AMERSFOORTSCH DAGBLAD „DE EEMLANPER" Zaterdag TWEEDE BLAD. BINNENLAND. FEUILLETON. Het Millioe<ien - Testament. 23e Jaargang No. 142 13 Dec. 1924 Ontvankelijkheid. (Nadruk verboden). In een zijner gedichten in proza heeft de Russische dichter Iwan Turgenjeff een bit tere levenservaring omschreven. Een hand werksman houdt een gesprek met „den man met de witte handen". Hij vraagt dezen, wat hij in de arbeidersbuurt heeft te maken; hij hoort daar niet. „Kijk eens naar mijn handen!" zegt de werkman. „Zie je niet, hoe vuil ze zijn? Naar teer en mest ruiken ze! Maar jouw handen zijn mooi wit en waar ruiken zij naar?" De ander steekt hem de hand toe en zegt: „Ruik maar!" „Wat is dat?" roept de werkman uit. „Ze schijnen zoowaar naar ijzer te ruiken." „Inderdaad," antwoordt de ander, „naar ijzer. Zes jaar aaneen waren zij in ketenen geklonken." „Waarom dan?" „Omdat ik mij jelui welzijn aantrok; om dat ik jelui wilde bevrijden, jelui onweten de arme menschen; omdat ik tegen jelui verdrukkers opstond, werd ik in ketenen geslagen." „Tja!" zegt de handwerksman, „wat moest je ook opstand maken!" Twee jaar na dit gesprek ontmoeten twee arbeiders elkaar. „Herinner je je nog, Pe ter," zegt de een tegen den ander, „hoe twee jaar geleden zoo n dagdief met witte handen met je heeft gepraat? Nou, die wordt vandaag opgehangen." „Heeft hij weer opstand gemaakt?" „Ja, dat zal wel." „Weet je wat we doen moesten, Dmitry? We moesten zien den strik te krijgen, waar aan hij is opgehangen. Ze zeggen, dat zou- iets geluk aanbrengt." Aan dit verhaal van Turgenjeff moest ik denken, toen ik kortgeleden het verslag las, dat de directeur van een bekende instelling voor volksontwikkeling heeft uitgebracht omtrent het onder zijn leiding ondernomen werk in een clubhuis voor de rijpere jeugd Met een werkelijkheidszin die hem siert, geeft deze man het onopgesmukte relaas van zijn wedervaren met volksjongens zoo tusschen de vijftien en twintig jaar. Het is troosteloos werk, deze arbeid. Want de meerderheid der jongens blijkt on danks alle met toewijding en volhardendheid voortgezette pogingen, tot geen geestelijke inspanning in staat en zonder belangstel ling voor eenige idcëele zaak te wezen. En erger is de algemeene onverbeterlijkheid ten opzichte van het laffe, slappe karakter, dat deze jongens kenmerkt. Als zij op een ver grijp of verzuim worden betrapt, ontkennen ze; loochenen alles, zelfs wat zoo klaar als de dag is. „Zoo'n jongen," zegt de schrijver, „wil u liever in een natuurwonder laten gelooven dan in zijn schuld. Want hij is onoprecht. Weinig dingen gaan mij zoo aan 't hart om te moeten constateeren als dit." Fierheid, of fervaardigheid, dapperheid zijn hem vreemd Voor de geringste diensten, die hij aan zijn eigen kring bewijst, vraagt hij geld. Hij kankert spoedig en neemt het nooit voor het gezag op. Dat hij zijn makkers niet ver raadt, komt niet uit gemeenschapsbesef, maar eenvoudig uit bangigheid om in een zaak te worden gemengd. Hij schiet in zijn plichten te kort en leelijk ook. „Het huis heeft aan zijn groote jongens niets gehad," besluit de directeur. „Wel de den ze natuurlijk wat hun werd opgedra gen, maar nooit ruiterlijk, nooit ferm. Er viel niet op te rekenen. Nooit stonden ze voor een taak; ze deden alleen wat hun was opgelegd op de wijze van een slpcht ambtenaar, die alleen z'n reglementen toe past." Wanneer men bedenkt, dat deze directeur een man is, die alleszins berekend is voor zijn taak en wien men