AMERSFOORTSCH DAGBLAD „DE EEMLANDER" 27 1924
TWEEDE BLAD.
Dg allernieuwste idiootheid.
BINNENLAND.
- FEUILLETON.
Het Millioenen-Testament.
23e Jaargang
No. 15
(Nadruk verboden.)
Toen in September 1.1. bodewijk van
Deijssel de hulde ontving, die hem naar de
algcmeene overtuiging van het Nederland-
sche volk toekwam, herinnerde ik mij, met
hoeveel spot en ergernis de Nieuwe Gids
destijds werd behandeld door lieden, die
van de in de Tachtigers verpersoonlijkte
beweging niets begrepen.
Het zou goedkoop zijn, thans op het ge
slacht, dat een dertig, veertig jaar geleden
in onze burgerij den toon aangaf, te sma
len. Vruchtbaarder is het, uit den omme
keer in de openbare meening een les te
trekken, die ons cn onzen kinderen ten
goede kan komen.
De brave en verstandige burgers, op wie
de namen Kloos, Perk of Van Deijssel
werkten als een roode lap op een stier,
waren volkomen te goeder trouw. Van let
terkunde en letterkundige kritiek hadden
zij geen bizondere studie gemaakt en
alleen hierom reeds misten zij de bevoegd
heid over een nieuwe richting in de lette
ren te oordeelen. Zij oordeelden echter ook
niet; zij weigerden eenvoudig zich met een
onbevangen geest in het werk der Tach
tigen te verdiepen. Hoogstens lazen ze
enkc'-- zinsneden, die hun lijfblad aan
haalde of die zij vonden in een daardoor
voor hen ongenietbaar geworden porte
feuille-tijdschrift. Maar deze zinsneden
waren als bewijs van „die allernieuwste
idiootheid" reeds erg genoeg.
Toen ik las, hoe bij het jubileum van
Lodewijk van Deijssel verschillende thans
op hun hoogtepunt staande publicisten den
schrijver erkentelijk zijn, omdat zij in hun
jeugd door zijn baanbrekenden arbeid
zich den toegang zagen geopend tot voor
heen onbekende domeinen, waarheen zijn
bezieling hen dreef, besefte ik, jioeveel ik
heb gemist, doordat Van Deijssel de eerste
kwarteeuw van mijn leven een gesloten
boek voor mij is geweest. Ontegenzegge
lijk is nimmer goed te maken, wat ik in
mijn jeugd door de ontstentenis van zijn
bezielenden invloed heb ontbeerd.
De oorzaak van dit tekort in mijn. op
voeding was, naar ik nu weet, overdreven
piëteit. Het heeft mij geroerd, hoezeer
Lodewijk van Deijssel zijn vader vereerd
heeft en hoe hij zijn arbeid beschouwde
als een voortzetting, op zijn persoonlijke
wijze, van zijns vaders werk. Ik behoef
mij dus een dergelijke piëteit niet te scha
men. Maar de gehechtheid aan het ouder-
Jiuis, waar, gelijk in de meeste ouderhuizen
mijner tjjdgenooten, de nieuwe beweging,
louter wijl zij nieuw was, spot en ergernis
wekte, stond mijn kennismaking met haar
in den weg.
Ik voelde, hoe een verloochening van
het dierbare oude een verloochening van
mijn ouders, en hoe ontvankelijkheid je
gens het nieuwe, heulen zou zijn met den
aanrander van mijns vaders gemoedsrust.
Daarom bleef ik, schoon met een vaag
besef van mijn ongelijk, Van Lennep en
Tollens trouw.
Mischien is deze bekentenis leerzaam
voor de ouders, die op dit oogenblik sma
lend staan tegenover de nieuwe cultuur
verschijnselen, die over dertig of veertig
jaar door de gansche burgerij even offi
cieel zullen zijn erkend als de thans gede
coreerde Van Deijssel.
