WIJNHANDEL J. A, SGH01ERMAN Zn.
DE ADELAAR
RESTANTEN COSTUMES
BINNENLAND.
UTR. STRAAT 17 - bevestigd 1878 - TELEFOON 145
Gewas 1920 RAYMOND MACAU f 1.- f 40.--
Gewas 1920 St. EMILION f 1.40 f 56.-
Langesiraat 40
Telef. 224
RECLAMES.
Van 1—4 regels f 2.05. Bike regel moor 1 0.59
BIJZONDER AANBEVOLEN PER FLESCHPER ANKER:
Al onze
ruimen wij voor zeer LAGE PRIJZEN op
Prima V/iphcord Costumes zuiver Kieermakerswerk 33,90
S-pudding I
Met grat/s
A JPj BL55l.N5.1U5 een Heerlijk Dessert
VEREENIGDE STATEN.
DE STRIJD TEGEN DE EVOLUTIELEER.
Londen, 2 3 Juli. {H. N.) Volgens een
berioht uit New-/ork schijnt het oop-proccs
te Dayton ook ondere staten tot maatregelen
tegen het geven ven onderwijs in de evolutie
leer aan te sporen Ook de stoot Columbia
wil een proces beginnen om to laten uitma
ken, dnt iedere aanval op het gezag van den
Bijbel volgens de wet verboden is.
BOSCHBRANDEN IN COLUMBIA.
Londen, 23 Juli. (V. D.) De Times
meldt uit Vancouver2COO man vechten te
gen de wouo'brondcn die thans woeden in de
goheele provincie Kootenay en de zuidelijke
Okoganngan-bergen zijn gehuld in een vlam
menzee en honderd mijl in den omtrek ziet men
dikke rookwolken. Er vallen geen mtnschenle-
vens to betreuren, doch de schade loopt in de
millioenen dollar.
CANADA.
GOUD GEVONDEN.
Londen, 23 Juli. (V. D.) De Times
Tne'.dt uit Toronto, dat aangenomen wordt, dat
in het Beardmoredislrict, 130 mijl ten Noord-
Oosten van Port-Arthur, goud is gevonden.
Eenigo goudzoekers begeven zich naar het ge
bied.
AUSTRALIË.
EEN AMERIKAANSCHE VLOOT IN
AUSTRALIË.
Een Amerikainschc vloot is bij een bezoek
aan de Australische wateren te Sydney aange
komen.
VERSPREIDE BERICHTEN.'
DRIE BADGASTEN VERDRONKEN.
Bij 'het baden in zee bij Biarritz is gisteren
een Amerikaansche verdronken. Twee men-
schen, die haar trachtten te redden, verdron
ken eveneens.
VERBINTENISSEN BIJ DE POLITIE-
TROEPEN.
Ministerieele beschikking.
De Iegerordeis bevatten de volgende mi
nisterieele beschikking betreffende verbintenis
sen bij de politietroepen.
Bij Koninklijk besluit van 23 Juni 1925 is
bepaald, dat militairen beneden den rang van
officier, die bij het korps politietroepen dienst
doen boven de organische sterkte van dat
korps, met bestemming voor de grensbewaking,
voor zoover zij niet reeds dienen krachtens de
bepalingen van eenige instructie op de wer
ving, eene vrijwillige verbintenis moeten aan
gaan op grond van de instructie op de werving
1912, met dien verstande, dat zoodanige ver
bintenis zal worden gesloten voor onbepaajden
tijd, onder de uitdrukkelijke voorwaarde, dat zij
door of vanwege den minister van Oorlog met
een opzegtermijn van ééne maand kan worden
verbroken, zoodra beperking der grensbewa
king of eenige ondere xeden zulks noodig
imocht maken.