onmogelijk van pes simisme kan beschuldigen, dient men toe te geven, dat de ontvankelijkheid voor wat men ontwikkeling of veredeling noemt, geens zins gemeengoed is. Zoowel onder volwas senen als bij de jeugd blijft zij uitzonde ring. Deze uitspraak beleekcnt geen kleinee- ring van het volk in het aigemeen, maar is een natuurhistorisch gegeven. Er is een tijd geweest, waarin men bij zijn beschouwing omtrent de menigte uitging van een utopis tische veronderstelling. Men meende te goe der trouw, dat alle menschen zender onder scheid vatbaar waren voor het hoogste. De leuze der gelijkheid paste men ook toe op de geestelijke gesteldheid. In kiem waren alle burgers even goed van verstand, ge voel en karakter; het kwam cr slechts op aan, deze kiem tvj allen tot ontwikkeling te brengen. Ieder mensch was van nature godsdien stig, van nature goed, van nature verstan dig. Maar de volksvrienden, die hun arbeid op deze veronderstelling grondvestten, zijn bedrogen uitgekomen. Ontgoocheling noop te hen, hun theorie te herzien en aan de harde werkelijkheid te toetsen. De werkelijkheid leert, dat de zelfopoffe ring van Turgenjeff's revolutionnair geen bres schiet in het Russische volksbijgeloof en de Russische volksdomheid; dat de lei ders van een jeugd-insti tuut machteloos blij ven tegen een algemeene slungelachtigheid; dat het percent geloovigen in een kerk en het percent belangstellenden in een vereeni- ging noodwendigerwijs gering is. Hieraan helpt geen lievc-moedercn. Even min als het gros der menschen van nature de lichamelijke volmaaktheid van een Orieksch godenbeeld kan bereiken, kan de massa in geestelijk opzirht boven eigen na tuurlijke onvolkomenheid uitgroeien. Wie met dit stellige gegeven rekening houdt, be spaart zich teleurstelling. Bcteekcnt dit echter, dat men alle pogin gen tot volksveredeling en volksontwikke ling moet staken? Turgenjeff's revolutio nair ijverde door, ook na het ontnuchterend gesprek met den werkman; hij ijverde door tot hij zijn geloof in het volk met zijn leven betaalde. De directeur van het clubhuis gaat, ook na zijn mistroostig verslag, voort met zijn levenswerk. Predikanten blijven preeken voor leege kerken, tooneelspelcrs offeren hun kunst voor leege zalen, volks voorlichters spreken hun woord ondanks miskenning en onverstand. Zij doen het eenige wat wij allen kun nen, elk naar zijn gaven en elk op zijn eigen terrein: het kleine percent der ontvankelij- ken een kans geven; de vatbaren ontdek ken; doen, wat de zaaier uit de gelijkenis deed, die wist, dat het grootste deel van het zaad op steenachtige plaatsen en tus schen doornen valt, maar toch doorging met zaaien. H. G. CANNEG1F.TER. Brieven uit Rotterdam. Heijermans-hcrdenking cn „Op Hoop van Zegen", Kunstsubsidies. Uit den raad. Onze omnibussen en de R.E.T.M. De loonen van het gemeentepersoneel, de cloorbraak- plannen en een tunnel. Een prijs vraag. 7. Kurpershoek t- De veronderstelling lijlct niet gedurfd dat de leze van de Heijermansherdenking meent nu wel voldoende te weten; cn toch kan ik, die welke hier plaats had niet verzwijgen, omdat hier, in Hcijermans' geboortestad, in denzelf den schouwburg waar zijn eerste stuk werd uitgefloten, thans de première is gegaan van „Op Hoop van Zegen" gespeeld door Rotter- damschc tooneelisten. Met opzet is hier het woord première gekozen, omdat dc opvatting van de spelers bij het Rotterd. Hofstad Too- neel aanzienlijk verschilt van die van het ge zelschap dat Heijcrmans' stukken