KINDERRUBRIEK
x
x
Voor de Kleintjes.
Bennie en zijn Beertje.
9
De rubriek van Oom Karei.
Jullie z»U wel gedacht hebben, toen je de
krant las Zaterdag, die Oom van ons heeft het
voorjaar in zijn hoofd, maar als ik jullie schrijf,
is het in het begin van de week, en wie had
kunnen denken, toen ik het over het voorjaar
had, dat het Zondag zoo'n kou en sneeuw
zou geven! Jullie kurlt nu niet buiten spelen en
daarom geef ik jullie een flink stuk werk op,
voor oefening in je taal. Vullen jullie het onder
staande verhaaltje eens nauwkeurig in; het is
mij indertijd gestuurd door Lucie en leent zich
goed voor een invuloefening, want het is tevens
gezellig te lezen. Het is voor geen prijs; dus ik
hoef het niet ingezonden te hebben.
Wie er uit moest.
In vr ge.e. tijd wa. het de gew..nte om aa.
het h.f van de. k.nin. een n.r op n. te ho.de.
D.t was i.mand., die de. kon.. ra..st opvr.ol.ken,
als h. in een b..z. bui was. De nar mo..st
alt., „neef t.g.n den k.nin. zeg..n; at bij h.m
aan t.f.l en l..fde he.l ge.ell.. met h.m Al.
de nar i.t. ge. gd h.d, w..ro.m m.n ni.t ge!.c..n
had, k.eeg h. 's.von.. e.n p.k sl. g. Hij w.s
m.sm..kt, m..r h..l er. sl.m. N. hi.l. de konin.
er. v.n ja.en en had t.l v.n j.chth.nd.n. Eén
w.s zijn li.v.lin. Dit kw.m zo. Op e.n
k..r, d.t, de k..ing a.n 't ja... w.s op de ro s.n,
ver.ol.de h. e.n he.t, gl..d uit en w.s in de.
a.gr.nd. g.va..en, als Dia.a (zo. h..tt. de h.nd)
h.m ni.t a.n zijn bu.s had geg.e.en. Z..-
d.ende w.rd Di.n. er. ver.en. ij h.d een
k.ec.t vo.r zi.. a..een, kr.eg de le kerst, h.pj.s en
l..fd. al. e.n pri..e. Ma.r da.rdo.r wer. .ij een
dik v.t di.r; z.lfs w..d zij zie. v.n di.te.
N. was de .onin. .rg be..oef; de nar .on .em
.elf. nie. me.r op.vr.l.k.n. El.en m rg.n vr..g
de koning, h.e het g..g en s.ee.s gin. h.t sl.ch.er.
Eens -p ..n k..r, d.t de ..nin. bo.s .as, .ie. hij
uit: D.gene, .ie .ij .omt ze. en, dat Diana ..od
is, wor. aan het .of o.ts.ag.. Op ..n m.rg.n
st.n. een tro.p be.ien.en te ber.ad.la.cn. Ja,
.e arm. Dia., w.s do..; .ie .ou h.t nu ga.. ze..e.?
Ni.m.nd w.lde z.n bet.ek.ing kw.t r.k.n.
De v.zor.er v.n Diana st.n te h..Ien als ..n .lein
.ind. Da.r kw.m de n.r en .ei: Tr.u. niet, .k
zal d.t w.l .pkn.p.pen! „Maa. d.n ra.k ie je b.tr.k-
.ig .wijt!" „La.t dat .aa. aa. m. over," ze.
de n.. en h. g.n. h..n, om h.t tr..ri..ge nie.w.
a.n d.. k.n..g te .egge. 0.der..g o.tm..tte h.
den k.nin di. n..r de ..tk.m.r gi.g.
„G..d.n m.rg.n, n..f," zei de na.r.
„G..d.n m.rg..." z.. ook d. k..i..
„Al ..ts v.. Diana ..h ord?"
„S.ec..," zei d. .ar, „h..l .lec..
,.Ja, ..t we., ik, ma.r ho. g..t h.t nü?"
