AMERSFOORTSCH DAGBLAD „DE EEMLANDER" zaterdag 27 Sept. 1924 1 BINNENLAND, j DERDE BLAD. 23e Jaargang No. 76 CONGRES NEERLANDS VOLKSKRACHT. Gister geopend te 's-Gravenhagc. In de Ridderzaal te Den Haag is gistermid dag het congres „Neerlands Volkskracht" ge opend, dat daar op 26 en 27 dezer gehouden •wordt. Het congres is, zooals bekend, georga niseerd door de afdcclir.g 's-Gravenhage en Omstreken van het 'Algemeen Nederlandsch Verbond. Rede majoor Oudendijk. De voorzitter dier afdeeling, majoor #K. E. Oudendijk, die een rede hield, waarin hij o.a. zeido „Er moeten stemmen opklinken, die ons volk bewust maken van de zedelijke krachten, waarover het kan beschikken I Daarom is het de bedoeling, dat op ons congres vooraanstaan de, gezaghebbende personen een aantal ge wichtige onderwerpen zullen bespreken, welke op onze volkskracht betrekking hebben. Met groote dankbaarheid vermeld ik, wat uw congresgids uitvoerig mededeelt, dat acht Nederlanders van naom aan onze uitnoodiging hebben gevolg gegeven en ons op dize beide congresdagen zullen opwekken om ons reken schap te geven van de plaats, die ons volk in de wereld inneemt. Wanneer dit congres er toe mag hebben medegewerkt om gedachten en doden van op rechte vaderlandsliefde in den cdelsten zin des woords op te wekken, dan zal het zijn ge slaagd I Gij zult, onze acht onderwerpen nagaande, vermoedelijk van oordeel zijn, dat er nog mc- nfg ander gebied volt aan te wijzen, waarop het Nederlandsche volk zich krachtig kon laten gelden. Het bestuur geeft u dat volmondig toef Er was stof in overvloedgelukkig! Wanneer wij niet hadden gemeend, dat een congres als dit niet langer dan twee dagen mag duren om van het goede niet te veel te krijgen, dan zou er inderdaad nog menig ge bied kunnen worden besproken, waarop ons volk veel beleekcnt, meermalen zonder het zelf te beseffen. Spreker gewaagde hierbij van den waterstaat, het vlieg.wezen, onze sport. Vervolgens dankte spr. minister De Visser, die bij de opening van het congres hel woord zou voeren, den burgemeester van Den Haag voor de aanvaarding van het ecre-voorzitter- schap en de talrijke verecnigingen die het con gres-comité hebben gesteund. „Wij zullen onzen arbeid aanvangen voor de eerste maal geschaard om den nieuwen standaard van het A. N. V., dien het hoofd bestuur op ons congres heeft geplant en we zullen het congres openen met het zingen van het Wilhelmus, het lied, dat zoo volkomen be antwoordt aan den geest, die ons deze dogen moet bezielen." Openingsrede van minister Dc Visser. Nadat een klein gemengd a capella koor, on der leiding van den heer J. P. J. Wierts, het Wilhelmus ten gehoore had gebracht, hield de minister van Onderwijs, Kunsten en Weten schappen, dr. de Visser, de openingsrede, die hij aldus aanving: „Welk een diepgaand verschil in wereldbe schouwing er tusschen Neerland's grootsten dichter bij den overgang van de I8e tot de 19e eeuw, Willem Bilderdijk, en tusschen Neer land's grootsten prozaïst bij dien van de 19e tot de 20ste eeuw, Lodewijk van Deyssci, moge bestaan, in één opzicht althans reiken zij elkaar de broederhand. Ik bedoel hunne brandende liefde voor het vaderland. Als het daarop aan komt, treedt hun genie geheel in den dienst hunner passie cn werpt het tevens de schitte rendste vonken uit. Of is er inniger vaderlands liefde denkbaar, dan die zich uitspreekt in Bil- derdijk's woord op zijn terugreis naar Neder land: „O Holland, Paradijs der aarde Waar buiten heil noch lust bestaat I Zoo eindloos voor een hort in waarde Dat niets voor uwe welvaart spaarde, Dat eeuwig, ecuwig voor u slaat." En beluisteren wij niet dezelfde harte-tael in de geestdriftige woorden van den 20-jarigen van Deijssel: „Wij willen Holland opstooten midden in de vaart der volken. Ik zeg dit niet