AMERSFOORTSCH DAGBLAD „DE EEMLANDER" zaterdag 27 Sept. 1924
1 BINNENLAND, j
DERDE BLAD.
23e Jaargang
No. 76
CONGRES NEERLANDS VOLKSKRACHT.
Gister geopend te 's-Gravenhagc.
In de Ridderzaal te Den Haag is gistermid
dag het congres „Neerlands Volkskracht" ge
opend, dat daar op 26 en 27 dezer gehouden
•wordt. Het congres is, zooals bekend, georga
niseerd door de afdcclir.g 's-Gravenhage en
Omstreken van het 'Algemeen Nederlandsch
Verbond.
Rede majoor Oudendijk.
De voorzitter dier afdeeling, majoor #K. E.
Oudendijk, die een rede hield, waarin hij o.a.
zeido
„Er moeten stemmen opklinken, die ons volk
bewust maken van de zedelijke krachten,
waarover het kan beschikken I Daarom is het
de bedoeling, dat op ons congres vooraanstaan
de, gezaghebbende personen een aantal ge
wichtige onderwerpen zullen bespreken, welke
op onze volkskracht betrekking hebben.
Met groote dankbaarheid vermeld ik, wat
uw congresgids uitvoerig mededeelt, dat acht
Nederlanders van naom aan onze uitnoodiging
hebben gevolg gegeven en ons op dize beide
congresdagen zullen opwekken om ons reken
schap te geven van de plaats, die ons volk in
de wereld inneemt.
Wanneer dit congres er toe mag hebben
medegewerkt om gedachten en doden van op
rechte vaderlandsliefde in den cdelsten zin des
woords op te wekken, dan zal het zijn ge
slaagd I
Gij zult, onze acht onderwerpen nagaande,
vermoedelijk van oordeel zijn, dat er nog mc-
nfg ander gebied volt aan te wijzen, waarop
het Nederlandsche volk zich krachtig kon laten
gelden. Het bestuur geeft u dat volmondig
toef Er was stof in overvloedgelukkig!
Wanneer wij niet hadden gemeend, dat een
congres als dit niet langer dan twee dagen
mag duren om van het goede niet te veel te
krijgen, dan zou er inderdaad nog menig ge
bied kunnen worden besproken, waarop ons
volk veel beleekcnt, meermalen zonder
het zelf te beseffen.
Spreker gewaagde hierbij van den waterstaat,
het vlieg.wezen, onze sport.
Vervolgens dankte spr. minister De Visser,
die bij de opening van het congres hel woord
zou voeren, den burgemeester van Den Haag
voor de aanvaarding van het ecre-voorzitter-
schap en de talrijke verecnigingen die het con
gres-comité hebben gesteund.
„Wij zullen onzen arbeid aanvangen voor
de eerste maal geschaard om den nieuwen
standaard van het A. N. V., dien het hoofd
bestuur op ons congres heeft geplant en we
zullen het congres openen met het zingen van
het Wilhelmus, het lied, dat zoo volkomen be
antwoordt aan den geest, die ons deze dogen
moet bezielen."
Openingsrede van minister
Dc Visser.
Nadat een klein gemengd a capella koor, on
der leiding van den heer J. P. J. Wierts, het
Wilhelmus ten gehoore had gebracht, hield de
minister van Onderwijs, Kunsten en Weten
schappen, dr. de Visser, de openingsrede, die
hij aldus aanving:
„Welk een diepgaand verschil in wereldbe
schouwing er tusschen Neerland's grootsten
dichter bij den overgang van de I8e tot de 19e
eeuw, Willem Bilderdijk, en tusschen Neer
land's grootsten prozaïst bij dien van de 19e
tot de 20ste eeuw, Lodewijk van Deyssci, moge
bestaan, in één opzicht althans reiken zij elkaar
de broederhand. Ik bedoel hunne brandende
liefde voor het vaderland. Als het daarop aan
komt, treedt hun genie geheel in den dienst
hunner passie cn werpt het tevens de schitte
rendste vonken uit. Of is er inniger vaderlands
liefde denkbaar, dan die zich uitspreekt in Bil-
derdijk's woord op zijn terugreis naar Neder
land:
„O Holland, Paradijs der aarde
Waar buiten heil noch lust bestaat I
Zoo eindloos voor een hort in waarde
Dat niets voor uwe welvaart spaarde,
Dat eeuwig, ecuwig voor u slaat."
