23S.JaË66a"9 AMERSFOORTSCH DAGBLAD „DE eemlander" M* BINNENLAND. TWEEDE BLAD. FEUILLETON. Be Terugkeer van Klompvoet. De Staatscourant vbn hedenavond 12 Mei bevat de volgende Koninklijke besluiten benoemd bij het dienstvak intendance tot generaal majoor de kolonel C. M. de Konter, hoofdintendant benoemd tot lid van dtm kolonialen road van Curacao H. J, Beatfson en R. J. Lamoy, C. J. Gorsira en J. P. Ez bij het hoofdbestuur der posterijen en tele grafie bevorderd tot referendaris, de hoofd commiezen J. H. Ebbcler cn Mr. G. H. Dijkmans van Gunsttot commies de adj.-commiezen H. P. J. Wellens, J. Krijger en W. M. C. de Jong- Scheffer (ongehuwde vrouw) tot odj.-commies de klerken E. Nijman en P. J. Boodt (beiden ongehuwde vrouwen) toegekend de bronzen eere-medai'le in do Oranje Nassau-orde aan G. J. Hilhorst, bestel ler bij Van Gend en Loos te Amsterdam. HET KONINKLIJK BEZOEK AAN AMSTERDAM. Eenige wijzigingen in het program. In verband met de verloting van het uur van aankomst van de Koningin te Amsterdam zijn eenige wijzigingen in het programma noodig geworden: De audiëntie voor militairen is nu vastgesteld op Woensdagavond, onmiddellijk na aankomst van de Koninklijke familie. In plaats van Woensdag zal H.M. den ge meenteraad ontvangen op Donderdag 14 Mei te 5 u. 30, na Gedeputeerde Staten. Het bezoek aan „Arti" zal waarschijnlijk nu vallen op Zaterdagochtend. In gcbruikstclling van een nieuw dok. Naar wij vernemen zal het nieuwe 25.000 ton groote dok van de Amsterdamsche Droog dok Maatschappij, Dok 5 genaamd, dat lig plaats heeft in hot Y op den hoek van het Nieuwendammerkanaal en waarin bij wijze van proefneming een tweetal schepen werd opge nomen, Vrijdagmiddag n.s. officieel door H.M de Koningin in gebruik worden gesteld. NEDERLAND EN BELGIË. De Westcrscheldc. Naar de correspondent te Brussel der N. R. Ct. meldt, heeft mr. Louis Franck, Kamerlid voor Antwerpen, een langdurig onderhoud ge had met den Belgischen minister van openbare werken, baron Ruzette, over de nieuwe ver zandingen, welke in de vaargeul te Valkenisse zouden zijn geconstateerd. De minister zcide alles in het werk te zullen stellen ten. einde de verzanding van de vaargeul te voorkomen. Er zal onmiddellijk tot nieuwe baggeiwerken wor den overgegaan, DE HOOGE RAAD VAN ARBEID. Adviezen omtrent de aan- sluiting bij arbeidswet en on derwijswet De Hooge Rood van Arbeid heeft in zijn den 9en Mei onder voorzitterschap van den plaatsvervangxmden voorzitter mgr. dr. W. H. Nolens gehouden vergadering zijn adviezen vostgesteld omtrentle. de reorganisatie van den Raad en 2e. het doen aansluiten aan de bepalingen van de Arbeidswet bij die van de onlangs gewijzigde Onderwijswetten Ten aanzien van de reorganisatie heeft de Raad zich nagenoeg geheel vercenigd met het prae-advies van een doortoe ingestelde bizon- dere commissie uit zijn midden. Uitgesproken werd dat de gereorganiseerde Hooge Raad van Arbeid zooveel mogelijk zelfstandig karakter zal moeten dragen. De Raad zal n,iet alleen op verzoek van .een hoofd van een Departement van Algemeen Bestuur, zooals op het oogeij- blik het geval is, maar ook uit eigen beweging een advies moeten kunnen uitbrengen omtrent alle onderwerpen welke de belangen van den arbeid raken. De Raad moet daartoe de vrije beschikking hebben over eigen financiën. Hij moet zijn eigen voorzitter kiezen, een bindende voordracht opstellen, waaruit zijn secretaris wordt benoemd cn zijn eigen