Futurisme, ciibisme, communisme in
één opzicht zijn ze herhalingen van bewe
gingen als de Nieuwe Gids, de vrouwen
emancipatie en de sociaal-democratie, wel
ke onze ouders prikkelden en ontstemden,
zonder andere reden dan wijl ze een ande
ren geest openbaarden dan die waarin
dezen waren opgevoed.
Evenmin als ik van mijn vader zou
hebben geëischt, dat hij de Nieuwe Gids
begreep of waardeerde, verg ik van de
tegenwoordige vaders begrip of waardec-
ring van de cultuurverschijnselen, die hun
op hun beurt ongewoon aandoen. Maar
wat ik meen le mogen vergen, is. dat zij
hun geprikkeldheid ten overstaan van hun
kinderen beheerschen. Dat zij niet mei
hoon of toorn tegemoet treden datgene
wat hun kinderen veertig jaar later ge
noopt zullen zijn officieel te erkennen.
Onze kinderen behooren aan het nieuwe
geslacht, en voor de toekomst is het, dat
wij ze hebben voor te bereiden. Niet met
ónze meening zullen zij volwassen gewor
den, hebben rekening te houden; niet van
ónze geestesgesteldheid het kenmerk heb
ben te dragen. Kunnen wij den nieuwen
geest niet begrijpen, wij zijn, als toe-
behoorend tot het verleden, ten volle ver
ontschuldigd. Het eenige wat wij voor de
toekomst hebben tc doen, is de ontvanke
lijkheid onzer kinderen zoo groot mogelijk
maken.
Laat ons hun het onnoodig conflict be
sparen te moeten kiezen tusschen ons en
de noodwendigheid; laat ons den ontwik-
kelingsstrijd niet pijnlijker maken door
er een persoonlijk karakter aan tc geven.
De cultuurverschijnselen van den dag
zijn oneindig veel meer dan persoonlijke
aangelegenheden van ouders, wier grieven
en geprikkeldheden ten overstaan van het
grootsche evolutie-proces der historie mis
plaatst zijn.
Dit te bedenken is onze opvocdersplicht.
Opvoeden kan slechts geschieden in een
sfeer van eerbied en waardeering ook voor
het onbegrepenen, dat voor óns verborgen
zal blijven, maar eenmaal onzen kinderen
zal worden geopenbaard.
H. G. CANNEGIETER.
Brieven uit Rotterdam.
Onze glorie. De vrijwillige
brandweer cn liaar mannetjes. Een
aardig voorstel. Sombere schat
kistbewaarders. Verkeerde ver
andering. Zuinigheid. Pernis.
Iedereen buiten Rotterdam weet dat wij
een tekort van vijf en een half millioen heb
ben cn dat de Raad de bcgrooting behan
delt, hetgeen voorloopig alleen beteekent dat
de verschillende politieke partijen hun on
schuld aan deze schuld nadrukkelijk publiek
maken, door eraan te herinneren dat zij door
middel van hun partijbonzen herhaaldelijk
hebben gewaarschuwd, dat het verkeerd zoit
gaan als men niet naar hen wilde luisteren;
en iedereen verwacht dus dat men, sprekend
over de grootc havenstad, iets van de alge-
meene beschouwingen in den Raad zeggen
zal, als betreffende zaken van het meeste,
gewicht. Het valt niet te ontkennen dat de
Raad belangrijk is, maar van het meeste
gewicht is hij stellig niet. Ver boven hem
uit rijst onz.e vrijwillige brandweer. Niet al
leen omdat er veel meer menschen aan mee
doen dan aan de beraadslagingen in ons
gemeentehuis, maar omdat dit een instituut
is, waarop we trotsch zijn. Zeker, wij geven
