AMERSFOORTSCH DAGBLAD „DE EEMLANPER" Zaterdag
TWEEDE BLAD.
BINNENLAND.
FEUILLETON.
Het Millioe<ien - Testament.
23e Jaargang
No. 142
13 Dec. 1924
Ontvankelijkheid.
(Nadruk verboden).
In een zijner gedichten in proza heeft de
Russische dichter Iwan Turgenjeff een bit
tere levenservaring omschreven. Een hand
werksman houdt een gesprek met „den man
met de witte handen". Hij vraagt dezen, wat
hij in de arbeidersbuurt heeft te maken; hij
hoort daar niet.
„Kijk eens naar mijn handen!" zegt de
werkman. „Zie je niet, hoe vuil ze zijn?
Naar teer en mest ruiken ze! Maar jouw
handen zijn mooi wit en waar ruiken zij
naar?"
De ander steekt hem de hand toe en zegt:
„Ruik maar!"
„Wat is dat?" roept de werkman uit. „Ze
schijnen zoowaar naar ijzer te ruiken."
„Inderdaad," antwoordt de ander, „naar
ijzer. Zes jaar aaneen waren zij in ketenen
geklonken."
„Waarom dan?"
„Omdat ik mij jelui welzijn aantrok; om
dat ik jelui wilde bevrijden, jelui onweten
de arme menschen; omdat ik tegen jelui
verdrukkers opstond, werd ik in ketenen
geslagen."
„Tja!" zegt de handwerksman, „wat
moest je ook opstand maken!"
Twee jaar na dit gesprek ontmoeten twee
arbeiders elkaar. „Herinner je je nog, Pe
ter," zegt de een tegen den ander, „hoe
twee jaar geleden zoo n dagdief met witte
handen met je heeft gepraat? Nou, die
wordt vandaag opgehangen."
„Heeft hij weer opstand gemaakt?"
„Ja, dat zal wel."
„Weet je wat we doen moesten, Dmitry?
We moesten zien den strik te krijgen, waar
aan hij is opgehangen. Ze zeggen, dat zou-
iets geluk aanbrengt."
Aan dit verhaal van Turgenjeff moest ik
denken, toen ik kortgeleden het verslag las,
dat de directeur van een bekende instelling
voor volksontwikkeling heeft uitgebracht
omtrent het onder zijn leiding ondernomen
werk in een clubhuis voor de rijpere jeugd
Met een werkelijkheidszin die hem siert,
geeft deze man het onopgesmukte relaas
van zijn wedervaren met volksjongens zoo
tusschen de vijftien en twintig jaar.
Het is troosteloos werk, deze arbeid.
Want de meerderheid der jongens blijkt on
danks alle met toewijding en volhardendheid
voortgezette pogingen, tot geen geestelijke
inspanning in staat en zonder belangstel
ling voor eenige idcëele zaak te wezen. En
erger is de algemeene onverbeterlijkheid ten
opzichte van het laffe, slappe karakter, dat
deze jongens kenmerkt. Als zij op een ver
grijp of verzuim worden betrapt, ontkennen
ze; loochenen alles, zelfs wat zoo klaar als
de dag is.
„Zoo'n jongen," zegt de schrijver, „wil u
liever in een natuurwonder laten gelooven
dan in zijn schuld. Want hij is onoprecht.
Weinig dingen gaan mij zoo aan 't hart om
te moeten constateeren als dit." Fierheid, of
fervaardigheid, dapperheid zijn hem vreemd
Voor de geringste diensten, die hij aan zijn
eigen kring bewijst, vraagt hij geld. Hij
kankert spoedig en neemt het nooit voor
het gezag op. Dat hij zijn makkers niet ver
raadt, komt niet uit gemeenschapsbesef,
maar eenvoudig uit bangigheid om in een
zaak te worden gemengd. Hij schiet in zijn
plichten te kort en leelijk ook.
„Het huis heeft aan zijn groote jongens
niets gehad," besluit de directeur. „Wel de
den ze natuurlijk wat hun werd opgedra
gen, maar nooit ruiterlijk, nooit ferm. Er
viel niet op te rekenen. Nooit stonden ze
voor een taak; ze deden alleen wat hun
was opgelegd op de wijze van een slpcht
ambtenaar, die alleen z'n reglementen toe
past."
