KINDERRUBRIEK x x Voor de Kleintjes. Bennie en zijn Beertje. 9 De rubriek van Oom Karei. Jullie z»U wel gedacht hebben, toen je de krant las Zaterdag, die Oom van ons heeft het voorjaar in zijn hoofd, maar als ik jullie schrijf, is het in het begin van de week, en wie had kunnen denken, toen ik het over het voorjaar had, dat het Zondag zoo'n kou en sneeuw zou geven! Jullie kurlt nu niet buiten spelen en daarom geef ik jullie een flink stuk werk op, voor oefening in je taal. Vullen jullie het onder staande verhaaltje eens nauwkeurig in; het is mij indertijd gestuurd door Lucie en leent zich goed voor een invuloefening, want het is tevens gezellig te lezen. Het is voor geen prijs; dus ik hoef het niet ingezonden te hebben. Wie er uit moest. In vr ge.e. tijd wa. het de gew..nte om aa. het h.f van de. k.nin. een n.r op n. te ho.de. D.t was i.mand., die de. kon.. ra..st opvr.ol.ken, als h. in een b..z. bui was. De nar mo..st alt., „neef t.g.n den k.nin. zeg..n; at bij h.m aan t.f.l en l..fde he.l ge.ell.. met h.m Al. de nar i.t. ge. gd h.d, w..ro.m m.n ni.t ge!.c..n had, k.eeg h. 's.von.. e.n p.k sl. g. Hij w.s m.sm..kt, m..r h..l er. sl.m. N. hi.l. de konin. er. v.n ja.en en had t.l v.n j.chth.nd.n. Eén w.s zijn li.v.lin. Dit kw.m zo. Op e.n k..r, d.t, de k..ing a.n 't ja... w.s op de ro s.n, ver.ol.de h. e.n he.t, gl..d uit en w.s in de. a.gr.nd. g.va..en, als Dia.a (zo. h..tt. de h.nd) h.m ni.t a.n zijn bu.s had geg.e.en. Z..- d.ende w.rd Di.n. er. ver.en. ij h.d een k.ec.t vo.r zi.. a..een, kr.eg de le kerst, h.pj.s en l..fd. al. e.n pri..e. Ma.r da.rdo.r wer. .ij een dik v.t di.r; z.lfs w..d zij zie. v.n di.te. N. was de .onin. .rg be..oef; de nar .on .em .elf. nie. me.r op.vr.l.k.n. El.en m rg.n vr..g de koning, h.e het g..g en s.ee.s gin. h.t sl.ch.er. Eens -p ..n k..r, d.t de ..nin. bo.s .as, .ie. hij uit: D.gene, .ie .ij .omt ze. en, dat Diana ..od is, wor. aan het .of o.ts.ag.. Op ..n m.rg.n st.n. een tro.p be.ien.en te ber.ad.la.cn. Ja, .e arm. Dia., w.s do..; .ie .ou h.t nu ga.. ze..e.? Ni.m.nd w.lde z.n bet.ek.ing kw.t r.k.n. De v.zor.er v.n Diana st.n te h..Ien als ..n .lein .ind. Da.r kw.m de n.r en .ei: Tr.u. niet, .k zal d.t w.l .pkn.p.pen! „Maa. d.n ra.k ie je b.tr.k- .ig .wijt!" „La.t dat .aa. aa. m. over," ze. de n.. en h. g.n. h..n, om h.t tr..ri..ge nie.w. a.n d.. k.n..g te .egge. 0.der..g o.tm..tte h. den k.nin di. n..r de ..tk.m.r gi.g. „G..d.n m.rg.n, n..f," zei de na.r. „G..d.n m.rg..." z.. ook d. k..i.. „Al ..ts v.. Diana ..h ord?" „S.ec..," zei d. .ar, „h..l .lec.. ,.Ja, ..t we., ik, ma.r ho. g..t h.t nü?" „Ja," zei de n.., „.ij is er s.ec.. a.n to.; zij e.. nie. me.., zij is k..d en s..f en zij .dem. ni.. me.." „M..r, dan is z. d.od," ri.p de k.nin. uit. „Ju..t," zei de ..r: „Zij .s ...d. „M..r we., j. da. ni.. mee., w.. ik g.z.gd .eb," vr..g de .onin. „J.w.I," antw..r..e de n.r, „ma., ik b al.e.n g.z.gd, h.. z. eru.. zi.en t..n heb j. g.zeg., d.t z. do., i. D.s n..f, jij m..t e. ui.l" Servetringetje van Tante Rick. Noodig zijn 12 kleine ringetjes, en een el lint. Je haalt het lintje door het eerste ringetje; leg nu het volgende ringetje op de helft van het vorige ringetje, en door de opening, die daar door gevormd wordt, gaat het lintje naar be neden en komt door het tweede ringetje weer naar boven. Nu het derde genomen enzoo- voorts. Jullie laten de uiteinden eindigen in een aardig strikie. RAADSELS. De oplossingen van vorigen keer zijn I. Petroleumbron; met de woorden: