Fa. J. W. VAN ACHTERBERGH WIJNHANDEL J. A. SCHOTERMAN Zn, BELASTINGJAAR 1925 WESTSINGEL 12-13 - TELEFOON 238 MAGAZIJN „VOORWAARTS Gewas 1920 RAYMOND MACAU f 1.- f 40.- Gewas 1920 St. EMILIGN f 1,40 f.65- SPORTNIEUWS PQRCELEINEN TAFELSERVIEZEN Wenscht U een goede PIANO voor LAGEN PRIJS. Piano- en Orgelhandel S. DUIJKER UTR. STRAAT 17 - Gevestigd 1878 - TELEFOON 145 it jj LANGESTRAAT60 TELEFOON 529 als nevenstaand model 65 dig. 47 dig. 24 dig. Decor strooibloempje 62.50 41.00 21.00 9. goudlijn 67.50 45.00 22.50 19 id. met margarlet bloempje 75.00 51.00 27.50 ALLE ONDERDEELEN HIERVAN WORDEN STEEDS NAGELEVERD Nieuwe Piano's met doorloopende Pansterplaat, prima repotiiion mechaniek, elastisch lichte aanslag, 7 octaaf in zwart-, eiken- of notenkleur, f /IrtC 5 jaar schriftelijke garantie I DIPLOMA TOONKUNST HAVIK 29 (Magazijn boven) AMERSFOORT. BIJZONDER AANBEVOLEN PER FLESCH: PER ANKER: Sluit U voor 1 Mei aan bij den afhaaldienst der Nuts- spaarbank. Inlichtingen en circulaires gratis te ver krijgen op de uren van openstelling aan het kantoor Utrechtscheweg 1. bft of na het plegen van den diefstal, met het oogmerk om dien diefstal voor te be reiden, althans gemakkelijk te maken, al thans om bij betrapping op heeterdaad, aan ziehzelve of andere deelnemers aan dat misdrijf dc vlucht mogelijk te maken, en het bezit van het gestolene te verzekeren, voornoemden v. d. Oever gewelddadig de keel dichtgeknepen en gewelddadig met een hard voorwerp op den mond en het gelaat geslagen, althans getroffen, althans geweld tegen v. d. Oever gepleegd, waardoor deze een aantal tanden uit den mond heeft ver loren cu overleden is. Verhoor van den beklaagde. Na voorlezing van cenige processen-ver baal wordt met het verhoor van den bekl. aangevangen. Bekl. erkent in den nacht van 24 op 25 Dec. 191S, omstreeks een uur, in het slop geweest te z\jn, waar G. v. d Oever woonde. Bekl. deelt verder mede, dat in den avond van den 24en Dec. dc bekl. uit de vorige zaak bjj hem zijn gekomen. Dat was om streeks 9 uur. Gezamenlijk is men toen het duin ingegaan om hout weg te halen. Daarna is bekl. met zijn broer in de poort, waar v. d. Oever's woning is, geweest. Hij heeft in het slop een persoon gezien, ge huld in een langen mantel De man stond recht tegenover de deur van de woning van v. den Oever. Doordat bekl. hout droeg moest de man een eindje op zij. Vlak daar op zag bekl. den man de woning van v. d. Oever binnengaan. Te voren had bekl. al gezien, dat de deur op een kiertje stond. De President wijst de bekl. er op, dat het al erg onwaarschijnlijk is, dat een man, die van plan was iets te misdrijven, de deur zou bin nen zijn gegaan, terwijl er anderen in de buurt waren. Verder heeft bekl. vroeger altijd gezegd, dat hij een vrouw in liet slop heeft gezien. Bekl. antwoordt, dat hij niet wist of het een man of een vrouw was, doordat de persoon een langen mantel aan had. De President merkt op, dat bekl. den volgen den morgen bloed-krabberi in zijn gezicht had. Getuigen hebben dat verklaard. Bekl. ontkent het. Die getuigen zoeken hem en zijn familie, maar zij weten zelf veel meer van de zaak af. President: Ja, maar u ook. Bekl. ontkent ook dit en eveneens, dat hij, nadat het misdrijf is gepleegd, nog al ruim in zijn geld heeft gezeten. Aan den bekl. worden een horioge en twee kettingen vertoond: Alleen een der kettingen daarvan herkend hij. Hij vermoedt wel dat