zoo maar „dichterlijk" weg, maar ik zeg het precies zoo als ik het bedoel. Zoo als eens Griekenland was, zoo als Italië in de Renais sance, zooals wij zelf eenigszins in de zeven tiende eeuw, zoo willen wij het kleine land maken. Het grieft ons buitenlanders altijd van Engeland, Frankrijk en Duitschland te hooren spreken, wij willen een schittering scheppen, die hun oogen verglonst tot bewondering, wij willen het doen knielen voor de heerlijke kleu- rendampen uit het waterige land." Zoo hebben deze beide groot-Nederlanders gedacht, gevoeld, gesproken, gehandeld on duizenden hebben hunne fakl.Hs aan hun vuur ontstoken. Tevens vertegenwoordigen zij bij alle verschil in denkwijze, de hoogere eenheid der natie, en blijven zij de welsprekende ver dedigers onzer aller innige saamhoorigheid. Niet alleen hebben zij dc waardeering van den buitenlander voor dit kleine waterland in hooge mate doen toenemen, maar wat meer zegt, een hartstocht in onze volksziel geworpen voor onze nationaliteit. Welnu I Wij aUen willen ons door dien g^est laten bezielen. In dicht en ondioht, door mu ziek en zang, wcnschen wij den waren burger zin aan te kweeken. Het eigene, dat onze land aard bezit, trachten wij te sterken en te zui veren tevens. De bijzondere taak, waartoe ons volk in dc rij der volkeren is bestemd, pogen wij op te sporen en haar duidelijk voor oogen te plaatsen. En wij spannen ons in om, gelijk de groote geschiedschrijver, Leopold von Ran ke, het verleden en de traditie met de liefde van een kunstenaar te bespieden en weer te geven en daarbij alles wat bijgedragen heeft om in de menschheid, maar vooral in het eigen vaderland, de overlevering van zedelijken, in- tellectueelen en religieusen adel te bewaren, te eerbiedigen, en metterdaad daarvoor onze dank baarheid te toonen. Zal Neerland's volkskracht gesterkt worden, dan is allereerst noodig den schat der vrijheid. dien het voorgeslacht ons schonk, zorgvuldig te bcwareri, welke gedachte Z.Exc. uitvoerig uitwerkte. Die behoefte naar vrijheid zal zich bij eike sponning op het wcicldlooneel doen geldenzij is onmiddelijk saamgeweven met de volksziel, ja, vrij is haar levensadem. Moge Nedciland zich nooit te beklagen hebben, dat het voor tijdige vervulling dier behoefte geen lust had cn geen krocht. Onwillekeurig heb ik hier den vinger gelegd op een eigenaardigen trek van ons volk, die nu niet bepaald aan de ontwikkeling van Ncer- lands krocht bevorderlijk is. Die tiek wordt bijzonder aangeduid met het woord „phleg- motiek". Wij zijn een volk, dat gewoonlijk al te bedaard zijn leven inrichtte koel en te nuchter wikt en weegteen natuurlijke afkeer heeft van nieuwigheden „publicspirit" in den besten zin van het woord mist; mis schien te eenzijdig een volk van traditie. De hofjeslucht zit er wel wat te veel in, met hel klein gedoe van naar elkander te loeren, cl- kandei den loef of te steken, elkander te be vrijden. Hangt hiermede zelfs het kwaad niet samen, dot Holland gemeenlijk zijne gioote memnen weinig eert cn hun meer bloemen toebedeelt bij hun dood, don zij ooit verkre gen bij hun leven En aan dit volkscuvcl zit helaas 1 een nog veel erger onverbrekelijk vast. Wie zijn, levens kring te zeer verengt, wordt egocentrisch en hetzij een verfijnd of een grof materialist. Aon dat kwaad is helaas I ons volk nooit gespeend geweest wat Z.Ex. met historische voorbpel- den toelichtte cn is het nog niet vreemd. In breeden kring sloop dit kwaad helaas in Welnu, daartegen keert zich ieder rechtgeaard Nederlander. Hoog daarboven uil gaot onze strijd voor dc drijvende kracht van het ideëele, voor levenwekkende gisting, voor nieuwe ener gie, voor verjongden levensmoed, voor ont wikkeling van Neerlands volkskracht. Moge de Nederlandsche volksaard zich nog vaak' verlustigen