onmiddellijk toe dat de v.ijzc waarop dit
instituut naar bititen treedt weinig reden
geeft tot deze trots. Het eenigszins antiek
geworden kastje, dat met groot rumoer over
de hobbelige keien van onze straten bonkt,
met een aantal hijgende mannen er voor en
er achter, de hoofdman, kenbaar aan een
leeren band met witte letters om zijn pot-
hoedje, er boven op, dit rammelende stelle
tje, dat schijnbaar in een slakkengangétje
naar den brand rijdt, het werkt dikwijls cp
de lachspieren van den vreemdeling. .Maar
de man weet niet hoe onze vrijwillige brand
weer op den brand is getraind. De geoefen
de, dat wil zeggen de practisch ervaren
brandweerman' ruikt den brand niet alleen,
hij heeft een zintuig dat hem waarschuwt
wanneer er brand op til is; op dat zintuig
vertrouwt hij. de spuit met al haar spuitgas
ten rukt er op uit, en het leidt hem langs
allerlei wegen naar het perceel dat, wan
neer de wagen is gearriveerd, net wou gaan
branden. Let wel toen de spuit uitrukte
was er nog geen sprake van brand. Het
'gebeurt zelfs dat de spuit te vroeg komt,
en dat men nog even moet wachten voordat
er een vlammetje is te zien. Dit instinctma
tig bespeuren van vernielend vuur zal in
steden vaar men een beroepsbrandweer
heeft niet bestaan. Daar is het ook minder
noodig. Het is hier den mcnsch geschonken,
oindat deze er behoefte aan had en het heeft
zich langzaam-aan, van vader op zoon, ont
wikkeld tot een specifiek Rotterdamsche
eigenschap, of liever een eigenschap van
Rotterdammers; waar.oor de burgerij niet
dankbaar genoeg kan zijn. Want we doen
het hier op een koopje. De hoofden krijgen
geen loon, de geaffeeteerden alleen pr.e-
miën Zoo staat er op de begrooting voor
'25 gitaamd; f29.390 voor belooningen en
premien, terwijl voor de beroepsbrandweer
de stoombrandspuiten aan loon
f 139.200 uitgetrokken is. Natuurlijk is er
altijd een zekere rivaliteit tusschen perso
neel van brandspuiten en dat van stoom
spuiten: 't eerste is voor het kleine, veel
voorkomedde werk de rubriek kleine
brandjes is uitgebreid in de Rotterdamsche
bladen, het tweede voor de grootc bran
den. Het is een prettig gezicht, het uitrij
den van zoo'n stoombrandspuit met haar
luid galmende bel, terwijl een rosse glo!d
van vuur cn vlammen van den ketel onder
den wagen uitwaait, en de brandweerman
nen en als stoere ruiters met zware helmen
op staan. Toch zijn deze spuiten niet mo
dern, en zij voldoen maar matig. Vandaar
dat hoofdlieden van de brandweer, na deze
kwestie met deskundigen te hebben beke
ken, voorstellen en nadat verscheidene ma
len proeven waren gedaan, met verschillen
de nieuwe systemen, een voorstel deden aan
B. en W. Men wachtte gespannen deze be
grooting af, en nu blijkt er voor nieuw ma
teriaal f 1800 uitgetrokken.
Dit heeft velen teleurgesteld, anderen
ontstemd. Het heeft een zakenman op het
idee gebracht, de gemeente f 18000 voor een
nieuwe motorspuit aan tc bieden als rente
loos voorschot, onder conditie dat elk jaar
f 1000 zal worden terugbetaald en dat deze
zakenman het recht heeft op deze spuit
een reclame voor zijn onderneming aan te
brengen.