„Ja," zei de n.., „.ij is er s.ec.. a.n to.; zij
e.. nie. me.., zij is k..d en s..f en zij .dem. ni..
me.."
„M..r, dan is z. d.od," ri.p de k.nin. uit.
„Ju..t," zei de ..r: „Zij .s ...d.
„M..r we., j. da. ni.. mee., w.. ik g.z.gd .eb,"
vr..g de .onin.
„J.w.I," antw..r..e de n.r, „ma., ik b al.e.n
g.z.gd, h.. z. eru.. zi.en t..n heb j. g.zeg., d.t
z. do., i. D.s n..f, jij m..t e. ui.l"
Servetringetje van Tante Rick.
Noodig zijn 12 kleine ringetjes, en een el lint.
Je haalt het lintje door het eerste ringetje; leg
nu het volgende ringetje op de helft van het
vorige ringetje, en door de opening, die daar
door gevormd wordt, gaat het lintje naar be
neden en komt door het tweede ringetje weer
naar boven. Nu het derde genomen enzoo-
voorts.
Jullie laten de uiteinden eindigen in een
aardig strikie.
RAADSELS.
De oplossingen van vorigen keer zijn
I.
Petroleumbron; met de woorden: eten; por;
boete; oom; loot.
II.
Kinderrubriek; met de woorden: kap, Inleg,
niet, dame, eem, roer, raam, uil, bier, roest,
iep, eind, kamer.
Van de week is de gelukkige winnares: Be
gonia. Komt zij dus even den prijs halen Maan
dag, aan het bureau van het Dagblad, Achter
de Arnhemsche Poortwal 2a.
De kampioenen, die er nu nog zijn, zijn:
Puckie, Speurder, Geranium, Bobbie, Crocus,
Hercules, Entre-nous, Robbedoes, Ton neveu,
Waterrat, Bob, Gymnast, Zwarktop, Mimosa,
Hazewind. Sneeuwwitje, Nimf, Pimpompoenfle,
Doornroosje en Qlionab
NIEUWE RAADSELS.
I.
Mijn geheel bestaat uit 30 letters en trok den
laatstcn tijd in Amerefooft zeer veel belang
stelling.
25, 7, 19, 20, 18, 2, 21 is een kleinigheid.
4, 2G, 23, 27 is een vrucht.
28, 6, 3, 24, 9, 13, 11, 30, 10, is een plaats
in het Noorden van ons land.
14, 2, 6, 22, is een hoogte.
1, 17, 5, 12, 24, is een wapen.
29, 3, 16, 7, 13, is een jongensnaam.
8, 15, 28, is een vrucht.
(Ingez. door Speurder).
II
X
X
X X X X X x X
X
X
Op de le rij: een klinker.
Op de 2e rij: een lekkere groente.
Op de 3.e rij: een meisjesnaam.
Op de 4e rij: een viervoetig dier.
Op de 5e rij: iets heel gevaarlijks.
Op de 6e rij: een onderdeel van een pond.
Op de 7e rijeen medeklinker.
(Ingez. door Stelkelbaarsje).
De verborgen plaatsnamen zijn:
Velp; Wije; Venlo; Utrecht.
De verborgen rivieren zijn:
Maas; N^ord; Waal; Aar; Lek; Spui; Aar.
De Vraagstukken waren:
Een schoen moet altijd een voet lang zijn.
Een kater vangt ook muizen!
Het raadsclversjc is een stoof
RECEPT.
Griesmeelkocken.
Voor wie een oven heeft is dit een heerlijk
schoteltje.
Voor drie personen is noodig: 1 kan melk;
1 kop griesmeel; 1 kop bloem; 1 kop suiker; 1
ei en geraspte citroenschil en wat bakpoeder.
In een kom doet men de griesmeel, de bloem,
de suiker, en de bakpoeder n daarbij het ei
roeren. Nu telkens met scheutjes de melk toe
voegen en als het mooi gelijk is, de citroen
schil.