tot dusver op de planken bracht. Het is wonderlijk, dat het zoolang moest duren éér een Rotterdamsch gezelschap Hcijermans speelde, cn het zal wel mee daaraan zijn te wijten, dat de thans over ledene weinig voor zijn geboortestad voelde. De heer H. Dekking sprak voor het voet licht de herdenkingsrede uit, die door de aan wezigen de schouwburg was uitverkocht en de Burgemeester en zijn echtgenoote bevonden zich onder dc bezoekers staande werd aan gehoord. Natuurlijk zou het heel moeilijk geweest zijn voor mevr. Tartaud-Klein, die de ro! van Knier tje had, om mevr. Esther De Bcer-Van Rijk in haar opvatting van de rol na te volgen. Zij heeft van Kniertje een anderen naam gemaakt, minder fel, minder hard in schijn; meer de door het leven gebroken figuur, milder daarom, cok tegenover haar zoons. Zij belijdt het onafwend bare, meer dan zij het verdedigt, en in die op vatting gaf mevr. Tartaud de verrassing van een andere Kiertje-figuur, die wist te bcelen cn te ontroeren tevens. De Barend van Jacq. Snoek was goed, de beide diakenhuis mannetjes van Theo Frenkel en Jaap v. d. Poll waren uitstekend. Van enkele anderen was het spel minder. Het stuk vraagt bijzondere figuren Verstraete b.v. is alleen hierdoor al minder geschikt voor de rol van Geert. Zondag heeft de federatie van de S.D.A.P. in het Grand Theatre Hcijermans herdacht. De zaal, die meer dan 1200 personen kan be vatten, was overvol; en ook heeft de burge meester in de laastgehouden vergadering van den raad waardeerende woorden aan den ge storvene gewijd, nadat de heer van Ravesteijn gevraagd had een Straat naar den overleden auteur te noemen wat gebeuren zal. Dit alles viert Rotterdam. Maar het wreede toeval wilde, dat juist in deze vergadering ook kunst subsidies werden behandeld; en daarbij toonde de tweède stf.d des rijks zich de smalle ge meente. Voorgesteld was daarvoor 40,000 gul den beschikbaar te stellen, maar dc zoon van minister De Visser, wilde dit bedrag tot f 25000 reduceeren, en het Utrechtsch Stedelijk Orkest en het Schouwtooneel van de lijst afvoeren en van het subsidie aan de andere instellingen nog wat beknibbelen. De soc. democraten wilden daarentegen de subsidies verhoogen, en stel den voor het bedrag te bepalen op f 100.000. Ten slotte is na veel loven en bieden het be drag op f 30.000 gesteld, is het amendement- De Visser om geen subsidie tc verleenen aan het Utrechtsch Orkest aangenomen met 22 tegen 20 stemmen, en fiat om geen subsidie te verleenen aan het schouwtooneel aangeno men met 2120 stemmen. Het was een klein zielige vertooning. In deze vergadering is ook hel: reglement van orde gewijzigd, om clen voorzitter de be voegdheid te geven krachtiger te kunnen op treden tegen leden als den rapaljaan Coremans. die er eer in stelt het werk van den raad te sabotceren. Deze afgevaardigde heeft in- tusschen verklaard zich aan niets te zullen storen. Hij zal, naar hij zei, deze tactiek in den raad en straks in de Tweede Kamer welk een idealistisch man! voortzetten. Een soc. dem. en een communist hebben voorstellen gedaan om den werkloozen kolen- geld te geven. De eerste wilde f 1 per week toegekend zien, de tweede f 2.50. Geen van beiden had succes. In den laatslen tijd circulccren berichten dat er tusschen liet gemeentebestuur en de directie van de R.E.T.M. besprekingen gehouden zijn over het in exploitatie nemen door genoemde maatschappij van de omnibusdiensten. De laatste zou het monopolie bedongen hebben; wij meenen