En beluisteren wij niet dezelfde harte-tael in
de geestdriftige woorden van den 20-jarigen
van Deijssel: „Wij willen Holland opstooten
midden in de vaart der volken. Ik zeg dit niet
zoo maar „dichterlijk" weg, maar ik zeg het
precies zoo als ik het bedoel. Zoo als eens
Griekenland was, zoo als Italië in de Renais
sance, zooals wij zelf eenigszins in de zeven
tiende eeuw, zoo willen wij het kleine land
maken. Het grieft ons buitenlanders altijd van
Engeland, Frankrijk en Duitschland te hooren
spreken, wij willen een schittering scheppen,
die hun oogen verglonst tot bewondering, wij
willen het doen knielen voor de heerlijke kleu-
rendampen uit het waterige land."
Zoo hebben deze beide groot-Nederlanders
gedacht, gevoeld, gesproken, gehandeld on
duizenden hebben hunne fakl.Hs aan hun vuur
ontstoken. Tevens vertegenwoordigen zij bij
alle verschil in denkwijze, de hoogere eenheid
der natie, en blijven zij de welsprekende ver
dedigers onzer aller innige saamhoorigheid.
Niet alleen hebben zij dc waardeering van den
buitenlander voor dit kleine waterland in hooge
mate doen toenemen, maar wat meer zegt, een
hartstocht in onze volksziel geworpen voor
onze nationaliteit.
Welnu I Wij aUen willen ons door dien g^est
laten bezielen. In dicht en ondioht, door mu
ziek en zang, wcnschen wij den waren burger
zin aan te kweeken. Het eigene, dat onze land
aard bezit, trachten wij te sterken en te zui
veren tevens. De bijzondere taak, waartoe ons
volk in dc rij der volkeren is bestemd, pogen
wij op te sporen en haar duidelijk voor oogen
te plaatsen. En wij spannen ons in om, gelijk
de groote geschiedschrijver, Leopold von Ran
ke, het verleden en de traditie met de liefde
van een kunstenaar te bespieden en weer te
geven en daarbij alles wat bijgedragen heeft
om in de menschheid, maar vooral in het eigen
vaderland, de overlevering van zedelijken, in-
tellectueelen en religieusen adel te bewaren, te
eerbiedigen, en metterdaad daarvoor onze dank
baarheid te toonen.
Zal Neerland's volkskracht gesterkt worden,
dan is allereerst noodig den schat der vrijheid.
dien het voorgeslacht ons schonk, zorgvuldig
te bcwareri, welke gedachte Z.Exc. uitvoerig
uitwerkte.
Die behoefte naar vrijheid zal zich bij eike
sponning op het wcicldlooneel doen geldenzij
is onmiddelijk saamgeweven met de volksziel,
ja, vrij is haar levensadem. Moge Nedciland
zich nooit te beklagen hebben, dat het voor
tijdige vervulling dier behoefte geen lust had
cn geen krocht.
Onwillekeurig heb ik hier den vinger gelegd
op een eigenaardigen trek van ons volk, die nu
niet bepaald aan de ontwikkeling van Ncer-
lands krocht bevorderlijk is. Die tiek wordt
bijzonder aangeduid met het woord „phleg-
motiek". Wij zijn een volk, dat gewoonlijk al
te bedaard zijn leven inrichtte koel en te
nuchter wikt en weegteen natuurlijke
afkeer heeft van nieuwigheden „publicspirit"
in den besten zin van het woord mist; mis
schien te eenzijdig een volk van traditie. De
hofjeslucht zit er wel wat te veel in, met hel
klein gedoe van naar elkander te loeren, cl-
kandei den loef of te steken, elkander te be
vrijden. Hangt hiermede zelfs het kwaad niet
samen, dot Holland gemeenlijk zijne gioote
memnen weinig eert cn hun meer bloemen
toebedeelt bij hun dood, don zij ooit verkre
gen bij hun leven
En aan dit volkscuvcl zit helaas 1 een nog
veel erger onverbrekelijk vast. Wie zijn, levens
kring te zeer verengt, wordt egocentrisch en
hetzij een verfijnd of een grof materialist. Aon
dat kwaad is helaas I ons volk nooit gespeend
geweest wat Z.Ex. met historische voorbpel-
den toelichtte cn is het nog niet vreemd.
In breeden kring sloop dit kwaad helaas in
Welnu, daartegen keert zich ieder rechtgeaard
Nederlander. Hoog daarboven uil gaot onze
strijd voor dc drijvende kracht van het ideëele,
voor levenwekkende gisting, voor nieuwe ener
gie, voor verjongden levensmoed, voor ont
wikkeling van Neerlands volkskracht.