De hierbcdoelde verbintenissen moeten voor
'de thans bij de grensbewaking dienende mili
tairen geacht worden te zijn ingegaan den len
Juli 1925 en moeten worden gesloten:
voor dienstplichtigen en militairen van het
beroepspersoneel bij het korps, waarvan zij
afkomstig zijn, en
voor de landstoi^nvrijwilligers, die niet tot
dienstplicht gehouden zijn, bij een der dichts-
bijzijnde regimenten infanterie, te weten het
lste, 2de, 8ste, 9de, 12de, 13de, 17de of 19de
regiment infanterie.
Voor het aangaan van de hicrbedoelde ver
bintenis door de thans bij de grensbewaking
dienende militairen, blijft een militair genees
kundig onderzoek achterwege. -
AMSTERDAMSCHE GEMEENTERAAD.
Het middendam-terrein.
Men meldt ons uit Amsterdam:
In de heden gehouden raadszitting kwam
O. m. in behandeling een voorstel van een aan-<
tal raadsleden, waarbij B. en W. worden uitge-
noodigd stappen te doen tot demping van het
Midden-Damterrein. Het prae-advies op deze
motie luidde om gevolg te geven aan deze
motie en daarvoor ter beschikking te stellen
27.500, om er een plantsoen te maken.
De hoer Boisse vain betreurde dat het
prae-advies zoolang is weg gebleven. Door het
aannemen van dit besluit wordt niet geraakt
oan do toekomst van het terrein. Deze demping
en beplanting zal oen groote voorloopige ver-
botering zijn, zegt spreker.
Dc heer Gulden zet uiteen, dat iedereen
het er over eens is dat het Midden-Damterrein
bebouwd moet worden. Men is vermoeid over
allo plannen en daarom wil men nu wat an
ders, men wil dempen. Spr. neemt dit gevaar
lijk, vooral omdat het plan van Publieke Wer
ken zoo mooi is. Men zal dan zeggen: laat het
maar zoo. Spr. meent, dat er dan van bouwen
niets meer komen zal. De beslissing die nu valt
zal b'slissend zijn voor het Damtrrrein. Wie
voor Dam-heboitwing is, moet naar Spr. meent
tegen deze motie stemmen. Spr. heeft zich ge
dacht een andere oplossing, om den Dam te
geven een gced architectonisch geheel. Spr.
meent als olie ondcrhandelingon met evcn-
tueelo gegadigden niet slagen, meent spreker
dal yan gemeente-wege daar een gebouw moet
gesticht worden. Beneden moest komen een
café-restaurant en boven receptie- en congres
zalen. Die receplie-zalen zouden kunnen die
nen bij officieele ontvangsten van de gemeen
te, want het wordt tijd dat de gemeente derge
lijke lokaliteiten krijgt,
In dien geest dor t spreker een voorstel.
D.oor den heer Weiss werd gevraagd in
plaats van een plantsoch een plein, dat boven
dien goedkooper is.
De heer Peters wijst er cp, dot B. en W.
afstand doen met dit prae-advies van het steeds
door hen ingenomen standpunt, want ook deze
spreker meent dat met het aannemen van deze
motie met bouwen is afgeloopen. En wat komt
cr dan, vraagt spreker; Het is een begroeide
kuil, die ook zal volloopan met water. Dit plan
noemt spreker belachelijk. Spr. zag liever dat
B. en W. hun cischen wat betreft den prijs van
het terrein zouden verminderen, opdat het
spoedig zal bebouwd zijn.
De heer Ketelaar toont zich voorstonder
van het prae-advies van B. en W., wat niet
wegneemt dot Spr. de voorkeur geeft aan be
bouwing.
Verschillende sprekers voeren nog het woord,
meest toejuichende het voorstel van B. en W.,
waarna de heer Ter Haar, wethouder van
Publieke Werken, het voorstel verdedigt. Spr.
zet uiteen dat het aannemen van dit vcorctel
niet praejudiceert op de bebouwing van het ter
rein. Dit plantsoen zal de juiste afmetingen
van net bouw-terrein aangeven.
Wat het plan van den heer Gulden betreft,
zegt spreker kan eerst gedacht worden a!s zich
geen gegadigden meer voordoen.
Spr. hoopt dnt de geheele rand zal meegaan
met het tijdelijke voorstel van B. en W., want
het blijft in de bedoeling liggen het terrein te
bebouwen.
