STADSNIEUWS.
Dit mooi Amersfoort.
Langs ds straat.
KLIMOP.
Als alle planten er aan gaan denkon om
zich voor de winterriislperiodo gereed to
maken, als de bladeren gelen en afvallen,
de vruchten rijp zijn en dus de plant haar
plicht dit jaar weer als volbracht kan be
schouwen. begint de klimop te doen. wat
de anderen in het voorjaar deden of in den
voorzomer gedaan hebben, dan ontplooit de
klimop zijn bloemen.
Eind September, begin October is de tijd.
•Wie het in alle stadia wil waarnemen,
moet eens even stilstaan bij zoo'n bloeiende
klimopstruik. Een heel mooie hangt er aan
het begin van den Utrechtschen straatweg
over het muurtje langs den tuin van no
taris Knoppers.
Als ge er niet op verdacht zijt, denkt pc
hij het zien der donkergroene gladde bla
deren niet aan klimop, want de vorm is niet,
zooals ge van den klimmenden Hcdera He
lix gewend zijt: met de 5 punten. Integen
deel, ze zijn ongeveer rechtvormig. Dat doet
de klimop nu altijd: vóór ze bloeien gaat
maakt ze aan do blocitakken van die in
vorm zoo sterk afwijkende bladeren.
De bloempjes zijn zeer honigrijk en vor
men dus een attractie voor allerlei insecten;
let er maar eens op.
In den winter rijpen de bessen, zonneschijn
of niet; ook in vorst- en sneeuwperiodes en
als in het voorjaar de andere planten ont
waken aan hun nieuwe taak beginnen te
denken is de klimop juist met den arbeid
gereed en zijn de bessen rijp.
Die worden dankbaar geaccepteerd door
de vogels in die dagen,* als cr van derge
lijke snoeperij nog niets is.
Niets? Ja toch, maar dat den volgenden
keer.
er op verheugen, dat ook Duitschland zijn goed
wilton toonde, door aanvaarding van het Ua-
wes-rapport.
Spr. stond uitvoerig bij dit rapport stil en
meende als men do Duitsche arbeiders zoo zou
willen laten werken, dat de werkloosheid elders
altijd toeneemt en sociale maatregelen niet
zouden zijn te handhaven in ndere landen, dan
dieigt cr gevaar.
Wij verwachten en weten, zegt spr., dat de
Duitsch arbeidersorganisaties alles zullen doen
om het levenspeil hunner leden te handhaven.
Zij dienen daarbij de belangen van andere lan
den. Men poogde, zoo vervolgde spr.. de las
ten van het herstel steeds op de schouders der
minstdrogenden te leggen. Spr. protesteert er
tegen, dat de uitmergeling van het overheids
personeel geschiedt door militaire prullaria.
Tegen dat miKtairisme dient gestreden *e wor
den.
Komende tot de positie van de vakbeweging
zegt spr., dat die niet meer is die van 1920.
Dc gelederen zijn gedund, maar de beweging
is nog tot groote dingen in staat.
Aan het einde van 1923 bedroeg ons nadee-
lig salda T65.0CO. Tot 51 Augustus is hier
van afbetaald 13.055.
Onze Tinancieele positie is dan ook zon, dat
tegenvoer een schuld van ongeveer f 3000
een bezit staat van ruim 36.000
Daarbij merkt spr. op, dat de strijd in de
textielindustrie van het verbond een bedrag
vorderde van 41.640.12, terwijl andere steun
ook in dit jaar uitbetaald, ook nog ruim 2000
beliep, zoodat uit onze weerstandskas
43780.94 is betaald.
Spr. staat dan stil bij de eenheidsdrang, die
allerwege wordt gevoeld. Iedereen weet, dat de
eenheid, die er is tusschen de grootste Vak
centrale en één bepaalde politieke partij, waar
bij zelfs geconditioneerd wordt, dat andere po-
iitieke partijen niet in de samenwerking mogrn
worden betrokken, de aanleiding is tot de vij
andschap, die dagelijks opgemerkt v/ordt.
Daar komt bij de arrogante wijze van opt/eden
van sommige leiders dier vakbeweging.
Wij zijn niet alleen, als neutrale vakbewe
ging voor de eenheid, doch wij zijn de een-
h ei ds vakb eweging.