Moge de Nederlandsche volksaard zich nog
vaak' verlustigen in de dommelige halftinten,
spelende op de bogen van een vei meende kapel,
de kern van zijn wezen snakt naar het volle
licht van het uitgebreid landschap, waar dc
stemme Gods en de stem des menschen het
best worden verstaan. Daarvan strekt onze tijd
tot bewijs, en dit congres zal het U leeren.
Men zal het U zeggen welk een vlucht de
wetenschap hier te 'lande heeft genomen, zoo
dat zelfs ver over onze grenzen de namen van
verschillende onzer hooggeleerde landgenooten
met eere worden genoemd.
In dc mooie reeks van kleine statenkringen,
waarin de wetenschap bloeide, het cultuurpeil
hoogstond, bekleedt, voor zooveel de 19e en
20c eeuw betreft, Nederland een cereplaits.
Het weet nog altijd vonken uit de. vuursteen te
slaan.
Datzelfde geldt in niet mindere mate op het
gebied van de kunst. Ook dit zette den minis
ter in den breede uiteen.
Na ten slotte nog Nederland's groote ver
dienste op het gebied der zeevaort te hebben
geschetst, vervolgde de minister: Waarlijk, wij
mogen zonder grootspraak getuigen, dat de
Nederlandsche of Dietsche stom bloeit en
steeds breeder wortelschiet.
Aan ons de taak dezen bloei te bevorderen!
Dat eigene, dat oorspronkelijke hebben wij,
gevoed en gelouterd tevens door de traditie,
te bewaren cn te ontwikkelen, een kerngezond
nationaal leven waarborgt het best goede in
ternationale verhoudingen. Energie op ieder
gebied is de beste bestrijding van volkszon
den. De greep naar het ideëele, naar onze
wijze \an denken en gevoelen, verzekert onze
natie het meest haar innerlijke kracht cn uit-
wendigen bloei. Moor daartoe is warmte, geest
drift in Jong-Hollond noodig. Een bekend man
heeft terecht gezegd„La plus grande ma-
ludie de l'ame est le froid". Koudheid, koel
heid, onverschilligheid, cynisme, het zijn ook
de grootste ziekten in dc volksziel. Hooge
waardeering verdienen daarom allen, die zich
hebben aangegord tot hare bestrijding. Wel
kom, gij gevleugelde geesten, die niet bang
zijt voor een hooge vlucht en die van uit de
hoogte in den gloed van zonnestralen, hoop
vol staart naar de toekomst, ook haar de toe
komst van het eigen vaderland. Uw hart door
tintelt gelukkig een gevoel van frischhcid, van
moed, van hoop. Over dc op menige plaats
met mistige dauw bedekte velden ziet gij, ter
wijl de leeuwerik jubelend opstijgt, de kleur
rijke zon opnieuw over de loge en schoonc
landen opgaan. Dio zienersblik doet uw bloed
met vernieuwde kracht door de aderen stroo
men gij stuurt met voste hond dc ploeg door
de aarde gij zingt met zonnig optimisme uw
lied van den arbeid. En in uw hart draagt gij
de gelofte mede, die eens een beroemd Neder
lander op het Binnenhof in de Volksvergade
ring aflegde „God in het hart, kennis in het
hoofd, en het Vaderland als het dierbaarste
voorwerp van ons denken en handelen
Tegen die rots van Neerland's volkskracht
breekt elke golf van revolutie of lamlendig
heid
Na de rede van minister De Visser bracht
het a capella koor den koorzang „Holland" ten
gehoore. De woorden van dezen zang zijn van
G. W. Lovendaal, de toonzetting is van J. P.
J. Wierts, die deze compositie heeft opgedragen
aan den voorzitter van het congres, majoor
Oudendijk.
Met de uitvoering van dozen zang was de
openingsplechtigheid geëindigd.
Onder dc genoodigden, die daarbij tegen
woordig waren, bevonden zich o. m. de minis
ter van Oorlog, de heer Von Dijk, de minister
van Onderwijs, K. en W., de heer dr. De Vis
ser, de oud-opperbevelhebber van land- en zee
macht, generaal Snijders, de oud-minisier van
Marine, nu. Bijleveld, dc waarn. gouverneur der
sidentie, generaal Van Rijswijk de Jong, de
loco-burgemeester von 's-Gr^venhage, wethou
der dr. W. W. v. d. Meulen, de secretaris dier
emeente mr. dr. Ter Pelkwijk, de administra
teur, chef van de afdeeling kunsten en weten
schappen van het departement van Onderwijs,
K. en W„ mr. Duparc, generoel Kalff, kapt. ter
zee Van Hengel, de heer De Kanter, voorzitter
cn jhr. Von Weiier, onder-voorzitter van het
Algem. Nederl. Verbond, en de heer Van Peski,
voorzitter van het Indisch Onderwijscomité.