De vorm, waar het ingaat even met wat bo
ter insmeren en daar de massa ingieten; nu
dit in de oven zetten, gedurende drie kwartier
en dan komt er een heerlijk bruin schoteltje uit.
Nu lekker wat witte suiker er op strooien en
wann eten!
(Ingez. door Hagedis).
VAN ALLES WAT.
Voor wiskunstenaars is dit een hcele leuke
opgave. Hoe kan men 100 schrijven, met alle
cijfers, die bestaan, dus zóó, dat er in voort
komt 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8, 9.
(Ingez .door Geranium).
Iemands ouderdom en maand en geboorte
uitrekenen.
Gesteld, dat iemand in Augustus geboren en
15 jaar oud is. Laat hem dan het getal van
de maand zijner geboorte neerschrijven, dus 8.
Laat hem dat getal met 2 vermenigvuldigen,
dns 2 maal 8 is 16. Laat hem daar 5 bij optel
len, dus 16 plus 5 is 21 Laat hem dat getal met
50 vermenigvuldigen, dus 50 maal 21 is 1050.
Laat hem nu daarbij zijn leeftijd optellen, dus
1050 plus 15 is 1065. Laat hem daar 365 af
trekken. dus 1065 min 365 is 700. Laat hem
dan 115 bij optellen, dus 700 plus 115 is 815.
Dan is dus 8 de maand zijner geboorte, dus
Augustus en de leeftijd is 15 jaar. Dit gaat op
voor leeftijden tusschen 10 en 100.
(Ingez. door Driehoek).
VOOR DE KLEINTJES.
Wat ben ik?
Lieve deugd, wat ben ik lek!
Nee, dat zijn geen praatjes!
Tei eens even voor de mop
Meer, dan twintig gaatjes!
Maar als je mij vol water giet,
Mij, de allerlekste,
Komt er toch geen druppel uit,
Dat is nog het gekste!
(Ingez. door Blauwe Distel).
Een spelletje.
Wc zitten alle rond de tafel. Midden op tafel
liggen lepeltjes; één lepeltje minde, dan er
menschen zijn. De handen moeten vooral onder
tafel gehouden worden, en nu begint er één
van de aanwezigen een verhaal te vertellen,
waarin het woord „krokodil*1 moet voorkomen.
Opeens komt het woord erin voor en dan moet
ieder een lepeltje grijpen. Natuurlijk blijft er
dan één persoon over, zonder lepeltje. Die gaat
weer verder met het verhaal, en zoo maar ver
der. Het is een vroolijk spelletje en erg span
nend. (Ingez. door Tante Riek.)
Verwend Kindje
In het gioote, mooie huis
aan het eind van 't dorp gelegen,
woonde sinds een maand of wat
kleine Jopie van der Steegen
't was een schatje om te tien,
rei haar kindermeisje Drien.
Broers of zusjes had rij niet,
wèl een overvloed van dingen
prentenboeken bij de vleet
speelgoed, schommel, wip en ringen
en tóch had re relden schik
dat is wonderlijk, vind ik
Alles wat ons Jopie wou,
mocht van moederlief gebeuren,
en zoo kwam het, dat het kind
dikwijls vreeselijk kon zeuren,
nu om dit en dan om dat
altijd weer had Jopie wat I
'a.
Met de kameraadjes, neen,
wilde het geheel niet vlotten
Jopie was een kleine nuf,
hield volstrekt niet van ravotten
bleef hun daarom uit den weg
wat een rare Jopie, zeg
Het werd winter en de sneeuw
lag dik op den Dennenheuvel
wat een pret had nu de jeugd 1
onder vroolijk, blij gekeuvel
sleedden zij de helling at
Joop zei, dat i er niets om gaf! -
Heel alleen stond z' aan den kant
al die vreugde aan te kijken,
met haar hondje en haar mof,
waar ze graag eens mee wou prijken
arme Jopie noem ik haar,
vergeleken bii die schaar!
Zeg eens, heb ik niet gelijk?