die van hem is, maar er is aan „gewerkt". De ket ting is totaal veranderd. Ook een aanwezige portefeuille herkend bekl. als zijn eigendom. Die portefeuille is echter jaren vóór den mooid door zijn vader gevonden. Bekl. ontkent, dat hij geruimen tijd na den moord met zelfmoordplannen zou hebben rond- geloopen en dat hij na het misdrijf angstig zou zijn geweest en bijv. niet alleen hebben dur ven slapen. Het getuigenverhoor. Dr. Rocliat heeft de sectie op het lijk verricht en legt verklaringen af omtrent de door hem gevonden verwondingen. Deze waren zeer op pervlakkig. Verder ontbraken een paar tanden en kiezen. Een kies is teruggevonden in de borstholte. Er waren geen aanwijzingen, dat de getroffene met een hard voorwerp op den mond is geslagen. Dat kan wel met de vuist zijn ge beurd, maar in ieder geval moet dit met geweld hebben plaats gehad. De mogelijkheid blijft be staan, dat dc dood is ingetreden tengevolge van smoring. Voor worging zijn geen aanwijzingen. Een bepaalde doodsoorzaak kan niet genoemd worden, evenmin is met zekerheid te zeggen, dat het een geweldadige dood is geweest. Wel staat vast, dat er geweld op den mond is ge pleegd, maar dat dit de doodsoorzaak is ge worden, kan de deskundige niet met zekerheid zeggen. Getuige Oostbaan, rechercheur van politie, deelt mede dat de politie in de poort van de woning van v. d. Oever geconstrueerd heeft de situatie, zooals bekl. heeft medegedeeld, dat deze is geweest, toen hij in den bewusten nacht een persoon in de poort heeft ontmoet. Volgenr getuige kan men bij het passeeren, zooals hier gebeurd moet zijn, iemand altijd herkennen. Nog deelt getuige een en ander mede omtrent doo*- hem in beslag genomen voorwerpen. Getuige Sijpkens, destijds Commissaris va? Politie te Scheveningen, heeft het eerste onder zoek geleid en bekl. toen ook gehoord. Hij her innert zich. dat er toen sprake is geweest var krabbels op bekl.'s gelaat. Getuige vond die echter erg onbeteekenend. Bekl. zeide, dat de kat ze had veroorzaakt. Getuige weet niet meer of dit den dag na of pas eenige dagen later plaats had. Wat betreft bekl.'s ontmoeting met een persoon in de poort, deelt getuige mede, dat bekl. vroeger gezegd heeft, dat hij een vrouw had gezien. Hierdoor is de aandacht van bekl: afgeleid ei. gevestigd op een vroegere huishoudster van den getrof fene, die ongunstig bekend stond. De behandeling voor de Haag- sche rechtbank. Getuige Guintus, vroeger inspecteur van po litie te Scheveningen, is in den morgen van den 25en Dec. 1918 in het huis geweest van v. d. Oever en daar het lijk van het slachtoffer op het bed zien liggen. Het gezicht vertoonde geen sporen van geweld. Het hoofdkussen vertoonde bloedvlekken. In het bed heeft getuige twee tan den en een knoop van een damesmantel ge vonden. Een der tanden is er waarschijnlijk in gevallen bij het vervoer van het lijk. 's Morgens is het overlijden vastgesteld en 's middags kwam pas het vermoeden van moord. Toen is de politie er weer heengegaan. Getuige Sijpkens deelt nog mede. dat, nadat het vermoeden van moord >s opgekomen, het huis is bewaakt geworden door de politie. Daar voor hebben nog verschillende personen het huis kunnen binnengaan. Getuige Adriaanse, rechercheur van politie, heeft ten huize van den vader van bekl. ver schillende voorwerpen en ten huize van zekeren J. de Bruijn eenige beleenbriefjes in beslag ge nomen. Op deze briefjes