van dit boek zou geboden hebben, ware een wel wat vreemde historie hem niet a. h. w. op het dak gevallen. Hij krijgt n.l. een doodsbericht van Rosa, maar hij herinnert zich geen Rosa onder zijn Amourettes. Maar als Blank Rosa's man tot hem komt, wordt het raadsel opgelost. Rosa Ellen Fröhlich heeft hem liefgehad tot haar dood toe. Schwedenklee voelt verplichting iets tc doen voor den tot armoede vervallen Blank, die trouwens reeds met een been in 't graf staat. Na een kleine opfleuring wordt hij aan Blank's sterfbed geroepen en vindt daar Ellen, de dochter van Rosa, over wie hij zich ontfermt. Mogelijk is het zijn eigen dochter. Hij brengt haar buiten, naar zijn landhuis bij Waniemünde. Daar wordt Ellen een vroolijk gezond meisje, dat liefde opvat voor een jongmensch en van Schwe denklee houdt als een kind van haar vader. Aanvankelijk boeit het verhaal maar ma tigjes, maar al doorlezende ervaart men te doen te hebben met een verhaal, dat in fijne uitwerking lot een pracht stuk leven is ge worden.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1924 | | pagina 14