Wanneer men bedenkt, dat deze directeur
een man is, die alleszins berekend is voor
zijn taak en wien men onmogelijk van pes
simisme kan beschuldigen, dient men toe te
geven, dat de ontvankelijkheid voor wat men
ontwikkeling of veredeling noemt, geens
zins gemeengoed is. Zoowel onder volwas
senen als bij de jeugd blijft zij uitzonde
ring.
Deze uitspraak beleekcnt geen kleinee-
ring van het volk in het aigemeen, maar is
een natuurhistorisch gegeven. Er is een tijd
geweest, waarin men bij zijn beschouwing
omtrent de menigte uitging van een utopis
tische veronderstelling. Men meende te goe
der trouw, dat alle menschen zender onder
scheid vatbaar waren voor het hoogste. De
leuze der gelijkheid paste men ook toe op
de geestelijke gesteldheid. In kiem waren
alle burgers even goed van verstand, ge
voel en karakter; het kwam cr slechts op
aan, deze kiem tvj allen tot ontwikkeling te
brengen.
Ieder mensch was van nature godsdien
stig, van nature goed, van nature verstan
dig. Maar de volksvrienden, die hun arbeid
op deze veronderstelling grondvestten, zijn
bedrogen uitgekomen. Ontgoocheling noop
te hen, hun theorie te herzien en aan de
harde werkelijkheid te toetsen.
De werkelijkheid leert, dat de zelfopoffe
ring van Turgenjeff's revolutionnair geen
bres schiet in het Russische volksbijgeloof
en de Russische volksdomheid; dat de lei
ders van een jeugd-insti tuut machteloos blij
ven tegen een algemeene slungelachtigheid;
dat het percent geloovigen in een kerk en
het percent belangstellenden in een vereeni-
ging noodwendigerwijs gering is.
Hieraan helpt geen lievc-moedercn. Even
min als het gros der menschen van nature
de lichamelijke volmaaktheid van een
Orieksch godenbeeld kan bereiken, kan de
massa in geestelijk opzirht boven eigen na
tuurlijke onvolkomenheid uitgroeien. Wie
met dit stellige gegeven rekening houdt, be
spaart zich teleurstelling.
Bcteekcnt dit echter, dat men alle pogin
gen tot volksveredeling en volksontwikke
ling moet staken? Turgenjeff's revolutio
nair ijverde door, ook na het ontnuchterend
gesprek met den werkman; hij ijverde door
tot hij zijn geloof in het volk met zijn leven
betaalde. De directeur van het clubhuis
gaat, ook na zijn mistroostig verslag, voort
met zijn levenswerk. Predikanten blijven
preeken voor leege kerken, tooneelspelcrs
offeren hun kunst voor leege zalen, volks
voorlichters spreken hun woord ondanks
miskenning en onverstand.
Zij doen het eenige wat wij allen kun
nen, elk naar zijn gaven en elk op zijn eigen
terrein: het kleine percent der ontvankelij-
ken een kans geven; de vatbaren ontdek
ken; doen, wat de zaaier uit de gelijkenis
deed, die wist, dat het grootste deel van
het zaad op steenachtige plaatsen en tus
schen doornen valt, maar toch doorging met
zaaien.
H. G. CANNEG1F.TER.
Brieven uit Rotterdam.
Heijermans-hcrdenking cn „Op
Hoop van Zegen", Kunstsubsidies.
Uit den raad. Onze omnibussen en
de R.E.T.M. De loonen van het
gemeentepersoneel, de cloorbraak-
plannen en een tunnel. Een prijs
vraag. 7. Kurpershoek t-
De veronderstelling lijlct niet gedurfd dat de
leze van de Heijermansherdenking meent nu
wel voldoende te weten; cn toch kan ik, die
welke hier plaats had niet verzwijgen, omdat
hier, in Hcijermans' geboortestad, in denzelf
den schouwburg waar zijn eerste stuk werd
uitgefloten, thans de première is gegaan van
„Op Hoop van Zegen" gespeeld door Rotter-
damschc tooneelisten. Met opzet is hier het
woord première gekozen, omdat dc opvatting
van de spelers bij het Rotterd. Hofstad Too-
neel aanzienlijk verschilt van die van het ge
zelschap dat Heijcrmans' stukken tot dusver
op de planken bracht. Het is wonderlijk, dat
het zoolang moest duren éér een Rotterdamsch
gezelschap Hcijermans speelde, cn het zal wel
mee daaraan zijn te wijten, dat de thans over
ledene weinig voor zijn geboortestad voelde.