werkwijze rege len. De grondslag voor de organisatie van den Raad moet niet mëer als tot dusverre in een algemecncn maatregel van bestuur, maar in verband met het nieuwe artikel 78 van de Grondwet in een wet worden gelegd. In één opzicht weck dc Raad af van het prae-advies van de commissie uit zijn midden. De commissie had in ovenveging gegeven, dat do financiën van den Raad gedeeltelijk van Rijkswege en gedeeltelijk door de organisaties van werkgevers en werknemers, die in het col lege vertegenwoordigd zijn, zouden worden verschaft. Dc Ruad was van oordeel, dat, wuar de Raad een instituut zou blijven, dal uitslui tend zou werken in het algemeen belang, de kosten van het college uitsluitend door het Rijk zouden moeten worden gedragen. Het advies van den Raad omtrent het doen aansluiten van de bepalingen van de Arbeids wet bij die van dc onlangs gewijzigde Onder wijswetten, komt eveneens nagenoeg geheel overeen met het prae-advies van de doortoe in gestelde bijzondere commissie uit den Raad. Vrijwel eenstemmig was de Raad van oor deel, dat wijziging van artikel 9 van dc Ar beidswet niet gewenscht is. Een meerderheid in 'den Raad achtte het echtor wel gewenscht, ar tikel 88 van dc Arbeidswet in dien zin te ver ruimen, dat de daar gegeven uitzondering voor ambachtsscholen en valcscholen ook zal gelden voor den arbeid, welke wordt verricht krach tens leerovereenkomsten, als geregeld in den tweeden titel van de Nijverheidsonderwijswet en krachtens andere vormen van vakopleiding, welke aan bepaalde sociale en paedogogische eischen voldoen. Omtrent die eischcn zijn in het praeodvies der commissie en in het advies van den Raad versohillende aanwijzingen ge geven. Intrekking of wijziging van de wet van 20 Mei 1922 (Staatsblad no. 3G9), houdende goedkeuring van de conventie van Washington betreffende de vaststelling van den leeftijd, waarop kinderen mogen worden toegelaten tot het verrichten van arbeid in nijverheids-onder nemingen, werd niet noodig geacht. Een deel van den Raad achtte het boven dien gewenscht, uitdrukkelijk als haar oordeel uit te spreken, dat waar uit de door den Raad bijeengebrachte gegevens blijkt, dat er voldoende schoolruimte voor een 7e leerjaar aanwezig is, dat over een voldoend aantal leerkrachten beschikt kan worden en dat bo vendien het aantal kinderen, hetwelk thans van een 7e leerjaar verstoken blijft, niet zoo groot is, dat hun opneming de onderwijskosten in be langrijke mnte zou vergrooten het dringend noodig is, de wet van 30 Juhi 1924 waardoor de invoering van het verplichte 7e leerjaar tot T Januari 1930 is uitgesteld, in te trekken. Een andej- deel van den Raad was met de bijzondere commissie uit den Raad van oor deel, dat de Raad zich van het uitspreken van een oordeel omtrent dit onderwerp, diende te onthouden, oqndat zulks hem niet gevraagd was en omdat de Rand te dien aanzien niet com petent is. De - beide hierboven samengevatte adviezen van den Raad, zullen eerlang met dc op de zelfde onderwerpen betrekking hebbende prae- adviezen van de commissiën uit den Raad, worden gepubliceerd en algemeen verkrijgbaar worden gesteld. HET WIJZIGINGSONTWERP WERKTIJDEN BESLUIT Peutcrwerk. In een artikel over het wijzigingsontwerp van het Werktijdenbesluit geeft de Nederlandsche Nijverheid ook eenige beschouwingen over het systeem van de Arbeidswet. Het orgaan van het Verbond van Nederlandsche Fabrikanten- vereenigingen wil den Minister van