AMERSFOORTSCH DAGBLAD „DE EEMLANDER" 27 1924 TWEEDE BLAD. Dg allernieuwste idiootheid. BINNENLAND. - FEUILLETON. Het Millioenen-Testament. 23e Jaargang No. 15 (Nadruk verboden.) Toen in September 1.1. bodewijk van Deijssel de hulde ontving, die hem naar de algcmeene overtuiging van het Nederland- sche volk toekwam, herinnerde ik mij, met hoeveel spot en ergernis de Nieuwe Gids destijds werd behandeld door lieden, die van de in de Tachtigers verpersoonlijkte beweging niets begrepen. Het zou goedkoop zijn, thans op het ge slacht, dat een dertig, veertig jaar geleden in onze burgerij den toon aangaf, te sma len. Vruchtbaarder is het, uit den omme keer in de openbare meening een les te trekken, die ons cn onzen kinderen ten goede kan komen. De brave en verstandige burgers, op wie de namen Kloos, Perk of Van Deijssel werkten als een roode lap op een stier, waren volkomen te goeder trouw. Van let terkunde en letterkundige kritiek hadden zij geen bizondere studie gemaakt en alleen hierom reeds misten zij de bevoegd heid over een nieuwe richting in de lette ren te oordeelen. Zij oordeelden echter ook niet; zij weigerden eenvoudig zich met een onbevangen geest in het werk der Tach tigen te verdiepen. Hoogstens lazen ze enkc'-- zinsneden, die hun lijfblad aan haalde of die zij vonden in een daardoor voor hen ongenietbaar geworden porte feuille-tijdschrift. Maar deze zinsneden waren als bewijs van „die allernieuwste idiootheid" reeds erg genoeg. Toen ik las, hoe bij het jubileum van Lodewijk van Deijssel verschillende thans op hun hoogtepunt staande publicisten den schrijver erkentelijk zijn, omdat zij in hun jeugd door zijn baanbrekenden arbeid zich den toegang zagen geopend tot voor heen onbekende domeinen, waarheen zijn bezieling hen dreef, besefte ik, jioeveel ik heb gemist, doordat Van Deijssel de eerste kwarteeuw van mijn leven een gesloten boek voor mij is geweest. Ontegenzegge lijk is nimmer goed te maken, wat ik in mijn jeugd door de ontstentenis van zijn bezielenden invloed heb ontbeerd. De oorzaak van dit tekort in mijn. op voeding was, naar ik nu weet, overdreven piëteit. Het heeft mij geroerd, hoezeer Lodewijk van Deijssel zijn vader vereerd heeft en hoe hij zijn arbeid beschouwde als een voortzetting, op zijn persoonlijke wijze, van zijns vaders werk. Ik behoef mij dus een dergelijke piëteit niet te scha men. Maar de gehechtheid aan het ouder- Jiuis, waar, gelijk in de meeste ouderhuizen mijner tjjdgenooten, de nieuwe beweging, louter wijl zij nieuw was, spot en ergernis wekte, stond mijn kennismaking met haar in den weg. Ik voelde, hoe een verloochening van het dierbare oude een verloochening van mijn ouders, en hoe ontvankelijkheid je gens het nieuwe, heulen zou zijn met den aanrander van mijns vaders gemoedsrust. Daarom bleef ik, schoon met een vaag besef van mijn ongelijk, Van Lennep en Tollens trouw. Mischien is deze bekentenis leerzaam voor de ouders, die op dit oogenblik sma lend staan tegenover de nieuwe cultuur verschijnselen, die over dertig of veertig jaar door de gansche burgerij even offi cieel zullen zijn erkend als de thans gede coreerde Van Deijssel. Futurisme, ciibisme, communisme in één opzicht zijn ze herhalingen van bewe gingen als de Nieuwe Gids, de vrouwen emancipatie en de sociaal-democratie, wel ke onze ouders prikkelden en ontstemden, zonder andere reden dan wijl ze een ande ren geest openbaarden dan die waarin dezen waren opgevoed. Evenmin als ik van mijn vader zou hebben geëischt, dat hij de Nieuwe Gids begreep of waardeerde, verg ik van de tegenwoordige vaders begrip of waardec- ring van de cultuurverschijnselen, die hun