De heer H. Dekking sprak voor het voet
licht de herdenkingsrede uit, die door de aan
wezigen de schouwburg was uitverkocht en
de Burgemeester en zijn echtgenoote bevonden
zich onder dc bezoekers staande werd aan
gehoord.
Natuurlijk zou het heel moeilijk geweest zijn
voor mevr. Tartaud-Klein, die de ro! van Knier
tje had, om mevr. Esther De Bcer-Van Rijk in
haar opvatting van de rol na te volgen. Zij
heeft van Kniertje een anderen naam gemaakt,
minder fel, minder hard in schijn; meer de door
het leven gebroken figuur, milder daarom, cok
tegenover haar zoons. Zij belijdt het onafwend
bare, meer dan zij het verdedigt, en in die op
vatting gaf mevr. Tartaud de verrassing van
een andere Kiertje-figuur, die wist te bcelen
cn te ontroeren tevens. De Barend van
Jacq. Snoek was goed, de beide diakenhuis
mannetjes van Theo Frenkel en Jaap v. d. Poll
waren uitstekend. Van enkele anderen was het
spel minder. Het stuk vraagt bijzondere figuren
Verstraete b.v. is alleen hierdoor al minder
geschikt voor de rol van Geert.
Zondag heeft de federatie van de S.D.A.P.
in het Grand Theatre Hcijermans herdacht.
De zaal, die meer dan 1200 personen kan be
vatten, was overvol; en ook heeft de burge
meester in de laastgehouden vergadering van
den raad waardeerende woorden aan den ge
storvene gewijd, nadat de heer van Ravesteijn
gevraagd had een Straat naar den overleden
auteur te noemen wat gebeuren zal. Dit
alles viert Rotterdam. Maar het wreede toeval
wilde, dat juist in deze vergadering ook kunst
subsidies werden behandeld; en daarbij toonde
de tweède stf.d des rijks zich de smalle ge
meente. Voorgesteld was daarvoor 40,000 gul
den beschikbaar te stellen, maar dc zoon van
minister De Visser, wilde dit bedrag tot f 25000
reduceeren, en het Utrechtsch Stedelijk Orkest
en het Schouwtooneel van de lijst afvoeren en
van het subsidie aan de andere instellingen nog
wat beknibbelen. De soc. democraten wilden
daarentegen de subsidies verhoogen, en stel
den voor het bedrag te bepalen op f 100.000.
Ten slotte is na veel loven en bieden het be
drag op f 30.000 gesteld, is het amendement-
De Visser om geen subsidie tc verleenen aan
het Utrechtsch Orkest aangenomen met 22
tegen 20 stemmen, en fiat om geen subsidie
te verleenen aan het schouwtooneel aangeno
men met 2120 stemmen. Het was een klein
zielige vertooning.
In deze vergadering is ook hel: reglement
van orde gewijzigd, om clen voorzitter de be
voegdheid te geven krachtiger te kunnen op
treden tegen leden als den rapaljaan Coremans.
die er eer in stelt het werk van den raad
te sabotceren. Deze afgevaardigde heeft in-
tusschen verklaard zich aan niets te zullen
storen. Hij zal, naar hij zei, deze tactiek in
den raad en straks in de Tweede Kamer
welk een idealistisch man! voortzetten.
Een soc. dem. en een communist hebben
voorstellen gedaan om den werkloozen kolen-
geld te geven. De eerste wilde f 1 per week
toegekend zien, de tweede f 2.50. Geen van
beiden had succes.