Arbeid den lof niet onthouden, dat 'hij met de laatste wijzi gingen getracht heeft binnen het kader der Ar beidswet, althans eenigermate tegemoet te komen aan de nooden der praktijk. Toch blijft na lezing van het betrokken stuk de eind indruk behouden, dot ook deze wijziging (de hoeveelste reeds I) geen uitkomst brengt cn brengen kan, zoolang niet radicaal gebroken wordt met het ongezonde systeem der Ar beidswet 1919, die te enge grenzen stelt en zijn heil zoekt in uitzonderingsmaatregelen, die" langzamerhand tot regel zijn geworden. Heel dit omvangrijke peuterwerk van zoo'n Werktijdenbesluit (was het maar een beb*i.;t tot werken!) is tenslotte het bankroet van ds wettenmakers van 1919, die in bemir.Iijke zr"- overschatting de illusie koesterden, dat do maatschappelijke ontwikkeling zich wel over eenkomstig huYi reglementen zou gedragen. STRAFRECHTSPLEGING t a v. PERSONEN MET GEBREKKIGE ONTWIKKELING OF ZIEKELIJKE STORING DER GEEST VERMOGENS Kort verslag der Eerste Kamer. Verschenen is het Voorlóopig Verslag be treffende dc wetsontwerpen: lo. aanvulling en wijziging der bepalin gen betreffende het strafrecht en dc straf rechtspleging ten aanzien van personen b|j wie tijdens het begaan van het feit gebrek- kigo ontwikkeling of ziekelijke storing der geestvermogens bestond: 2o. aanvulling van de wet van 14 Apiil .1SSG (Stbl. 62) tot vaststelling der beginselen van het gevangeniswezen, zooals die laat stelijk is gewijzigd bij do wet van 12 Fe bruari 1901 (Stbl. 64). Ontwerp van wet sub lo; Vele leden vef- klaarden hun warme instemming met dit ontwerp van wet. Zij waren den Minister erkentelijk voor diens mededeeline om dit wetsontwerp uit zijn lange periode vqn voorbereiding eindelijk tot afdoening to brengen. Deze loden hoopten dat ook (|o invoering ervan niet lang op zich zal laten wachten. Enkele leden die in het algemeen h$t wetsontwerp toejuichten, achtten het stelsel van het wetsontwcrp-Regout. waarin cjo strafrechter den dader verwijst naar don Burgerlijken rechter, ten einde ter beschik king van de rcgecring tc worden gesteld, theoretisch en practisch juister. Zii vcnvp zen hierbij naar den inhoud van dc Memorie van Toelichting op dat ontwerp (bladz. J1 en 1?) waar dc groote voordooien van djit stelsel, ook voor den dader. w. den uiteen gezet Aan verschillende andere leden scheen eqn regeling als in het ontwerp van Minister Ort was voorgedragen, verkieslijker toe dan dc thans saamgestelde. Andere leden haci- den principieelc bezwaren tegen een rege ling als in het ontwerp-Ort, docli degenen die in het strafrecht het vergcldings-stand- Dunt aanvaarden, is het scheppen van bi- zondere voorzieningen als hier voorgesteld, niet zonder bedenking. Sterke behoedzaam heid tegen te ver doorgedreven psychiatri- scering. gelijk die aan dc overzijde van het Binnenhof werd bepleit, scheert, hun in deze materie geboden. Enkelc leden meenden tc moeten waar schuwen tegen het gevaar dat men van hot begrip „toerekenbaarheid" zooveel mogelijk zoude pogen af te brokkelen. Aan de psy chiaters. hoe laag hun voorlichting voor den rechter moet worden geschat, mag niet het laatste woord worden gelaten: de medicus moet clen rechter niet van zijn stoel ver dringen. Overigens verklaarden ook zij zich met de grootere bewegingsvrijheid die den rechter bij het ontwerp wordt verleend ten opzichte van do verminderd toerekenbaren, ingenomen. Ten slotte werd er op gewezen dat om dc goede werking