BINNENLAND.
Tot slot geef ik u een aardig sport pak je op
in blond-bruin tricot of geweven stof, neem
lijfje en rok aaneen; geef de toillelijn aan met
een bruinleeren ceintuur en zet hier ook de
wijde manchet en den platten, rond vallenden
kraag mee af. Geef dan rok recht van voTen
een, naar binnen vallende stolle plooi. Wilt u er
nu mee wandelen, dan is hij hierdoor wijd ge
noeg, maar gebruikt u hem voor in huis of op
kantoor, dan sluit u de plooi van onderen met een
paar knoopjes af. De rug is glad, recht en ruim
en bloest een beetje boven de ceintuur. Het
lijfje sluit van voren met een achttal knoopjes.
Daaronder is de esnige luxe van het gansche
toiletDe voorletters of de pet-name van het
meisje dat het pak drogen gaat.
De Staatscourant van heden 17 Octo
ber bevat de volgende kon. besluiten
Benoemd tot officier in de Oronje-Nassau
Orde R. de Kadt, lid van de hoofddirectie van
van den Bergh's fabrieken te Rotterdam
toegekend de zilveren eeremedaille Oronje-
Nassau Orde nan A. van Heesen rijksveldwach
ter brigadier majoor te Ede
benoemd tot inspecteur van de registratie
en domeinen te Leeuworden N. J. van der
Veen, thans rcgislrotieontvanger te Horsttot
inspecteur van de registratie en domeinen te
Rotterdam C. D. Tukker, thans registratieont
vanger te Harlingen; op verzoek eervol ont
slagen uit 's Rijksdienst T. H. Jape, belasting
accountant te Rotteidam lo bureau; benoemd
tot adjunct-accountant te Amsterdam le bureau
E. von Driest, thans tijdelijk tot commies der
belastingen ter inspectie Amsterdam H. J.
Dronkers, adjunct commies aldaar en toi direc
tie der belastingen te Amsterdam G. Here-
nius, adjunct-commies benoemd tot belasting
ontvanger te Lemmer P. C. Kooijman adjunct-
commies der belastingen te Alkmaar.
DE RIJWIELBELASTING.
De toepassing der wet.
Ter kennis van de umbtenaren der Rijks- on
gemecntc-politie is gebracht, dat door den Mi
nister van Financiën de onderstaande mede-
deelingen zijn gedaan in verband met vragen
aangaande de toepassing der Rijwiclbelnstinc-
wet.
Transportrijwielen, al of niet met afneem
baren bak (zgn. carriers), zijn volgens het
spraakgebruik als rijwielen te beschouwen en
vallen onder de toepassing der Rijwielbelas-
tingwet. Indien het stuur dezer rijwielen niet
uit een buis bestaat en de inrichting van het
rijwiel niet toelaat op de voorgeschreven zicht
bare wijze het rijwielmerk aan de halh'oofd-
buis of de bovenhuis van het rijwiel aan te
brengen, moet Let belostingmerk niettemin
aan dat stuur bevestigd worden.
Driewie!ige rijwielbrencards kunnen gelijk
gesteld worden met de ven belasting vrijge
stelde rijwielen, genoemd in art. 4, letter b,
uit overweging, dat het zou strijden met den
zin dier bepaling, indien zij niet werd toege
past wanneer de gebruiker van het rijwiel
door zijn gebrekkigen toestand dit niet zelf
kon voortbewegen, doch daartoe de hulp van
een ander behoeft.
Wanneer een op de voorgeschreven wijze
aangebracht rijwielbelastingmerk bedekt is
door een kleedingstuk, mand of ander voor
werp behoort het opmaken von proces-verbaal
te worden nagelaten, doch den berijder van t
rijwiel moet worden opgemerkt, dot hij het
aan zichzelf te wijten heeft indien hij tot
stilhouden mocht gedwongen zijn. Zoolang het
tegendeel niet is beslist, moet evenwel wor
den aangenomen, dat een rijwielbelastingmerk,
dat bedekt is met een laag lak (veroorzaakt
door het lokken van het rijwiel) waardoorheen
de keur van het merk niet zichtbaar is, niet
overeenkomstig het voorschrift van art. 2
der wet aan het rijwiel is bevestigd. Evenmin
is dit het geval indien het merk op een zoo
danige wijze is bevestigd, dot het midden daar
van of een der helften door het bevestigings-
voorwers is bedekt.