Wij zien in h'et onveranderd samenkoppelen,
zegt spr., van de politieke organisatie aan de
o sociaal-economische organisatie het beletsel
voor de eenheid.
Dat zien niet alleen wij, zoo vervolgt spr., in
ons Vakverbond, dat ziet iedereen.
Overal, in alle kringen der arbeiders, hoort
men wij moeten hebben een vakverceniging,
welke geen enkele politieke of godsdienstige
partij volgt of steunt. Zoo drukte het Comité
tot het vormen van een organisatie van spoor-
en tramwagpersoneel het uit. Opmerkelijk en
van buitengewone beteekenis is het Maandag
avond gepubliceerde communiqué van het Co
mité tot behoud van het neutroliteitsstandpunt
van „Mercurius Dat geeft ons te denken.
Wanneer men een eenh'eid forceert, zonder dat
men daarvoor een juiste basis heeft, den
is dat een schijn-eenheid, die binnen korten
tijd in grooter tweespalt, als ooit bestond, ver
andert. Hiermede moet gerekend worden
Daarom heeft het bestuur van ons Verbond
in verband met het aanhangige voorstel om
de fusie-besprekingen tusschen het A.N.V. en
het N.V.V. te heropenen, aan het N.V.V. ge
vraagd of het bereid is, indien fusie nog mo
gelijk wordt geacht door het N.V.V. op het
in 1922 ontworpen program, haar relaties met
de S.D.A.P. te wijzigen.
Het bestuur is van meening, dat geen der
aangesloten organisaties er aan denkt zich zoo
maar te laten inlijven bij het socialistisch Vak
verbond.
Het wordt ook verkeerd geacht, als er zulke
belangrijke zaken op het spel staan, om met
diplomatiek woordenspel eenmaal vastgelegde
feiten te verdoezelen.
Dat moet zich wreken. Wij zien het aer»
Mercurius. Wij moeten nu eens precies, dui
delijk, onomwonden zeggen, wat wij wiilea,
van weerskanten.
Mocht het N.V.V. meenen, dat het de ver
houding tusschen zichzelf en dc S.D.A.P. niet
moet wijzigen, don mogen en dan willen wij
dat niet eischen. Dan moeten de organisaties,
die dat standpunt dcelen, zich daar vervoe
gen.
Maar er is een andere weg, zegt spreker.
Na de vorige mislukte fusiepogingen van
het N.V.V., hebben wij dien weg aangewezen.
De weg van samenwerking met eerbiediging
van eikaars bestaansrecht. Dan moet natuur
lijk het N.V.V. niet meer op voet van oorlog
staan met de andere richtingen in de vak
beweging, zooals v. d. Tempel het reeds heelt
omschreven. Want dan wordt er niets bereikt.
En er staan groote dingen op het spel. Al
leen, de vakbeweging dient er ccnswiilcnd aan
te werken.
Wij zijn daartoe bereid, en ook altijd bereid
geweest. Inmiddels gaan wij door, zegt spre
ker, ons Verbond en onze vakbeweging te
versterken Gij allen moet daaraan medewer
ken.
Met den wensch, dat ook dit congres hieraan
dienstbaar zal zijn, verklaar ik het voor ge
opend.
De buitenlandsche afgevaardigden brachten
daarna de groeten over van hun bonden. Ach
tereenvolgens spraken de heer Schneider na-
imens de hoofdarbciderscentrale in Duitschland,
de heer Thole namens het Duitsche Neutraal
Vakverbond en de heer De Kempenaer namens
het Belgische Neutrale Vakverbond.
Het jaarverslag vermeldt o.m., dat het ver-,
lies aan leden het vorig jaar veel grooter is
geweest dan in 1922.
Op T Januari T923 was de achteruitgang
3843op T Januari 1924 was dit aantal
13537. Trekt men van dit aantal af de leden
van Mercurius en van de Handelsvereniging
Eendracht, resp. 9386 en 675, dan zou het
werkelijk verlies aan leden 3476 of 7.5 pet.
bedragen.
Nieuwe organisaties traden in het afgeloopen
jaar niet toe. Slechts enkele organisaties gin
gen in ledental vooruit. De schuld, ontstaan
in vorige jaren, werd bijna geheel afgelost.
Hadden alle organisaties aan hun verplichtin
gen voldaan, don was er in het geheel geen
schuld meer.
Radio bij dc Amsterdamsche
Brandweer.