dat de raad zich met een derge lijke conditie niet zal laten binden, na alles wat er tusschen de gemeente en de tram-maat schappij is voorgevallen. Het waren juist de omnibussen welke de gemeente op de been hielpen tegenover de tram, die met haar con cessievoorwaarden ongeveer vry spel had. De rollen werden omgekeerd; m nu zou de ge meente opnieuw zich binden De veronderstel ling lijkt vrij naief. Toch zijn op de geruchten alleen al de autobusdienst-ondernemers in het geweer gekomen. De omnibus is in het Rotter- damsche verkeerswezen een ding van greote beteokenis geworden. De vier grootste onder nemingen expoliteeren 30 wagens met een kapitaal van 500.000 gulden, en hebben een kleine 140 man in dienst. Wekelijks vervoeren zij ongeveer 100.000 passagiers; en als men daarbij rekent de vele kleine ondernemers dip één of twee wagens bezitten, komt men tot een cijfer dat wat het passagiersvervoer be treft sterk domineert. De groote maatschap pijen, denken er nu over samen te werken tot de stichting van één groot coöperatief bedrijf, clat dan met de gemeente zal gaan onderhan delen over trajecten, diensttijden van het per soneel cn tarieven. Maar ook hier bedreigt het monopolie den passagier. Uit de memorie van antwoord op de gemeen- tebegrooting blijkt dat voorstellen aanhangig zijn om de loonen van het geiueentepersonee) een besparing van 1.9 milliocn zou betcekcnen. Een ander merkwaardige passage is die van do doo-braak Boompjes-Beursplein, waaromtrent binnenkort mededeclingen zullen worden go daan; en deze, dat wanneer mocht blijken dat na het omhoogbrengen van de Willemsbrug, en de vernieuwing van de Koninginnebvug en de verbetering aan de veerdiensten nog geen voldoende voorziening zal zijn getroffen in hc« verkeer tusschen Rechter- en Linker-Maas- oever, tunnel-aanleg, een punt van ernstigo overweging zal moeten uitmaken. Vooral dit laatste is merkwaardig, omdat tegen dezen aanleg de bevoegde autoriteiten zich tot dus ver scherp hebben gekant; men achtte een unne! te duur cn ncendc te moeten bctwijfe len deze aanleg in onzen bodem wel mogelijk was. Er is niet veel kennis van verkeerstoe- standen voor noodig om over te hellen tot do meening clat al heel spoedig de onvolkomen heid zal blijken van de tot dusver goedgekeur de plannen. Dc tunnel zal cr toch moeten komen. Het comité tegen de zakelijke bedrijfsbelas ting heeft eenigen tijd geleden een prijsvraag uitgeschreven voor een verhandeling, waarin wordt uiteengezet op welke wijze een bedrag van 750.000 gulden in de begrooting kan wor den verwerkt, zoodat de zakelijke bedrijfs belasting zou kunnen vervallen. Er z\jn 30 verhandelingen binnengekomen die, naar ik meen te weten, geen van alle in aanmerking komen om te worden bekroond met den eersten prijs, f 500. Het is ook niet gemakkelijk nu nog nieuwe bronnen van inkomsten aan te wijzen. Onze oudste inwoner, de heer J. Kurpers hoek, die op 20 November 103 jaar werd, is Maandag overleden. Hij had zijn been gebro ken, en dat heeft zijn dood verhaast. DE TARIEF WET. Memorie van Antwoord Eerste Kamer. Verschenen is de Memorie van Antwoord op het Voorl. Verslag der Eerste Kamer nopens het w.o. tot vaststelling eener nieuwe Tarief- wet. Tegenover de door onderscheidene leden ge uite mccning, dnt het wetsontwerp een abso luut protectionistische strekking heeft, meent dc Regeering te moeten opmerken dat uitslui tend -fiscale bedoelingen bij dc indiening van het ontwerp hebben voorgezeten cn dat