Een merk waarvan een stuk ontbreekt is
niet als geldig aan te merken.
Het is geoorloofd het merk door middel van
een riempje, touwtje, metalen draadje of der
gelijk hulpmiddel aan het stuur van het rijwiel
te hangen, zulks met het oogmerk dat bij niet
gebruik van het rijwiel gemakkelijk daarvan
te kunnen verwijderen.
Het uitlecnen van merken is geoorloofd, be
halve van die, welke kosteloos zijn verstrekt,
deze mogen enkel door den aanvrager worden
gebezigd.
Buitenlanders, die in het bezit zijn van een
kaart Rijwielbelasting No. 4, mogen daarmede
herhaaldelijk de grens overschrijden, zonder
dat zij haar geldigheid verliest. Er bestaat be
zwaar tegen het doen afgeven bij elkP binnen
komst van een nieuwe kaart, daar de grens-
ontvar.gers hierdoor noodeloos van ander werk
worden afgehouden.
De geldigheidsduirr eener zoodanige koarf is
niet beperkt tot het tijdvak van 3 maanden
na den dag deze afgifte, daar immers slechts
wordt vereischt, dat de bezitter telkens niet
langer dan 3 maanden achtereen hier te
lande vertoeftvan een eenmaal afgegeven
kaart kan zooiand overigens niet de grond voor
vrijstelling van belasting is vervallen, gedu-
reendc het gchccle kalenderjaar gebruik wor
den gemaakt.
Buitenlanders behooren, met betrekking tol
de uitvoering der Rijwielbelastingwet, zoo wei
nig mogelijk te wc-rdcn bemoeilijkt. In het
algemeen kon een nauwgezette controle op-de
naleving der wet worden beperkt tot die bui
tenlanders, waarvan bekend is, dat zij voor
hun beroep of om andere redenen geregeld het
Rijk binnenkomen.
PROF. TREUB OVER DEN TEGENWOOR-
DIGEN TOESTAND.
Een optimistisch oordcel.
„Middenkoers" van deze week bevat een on
derhoud met professor Treub betreffende de
toekomstige belangen van Nederland, waaraan
wij het volgende ontleencn
„Ik hob reeds in het afgeloopen najaar her
haaldelijk vastgesteld" aldus antwoordde
Prof. Treub op een desbetreffende vraag
„dat de vrees voor inflatie en voor een be
langrijke depreciatie van den gulden onge
grond en overdreven was. Intusschcn is de po
sitie in zooverre nog gunstiger geworden, dot
de financiën van het Rijk een niet onbelang
rijke verbetering ondergingen. De economische
vooruitzichten zijn weliswaar nog steeds alles
behalve schitterend, doch men kan reeds eeni-
ge teekenen waarnemen, welke op een begin
nende verbetering in sommige tokken von be
drijf wijzen. Had ik dus reeds een jaar gele
den vertrouwen in de toekomst von den gul
den, dan kan dit thans zoo mogelijk nog ster
ker het geval zijn, natuurlijk onvoorziene ver-
onderingen van de toestanden voorbehouden.
Ik moet deze reserve maken, omdat bij de te
genwoordige wereldtoestanden niet olie ele
menten van onzekerheid als geheel uitgescha
keld beschouwd kunnen worden."
Op d<; vraag of prof, Treub het tegenwoor
dige tijdstip rijp achtte voor het herstel van
den gouden standaard ook in ons land, deelde
hij mede:
„Het herstel van den gouden standaard in
Zweden heeft ongetwijfeld ook eenige gunsti
ge resultaten opgeleverd. Wat ons land betreft,
acht ik echter de kwestie van het herstel van
den gouden standoord, uit een practisch oog
punt bekeken, geen dringend vraagstuk. Wij
zullen do stabiliteit van den gulden voorloopig
ook zonder het herstel van den gouden stan
daard kunnen blijven handhaven, en wij zul
len onze aandacht beter aan de oplossing van
veel dringender problemen kunnen wijden. Een
definitieve regeling von de monetaire vraag
stukken zal m.i. op de basis van internationale
overeenkomsten plaats moeten hebben. Indien,
gelijk veelal gehoopt wordt, de toepassing van
het plan Dawes inderdaad tot een belangrijke
verbetering in de economische en financieele
positie van ons werelddeel zal leiden, dan zal
ook het geschikte tijdstip komen voor de bij-
cenroeping van een internationale conferentie,
waarop de monetaire wereldvraagstukken op
gelost zullen kunnen worden. Wij kunnen m.i.
cit tijdstip kalm afwachten".