Nederland op het gebied der
wetenschap.
Te 3 uur hield mr. Gerbeit Scholten uit
's-Gravenhage een voordracht over„Ne<ler-
land op het gebied der wetenschap."
Wetenschap en kunst zijn de criteria voor
het cultuurpeil van een volk. Spr. herinnerde
in dit verband aan de culturen der oudheid en
verklaarde zich, wat ons land betreft, te zullen
bepalen tot de positie van Nederland op weten
schappelijk gebied in het heden cn in het meest
nabije verleden. Tot ds zeer hooge vlucht,
welke dc beoefening der natuurwetenschap in
de laatste helft der vorige eeuw en in de eerste
decennia der huidige eeuw heeft genomen,
heeft Nederland in zeer aonzienijke mate bij
gedragen. Van dc 26 natuurkundigen, die den
Nobelprijs verwierven, zijn er 4 Nederlanders,
4 Franschen en 7 Duitschers. Deze vier Ne
derlanders zijn v. d. Waals, Kumcrlingh Onnes.
Lorentz en Zeeman. Achtereenvolgens ging
spr. dc prestaties dezer mannen der weten
schap na, waarop hij nog wees op de verdien
sten van Von 't Hoff voor dc chemische weten
schap. Op het gebied der steirekunde noeindo
spr. de namen van v. d. Sonden Bakhuyzcn en
Kapteyn.
Nauwelijks minder bekend is de naam, dio
prof. Hugo de Vries zich op het gebied der
biologie met zijn mutatie-theorie heeft ver
worven. Wat de beoefening der cultuurweten
schappen betreft, merkte spr. op, dot do studio
der wijsbegeerte in ons land zich in sterk toe
nemende mote ontwikkeld en uitgebreid heeft.
Hierbij volt volgens spreker een bij -uitstek
nationale factor aan tc wijzen, namelijk 't Bol-
landismc. Gezaghebbend wijsgeer eveneens is
de Groninger hoogleeroar Heymnns, de groot
meester von het empirisme, die door zijn
onderzoekingen geleid werd tot de experimen-
tcele psychologie. Op het gebied <1 r psycho
logie noemt spr. verder prof. Brugrnans, op
het gebied der rechtsfilosofie Kranenburg on
Leo Polak. Het neo-Kantianisme wordt ve:te-
genwoordigd door Ovink en de Loppes. Op
het gebied van het internationaal recht velt
Asser te noemen, die in 1878 het voorn ramstc
aandeel had in de oprichting van het Instituut
voor Internationaal Recht. Ook op dit terrein
heeft Nederland zijn reputatie als land van
Hugo Grotius hoog gehouden. Na Asser s dood
stonden bekwame juristen hier te lande gereed
om zijn taak over te nemen, t. w. Josophus
Jitta, Kosters, Von Slootcn, De Louter, Van
Eysinga. Naast deze peisoncn wijst spr. op
instellingen als de Haagsche Academie voor
Internationaal Recht. Kortom was hc-t Neder
land van 1625 dc bekennat van het internatio
naal recht, het jaar 1923 is het centrum van
de beoefening en toepassing van het Interna
tionaal recht. Dat dit in den vreemde erkend
wordt, blijkt uit het feit van de vestiging van
het Permanent Hof vun Internationale Justitie
Nederland,» met onzen landgenoot mr. Loder
als eersten president. Na nog gewaagd te heb
ben vnn den arbeid van prof. Van Hamel, be
handelde spr. de positie van de theologische
faculteit, waarbij hij Leiden nis de kweekplaats
dei moderne theologen, Utrecht als het cen
trum van de opleiding d<w ethici schetste.
Bij het noemen der vrije universiteit dringt
zich onmiddellijk de naam van dr. Kiiypor aan
ons op.
Zijn overzicht samenvattend, concludeerde
spr., dat op een enkel wetenschappelijk ge
bied Nederland achter staat, terwijl het in
meer dan een opzicht anrr' de spits slaat. Zoo
was het in het jongste verleden.; zoo is het
nog thans. Zal het in de naaste toekomst zoo
blijven
Bij zijn beantwoording van deze vraag guf
spr. allereerst een opsomming van de univer
siteiten cn hoogeschoten, dÜe ons land telt,
waarbij hij protesteerde tegen het denkbeeld
dat ons hooger onderwijs te goed zou zijn toe
gerust cn dot best een hoogeschool of univer
siteit zou kunnen worden opgeheven.