eten; por; boete; oom; loot. II. Kinderrubriek; met de woorden: kap, Inleg, niet, dame, eem, roer, raam, uil, bier, roest, iep, eind, kamer. Van de week is de gelukkige winnares: Be gonia. Komt zij dus even den prijs halen Maan dag, aan het bureau van het Dagblad, Achter de Arnhemsche Poortwal 2a. De kampioenen, die er nu nog zijn, zijn: Puckie, Speurder, Geranium, Bobbie, Crocus, Hercules, Entre-nous, Robbedoes, Ton neveu, Waterrat, Bob, Gymnast, Zwarktop, Mimosa, Hazewind. Sneeuwwitje, Nimf, Pimpompoenfle, Doornroosje en Qlionab NIEUWE RAADSELS. I. Mijn geheel bestaat uit 30 letters en trok den laatstcn tijd in Amerefooft zeer veel belang stelling. 25, 7, 19, 20, 18, 2, 21 is een kleinigheid. 4, 2G, 23, 27 is een vrucht. 28, 6, 3, 24, 9, 13, 11, 30, 10, is een plaats in het Noorden van ons land. 14, 2, 6, 22, is een hoogte. 1, 17, 5, 12, 24, is een wapen. 29, 3, 16, 7, 13, is een jongensnaam. 8, 15, 28, is een vrucht. (Ingez. door Speurder). II X X X X X X X x X X X Op de le rij: een klinker. Op de 2e rij: een lekkere groente. Op de 3.e rij: een meisjesnaam. Op de 4e rij: een viervoetig dier. Op de 5e rij: iets heel gevaarlijks. Op de 6e rij: een onderdeel van een pond. Op de 7e rijeen medeklinker. (Ingez. door Stelkelbaarsje). De verborgen plaatsnamen zijn: Velp; Wije; Venlo; Utrecht. De verborgen rivieren zijn: Maas; N^ord; Waal; Aar; Lek; Spui; Aar. De Vraagstukken waren: Een schoen moet altijd een voet lang zijn. Een kater vangt ook muizen! Het raadsclversjc is een stoof RECEPT. Griesmeelkocken. Voor wie een oven heeft is dit een heerlijk schoteltje. Voor drie personen is noodig: 1 kan melk; 1 kop griesmeel; 1 kop bloem; 1 kop suiker; 1 ei en geraspte citroenschil en wat bakpoeder. In een kom doet men de griesmeel, de bloem, de suiker, en de bakpoeder n daarbij het ei roeren. Nu telkens met scheutjes de melk toe voegen en als het mooi gelijk is, de citroen schil. De vorm, waar het ingaat even met wat bo ter insmeren en daar de massa ingieten; nu dit in de oven zetten, gedurende drie kwartier en dan komt er een heerlijk bruin schoteltje uit. Nu lekker wat witte suiker er op strooien en wann eten! (Ingez. door Hagedis). VAN ALLES WAT. Voor wiskunstenaars is dit een hcele leuke opgave. Hoe kan men 100 schrijven, met alle cijfers, die bestaan, dus zóó, dat er in voort komt 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8, 9. (Ingez .door Geranium). Iemands ouderdom en maand en geboorte uitrekenen. Gesteld, dat iemand in Augustus geboren en 15 jaar oud is. Laat hem dan het getal van de maand zijner geboorte neerschrijven, dus 8. Laat hem dat getal met 2 vermenigvuldigen, dns 2 maal 8 is 16. Laat hem daar 5 bij optel len, dus 16 plus 5 is 21 Laat hem dat getal met 50 vermenigvuldigen, dus 50 maal 21 is 1050. Laat hem nu daarbij zijn leeftijd optellen, dus 1050 plus 15 is 1065. Laat hem daar 365 af trekken. dus 1065 min 365 is 700. Laat hem dan 115 bij optellen, dus 700 plus 115 is 815. Dan is dus 8 de maand zijner geboorte, dus Augustus en de leeftijd is 15 jaar. Dit gaat op voor leeftijden tusschen 10 en 100. (Ingez. door Driehoek). VOOR DE KLEINTJES. Wat ben ik? Lieve deugd, wat ben ik lek! Nee, dat zijn geen praatjes! Tei eens even voor de mop Meer, dan twintig gaatjes! Maar als je mij vol water giet, Mij, de allerlekste, Komt er toch geen druppel uit, Dat is nog het gekste! (Ingez. door Blauwe Distel). Een spelletje. Wc zitten alle rond de tafel. Midden op tafel liggen lepeltjes; één lepeltje minde, dan er