van de wet te verzekeren, tal van maatregelen zullen worden vereischt om voor do bij dit ontwerp bedoelde perso nen de speciale behandeling verkrijgbaar tc stellen die voor hen nóodig is. Daarmede zullen aanzienlijke uitgaven gemoeid zijn. Men vroeg, welke de plannen van den Mi nister zijn te dezen opzichte. Ontwerp van wet sub 2o: Het onderzoek van dit wetsontwerp in de afdeelingen gaf geen aanleiding tot het houden van be schouwingen of het maken van opmerkin gen. PERSONALIA Burgemeester K. E. M. Vogel, van Zeven bergen, heeft ontslag gevraagd. HOOFDAALMOEZENIER EVERS. Zijn terugkomst te den Hang. Hoofdaalmoezenier F. J. H. E7ers is gisteren van zijn Indische reis in de residentie tcrugge- keei-d. De aalmoezeniers P. iluys en J. J. J. Noordman waren hem naar Parijs tegemoet ge reisd en op het perron te Den Haag waren ter begroeting aanwezig jhr- G. A. A. Aking von Geusau, oud-Minister van Oorlog, luit.-gcne- rnal C. van Tuinen, commandant der vesting Holland, luit.-gencvaal b d. H. C. A. de Block, £eneraal-majoor b. d. W. Laatsman, oolmoe- zennicr J. J. Brouwer, majoor v d. gen. staf J. M. J. H. Lambooy, res.-kapitein gen. staf J. Boots, de heer C. P. van Ginkcl, chef Ilde ofd. van het Dep. van Oorlog, en een deputatie van het hoofdbestuur van den Ned. R.-K. Bond van Onderofficieren St. Martinus. ONDERSCHEIDING. De Fransche regeering heeft benoemd tot of ficier de l'Instruction Publique den kapitein der infanterie W. M. C. J. Holkemeyer, werkzaam onder de bevelen van den chef van den genera- len staf, buVeau buitengewoon militair vervoer, in verbond met de door dien officier bewezen belangrijke diensten bij het uitgebreid terug- vervoer van krijgsgevangenen cn geïnterneerden na den wapenstilstand. NATIONALE GROT1US HERDENKING. Een oproep om steun aan het Nederl. Volk. Het uitvoerend Comité voor de Grotius-hcr- denking von de Verccniging voor Volkenbond cn Vrede, welke op 6 Juni as. te Delft zal plaats hebben heeft zich ter bestrijding van de kosten met de volgende circulaire tot het Nederlandsche volk gericht Ieder rechtgeaard Nederschlonder(sche) er ken; de groote bcteckenis, die Hugo Grotiud heeft, cn weet, dot zijn in 1625 verschenen boek „De jure belli nc paris" hem tot den grondlegger van het moderne volkenrecht heeft gemaakt. Maar aan dc natuurlijk in dit jaar onder nomen nationale herdenking van het feit, dat drie eeuwen geleden dit boek verscheen, zijn kon het anders kosten verbonden. Dc „Verccniging voor Volkenbond en Vre de", van welke het denkbeeld voor dezo na tionale Grotius-hcrdenking is uitgegaan. Be schikt helaas niet over een kas, zoodanig groot, dat zij geheel de kosten der herdenking voor haar rekening kon nemen. Daarom schijnt het niet onbescheiden om langs dezen weg een beroep te doen op oller medewerking, teneinde u te vragen eene bij drage in de kosten der Grotius-herdenking te willen schenken, cn zulks ann den secretaris van het Uitvoerend Comité (H. Ch. J. v d. Mondcre, Jan von NosaustToot 93, Den Haag), te willen kenbaar maken. Het spreekt vanzelf, dat de bepaling van de hoegrootheid der bijdrage geheel van ieders inrichten worden or ergelatcn. .Het ligt evenwel in do bedoeling van het Uitvoerend Comité om zooveel mogelijk alle degenen, die zich bereid hebben kunnen ver klaren om een bijdrage te schenken in de on kosten der Grotius-herdenking, uit te noodigen tot bijwoning van dc plechtigheid; welke thans definitief op Zaterdag 6 