In den laatslen tijd circulccren berichten dat
er tusschen liet gemeentebestuur en de directie
van de R.E.T.M. besprekingen gehouden zijn
over het in exploitatie nemen door genoemde
maatschappij van de omnibusdiensten. De
laatste zou het monopolie bedongen hebben;
wij meenen dat de raad zich met een derge
lijke conditie niet zal laten binden, na alles
wat er tusschen de gemeente en de tram-maat
schappij is voorgevallen. Het waren juist de
omnibussen welke de gemeente op de been
hielpen tegenover de tram, die met haar con
cessievoorwaarden ongeveer vry spel had. De
rollen werden omgekeerd; m nu zou de ge
meente opnieuw zich binden De veronderstel
ling lijkt vrij naief. Toch zijn op de geruchten
alleen al de autobusdienst-ondernemers in het
geweer gekomen. De omnibus is in het Rotter-
damsche verkeerswezen een ding van greote
beteokenis geworden. De vier grootste onder
nemingen expoliteeren 30 wagens met een
kapitaal van 500.000 gulden, en hebben een
kleine 140 man in dienst. Wekelijks vervoeren
zij ongeveer 100.000 passagiers; en als men
daarbij rekent de vele kleine ondernemers dip
één of twee wagens bezitten, komt men tot
een cijfer dat wat het passagiersvervoer be
treft sterk domineert. De groote maatschap
pijen, denken er nu over samen te werken tot
de stichting van één groot coöperatief bedrijf,
clat dan met de gemeente zal gaan onderhan
delen over trajecten, diensttijden van het per
soneel cn tarieven. Maar ook hier bedreigt het
monopolie den passagier.
Uit de memorie van antwoord op de gemeen-
tebegrooting blijkt dat voorstellen aanhangig
zijn om de loonen van het geiueentepersonee)
een besparing van 1.9 milliocn zou betcekcnen.
Een ander merkwaardige passage is die van do
doo-braak Boompjes-Beursplein, waaromtrent
binnenkort mededeclingen zullen worden go
daan; en deze, dat wanneer mocht blijken dat
na het omhoogbrengen van de Willemsbrug,
en de vernieuwing van de Koninginnebvug en
de verbetering aan de veerdiensten nog geen
voldoende voorziening zal zijn getroffen in hc«
verkeer tusschen Rechter- en Linker-Maas-
oever, tunnel-aanleg, een punt van ernstigo
overweging zal moeten uitmaken. Vooral dit
laatste is merkwaardig, omdat tegen dezen
aanleg de bevoegde autoriteiten zich tot dus
ver scherp hebben gekant; men achtte een
unne! te duur cn ncendc te moeten bctwijfe
len deze aanleg in onzen bodem wel mogelijk
was. Er is niet veel kennis van verkeerstoe-
standen voor noodig om over te hellen tot do
meening clat al heel spoedig de onvolkomen
heid zal blijken van de tot dusver goedgekeur
de plannen. Dc tunnel zal cr toch moeten
komen.
Het comité tegen de zakelijke bedrijfsbelas
ting heeft eenigen tijd geleden een prijsvraag
uitgeschreven voor een verhandeling, waarin
wordt uiteengezet op welke wijze een bedrag
van 750.000 gulden in de begrooting kan wor
den verwerkt, zoodat de zakelijke bedrijfs
belasting zou kunnen vervallen. Er z\jn 30
verhandelingen binnengekomen die, naar ik
meen te weten, geen van alle in aanmerking
komen om te worden bekroond met den eersten
prijs, f 500. Het is ook niet gemakkelijk nu nog
nieuwe bronnen van inkomsten aan te wijzen.
Onze oudste inwoner, de heer J. Kurpers
hoek, die op 20 November 103 jaar werd, is
Maandag overleden. Hij had zijn been gebro
ken, en dat heeft zijn dood verhaast.
DE TARIEF WET.
Memorie van Antwoord
Eerste Kamer.
Verschenen is de Memorie van Antwoord op
het Voorl. Verslag der Eerste Kamer nopens
het w.o. tot vaststelling eener nieuwe Tarief-
wet.
Tegenover de door onderscheidene leden ge
uite mccning, dnt het wetsontwerp een abso
luut protectionistische strekking heeft, meent
dc Regeering te moeten opmerken dat uitslui
tend -fiscale bedoelingen bij dc indiening van
het ontwerp hebben voorgezeten cn dat hierin
geen wijziging is gebracht door da verande
ringen, welke het wetsontwerp tijdens de be
handeling in de Tweede Kamer heeft onder
gaan.