bleken een horloge en een ketting te zijn beleend, resp. ten name van A. L. Dijkhuizen en J. de Bruijn. De verschillende Voorwerpen zijn thans ter zitting aanwezig. De ketting is van een eigen aardig soort, doordat er een miniatuur paardje aanhangt. Getuige A. v. d. Oever, zoon van den ver- slagene, is den avond van den 24en Dec. 1918 tot omstreeks 10 uur bij zijn vader geweest. Er is dien avond nog geld gewisseld. Zijn vader heeft toen een portefeuille te voorschijn gehaald welke portefeuille getuige thans herkent in de ter terechtzitting aanwezige. De verdediger mr. Overbosch merkt op, dat getuige tegen de politie gesproken heeft van een bruine portefeuille met witte bandjes. De ter terechtzitting aanwezige is zwart en heeft geen bandjes. Bij het verder verhoor van dezen getuige blijkt, dat de portefeuille, waarover hij bij de politie gesproken heeft, een -zil verben-étui was, zooals die in den oorlog algemeen in gebruik waren. Getuige heeft altijd maa' één portefeuille bij zijn vader gezien, welke achter een vaas op de kast lag. Het zilverbon-étui droeg zijn vader in den zak. Getuige blijft er bij, dat de aanwezige porte feuille aan zijn vader heeft toebehoord. Getuige herkent verder een aanwezige horlogeketting en een doosje als 'lebbende toebehoc.d aan zijn vader. Zijn vader bezat twee horloges en twee kettingen. Bekl. blijft er bij, dat de portefeuille en de horlogeketting met het paardje van hem zijn. De laatste heeft hij reeds in 1917 van zijn moe der gekregen. Het O. M.: Die ketting zullen we verder maar laten rusten. Het staat wel vast, dat jij ook een dergelijke hebt gehad. Na de pauze deelde getuige M. J. H. V i n V, mede, dat in den nacht van 24 op 25 Decem ber 1918 zijn vader is thuisgekomen met een boomstam. De gebroeders De Bruyn waren er ook bij Een hunner zeide„Hij zal morgen wel een beroerte krijgen, els hij ziet dat de boom .weg is." Den volgenden dag, nadat be kend was geworden, dat de moord gepleegd was, heeft get. tegen beklaagde hooren zeggen „Pas maar op, anders komt het nog uit, door den boom." Het is ook mogelijk, dat er ge sproken is „van" den boom. Na den moord heeft getuige op verzoek bij beklaagde in huis geslapen, omdat deze bang was. Bij een ruzie tusschen beklaagde en zijn broer heeft getuige dien broer hooren zeg gen „Pas maar op, anders zit je morgen in de kast". Verder heeft getuige gezien dat be klaagde een horloge met ketting liet zien. Zijn moeder zeide toen: „Wees maar voorzichtig", waarop beklaagde antwoordde, dot ze er toch niet achter zouden komen. Daar zou hij zelf wel voor zorgen. De verdediger meende, dat deze getui ge niet volkomen normaal is, en zou het wen- schelijk achten, dat er een onderzoek naar zijn geestvermogens zou worden ingesteld. Beklaagde besprak ook verschillende onderdeelen van getuige's verklaring. Vervol gens werden enkele getuigen gehoord, wier verklaringen geen nieuw licht op de zaak wier pen. •- Bij het daarop volgende verhoor van getuige Z. Vink, zegt het O. M., dat deze vrij uit kon spreken. Ook al moet hij iets ten fijnen nadeele zeggen, zal hij dat gerust kunnen doen. Hij zal er niet voor vervolgd worden. Get. is den avond vóór den moord met eenige andere personen een boom gaan weghalen bij het buis van Van den Oever. Beklaagde was daar niet bij. Toen getuige 's nachts weer thuis was, hoorde hij iemand bij Visscher binnen gaan. Getuige is er toen