Wat de economische situatie in Nederland
en in onze Koloniën betreft, constateerde prof.
Treub, dat de economische toestanden in Nod.~
Oost-Inaië den lnatsten tijd een belangrijke
verbetering te zien gaven. De prijssituatie ten
opzichte van alle belangrijke Indische produc
ten is bevredigend. Zelfs wat de rubbervooruit
zichten betreft, gelooft Prof. Treub, in zoo
verre hij de situatie overzien kan, dat er géén
belangrijke gevaren dreigen. De positie ven de
Kon. Pakketvaart-Mij. welke thans zeer gun
stig is, mag als een barometer ten opzichte
van de economische toestanden in Indië be*
schouwd worden.
„De economische toestand van Nederland
toont echter een veel minder gunstig beeld.
Op enkele gebieden vallen weliswaar teekenen
van een beginnende herleving der *bedrijvig-
heid waar te nemen en ook op de vrachten-
markt is de situatie in den laatsten tijd iets
gunstiger geworden; in het algemeen is echter
de toestand nog steeds vrij ongunstig en in
verscheidene takken ven handel en nijverheid
schijr.en de voorwaarden voor een winstge
vend bedrijf nog niet verzekerd tc zijn
De laatste vraag had op de toekomst van
de Duitsche concurrentie betrekking.
Zoodra de problemen verband houdende
met het crediet- en kapitaal vraagstuk in
Duitschland opgelost zullen zijn" verklaar
de Prof. Treub „zal ongetwijfeld een toe
neming van de Duitsche concurrentie op de
wereldmarkt plaats vinden, aangezien de Duit
sche ondernemingen ten opzichte van de tech
nische en commercieele organisatie op een
hoog peil staan. De Duitsche export zal door
den invloed van drie factoren gestimuleerd
worden Deze zijn Ie. Het streven om er we
der bovenop te komen, dot zich bij de Duit
sche ondernemers zeer sterk doet gevoelen.
2e. Het feit, dat een groot gedeelte van de
Duitsche industrieëelc productie op de bin-
nenlandsche niarkt niet afgezet zal kunnen wor
den en 3e. het feit, dat Duitschland zijn fi
nancieele verplichtingen jegens de geallieer
den slechts op de basis van een export-sur
plus zal kunnen nakomen.
„Niettemin ben ik niet bevreesd voor een
Duitsche dumping, omdat Duitschland ook
met het oog op zijn financieele verplichtingen
op den duur niet in staat zou kunnen zijn zijn
exportaitikclen tegen Schleuderpreise te ver-
koopen en omdat de hooge belastingen enz.
ook voor de Duitsche ondernemingen een ze
kere handicap zullen vormen. Cm zijn finan
cieele verplichtingen te kunnen nakomen, zal
Duitschland voorts in de eerste plaats naar de
groote geallieerde landen moeten exporteeren
en een zoo beperkt afzetgebied, als de Neder-
lahdsche markt, zal hierbij slechts van een be
trekkelijk ondergeschikte beteekenis blijken te
zijn. Bijzondere beschermende maatregelen te
gen een eventueele Duitsche dumping acht ik
met het cog hierop overbodig".
DIENSTVOORW AARDEN
TRAMWEGPERSONEEL,
Het personeel der N. Z. H. T. M.
en het vakvereenigingslidmaot-
schap.