Zou j' ook liever niet mee sleden
dan als Jopie daar te staan
pruilend, mokkend, ontevreden
neen, voor al 't moois bij elkaar
ruild' ik tóch niet graag met haar I
HERMANNA.
In zijn kleine, witte bedje
Ligt ons kindje zacht en warm
Met het bruine teddy-beertje
Stevig in zijn rechterarm.
Strakjes zei hij, bij 't naar bed gaan
Teddy-beertje heeft zoo n pijn,
Mag hij soms bij Benny slapen,
Zal hij morgen beter zijn.
En daar liggen ze nu samen
In hun bedje warm en zacht
En er vóór, op 't beddekleedje.
Houdt Caro heel trouw de wacht.
CORRESPONDENTIE.
Voor de nieuwelingen zet ik er even boven,
dat de briefjes uiterlijk Dinsdagavond 8 uur in
mijn bezit moeten zijn. aan liet Bureau van
het Dagblad, Achter de Arnhemsche Poortwal
2a. Laatkomers krijgen anders pas volgende
week antwoord!
Staartster. Hartelijk dank, ook uit naam van
de neefjes en nichtjes, die er erg blij mee wa
ren, voor je brief met verrassingen.
Uonka. Toen ik je raadsel van eenigen tijd
geleden eens nakeek, om te plaatsen, zag ik
tot mijn spijt een fout. Bertha wordt niet met
een L. geschreven. Probeer het nog eens. Ik
begrijp, dat het lastig voor je is!
Schoolmakker. Kom Maandag dan even langs
dan liggen ze klaar. Je opstel was niet minder
aardig, maar het loten was zoo uitgevallen.
Negertje. Dan zal jij heel wat zeep gebrui
ken, zeg. Mag je dan al alleen naar huis van
school komen. Om te ruilen, moet ik even je
eigen naam en adres weten.
Viooltje. Je mag natuurlijk van Sneeuwklokje
meelezen, hè? Maar als je het raadsel niet weet,
mag je toch wel eens schrijven, hoor'
Paddestoel. Dan maar geduld met die repe
titie. Is Mijnheer al larig ziek? Ik wandelde Zon
dag nét tusschen de buien door. maar koud,
hoorl
Begonia. Heel geschikt was dat. Ik heb graag
wat in voorraad. Doe je ze de groeten terug!
Ouonab. Voor dezen keer strijk ik met mijn
hand over mijn hart en mag je weer meedoen!
Ik dacht, dat je een Indianen-opperhoofd was.
Is dat zoo gek? Kom je Maandag je plaatjes
halen.
Boer Klaas. Ja, probeer dqi eens: alles is
welkom. Je hebt zeker veel huiswerk Wat
doe je het liefst?
Voetbal. Dat spoorwegraadsel Is leuk, maar
te moeilijk. Over Leusden gaan zooveel toch
ten. Welke was het nou?
Pickie. Knap gedaan. Dat komt zeker aan de
beurt. Zal je me dadelijk vertellen, van je dui
ven. Daar ben ik erg benieuwd naar.
Gymnast. Ja, de tijd staat niet stil. Als de
zomer maar eens stilstond, hè? Dit weer is af
schuwelijk. Jij zorgt maar voor de grapjes!
Bov. Ben jii een nieuweling? Vertel me eens
wat van je zelf, want als je eens een prijs trekt,
we^t ik geen leeftijd van Je.
Sneeuwklokje. Wie is Muisje? Vertel je me
wat van de bioscoop. Dus jij gelooft me niet.
Pas od. hoor! een oude oom kan verschrikke
lijk boos worden.
Merlijn. Wat denk je van een naam uit de
boeken van Curwood. Kom je Maandag even
langs, voor die plaatjes. Ik hou me aanbevolen.
Crocus. Ja, ik was ook eens in dien tijd in
Haarlem. Binnenkort komt daar een prachtige
tentoonstelling daarvan. Dank voor je raadsel.
Meidoorn. Maar dan zou ik jou ook inwrijven
hoor! Vertel je me ook van de bioscoop. Dank
voor je moppen.