Men zou allicht vermoeden dat deze gulle
stadgenoot dit aanbod niet gedaan had
wanneer hij beter op de hoogte ware ge
weest met wat er voor reclame wordt be
taald. Maar dat weet hij beter dan iemand
anders; doch zóó slecht, dat wij een derge
lijk aanbod zouden moeten accepteeren,
staan we er gelukkig nog niet voor. Want
en hier zijn wc dan meteen midden ii>
den gemeenteraad ofschoon onze wethou
der van de schatkist van verschillende en
zelfs nauw verwante zijde is besprongen,
waarop hij,slechts heeft gereageerd door
zijn senatorshoofd bedenkelijk te schudden
en droef te staren, aan het einde van de
beschouwingen zal men nog tot de conclu
sie komen dat het niet zoo erg is als het
wel lijkt. Al onze wethouders van financiën
waren somber. Mr. van Aaltcn, die den in
druk geeft dat 't aütx wel beter zou ge
weest z.'in indien mefthém niet voor mr.
v. d. Hoeven verloochend had was ook
niet vroolijk. Waarschijnlijk valt het dus nog
wel mee.
Onze deftigste sociëteit. Amicitia, heeft
zich vercenigd met tic officierensociëteit:
een gevolg van financicele en democratische
overwegingen. Toch was er nog een sterke
partij tegen deze samensmelting; 11 Amici-
tialeden verzetten er zich tegen, 17 verklaar
den zich er voor.
De Maasbrug is bijna klaar, wat het nieu
we wegdek betreft. De verandering van de
verkeersbanen blijkt een groote verslechte
ring. Vroeger lag er een trambaan aan ei
ken kant, waardoor men een breed vak in
het midden hield voor handwagens e. d. Nu
liggen de trambanen in 't midden naast el
kaar, met den voorgeschreven afstand van
SO c.M. er tusschen; aan eiken kant is nu
een strook die te smal is voor breede wa
gens, waarbij dan nog komt dht de tram
links dus tegen den haar passcerenden
stroom in, rijdt. Het i; een chaotische war
winkel geworden.
Er zijn vele inzendingen voor de ideeën-
prijsvraag voor de tweede brug -de Ko-
ninginnebrug over de Koningshaven die
zal worden vernieuwd. Men is zeer benieuwd
naar het rapport van de jury; dat nog een
poosje op zich zal laten wachten.
En intusschen zijn voorstellen bij den
Raad gekomen voor verbetering van de
veerdiensten tusschen beide oevers, waaruit
dus blijkt dat, althans voorloopig, niet meer
gedacht wordt kan een tweede brug over de
Maas. Maar ook deze voorstellen zijn aar
den zuinigen kant, gelijk alles wat in de
laatste jaren van B. en W. komt. Een zui
nigheid welke aan den groei van onze stad,
aan haar ontwikkeling als groote haven,
en de toekomst afbreuk moet doen. Volko
men in deze lijn is het dat de wethouder
van financiën niet veel voelt voor de an
nexatie van Pernis, waarvan de gemeente
raad het verlangen daartoe heeft te kennen
gegeven. Onze nieuwe havens liggen daar
geprojecteerd vandaar dat de ove
rige leden van het college het belang van
annxeatic wel terdege inzien.
De Staatscourant van heden 24 Dec.
bevat o. n. de volgende Kon. besluiten:
op verzoek eervol ontslagen mot dank mr. F.
B. Evers, als secretaris van den Voogdijraad to
Middelburg;
op verzoek eervol ontslagen mr. F. F. baron
de Smeth als gezanlschapsattochc;
op verzoek eervol ontslagen met dank C. J. A.
Weijgers, als inspecteur van het kadaster bij het
departement van Financiën;
op verzoek eervol ontslagen E. J. Th. Dijkhof
als adjunct-commies aan het departement von
Financiën;
benoemd tot leernar ann de R. H. B. S. tc
Amersfoort J Melchior te Znondijk;
benoemd tot officier in de Ornnje-Nassou-
orde dr. E. van Dieren, arts tc Amsterdam;
bevorderd bij het departement van Arbeid,
Handel en Nijverheid tot hoofdcommies de
commiezen mr. F. A. van Dijken, mej. J. A.