De bezuinigingsplannen der regeering met
betrekking tot het 'hooger onderwijs, die o. a.
tot uiting komen in het ontworpen distributie
stelsel voor de leerstoelen, gaven spr. aanlei
ding tot de erkenning, dat ook minister De
Visser voor den in dezen niet te oordcelcn be
voegden volkswil zal moeten bukken.
Zou het particulier initiatief niet bij machte
zijn om de enkele tonnen gouds bijeen m bren
gen, die de regeering op het gebied van het
hooger onderwijs wil bezuinigen Met een be
roep op hetgeen ten deze in het buitenland ge
schiedt, wees spr er op, dat ons land op dit
gebied wel zeer weinig doet.
Spr. eindigde zijn rede met het uitspreken
van de hoop dat het op wetenschappelijk ge
bied ook in de toekomst zal blijven Nederland
'ooraan I
De waarde van dc Neder
landsche bouwkunst in de
zen tijd.
Hierop was het woord aan den heer Jan
Wils tot het houden van een voordrochf over
de waarde van de Nederlandsche bouwkunst
in dezen tijd.
Spr. ving zijn rede aan met cenigc inlei
dende beschouwingen over het tfezen van de
kunst in het algemeen en dat van de bouw
kunst in het bijzonder. Daarbij schetste hij de
bouwkunst als de zeer getrouwe afspiegeling
van de stoffelijke en geestelijke behoeften vnn
een volk. Wie de taal der bouwkunst verstaat,
leert daaruit °en volk kennen. Als voorbeelden
noemde spr. dc Egyptische cn Grieksche bouw
kunsten, die elk voor zich een karakteristiek
geven van de geaardheid dier beide volken.
Iedere tijd zoekt zich op zijn eigen typische
wijze uit te drukken. Een kunst gc-basccrd op
uitheemsche vormen zal nimmer kunnen
bloeien, omdat zij niet Past in den volksgeest.
Om dezelfde reden is het niet mogel-jk, dot
oude vormen bevrediging zouden kunnen
schenken om hetgeen een bepaalde tijd eischt.
Het breken met oude vormen is dan ook geen
miskenning van de verdiensten daarvan, doch
een bewijs van de bewustwording van eigen
waarde en beteekenis.
Spr. schetste vervolgens de innerlijke waar
de van de zuivere ruimtelijke bouwkunst, die
voor de totoolwcrking geen versiering von
noode heeft. Heel anders is het bij de Renais
sance- bouwkunst waar de verwijdering van de
versiering onmiddellijk den dood van hef ge
bouw tengevolge heeft Neem van een renais
sance gebouw de versiering weg en men houdt
niets anders over dan een holle kast. In een
tijd van groote geestelijke slapte ziet men de
gevelbouwkunst hoofdzook worden cn de ruim
tekunst wordt verdrongen.
No deze uiteenzettingen van de grondslagen
der bouwkunst, trad spr. in wijsgeerige be
schouwingen over de verschillende uitingsvor
men der bouwkunst, waarbij hij constateerde,
dat de Nederlandsche kunstenaars, de eersten
zijn geweest, die 't rhythme van den nieuwen
lijd hebben gevoeld. Wij staan aan het begin
van een nieuwen cultureel tijdperk, wij staan
oo aan het begin van een nieuwe bouwkunst.
Nederland stoot weder aan de spits bij hot
nieuwe gemeenschapsideaal cn de Nederland
sche volkskrocht toont zich ook in de nieuwe
vormgeving, die de moderne Nederlandsche
bouwkunst kenmerkt. Kenmerkend is het ook,
dnt het Nederlandsche volk nimmer vijfno'ig
heeft gestaan tegenover de nieuwe vormge
ving. Het nieuwe in de Nederlandsche bouw
kunst van de laatste jaren is, dot dc ruimte
werking weder op den voorgrond is getreden,
waardoor meerdere spanning wordt verkregen
in de bouwwerken. De bouwmeester, die het
eerst den nieuwen geest tot uiting bracht, is
dr. Berlage. Zijn rationalistisch vormgeving
grijpt terug naar de ontwikkeling der techniek
Na het optreden van Berlage ziet ™cn de Ba
zel en Kromhout komen. Deze drie kunste
naars zijn de grondleggers der nieuwe Neder
landsche bouwkunst, welke thans door tc] van
jongeren wordt gediend.