Juni, in den namiddag te Delft is bepaald. Maar aangezien de ruimte beperkt en de te verwachten bclongstelling groot is, zal de lijst der daartoe op te maken uitnoodigingen met het tijdstip der verzending zoowel als met de hoegrootheid van het be drag wel moeten rekening houden, en kan niet voor elk bedrag, hoe klein dit ook zou zijn, voor een plaats worden ingestaan. Aan het hoofd van het Eerc-Comité voor deze herdenking staat Z.Exc. Jhr. Mr. Ch. Ruys de Beerenbrouck, Minister von Binncnlandsche Zaken en Landbouw. NEDERLANDSCHE WERKLOOSHE1DSRAAD. Een economische barometer. „Een economische barometer, die ons een sa menvattend overzicht geeft van de voornaam ste gegevens, welke de conjunctuur van het oogenblik statisch en dynamisch kenmerken, moet ook voor Nederland geacht worden in een behoefte te voorzien." Aldus de conclusie .van een prae-advies van ihr. ir. J. M. de Bosch Kemper, dat Zaterdag middag in dc vergadering der Nationale Ver- eeniging tegen de Werkloosheid onder voorzit terschap van prof. mr. E. M. M e y e r s in be handeling werd genomen. Zulk een „economische Barometer" dient te steunen op systematisch onderzoek, waartoe de Centrale Commissie voor de Statistiek en per sonen. grondig bekend met het zakenleven, in voortdurend nauw contact, moeten samenwer ken naar het oordeel van dezen prae-adviseur. Ook de heeren mr.'H. F. van Leeuwen en J. Oudegeest hebben de waarde der statistische methoden in dit verband naar voren gebracht Bij dc besprekingen gaf de heer J. S m i d o.a. als zijA meening te kennen, dat men bij de be oordeeling van het institunt van een econo- mischen barometer de waarde van de statistiek wel eenigszins heeft overschat. Langs statistischen weg kan b.v. nimmer in tijden van hoogconjunctuur een periode van de pressie worden voorspeld. Een crisis lean men 7.. i. niet vooruit registreeren. Bij een crisis is dc waardeverandering van het geld volgens dezen spr. ook steeds in rekening te brengen bij elke beoordeeling. Den heer S. de Wolff was liet opgevallen, dat alle drie prae-adviseurs dc critiek van prof. Treub op het Marxisme niet langer onderschrij- i ven. Zij erkennen nl. aller de periodiciteit van productie-crisissen, en de mogelijkheid om deze vooruit te berekenen. Een weer barometer kan „voorspellen", zei- de mr. A. A. v a n R h ij n, maar een econo mische barometer kan slechts „registreeren". Daarom betreurt spr., dat ditzelfde woord „in oconomicis" gebruikt wordt, daar zulks verwar ring schept. De grondslagen van zoo'n baro meter kunnen verder, volgens spr., niet streng genoeg worden beoordeeld. M r. C. J. B a fo n v a n%T u y 11 van S c - rooskerken was van oordeel, dat er veel te veel „imponderabilia" zijn, die nimmer kun nen worden vastgelegd. Maar, als de barome ter goed functionneert, zal het van te voren bekend zijn van een crisis, deze z. i. nog ver ergeren. Ook zullen, volgens dezen spr., dc arbeiders de bedrijven, waar malaise in aantocht is, niet willen verlaten, ten einde dc werkloosheid-uit- keering niet mis te loopen. (Beweging). Doel van den barometer is, volgens mr. dr. 1. rf. van Zanten, de verschijnselen van „hausse" cn „baisse" te ontleden in hunne op eenvolging. Deze spr. acht het Centraal Bureau voor de Statistiek daarvoor het juiste orgaan. Volgens hem kan het samenstellen van zoo'n barometer echter wel een jaar of twaalf duren. Tenzij gelden beschikbaar worden gesteld om in sneller tempo tc arbeiden. Zou