in de dommelige halftinten, spelende op de bogen van een vei meende kapel, de kern van zijn wezen snakt naar het volle licht van het uitgebreid landschap, waar dc stemme Gods en de stem des menschen het best worden verstaan. Daarvan strekt onze tijd tot bewijs, en dit congres zal het U leeren. Men zal het U zeggen welk een vlucht de wetenschap hier te 'lande heeft genomen, zoo dat zelfs ver over onze grenzen de namen van verschillende onzer hooggeleerde landgenooten met eere worden genoemd. In dc mooie reeks van kleine statenkringen, waarin de wetenschap bloeide, het cultuurpeil hoogstond, bekleedt, voor zooveel de 19e en 20c eeuw betreft, Nederland een cereplaits. Het weet nog altijd vonken uit de. vuursteen te slaan. Datzelfde geldt in niet mindere mate op het gebied van de kunst. Ook dit zette den minis ter in den breede uiteen. Na ten slotte nog Nederland's groote ver dienste op het gebied der zeevaort te hebben geschetst, vervolgde de minister: Waarlijk, wij mogen zonder grootspraak getuigen, dat de Nederlandsche of Dietsche stom bloeit en steeds breeder wortelschiet. Aan ons de taak dezen bloei te bevorderen! Dat eigene, dat oorspronkelijke hebben wij, gevoed en gelouterd tevens door de traditie, te bewaren cn te ontwikkelen, een kerngezond nationaal leven waarborgt het best goede in ternationale verhoudingen. Energie op ieder gebied is de beste bestrijding van volkszon den. De greep naar het ideëele, naar onze wijze \an denken en gevoelen, verzekert onze natie het meest haar innerlijke kracht cn uit- wendigen bloei. Moor daartoe is warmte, geest drift in Jong-Hollond noodig. Een bekend man heeft terecht gezegd„La plus grande ma- ludie de l'ame est le froid". Koudheid, koel heid, onverschilligheid, cynisme, het zijn ook de grootste ziekten in dc volksziel. Hooge waardeering verdienen daarom allen, die zich hebben aangegord tot hare bestrijding. Wel kom, gij gevleugelde geesten, die niet bang zijt voor een hooge vlucht en die van uit de hoogte in den gloed van zonnestralen, hoop vol staart naar de toekomst, ook haar de toe komst van het eigen vaderland. Uw hart door tintelt gelukkig een gevoel van frischhcid, van moed, van hoop. Over dc op menige plaats met mistige dauw bedekte velden ziet gij, ter wijl de leeuwerik jubelend opstijgt, de kleur rijke zon opnieuw over de loge en schoonc landen opgaan. Dio zienersblik doet uw bloed met vernieuwde kracht door de aderen stroo men gij stuurt met voste hond dc ploeg door de aarde gij zingt met zonnig optimisme uw lied van den arbeid. En in uw hart draagt gij de gelofte mede, die eens een beroemd Neder lander op het Binnenhof in de Volksvergade ring aflegde „God in het hart, kennis in het hoofd, en het Vaderland als het dierbaarste voorwerp van ons denken en handelen Tegen die rots van Neerland's volkskracht breekt elke golf van revolutie of lamlendig heid Na de rede van minister De Visser bracht het a capella koor den koorzang „Holland" ten gehoore. De woorden van dezen zang zijn van G. W. Lovendaal, de toonzetting is van J. P. J. Wierts, die deze compositie heeft opgedragen aan den voorzitter van het congres, majoor Oudendijk. Met de uitvoering van dozen zang was de openingsplechtigheid geëindigd. Onder dc genoodigden, die daarbij tegen woordig waren, bevonden zich o. m. de minis ter van Oorlog, de heer Von Dijk, de minister van Onderwijs, K. en W., de heer dr. De Vis ser, de oud-opperbevelhebber van land- en zee macht, generaal Snijders, de oud-minisier van Marine, nu. Bijleveld, dc waarn. gouverneur der sidentie, generaal Van Rijswijk de Jong, de loco-burgemeester von 's-Gr^venhage, wethou der dr. W. W. v. d. Meulen, de secretaris dier emeente mr. dr. Ter Pelkwijk, de administra teur, chef van de afdeeling kunsten en weten schappen van het