Op de vragen van den heer Van Braambeek
betreffende de goedkeuring van het reglement
Dienstvoorwaarden voor het personeel der
Noord-Zuid-Hollandsche Tramweg Mij., waar
in aan het personeel het verbod wordt opge
legd, om zender toestemming der directie een
openbaar ambt te aanvaarden of om lid te zijn
van het hoofdbestuur van een vakvereeniging,
antwoordde de minister van waterstaat
Reeds in het R. D. V. 1918 der Noord-Zuid-
Hollandsche Tramweg Mij. was het bekleeden
van bezoldigde of onbezoldigde betrekkingen
en ambten afhankelijk gesteld van een door
de directie te verleenen vergunning. De in de
vragen bedoelde bepaling van het nieuwe R. D.
V. voert dus niet eenig nieuw beginsel in.
Toen de directie in de nieuwe bepaling het
lidmaatschap van het hoofdbestuur eener vak
vereeniging afzonderlijk wenschte te vermel
den, is haar nadere toelichting gevraagd, waar
bij twijfel werd uitgesproken, of nan deze af
zonderlijke vermelding behoefte bestaat, daar
bedoeld lidmaatschap geacht zou kunnen wor
den begrepen te zijn onder de reeds sedert
1918 geldende algemeene uitdrukking „bezol
digde of onbezoldigde betrekkingen".
Blijkens haar antwoord beoogde de directie
door de afzonderlijke vermelding twijfel om
trent dit laatste te voorkomen. Zij stelde hierop
prijs, omdat aan bedoelde functie uitgebreide
werkzaamheden verbonden kunnen zijn. Daarbij
werd vermeld, dat te voren ingevolge de oude
bepaling toestemming tot het bekleeden van
zoodanige functie was verleend."
Hieruit blijkt, dat reeds de bepaling van 1918
dezelfde toepassing vond, 'be de bewoordingen
der nieuwe uitdrukkelijk medebrengen, zonder
dat daaromtrent ooit bezwaar is geopperd, en
tevens, dat bij de directie niet de bedoeling
vooraf, om aanvaording van het lidmaatschap
van het hoofdbestuur eener vakvereeniging te
beletten.
Daar bovendien niet ontkend kan worden, dat
bij tramwegondememingen in verband met de
getalsterkte van het personeel het vervullen
van dergelijke betrekkingen vrij groote betee
kenis voor het belang van den dienst kan heb
ben, is tegen bestendiging van hetgeen feitelijk
reeds sedert 1918 gold geen bezwaar gemaakt.
Mochr intusschen, in afwijking von het ver
leden, de praktijk een minder juiste toepassing
van de bepaling aan den dag brengen, dan zal
daarop, in geval van herziening, nader dienen
te worden gelet.
HET STAATSVISSCHERSHAVENBEDRIJF.
TE IJMUIDEN.
Een verlies van bijna drie ton.
Volgens het gisteren verschenen verslag
heeft het Staatsvisschershavenbedrijf te IJmui-
den over het vorig joar een verlies geleden van
288,629.voor welks dekking eene uitkee-
ring uit de rijksmiddelen ontvangen' werd.
UITVAART DR. DEPLA.
Onder veel belangstelling ven Vla
mingen en Nederlanders.
Donderdag vond de plechtige uitvaart
dienst plaats van den te den Hoag overleden
dr. Alphons Depla, ails te Kortrijk, een zeer
bekend figuur uit de Katholieke Vloamsche be
weging, gewezen lid van den Raad van Vlaun-
deren, onder-voorzitter van het Vlaamsch-
Katholiek Secretariaat, oud-provinciaal Raads
lid van West-Vlaanderen en eere-voorzilter van
he{ West-Vlaamsen Stitdentengüde.
Dr. Depla, die in 1918 naar Hollund uitge
weken v/as, daar hij in België wegens activisme
ter dood veroordeeld was, heeft lange jaren
aan het hoofd der VJaamsche beweging ge
staan cn zijn overlijden heeft op alle Vlamin
gen een diepen indruk gemankt, daor hij be
schouwd werd als het symbool van den Vlaam-
schen banneling.
In de kerkvan O. L. V. van Goeden Raad
aan het Bezuidenb.out werd om half tien een
plechtige Requiemmis opgedragen.
Onder de aanwezigen waren talrijke afge
vaardigden van de Vloamsche vereeniging
Hou en Trou te Den Haag, Flondria, Rotter
dam en de Hollandsch-Vlaamsche Vereeniging
te Amsterdam en Utrecht.