Het wagenpark van de Amsterdamsche
Brandweer is weer met een auto uitgebreid
ditmaal is het geen lodder- of spuitwagen,
doch een radio-auto.
Voor het eerst in Nederland zal de radio
voor dit doel toepassing vinden in navolging
van Amerika en Engeland.
Men heeft hiertoe besloten in verband met
de wenschelijkhcid, om bij brand een directe
verbinding te hebben tusschen het Centraal
Bureau en de plaats van den brand, alsmede
in verband met de noodzakelijkheid, dat bij
branden van beteekenis de bevelvoerder in on
middellijke verbinding staat met het Centraal
Bureau, zonder afhankelijk te zijn van een
soms op belangrijken afstand van de brand-
plaots beschikbare seingelegenheid door tele
foon of brandschel.
De niet-schokvrij opgestelde zend-ontvang-
inrichting van 't auto-station is ingebouwd in
een houten carosserie, geplaatst op ccn Ford-
chnssis.
Het toestel is een lampzender met één Tele-
funken-lamp type R. S. 5, waarvan de gloei-
draadspanning 12 volt cn de plaatspanning
600 volt bedraagt.
Hoewel ingericht voor telegrafie, is er bij
den bouw op gerekend, dat het eventueel ge
schikt gemaakt kan worden voor telefonie. De
gehftele installatie is gemonteerd en alle on-
derdeelen vervaardigd (behalve telefoon en
lampen) door brandweerpersoneel.
Naast den zender, welke met een golflengte
van 500 M. werkt en waarvoor op 10 October
1923 een ministerieele vergunning is verleend,
is in dezelfde ruimte d*c ontvang-inrichting ge
bouwd.
De reikwijdte van het auto-station is groot
genoeg om met volle bedrijfszekerheid geheel
Amsterdam met haar buitenwijken te bestrij
ken.
Daar de definitieve antenne, welke geheel
samenklapbaar op den wagen zal komen te
liggen, eerst in de volgende mqand gereed zal
zijn cn thans nog een hulp-antenne gebruikt
wordt, heeft men nog geen afstandsproeven
gedaan, doch de zend-energie waarborgt een
voldoende reikwijdte.
Behalve het noodigc reserve-materiaal wor
den in den wagen verschillende kaarten, gege
vens en hulpmiddelen medegenomen, welke
bij brand noodzakelijk zijn ook een veldtele
foon met 300 M. kabel op rughaspel, zoodat
het seinstation tot op dien afstand van den
stafwagen kan staan.
Het ontvang-station bevindt zich op 't cen-
traal-bureau, waar 't toestel bediend wordt
als het auto-station is uitgereden.
Bij zware branden zal de radio-auto zeker
goede diensten bewijzen. (Radio Expres.)
EEN LE1DSCHE WINKELWEEK.
Met 446 deelnemers
Men schrijft ons uit Leiden d.d. 26 Sept.
In de meeste winkels heeft het gisteren, van
nacht en vanmorgen gespannen; in 't bizonder'
in die, welke etalages zullen tooncn geduren
de de Leidsche winkelweek, welke hedenmid
dag officieel is geopend en duren zal tot en
met 4 October. Ter gelegenheid van de 350ste
herdenking van Leiden's ontzet, is zij op touw
gezet door de Ver. van den Industrieelen en
Handeldrijvenden Middenstand te Leiden en
Omstreken; de afd. Leiden der R.-K Midden-
standsvereeniging „Dc Hanze"; de afd. Leiden
der Chr. Middenstandsvereeniging en de Ver.
tot instundhouding der Leidsche Alg. Winkel-
Etalage Tentoonstelling (Lawet).
Niet minder dan 446 winkeliers nemen er
aan deel en het moet gezegd zij hebben eer
van hun werk cn bewijzen, dat Leiden een
stad is, waar men, op welk gebied ook, best
en voordeelig koopen kan. Nooit was de deel
neming zoo groot en ook nooit waren de étala
ges zoo bezienswaardig als thans.
De winkeliers worden ditmaal niet bekroond.
De beoordeeling is nu aan het publiek, dot
te antwoorden heeft op vijf vragen, gesteld
door de winkelweekcommissie op een verkrijg
baar formulier. Voor hem of haar, die in tot3al
het grootste aantal vragen overeenkomstig de
meerderheid beantwoord heeft zijn uitgeloofd
een 4 persoons-outo of 1000 cn voorts prij
zen yan 250, f 100, 75 en 50, benevens
een paar extra-prijzen.