Men moge betreuren, dat enkele artikelen,
welke tot heden of onbelust waren of waarvan
werd voorgesteld ze voortaan onbelast toe te
laten (bijv. spijkers, tegels, jute zakken cn
jute weefsels) nader in het tarief zijn opgeno
men, cn dat voor andere de bestaande belas
ting zal worden gehandhaafd bij dc krachtens
artikel 43, eerste lid, van het w.o. te nemen
algemeenen maatregel van bestuur, doch hier
bij worde niet uit het oog verloren, dnt, waar
zoowel in de Tweede Kamer nis van de zijde
van geraadpleegde organisaties een sterke aan
drang in deze lichting werd uitgeoefend, de
Regeering gemeend heeft hiermede rekening
tc moeten houden. Door aan dezen, men kan
wel zeggen algemeencn, wensch niet tegemoet
te komen, zou het wetsontwerp in gevaar zijn
gebracht
Ook brengt het w.o. nanr de mecning van
de Regecring geen wijziging in dc tot dusverie
gevolgde handelspolitiek. Met een zoodanige
wijziging zou immers het doel vun het voor
stel, c.v. een technische herziening van het
bestaande tarief, gepaard gaande met het ver
krijgen van grootcr baten voor de schatkist,
moeilijk vcreenigbnar zijn.
Met betrekking tot heigeen door eenjge
leden wordt opgemerkt nopens het door Italic
op de vijfde Volkenbondsvergadering gedane
voorstel zegt de Regcering 2ich in het alge
meen gaarne aan te sluiten bij hetgeen door
die leden ten gunste van het wetsontwerp
wordt in het middcrv gebracht. Het voorstel
door de verschillende leden bedoeld cn door
Italic op de vijfde Volkenbondsvergadering tc
Genève gedaan met betrekking tot in- en uit
voerverboden en -beperkingen, is door dc Ne-
derlondsche delegatie warm gesteund. Het komt
de Regeering onder doze omstandigheden
weinig vruchtbaar voor te strijden over de
vraag of dit voorstel al dan niet beter door
Nederland had kunnen worden gedaan. Uit
den aard der zaak zal Nederland gaarne, in
verband met het Italiannsche voorstel cn dc
in aansluiting daaraan door de vergadering
aangenomen resolutie, met ondere Staten sa
menwerken om de vele bezwaren, die de handel
aan de grenzen ondervindt, in tc perken.
Voorts merkt de regecring op, dat een spoe
dige indiening van het wetsontwerp tot vast
stelling van een nieuwe Tariefwet dringend
noodzakelijk was in verband met het streven
der regeering om zoo snel mogelijk tot een slui-
tende begrooting tc komen Voor zoover dit in j
haar marht log. heeft de Regeering daarom j
ook bij de verdeie behandeling van het wets- J
ontwerp den noodigen spoed betracht, zonder j
dat dit, naar hare mecning, ge'eid heeft tot een
te haastige bchondeling dezer aangelegenheid.
Zij kan het tot dc Kamers van Koophandel
gerichte verwijt don ook niet tot het hare
maken, alleen reeds om dezo reden, dat bij de
wijzigingen, welke de regeering in den loop
der behandeling van het ontwerp met do
Tweede Kamer heeft voorgesteld, er vele waren,
waarvan verschillende Kamers van Koophandel
de noodzakelijkheid in hare uitgebrachte ad
viezen hebben betoogd. Do economische toe
stond van het lond moge sedert 1923 eenige
verbetering hebben ondergaan, deze verbete
ring is, naar het oordeel van de Regecring,
nog niet van zoodonigen omvang, dat vertra
ging in de behandeling van het wetsontwerp
verantwoord zou zijn geweest.