Voorts afgevaardigden van tal von vereeni-
gingen uit Vinanderen. Ook waren aanwezig
Anton Thiery, letterkundige te Tie!; L. Simons,
leider van de Wereldbibliotheek te Den Hoog;
H. Wirih, toonkunstenoor, Johan de Meester,
letterkundige te Rotterdam, enz.
Namens het Dietsch Studentenverbond cn de
Jongelieden afdeeling Den Haag van het Alg
Ned. Verbond waren aanwezig de heeren W. J.
van den Bergh en 'A. H. M. van Weel.
Na den kerkdienst werd het Vlaemsche
volkslied gespeeld.
Vervolgens begaf men zich naar het sterf
huis, waar de aanwezigen zich 'rondom de
met bloemen bedekte lijkbaar schaarden.
Als eerste spreker trad naar voren mr. Floi
Heuvelmans. Vervolgens voerde het woord
namens het Dietschc Studentenverbond, de
heer Van den Bergh.
Een zoon van dr. Depla, priester in Vlaan
deren. dankte allen voor de eer zijn overleden
vader bewezen.
Gister werd het lijk van dr. Depla naar
Kortrijk vervoerd, v/ar.r de begrafenis Zaterdag
plaats vindt.
JHR. DR. J. M. A. GEVERS LEUVEN, f
Begrafenis op Oud Eijk en
Duinen.
Donderdag werd op de begraafplaats Oud Eik
en Duinen ter aarde besteld het stoffelijk
overschot van wijlen jhr. dr. J. M. A. Gevers
Leuven, in leven eerste geneesheer bij de bij
zondere strafgevangenis te Scheveningen, die
in den ouderdom van 53 jaren is overleden.
Toen de stoet het kerkhof betrad, werd de
baar gedragen door leden van EersV* Hulp
bij Ongelukken en gevolgd door gevangenis
personeel. Een groot aantal bloemstukken werd
meegedragen.
Nadat aan het graf door dr. F. van Gheel
Gildemeester, Ned. Herv. predikant, een ksrte
rede was uitgesproken i>prak het eerst de
voorzitter van het college van regenten over
de strafgevangenissen de heer mr. H. A. van
Rees.
Namens de afd. 's Gravenhage van de Ned.
Ver. Eerste Hulp bij Ongelukken en mede na
mens de daarmee ten nauwste verbonden
Hnagsche Eerste Hulpbrigade voerde dr. G.
W. Boland het woord.
Hierna voerde het woord Dr. Deknatel, voor
zitter van de afd. 's Gravenhage van de Ned.
Mij. tot bevordering der geneeskunst.
Jhr. jnr. W. Th. Gevers Deynoot sprak een
persoonlijk woord tot den zoon van den over
ledene.
De directeur van de bijzondere strafgevan
genis te Scheveningen, de heer N. Gijse Wee-
nink sprak van de uitstekende samenwerking
met dr. Gevers Leuven; de voorzitter van de
Eerste Hulpbrigade, de heer Scholte dankte
dr. Boland voor zijn hartelijke woorden en ver
zekerde, dat de leider bij de' leden in trouwe
herinnering zal blijven; mej. Zr. Hellemans
sprak namens de Koloniale school voor meis
jes en vrouwen.
Een zwager von den overledene dankte voor
de eer, waarmee de plechtigheid geëindigd
was.
BEGRAFENIS L. SANSON.
Op Pcre Laclinise.
In tegenwoordigheid van vele leden der Ne-
derlandsche kolonie is op het keTkhof Père
Lachaise te Parijs ter aarde besteld het stoffe
lijk overschot van den heer L. Sanson, oud-
voorzitter van de Ned. Kamer van Koophandel.
De heer J. Asschcr wees op het aandeel dat
wijlen de heer Sanson, evenals zijn opvolger,
nu reeds wijlen de heer v. Hemert, bij de op
richting van de Kamer van Koophandel heeft
gehad. Aan dot werk gaf hij zich van ganscher
harte, gelijk ieder, die iets te vragen had, bij
hem van een open oor verzekerd was. Hij hed
zijn tweede vaderland lief en heeft daarvan ge
tuigd op een wijze, die niet algemeen bekend
is, maar dit belette niet, dot hij een warm pa
triot gebleven is.