op hun beurt ongewoon aandoen. Maar wat ik meen le mogen vergen, is. dat zij hun geprikkeldheid ten overstaan van hun kinderen beheerschen. Dat zij niet mei hoon of toorn tegemoet treden datgene wat hun kinderen veertig jaar later ge noopt zullen zijn officieel te erkennen. Onze kinderen behooren aan het nieuwe geslacht, en voor de toekomst is het, dat wij ze hebben voor te bereiden. Niet met ónze meening zullen zij volwassen gewor den, hebben rekening te houden; niet van ónze geestesgesteldheid het kenmerk heb ben te dragen. Kunnen wij den nieuwen geest niet begrijpen, wij zijn, als toe- behoorend tot het verleden, ten volle ver ontschuldigd. Het eenige wat wij voor de toekomst hebben tc doen, is de ontvanke lijkheid onzer kinderen zoo groot mogelijk maken. Laat ons hun het onnoodig conflict be sparen te moeten kiezen tusschen ons en de noodwendigheid; laat ons den ontwik- kelingsstrijd niet pijnlijker maken door er een persoonlijk karakter aan tc geven. De cultuurverschijnselen van den dag zijn oneindig veel meer dan persoonlijke aangelegenheden van ouders, wier grieven en geprikkeldheden ten overstaan van het grootsche evolutie-proces der historie mis plaatst zijn. Dit te bedenken is onze opvocdersplicht. Opvoeden kan slechts geschieden in een sfeer van eerbied en waardeering ook voor het onbegrepenen, dat voor óns verborgen zal blijven, maar eenmaal onzen kinderen zal worden geopenbaard. H. G. CANNEGIETER. Brieven uit Rotterdam. Onze glorie. De vrijwillige brandweer cn liaar mannetjes. Een aardig voorstel. Sombere schat kistbewaarders. Verkeerde ver andering. Zuinigheid. Pernis. Iedereen buiten Rotterdam weet dat wij een tekort van vijf en een half millioen heb ben cn dat de Raad de bcgrooting behan delt, hetgeen voorloopig alleen beteekent dat de verschillende politieke partijen hun on schuld aan deze schuld nadrukkelijk publiek maken, door eraan te herinneren dat zij door middel van hun partijbonzen herhaaldelijk hebben gewaarschuwd, dat het verkeerd zoit gaan als men niet naar hen wilde luisteren; en iedereen verwacht dus dat men, sprekend over de grootc havenstad, iets van de alge- meene beschouwingen in den Raad zeggen zal, als betreffende zaken van het meeste, gewicht. Het valt niet te ontkennen dat de Raad belangrijk is, maar van het meeste gewicht is hij stellig niet. Ver boven hem uit rijst onz.e vrijwillige brandweer. Niet al leen omdat er veel meer menschen aan mee doen dan aan de beraadslagingen in ons gemeentehuis, maar omdat dit een instituut is, waarop we trotsch zijn. Zeker, wij geven onmiddellijk toe dat de v.ijzc waarop dit instituut naar bititen treedt weinig reden geeft tot deze trots. Het eenigszins antiek geworden kastje, dat met groot rumoer over de hobbelige keien van onze straten bonkt, met een aantal hijgende mannen er voor en er achter, de hoofdman, kenbaar aan een leeren band met witte letters om zijn pot- hoedje, er boven op, dit rammelende stelle tje, dat schijnbaar in een slakkengangétje naar den brand rijdt, het werkt dikwijls cp de lachspieren van den vreemdeling. .Maar de man weet niet hoe onze vrijwillige brand weer op den brand is getraind. De geoefen de, dat wil zeggen de practisch ervaren brandweerman' ruikt den brand niet alleen, hij heeft een zintuig dat hem waarschuwt wanneer er brand op til is; op dat zintuig vertrouwt hij. de spuit met al haar spuitgas ten rukt er op uit, en het leidt hem langs allerlei wegen naar het perceel dat, wan neer de wagen is gearriveerd, net wou gaan branden. Let wel toen de spuit uitrukte was er nog geen sprake van brand. Het 'gebeurt zelfs dat de spuit te vroeg komt, en dat