Sancho-Pansa. Heel leuk uitstapje, maar voor
een prils te Iaat. Dat weet je toch wel hè?
Don Quichotte. Dat gebeurt wel eens meer,
maar misschien komt er deze week wc! iemand
ruilen.
Engel. Reusachtig aardig; is dat een legkaart
geweest, die je bij mekaar moest zoeken? Mis
schien zijn ze deze week gemakkelijker.
Lucie. Jullie zult wel genoten hebben. Aardig
boek is dat; ik lees ook nog wel eens meisjes
boeken, al ben ik een oude man.
Entre-nous. Nee hoor! Nu heb jij een fout je
met pon. De 13de letter is een n, maar de 11de
is de r. Hebben jullie Tropenadel opgevoerd?
Onrust. Alles, wat je maar wilt; van school,
van je broertjes of zusjes; alles vind ik leuk.
En als je eens wat hebt om in de krant te zet
ten, ook welkom!
Hazewind (de oude) Deze week heb ik ze
niet, maar ik zal volgende week eens zoeken.
Voor wat wil je Pleines' plaatjes ruilen? Zeg
dat eerst even precies.
Hazewind (nieuwe). Je Ziet er is al een haze
wind, dus zoek je even een anderen naam. Neem
er een uit de geschiedenis, ot uit een jongens
boek. Leuk, dat je mee gaat doen.
Plmpompoentjc. Ja, dat was v/el jong, toen
je daar was. Ga je van den zomer weer op reis?
Leuk postpapier heb je. Ik moest lachen om
dat kleine kindje! Vangt dat ook muizen?
Keeper. Dat is een goed werk, hoor! Dat
zal je Moeder wel heerlijk vinden. Dat was een
extra bof, die groote wandeling. Ik denk, dat
je dat vooruit aan moet vragen, c i de water
leiding te bezichtigen.
Athleet. Hoe treurig, dat grootvader zoo plot
seling is heengegaan. Zal je nu heel lief voor
grootmoeder zijn? Je moet haar maar eens wat
voorlezen, na school, dat zal ze wel prettig
vinden.
't Machinistje. Ik heb respect voor jou bee-
nen, hoor! Dat zou ik niet meer kunnen; vroe
ger wel, toen ik jong was. Maar Zondag heb
ik toch nog wel even geloopen; tusschen de
buiten door scheen de zon even.
Fuchsia. Dat is dan ook veel gezelliger sa
men op te lossen. Heb je ook een eigen tuintje?
Zonnebloem. Ia, veel menschen zullen daar
wel gaan plukken. Ze zijn dan ook prachtig
en dan in een tinnen kan staan ze zoo mooi!
Weetgraag. Ik wist niet, d^t jij zoo'n dichter
was Heel leuk, hoor. Ik zal het bewaren, tot
ik er een plaatsje voor heb.
Krekeltje. Dus wat het precies was, ben je
weer vergeten. Nou, al die namen is ook heel
moeilijk, hoor! Kan jij net zoo hoog springen
als een echte krekel?
Sneeuwwitje. Wat spelen jullie dan alzooV'Ja,
dat is veel beter, dan binnen zitten; anders
krijg je geen roode wangen!
Robbedoes. Wat ben jij een nieuwsgierig
meisje. Ik woon in een huisje, met een deur en
een dak er op. Nou weet je het! Wat heb je
alzoo gegrabbeld of had je niets?
Bob. Wat een verrassing was dat, ik ben
er geweldig blij mee, hartelijk dank, hoor! Nu
eet ik voortaan altijd een warm eitje en denk
dan aan jou! Ja, Nijmegen is prachtig.
Zwaluw. Jij schrijft zoo deftig, of je al net
zoo een oude man bent, als ik. Dat moet je
maar niet doen, hoor! Je raadseltje is heel leuk.