De secretaris-generaal, mr. M. C. M. Voor-
beytel, sprak woorden van dank voor de vriend
schap, waarmee de ontslapene hem had willen
vereeren. Hij schetste de hartelijke genegen
heid die Sanson Frankrijk toedroeg. Mij
was een man met een scherp oordeel, die niet
sprak of hij moest zich terdege bezonnen heb
ben. Niet slechts de handel vond in hem een
.steun. Sanson hed een levendige belangstelling
voor kunst, muziek en litteratuur.
Ten slotte dankte de hee: J. Labouchére uit
naam van het gezantschap voor alles, wat de
heer Sanson ter wille van het Nederlandsch be
lang heeft gedaan.
INVAL IN HET BUREAU VOOR
BELASTINGINNING.
Dc directeur gearresteerd.
Gistermiddag heeft de justitie een invol ge
daan in de kantoren van het Bureau voor Be
lastinginning, die gevestigd zijn in het per
ceel Singel 258 te Amsterdam.
Allo boeken, kaarten en verdere bescheiden
werden in beslag genomen en per politieauto
naar het hoofdbureau overgebracht. De direc
teur van het Bureau voor Belastinginning, N.
J. R., werd in arrest gesteld.
De justititieele inval werd geleid door den
substituut-officier van justitie mr. dr. P. van
Heijnsbergcn en den rechter-commissoris mr.
Doll, die vergezeld waren van den inspecteur
van politie, dc*n heer van Slobbe en cenige
rechercheurs.
Nader deelt men ons mede
Geruimcn tijd geleden verschenen in de
Amstcrdamsche dagbladen groote adv^rtentiën,
waarin de vestiging van het bureau werd aan
gekondigd. Men moedigde een ieder aan door
middel van het bureau zijn belasting in ter-
mijnenn tc laten betalen» Het bureau begon
een flinke reclame-actie. Een 18-tal agenten
werden aangesteld voor propaganda en inning
van de belastinggelden. Zoo wist men in den
loop der tijden ongeveer 5000 abonnées aan
het bureau te verbinden. Het waren meeren-
deels de „kleine luiden" die hun belastingpen
ningen aan het bureau toevertrouwden. Be
dragen tot één tot tien gulden en ook wel
meer werden wekelijks door de agenten bij de
aangeslotenen afgehaald. Deze moesten zich
onderwerpen non een 13-tal bepalingen. Vol
gens deze moesten de belastingpapieren aan
het bureau in bewaring gegeven worden; eerst
nadat zij geheel betaald waren, zouden zij
teruggegeven worden. Iedere maand zouden
de gestorte gelden op het belostingkantoor be
taald worden. De gestorte gelden zouden nooit
teruggegeven kunnen worden. Zij zouden uit
sluitend aangewend worden voor betaling der
belastingen. Eenige maanden geleden kregen
echter verschillende abonnés een dcurwoardors-
exploit wegens belastingschuld thuis. Bij de
agenten werd geïnformeerd en deze vroegen
weer op hun beurt opheldering aan de di
rectie.
De heer R. maakte zich er steeds met het
praatje van af, dat de zaak in orde zou ko
men, maar intusschen werden de aan het bu
reau toevertrouwde gelden niet aan de belas-
ting-administrntie afgedragen. Op 18 Sept. 1.1.
weiden 4 agenten, die het de directie waar
schijnlijk wat al te lustig hadden gemaakt,
ontslagen. De directie trachtte zich te reha-
fciliteeren, door aan hare abonné's een ver
trouwelijke mededeeling te doen toekomen,
waarin zoogenaamd de verdachtmakingen der
ontslagen agenten werden weerlegd. De di
rectie had met haar circulaire haar doel be
reikt, zij wist weer bij haar abonné's het ver
trouwen te herwinnen. De laatste weken kreeg
men echter weer achterdocht en vervoegden
zich enkele abonnés aan het bureau om hun
geld terug te halen en als lid te bedanken. Het
feil dat door het bureau ook voorschotten
tegen vergoeding van hooge rente werden ge
leend aan lieden, die het heele bedrag van
den belasting-aanslag direct moesten betalen,
wakkerde het wantrouwen bij vele leden van
het bureau nog aan. Inmiddels regende het
klachten bij de politie en heden achtte zij haar
tijd gekomen om een inval te doen.