menschen zijn. De handen moeten vooral onder tafel gehouden worden, en nu begint er één van de aanwezigen een verhaal te vertellen, waarin het woord „krokodil*1 moet voorkomen. Opeens komt het woord erin voor en dan moet ieder een lepeltje grijpen. Natuurlijk blijft er dan één persoon over, zonder lepeltje. Die gaat weer verder met het verhaal, en zoo maar ver der. Het is een vroolijk spelletje en erg span nend. (Ingez. door Tante Riek.) Verwend Kindje In het gioote, mooie huis aan het eind van 't dorp gelegen, woonde sinds een maand of wat kleine Jopie van der Steegen 't was een schatje om te tien, rei haar kindermeisje Drien. Broers of zusjes had rij niet, wèl een overvloed van dingen prentenboeken bij de vleet speelgoed, schommel, wip en ringen en tóch had re relden schik dat is wonderlijk, vind ik Alles wat ons Jopie wou, mocht van moederlief gebeuren, en zoo kwam het, dat het kind dikwijls vreeselijk kon zeuren, nu om dit en dan om dat altijd weer had Jopie wat I 'a. Met de kameraadjes, neen, wilde het geheel niet vlotten Jopie was een kleine nuf, hield volstrekt niet van ravotten bleef hun daarom uit den weg wat een rare Jopie, zeg Het werd winter en de sneeuw lag dik op den Dennenheuvel wat een pret had nu de jeugd 1 onder vroolijk, blij gekeuvel sleedden zij de helling at Joop zei, dat i er niets om gaf! - Heel alleen stond z' aan den kant al die vreugde aan te kijken, met haar hondje en haar mof, waar ze graag eens mee wou prijken arme Jopie noem ik haar, vergeleken bii die schaar! Zeg eens, heb ik niet gelijk? Zou j' ook liever niet mee sleden dan als Jopie daar te staan pruilend, mokkend, ontevreden neen, voor al 't moois bij elkaar ruild' ik tóch niet graag met haar I HERMANNA. In zijn kleine, witte bedje Ligt ons kindje zacht en warm Met het bruine teddy-beertje Stevig in zijn rechterarm. Strakjes zei hij, bij 't naar bed gaan Teddy-beertje heeft zoo n pijn, Mag hij soms bij Benny slapen, Zal hij morgen beter zijn. En daar liggen ze nu samen In hun bedje warm en zacht En er vóór, op 't beddekleedje. Houdt Caro heel trouw de wacht. CORRESPONDENTIE. Voor de nieuwelingen zet ik er even boven, dat de briefjes uiterlijk Dinsdagavond 8 uur in mijn bezit moeten zijn. aan liet Bureau van het Dagblad, Achter de Arnhemsche Poortwal 2a. Laatkomers krijgen anders pas volgende week antwoord! Staartster. Hartelijk dank, ook uit naam van de neefjes en nichtjes, die er erg blij mee wa ren, voor je brief met verrassingen. Uonka. Toen ik je raadsel van eenigen tijd geleden eens nakeek, om te plaatsen, zag ik tot mijn spijt een fout. Bertha wordt niet met een L. geschreven. Probeer het nog eens. Ik begrijp, dat het lastig voor je is! Schoolmakker. Kom Maandag dan even langs dan liggen ze klaar. Je opstel was niet minder aardig, maar het loten was zoo uitgevallen. Negertje. Dan zal jij heel wat zeep gebrui ken, zeg. Mag je dan al alleen naar huis van school komen. Om te ruilen, moet ik even je eigen naam en adres weten. Viooltje. Je mag natuurlijk van Sneeuwklokje meelezen, hè? Maar als je het raadsel niet weet, mag je toch wel eens schrijven, hoor' Paddestoel. Dan maar geduld met die repe titie. Is Mijnheer al larig ziek? Ik wandelde Zon dag nét tusschen de buien door. maar koud, hoorl Begonia. Heel geschikt was dat. Ik heb graag wat in voorraad. Doe je ze de groeten terug! Ouonab. Voor dezen keer strijk ik met mijn hand over mijn hart en mag je weer meedoen! Ik dacht, dat je een Indianen-opperhoofd was. Is dat zoo