ook heen gegaan, om te zien, wie het was. Hij toen beklaagde die hem vertelde 'dat hij niet kon slapen, en daarom bij Visscher wt, binnengegaan. Be- klaagde had een paar krabben over zijn wang waaruit nog bloed kwam. Beklaagde heeft toen ook nog legen getuige gezegd, dat hij nu geld genoeg had, want hij had „hem de pil gege ven." Om zeven uur wordt het getuigenverhoor geschorst en de rechtzitting verdaagd tot Za terdagochtend 10 uur. School- en Kerknieuws. KORTE BERICHTEN. In ccn gierput verdronken. Een bijna 2-jarig kind van den landbouwer H Bulten te Hengelo (G.) is Donderdagmiddag is een gierput verdronken. Door bliksem gedood. Tijdens een kort, doch hevig onweer, dat plotseling opstak en boven Maastricht en om streken woedde, werd de 58-jorige landbouwer J. W. Roeckx, uit het naburige Amby in de weide, nabij zijn woning, door den bliksem ge troffen cn op slog gedood. Een vreeselijk begin. De 17-jarige S. S. is op de fabriek vnn de N. V. Rijwielindustrie F. en J. van Werven te Meppel in aanraking gekomen met de frame- zaag. Zijn linkerarm even beneden den elleboog werd afgezaagd. Hij was na de ambachtsschool te hebben door'oopen neg maar enkele dagen op de fobiiek werkzaam, DE SCHOOLAANVRAGEN VAN ST. WIL- LTBRORD TE ANRHEM. Het vonnis der Arnh. recht bank tegen den administra teur. Zooals gemeld is, heeft de Arnhemsche rechtbank den administrateur van het R.-K. schoolbestuur van St. Willibrord wegens de bekende fraude in de lijsten met handteekenin- gen van ouders, welke bij de aanvragen voor den bouw van twee R.-K. scholen aan het ge meentebestuur zijn overgelegd, tot drie maan den gevangenisstraf veroordeeld. De rechtbank overwoog o.a., dot beklaagde zelf erkende een aantal handteekeningen op de lijsten te hebben geplaatst, terwijl hij er bij aanwezig was dat vrouwen met den naam van hun man op de lijsten teekendéhvoorts dat beklaagde erkende de lijsten onn het school bestuur te hebben ter hand gesteld, zonder te zeggen dat er handteekeningen op voorkwamen door hem zelf geplaatst en door vrouwen in plaats van door den man, met de bedoeling de lijsten als echt en onvervalscht aan het ge meentebestuur te doen overleggen. De rechtbank achtte de ten laste gelegde feiten wettig en overtuigend bewezen met uit zondering van een tweetal handteekeningen, zoodat te dien opzichte vrijspraak moest vol gen. Overwogen werd voorts dat door het ge bruik van de lijsten nadeel kon ontstaan waar immers het gemeentebestuur gelden beschik baar kon stellen voor den scholenbouw en dit op grond van art. 75 L. O.-wet dat zelfs zou moeten doen, terwijl sommige op de lijsten ver melde personen geenszins geneigd waren hun kinderen het onderwijs op deze scholen te doen volgen, zoodat het mogelijk was, dat nit het door de wet vereischte aantal leerlingen aan wezig zou zijn. Do rechtbank stelde vast, dat de wet met de lijsten op bet oog heeft een ge schrift, strekkende om tot bewijs te dienen, dat er een school door een bepaald in de wet ge noemd aantal leerlingen zou worden bezocht. Het schoolbestuur van St Willibrord is van de weigering van de gevraagde medewerking tot het stichten der beide scholen door den gemeenteraad op grond van ernstig en twijfel of wel elk dier scholen voor ten minste 80 leer lingen bestemd is, bij Ged. Staten in hoog er beroep gegaan. Tot dusver is bij gebreke van de stukken door Ged. Staten geen beslissing genomen