Spr. eindigde zijn voordracht met er op te
wijzen hoezeer de moderne Nedcrlandscho
bouwkunst in het buitenland wordt gewaar
deerd cn herinnerde er aan. dat dr. Bcrlago
thans te Prang vertoeft. Ten slotte wees spr.
nog op de noodzakelijkheid vnn een nieuwc
wereldorde, die door de nieuwe Nedei luridsche
bouwkunst wordt aangekondigd. Zij is geen
miskenning van liet verleden, gei-n modegril,
doch als ruimtelijke kunst een' 'zuivere afspie
geling van een nieuw tijdsgebeuren, dnt door
de Nederlandsche volkskracht zichtbaar is <re-
openboord.
Na deze voordracht werd de zif'ivg ge
schorst tot 's avonds 8 uur.
Baron Van Hocrsolte: Onze
zeevaart.
Gisteravond te acht uur is het Congres voort
gezet met een voordracht van J. W. J. baron
von Haersoltc, directeur van liet Technisch
Scheepvoartkundig Museum tc Rotterdam; over:
„Neerlands plaats onder de zeevarende mo
gendheden in het verleden en het heden." Spr.
ving aan met een overzicht von de ontwikkeling
van den scheepsbouw in ons land. Deze is
reeds van zeer ouden dutum cn bereikte in dc
I6e cn 17e eeuw een hoogtepunt, in welk tijd
vak soms wel 2000 schepen per jaar werden
gebouwd, zoowel voor binnen- als voor buiten-
londsch gebruik. De reputatie van den Neder-
landschen scheepsbouw in die jaren weid niet
alleen door den landgenoot erkend, doch ook
door den vreemdeling. Zoo prees Sir Wil'iam
Temple in zijn „Observations" de naarstigheid
der Nederlanders, waaraan hij hun welvaart toe
schreef. Maar al te veel wordt vergeten, dat
zij onzen voorspoed behalve aan onze gunstige
ligging, vooral aan onze visscherij hebben te
danken. Na gewaagd te hebben van het vei val
van onze zeevaart tijdens de Frnnsche over-
heersching, constateerde spr. in de dertiger ja
ren met voldoening weder een herleving. Vooral
onze Indië-vaart ontwikkelde zich. Het graven
van het Suez-kanaal cn de concurrentie der
buitenlondsche stoomvaartlijnen leidde er ech
ter toe, dat in dc zestiger jaren onze scheep
vaart hard achteruit ging. Doch ook hier heeft
zich onze volkskracht op den duur niet ver
loochend, met het gevolg, dat wij Langzamer
hand toch weder in een positie zijn geronkt,
waarop wij trotsch kunnen zijn.
Ook de visscherij heeft zich goed ontwikkeld.
In 1922 hodden zij een visschcrsvloot met een
bemanning vun 16000 koppen. Dit is nu wel
niet zoo heel veel, doch daartegenover staat, dat
de Hollandsche visscher vun betere hoedanig
heid is don b.v. zijn Engelsche collega, hetgeen
spr. nader uiteenzette. Ten slotte vestigde spr.
nog de aandacht op het slcepvaartbedrijf, als
een gebied waarop wij vooraan staan. F:r zijn
zelfs assurnntie-mantschuppijcn, die een lagere
premie vragen als een schip door een Holland
sche onderneming wordt gesleept, omdat onze
zeelui een wereldreputatie hebben. Natuurlijk
heerscht ook in ons land op schccpvaiitgebied
een zekere maluisc, doch de innerlijke positie
der maatschappijen is gezond. En wat de
scheepsbouw betreft, deze heeft in de laatste
weken juist een mooie ortlcr gekregen, doordat
dc bouw von vijf Engelsche schepen aan Ne
derlandsche werven is gegund. Thans nnm zij
op scheepvaartgebied de zesde plants in onder
dc zeevarende naties, terwijl zij in het verkeer
door het Suez-kanaal dc tweede plaats innam.