hierin geen wijziging is gebracht door da verande ringen, welke het wetsontwerp tijdens de be handeling in de Tweede Kamer heeft onder gaan. Men moge betreuren, dat enkele artikelen, welke tot heden of onbelust waren of waarvan werd voorgesteld ze voortaan onbelast toe te laten (bijv. spijkers, tegels, jute zakken cn jute weefsels) nader in het tarief zijn opgeno men, cn dat voor andere de bestaande belas ting zal worden gehandhaafd bij dc krachtens artikel 43, eerste lid, van het w.o. te nemen algemeenen maatregel van bestuur, doch hier bij worde niet uit het oog verloren, dnt, waar zoowel in de Tweede Kamer nis van de zijde van geraadpleegde organisaties een sterke aan drang in deze lichting werd uitgeoefend, de Regeering gemeend heeft hiermede rekening tc moeten houden. Door aan dezen, men kan wel zeggen algemeencn, wensch niet tegemoet te komen, zou het wetsontwerp in gevaar zijn gebracht Ook brengt het w.o. nanr de mecning van de Regecring geen wijziging in dc tot dusverie gevolgde handelspolitiek. Met een zoodanige wijziging zou immers het doel vun het voor stel, c.v. een technische herziening van het bestaande tarief, gepaard gaande met het ver krijgen van grootcr baten voor de schatkist, moeilijk vcreenigbnar zijn. Met betrekking tot heigeen door eenjge leden wordt opgemerkt nopens het door Italic op de vijfde Volkenbondsvergadering gedane voorstel zegt de Regcering 2ich in het alge meen gaarne aan te sluiten bij hetgeen door die leden ten gunste van het wetsontwerp wordt in het middcrv gebracht. Het voorstel door de verschillende leden bedoeld cn door Italic op de vijfde Volkenbondsvergadering tc Genève gedaan met betrekking tot in- en uit voerverboden en -beperkingen, is door dc Ne- derlondsche delegatie warm gesteund. Het komt de Regeering onder doze omstandigheden weinig vruchtbaar voor te strijden over de vraag of dit voorstel al dan niet beter door Nederland had kunnen worden gedaan. Uit den aard der zaak zal Nederland gaarne, in verband met het Italiannsche voorstel cn dc in aansluiting daaraan door de vergadering aangenomen resolutie, met ondere Staten sa menwerken om de vele bezwaren, die de handel aan de grenzen ondervindt, in tc perken. Voorts merkt de regecring op, dat een spoe dige indiening van het wetsontwerp tot vast stelling van een nieuwe Tariefwet dringend noodzakelijk was in verband met het streven der regeering om zoo snel mogelijk tot een slui- tende begrooting tc komen Voor zoover dit in j haar marht log. heeft de Regeering daarom j ook bij de verdeie behandeling van het wets- J ontwerp den noodigen spoed betracht, zonder j dat dit, naar hare mecning, ge'eid heeft tot een te haastige bchondeling dezer aangelegenheid. Zij kan het tot dc Kamers van Koophandel gerichte verwijt don ook niet tot het hare maken, alleen reeds om dezo reden, dat bij de wijzigingen, welke de regeering in den loop der behandeling van het ontwerp met do Tweede Kamer heeft voorgesteld, er vele waren, waarvan verschillende Kamers van Koophandel de noodzakelijkheid in hare uitgebrachte ad viezen hebben betoogd. Do economische toe stond van het lond moge sedert 1923 eenige verbetering hebben ondergaan, deze verbete ring is, naar het oordeel van de Regecring, nog niet van zoodonigen omvang, dat vertra ging in de behandeling van het wetsontwerp verantwoord zou zijn geweest. De minister van Finoncit-ën is ten zeerste erkentelijk voor de hem door verschillende leden gebrachte hulde. De Regecring kan