De minister van Finoncit-ën is ten zeerste
erkentelijk voor de hem door verschillende
leden gebrachte hulde. De Regecring kan zich
verder geheel vereenigen met dc door deze
leden daarbij gegeven beschouwingen. Dat ccn
tariefverhooging tot versterking der financiën
niet noodzakelijk zou zijn tc ochten, moet door
den minister van Finonciën worden weerspro
ken. Voor zoover de hoogero opbrengst van
het nieuwe tarief niet noodig is voor het slui
tend maken van het budget, ligt het in het
voornemen von den minister om deze, naast
de opbrengst ccner wecldc-verteringsbclosting,
aan tc wenden tot verlaging van het successie
recht, verlichting van den druk der verdedi-
gingsbclosting cn vergrooting van den z.g.
kinderaftrek bij dc Rijksinkomstenbelasting.
Den leden, die zich verwonderd betoonden,
dat niet tegelijk met dit wetsontwerp een vol
ledig plan van omwerking cn vermindering der
directe belnstingcn is voorgelegd, moge cr op
worden gewezen, dot het tarief in de eerste
plaats bestemd is tot dekking van het be
staande tekort op het budget cn dut dc vraag,
in hoeverre cr tot verlaging von directe belas»
tingen kon worden overgegaan, met dc vraag
naar die dekking wel is waar in verbond staat,
doch in volgorde achteraan komt.
Intusschen zij hieraan toegevoegd, dat unn
dc plannen nopens verlaging met volle kracht
gewerkt wordt cn dot, naar de minister ver
trouwt, binnen korten tijd wetsvoorstellen in
dio richting zullen kunnen worden ingediend.
Ook de Regecring is van meening, dot be
palingen nopens de mogelijkheid tot het nemen
van retorsiemnatregelen of tot het uitvaardigen
van invoerverboden in dit wetsontwerp niet
thuis bchooren, omdat doordoor afbreuk zou
zijn gedaan non de fiscale strekking daarvan.
Daar omtrent deze onderwerpen groot vorschil
von mecning bestoof, meent de Regcering niet
te moeten vooruitloopcn op eventucclc voor
stellen, welke het gevolg kunnen zijn van het
door den minister van Arbeid, Handel en Nij
verheid te plegen overleg, waartoe het voor
nemen werd aangekondigd in 4 der Mcmorio
vnn Antwoord betreffende het Tarief-ontwerp
aan de Tweede Kamer. Verder behandelt dc
Regcering in haar Memorie van Antwoord
ccnigc Tariefposten.
NEDERLAND EN BELGIR.
Dc Schelde.
In aansluiting aan ccn vorig bericht kon het
j Vod. meloen, dot de Belgische delegatie, be
staande uit de hccren prof. Bourquin van dc
universiteit van Brussel, baron van Zuylen cn
de Rucllc, directeur-generaal van het departe
ment van Buitenl. Zaken, besprekingen zal voe
ren in zake* de kwestie der Schelde. De heeren
zullen Maandag te Den Haag aankomen.
MET VERTREK VAN DEN HEER CHARLES
BENOIST.
Een ofschcidsthcc tc Rotterdam.
De afdceling Rotterdam van het genootschap
Nederland-Frankrijk heeft den aftredenden
Fronschcn gezant Charles Bcnoist gistermiddag
in de officieren sociëteit in het Purk een thee
aangeboden.
Zeer velen hebben van de gelegenheid ge
bruik gemaakt om van den gezant afscheid te
nemen. Bijna de geheele Frnnsche kolonie was
oonwezig. Voorts zog men burgemeester W y-
t e m n en diens echtgenoote.
Nadat een strijkje het Fransche en het Nc-
derlandschc volkslied had gespeeld, voerde de
heer Johun de Meester namens het genoot
schap Nederhu.d-Fronkrijk het woord. Spr.
dankte den gezant voor alles wat hij gedaan
heeft om de betrekkingen tusschen beide lan
den nauwer oan te holen, cn huldigde hem als
oen voorzichtig diplomoat, die zich hier te lon-
de vele vrienden heeft verworven.
Ds. L. P. R e i s s, voerde doorno nomens de
Alliance Frcn^aise cn de Woolsche gemeente
het woord. Spr. gaf uiting aan zijn gevoelens
De hemel helpt nocit dengene, die niet wer
ken wil.
SOPHOCLES.
door HULBERT FOOTNER
55
Zenuwachtig zocht hij onder dc andere pa
pieren op den lessenaar naor een mogelijke
aanwijzing. Hij vond een kaart, die tijdelijk uit
de loketkast genomen was. Eén blik was vol
doende.