deze verccniging niet in samenwerking met de Vereen, voor Staathuishoudkunde en Statistiek en eenige Kamers van Koophandel gelden voor hen Centraal Bureau bijeen willen brengen? De heer D e t i g e r is van meening, dat geen enkele maatregel tegen crisissen genomen kan worden, aangezien zij onafscheidelijk aan ons huidig productiesysteem zijn#verbonden. Deze spr is het volkomen eens met den heer S. de la Bella, die ook geen heil verwacht van uit sluitend nationale maatregelen. Zelfs als men dè crisisperioden nimmer kwijt ?ou raken, dan acht d r. Ir. T h. van der W a e r d en een naffwkeurige registratie toch zeer nuttig. Men zou scherpe curven kunnen ni- velleeren en normalisccrend kunnen optreden. De heer J. P e 11 e n b n r g gelooft ten slot te, dat de resultaten van den cconomischen ba rometer, als" peilschaal van voorraden cn be hoeften, ook voor den strijd der arbeidersklas se van groot nut zou kunnen zijn. De arbeiders wenschen de registratie direct onder beheer van den Staat te zien gesteld, opdat in de open bare lichamen critiek kan worden geoefend. Nadat de prae-adviseurs nog over de verschil lende problemen hadden uitgeweid, besloot de voorzitter met dc samenvatting, dat alge meen de instelling van een „barometer-commis sie" door de vergadering zou worden toege juicht. Als vertegenwoordiger van den minister van Arbeid, Handel en Nijverheid was nog ter ver gadering aanwezig, de heer A. Folmer, direc teur van den Rijksdienst voor Werkloosheids verzekering en Arbeidsbemiddeling.. Luchtvaart. VLIEGONGEVAL. Een marinetoestel totaal ver nield. Men seint ons uit den Helder Het- vliegtuig D. 20 van het vliegveld de Kooy vlcog hedenmorgen tegen een stalen kabel, die dc bij Petten gestrande oude En- gelsche kruiser "met den wal verbindt. Het vliegtuig werd totaal vernield. De bestuurder, milicien de Knecht, bekwam lichte verwondin gen en werd naar het marine-hospitaal te Den Helder vervoerd. EEN NOODLANDING. Het militair vliegtuig F. 517 uit Soesterberg heeft gistermorgen te Hilversum een noodlan ding moeten doen, waarbij het toestel met oen goed geslaagde glijvlucht behouden neerkwam. De bestuurder, sergeant-vlieger Jansen, cn ae waarnemer, korporaal Wittkamp, kregen geen letsel. Schep vrij s'levens idealen, Maar neem 't leven zoo het is. VAN ZEGGELEN. door VALENTINE WILLIAMS. Geautoriseerde vertaling van W. E. Pont 24 „Wel," zei ik, „dat geef ik toe, maar ik ge loof toch, dat ik mijn eigen mcening voor mij zal houden, totdot wij wat meer rondgekeken hebben I" Toen werd Garth kwaad. Wij waren deelge- nooten in deze onderneming, herinnerde hij mij. en wij moesten geen geheimen voor elkaar hebben. Hij had niet gedacht, dat Bij mij daar aan nog zou moeten herinneren Ik geloof, dat de geweldige hitte en de ver moeienis van onze lange klauterpartij ons bei den wat korzelig had gemaakt. In ieder geval was ik vrij kort tegen hem. „Mijn goede vriend," zei ik en stond op als om een eind aan het gesprek te maken, „alles op zijn tijd. Bij dit soort werk moet men al leen werken, in elk geval wanneer men nog aan 't begin is. Geef mij een beetje tijd f" Garth volgde mijn voorbeeld en stond op. „Zullen we verder gaan vroeg hij. Zijn toon was niet boos, maar er lag een uitdrukking op zijn gezicht, die mij eraan her innerde, dat ik bij onze eerste ontmoeting trekken om zijn mond en neus had opgemerkt die op een driftig karakter wezen. Garth was een man, die blijkbaar niet