zich verder geheel vereenigen met dc door deze leden daarbij gegeven beschouwingen. Dat ccn tariefverhooging tot versterking der financiën niet noodzakelijk zou zijn tc ochten, moet door den minister van Finonciën worden weerspro ken. Voor zoover de hoogero opbrengst van het nieuwe tarief niet noodig is voor het slui tend maken van het budget, ligt het in het voornemen von den minister om deze, naast de opbrengst ccner wecldc-verteringsbclosting, aan tc wenden tot verlaging van het successie recht, verlichting van den druk der verdedi- gingsbclosting cn vergrooting van den z.g. kinderaftrek bij dc Rijksinkomstenbelasting. Den leden, die zich verwonderd betoonden, dat niet tegelijk met dit wetsontwerp een vol ledig plan van omwerking cn vermindering der directe belnstingcn is voorgelegd, moge cr op worden gewezen, dot het tarief in de eerste plaats bestemd is tot dekking van het be staande tekort op het budget cn dut dc vraag, in hoeverre cr tot verlaging von directe belas» tingen kon worden overgegaan, met dc vraag naar die dekking wel is waar in verbond staat, doch in volgorde achteraan komt. Intusschen zij hieraan toegevoegd, dat unn dc plannen nopens verlaging met volle kracht gewerkt wordt cn dot, naar de minister ver trouwt, binnen korten tijd wetsvoorstellen in dio richting zullen kunnen worden ingediend. Ook de Regecring is van meening, dot be palingen nopens de mogelijkheid tot het nemen van retorsiemnatregelen of tot het uitvaardigen van invoerverboden in dit wetsontwerp niet thuis bchooren, omdat doordoor afbreuk zou zijn gedaan non de fiscale strekking daarvan. Daar omtrent deze onderwerpen groot vorschil von mecning bestoof, meent de Regcering niet te moeten vooruitloopcn op eventucclc voor stellen, welke het gevolg kunnen zijn van het door den minister van Arbeid, Handel en Nij verheid te plegen overleg, waartoe het voor nemen werd aangekondigd in 4 der Mcmorio vnn Antwoord betreffende het Tarief-ontwerp aan de Tweede Kamer. Verder behandelt dc Regcering in haar Memorie van Antwoord ccnigc Tariefposten. NEDERLAND EN BELGIR. Dc Schelde. In aansluiting aan ccn vorig bericht kon het j Vod. meloen, dot de Belgische delegatie, be staande uit de hccren prof. Bourquin van dc universiteit van Brussel, baron van Zuylen cn de Rucllc, directeur-generaal van het departe ment van Buitenl. Zaken, besprekingen zal voe ren in zake* de kwestie der Schelde. De heeren zullen Maandag te Den Haag aankomen. MET VERTREK VAN DEN HEER CHARLES BENOIST. Een ofschcidsthcc tc Rotterdam. De afdceling Rotterdam van het genootschap Nederland-Frankrijk heeft den aftredenden Fronschcn gezant Charles Bcnoist gistermiddag in de officieren sociëteit in het Purk een thee aangeboden. Zeer velen hebben van de gelegenheid ge bruik gemaakt om van den gezant afscheid te nemen. Bijna de geheele Frnnsche kolonie was oonwezig. Voorts zog men burgemeester W y- t e m n en diens echtgenoote. Nadat een strijkje het Fransche en het Nc- derlandschc volkslied had gespeeld, voerde de heer Johun de Meester namens het genoot schap Nederhu.d-Fronkrijk het woord. Spr. dankte den gezant voor alles wat hij gedaan heeft om de betrekkingen tusschen beide lan den nauwer oan te holen, cn huldigde hem als oen voorzichtig diplomoat, die zich hier te lon- de vele vrienden heeft verworven. Ds. L. P. R e i s s, voerde doorno nomens de Alliance Frcn^aise cn de Woolsche gemeente het woord. Spr. gaf uiting aan zijn gevoelens De hemel helpt nocit