DELAMARE, WALTER DO COURCV
Natuurlijk I Delamare had gedreigd de af
persers te tarten I Dclamare's huis stond aan
den noordkant van East Sixty-Fourth Street
Delamare was de voornaamste spreker op het
bankiersdincr van den voiigen avond geweest:
Jack dacht aan zijn prachtigen moed, zijn hu
mor, zijn vriendelijkheid tegenover hem zelf.
„Ik heb geen tijd genoeg I" kreunde hij.
Hij viel op het telefoonboek aan. Delamare's
huis was er niet in opgenomen. Zooals zoo
vele andere vooraanstaande mannen wilde hij
thuis niet lastig gevallen worden door het op
bellen van allerlei vieemden. Het is nutteloos
naar dergelijke nummers te vragen aan het
inlichtingenbureau. Jack probeerde de bank op
te bellen, maar deze was nog niet open en hij
Icon geen antwoord krijgen. Inmiddels verstre
kken de kostbare oogenblikken.
Hij greep zijn hced cn vloog de kamer uit
het liet hem koud of al zijn werk vernietigd
werd, als hij zijn vriend maar kon redden. Hij
moest een half blok huizen ver loopen vóór
hij een taxi vond. Deze bracht hem vlug bij
Delamare's huis. De neergelaten jalouzieën
zeiden hem niets van wat cr binnen gebeurde.
Het was precies half tien, toen hij aanbelde.
Hij bad vurig, dat Delamare zich dien dag ver
slapen zou.
De deur werd g-eopend door een huisbe
waarder van middelbaren leeftijd met een
ccnigszins grimmige gelaatsuitdrukkng, blijk
baar Monahan.
„Ik rnoet Mr. Delamare onmiddellijk spre
ken I" zeide Jack buiten adem.
„Niet thuis. Je zal naar zijn kantoor moeten
gaan," luidde het vlugge antwoord.
Jack kon het niet langer uithouden. „Groo
te God, kerelZijn leven is in gevaar. Ik moet
hem waarschuwen
Monohon wist nu zeker, dot hij met een
krankzinnige te deen had. Hij versperde- hem
den weg met zijn groot lichaam. „Maak dat
je weg komt I" bromde hij. „Of moet ik de
politie roepen
Jack werd bijna wanhopig. „Doe de deur
dicht en lont mij hier, als je dnt wilt," zeide
hij, „maar ga in Gods naam onmiddellijk nanr
je meester. Houd hem uit dc eetkamer tot je
die doorzocht hebtEr heeit zich daar een
moordenaar verborgen
Monahon's hersenen werkten maar heel lang
zaam. Vol achterdocht stond hij naar Jock te
kijken.
„Ga dan toch I Ga dan toch 1" gilde Jack.
Een schot klonk in het huis, schijnbaar vlak
achter Monahan.
„Te laat I" riep Jack.
Het geluid van het schot electriseerde den
longzaam denkenden huisbewaarder tot daden.
Hij keerde zich om cn vloog weg van de deur,
die hij open liet stnan. Jack volgde hem. Dc
eetkamer log, zooals hij van den plattegrond
wist, naast de hol]. Toen Ivlonahon de deur
open deed. drong tot Jack's brein als in een
flits het beeld door vnn ccn man, die met een
pistool in zijn hond stond, en van een ander,
die voorover op den grond lotf.
„Pak hem I" riep hij instinctief.
Maar toen de staande man hem binnen hoor
de komen, keerde hij zich om en Jack zag, dat
het Delamare was, bleek, mour kalm.
„O, u bent ongedeerd I Goddank I" riep
Jack. De plotselinge reactie deed hem bijna
flauw vallen. Hij moest zich vastgrijpen oan
den deurpost.
„Jij. Robinson zeide Delamare met een
zachte, vasté stem. „Was jij hiervan op de
hoogte
„Tien minuten geleden heb ik het ontdekt.
Ik ben zoo gauw als ik kon gekomen".
„Ken. je hem vroeg Delamare, wijzend
naar den man op den grond.
„Lk geloof het wel. Keer hem even om".