Na gen korte repliek werd het voorstel van
B. en W. in stemming gebracht en aangeno
men met 31 tegen 4 stemmen.
Het Midden-Damterrein zal dus tijdelijk ver
anderd worden in eon plantsoen, dat vermoede
lijk reeds begin September zal gereed zijn.
Na een korte besloten zitting werd goedge
keurd een voordracht tot verbetering van de
cokesgasfabriek der Westergasfabriek. Een cre-
diet van J 400.000 werd daarvoor beschikbaar
gesteld.
De avondzitting.
Bij de voordiacht tot wijziging der verorde
ning tot regeling van het verhaal op de amb
tenaren van de bijdragen door de gemeente
verschuldigd ingevolge de betrekkelijke arti
kelen der Pensioenwet 1922 werd in de avond-
zitting o.m. door den heer Van Meurs uit-
oerig betoogd c'eit dit een onrechtvaardig be
sluit zou zijn, daar de gemeente er niet door
wordt gedwongen om aan hun ambtenaren en
beambten een verdubbeling van de inkoop-
premies op te leggen. Daarom meende deze
spr dat de r3ad deze voordracht niet moet
aannemen.
Een aantal sprekers sloot zich daarbij aan-
De wethouder Von Ft ij tag Drabbe die
de voordracht verdedigde meende o.m. dat
het verhaal der pensioenen, die in 1922 werden
ingekocht kan gebracht worden van 25 op 50
pCt. Dat betec-kent voor de gemeente een mil-
lioen.
De heer Abrahams kwam tegen deze uit
eenzetting met kracht op. Het personeel heeft
recht op een zeker pensioen; ieder weet hoe
veel tegen een storting van een zeker bedrag.
Daarom meent spr, dat de gemeente dat be
drag, dat gestort moet worden, niet mag ver-
hoogen.
Het is jammer dat men niet vóór 1922 de
rechtspositie heeft geregeld^ maar nu er een
maal een regeling is moet die gehandhaafd
worden. Aangedrongen werd op intrekking van
de voordracht.
Ten slotte zei de wethouder, dat de gemeen
te in 1922 heeft berust in het besluit van de
regeering dat men zich nog kon inkoopen te
gen 25 pCt. der premie terwijl de gemeente
de rest moest betalen. Nu er gelegenheid is
om ieder de helft te gaan betalen mag de ge
meente dat niet nalaten.
De voordracht die daarna in stemming kwam
werd verworpen met 19 tegen 18 stemmen.
De voordracht tot oprichting van een pen
sioenfonds ten behoeve van de leden van het
Concertgebouw werd afgevoerd van de ogen-
da.
HET STERK TOENEMENDE AANTAL
AUTO-ONGELUKKEN.
De gebruikers van den weg zullen
moeten leeren elkander te verdro
gen. Zij allen zullen zoo voorzich
tig mogelijk moeten worden.
De auto-ongelukken van de laatste dagen
hebben weer heel wat pennen in beweging ge
bracht, in 't bijzonder het droevig ongeluk in
het Haagsche Bosch, waarbij twee kleine jon
gens overreden zijn.
Maar niet alleen de ongelukken, ook de be
richten erover lokten opmerkingen uit, zoo
schrijft het Handelsblad. „Hoe kan een be
richtgever aannemen de verklaring van een
chauffeur, dat hij met matige vaart heeft ge
reden?", vraagt een inzender en voegt eraan
toe, dat hij nog nooit een auto op den Leid-
schcn weg met matige vaart heeft zien rijden.
Een ander daarentegen is 'verontwaardigd
over het opschrift „Snelheidsrazernij" boven
een bericht van een auto-ongeluk op den Haar-
lommerweg, waarbij een race-auto met een
vaart van 60 a 80 K.M. had gereden; deze
inzender verkondigt opnieuw, dat een snelheid
van 25 K.M, bij slechte automobilisten grooter
gevaar oplevert, dan een van 80 K.M. bij
goede: of er gevaar is, hangt af van de be
kwaamheid van den bestuurder en van de me
chanische gesteldheid van de automobiel.