Isbrucker en C. H. F. Stoutencr; tot commies de
adjunct-commies C. Rientsma; tot adjunct-com
mies de klerk mej. A. H. M. H. J Nieberding;
tot adjunct-commies de commies W. C. J. Pol
man;
voorts bij den dienst der Werkloosheidsver
zekering en arbeidsbemiddeling tot hoofdcom
mies de commies mr. E. H. Ph. Boschloo cn
tot controleur de adjunct-commies H. Hozel-
hoff.
DIPLOMATIE.
De Ncderlanr'schc gezant in
Constantinopcl.
De Nederlondschc Gezant in Turkije, Mr. W.
B. R. van Wclderen, Baron Rengert, die eenige
tijd r t verlof hier tc lande heeft vertoefd, is
tc Constantinopel teruggekeerd cn heeft d^ lei
ding van het Gczontschop wederom op zich ge
nomen.
Waarneming Fronsch Gezantschap.
Na het aftreden van den heer Charles Benoist
als gezant von Frankrijk te 's-Gravcnhnge is
met l)et beheer de Fransche legatie belast de
heer Maxime Duboil Ie secretaris van het Ge
zantschap.
DE GOUVERNEUR VAN SURINAME IN
ONS LAND.
Zijn terugkeer near Suriname.
Vrijdag 23 Januari e.k. zal de gouverneur
van Suriname, mr. A. J. A. A. baron van
Heemstra, dve hier tc lande met verlof vertoeft,
per s.s. „Stuyvesant" uit Amsterdam naar de
Kolonie terugkeeren.
NEDERLAND EN BELGIË.
X)e Belgische delegatie in den
Maag.
Het B.T.A. seint ons uit Brussel De delegatie
van Belgische reg'eeringambtenaren, die zich
naar den Haag hacfden begeven om voeling te
krijgen met Ncderlandsche college's cn het ter
rein te effenen voor het hervatten ven do Ne-
dcrlondsch-Belgische onderhandelingen, is le
Brussel teruggekeerd. Volgens de .,Soir" is de
indruk, door deze eerste besprekingen gewekt,
gunstig.
De onderhandelingen zullen 15 Januari her
vat worden v
Een gemengde commissie van
toezicht op dc Schelde
Uit Velzen wordt gemeld d.d. 23 dezer
Naar de Tel. uit Brussel verneemt, verwacht
men daar in officieele kringen binnen kort de
instelling vnn een Nederlandsch-Belgische com
missie van toezicht op de werken op het Neder-
londsche deel van de Schelde.
DE „RICHTIGEHEFFING DER DIRECTE
BELASTINGEN.
Bij verwerping von het ontwerp
een winsthcffing
In de'Memorie vnn Antwoord aan de Tweede
Kamer betreffende het wetsontwerp tot bevor
dering van de richtige heffing der directe be
lastingen, verdedigt minister Colijn dc in het
wetsontwerp gekozen ïormuleering, die vrij
waart voor toepassing der bepalingen in gev-:-
len, die er ..aór den gees, der wet niet onacr
moeten vallen zoo, indien men te doen heelt
met een familie-vennootschap, waarvan vast
staat, dat zij niet met ccn anti-fiscaal doel is
opgericht, of wel met ccn publieke naam-
looze vennootschap, die een zeker jaar om bij
zondere redenen minder uitkeert dan een be
hoorlijk deel horer winst-
Indien het wetsvoorstel niet de instemming
der Staten-Gcneraol mocht verwerven, zol de
minister zich genoodzaakt zien tot het in ern
stig beraad nemen van de vervanging der di
vidend- cn tanticmc-belasling door een winst
belasting.
Aan het vcrlungen, in het voorloopig verslag
uitgesproken, dat niet de raden van boroep,
doch de civiele rechter zal worden belast met
de rechtspraak over de uitvoering dezer wet,
kan de minister niet voldoen.