dengene, die niet wer ken wil. SOPHOCLES. door HULBERT FOOTNER 55 Zenuwachtig zocht hij onder dc andere pa pieren op den lessenaar naor een mogelijke aanwijzing. Hij vond een kaart, die tijdelijk uit de loketkast genomen was. Eén blik was vol doende. DELAMARE, WALTER DO COURCV Natuurlijk I Delamare had gedreigd de af persers te tarten I Dclamare's huis stond aan den noordkant van East Sixty-Fourth Street Delamare was de voornaamste spreker op het bankiersdincr van den voiigen avond geweest: Jack dacht aan zijn prachtigen moed, zijn hu mor, zijn vriendelijkheid tegenover hem zelf. „Ik heb geen tijd genoeg I" kreunde hij. Hij viel op het telefoonboek aan. Delamare's huis was er niet in opgenomen. Zooals zoo vele andere vooraanstaande mannen wilde hij thuis niet lastig gevallen worden door het op bellen van allerlei vieemden. Het is nutteloos naar dergelijke nummers te vragen aan het inlichtingenbureau. Jack probeerde de bank op te bellen, maar deze was nog niet open en hij Icon geen antwoord krijgen. Inmiddels verstre kken de kostbare oogenblikken. Hij greep zijn hced cn vloog de kamer uit het liet hem koud of al zijn werk vernietigd werd, als hij zijn vriend maar kon redden. Hij moest een half blok huizen ver loopen vóór hij een taxi vond. Deze bracht hem vlug bij Delamare's huis. De neergelaten jalouzieën zeiden hem niets van wat cr binnen gebeurde. Het was precies half tien, toen hij aanbelde. Hij bad vurig, dat Delamare zich dien dag ver slapen zou. De deur werd g-eopend door een huisbe waarder van middelbaren leeftijd met een ccnigszins grimmige gelaatsuitdrukkng, blijk baar Monahan. „Ik rnoet Mr. Delamare onmiddellijk spre ken I" zeide Jack buiten adem. „Niet thuis. Je zal naar zijn kantoor moeten gaan," luidde het vlugge antwoord. Jack kon het niet langer uithouden. „Groo te God, kerelZijn leven is in gevaar. Ik moet hem waarschuwen Monohon wist nu zeker, dot hij met een krankzinnige te deen had. Hij versperde- hem den weg met zijn groot lichaam. „Maak dat je weg komt I" bromde hij. „Of moet ik de politie roepen Jack werd bijna wanhopig. „Doe de deur dicht en lont mij hier, als je dnt wilt," zeide hij, „maar ga in Gods naam onmiddellijk nanr je meester. Houd hem uit dc eetkamer tot je die doorzocht hebtEr heeit zich daar een moordenaar verborgen Monahon's hersenen werkten maar heel lang zaam. Vol achterdocht stond hij naar Jock te kijken. „Ga dan toch I Ga dan toch 1" gilde Jack. Een schot klonk in het huis, schijnbaar vlak achter Monahan. „Te laat I" riep Jack. Het geluid van het schot electriseerde den longzaam denkenden huisbewaarder tot daden. Hij keerde zich om cn vloog weg van de deur, die hij open liet stnan. Jack volgde hem. Dc eetkamer log, zooals hij van den plattegrond wist, naast de hol]. Toen Ivlonahon de deur open deed. drong tot Jack's brein als in een flits het beeld door vnn ccn man, die met een pistool in zijn hond stond, en van een ander, die voorover op den grond lotf. „Pak hem I" riep hij instinctief. Maar toen de staande man hem binnen hoor de komen, keerde hij zich om en Jack zag, dat het Delamare was, bleek, mour kalm. „O, u bent ongedeerd I Goddank I" riep Jack. De plotselinge reactie deed hem bijna flauw vallen. Hij moest zich vastgrijpen oan den deurpost. „Jij. Robinson zeide Delamare met een zachte, vasté stem. „Was jij hiervan op de hoogte „Tien minuten geleden heb ik het ontdekt. Ik ben zoo gauw als ik kon gekomen". „Ken. je hem vroeg Delamare, wijzend naar den