Over beide beweringen een enkel woord.
De diep verontwaardigde vader, die, den
kende aan het lot dat zijn kinderen even
goed had kunnen treffen als de twee ver
ongelukte jongetjes, zoo te keer gaat tegen
alle automobilisten zonder onderscheid,
heeft even goed ongelijk als de verdediger
van de onbeperkte snelheid bij een bekwa
men en zijn verantwoordelijkheid gevoelen
den, chauffeur. De eerste omdat het onge
luk, zoonis het ons beschreven is, evengoed
kan plants hebben bij een 25-, een 20-
mijlsvanrt als bij grootere snelheid. Er zijn
in de Amslerdamsche straten dergelijke on
gelukken gebeurd met kinderen, die zonder
uit te kijken opeens een straat overstaken
en onder de tram kwamen, die niets te
hard reed. Als iemand hier schuld had, zou
den het de ouders zijn, die een kind, dat
niet het besef heeft dat het zóó de straat
niet mag oversteken, alleen op straot lieten.
Maar zelfs dat kon men niet zeggen; niet
iedereen kan zijn kinderen thuis opsluiten,
en sommige kinderen, dfè gewoonlijk best
te vertrouwen zijn, doen wel èens iets wilds
en ondoordachts. De kinderen, die aan den
Leidschen weg opeens uit de boschjes te
voorschijn kwamen, niet wetende dat zij
opeens op -den rijweg zouden staan, zijn
hc,t sluchtoffer geworden van een noodlot-
tigen samenloop van omstandigheden: de
plaatselijke situatie, hun onbekendheid er
mee, het voorbijkomen van de auto juist
op dat oogenblik; of de snelheid van de
auto er iets toe heeft gedaan, staat aller
minst vast. Zeker zijn uit dit ellendige on
geluk lessen te trekken: dat men kinderen
en hier is waarlijk niet alleen sprake von
zeer jonge kinderen niet in de buurt
van groota verkeerswegen moet laten spe
len; dut er meer gelegenheid moest zijn
voor kindei en om werkelijk veilig te spelen;
misschien ook, dat weten wij niet, om den
plaatselijken toestand te veranderen.
Ook om een snelheidsbeperking voor te
schrijven? Zooals gezegd, dit ongeluk be
wijst de noodzakelijkheid daarvan niet; wij
weten niet of het bij geringer snelheid niet
cvenzpo gebeurd zou zijn. En toch heeft
o, wjj zeiden het reeds, ook de inzepder,
die niet wil dot van „snelheidsrazernij" ge
sproken wordt, ovenzeer ongelijk. Zeker,
zeer veel hangt van den persoon van den
automobilist af. Maar niemand kan ons uit
het hoofd praten, dat zeer groote snelheid
meer gevaren meebrengt dan geringere.
Wanneer er iets gebeurt, een botsing bijv
of een weigering van de machine, zullen de
gevolgen bij groote snelheid ernstiger zijn
dan bij langzamer rijden. En voor den
voetganger is zulk een snelrijdend voer
tuig altijd een grooter gevaar. Waarschijn
lijk niet als hij de uiterste voorzichtigheid
in acht neemt.
Maar do automobilist, die iemand heeft over
reden, is er niet mee af, als hij kan zeggen
de ander had voorzichtiger kunnen zijn. Wan
neer daarop kan volgen „maar gij 'hebt wel
verbazond hord gereden", dan moet den auto
bestuurder toch het onaangename gevoel be
kruipen, dat bij langzamer rijden het ongeluk
misschien minder erg zou zijn geweest, wel
licht zelfs heelcmanl niet zou hebben plaats
gehad. Zoo zal het niet altijd zijn, maar soms
toch ook wel.