De deelnemende winkeliers, die blijkens de
uitspraak der meerderheid vun het beoordee-
lend publiek daarvoor in aanmerking komen,
ontvangen een certificaat als bewijs, van het
ten gunste hunner etalage uitgevallen oordeel.
Hedenmiddag had, in tegenwoordigheid van
bestuursleden der 3-October-Vereeniging, van
dc Vereeniging van Vreemdelingenverkeer,
van de Kamer van Koophandel, van de Mid-
denstandsvereenigingen, van de Lawet en van
de afd. Leiden der Ver. „Nederlandsch Fabri
kaat", de officieele opening der winkelweek
in den foyer der stadszaal plaats door den
burgemeester, jhr. mr dr. N. C. de Gyselear,
nadat gesproken was namens de commissie
voor de Week,
De plaatselijke afdeeling van „Nederlandsch
Fabrikaat" heeft nog een drietal medailles be
schikbaar gesteld ^voor de deelnemers, die zich
bereid verklaarden hun etalage of een deel er
van uitsluitend .samen te stellen uit in Neder
land vervaardigde artikelen, en ongeveer ze
ventig dingen met 77 etalages naar deze prij
zen mee. Hiervoor alleen zal een jury optreden.
Na de opening werd een rijtoer gemaakt
door de straten, waarin de etalages te zien
zijn. Het Leidsch Politiemuziekgezelschap zorg
de voor de muziek.
Het begint er in stroten en langs grachten
reeds feestelijk uit te ziener zijn al eere
poorten, bogen en versieringen aangebracht.
De illuminatie op 3 en 4 October belooft veel.
HET SPOORWEGPERSONEEL
EN DE DUURTE.
Een verzoek om loonsverhooging.
In verband met d"e steeds stijgende kosten
van het levensonderhoud en speciaal met het
oog op de sterke stijging in de jongste maan
den hebben de R.-K. Bond van Spoor- en
Tramwegpersoneel St. Raphaël en de Prot.
Chr. Bond van Spoor- en Tramwegpersoneel
aan de directie der Ncd. Spoorwegen ver
zocht, zoodanige voorzieningen te willen tref
fen, dot het personeel de stijgende duurte van
het levensonderhoud zol kunnen bestrijden.
In hun verzoek wijzen de bonden er op, dot
de evenwichtigheid tusschen inkomsten en
kosten voor het levensonderhoud door de
jongste prijsstijgingen geheel zoek geraakt is
en vele gezinnen van personeel reeds in groote
zorg verkeeren over de vraag hoe de eindjes
aan elkaar te knoopen.
Zij vestigen er verder de aandacht op, dat de
belastingen een bovenmatig zworen druk leg
gen op velen, die bovendien nog een bedrag
aan huishuur moeten betalen, dat veel te hoog
is in vergelijking met hun inkomen.
Het moge sommigen vreemd zijn, dat in
dezen tijd van loonsverlaging een verzoek
wordt gedaan voor verhooging van inkomsten,
maar feit is, dot door de sterk verlaagde sala
rissen en de zich daarbij gevoegd hebbende
groote stijging van de kosten van het levens
onderhoud de finoncieele draagkracht, vooral
van het personeel, gezinshoofden, zoodanig is
verzwakt, dat voorziening dringend noodig is
om niet terug te zakken naar de slechte toe
standen van weleer, waaraan het personeel
zich met veel moeite ontworsteld heeft.
TOEPASSING VAN DE DISTRIBUTIE WET.
De procureur-generaal bij den Hoogen Raad
heeft heden conclusie genomen in de zaak tus
schen den Staat der Nederlanden cn de firma
Bakker en Stuivingo, exporteurs van granen cn
zoden, te Groningen. De firma had een vorde
ring tegen den Staat ingesteld, omdat deze in
Febr. 1918, volgens haar onrechtmatig, een
partij geel mosterzaad, groot 569,294.11 K.G.,
krachtens het 2e lid van art. 9 der Distributie-
wet in beslag had laten nemen.