Per hoofd der bevolking hebben wij tweemaal
zooveel schcepsruimte als de Vereenigdc Staten
cn iermaal zooveel als Frankrijk. En wat de
vcrlicsstatistick betreft, daarbij staan wij onder
aan, zoodat men op de Nederlandsche srhepen
het veiligst vaart.
vonden. Hei wetsontwerp bclreffendo het Hof
van den Volkenbond ging er door, zonder dat
behalve prof. Von Embden in de Eerste Kamer
iemand cr over sprak. Dc internationale daad
van Nederland ziet spr. hierin, dat wij helpen
opbouwen, verstevigen, consolióecren den Vol
kenbond. Dc reg'eering kon meer doen,, als rij
zich gedragen weet door de overtu'iing" van
duizenden, he'gten nu ai t het geval is. Uel
„werk von Den Hiog" kan e: slechts bij wij
nen, als niet alleen zijn bouwmeesters nis ges-
ten welkom worden geho maar als net
werk zélf wordt begrepen. Daaromheen kan
economische, finnnciecle, vv.er.j chanpe'tikc,
juridische arbeid van Nederland op interna
tionaal gebied zich oloo'cn. Sp:*ker eindigde
zijn voord.u*-ht met een opwtkVj-g om ons
voor te beefden op en mede tc werken aon de
voorbereiding van ónze internationale tank.
Op voordracht volgde cenigc gedarh-
tcnwissc'mg. waarna het cong.es tot heden
ochtend wc d verdjegd,
Luchtvaart.
VLIEGTUIGEN VOOR HET INDISCHE
LEGER.
Dc heer H. Ch. G. J. v. d.
MondcreNederland op
internationaal gebied.
■Als tweede spreker trad op de heer H. Ch.
G. J. v. d. Mandere te 's Gruvenhage, die het
woord voerde over: „De taak von Nederland
op internationaal gebied". Deze herinnerde non
een Grotius en een 'Asser, schetste «uitvoerig
het internationaal privaatrecht, dnt in de Haag-
sche conferentie van 1894, 19C0 en 1904 werd
opgebouwd, b^hevens de andere Haogsche in
ternationale instellingen. Gevoelen wij, vroeg
spreke^ dat als bewaarders van het „werk
van Den Haag" plichten op ons rusten? Beden
ken wij, dat het pacifisme niet slechts nega
tief is in dezen vorm, dat het geen oorlog wil,
maar positief, doordat het een op recht geves
tigde Stnten-organisatie w'l opbouwen Spreker
bleek von oordeel, dat Holland slechts ten
deele is vóórbereid oin een rol te spelen op
het gebied van liet internationaal recht. Toch
kan het deze rol vervullen zonder zijn, gezond
nationalisme tc verliezen. Van een klein volk
als het onze kan, naar sprekers nieening, kracht
in internationale dingen uitgaan, mits het een
overtuiging in zich omdraagt Ware dit wel
het geval, dan zou in ons on-oorlogzuchtig va
derland niet geschreven en gesproken kunnen
worden over den a.s. oorlog, gelijk thans nog
te veel geschiedt. De overtuiging in zich om
dragende, dnt een internationale rechtsorde
kan komen, zou er van Nederland krocht kun
nen uitgaan. Als men tegenwerpt, dat dc re
geering in dit opzicht te weinig doet, merkt
spr. op, dat de regeering b.v. door hare- versla
gen van de algemeene vergadering van den
Volkenbond wel degelijk belangstelling heeft
willen wekken, maar die in de kringen b.v.
van de Kamer niet in ruime me te heeft gc-
Vervoordigd door dc Neder
landsche Vliegtuig-Industrie.
Rondgeleid door den constructeur Koolhoven
en den directeur, den heer Wollaordt Sacré,
heeft een vertegenwoordiger von het Haogsche
Aneta-kontoor in de werkplaatsen van de Na
tionale Vliegtuigindustrie aan het Col'andplcin
te 'sGravenhage de verkenners bezichtigd, die
daar voor het Indische leger worden vervaai-
digd, cn waarvan cr reeds één geheel afgewerkt
naar Waalhaven is vervoerd, om daar eerst
daags zijn eerste vlucht te maken.