gek? Kom je Maandag je plaatjes halen. Boer Klaas. Ja, probeer dqi eens: alles is welkom. Je hebt zeker veel huiswerk Wat doe je het liefst? Voetbal. Dat spoorwegraadsel Is leuk, maar te moeilijk. Over Leusden gaan zooveel toch ten. Welke was het nou? Pickie. Knap gedaan. Dat komt zeker aan de beurt. Zal je me dadelijk vertellen, van je dui ven. Daar ben ik erg benieuwd naar. Gymnast. Ja, de tijd staat niet stil. Als de zomer maar eens stilstond, hè? Dit weer is af schuwelijk. Jij zorgt maar voor de grapjes! Bov. Ben jii een nieuweling? Vertel me eens wat van je zelf, want als je eens een prijs trekt, we^t ik geen leeftijd van Je. Sneeuwklokje. Wie is Muisje? Vertel je me wat van de bioscoop. Dus jij gelooft me niet. Pas od. hoor! een oude oom kan verschrikke lijk boos worden. Merlijn. Wat denk je van een naam uit de boeken van Curwood. Kom je Maandag even langs, voor die plaatjes. Ik hou me aanbevolen. Crocus. Ja, ik was ook eens in dien tijd in Haarlem. Binnenkort komt daar een prachtige tentoonstelling daarvan. Dank voor je raadsel. Meidoorn. Maar dan zou ik jou ook inwrijven hoor! Vertel je me ook van de bioscoop. Dank voor je moppen. Sancho-Pansa. Heel leuk uitstapje, maar voor een prils te Iaat. Dat weet je toch wel hè? Don Quichotte. Dat gebeurt wel eens meer, maar misschien komt er deze week wc! iemand ruilen. Engel. Reusachtig aardig; is dat een legkaart geweest, die je bij mekaar moest zoeken? Mis schien zijn ze deze week gemakkelijker. Lucie. Jullie zult wel genoten hebben. Aardig boek is dat; ik lees ook nog wel eens meisjes boeken, al ben ik een oude man. Entre-nous. Nee hoor! Nu heb jij een fout je met pon. De 13de letter is een n, maar de 11de is de r. Hebben jullie Tropenadel opgevoerd? Onrust. Alles, wat je maar wilt; van school, van je broertjes of zusjes; alles vind ik leuk. En als je eens wat hebt om in de krant te zet ten, ook welkom! Hazewind (de oude) Deze week heb ik ze niet, maar ik zal volgende week eens zoeken. Voor wat wil je Pleines' plaatjes ruilen? Zeg dat eerst even precies. Hazewind (nieuwe). Je Ziet er is al een haze wind, dus zoek je even een anderen naam. Neem er een uit de geschiedenis, ot uit een jongens boek. Leuk, dat je mee gaat doen. Plmpompoentjc. Ja, dat was v/el jong, toen je daar was. Ga je van den zomer weer op reis? Leuk postpapier heb je. Ik moest lachen om dat kleine kindje! Vangt dat ook muizen? Keeper. Dat is een goed werk, hoor! Dat zal je Moeder wel heerlijk vinden. Dat was een extra bof, die groote wandeling. Ik denk, dat je dat vooruit aan moet vragen, c i de water leiding te bezichtigen. Athleet. Hoe treurig, dat grootvader zoo plot seling is heengegaan. Zal je nu heel lief voor grootmoeder zijn? Je moet haar maar eens wat voorlezen, na school, dat zal ze wel prettig vinden. 't Machinistje. Ik heb respect voor jou bee- nen, hoor! Dat zou ik niet meer kunnen; vroe ger wel, toen ik jong was. Maar Zondag heb ik toch nog wel even geloopen; tusschen de buiten door scheen de zon even. Fuchsia. Dat is dan ook veel gezelliger sa men op te lossen. Heb je ook een eigen tuintje? Zonnebloem. Ia, veel menschen zullen daar wel gaan plukken. Ze zijn dan ook prachtig en dan in een tinnen kan staan ze zoo mooi! Weetgraag. Ik wist niet, d^t jij zoo'n dichter was Heel leuk, hoor. Ik zal het bewaren, tot ik er een plaatsje voor heb. Krekeltje. Dus wat het precies was, ben je weer vergeten. Nou, al die namen is ook heel moeilijk, hoor! Kan jij net zoo hoog springen als een