De automobilist die zijn verantwoor
delijkheid voelt, zal ook wanneer hij zijn
vak volkomen verstaat en zijn machine ge
heel betrouwbaar weet, zekere snelheid
niet overschrijden. Op drukke wegen, zoo-
als tusschen Amsterdam en Haarlem of
Leiden en Den Haag, 'behoorde men snel
heden als waarvan boven sprake is, nooit
toe te passen. Het is best mogelijk, dat er
heel wat autobestuurders zijn, die uit volle
overtuiging kunnen zeggen, dat zij zakeT
zijn ook daarmee geen gevaar te veroor
zaken, wij geloovcn, ook zonder automobi
list te zijn, te kynnen zeggen, dat zij hun
verantwoordelijkheid in geval van een on
geluk, beter zullen kunnen dragen, wan
neer zij niet zoo hard gereden hebben,
ook al blijkt ten slotte dat zij inderdaad
in 't geheel geen schuld hebben. Een
quaestie van verantwoordelijkheidsgevoel.
Niet van strafrecht, o.i. Al dadelijk niet
omdat de opsporing der strafbare feilen,
gelet op de moeilijkheid en kostbaarheid
van controle op de wegen te bezwaarlijk
zou zijn. In drukke straten van Amster
dam is een maximum snelheid, die van tijd
tot tijd tenminste gecontroleerd wordt,
toepasbaar; op groote wegen niet.
De automobilisten en de andere ge
bruikers van den weg zullen moeten keren
elkander te verdrogen. Zij zullen allen zoo
voorzichtig mogelijk moeten worden en
daarvoor iets moeten opofferen De voet
ganger zal niet meer den koristen weg
kunnen volgen, de bestuurder van een
snelrijdend voertuig zal, ook al heeft hij
haast, zijn snelheid moeten matigen; w>
tot dergelijke concessies niet bereid is, be
hoort niet in een dicht bevolkt land, heelc-
macl niet in een drukke stad. De wetgevci
kan tot repressie van verkeerde dingen in
dezen weinig doen.
Wij hechten nog het meest aan de ontwik
keling van het verstand en het verantwoord»
lijtkheids gevoel van allen die den weg gebrul'
ken.
BEHOUD VAN HET NATUURSCHOON.
Dc gedragingen von het publiek
in vrije wandelingen.
Het is nog niet zoo heel lang geleden in de
provincie Utrecht voorgekomen dat dc eige
naar van een bosch, waarin het publiek viije
wandeling genoot, toen hij bezoekers von zijn
bezitting hoffelijk attent maakte op het onge-
wenschte van hout-vernieling waaraan het ge
zelschap zich schuldig mookte (men«snecd naar
hartelust takken van de boomen om zich
.wandelstokken" te fabriceeren), in antwoord
op die woorden een hond op zich afgehitst
zag, omdat de vandalen niet van plan waren
zich iets te laten gezeggen. En de eigenaar van
het bosch moest beenen maken, om erger din
gen te voorkomen. Aan die geschiedenis wer
den wij herinnerd, toen wij in een der bladen
lazen wat het geval is geweest in de Schapen
duinen bij Bloemendaol:
Het heeft, voorol in de-naaste omgeving, waar
men de schoonheid van dot landgoed kent,
eenige schrik verwekt, toen jhr. Von der Wyck
liet bekend maken, dat de Schapenduinen voor
het publiek gesloten woren. Gelukkig heeft het
verbod maar twee dagen geduurd, zoodat men
du weer vrijelijk kon wandelen door dit mooie
deel van Kennemcrland. Door velen zal dit
worden gewaardeerd, maar het blijft toch een
vraag of het publiek in het algemeen dit voor
recht wel op prijs stelt. Het toont die waar
deering in zoo geringe mate, terwijl hot zijn
zucht tot vernielen botviert juist daar, waar
politietoezicht niet behoeft te worden gevreesd.