Sterretje. Als je mij een raadsel stuurt, mag
je toch meedoen voor den prijs; dan hoef je
alleen het tweede op te lossen en je eigen even
over te schrijven, want dat telt altijd voor goed
Jopie Slim. Heel leuk is dat bedacht voor den
komenden feestdag; dat plaatsen is wel wat
moeilijk, want de andere heb ik nu nog niet,
dus misschien een anderen keer.
Draver. Heb jij ook een trekkar? Mogen daar
ie vriendjes ook wel eens inzitten. Dat zullen
ze wel heerlijk vinden.
Puckie. Welke rol krijg jij in het tooneelstukje?
Wat zal Jan blij geweest zijn, dat zijinzen
dingen naar een museum gaan. Daar komt nog
heel wat voor kijken, voor je alles hebt.
Ton Neveu. Ja, die zin was goed. Wat ga je
leeren op muziekschool? Jullie hebt den mees
ter zeker wel verrast met iets.
Maantje. Heb je het niet erg kpud gehad aan
zee? Maar zeker wel prettig gespeeld. Jij bent
maar aan 't reizen geweest. Was je lang m den
Haag?
Bruintje. Dan wensch ik je vast heel veel ge
luk met vaders' verjaardag. Zat jè den volgen
den morgen niet te slapen op school? Moeder
zal wel heel blij geweest zijn met dien prachti-
gen bak.
Zwartkop. Hij heeft er al een gevonden, zoel.
maar eens. Ik wist niet, dat Mimosa je zusje
was. Ik'raak wel eens in de war met al die
familieleden.
Alimcsa. Dan heb jij maar een aardig broer
tje, die je zoo helpt met het oplossen. Dan
had hij ook wel een lekker hapje verdiend, hè?
Goudenregen. Prachtige naam van je zusje!
Het is maar prettig, als je geholpen wordt; maar
je probeert het toch zeker eerst even zelf, hè?
Bertha B Je naam is èr al, dus bedenk je
een andere; leuk. dat je mee gaat doen. Dan
leer je zeker wel ijverig, om je scha in te halen.
Kun je in de krant niet eens wat vertellen van
je geboorteland?
Indiaan. Nog net op tijd. Nee, hoor, dit is
niets gedaan, dit weer. Wat een knap zusje, dié
zóó hard kan rijden.
Wildebras. Weer beter? Ja, daar zou ik me
ook erg op yerheugen, op die nieuwe neefjes.
Jij bent knap iu geschiedenis. Gezellige lange
brief 1
Rozenknopje Zuinig zijn met papier, hoor!
Jc mag gerust de helft eraf scheuren. Welke
soort roos vind je het mooiste.
Spring-ln-'t-Vcld. Wat zal dat een werk ge
weest zijn, zoo alleen een tuintje aan te leggen.
Vertel je me eens wat jc gaat zaaien.
Kampioen. Dus jij hebt je in huis ook ver
maakt. Nou, dat zal ook wel leuk gcwce6t zijn.
Ben je nu weer naar school?
Generaal Jansen. Wat moet jij spelen op dien
avond? Vertel me eens volgende week. hoe of
het was.
Nimf. Ik dacht ook al, wat lijken die brief
jes op mekaar; het is heel practisch twee in
cén couvert.
Koning Boko. Dus jij was blij met je cadeau
tje; zooals je ziet sta je niet bij je andere vrien
den, maar dat is te veel uitgezoek; of jc moet
ze in één couvert stoppen.
Abrikoos. Heb ik zóó gejokt? Nee, hoor! Al
les Is altijd waar, maar een oude oom is wel
eens een paar dagen in dc war. Grappig, die
haan. Hoe weet jc, dat die groen vieesch
heelt?
Speurder. Nee, ik was er zelf niet bij. Je hebt
gelijk met de Maartschc buien, maar de bedoe
ling was goed!
Blep B. Ik kan goed merken, dat het slecht
weer is geweest; mijn neefjes en nichtjes stuur
den me zulke lange brieven. Toevallig stond
Martha boven jou.
Hercules. Ook nog net op-tijd. Hoe komt dat
zoo, zoo'n drukke week; repetities zeker.