VALSCHB MUNTERS.
4 personen gearresteerd.
De Tel. meldt uit Gorkum:
Te Nieuwland bij Gorinchem zijn gisteren 4
personen gearresteerd, onder wie de gebroe
ders V. B., varkenshandelaren, die valsch bank
papier van allerlei waarde, zelfs van 1000 uit
gaven en vóórts tv/ee Rotterdammers, die het
valsch papier vervaardigden. Het parket uit
Dordrecht is heden ter plaatse om een onder
zoek in te stellen.
Nader wordt gemeld: De arrestatie baarde
groot opzien. Het schijnt dot commiezen van
de belastingen een geheime branderij meenden
te zullen vinden ten huize van een der aange
houdenen. De inval leverde toen het vinden
van groote bedragen aan valsch geld. Alle aan
gehoudenen zijn naar Dordrecht overgebracht.
STRANDING.
Een Engelsche Goole-boot gestrand.
De Engelsche Goole-boot „Ouse" is op den
Hinder gestrand. De sleepbootcn „Zuiderzee"
en „Rozenburg" vetrokken ter assistentie.
Eerstgenoemde sleepboot strandde eveneens
op den Hinder. Het bergingsvoartuing „Meer
min" is met materiaal naar de strandingspleats
vertrokken.
Nieuwe Uilgaven
Lydia's moeilijkheden, door
Willy Petillon
Uitg. v. Holkema en Waren-
dorf, Amsterdam.
Een kind met een lastig, moeilijk humeur is
niet alleen een kwelling voor de ouders, maar
bezorgt zich zelf ook heel wat onaangenaamhe
den, die het kinderleven nu juist niet vervroo-
lijken. Zoo'n lastpost is Lydia de Veere, die
steeds waant te kort te worden gedaan en zich
immer verbeeldt, dat niet genoeg zorg aan haar
wordt besteedt In den grond is zelfzucht haar
kwaal, waardoor ze komt te staan buiten het
prettig, gezellige leven van het gezin de Veere.
Een reeke van gebeurtenissen geeft de schrijf
ster, de een meer de ander minder aantoonende
het onmogelijke van Lydia's houding. Maar hoe
groot die reeks ook is, nimmer wordt het verhaal
vervelend; het blijft belangwekkend tot het ein
de toe, als Lydia door een ernstige ziekte harer
moeder tot inkeer komt.
De boeken van Willy Petillon laten zich niet
alleen aangenaam lezen, maar hebben steeds een
goede waardevolle strekking. Ook dit boek is uit
pacdagogisch oogpunt zeer aan te bevelen.
Proza, door Louis Couperus.
Uitg. v. Holkema en Waren-
dorf, Amsterdam.
Van de belangwekkende proza stukken van
onzen grooten stylist is thans de tweede bundel
verschenen. Bij het verschijnen van de eerste
reeks hebben we op de groote waarde dezer uit
gave gewezen, die door geheel letterlievend
Nederland met groote vreugde begroet zal zijn.
De verzameling dezer stukken doet, als geen
ander werk van den schrijver, Couperus kennen
als den man van fijnen geest en den aristocraat
in denken en zeggen.
De schaduw van het Oosten,
door E. M. Huil.
Uitg. Em. Querido, Amster
dam.
De spelingen van het lot zijn veelal wonder
baar, maar dikwijls ook wreed. Althans voor
iemand van fijn gevoel, wiens gemoed rein is
gebleven te midden der zonden dezer wereld.
En zoo iemand was Barry Craven, die in Japan
een jeugdige Japansche had leeren kennen, die.
hem verafgoodde. Maar Barry's vader had lan
gen tijd in Japan gewoond en toen het meisje
meende op het hoogtepunt van haar geluk te
staan, bracht het toeval uit, dat zij een dochter
was van Barry's vader. Voor een man als Barry
was dat een wreede ontdekking, die hem in
wanhefbp en vertwijfeling bracht. In zijn eerste
opwelling stiet hij haar van zich af, een verne
dering die haar in den dood dreef. Deze episode
vervolgde hem in zijn latere leven als de donkere
schaduw.