departement van Onderwijs, K. en W„ mr. Duparc, generoel Kalff, kapt. ter zee Van Hengel, de heer De Kanter, voorzitter cn jhr. Von Weiier, onder-voorzitter van het Algem. Nederl. Verbond, en de heer Van Peski, voorzitter van het Indisch Onderwijscomité. Nederland op het gebied der wetenschap. Te 3 uur hield mr. Gerbeit Scholten uit 's-Gravenhage een voordracht over„Ne<ler- land op het gebied der wetenschap." Wetenschap en kunst zijn de criteria voor het cultuurpeil van een volk. Spr. herinnerde in dit verband aan de culturen der oudheid en verklaarde zich, wat ons land betreft, te zullen bepalen tot de positie van Nederland op weten schappelijk gebied in het heden cn in het meest nabije verleden. Tot ds zeer hooge vlucht, welke dc beoefening der natuurwetenschap in de laatste helft der vorige eeuw en in de eerste decennia der huidige eeuw heeft genomen, heeft Nederland in zeer aonzienijke mate bij gedragen. Van dc 26 natuurkundigen, die den Nobelprijs verwierven, zijn er 4 Nederlanders, 4 Franschen en 7 Duitschers. Deze vier Ne derlanders zijn v. d. Waals, Kumcrlingh Onnes. Lorentz en Zeeman. Achtereenvolgens ging spr. dc prestaties dezer mannen der weten schap na, waarop hij nog wees op de verdien sten van Von 't Hoff voor dc chemische weten schap. Op het gebied der steirekunde noeindo spr. de namen van v. d. Sonden Bakhuyzcn en Kapteyn. Nauwelijks minder bekend is de naam, dio prof. Hugo de Vries zich op het gebied der biologie met zijn mutatie-theorie heeft ver worven. Wat de beoefening der cultuurweten schappen betreft, merkte spr. op, dot do studio der wijsbegeerte in ons land zich in sterk toe nemende mote ontwikkeld en uitgebreid heeft. Hierbij volt volgens spreker een bij -uitstek nationale factor aan tc wijzen, namelijk 't Bol- landismc. Gezaghebbend wijsgeer eveneens is de Groninger hoogleeroar Heymnns, de groot meester von het empirisme, die door zijn onderzoekingen geleid werd tot de experimen- tcele psychologie. Op het gebied <1 r psycho logie noemt spr. verder prof. Brugrnans, op het gebied der rechtsfilosofie Kranenburg on Leo Polak. Het neo-Kantianisme wordt ve:te- genwoordigd door Ovink en de Loppes. Op het gebied van het internationaal recht velt Asser te noemen, die in 1878 het voorn ramstc aandeel had in de oprichting van het Instituut voor Internationaal Recht. Ook op dit terrein heeft Nederland zijn reputatie als land van Hugo Grotius hoog gehouden. Na Asser s dood stonden bekwame juristen hier te lande gereed om zijn taak over te nemen, t. w. Josophus Jitta, Kosters, Von Slootcn, De Louter, Van Eysinga. Naast deze peisoncn wijst spr. op instellingen als de Haagsche Academie voor Internationaal Recht. Kortom was hc-t Neder land van 1625 dc bekennat van het internatio naal recht, het jaar 1923 is het centrum van de beoefening en toepassing van het Interna tionaal recht. Dat dit in den vreemde erkend wordt, blijkt uit het feit van de vestiging van het Permanent Hof vun Internationale Justitie Nederland,» met onzen landgenoot mr. Loder als eersten president. Na nog gewaagd te heb ben vnn den arbeid van prof. Van Hamel, be handelde spr. de positie van de theologische faculteit, waarbij hij Leiden nis de kweekplaats dei moderne theologen, Utrecht als het cen trum van de opleiding d<w ethici schetste. Bij het noemen der vrije universiteit dringt zich onmiddellijk de naam van dr. Kiiypor aan ons op. Zijn overzicht samenvattend, concludeerde spr., dat op een enkel wetenschappelijk ge bied Nederland achter staat, terwijl het in meer dan een opzicht anrr' de spits slaat. Zoo was het in het jongste verleden.; zoo is het nog thans. Zal het in de naaste toekomst zoo blijven Bij zijn beantwoording van deze vraag guf spr. allereerst een opsomming van de univer siteiten cn hoogeschoten, dÜe