De jiichtverkenncrs, die een snelheid vun 240
K.M. cn de zware verkenners, die 230 K.M. per
uur kunnen vliegen, zijn voorzien van een 400
paards Jupiter motor met luchtkoeling. Dit
heelt het voordcel, dat cr geen water voor de
koeling noodig is, dat er geen rodiateurs be
hoeven te worden aangebrucht, welks pijpver-
bindingen kupot kunnen gaan. Een ander voói-
deel is, dut. men geen lost knn hebben van op
groote hoogte bevriezen vun het koelwater, ter
wijl er geen installaties noodig zijn, om het
water te ontkolken en tc verwormen. Dit brengt
bovendien een groote kostenbesparing mee,
omdat men geen menschen behoeft aan te stel
len om die instnlluties tc bedienen. De motor
is zóó aangebracht, dut hij heel gemakkelijk is
te verwisselen, indien hij onklaar mocht wor
den of nagezien moet worden, voor een op de
vliegvelden aanwezigen proefgedraaiden re
servemotor. Bestuurder of waarnemer behoeven
niet in de machine te klimmen, zooals bij an
dere verkenners, maar hebben elk een afzon
derlijke deur, waarmee zij hun 'zitplaats kunnen
bereiken, In den oorlog is het herhaaldelijk
voorgekomen, dut een vlieger, die een nood
landing moest maken, ellendig omkwam, door
dat zijn toestel, langzaam uit-rijdend, even
vóórdat het tot stilstand kwam, over den kop
sloeg, waardoor de vlieger gevangen zat. Dit
zou bij deze verkenners niet kunnen gebeuren,
daar de vlieger, als het toestel op zijn kop ligt,
door de deur gemakkelijk naar buiten kan ko
men. Vooral in Indiü, waar een londing, uren
en uren van een bewoonde streek niet is uitge
sloten, is dit van groot nut. Alles aan deze
verkenners is van metaal, niets is geloscht,
maar gesmeed of geklonken.
Naast deze oorlogsvliegtuigen staat het ge
raamte der cabine en der bestuurdersplaats van
het door du K. L. M. bestelde groote verkeers
vliegtuig. Het biedt aan 10 passagiers eon com
fortable zitplaats met ccrr klaptafeltje vóór
j eiken fauteuil, ter zijde waarvan zich een glas
cn een kraantje bevindt, zoomede een bolvor
mig, dichtschuifbaar metalen spuwbakje, dot
uitmondt aan de buitenzijde vnn het vliegtuig
cn de algemeen in gebruik zijnde spmvznkjes
en spuwbakjes ten behoeve van luchtzieke pas
sagiers zal vervangen. In de cabine zullen de
passagiers door middel van zeer nauwkeurig
werkende instrumenten dc snelheid cn dc hoogte
van het vliegtuig kunnen vaststellen, terwijl
boven dc toegangsdeur let de bestuursplantscn
een rollende knnrt wordt aangebracht, die door
den pilot steeds wordt bijgedraaid, naarmate
de tocht vordert, zoodot de passagiers ook
steeds nauwkeurig zullen weten, waar zij zich
bevinden. In dc navigntieruimte bevinden zich
ruime zitplaatsen voor de beide bestuurders en
geheel vóóraan een plaats voor den man, met
de navigatie belast, die moet zien, wat er zich
aan den horizon voordoet, of er mist komt op
zetten enz., en die de draodloozc inrichting voor
telegraaf cn telefoon bedient. Onder de zit
plaatsen der bestuurders bevinden zich bagnge-
rnmen voor het bergen van postzakkeen, enz.
Dc cabine heeft groote vensterruiten van glas-
celluloid-glns, die een onbelemmerd uitzicht
naar buiten en noar beneden geven. Rechts
van den ingang tot de cabine bevindt z'ch de
W.C. cn de bagageruimten voor de handbagage.
Een zeer groot voordcel is, dat de drie moto
ren zóó geplaatst zijn, dot men von het geronk
weinig hinder heeft in de cabine cn het voeren
von een geregeld gesprek mogelijk zal zijn.
Ook zullen de passagiers niet den minsten hin
der hebben van de lucht von afgewerkte olie of
benzine. Het toestel wordt voortbewogen dooi
3 Siddeley-motorcn van 240 P.K., waarvan twee
sterk genoeg zijn om het toestel op te houden,
zoodat bij onkloor worden van één der motoren
geen noodlanding behoeft te worden gedaan,
moor tot een der eerstvolgende vliegvelden vf
hulpvliegvcldcn knn worden doorgevlogen.
Dft nieuwe Koolhoventoestel zal begin Ja
nuari gereed zijn en door dc K, L. M. bij den
aanvang vnn don zomerdienst 1925 worden in
de vaart gebracht.
EEN VLIEGTOCHT MOT HINDORNTSSFN.
Gisterenmorgen om halt tien waren <*an De
Mok vertrokken de watervliegtuigen W'. 58 en
\V. 68 om een tocht langs de Friesche kust le
maken.
Tegen halt II geraakte de motor van de
W. 68 defect cn te Tacozijl moest ce vli.iger
een noodlanding in zee doen.
Om 12.42 kwamen dc beide vliegtuigen ;e
Lemmer de haven binnen. Nadat de motor ven
de W. 68 was hersteld cn beide vliegtuigen om
T.50 uur weer de heven verlieten, kwam de
W. 68 in botsing met ccn uitzeilend schip en
brak ze den linker vleugel. Tevens werd een