kunnen worden. Waar tegen het vonnis der rechtbank appèl zal worden aangeteekend en mogelijk nog behandeling in cassatie zal vol gen, is het niet waarschijnlijk dot de stukken voor de uitspraak in den Hoogen Rood ter be schikking van Ged. Staten zullen komen, zoo dat een afdoening van de quaes tie der school- aanvragen zelf nog geruimen tijd op zich zol laten wachten. HET ONDERWIJSRAPPORT DER S. D. A. P. De S. D. A. P. had aan een commissie op gedragen een rapport uit te brengen in zake onderwijsaangelegenheden. Deze commissie zou onderzoeken, welke eischen van sociaal-demokratisch standpunt niet slechts aan den omvang en de organisatie van het lager onderwijs, maar ook aan zijn karakter en methoden behoorden te worden gesteld. An derdeels had de commissie na te gaan, mede in verbond met do uitkomsten van het eerste deel harer werkzaamheid, welke wijzigingen do Lager Onderwijswet 1920 behoefde. De commissie meent, naar „Het Volk" meldt, het volgende schema van onderwijsorganisatie aan het oordeel van de Partij te moeten onder werpen. De organisatie van het onderwijs. Het onderwijs in zijn gonschen omvang van lager tot hooger onderwijs, dient els een aan eensluitend geheel te worden beschouwd, terwijl het lager onderwijs zich dient aan te passen aan het voorbereidend onderwijs. Het volgende moet steeds voortbouwen op het voorgaande, terwijl na het doorloopen van een bepaald deel, in verbond met aanleg en bestemming der leer lingen een splitsing zal moeten plaats hebben. Hiervan uitgaande meent de commissie, dat de Partij moet aandringen op invoering van het volgende onderwijssysteem: o. 3—6 jaar. Gelegenheid voor voorbereidend onderwijs. b. 6—12 jaar. De algemeene volksschool, waarvan de twee eerste leerjaren meer dan tot heden het karakter dienen te dragen van voor bereidend onderwijs. Na het einde van het zesde leerjaar zal een deel der leerlingen zijn verdere ontwikkeling voortzetten op hoogere burgerscholen, lycea en gymnasia en weer een deel hiervan later op de hoogescholen en op hoogere vakscholen. Voor de overigen wordt het voortgezet onder wijs als volgt ingericht: c. 12—15 jaar. Centrale scholen voor voort gezet lager onderwijs (inclusief Ulo-scholen). d. 15 jaar en ouder. De leerlingen, die de Centrale school voor voortgezet lager onder wijs of de Centrale U. L. O.-school hebben doorloopen, zullen voor een deel voortgezet onderwijs ontvangen op scholen voor nijver heidsonderwijs en voor zoover ze een U. L. O/* school hebben gevolgd, ook op inrichtingen als zeevaartscholen, kweekscholen voor onderwij zers, enz. Voor die leerlingen, die geen verder voort gezet onderwijs op een der bovenbedoelde on derwijsinrichtingen zullen ontvangen, dienen beroepsscholen te worden ingericht. Dit onder wijs zij verplicht en dure drie jaar. De commissie meent, dat het vervolgonderwijs op den grondslag van 't beroep moet worden opgebouwd. e. 18 jaar en ouder. Voor hen, die het 18de levensjaar hebben bereikt, moet voldoende ge legenheid zijn voor verdere vrije ontwikkeling. NED. HERV. KERK. Het beroepingswerk. Ds. A. J. Eijkman Jr. te Sebaldeburen las dezer dagen de aanbeveling voor de beroe ping van een predikant in de a.s. vacature in de Ned. Herv. Gemeente te Zeist, en schrijft daarover in de N. R. Ct. ,Op deze aanbevelingslijst staan N. B. vier predikanten uit steden. Zoo werd ook te Rot terdam een predikant uit Haarlem beroepen