gedwarsboomd wil de worden. Nu begreep ik van wien Marjorie haar trotsch karakter had. Een warme advlaag dwarrelde hel dal bin nen. De boomen ziweptcn en een melancholiek ruischen klonk door de bladeren. „We hoeven niet te ver te gaan", me'rkle Gurth op met één cog naar de lucht, „of we krijgen de heele bui op ons voordat we onder dak kunnen komen in or.s kamp." Bij den eersten oogopslag scheen de rots aan het verste gedeelte van het diepe dal volko men ontoegankelijk, maar dicht bij mijn struik met de roode bloemen ontdekte ik een rij vlakke rotsen, die als het ware een reuzentrap vormden, daarlangs klommen wij omhoog, tot dat wij ons bevonden op een rotsplateau, dat aan de eene zijde beheerscht werd door een geweldige rots, die in verschillende lagen bo ven ons hoofd omhoog rees. Voor ons ging de bodem over in een steil diep ravijn, aan den overkant waarvan een kale rotswand den door gang versperde. Het was een naargeestig oord. Geen boom of struik of groen sprietje groeide in dit kale landschap, niets dan grijze, broze vulkonische- rotssteen. De kale, dreigende rotsgevaarten ge ven mij een gevoel van beklemming. Ik wepdde mij tot Garth. „Dit Z1'et er Qls ^et c^n(^ vao *de wereld", zei ik, „tenzij wij een weg naar de hoogte kun nen vinden over dezo terrasvormig® rotslagen. Wat vind j'j er van Zullen we het probee- ren „Wanneer we erin konden slagen, dat eerste terras te bereiken", üntwoordde mijn metge zel, „zouden wij in ieder geval eenig uitzicht hebben. Van hieruit kun je heelemaal niets zien." Ik moest Garth op mijn schouders laten klimmen om hem erop te hijschen en zijn hon derd-kilo-gewicht dTukle geloof ik een aardig patroon van zijn spijkerschoenen op mijn schouders. Hoe het zij, ten koste van mijn rug en verscheidene ontvellingen aan zijn honden en knieën, stond Garth ten laatste op de gladde rots en trok mij bij de hand naast zich er bo- vc op. Na een duizelingwekkende klimpartij, die ons op een verhevenheid bracht ongeveer een honderd voet boven het ravijn, \*onden wij daar een steil soort van pad, dot ons op het cersfe terras bracht. Het uitzicht V/os een teleurstelling. Wij waren nog te laag om de dreigende rotsen rondom het ravijn te kunnen overzien en we keken weer tegen dezelfde doodsche rij van grijze, vulkanische pieken aan, die wij beneden ook voor ons hadden gehad. Hot terras, waarop wij stonden, was niet meer dan dertig voet diep en liep over een afstand van vijftig a zestig meter langs de heele bieedte van de rots, dan hield het plotseling op. Het wcs blijkbaar door menschenhonden uit de brokkelige rots gehou wen, want een aantal grotten, die in den ach terwand uitgehouv/en waren, bewezen dat grot bewoners daar moesten geleefd hebben, in het verre verleden, toen het eiland bewoond was geweest. Het terras was eigenlijk niets anders dan een straat, die de verschillende grotwo ningen verbond. De grotten wn-cn laag en er was niets meer in te vinden. Toen wo omhoog tuuiden, zogen wij, dat de heele voorzijde van de rots als een bijenkorf, vol woningen was, overal grotwoningen op verschillende terrassen. Aan het verste uiteinde, zagen wij dat het stei le pad, waarlangs wij op het eerste terras ge-, komen waren, zich verder kronkelde naar de hooger gelegen terrassen. Er waren er drie in het geheel. Wij rustten een oogenblik op ons rotsplateau en aten wat beschuitjes en chocolade. Vanaf onzen waarnemingspost keken wij neer op het graf in de open