In Europa weergekeerd legt het lot hem een
plicht op, nl. het voogdijschap over de dochter
van een vriend. Dit meisje, Gillian Loche, wordt
qc vreugde van zijn landgoed en ook Barry ziet
haar steeds meer in zijn leven van beteekenis
worden. Maar hij mag haar niet aan zich bin
den de schaduw drijft over hem. Toch huwt
hij haar, meer uit vrees, dat anders een ander
in zijn plaats zal treden; maar Japan verbiedt
hem het echtelijke leven. Vrienden zullen ze zijn.
Begrijpelijk wordt het leven na dien nog ellen
diger. Ten einde raad gaat hij op expeditie in
Afrika cn Gillian vertrekt op haar verzoek naar
Parijs. Na een leven van moeite cn zorg, aan
heide zijden, maar vooral voor Gillian, die op
eigen wieken wil drijven, komt Barry terug en
vindt zijn vrouw terug aan verhongering ten
prooi. Nu komt eindelijk de verklaring en Gil
lian's liefde is groot genoeg om met hem het
leven te deelen.
De schrijfster heeft dit leven van Barry Cra
ven geschetst op een wijze, dat men er geheel in
opgaat evenals in het troostelooze bestaan van
Gillian.
F.n de sympathieke figuren van Barry's tante
en van Mr. Peters wekken niet minder de be
langstelling. Geheel het verhaal boeit dan ook op
ongemeene wijze, zoodat men het in één adem
uit zou willen lezen.
Fabeltjes en Sprookjes, door
Otto van de Maeze.
Uitg. „Boek cn PeriodieJc",
den Haag.
Wie met kinderen omgaat en hen op de een
of andere wijze moet bezighouden, weet, dat
sprookjes altijd welkom zijn. En niet alleen de
kleintjes, ook groote kinderen luisteren, en wij
vinden dat gelukkig, nog graag naar het vertel
len .van een sprookje. Maar. het bepaalt zich
wel eens vaak tot heel bekende verhaaltjes en
daarom is het toe te juichen, als er weer eens
werkelijk nieuwe komen. En dat is met dit boek
het geval. Otto van de Maeze komt hier met een
vijftiental sprookjes en fabeltjes, die heel goed
verteld zijn en daarbij nog de leerzame strekking
hebben, dat ze veel uit het dierenleven vertellen.
Ook de illustraties van J. W. M. Wins doen het
heel goed. zoodat we dit boek gaarne aanbeve
len.
Hoe een kleine poes de groote
wereld in ging, door Bep. v. d.
Harst.
Uitg. „Boek en Periodiek" den
Haag.
Het is niet gemakkelijk voor kinderen te schrij
ven. Zoo gemakkelijk vervalt men in woorden i*u
zinswendingen, die boven de bevatting gaan, ol,
wat nog erger is, gaat men :n gezocht kir.aerlij
ken toon schrijven. Dat de natuurlijkheid daar
onder lijdt, spreekt van zelf. Bep v. d. Horst
heeft zich daarvan vrij weten te houden. Zij kent
de taal van het niet te groote kind en weet ook
wat interesse aan haar lezertjes biedt. Daarbij
beschikt zij over een vaardige pen, zoodat een
verhaal als dit zeker met vreugde zal ontvangen
worden. Ook dit werkje is op keurige wijze door
Wins van plaatjes voorzien.
Vier reizende muzikantjes,
door Sarah van Wijck.
Uitg. „Boek en Periodiek",
den Haag.
£cn sprookje van vier kikkertjes: Ping-Pang,
Kwikkie, Blazoen en Boemsa, die lustig er op
los weten te spelen. Grappig wordt van deze vier
verteld, terwijl telkens muziek hun lotgevallen
illustreert. De tekst en de muziek zijn vaak koste
lijk en buitengewoon geschikt om op lange win
teravonden een heel amusement te biedén, waar
van zeker niet alleen de kinderen zullen genieten
en leeren. Want de vier muzikantjes beoefenen
de weldadigheid op goede wijze. Zij geven hun
talenten om een zwak meisje genezing te kunnen
verschaffen
De muziek is van Anna Wins en de teekenin-
gen van J. W. M. Wins