Near aanleiding van 't aangevoerde bezwaar
met betrekking tot het feit, dat ook op rechts
handelingen, die vóór 1 Mei 1924 zijn verricht,
de wet van toepassing zal zijn. deelt dc minis
ter mede, dat hij er niet toe kan overgaan, do
wet in dit opzicht tc beperken. Het gaat niet
aan, dat degenen, die vroeger tot dergelijke
praktijken hun toevlucht hebben genomen,
daarvan in lengte van dogen bliivon profitec-
ren. Wel worden de z.g. rechtshandelingen, vóór
1 Mei 1924 verricht, door deze wet onaangetast
gelaten, voor zooveel dc gevolgen aangaat, die
zij voer dien dag hebben teweeggebracht.
In ccn begeleidende nota van wijzigingen
wordt voorgesteld, in art. 2 in plaats van vcr-
ecniging of maatschappij te lezen: verccniging,
maatschappij of stichting.
BEGROOTING BOUWFONDS BINNENL.
ZAKEN EN ONDERWIJS.
Eindcijfer 2,037,172.
Ingediend is de begrooting van inkomsten en
uitgaven von het Bouwfonds voor de departe
menten van Binncnl. Zaken en Landbouw en van
Onderwijs, Kunsten cn Wetenschoppen voor het
dienstjaar 1924. Het eindcijfer der begrooting
bedraagt 2,637,172.
ONDERWIJSWET EN ARBEIDSWET.
Overbrugging von het hiaat
tusschen bcicc wetten.
Volgens „De Tijd" is tb Regeering voorne
mens over te gaan tot instelling van eenc com
missie die „het hiaat tusschen Onderwijswet en
Arbeidswet zcl trachten te overbruggen".
EEN LEEMTE IN DE OUDERDOMSWET.
Antwoord op vragen ven
BukkerNort.
Mevr.
Op vragen van het Tweede Kamerlid, me
vrouw Bakker-Nort
Acht dc minister het geen leemte in de
Ouderdomswet 1919, dat na intrekking von de
premicvrije ouderdomsrente von den man,
krachtens art. 33, sub. a, de vrijwillige ouder
domsrente zijner vrpuw van 2.50 per week
niet tot 3 per week kan worden verhoogd
Zoo ja, is'dan de minister bereid tot wegne
ming van deze leemte in dc Ouderdomswet
1919?
hoeft de minister van arbeid, handel cn nij
verheid geantwoord
Ondergetcckcnde beantwoordt de beide vra
gen in ontkennenden zin en dit op grond van
de navolgende overwegingen.
Artikel 33a der Ouderdomswet 1919 wordt
door het bestuur der Rijksverzekeringsbank toe
gepast ingeval blijkt, dat degene, die in het
genot wérd gesteld van de kostelooze ouder
domsrente, als bedoeld in artikel 28 der Ouder
domswet 1919, of in de artikelen 369 en 370
der Invaliditeitswet, of diens echtgenoot, hetzij
reeds ten tijde van de toekenning dier rente
was, hetzij na die toekenning werd aangeslagen
in de vermogensbelasting of in de Rijksinkom-
stenbelasting naar een inkomen van 1200 gul
den of meer.
In het eerste geval heeft derhalve de rente
trekker een rente genoten waarop hij in ver
band met zijn welstand geen aanspraak had,
terwijl in "het tweede geval zijn omstandigheden
zoodanig zijn verbeterd, dat in het algemeen
En hij, die wacht tot men zijn taak hem wijst,
zal sterven eer zijn boodschap is vervuld.
LOWELL.
door HULBERT FOOTNER
G3
Evers' gelaat toonde geen verandering. Mis
schien had zijn intuïtie hem gewaarschuwd
voor wat er komen zou. Maar niet aldus Mi
riam. Een afschuwelijke kreet ontsnapte haar.
„Wie wie is dit dan hijgde zij, op Bo
bo wijzend. „En wie ben ik
„Ik ken den waren naam von den jongen
man niet. Mr. Norman heeft hem geënga
geerd om zijn plaats in te nemen, ten einde
zijn handen vrij te hebben om de moordenaars
van Silos Gyde te ontdekken."