men nog even moet wachten voordat er een vlammetje is te zien. Dit instinctma tig bespeuren van vernielend vuur zal in steden vaar men een beroepsbrandweer heeft niet bestaan. Daar is het ook minder noodig. Het is hier den mcnsch geschonken, oindat deze er behoefte aan had en het heeft zich langzaam-aan, van vader op zoon, ont wikkeld tot een specifiek Rotterdamsche eigenschap, of liever een eigenschap van Rotterdammers; waar.oor de burgerij niet dankbaar genoeg kan zijn. Want we doen het hier op een koopje. De hoofden krijgen geen loon, de geaffeeteerden alleen pr.e- miën Zoo staat er op de begrooting voor '25 gitaamd; f29.390 voor belooningen en premien, terwijl voor de beroepsbrandweer de stoombrandspuiten aan loon f 139.200 uitgetrokken is. Natuurlijk is er altijd een zekere rivaliteit tusschen perso neel van brandspuiten en dat van stoom spuiten: 't eerste is voor het kleine, veel voorkomedde werk de rubriek kleine brandjes is uitgebreid in de Rotterdamsche bladen, het tweede voor de grootc bran den. Het is een prettig gezicht, het uitrij den van zoo'n stoombrandspuit met haar luid galmende bel, terwijl een rosse glo!d van vuur cn vlammen van den ketel onder den wagen uitwaait, en de brandweerman nen en als stoere ruiters met zware helmen op staan. Toch zijn deze spuiten niet mo dern, en zij voldoen maar matig. Vandaar dat hoofdlieden van de brandweer, na deze kwestie met deskundigen te hebben beke ken, voorstellen en nadat verscheidene ma len proeven waren gedaan, met verschillen de nieuwe systemen, een voorstel deden aan B. en W. Men wachtte gespannen deze be grooting af, en nu blijkt er voor nieuw ma teriaal f 1800 uitgetrokken. Dit heeft velen teleurgesteld, anderen ontstemd. Het heeft een zakenman op het idee gebracht, de gemeente f 18000 voor een nieuwe motorspuit aan tc bieden als rente loos voorschot, onder conditie dat elk jaar f 1000 zal worden terugbetaald en dat deze zakenman het recht heeft op deze spuit een reclame voor zijn onderneming aan te brengen. Men zou allicht vermoeden dat deze gulle stadgenoot dit aanbod niet gedaan had wanneer hij beter op de hoogte ware ge weest met wat er voor reclame wordt be taald. Maar dat weet hij beter dan iemand anders; doch zóó slecht, dat wij een derge lijk aanbod zouden moeten accepteeren, staan we er gelukkig nog niet voor. Want en hier zijn wc dan meteen midden ii> den gemeenteraad ofschoon onze wethou der van de schatkist van verschillende en zelfs nauw verwante zijde is besprongen, waarop hij,slechts heeft gereageerd door zijn senatorshoofd bedenkelijk te schudden en droef te staren, aan het einde van de beschouwingen zal men nog tot de conclu sie komen dat het niet zoo erg is als het wel lijkt. Al onze wethouders van financiën waren somber. Mr. van Aaltcn, die den in druk geeft dat 't aütx wel beter zou ge weest z.'in indien mefthém niet voor mr. v. d. Hoeven verloochend had was ook niet vroolijk. Waarschijnlijk valt het dus nog wel mee. Onze deftigste sociëteit. Amicitia, heeft zich vercenigd met tic officierensociëteit: een gevolg van financicele en democratische overwegingen. Toch was er nog een sterke partij tegen deze samensmelting; 11 Amici- tialeden verzetten er zich tegen, 17 verklaar den zich er voor. De Maasbrug is bijna klaar, wat het nieu we wegdek betreft. De verandering van de verkeersbanen blijkt een groote verslechte ring. Vroeger lag er een trambaan aan ei ken kant, waardoor men een breed vak in het midden hield voor handwagens e. d. Nu liggen de trambanen in 't midden naast el kaar, met den voorgeschreven afstand van SO c.M. er tusschen; aan eiken kant is nu een strook die