plek in het bosch. De zon was verdwenen, maar het was nog drukkend warm. De hemel had een onheilspellende loodklcui; het was alsof de groote deur van een reusach tige oven, de geweldige hitte daarbinnen uit straalde Terwijl v/ij onzen bescheiden lunch opaten, bespraken we onze plannen. Wij besloten, met het oog op het weer onzen onderzoekingstocht voor dien dog te staken, naar ons kamp terug tc gean cn ons daar gcmakkelrik te installeeren. om dan den volgenden morgen vroeg op te breken om de bovenste terrassen von de rots te onderzoeken. Garth had blijkbaar zijn goede hdmeu^ weer teruggekregen na onze kleine schermutseling. Het afdalen van de rots was een griezelige bezigheid. Op sommige plaatsen was het pad weggebrokkeld en meer dan eens bevonden wij ons boven een diepen afgrond op een gladde helling, waar alleen de spijkers van onzo schoenen ons eenig houvast konden geven. Ik heb geen hoofd voor dergelijk alpinisme en ik vond die heele afdaling een nachtmerrie. Het i-esultoat was, dat we heel langzaam vorder den en een vol uur noodig hadden om naar beneden te komen. Toen wij eindelijk het rots plateau bereikten deed de wind het grijze vul kaangrijs om onze hoofden heendwarrelen. De hemel was nog veel donkerder geworden met een onheilspellendcn gcelachtigen gloed en en kele groote regendruppels vielen reeds op de struiken. Plotseling klonk een lange, dreunende donderslag, die alle echos in de eenzame rots pieken wakker riep. „Bij George," zei Garth, terwijl hij zijn kraag opzette, „w© krijgen de volle laag, Oke- wood. We moeten zorgen, dat we onder deze boomen vandaan komen." „We deden beter naar dot diepe dal te ren nen," raadde ik aan. „De hut ligt open. Wan neer die den wind kon weerstaan, zal zij ons althans eenige beschutting geven I" Wij zetten het op een loopen, terwijl het licht merkbaar verminderde, zooals op het tooneel. Wij liepen juist dóór het dul, toen het onweer losbarstte. Een felle bliksemstraal, ge volgd door een geweldigen donderslag, diepo duisternis en stroomen van regen. Dicht ols een gordijn vielen de regenstralen naar bene den. ,JDe hut I" schreeuwde ik in Garth's oor. Het was goed, dat wij er vlak bij waren, want in die inktzwarte duisternis zouden wij haar nooit hebben kunnen vinden. Boven het houten bed in den hoek was het dak nog gaaf en ste vig en beschutte ons tegen het ergste van den regen, want de stroomen water, dio door het dak in het midden van de hut neerplensden, bespatten ons rijkelijk. De lucht was zoo ge laden, dat men de electriciteit in de atmosfeer bijna ruiken kon, wanneer de bliksem met felle schichten door de wolken scheurde en de open plek in hef bosch en de boomen en rotsen in het rond hel verlichtte, alsof het dag v/as. Het onweer was op zijn hoogtepuntde donder daverde en wccrkootsle tegen de rot sen van hef eiland en wonneer het even op hield, klonk ons steeds het geplas en het ge- ruisch van den regen in de ooren. Toen volgde een bliksemlicht dot nog langer aanhield en meer verblindde dan al de vorige. Het geheele bosch was erdoor verlicht cn men zog het kruis op het graf van den onbekende scherp cn zwart uitkomen tegen den achtergrond van gebogen, omgeknaktc struiken, waarvan de tok ken cn bladeren zwiepten in den wind. En bij dat licht zog ik de gestalte van een man, die met gebogen hoofd bij het GrQf stond. (Wordt vervolgd.) -j- igtri

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1925 | | pagina 5