Nu was het met Miriam's trots gedaan. Alle
Llcur verdween uit haar gloat. Kate dacht, dat
zij vallen zou, en kwam ccn stap naar haar toe.
Miriam's oogen flikkerden van haat en Kate
deinsde terug.
„Wat zullen we met dezen man doen?"
vroeg de brigadier.
„Breng hem naar het hoofdbureau," zeide
Jack. „Let echter goed op hem, want jc hebt
met den handigstcn schurk van Amerika fe
doen I"
„Zeer verplicht voor het compliment," zeide
Evers koelbloedig. „Maar mag ik u eerst een
oogenblik onder vier oogen spreken
„Neen, Jack, neen I" riep Kate onwillekeu
rig.
Jack wierp haar een geruststellenden glim
lach toe. „Fouiller hm of hij wapens heeft,"
zeide hij.
De detectiven vonden niets anders dan een
klein zakmesje.
„Go in de voorkamer," zeide Jack tegen
^Evcrs. „Je behoeft niet te probceren uit het
raam te vluchten, want er stoan nog vier de
tectiven in de straat. Hij gaf den anderen een
wenk bij de deuren te blijven. Dan volgde hij
Evers.
Midden in den blauwen salon keerde Evers
zich met zijn vreemden glimlach om. „Je wilt
mc zeker de hand niet drukken I"
Jack was perplex. Hij voelde, dat hij geen
sympathie voor dien man mocht hebben
cn toch had hij die. „Je moet toch ergens een
grens trekken," prevelde hij. ,,En jc hebt toch
mijn weldoener vermoord I"
Evers liet zich daardoor volstrekt niet uit
het veld slaan. „Kom nou Met den ouden
Silas Gyde is toch voor de gemeenschap niet
zooveel verloren gegaan. En hij werd toch pas
je weldoener, toen ik hem uit den weg ge
ruimd heb."
„Daar kan ik met jou niet over redeneeren,"
zeide Jack koud. „Een moord is een moord."
„Enfin, door wou ik ook niet over praten.
Ik wou het over mijn vrouw hebben. Ik zweer
je op mijn woord van eer, dat zij nooit gewe
ten heeft wat ik gedaan heb. Zij dacht, dat
het smokkelen was en geen eene vrouw be
schouwt smokkelen als een misdaad. Zij is
drie-en-zestig en heeft een hartkwaal. Laat
haar met rust
„Ik zal doen wat ik kon," zeide Jack, die
zich hoe langer hoe minder op zijn gemak
voelde. „Maar ik kan niet zeggen wat het pro
ces uitbrengen zal."
„Er zal geen proces zijn," zeide Evers kalm.
„Wat 1 Je bedoelt
Evers glimlachte slechts.
Jack keerde zich half om, als om hulp te
roepen.
„Wacht even 1" zeide Evers scherp. „Jij
hebt gewonnen. Kan je nu niet een klein beet
je edelmoedig zijn Kom niet tusschenbeide!
Laat ik mijn misdaden op mijn eigen manier
boeten f De quaestie bij mij was, dot ik de
verveling van een fatsoenlijk leven niet ver
dragen kon. Moor ik ben geen lafaard. Ik heb
altijd geweten welke straf erop stond. Ik was
erop voorbereid ieder oogenblik te boeten."
,,Ik zal hiet tusschenbeide komen," zeide
Jack zacht.
„Donk je, nog één ding." Hij stak Jack twee
sleutels cn een stukje papier tóe. „Dat zijn
de sleutels van mijr\ safe in de Windsor De
posito Vaults. Getal en woordcijfcr stoan op
het stukje papier. Alles wat ik bezit is in die sa
fe. Mijn vrouw heeft een lijfrente. Er ligt onge
veer voor een bedrag van een half millioen. Van
wie zc zijn weet ik niet meer. Maar neem ze
en doe er een goede daad mede. Bouw een
huis voor hulpbehoevende millionnairs of
iets dergelijks."