en staan te Utrecht op het drietal 3 predikanten uit steden en zulks komt gedurig voot. De vraag doet zich als van zelve voorware het niet billijker zulke predikanten maar te la ten daar, waar zij het goed hebben, althans eerst eens om te zien naar anderen op kleinere en kleine plaatsen Deze predikanten passeert men gewoonlijk, laat hen 10, 20 jaren, waar ze zijn, en onder hen zijn er toch ook die ga ven hebben zoowel op als onder den kansel of om andere redenen in de stad hooren. Men dringt aan op reorganisatie. Goed Maar laat men ook eens trachten in deze rich ting te reorganiseeren. Dat is eisch deT broe der- en naastenliefde, een dringende eisch, op dat vele predikanten niet langer zuchtende hun werk doen, ondat niet langer menig broekje, dat pas komt kijken, geijkte termen gebruikt en hard ^chreeuwt, uitgaat boven een bezadigd en ontwikkeld man. Ik weet, dat menigeen er met mij zóó ovct denkt, maar het niet uitspreekt. Op gevaar af den schijn te wekken, door eigenbelang geleid te worden, heb ik gesproken, maar gesproken om de zaak, waar het gaat. Zooals het beroe- pingswerk thans menigmaal geschiedt, is het dwaas en onrechtvaardig. Brenge de Synode daarin verandering b.v. in den geest als ds. Gronemeyer het eens heeft voorgesteld laat sollicitatie en promotie mo gelijk zijn, laat er komen een verdeeling der plaatsen in zekere klassen of iets dergelijks. Misschien kan ook het Bondsbestuur advisee- ren of een andere commissie deze gewichtige zaak ter hand nemen." Kunst en Wetenschap. DE TOESTAND VAN LOUIS BOUWMEESTER. Wij vernemen, dat de toestand van Louis Bouwmeester gisteren ongewijzigd is gebleven. De patiënt heeft een rustigen nacht gehad. VEREENIGD TOONEEL. 7 De heer Cees Labeur, thans verbonden aan het theater Odeon te 'sGravenhage, zal jnet ingang van 1 September a.s. deel uitmaken van het gezelschap van het „Vereenigd Tooneel" te Amsterdajn. FRITZ BAEDEKER, f Uit Leipzig wordt gemeld, dat de bekende uitgever Fritz Baedeker aldaar 82 jaar oud ge. storven is. Voetbal. Wedstrijdprogramma Zondag 12 April. Kampioenschap van Nederland. Den Haag: H.B..S—Frisia Maandag 13 April. Kampioenschap van Nederland. Rotterdam SpartaGo Ahead, Afdeeling I. Promotie-competitie 2e klasse. Amsterdam Spartaan—Zandvoort. 2e klasse A. Hoorn Hollandia-W.F.C. Promotiecompetitie 3e klasse. KrommenieK.S.C.—Helder. Schoten SchotenZeist. Afdeeling II. Promotie-competitie 2e klasse. Den Haag: A.D.O.-V.O.C Afdeeling UI. Ie klasse. Wageningen Wag. BoysTheole. Afdeeling IV. Ie klasse. Eindhoven P.S.V.—Willem II. Afdeeling V. Promotie-competitie 2e klasse. Sneek SneekAlrides. OM DEN N.VJB.-BEKER, t Zondag 12 April. Groningen G.V.V.—Wilhelmina. Maandag 13 April. Rotterdam NeptunesB.V.V. Enschedé EnschedéH.S.C. Rotterdam XerxesW.S.C. FRUIT- EN GROENTENVEILING. Noteering van 10 April Spinazie 1719 ct.lof 2631 ct.bieten 8 ct., alles per K.G. Sla 10—11 ct. per stuk. Rhababer 12—13 ct. per bos. Raapstelen 28—32 ct., radijs 29—32 ct., per 10 bos. Telefonisch Weerbericht Naar waarneming in den ochtend van heden: r Hoogste stand 771.9 te Stentele. Laagste stand 743.7 te Vestmanoer. Verwachting tot den avond van 12 April: Zwakke tot matige N. tot N.O. wind, half tot zwaar bewolkt of betrokken, weinig of geen regen, iets warmer overdag. WIELRIJDERS. Fietslantaarn aansteken 7 uur TO min.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1925 | | pagina 14