te smal is voor breede wa gens, waarbij dan nog komt dht de tram links dus tegen den haar passcerenden stroom in, rijdt. Het i; een chaotische war winkel geworden. Er zijn vele inzendingen voor de ideeën- prijsvraag voor de tweede brug -de Ko- ninginnebrug over de Koningshaven die zal worden vernieuwd. Men is zeer benieuwd naar het rapport van de jury; dat nog een poosje op zich zal laten wachten. En intusschen zijn voorstellen bij den Raad gekomen voor verbetering van de veerdiensten tusschen beide oevers, waaruit dus blijkt dat, althans voorloopig, niet meer gedacht wordt kan een tweede brug over de Maas. Maar ook deze voorstellen zijn aar den zuinigen kant, gelijk alles wat in de laatste jaren van B. en W. komt. Een zui nigheid welke aan den groei van onze stad, aan haar ontwikkeling als groote haven, en de toekomst afbreuk moet doen. Volko men in deze lijn is het dat de wethouder van financiën niet veel voelt voor de an nexatie van Pernis, waarvan de gemeente raad het verlangen daartoe heeft te kennen gegeven. Onze nieuwe havens liggen daar geprojecteerd vandaar dat de ove rige leden van het college het belang van annxeatic wel terdege inzien. De Staatscourant van heden 24 Dec. bevat o. n. de volgende Kon. besluiten: op verzoek eervol ontslagen mot dank mr. F. B. Evers, als secretaris van den Voogdijraad to Middelburg; op verzoek eervol ontslagen mr. F. F. baron de Smeth als gezanlschapsattochc; op verzoek eervol ontslagen met dank C. J. A. Weijgers, als inspecteur van het kadaster bij het departement van Financiën; op verzoek eervol ontslagen E. J. Th. Dijkhof als adjunct-commies aan het departement von Financiën; benoemd tot leernar ann de R. H. B. S. tc Amersfoort J Melchior te Znondijk; benoemd tot officier in de Ornnje-Nassou- orde dr. E. van Dieren, arts tc Amsterdam; bevorderd bij het departement van Arbeid, Handel en Nijverheid tot hoofdcommies de commiezen mr. F. A. van Dijken, mej. J. A. Isbrucker en C. H. F. Stoutencr; tot commies de adjunct-commies C. Rientsma; tot adjunct-com mies de klerk mej. A. H. M. H. J Nieberding; tot adjunct-commies de commies W. C. J. Pol man; voorts bij den dienst der Werkloosheidsver zekering en arbeidsbemiddeling tot hoofdcom mies de commies mr. E. H. Ph. Boschloo cn tot controleur de adjunct-commies H. Hozel- hoff. DIPLOMATIE. De Ncderlanr'schc gezant in Constantinopcl. De Nederlondschc Gezant in Turkije, Mr. W. B. R. van Wclderen, Baron Rengert, die eenige tijd r t verlof hier tc lande heeft vertoefd, is tc Constantinopel teruggekeerd cn heeft d^ lei ding van het Gczontschop wederom op zich ge nomen. Waarneming Fronsch Gezantschap. Na het aftreden van den heer Charles Benoist als gezant von Frankrijk te 's-Gravcnhnge is met l)et beheer de Fransche legatie belast de heer Maxime Duboil Ie secretaris van het Ge zantschap. DE GOUVERNEUR VAN SURINAME IN ONS LAND. Zijn terugkeer near Suriname. Vrijdag 23 Januari e.k. zal de gouverneur van Suriname, mr. A. J. A. A. baron van Heemstra, dve hier tc lande met verlof vertoeft, per s.s. „Stuyvesant" uit Amsterdam naar de Kolonie terugkeeren. NEDERLAND EN BELGIË. X)e Belgische delegatie in den Maag. Het B.T.A. seint ons uit Brussel De delegatie van Belgische reg'eeringambtenaren, die zich naar den Haag hacfden begeven om voeling te krijgen met Ncderlandsche college's cn het ter rein te effenen voor het hervatten ven do Ne- dcrlondsch-Belgische onderhandelingen, is le Brussel teruggekeerd. Volgens de .,Soir" is de indruk, door deze eerste besprekingen gewekt, gunstig. De onderhandelingen zullen 15 Januari her vat worden v Een gemengde commissie van toezicht op dc Schelde