Dat is ook de reden, waarom de Schapendui
nen, het eenige landgoed in deze omgeving,
waar het wandelen onbelemmerd is toegelaten,
voor een paar dagen gesloten zijn. Men was
gaan krijgertje-spelen dwars door een ourdap-
pelveld, en de tuinman, die daarop een aan
merking maukte, werd bedreigd met een pak
slaag. Het was niet mogelijk tegen deze en
andere baldadigen brandstichten „voor de
aardigheid" komt ook voor anders op tc
treden dan jhr. Van der Wyck deed, omdat de
tuinlieden geen aanstelling bezitten als onbe
zoldigd veldwachter. Ondanks herhaald ver
zoek kon zulk een aanstelling tot nu toe voor
het personeel niet worden bemachtigd.
Dit is wel merkwaardig als men in de be
kende notuurschoon-circuloire yan den minister
van Binnenlandsche Zaken leest: „Voorts wore
door de gemeentebesluren steeds bijzondere
aandacht te schenken aan de bewaking van
particulier landelijk bezit, dat voor het publiek
is opengesteld, en waar op gezette tijden veel
bezoekers komen. Voldoende politietoezicht
toch behoort de eigenaren te vrijwaren tegen
schending van hun bezit. Wordt de bewaking
geheel aaif de eigenaren overgeluten, dan kun
nen dezen er allicht toe overgaan hunne bezit
tingen voor het publiek te sluiten." Inderdaad;
cn dat is don ook de voornaamste roden, waar
om de landgoederen in deze streek alle geslo
ten zijn of slechts toegankelijk voo; leden van
de Verecniging tot behoud van Nutuui monu
menten
Alleen de Schopenduinen staan voor allen
open. Maar daar kan men dan ook vrijelijk
ruïneeren, want daar is het door den minister
verlangde „voldoende politie-toezicht" afwezig.
Het is begrijpelijk, dat do eigenaren van
groote landgoederen bij zoo geringe medewer
king van de overheid tot bescherming van hun
bezit, hun bosschen en duinterreinen voor het
publiek sluiten, of hun bezittingen verkoopen
en in een ander, rustiger deel van het land.
waar het groote-stadspubliek zich weinig ver
toont, zich vestigen gaan. Het landgoed, dat
zij dan verlaten, kan óf als openbaar park voor
do gemeenschap worden behouden, doordat een
gemeentebestuur er beslag op weet te leggen,
óf het wordt aan dpn villebouw prijs gegeven
EEN GENIE.
Een handelsreiziger die brie
ven var bekende landgenoo-
ten fingeerde waarin van hem
werd gezegd dat hij een genie
was.
Voor de Rotterdamsche Rechtbank heeft
terecht gestaan de handelsreiziger A. II. Th.
39 jaar, gedetineerd en recidivist, beklaagd
van oplichting.
Beklaagde zou in April juffrouw W. heb
ben bewogen hem 45 te geven, door zich
voor te doen als kunstschilder, haar te ver
tellen, dat hij in Italië groote schilderijen
had gemaakt en een vermogen van f 7000
daarmede verworven, dat hij aan de
Tvventsche bank in deposito had gegeven.
Nu had hij voor het betalen van een he
stelling teekenrapier 15 noodig en dat geld
kon hij op dat oogenblik niet van de
Twentsche bank halen. Na de Paaschdagen
zou hij hot geld weer aan de juffrouw terug
geven.
Beklaagde beweerde ter zitting, dat hij
werkelijk schilder was. Hij had drie schil
derijen gemaakt, waarvan er twee verkocht
waren, en de eene, die hij nog over had,
was wel 3000 waard.
Bovendien had hy nog een van Wel ie in
zijn bezjt, en daar zou hij wel 40.000 voor
kunnen krijgen.
Hij had geen 46 aan de juffrouw ge
vraagd, maar 18, ze had toen 20 gegeven
en later had ze hem nog gevraagd, of hij
nog 25 er bij wilde hebben. Door een hu
welijksbureau had beklaagde met de juf
frouw kennis gemaakt.
De geleende 45 had beklaagde aan de
juffrouw willen teruggeven, met zijn thee
agentuur maakt hij wel 80 per week.
De president: Bij de stukken is een brief
gevonden van zekeren jhr. van Riemsdijk
aan het meisje: en van Riemsdijk met die
voorletter bestaat echter niet.