Monahan deed het en zooals Jock verwacht
had, zag hij het bleeke, vertrokken gezicht van
den half krankzinnigen jongen man, met wien
hij vriendschap had probeeren te sluiten. Zijn
oogen waren dicht.
Jack knikte. „Hij heet Berg. Is hij dood
Delamare schudde glimlachend zijn hoofd.
„Neen, alleen maar verdoofd. Ik heb hem met
zijn eigen pistool een klap op zijn hoofd gege
ven. Hij is niet sterk".
Medelijden maakte zich van Jack meester.
„Arme kerel I Arme kerel I" prevelde hij. „Hij
is de echte moordenaar niet".
„Dat dacht ik wel", zeide Delamare.
Dan zag Jack plotseiing een donkere vlek op
de mouw van Delamare's jas boven den elle
boog. „U bent gewond riep hij uit.
Niet ernstig. Een vleeschwond. Ik kon mijn
arm vrij bewegen".
„U moet een dokter lden komen I"
Dat is goed. Monahan, bel dr. McArdlc
even op. En dan de politie I"
Inmiddels had Berg zijn oogen opgeslegcn.
Hij orevelde onsamenhangende woorden cn
zijn hoofd zwaaide heen en weer. Toen Mona
han naar de telefoon ging, kreeg Jack een in
geving.
„Wacht even I" zeide hij. En dan tegen De
lamare „Als ik een voorstel mag doen
„Laat hooren".
„Zouden we deze zaak voorloopig niet ge
heim houden
„Zeker als dat goed is voor je plannen".
„Deze jongeman is krankzinnig of ten
minste bijna. Als wij hem onder behandeling
van een hcrsenspccialiteit konden stellen en
hem door een goede behandeling zijn verstand
konden teruggeven, zou hij een onschatbare
getuige zijn tegen den man, dien we feitelijk
hebben moeten".
„Goed", zeide Delamare. „We zullen dr.
Watkins Kent nemen. Monahan, laat de politic
maar schieten I Bel eerst dr. McArdle op c-n
zeg, dat ik een ongeluk gehad heb. Zeg ver
der niets. En bel dan dr. Watkins Kent op. Zeg
hem uit mijn naam, dat hij mij een groot ge
noegen zou doen, ols hij voor een zaak von
groot belang dadelijk hier zou willen komen".
HOOFDSTUK XXXIV.
Jack, die dacht aan den kritieken toestand,
waarin hij de zaken in Forty Street achterge
laten had, wachtte niet op de doctoren, maar
liet Berg over oan de zorg van Mr. Delamare
en haastte zich terug. Hij zog, dot Tommy cn
de twee agenten inmiddels gekomen waren
maar daar zij hem niet gevonden hodden, lie
pen zij, niet wetend wat te doen, voor de deur
der kamer rond.
Ditmaal braken zij de deur open. Eén blik in
dc kamer overtuigde Jack, dot er iemand ge
weest was. Ofschoon zijn afwezigheid niet veel
meer don een Kolf uur geduurd had, waren
alle papieren en kaarten verdwenen. Een nog
smeulend vuur in den haard bewees wat er
mede gebeurd was. Het ruom bij dc brandtrap
stond open.
„Hij was hier terwijl jullie hier stonden
riep Jack. „Hij heeft jullie gehoord I Nou is
hij ons weer ontsnapt. Waarom hebben jullie
niet op dc achterramen gelet
Dc detectives keken beleedigd. „Hoe kon
den wij weten wat u wilde I." zeide een hunner.
„Jij wist hetzeide Jack tegen Tommy.
Tommy liet zijn hoofd hongen. „Toen ik tc-
rugk'.vom en u niet vond, wist ik niet wat ik
doen moest", prevelde hij.
Jock zag in, dat het feitelijk niemands
schuld was. „Enfin, we zullen het nog eens
moeten probeeren", zeide hij
„U hodt ons eerder moeten roepen", zeide
dc detective.
„Het spijt me, dat ik het niet gedaan heb",
antwoordde Jack lakoniek.
Den detective ontging het ironische in die
woorden. „Vertel ons eens precies waar het
om goat, don kunnen we u met raad en daad
helpen".
(Wordt vervolgd.)