De Haagsche rechtbank had de vordering af
gewezen. In hooger beroep besliste het gerechts
hof te 's Gravenhage echter, dat de Staat in ge
breke is gebleven de rechtmatigheid van de in
bezitneming aan te toonen, vernietigde het von
nis der rechtbank en wees de vordering tot
schadevergoeding alsnog toe. Tegen dit arrest
was dc Staat in cassatie gegaan.
De proc.-generaal heeft thans geconcludeerd
tot verwerping van het cassatie-beroep. De uit
spraak werd bepaald op 7 November a.s.
DE ONTROUWE RENTMEESTER TE
NIJMEGEN.
In staat va© faillissement ver
klaard.
De rechtbank te Arnhem heeft den rent
meester van het Kroondomein te Nijmegen, die
als verdacht van verduistering in zijn hoedanig
heid van curator is gearresteerd, in staat van
faillissement verklaard.
De instructie in dc verduisteringszaak duurt
nog voort.
VALSCHE RIJWIELPLAATJES.
De vervaardiger aangehouden.
Nadat in den loatsten tijd gebleken was,
dat te Amsterdam valsche rijwielbelasting-
plaetjes in omloop waren, Keeft de politie daar
naar een onderzoek ingesteld. Het resultaat
hiervan was, dat dezer dagen door de Centrale
Recherche een man kon worden aangehouden
juist op het oogenblik, dat hij in een café te
Amsterdam een partijtje van de nagemaakte
plaatjes trachtte te verkoopen. Een dertigtal
plaatjes werd in beslag genomen. Zij bleken
vervaardigd van een dunner soort en 'ichtei
soort koper dan de echte, terwijl de let'eis en
cijfers minder scherp geteekend zijn. Vastge
steld kon worden, dat de aangehoudene, een
bloemenkoopmrtn, ook de vervaardige. der
plaatjes was
Verkoop bleek reeds plaats te hebben ge
had, zoowel aan rijwielhandelaren als aan
particulieren.
MIJNWERKER DOODGESCHOTEN.
Abusievelijk voor een smok
kelaar aangezien.
Men meldt uit Vaals aan de „Tc!.":
Gistei-enmorgen werd de mijnwerker W.
Kleijn door de Duitsche grensbeambten dood
geschoten. Kleijn was op weg naar zijn werk
en passeerde een troep smokkelaars. Ia het
donker hield een der beambten ook Kleijn,
die hem op korten afstand voorbij reed. voor
een smokkelaar. Hij loste een schot op Kleijn
cn trof hem in den hals. De getroffene was
spoedig een lijk.
VERVOLG CORRESPONDENTIE
KINDERRUBRIEK.
Flora C. Je bent nogal eens ziek, geloof
dk. Ik herinner me, dat je ook tot de „bof"-
menschen behoorde. Ben je nu weer naar
school? Ik hoop nu weer vaak een briefje van
je te krijgen.
Gymnast. Jullie hebf nu al ai'.ebei wat
gewonnen. Nu is het jou beurt weer:, ik ben
ook benieuwd, hoe de beslissing valt.
Frits. Dus je kende het nog niet, ik vind
het altijd prettig, els de prijs in den smaak ge
vallen is. Er zitten in de stad zoo al heel wat
boeken van Oom Karei.
Driehoek. We zullen nu maar het beste
hopen; er zijn natuurlijk altijd bezwaren, maar
ik houd toch nog de eindbeslissing.
Je hebt me heel wat laten pennen, door aan
beide kanten het papier vol te schrijven. Maar
zoo had ik de tijd, om het rustig te lezen, onder
het overschrijven door. Dank voor je inzen
dingen.
P i e t B. Ik ben daar nooit geweest. Was
het er zoo mooi? Je hebt wel genoten, geloof
ik. Een nieuwe school geeft weer zoo veel
nieuwe indrukken, 't zal je er wel bevallen,
weet ik zeker.
Dahlia. Was je ook blij met de prijs, 't
waren er veel dezen keer, hé?
Zonnebloem. Die heb ik gekozen van
het heele bouquetje, want die vind ik het
mooiste. Dus voortaan heet je zoo? Het past
bij, waar je woont. Doen je zusjes niet mee,
of zijn die nog te klein? Hoe ziet dat bloempje
er uit? Laat het mij maar eens zien.
Spinnetje. Jammer, dat 'het zoo erg
kort is. Maar het is waar, er zijn nu zooveel
prijzen. Ik moet ze nog allemaal doorlezen, dan
beslis ik pas, welke vast voor een prijs in aan
merking komen.