Beklaagde: Die jhr. van Riemsdijk is in
1912 opgenomen in een krankzinnigen ge
sticht en woont nu in Apeldoorn.
De president: Ik twijfel er sterk aan, of
u niet zelf dien brief hebt geschreven. En
hoe komt die jhr. van Riemsdijk aan een
kroon op zijn briefpapier?
Beklaagde: Dat weet ik niet.
De president: En schrijft iemand als die
jhr. van Riemsdijk zulke taalfouten?
Beklaagde: Ja dat is mijn schuld niet.
De president: Hoe komt die mijnheer er
toe aan het meisje, dat uw verloofde zou
worden, u een leerling van den Engelschen
hilder Raphel te noemen en'als een genie,
zooals hij nooit had gezien tc bestempelen.
Beklaagde: Daarmede is bedoeld de schil
der Raphel van de Da Costakade te Am
sterdam. En over mijn aanleg kan hij o'or-
dcelen, omdat ik het heele zenuwstelsel en
do heele bloedsomloop cóns voor hem getee-
kend heb.
De president: Wat IT nu verklaart, wijkt
nog al sterk af van wat U voor de politie
en voor den rechtercommissaris hebt ver
klaard.
Beklaagde: Men kan in zoo'n sfeer ver
keren, zoo zenuwachtig zijn, dat men niet
meer weet, wat men verklaart of teekenk.
Juffrouw W., als getuige gehoord, zeide.
dat ze met beklaagde door een huwe
lijksbureau was in kennis gekomen. Hij
had verteld schilder tc zijn cn een genie,
zooals er weinig voorkomen. Hij was pas in
Italië geweest, had daar groote schilderijen,
gemaakt en bezat ben vermogen. 's-Zater-
dags voor Paschen had hij haar 20 te leen
gevraagd en zij had hem toen 45 gegeven.
Als ze geweten had, dat al beklaagdes ver
halen gelogen waren, had ze het natuur
lijk niet gegeven.
Als getuige het geld terug vroeg, wat ze
telkens deed, had beklaagde telkens uit
vluchten.
De juffrouw had den brief van den
pseudo-jhr. van Riemsdijk ontvangen.
Wat voor indruk maakte die brief op U?
vroeg de president.
Getuige: Dat hij jruet door een jonkheer
geschreven is.
De president: Ik geloof, dat u juist gezien
hebt,.
Beklaagde: Mijnheer de president, wilt u
die dame eens vragen of ze uict eens door
een anderen heer ook bedrogen is, dien ze
ook bij de politie heeft gebracht.
De president: Dat heeft met uw zaak
niets te maken.
1-Iet O. M. zegt. dat hot voor het O. M.
ook wel eens moeilijk is den gepasten ernst
te bcw ren. Veel soorten oplichters heeft
het O.M. al de revue zien passeer'en, maar
iemand, die das gefflhrliche Alter als zijn
operatioterrein heeft gekozen, heeft het nog
niet ontmoet; De zaak' is aan het rollen ge
bracht door non broei van gotuige.
Het sarnnnv.c sol van verdichtsels is hier
wel heel duidelijk'. Beklaagde hoeft in 1923
wegens verduistering cn oplichting ook al
lVz iaar gevangenisstraf gehad. Eisch ook
nu wegens oplichting bij herhaling 1 jaar
en maanden gevangenisstraf.
De verdediger, mr. Mijs, vermoedt dat be
klaagde geen normaal mcnsch is. Anders
z.oii hij wol zeer geraffineerd moeten simu-
lecrcn. Pleiter vraagt een psychiatrisch on
derzoek.
liet vooropgezette doel om iemand op tc
lichten heeft bij beklaagde toen hij naar een
huwelijksbureau ging. niet voorgezeten. Al
leen -.zijn de omstandigheden voor dezen
man met ziin 1-vendigp. fan'jsie. wel bij
zonder gunstig wwoest om het meisje geld
af tc zetten.