Uit Velzen wordt gemeld d.d. 23 dezer Naar de Tel. uit Brussel verneemt, verwacht men daar in officieele kringen binnen kort de instelling vnn een Nederlandsch-Belgische com missie van toezicht op de werken op het Neder- londsche deel van de Schelde. DE „RICHTIGEHEFFING DER DIRECTE BELASTINGEN. Bij verwerping von het ontwerp een winsthcffing In de'Memorie vnn Antwoord aan de Tweede Kamer betreffende het wetsontwerp tot bevor dering van de richtige heffing der directe be lastingen, verdedigt minister Colijn dc in het wetsontwerp gekozen ïormuleering, die vrij waart voor toepassing der bepalingen in gev-:- len, die er ..aór den gees, der wet niet onacr moeten vallen zoo, indien men te doen heelt met een familie-vennootschap, waarvan vast staat, dat zij niet met ccn anti-fiscaal doel is opgericht, of wel met ccn publieke naam- looze vennootschap, die een zeker jaar om bij zondere redenen minder uitkeert dan een be hoorlijk deel horer winst- Indien het wetsvoorstel niet de instemming der Staten-Gcneraol mocht verwerven, zol de minister zich genoodzaakt zien tot het in ern stig beraad nemen van de vervanging der di vidend- cn tanticmc-belasling door een winst belasting. Aan het vcrlungen, in het voorloopig verslag uitgesproken, dat niet de raden van boroep, doch de civiele rechter zal worden belast met de rechtspraak over de uitvoering dezer wet, kan de minister niet voldoen. Near aanleiding van 't aangevoerde bezwaar met betrekking tot het feit, dat ook op rechts handelingen, die vóór 1 Mei 1924 zijn verricht, de wet van toepassing zal zijn. deelt dc minis ter mede, dat hij er niet toe kan overgaan, do wet in dit opzicht tc beperken. Het gaat niet aan, dat degenen, die vroeger tot dergelijke praktijken hun toevlucht hebben genomen, daarvan in lengte van dogen bliivon profitec- ren. Wel worden de z.g. rechtshandelingen, vóór 1 Mei 1924 verricht, door deze wet onaangetast gelaten, voor zooveel dc gevolgen aangaat, die zij voer dien dag hebben teweeggebracht. In ccn begeleidende nota van wijzigingen wordt voorgesteld, in art. 2 in plaats van vcr- ecniging of maatschappij te lezen: verccniging, maatschappij of stichting. BEGROOTING BOUWFONDS BINNENL. ZAKEN EN ONDERWIJS. Eindcijfer 2,037,172. Ingediend is de begrooting van inkomsten en uitgaven von het Bouwfonds voor de departe menten van Binncnl. Zaken en Landbouw en van Onderwijs, Kunsten cn Wetenschoppen voor het dienstjaar 1924. Het eindcijfer der begrooting bedraagt 2,637,172. ONDERWIJSWET EN ARBEIDSWET. Overbrugging von het hiaat tusschen bcicc wetten. Volgens „De Tijd" is tb Regeering voorne mens over te gaan tot instelling van eenc com missie die „het hiaat tusschen Onderwijswet en Arbeidswet zcl trachten te overbruggen". EEN LEEMTE IN DE OUDERDOMSWET. Antwoord op vragen ven BukkerNort. Mevr. Op vragen van het Tweede Kamerlid, me vrouw Bakker-Nort Acht dc minister het geen leemte in de Ouderdomswet 1919, dat na intrekking von de premicvrije ouderdomsrente von den man, krachtens art. 33, sub. a, de vrijwillige ouder domsrente zijner vrpuw van 2.50 per week niet tot 3 per week kan worden verhoogd Zoo ja, is'dan de minister bereid tot wegne ming van deze leemte in dc Ouderdomswet 1919? hoeft de minister van arbeid, handel cn nij verheid geantwoord Ondergetcckcnde beantwoordt de beide vra gen in ontkennenden zin en dit op grond van de navolgende overwegingen. Artikel 33a der Ouderdomswet 1919 wordt door het bestuur der Rijksverzekeringsbank toe gepast ingeval blijkt, dat degene, die in het genot wérd gesteld van de kostelooze ouder domsrente, als bedoeld in artikel 28 der Ouder domswet 1919, of in de