Kapel. Ja, dat kon altijd nog; ik heb deze
er nog niet bij. Vind je het gezellig, de Kinder
rubriek?
Pinksterbloem. Had je liet zoo druk?
Fijn, dat de moeite in alle geval beloond is.
Ik hoor telkens van neven, dat ze daar op
school zijn. Jullie weet het zeker niet van el
kaar?
Kapitein Brookes. Dat is al een heel
bijzondere naam; Jeuk, dat je nu meedoet, ik
heb nu neven en nichten in alle hoeken van
de stad, aan jou kant had ik er nog geen, wel
den onderen kant tot halverwege Soesterberg.
Ik hoop je naam vaak te lezen.
Paddestoel. Dat vind ik best, hoor, 't
is weer eens wat variatie, ik ben benieuwd, met
hoeveel verschillende soorten je om de beurt
wel zult aankomen. Ik zal je nu in alle geval
wel herkennen.
Speurder. Leuk, zoo telkens er weer
nieuwen bijkomen. Ik vind je schuilnaam best.
Jammer, dot ik door de opstellen zoo weinig
kan schrijven, maar dot doen we nog wel eens,
als er weer meer ruimte is, hé? Jij bent een
gelukmensch, hoor I
Zwarïkop. 't Is altijd maar het beste,
om de brief zelf weg te brengen, gelukkig, dat
cr geen opstel van je inzat. Jullie hebt het
maar druk op school, geloof ik, ik hoor niets
anders.
J o p i e Slim. Ja, dat zul je aan je vin
gers gevoeld hebben. Maar ik voel het
's Woensdags ook, hoor, en dat komt elke
week terug. Je raadsel komt volgende week, 't
is leuk voor dezen tijd juist.
Ton Neveu. Ik heb er zooveel gekregen,
maar je zult nog een 3 weken geduld moeten
hebben, 't Geeft een heele sponning, ik denk,
dat nog nooit met zooveel haast naar de krant
gegrepen zol worden als deze Zaterdagen.
J o Z. Dat was weer eens een ouderwetsche
brief. Je weet, waarom ik nu niet zoo lang
kan antwoorden, dat spijt me nu wel. 't Is leu
ker als poes en hond beter met elkaar zou
den opschieten, dat zie je wel eens en je kijkt
er dan altijd naar, of het heel iets bijzonders
is. Mooie reclame voor Erdal is hetï
J a h R. Ja, dat is weer een -tijdje geleden.
Ik hoop je niet heelemaol kwijt te raken, dat
gebeurt toch ook niet? Zie maar eens of ik nog
veel brieven krijg.
Waterlelie. Je Hebt nu zeker gauw een
inktlap gemaakt? Leuk, dot ze het. nu zoo pret
tig vindt. Over een jaar of zoo schrijft ze mij
natuurlijk ook trouw, net zooals haar zuster,
die zoo'n vaste medewerkster geworden is, hè?
Perzik. Ik mag nog niets zeggen, hoe ik
het vind. Maar je hebt er alle zorg aan be
steed. Wacht maar af, in alle geval wordt het
wel geplaatst.
Bill. Je moest maar weer eens een prijs
winnen, je doet zoo trouw je best aan de raad
sels oplossen, 't Is toch jammer, dat er altijd
maar een prijs is; daarom alleen is zoo'n op
stellenprijsvraag en klcurwedstrijd er zoo leuk
tusschen door, dat er don eens wat meer prij
zen zijn.
W a t e r r a t. Dat zal een koude geschiede
nis geweest zijn, ik heb het al lang niet meer
gedaan. Jammer, dat we nu weer zoo lang moe
ten wachten.
Watergeus. Als er te veel zijn, laat ik
den uitslag nog maar een week wachten, ik
geloof, wat ik er voorloopig van gezien heb,
dat *er veel meer dan twaalf goeden bij zijn.
Dank je wel voor de plaatjes, ze zal er zeker
blij mee zijn.
Sprinkhaan. Je begint leuk mee te
werken, zie je wel, hoeveel brieven ik nu ge
had heb, veel hè?
Nieuwe uitgaven.
Tusschen tie vijftien en achttien
door Eva Adams.
L'itg. Leidsche Uitg. Mij. Leiden.