ons land telt, waarbij hij protesteerde tegen het denkbeeld dat ons hooger onderwijs te goed zou zijn toe gerust cn dot best een hoogeschool of univer siteit zou kunnen worden opgeheven. De bezuinigingsplannen der regeering met betrekking tot het 'hooger onderwijs, die o. a. tot uiting komen in het ontworpen distributie stelsel voor de leerstoelen, gaven spr. aanlei ding tot de erkenning, dat ook minister De Visser voor den in dezen niet te oordcelcn be voegden volkswil zal moeten bukken. Zou het particulier initiatief niet bij machte zijn om de enkele tonnen gouds bijeen m bren gen, die de regeering op het gebied van het hooger onderwijs wil bezuinigen Met een be roep op hetgeen ten deze in het buitenland ge schiedt, wees spr er op, dat ons land op dit gebied wel zeer weinig doet. Spr. eindigde zijn rede met het uitspreken van de hoop dat het op wetenschappelijk ge bied ook in de toekomst zal blijven Nederland 'ooraan I De waarde van dc Neder landsche bouwkunst in de zen tijd. Hierop was het woord aan den heer Jan Wils tot het houden van een voordrochf over de waarde van de Nederlandsche bouwkunst in dezen tijd. Spr. ving zijn rede aan met cenigc inlei dende beschouwingen over het tfezen van de kunst in het algemeen en dat van de bouw kunst in het bijzonder. Daarbij schetste hij de bouwkunst als de zeer getrouwe afspiegeling van de stoffelijke en geestelijke behoeften vnn een volk. Wie de taal der bouwkunst verstaat, leert daaruit °en volk kennen. Als voorbeelden noemde spr. dc Egyptische cn Grieksche bouw kunsten, die elk voor zich een karakteristiek geven van de geaardheid dier beide volken. Iedere tijd zoekt zich op zijn eigen typische wijze uit te drukken. Een kunst gc-basccrd op uitheemsche vormen zal nimmer kunnen bloeien, omdat zij niet Past in den volksgeest. Om dezelfde reden is het niet mogel-jk, dot oude vormen bevrediging zouden kunnen schenken om hetgeen een bepaalde tijd eischt. Het breken met oude vormen is dan ook geen miskenning van de verdiensten daarvan, doch een bewijs van de bewustwording van eigen waarde en beteekenis. Spr. schetste vervolgens de innerlijke waar de van de zuivere ruimtelijke bouwkunst, die voor de totoolwcrking geen versiering von noode heeft. Heel anders is het bij de Renais sance- bouwkunst waar de verwijdering van de versiering onmiddellijk den dood van hef ge bouw tengevolge heeft Neem van een renais sance gebouw de versiering weg en men houdt niets anders over dan een holle kast. In een tijd van groote geestelijke slapte ziet men de gevelbouwkunst hoofdzook worden cn de ruim tekunst wordt verdrongen. No deze uiteenzettingen van de grondslagen der bouwkunst, trad spr. in wijsgeerige be schouwingen over de verschillende uitingsvor men der bouwkunst, waarbij hij constateerde, dat de Nederlandsche kunstenaars, de eersten zijn geweest, die 't rhythme van den nieuwen lijd hebben gevoeld. Wij staan aan het begin van een nieuwen cultureel tijdperk, wij staan oo aan het begin van een nieuwe bouwkunst. Nederland stoot weder aan de spits bij hot nieuwe gemeenschapsideaal cn de Nederland sche volkskrocht toont zich ook in de nieuwe vormgeving, die de moderne Nederlandsche bouwkunst kenmerkt. Kenmerkend is het ook, dnt het Nederlandsche volk nimmer vijfno'ig heeft gestaan tegenover de nieuwe vormge ving. Het nieuwe in de Nederlandsche bouw kunst van de laatste jaren is, dot dc ruimte werking weder op den voorgrond is getreden, waardoor meerdere spanning wordt verkregen in de bouwwerken. De bouwmeester, die het eerst den nieuwen geest tot uiting bracht, is dr. Berlage. Zijn rationalistisch vormgeving grijpt terug naar de ontwikkeling der techniek Na het optreden van Berlage ziet ™cn de Ba zel en Kromhout komen. Deze drie kunste naars zijn de grondleggers der