man op den grond. „Lk geloof het wel. Keer hem even om". Monahan deed het en zooals Jock verwacht had, zag hij het bleeke, vertrokken gezicht van den half krankzinnigen jongen man, met wien hij vriendschap had probeeren te sluiten. Zijn oogen waren dicht. Jack knikte. „Hij heet Berg. Is hij dood Delamare schudde glimlachend zijn hoofd. „Neen, alleen maar verdoofd. Ik heb hem met zijn eigen pistool een klap op zijn hoofd gege ven. Hij is niet sterk". Medelijden maakte zich van Jack meester. „Arme kerel I Arme kerel I" prevelde hij. „Hij is de echte moordenaar niet". „Dat dacht ik wel", zeide Delamare. Dan zag Jack plotseiing een donkere vlek op de mouw van Delamare's jas boven den elle boog. „U bent gewond riep hij uit. Niet ernstig. Een vleeschwond. Ik kon mijn arm vrij bewegen". „U moet een dokter lden komen I" Dat is goed. Monahan, bel dr. McArdlc even op. En dan de politie I" Inmiddels had Berg zijn oogen opgeslegcn. Hij orevelde onsamenhangende woorden cn zijn hoofd zwaaide heen en weer. Toen Mona han naar de telefoon ging, kreeg Jack een in geving. „Wacht even I" zeide hij. En dan tegen De lamare „Als ik een voorstel mag doen „Laat hooren". „Zouden we deze zaak voorloopig niet ge heim houden „Zeker als dat goed is voor je plannen". „Deze jongeman is krankzinnig of ten minste bijna. Als wij hem onder behandeling van een hcrsenspccialiteit konden stellen en hem door een goede behandeling zijn verstand konden teruggeven, zou hij een onschatbare getuige zijn tegen den man, dien we feitelijk hebben moeten". „Goed", zeide Delamare. „We zullen dr. Watkins Kent nemen. Monahan, laat de politic maar schieten I Bel eerst dr. McArdle op c-n zeg, dat ik een ongeluk gehad heb. Zeg ver der niets. En bel dan dr. Watkins Kent op. Zeg hem uit mijn naam, dat hij mij een groot ge noegen zou doen, ols hij voor een zaak von groot belang dadelijk hier zou willen komen". HOOFDSTUK XXXIV. Jack, die dacht aan den kritieken toestand, waarin hij de zaken in Forty Street achterge laten had, wachtte niet op de doctoren, maar liet Berg over oan de zorg van Mr. Delamare en haastte zich terug. Hij zog, dot Tommy cn de twee agenten inmiddels gekomen waren maar daar zij hem niet gevonden hodden, lie pen zij, niet wetend wat te doen, voor de deur der kamer rond. Ditmaal braken zij de deur open. Eén blik in dc kamer overtuigde Jack, dot er iemand ge weest was. Ofschoon zijn afwezigheid niet veel meer don een Kolf uur geduurd had, waren alle papieren en kaarten verdwenen. Een nog smeulend vuur in den haard bewees wat er mede gebeurd was. Het ruom bij dc brandtrap stond open. „Hij was hier terwijl jullie hier stonden riep Jack. „Hij heeft jullie gehoord I Nou is hij ons weer ontsnapt. Waarom hebben jullie niet op dc achterramen gelet Dc detectives keken beleedigd. „Hoe kon den wij weten wat u wilde I." zeide een hunner. „Jij wist hetzeide Jack tegen Tommy. Tommy liet zijn hoofd hongen. „Toen ik tc- rugk'.vom en u niet vond, wist ik niet wat ik doen moest", prevelde hij. Jock zag in, dat het feitelijk niemands schuld was. „Enfin, we zullen het nog eens moeten probeeren", zeide hij „U hodt ons eerder moeten roepen", zeide dc detective. „Het spijt me, dat ik het niet gedaan heb", antwoordde Jack lakoniek. Den detective ontging het ironische in die woorden. „Vertel ons eens precies waar het om goat, don kunnen we u met raad en daad helpen". (Wordt vervolgd.)

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1924 | | pagina 5