artikelen 369 en 370 der Invaliditeitswet, of diens echtgenoot, hetzij reeds ten tijde van de toekenning dier rente was, hetzij na die toekenning werd aangeslagen in de vermogensbelasting of in de Rijksinkom- stenbelasting naar een inkomen van 1200 gul den of meer. In het eerste geval heeft derhalve de rente trekker een rente genoten waarop hij in ver band met zijn welstand geen aanspraak had, terwijl in "het tweede geval zijn omstandigheden zoodanig zijn verbeterd, dat in het algemeen En hij, die wacht tot men zijn taak hem wijst, zal sterven eer zijn boodschap is vervuld. LOWELL. door HULBERT FOOTNER G3 Evers' gelaat toonde geen verandering. Mis schien had zijn intuïtie hem gewaarschuwd voor wat er komen zou. Maar niet aldus Mi riam. Een afschuwelijke kreet ontsnapte haar. „Wie wie is dit dan hijgde zij, op Bo bo wijzend. „En wie ben ik „Ik ken den waren naam von den jongen man niet. Mr. Norman heeft hem geënga geerd om zijn plaats in te nemen, ten einde zijn handen vrij te hebben om de moordenaars van Silos Gyde te ontdekken." Nu was het met Miriam's trots gedaan. Alle Llcur verdween uit haar gloat. Kate dacht, dat zij vallen zou, en kwam ccn stap naar haar toe. Miriam's oogen flikkerden van haat en Kate deinsde terug. „Wat zullen we met dezen man doen?" vroeg de brigadier. „Breng hem naar het hoofdbureau," zeide Jack. „Let echter goed op hem, want jc hebt met den handigstcn schurk van Amerika fe doen I" „Zeer verplicht voor het compliment," zeide Evers koelbloedig. „Maar mag ik u eerst een oogenblik onder vier oogen spreken „Neen, Jack, neen I" riep Kate onwillekeu rig. Jack wierp haar een geruststellenden glim lach toe. „Fouiller hm of hij wapens heeft," zeide hij. De detectiven vonden niets anders dan een klein zakmesje. „Go in de voorkamer," zeide Jack tegen ^Evcrs. „Je behoeft niet te probceren uit het raam te vluchten, want er stoan nog vier de tectiven in de straat. Hij gaf den anderen een wenk bij de deuren te blijven. Dan volgde hij Evers. Midden in den blauwen salon keerde Evers zich met zijn vreemden glimlach om. „Je wilt mc zeker de hand niet drukken I" Jack was perplex. Hij voelde, dat hij geen sympathie voor dien man mocht hebben cn toch had hij die. „Je moet toch ergens een grens trekken," prevelde hij. ,,En jc hebt toch mijn weldoener vermoord I" Evers liet zich daardoor volstrekt niet uit het veld slaan. „Kom nou Met den ouden Silas Gyde is toch voor de gemeenschap niet zooveel verloren gegaan. En hij werd toch pas je weldoener, toen ik hem uit den weg ge ruimd heb." „Daar kan ik met jou niet over redeneeren," zeide Jack koud. „Een moord is een moord." „Enfin, door wou ik ook niet over praten. Ik wou het over mijn vrouw hebben. Ik zweer je op mijn woord van eer, dat zij nooit gewe ten heeft wat ik gedaan heb. Zij dacht, dat het smokkelen was en geen eene vrouw be schouwt smokkelen als een misdaad. Zij is drie-en-zestig en heeft een hartkwaal. Laat haar met rust „Ik zal doen wat ik kon," zeide Jack, die zich hoe langer hoe minder op zijn gemak voelde. „Maar ik kan niet zeggen wat het pro ces uitbrengen zal." „Er zal geen proces zijn," zeide Evers kalm. „Wat 1 Je bedoelt Evers glimlachte slechts. Jack keerde zich half om, als om hulp te roepen. „Wacht even 1" zeide Evers scherp. „Jij hebt gewonnen. Kan je nu niet een klein beet je edelmoedig zijn Kom niet tusschenbeide! Laat ik mijn misdaden op mijn eigen manier boeten f De quaestie bij mij was, dot ik de verveling van een fatsoenlijk leven niet ver dragen kon. Moor ik ben geen lafaard. Ik heb altijd geweten welke straf erop stond. Ik was erop voorbereid ieder oogenblik te boeten." ,,Ik