Tusschen de vijftien en achttien is een
leeftijd van vreugde maar ook van moeilijk
heden; de eerste veelal voor de jongens en
meisjes die in dien gelukkigen tijd zijn, de
laatste meesttijds voor de ouders. Maar ook
de jeugd zelf gaat niet altijd het effen pad,
ook dc wordende menschcn ondervinden, dat
het leven niet enkel genoeglijkheden biedt.
Eva Adams heeft dat met duidelijke kleu
ren in dit onderhoudende boek verteld. De
verschillende typen door haar geschetst zijn
allen raak geteekend, zooclat hun karakters
in juiste omlijning uitkomen. De meer ern
stige. Marian naast den luchtig vroolijken
broer Dirk, de aanstellerige, gewichtig doen
de Lotje naast de nonchalante vaak zoo ori-
gineele Tonia, kortom geheel de schaar van
vrienden en vriendinnen doet ze voor ons
leven als echte menschcn In wording, in hun
pretjes en feestjes, in hun zorgen en kleine
verdrietelijkheden. En zc vertelt alles zoo
natuurlijk weg, dat het geheel geen boeken-
kinderen zijn, maar jongens en meisjes van
vleesch en bloed, die ons meevoeren in hun
„levensstrijd", welke we dan ook niet slechts
lezën, maar meemaken en meeleven. Dit.
boek zal door onze oudere jongens en meis
jes met graagte gelezen worden en ook de
ouderen zullen zich den tijd niet beklagen,
dien zij voor het lezen cr vun er aan geven.
WRAAK.
Dit is het Lied der Wrake..,
Dc Man was klein, gewóón, pretentieloos. Hij
droeg een zwarte jas en een garibaldihoedje. Hij
had een grijze snor en twee uitstaande ooren.
De Vrouw geleek op eer\ koe. Ik overdrijf
niet, zij vertoonde een sprekende gelijkenis met
zulk een dier. Zij had de oogen van een koe,
de neus en den mond van een koe. Zij wandelde
gelijk een koe... en zij herkauwde als een koe...
het Whs verwonderlijk dat zij niet loeide...
Wanneer zij drie pas had gewandeld, stond
zij weer voor een andere étalage. Daar poosde
ze precies drie-en-twintig minuten.
De Man ook. Hij móést wel.
Kijk-nou-es, Leopold, watte dódde vanne
jupponnetjes... watte 1-kkere moesseliene jur-
rekies... enne sie je da' die rauie mussies van
één guide dèrtig, watte spótkoopie... kijk-je-
nou-wel? Watte g'riefelukke schorretjes... ik
moes nog altijd 'n schorretje foor M'rietje heb-
be... se seit mit'n sakkie, seit se, die benne
soo makkeluk foor je portemenee... K ij k-je-
nou-wel-Leopold?... Nou gane me daar es
kijke, da' heppik laas sukke snoeperige ode-
klonje sien staan... K o m-je-nou-Leopold?...
Ja, lieve, da' bin ik ommers al...
De Man leed. Hij leed ontegenzeggelijk. Hij
winkelde, hij sjouwde, hij zwoegde en slaafde,
hij karweide... Uren... U-r-e-n... Hij moest jur
ken zien, hoeden keuren, odeurtjes ruiken... hij
slaakte geen klacht, maar hij liep... liep...
Nou moet je toch es effe kijke, Leopold,
watte krangsinnig lage prijz... da' hep je die
seep die se bij oome Bertus altijd gebruike, ik
seg altijd maar, geef m ij maar chroeneseep,
maar jawel, oome Bertus seit, seg nou selluf e%
seit-ie... H o o r-je-wel-Leopold?!
LEOPOLD!
Jjja, lieve, ik hóór 'et wel...
Zoo zeulden zij. Maar de Man zon. Hij zon op
wrake.
Lieve, zei hij, èffe daar gaan kijke?... Hij
beende op een sigarenwinkel af, en ging er
voqr staan, breeduit...
Kijk, lieve, daar heije die zandblad... pè-
perduur... maar fijn, moes-je-me-es-gève...
daar heije karei één, watte segaar, watte mooie
segaar... K ij k-je-wel-lieve?... Moetje 's kijke,
die tebak... moet je mènge... As ik 'n pijpïe op
steek... K ij k-je-wel-lieve?! Lieve?! Nou gane
me effe naar de oferkant, daar stane nieuwe
merrek... kom je, lieve...