nieuwe Neder landsche bouwkunst, welke thans door tc] van jongeren wordt gediend. Spr. eindigde zijn voordracht met er op te wijzen hoezeer de moderne Nedcrlandscho bouwkunst in het buitenland wordt gewaar deerd cn herinnerde er aan. dat dr. Bcrlago thans te Prang vertoeft. Ten slotte wees spr. nog op de noodzakelijkheid vnn een nieuwc wereldorde, die door de nieuwe Nedei luridsche bouwkunst wordt aangekondigd. Zij is geen miskenning van liet verleden, gei-n modegril, doch als ruimtelijke kunst een' 'zuivere afspie geling van een nieuw tijdsgebeuren, dnt door de Nederlandsche volkskracht zichtbaar is <re- openboord. Na deze voordracht werd de zif'ivg ge schorst tot 's avonds 8 uur. Baron Van Hocrsolte: Onze zeevaart. Gisteravond te acht uur is het Congres voort gezet met een voordracht van J. W. J. baron von Haersoltc, directeur van liet Technisch Scheepvoartkundig Museum tc Rotterdam; over: „Neerlands plaats onder de zeevarende mo gendheden in het verleden en het heden." Spr. ving aan met een overzicht von de ontwikkeling van den scheepsbouw in ons land. Deze is reeds van zeer ouden dutum cn bereikte in dc I6e cn 17e eeuw een hoogtepunt, in welk tijd vak soms wel 2000 schepen per jaar werden gebouwd, zoowel voor binnen- als voor buiten- londsch gebruik. De reputatie van den Neder- landschen scheepsbouw in die jaren weid niet alleen door den landgenoot erkend, doch ook door den vreemdeling. Zoo prees Sir Wil'iam Temple in zijn „Observations" de naarstigheid der Nederlanders, waaraan hij hun welvaart toe schreef. Maar al te veel wordt vergeten, dat zij onzen voorspoed behalve aan onze gunstige ligging, vooral aan onze visscherij hebben te danken. Na gewaagd te hebben van het vei val van onze zeevaart tijdens de Frnnsche over- heersching, constateerde spr. in de dertiger ja ren met voldoening weder een herleving. Vooral onze Indië-vaart ontwikkelde zich. Het graven van het Suez-kanaal cn de concurrentie der buitenlondsche stoomvaartlijnen leidde er ech ter toe, dat in dc zestiger jaren onze scheep vaart hard achteruit ging. Doch ook hier heeft zich onze volkskracht op den duur niet ver loochend, met het gevolg, dat wij Langzamer hand toch weder in een positie zijn geronkt, waarop wij trotsch kunnen zijn. Ook de visscherij heeft zich goed ontwikkeld. In 1922 hodden zij een visschcrsvloot met een bemanning vun 16000 koppen. Dit is nu wel niet zoo heel veel, doch daartegenover staat, dat de Hollandsche visscher vun betere hoedanig heid is don b.v. zijn Engelsche collega, hetgeen spr. nader uiteenzette. Ten slotte vestigde spr. nog de aandacht op het slcepvaartbedrijf, als een gebied waarop wij vooraan staan. F:r zijn zelfs assurnntie-mantschuppijcn, die een lagere premie vragen als een schip door een Holland sche onderneming wordt gesleept, omdat onze zeelui een wereldreputatie hebben. Natuurlijk heerscht ook in ons land op schccpvaiitgebied een zekere maluisc, doch de innerlijke positie der maatschappijen is gezond. En wat de scheepsbouw betreft, deze heeft in de laatste weken juist een mooie ortlcr gekregen, doordat dc bouw von vijf Engelsche schepen aan Ne derlandsche werven is gegund. Thans nnm zij op scheepvaartgebied de zesde plants in onder dc zeevarende naties, terwijl zij in het verkeer door het Suez-kanaal dc tweede plaats innam. Per hoofd der bevolking hebben wij tweemaal zooveel schcepsruimte als de Vereenigdc Staten cn iermaal zooveel als Frankrijk. En wat de vcrlicsstatistick betreft, daarbij staan wij onder aan, zoodat men op de Nederlandsche srhepen het veiligst vaart. vonden. Hei wetsontwerp bclreffendo het Hof van den Volkenbond ging er door, zonder dat behalve prof. Von Embden in de Eerste Kamer iemand cr over sprak. Dc internationale daad van Nederland ziet spr. hierin, dat