Jack moest ondanks zichzelf glimlachen.
„En ga nu mede I"
In de kamer ernaast werd Evers geboeid en
dan tusschen twee detectiven in weggeleid.
De oude vrouw nam haar hoed cn mantel en
volgde hen.
De brigadier knikte in dc richting van Miri
am. „En zij
Jack aarzelde.
„Zij heeft geprobeerd u neer te schieten,
niet V'
„O, op zoo'n kleinigheid let ik niet."
Bobo, die nog steeds verbijsterd zat, keek
nu op. „Jack, laat haar vrij," smeekte hij.
'Jack keek naar Kate cn zij knikte onmerk
baar.
„Alleen die eene gevangene moor, briga
dier I" zeide Jack. „Tegen deze heb ik nog
geen bewijsmateriaol genoeg."
Delamarc gaf Jack de hond en ging met den
brigadier weg. Dc twee jonge paren bleven al
leen. Jack wos bang iets te zeggen uit vices,
dat het den schijn hebben zou, dat hij óver
hen wilde triompheeren. Kote gaf hem een
wenk, dat het het beste zou zijn, als zij gin
gen.
„Wacht even 1" zeido Jack. Hij keek Bobo
met een lachenden blik in zijn oogen aan. „Bo
bo, jij en ik zijn bondgenooten geweest in een
gevaarlijke onderneming. Ik kon niet precies
zeggen, dat je me altijd geholpen hebt, maar
er waren verzachtende omstandigheden. En
ik veel mc eenigszins verantwoordelijk om je
een leven van weelde te geven. Daarom zal ik
een vijf-cn-twinlig duizend dollers rcr.te op je
vastzetten. Daar moeten jij cn Miriam von
kunnen leven. Wil jc bij hem blijven, Miriam?
Je zoudt gekkere dingen kunnen deen don dat.
Hij houdt van je. Het is de ware liefde en
die komt in deze slechte wereld niet zoo heel
veel voor."
Bobo stond op. „Miriamzeide hij smee-
kend. Hij nam haar hand. Zij stiet die niet van
zich af.
„En ga nou mee, Kate zeide Jack vlug.
Hij ging met haar door de gong naar de
vroegere kamers van Silas Gyde. „We zullen
door de kluis naar jouw huis gaan," zeide hij.
yjdet zol nu stampvol in den hall zijn 1"
„Ik weet niet of jc er goed aan gedaan hebt
met Bobo en Miriam bedoel ik. Ik geloof
niet, dat zij voor hem deugd I"
„Hoe zij ook zijn mag, hij zou niets liever
in de wereld willen hebben dan haar
In Kate's huis bleven zij slaan.
„Wot gaan we nu deen vroeg zij.
„Eerst zol ik ie een zoen geven," zeide hij,
en hij voegde de daad bij het woord. „Dop
moet je je zoo moei mogelijk gaan aonkleedcn
en gaan we in den City Hall een trouwbewijs
hulen. Dan laten wc ons trouwen door den
eersten den beste, die dat doen kan. Dan ne
men we een trein naar Charleston, waar de
Columbiam nog op orders ligt te wachten, cn
gaan we met een heel schip voor ons tweeën
onder de tropische maan zeilen I".
„Maar maarI"
„Scheid nou uit met je moren I"
„Maar je zult toch hier moeten blijven voor
het proces."
„Er zol geen proces zijn," zeide Jack ern
stig. „Hormon Evers had een fleschjc vergif m
zijn zak."
„Oh 1" riep Kate. „Dot moet belet worden,"
„Ik heb beloofd het niet te doen."
„Maar is het goed hem zich aan de wet tc
laten onttrekken
„Hij kan zich aan de wet onttrekken, maar
niet ann dc gerechtigheidDen Staat zullen
de kosten van ccn proces bespaard blijven r»
het publiek een dcmoralisccrcnde cq »;.sntsap
sensatie.
EINDE.