De Vrouw voelde zich machteloos.
Leopold, zuchtte ze, Leopold, la'-me-nou-
naar-huis-gaan-... We worre d'r soo moei fan.^
De Man... o, wraak is zoet, grinnekte stil.
Effe die nieuwe segarewinkel daar bekij-
ke... watte mooie ételaasje... kijk, daar heije
nou die pijpe fan...
K ij k-j e-w e 1-L i e v e?!...
PIMMY.
De vrouw met den waaier, door
Robert Hichens. Uitg. A. W.
Bruna Zn's Uitg. Mij. Utrecht,
De ware schoonheid, die de wereld be-
heerscht, is gelegen in de opperhuid, zegt
Lady Holme, als Robin Pierce haar wil
overtuigen, dat het niet haar uiterlijke
schoonheid is, maar haar persoonlijkheid,
haar eigen ik waardoor haar aantrekkelijk
heid wordt bepaald. En Robin meent het
wellicht, dat hij haar ziel aanbidt, haar
mooie natuur tot Lady Holme gelijk krijgt,
als zij door een auto-ongeluk misvormd, ook
Pierce van zich doet schrikken. De waaier
maakt de vrouw ..bekoorlijker; ziet men
slechts de vrouw als vrouw, hoe goed haar
innerlijk dan ook moge zijn, de meeste man
nen zullen er niet naar kijken, maar hun
blikken richten naar haar wier uiterlijke
schoonheid boeit.
Lady Holme is een erkende schoonheid,
omringd door aanbidders maar zij heeft haar
man lief en blijft hem, in wier liefde ook
zij gelooft trouw. In dc Londensche groote
wereld neemt zij een eerste plaats in, overal
is men op haar gezelschap gesteld. Maar als
zij haar uiterlijke schoonheid mist, een auto-
ongeluk berooft haar daarvan, dan is zij
die gevierde vrouw niet meer. Zelfs haar
man keert zich van haar af, als zoovele
vrienden en vriendinnen. Ook Robin Pierce
laat haar in haar eenzaamheid. Maar één is
er, die de vrouw in haar bemind heeft en
thans terug keert. Rupert C.arey komt op
het juiste moment, als Lady Holme een eind
aan haar leven wil maken en in hem vindt
zij toch dc ware liefde, hij leert haar, wat
zij wezen kan zonder den waaier.
Schwedenklee's avontuur, door
Bomhard Keilerman. Uitg. Hol-
kema en Warendorff Amster
dam.
Er zijn menschen, die gewoonweg vervolgd
worden door het geluk en tot deze klasse
der troetelkinderen behoorde Philip Sc'nwe-
denklee. Hij was een welgesteld man, had
een vermogen van zijn vader geërfd en was
zelf een meer dan middelmatig begaafd ar
chitect. Hoewel niet onverschillig voor
vrouwelijk schoon, was hij ongetrouwd ge
bleven. Wel veroorloofde hij zich kleine uit
stapje in het rijk der vrouwen, maar verder
girig hij niet. Overigens was hij een heel
gewoon mensch wiens leven weinig stof
voor het schrijven van dit boek zou geboden
hebben, ware een wel wat vreemde historie
hem niet a. h. w. op het dak gevallen. Hij
krijgt n.l. een doodsbericht van Rosa, maar
hij herinnert zich geen Rosa onder zijn
Amourettes. Maar als Blank Rosa's man tot
hem komt, wordt het raadsel opgelost. Rosa
Ellen Fröhlich heeft hem liefgehad tot haar
dood toe. Schwedenklee voelt verplichting
iets tc doen voor den tot armoede vervallen
Blank, die trouwens reeds met een been
in 't graf staat. Na een kleine opfleuring
wordt hij aan Blank's sterfbed geroepen en
vindt daar Ellen, de dochter van Rosa, over
wie hij zich ontfermt. Mogelijk is het zijn
eigen dochter. Hij brengt haar buiten, naar
zijn landhuis bij Waniemünde. Daar wordt
Ellen een vroolijk gezond meisje, dat liefde
opvat voor een jongmensch en van Schwe
denklee houdt als een kind van haar vader.
Aanvankelijk boeit het verhaal maar ma
tigjes, maar al doorlezende ervaart men te
doen te hebben met een verhaal, dat in fijne
uitwerking lot een pracht stuk leven is ge
worden.