wij helpen opbouwen, verstevigen, consolióecren den Vol kenbond. Dc reg'eering kon meer doen,, als rij zich gedragen weet door de overtu'iing" van duizenden, he'gten nu ai t het geval is. Uel „werk von Den Hiog" kan e: slechts bij wij nen, als niet alleen zijn bouwmeesters nis ges- ten welkom worden geho maar als net werk zélf wordt begrepen. Daaromheen kan economische, finnnciecle, vv.er.j chanpe'tikc, juridische arbeid van Nederland op interna tionaal gebied zich oloo'cn. Sp:*ker eindigde zijn voord.u*-ht met een opwtkVj-g om ons voor te beefden op en mede tc werken aon de voorbereiding van ónze internationale tank. Op voordracht volgde cenigc gedarh- tcnwissc'mg. waarna het cong.es tot heden ochtend wc d verdjegd, Luchtvaart. VLIEGTUIGEN VOOR HET INDISCHE LEGER. Dc heer H. Ch. G. J. v. d. MondcreNederland op internationaal gebied. ■Als tweede spreker trad op de heer H. Ch. G. J. v. d. Mandere te 's Gruvenhage, die het woord voerde over: „De taak von Nederland op internationaal gebied". Deze herinnerde non een Grotius en een 'Asser, schetste «uitvoerig het internationaal privaatrecht, dnt in de Haag- sche conferentie van 1894, 19C0 en 1904 werd opgebouwd, b^hevens de andere Haogsche in ternationale instellingen. Gevoelen wij, vroeg spreke^ dat als bewaarders van het „werk van Den Haag" plichten op ons rusten? Beden ken wij, dat het pacifisme niet slechts nega tief is in dezen vorm, dat het geen oorlog wil, maar positief, doordat het een op recht geves tigde Stnten-organisatie w'l opbouwen Spreker bleek von oordeel, dat Holland slechts ten deele is vóórbereid oin een rol te spelen op het gebied van liet internationaal recht. Toch kan het deze rol vervullen zonder zijn, gezond nationalisme tc verliezen. Van een klein volk als het onze kan, naar sprekers nieening, kracht in internationale dingen uitgaan, mits het een overtuiging in zich omdraagt Ware dit wel het geval, dan zou in ons on-oorlogzuchtig va derland niet geschreven en gesproken kunnen worden over den a.s. oorlog, gelijk thans nog te veel geschiedt. De overtuiging in zich om dragende, dnt een internationale rechtsorde kan komen, zou er van Nederland krocht kun nen uitgaan. Als men tegenwerpt, dat dc re geering in dit opzicht te weinig doet, merkt spr. op, dat de regeering b.v. door hare- versla gen van de algemeene vergadering van den Volkenbond wel degelijk belangstelling heeft willen wekken, maar die in de kringen b.v. van de Kamer niet in ruime me te heeft gc- Vervoordigd door dc Neder landsche Vliegtuig-Industrie. Rondgeleid door den constructeur Koolhoven en den directeur, den heer Wollaordt Sacré, heeft een vertegenwoordiger von het Haogsche Aneta-kontoor in de werkplaatsen van de Na tionale Vliegtuigindustrie aan het Col'andplcin te 'sGravenhage de verkenners bezichtigd, die daar voor het Indische leger worden vervaai- digd, cn waarvan cr reeds één geheel afgewerkt naar Waalhaven is vervoerd, om daar eerst daags zijn eerste vlucht te maken. De jiichtverkenncrs, die een snelheid vun 240 K.M. cn de zware verkenners, die 230 K.M. per uur kunnen vliegen, zijn voorzien van een 400 paards Jupiter motor met luchtkoeling. Dit heelt het voordcel, dat cr geen water voor de koeling noodig is, dat er geen rodiateurs be hoeven te worden aangebrucht, welks pijpver- bindingen kupot kunnen gaan. Een ander voói- deel is, dut. men geen lost knn hebben van op groote hoogte bevriezen vun het koelwater, ter wijl er geen installaties noodig zijn, om het water te ontkolken en tc verwormen. Dit brengt bovendien een groote kostenbesparing mee, omdat men geen menschen behoeft aan te stel len om die instnlluties tc bedienen. De motor is zóó aangebracht, dut hij heel gemakkelijk is te verwisselen, indien hij onklaar mocht wor den of nagezien moet worden, voor