echte krekel? Sneeuwwitje. Wat spelen jullie dan alzooV'Ja, dat is veel beter, dan binnen zitten; anders krijg je geen roode wangen! Robbedoes. Wat ben jij een nieuwsgierig meisje. Ik woon in een huisje, met een deur en een dak er op. Nou weet je het! Wat heb je alzoo gegrabbeld of had je niets? Bob. Wat een verrassing was dat, ik ben er geweldig blij mee, hartelijk dank, hoor! Nu eet ik voortaan altijd een warm eitje en denk dan aan jou! Ja, Nijmegen is prachtig. Zwaluw. Jij schrijft zoo deftig, of je al net zoo een oude man bent, als ik. Dat moet je maar niet doen, hoor! Je raadseltje is heel leuk. Sterretje. Als je mij een raadsel stuurt, mag je toch meedoen voor den prijs; dan hoef je alleen het tweede op te lossen en je eigen even over te schrijven, want dat telt altijd voor goed Jopie Slim. Heel leuk is dat bedacht voor den komenden feestdag; dat plaatsen is wel wat moeilijk, want de andere heb ik nu nog niet, dus misschien een anderen keer. Draver. Heb jij ook een trekkar? Mogen daar ie vriendjes ook wel eens inzitten. Dat zullen ze wel heerlijk vinden. Puckie. Welke rol krijg jij in het tooneelstukje? Wat zal Jan blij geweest zijn, dat zijinzen dingen naar een museum gaan. Daar komt nog heel wat voor kijken, voor je alles hebt. Ton Neveu. Ja, die zin was goed. Wat ga je leeren op muziekschool? Jullie hebt den mees ter zeker wel verrast met iets. Maantje. Heb je het niet erg kpud gehad aan zee? Maar zeker wel prettig gespeeld. Jij bent maar aan 't reizen geweest. Was je lang m den Haag? Bruintje. Dan wensch ik je vast heel veel ge luk met vaders' verjaardag. Zat jè den volgen den morgen niet te slapen op school? Moeder zal wel heel blij geweest zijn met dien prachti- gen bak. Zwartkop. Hij heeft er al een gevonden, zoel. maar eens. Ik wist niet, dat Mimosa je zusje was. Ik'raak wel eens in de war met al die familieleden. Alimcsa. Dan heb jij maar een aardig broer tje, die je zoo helpt met het oplossen. Dan had hij ook wel een lekker hapje verdiend, hè? Goudenregen. Prachtige naam van je zusje! Het is maar prettig, als je geholpen wordt; maar je probeert het toch zeker eerst even zelf, hè? Bertha B Je naam is èr al, dus bedenk je een andere; leuk. dat je mee gaat doen. Dan leer je zeker wel ijverig, om je scha in te halen. Kun je in de krant niet eens wat vertellen van je geboorteland? Indiaan. Nog net op tijd. Nee, hoor, dit is niets gedaan, dit weer. Wat een knap zusje, dié zóó hard kan rijden. Wildebras. Weer beter? Ja, daar zou ik me ook erg op yerheugen, op die nieuwe neefjes. Jij bent knap iu geschiedenis. Gezellige lange brief 1 Rozenknopje Zuinig zijn met papier, hoor! Jc mag gerust de helft eraf scheuren. Welke soort roos vind je het mooiste. Spring-ln-'t-Vcld. Wat zal dat een werk ge weest zijn, zoo alleen een tuintje aan te leggen. Vertel je me eens wat jc gaat zaaien. Kampioen. Dus jij hebt je in huis ook ver maakt. Nou, dat zal ook wel leuk gcwce6t zijn. Ben je nu weer naar school? Generaal Jansen. Wat moet jij spelen op dien avond? Vertel me eens volgende week. hoe of het was. Nimf. Ik dacht ook al, wat lijken die brief jes op mekaar; het is heel practisch twee in cén couvert. Koning Boko. Dus jij was blij met je cadeau tje; zooals je ziet sta je niet bij je andere vrien den, maar dat is te veel uitgezoek; of jc moet ze in één couvert stoppen. Abrikoos. Heb ik zóó gejokt? Nee, hoor! Al les Is altijd waar, maar een oude oom is wel eens een paar dagen in dc war. Grappig, die haan. Hoe weet