Goudvosje. Hoe is dat, Amerikaansch verkoo-
pen? Wat vertelde het rad van avontuur?
Bobbic. Was het konijn lekker? Wat heb je
nu deze week opgegeten? Dank je wel voor
het mopje.
Waterrat. Nee, hoor! Ik zou met dit weer
ook niet graag in de Beek springen. Maar wie
had nu ook zóó'n kou verwacht?
Geranium. Ik zal mijn uiterste best doen voor
je en kom dan Maandag even langs, om ant
woord te halen.
Stormvogel. Ja, dat was jammer, maar je hadt
je misschien te veel gehaast. Volgenden keer
beter! Heeft Vesta ook in de sneeuw geloopen?
Goudkopje. Dat zal wel grappig worden in
dc bioscoop. Ja, ik heb tusschen de buien door
nog even gewandeld.
RUILHANDELHOEKJE.
Ik kreeg toegezonden van Staartster, die we
heel hartelijk dank zeggen, een heelc collectie
voor het ruilhandclhoekjc.
Die er van hebben wil, moet het me schrij
ven, dan zal ik het Verdeelen. Het zijn:
4 omslagen van de Gruyters reepen.
1 omslag van Kwatta melkreep.
2 bonnen van Oriento.
7 bonnen van Turmac.
1 bon van „Philips Bon".
1 bon van Britisch-American Tobacco.
Van Kanis en Gunninkplaatjcs no. 3 en no.
27.
Van Kanis en Gunninkplaatjes, dc sprookjes,
de nummers 8, 5, 7, 11, 9, 6 en 5.
Van Pleines' album 5, no. 117, 99.
Van Pleines' album 9, no. 208 (dubbel).
Van Pleines album 4, no. 91, 74.
Van Pleines album 7, no. 162.
Van Pleines album 3, no. 57, 70, 50.
Van Pleines' album 1, no. 8.
A10PPENTR0MMEL.
Op de Kermis.
Jongen: „Baas, voor hoeveel is jc rhinocéros
te zien?"
Baas: „Voor een dubbeltje, jongenheer."
Jongen: „Ik heb maar 5 cent, mag ik er nu
in met één oog dicht?"
(Ingez. door Gymnast).
Zijn geloof.
Een boer staat aan het loket van een post
kantoor en vraagt of er een brief van hem is.
„Poste restante?" vraagt de ambtenaar.
„Nee, katholiek," is het antwoord.
(Ingez. door Athleet).
Verstrooid.
Verstrooide professor ('s nachts) „Het is net,
of ik wat hoorde. Is daar iemand?"
Inbreker: „Neen."
Verstrooide professor: „O, dan heb ik 't zeker
gedroomd."
(Ingez. door Athleet).
Om veel te verdienen.
Een slimmerd had in verscheidene kranten de
volgende advertentie laten plaatsen:
„Tegen betaling van l gulden, doe ik medc-
dceling van een middel, om zonder pen, noch
inkt te schrijven. Brieven, enz."
Het regende brieven aan het opgegeven adres
en ieder, die een gulden geofferd had, ontving
per ommegaande het volgend antwoord; Neem
een potlood.
(Ingez uit Natuurkunde in de huiskamer,
door Blauwe Distel).
Snugger
Een luitenant, die nooit moppen kon onthou
den, ging dikwijls naar de sociëteit. Daar wer
den altijd veel moppen verteld en dan zat hij
er voor spek en boonen bij.
Op eeji middag raadpleegde hij zijn wacht
meester. Deze vertelde hem toen dc volgende
mop:
„Ik ken iemand, die de zoon van nVn vader
is en toch niet mijn broer." t
„Wie is dat dan?" vroeg de luitenant.
„Wel, dat ben ik zelf," antwoordde de wacht
meester.
Toen de luitenant de?e mop op de sociëteit
vertelde, vroegen de aanhoorders ook „Wie is
dat dan?"
En toen antwoordde de snuggere luitenant:
„Wel dat is die wachtmeester van me'"
(Ingez. door Puckie).