een op de vliegvelden aanwezigen proefgedraaiden re servemotor. Bestuurder of waarnemer behoeven niet in de machine te klimmen, zooals bij an dere verkenners, maar hebben elk een afzon derlijke deur, waarmee zij hun 'zitplaats kunnen bereiken, In den oorlog is het herhaaldelijk voorgekomen, dut een vlieger, die een nood landing moest maken, ellendig omkwam, door dat zijn toestel, langzaam uit-rijdend, even vóórdat het tot stilstand kwam, over den kop sloeg, waardoor de vlieger gevangen zat. Dit zou bij deze verkenners niet kunnen gebeuren, daar de vlieger, als het toestel op zijn kop ligt, door de deur gemakkelijk naar buiten kan ko men. Vooral in Indiü, waar een londing, uren en uren van een bewoonde streek niet is uitge sloten, is dit van groot nut. Alles aan deze verkenners is van metaal, niets is geloscht, maar gesmeed of geklonken. Naast deze oorlogsvliegtuigen staat het ge raamte der cabine en der bestuurdersplaats van het door du K. L. M. bestelde groote verkeers vliegtuig. Het biedt aan 10 passagiers eon com fortable zitplaats met ccrr klaptafeltje vóór j eiken fauteuil, ter zijde waarvan zich een glas cn een kraantje bevindt, zoomede een bolvor mig, dichtschuifbaar metalen spuwbakje, dot uitmondt aan de buitenzijde vnn het vliegtuig cn de algemeen in gebruik zijnde spmvznkjes en spuwbakjes ten behoeve van luchtzieke pas sagiers zal vervangen. In de cabine zullen de passagiers door middel van zeer nauwkeurig werkende instrumenten dc snelheid cn dc hoogte van het vliegtuig kunnen vaststellen, terwijl boven dc toegangsdeur let de bestuursplantscn een rollende knnrt wordt aangebracht, die door den pilot steeds wordt bijgedraaid, naarmate de tocht vordert, zoodot de passagiers ook steeds nauwkeurig zullen weten, waar zij zich bevinden. In dc navigntieruimte bevinden zich ruime zitplaatsen voor de beide bestuurders en geheel vóóraan een plaats voor den man, met de navigatie belast, die moet zien, wat er zich aan den horizon voordoet, of er mist komt op zetten enz., en die de draodloozc inrichting voor telegraaf cn telefoon bedient. Onder de zit plaatsen der bestuurders bevinden zich bagnge- rnmen voor het bergen van postzakkeen, enz. Dc cabine heeft groote vensterruiten van glas- celluloid-glns, die een onbelemmerd uitzicht naar buiten en noar beneden geven. Rechts van den ingang tot de cabine bevindt z'ch de W.C. cn de bagageruimten voor de handbagage. Een zeer groot voordcel is, dat de drie moto ren zóó geplaatst zijn, dot men von het geronk weinig hinder heeft in de cabine cn het voeren von een geregeld gesprek mogelijk zal zijn. Ook zullen de passagiers niet den minsten hin der hebben van de lucht von afgewerkte olie of benzine. Het toestel wordt voortbewogen dooi 3 Siddeley-motorcn van 240 P.K., waarvan twee sterk genoeg zijn om het toestel op te houden, zoodat bij onkloor worden van één der motoren geen noodlanding behoeft te worden gedaan, moor tot een der eerstvolgende vliegvelden vf hulpvliegvcldcn knn worden doorgevlogen. Dft nieuwe Koolhoventoestel zal begin Ja nuari gereed zijn en door dc K, L. M. bij den aanvang vnn don zomerdienst 1925 worden in de vaart gebracht. EEN VLIEGTOCHT MOT HINDORNTSSFN. Gisterenmorgen om halt tien waren <*an De Mok vertrokken de watervliegtuigen W'. 58 en \V. 68 om een tocht langs de Friesche kust le maken. Tegen halt II geraakte de motor van de W. 68 defect cn te Tacozijl moest ce vli.iger een noodlanding in zee doen. Om 12.42 kwamen dc beide vliegtuigen ;e Lemmer de haven binnen. Nadat de motor ven de W. 68 was hersteld cn beide vliegtuigen om T.50 uur weer de heven verlieten, kwam de W. 68 in botsing met ccn uitzeilend schip en brak ze den linker vleugel. Tevens werd een

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1924 | | pagina 9