jc, dat die groen vieesch heelt? Speurder. Nee, ik was er zelf niet bij. Je hebt gelijk met de Maartschc buien, maar de bedoe ling was goed! Blep B. Ik kan goed merken, dat het slecht weer is geweest; mijn neefjes en nichtjes stuur den me zulke lange brieven. Toevallig stond Martha boven jou. Hercules. Ook nog net op-tijd. Hoe komt dat zoo, zoo'n drukke week; repetities zeker. Goudvosje. Hoe is dat, Amerikaansch verkoo- pen? Wat vertelde het rad van avontuur? Bobbic. Was het konijn lekker? Wat heb je nu deze week opgegeten? Dank je wel voor het mopje. Waterrat. Nee, hoor! Ik zou met dit weer ook niet graag in de Beek springen. Maar wie had nu ook zóó'n kou verwacht? Geranium. Ik zal mijn uiterste best doen voor je en kom dan Maandag even langs, om ant woord te halen. Stormvogel. Ja, dat was jammer, maar je hadt je misschien te veel gehaast. Volgenden keer beter! Heeft Vesta ook in de sneeuw geloopen? Goudkopje. Dat zal wel grappig worden in dc bioscoop. Ja, ik heb tusschen de buien door nog even gewandeld. RUILHANDELHOEKJE. Ik kreeg toegezonden van Staartster, die we heel hartelijk dank zeggen, een heelc collectie voor het ruilhandclhoekjc. Die er van hebben wil, moet het me schrij ven, dan zal ik het Verdeelen. Het zijn: 4 omslagen van de Gruyters reepen. 1 omslag van Kwatta melkreep. 2 bonnen van Oriento. 7 bonnen van Turmac. 1 bon van „Philips Bon". 1 bon van Britisch-American Tobacco. Van Kanis en Gunninkplaatjcs no. 3 en no. 27. Van Kanis en Gunninkplaatjes, dc sprookjes, de nummers 8, 5, 7, 11, 9, 6 en 5. Van Pleines' album 5, no. 117, 99. Van Pleines' album 9, no. 208 (dubbel). Van Pleines album 4, no. 91, 74. Van Pleines album 7, no. 162. Van Pleines album 3, no. 57, 70, 50. Van Pleines' album 1, no. 8. A10PPENTR0MMEL. Op de Kermis. Jongen: „Baas, voor hoeveel is jc rhinocéros te zien?" Baas: „Voor een dubbeltje, jongenheer." Jongen: „Ik heb maar 5 cent, mag ik er nu in met één oog dicht?" (Ingez. door Gymnast). Zijn geloof. Een boer staat aan het loket van een post kantoor en vraagt of er een brief van hem is. „Poste restante?" vraagt de ambtenaar. „Nee, katholiek," is het antwoord. (Ingez. door Athleet). Verstrooid. Verstrooide professor ('s nachts) „Het is net, of ik wat hoorde. Is daar iemand?" Inbreker: „Neen." Verstrooide professor: „O, dan heb ik 't zeker gedroomd." (Ingez. door Athleet). Om veel te verdienen. Een slimmerd had in verscheidene kranten de volgende advertentie laten plaatsen: „Tegen betaling van l gulden, doe ik medc- dceling van een middel, om zonder pen, noch inkt te schrijven. Brieven, enz." Het regende brieven aan het opgegeven adres en ieder, die een gulden geofferd had, ontving per ommegaande het volgend antwoord; Neem een potlood. (Ingez uit Natuurkunde in de huiskamer, door Blauwe Distel). Snugger Een luitenant, die nooit moppen kon onthou den, ging dikwijls naar de sociëteit. Daar wer den altijd veel moppen verteld en dan zat hij er voor spek en boonen bij. Op eeji middag raadpleegde hij zijn wacht meester. Deze vertelde hem toen dc volgende mop: „Ik ken iemand, die de zoon van nVn vader is en toch niet mijn broer." t „Wie is dat dan?" vroeg de luitenant. „Wel, dat ben ik zelf," antwoordde de wacht meester. Toen de luitenant de?e mop op de sociëteit vertelde, vroegen de aanhoorders ook „Wie is dat dan?" En toen antwoordde de snuggere luitenant: „Wel dat is die wachtmeester van me'" (Ingez. door Puckie).

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1925 | | pagina 11