Mr. M' s heeft om den schilder Raphel ge-
l ln cn, maar nog geen antwoord gekre-
•ii. Over de waarde van de schilderijen,
die bcklaagflc bezit, kan pleiter moeilijk
oordeel én.
DE BOSCHBRAND NABU OISTERWIJK.
Eenige interessante bijzonderhe
den omtrent dezen brand die al
weder geweten wordt non hof ach
teloos wegwerpen van ccn bran
dende lucifer cf sigaar.
De „Prov. Noord-Brabontsche en Bossche
Courant" deelt dé volgende bijzonderheden
mede omtrent den boschbrand te Oisterwijk.
Het vuur, dat Dinsdag- reeds een beduiden
den prooi oan bosch, waaronder ook veel
hoog-opgaande dennen, verslonden had en dat
men in den laten avond van dien dag bedwon
gen waande, is 's middags wederom opgelaaid
en ook Woensdag woedde de brand voort en
nu naderde het vernielend element dichter Ois-
terwijk. Ten gevolge van den dichten rook,
welken het brandende droge hout ontwikkelde,
was het niet mogelijk Óen vuurhaard op kor
ten afstand te bereiken. Men was gedwongen,
er wel een half uur vandaan te blijven, hetgeen
het directe blusschingswerk natuurlijk zeer be
lemmerde.
Uit den Bosch waren wederom ongeveer 200
militairen opgekomen, die mede den strijd te
gen de vlammen aanbonden De Oisterwijksche
van Tilburg, dis telefonisch gerequireerd werd
en te ongeveer vijf uur arriveerde. Het Til-
burgsche personeel had gasmaskers meege
bracht. Al 'zouden deze nuttig geweest kunnen
zijn tegen den rook, de hitte verhinderde een
nadering tot dichtbij het vuur. De burgemees
ter van Oisterwijk die uitstedig was, werd te
lefonisch van de gebeurtenissen verwittigd^
zoodat hij de leiding van oen btusschingsar-
beid op zich kon nemen. Den gebeden avond
heeft dit werk geduurd. Eerst te twee uur
's -nachts kon men zeggen, den brand bedwon
gen te hebben, al bestaat er vrees, dat het
vuur wederom zal oplaaien.
Op last van het gemeentebestuur bleef het
hotel „GemuMehoeken" van den heer Frits van
Opstal den g.-.nschen nacht geopend, om te
zorgen voor spijs en drank voor hen, die zioh
met bet bestrijden van het vuur bezig hielden.
Dat waren ongeveer 3CO menschen. De brand,
welke een grooten omvang had, woedde tot op
10 minuten afstand van 'het Staalbergven.
Verscheidene particuliere bosschen zijn een
prooi der vlammen geworden, doch de eigen
lijke bosschen van Oisterwijk, die n.l. welke
toebehooren aan de Vereeniging tot Behoud
van Natuurmonumenten en de wandelbcssohen
hebben geen schade geleden.
Tol zoover is de brand gegaan. Men houde
daarbij in het oog, dat ol wat verbrand is,
droog hout was, terwijl de Oisterwijksche bos
schen hierboven, -bedoeld, grootendeels groen
zijn, zoodat daarvoor te minder kans op aan
tasting door het vuur bestond.
Een drietal boerderijen, gelegen in de nabij
heid van den brand, zijn behouden gebleven.
Een hoeve was reeds ontruimd, evenals de wo
ning von den opzichter van de Neck Heide
maatschappij. In totaal zullen een 40 H.A.
bosch verband zijn op deze beide dagen.
Het door dezen boschbrand geteisterde ge
bied strekt zich uit tusschen Boxtel, Haaren
en Oisterwijk. Het vuur vond waarschijnlijk
zijn oorsprong in de heide van de Campine,
onder Boxtel, waar hoewel met vereende
krachten getracht werd den brand te 'blus-
schen, de vlammen zich over een groote op
pervlakte verspreidden. De oorzaak zal wet
gezocht moeten worden in het aqhteloos iveg-
werpen van een brandende sigaar, sigaret o£