zal hiet tusschenbeide komen," zeide Jack zacht. „Donk je, nog één ding." Hij stak Jack twee sleutels cn een stukje papier tóe. „Dat zijn de sleutels van mijr\ safe in de Windsor De posito Vaults. Getal en woordcijfcr stoan op het stukje papier. Alles wat ik bezit is in die sa fe. Mijn vrouw heeft een lijfrente. Er ligt onge veer voor een bedrag van een half millioen. Van wie zc zijn weet ik niet meer. Maar neem ze en doe er een goede daad mede. Bouw een huis voor hulpbehoevende millionnairs of iets dergelijks." Jack moest ondanks zichzelf glimlachen. „En ga nu mede I" In de kamer ernaast werd Evers geboeid en dan tusschen twee detectiven in weggeleid. De oude vrouw nam haar hoed cn mantel en volgde hen. De brigadier knikte in dc richting van Miri am. „En zij Jack aarzelde. „Zij heeft geprobeerd u neer te schieten, niet V' „O, op zoo'n kleinigheid let ik niet." Bobo, die nog steeds verbijsterd zat, keek nu op. „Jack, laat haar vrij," smeekte hij. 'Jack keek naar Kate cn zij knikte onmerk baar. „Alleen die eene gevangene moor, briga dier I" zeide Jack. „Tegen deze heb ik nog geen bewijsmateriaol genoeg." Delamarc gaf Jack de hond en ging met den brigadier weg. Dc twee jonge paren bleven al leen. Jack wos bang iets te zeggen uit vices, dat het den schijn hebben zou, dat hij óver hen wilde triompheeren. Kote gaf hem een wenk, dat het het beste zou zijn, als zij gin gen. „Wacht even 1" zeido Jack. Hij keek Bobo met een lachenden blik in zijn oogen aan. „Bo bo, jij en ik zijn bondgenooten geweest in een gevaarlijke onderneming. Ik kon niet precies zeggen, dat je me altijd geholpen hebt, maar er waren verzachtende omstandigheden. En ik veel mc eenigszins verantwoordelijk om je een leven van weelde te geven. Daarom zal ik een vijf-cn-twinlig duizend dollers rcr.te op je vastzetten. Daar moeten jij cn Miriam von kunnen leven. Wil jc bij hem blijven, Miriam? Je zoudt gekkere dingen kunnen deen don dat. Hij houdt van je. Het is de ware liefde en die komt in deze slechte wereld niet zoo heel veel voor." Bobo stond op. „Miriamzeide hij smee- kend. Hij nam haar hand. Zij stiet die niet van zich af. „En ga nou mee, Kate zeide Jack vlug. Hij ging met haar door de gong naar de vroegere kamers van Silas Gyde. „We zullen door de kluis naar jouw huis gaan," zeide hij. yjdet zol nu stampvol in den hall zijn 1" „Ik weet niet of jc er goed aan gedaan hebt met Bobo en Miriam bedoel ik. Ik geloof niet, dat zij voor hem deugd I" „Hoe zij ook zijn mag, hij zou niets liever in de wereld willen hebben dan haar In Kate's huis bleven zij slaan. „Wot gaan we nu deen vroeg zij. „Eerst zol ik ie een zoen geven," zeide hij, en hij voegde de daad bij het woord. „Dop moet je je zoo moei mogelijk gaan aonkleedcn en gaan we in den City Hall een trouwbewijs hulen. Dan laten wc ons trouwen door den eersten den beste, die dat doen kan. Dan ne men we een trein naar Charleston, waar de Columbiam nog op orders ligt te wachten, cn gaan we met een heel schip voor ons tweeën onder de tropische maan zeilen I". „Maar maarI" „Scheid nou uit met je moren I" „Maar je zult toch hier moeten blijven voor het proces." „Er zol geen proces zijn," zeide Jack ern stig. „Hormon Evers had een fleschjc vergif m zijn zak." „Oh 1" riep Kate. „Dot moet belet worden," „Ik heb beloofd het niet te doen." „Maar is het goed hem zich aan de wet tc laten onttrekken „Hij kan zich aan de wet onttrekken, maar niet ann dc gerechtigheidDen Staat zullen de kosten van ccn proces bespaard blijven r» het publiek een dcmoralisccrcnde cq »;.sntsap sensatie. EINDE.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1924 | | pagina 5