WIJNHANDEL J. A, SGH01ERMAN Zn. DE ADELAAR RESTANTEN COSTUMES BINNENLAND. UTR. STRAAT 17 - bevestigd 1878 - TELEFOON 145 Gewas 1920 RAYMOND MACAU f 1.- f 40.-- Gewas 1920 St. EMILION f 1.40 f 56.- Langesiraat 40 Telef. 224 RECLAMES. Van 1—4 regels f 2.05. Bike regel moor 1 0.59 BIJZONDER AANBEVOLEN PER FLESCHPER ANKER: Al onze ruimen wij voor zeer LAGE PRIJZEN op Prima V/iphcord Costumes zuiver Kieermakerswerk 33,90 S-pudding I Met grat/s A JPj BL55l.N5.1U5 een Heerlijk Dessert VEREENIGDE STATEN. DE STRIJD TEGEN DE EVOLUTIELEER. Londen, 2 3 Juli. {H. N.) Volgens een berioht uit New-/ork schijnt het oop-proccs te Dayton ook ondere staten tot maatregelen tegen het geven ven onderwijs in de evolutie leer aan te sporen Ook de stoot Columbia wil een proces beginnen om to laten uitma ken, dnt iedere aanval op het gezag van den Bijbel volgens de wet verboden is. BOSCHBRANDEN IN COLUMBIA. Londen, 23 Juli. (V. D.) De Times meldt uit Vancouver2COO man vechten te gen de wouo'brondcn die thans woeden in de goheele provincie Kootenay en de zuidelijke Okoganngan-bergen zijn gehuld in een vlam menzee en honderd mijl in den omtrek ziet men dikke rookwolken. Er vallen geen mtnschenle- vens to betreuren, doch de schade loopt in de millioenen dollar. CANADA. GOUD GEVONDEN. Londen, 23 Juli. (V. D.) De Times Tne'.dt uit Toronto, dat aangenomen wordt, dat in het Beardmoredislrict, 130 mijl ten Noord- Oosten van Port-Arthur, goud is gevonden. Eenigo goudzoekers begeven zich naar het ge bied. AUSTRALIË. EEN AMERIKAANSCHE VLOOT IN AUSTRALIË. Een Amerikainschc vloot is bij een bezoek aan de Australische wateren te Sydney aange komen. VERSPREIDE BERICHTEN.' DRIE BADGASTEN VERDRONKEN. Bij 'het baden in zee bij Biarritz is gisteren een Amerikaansche verdronken. Twee men- schen, die haar trachtten te redden, verdron ken eveneens. VERBINTENISSEN BIJ DE POLITIE- TROEPEN. Ministerieele beschikking. De Iegerordeis bevatten de volgende mi nisterieele beschikking betreffende verbintenis sen bij de politietroepen. Bij Koninklijk besluit van 23 Juni 1925 is bepaald, dat militairen beneden den rang van officier, die bij het korps politietroepen dienst doen boven de organische sterkte van dat korps, met bestemming voor de grensbewaking, voor zoover zij niet reeds dienen krachtens de bepalingen van eenige instructie op de wer ving, eene vrijwillige verbintenis moeten aan gaan op grond van de instructie op de werving 1912, met dien verstande, dat zoodanige ver bintenis zal worden gesloten voor onbepaajden tijd, onder de uitdrukkelijke voorwaarde, dat zij door of vanwege den minister van Oorlog met een opzegtermijn van ééne maand kan worden verbroken, zoodra beperking der grensbewa king of eenige ondere xeden zulks noodig imocht maken. De hierbcdoelde verbintenissen moeten voor 'de thans bij de grensbewaking dienende mili tairen geacht worden te zijn ingegaan den len Juli 1925 en moeten worden gesloten: voor dienstplichtigen en militairen van het beroepspersoneel bij het korps, waarvan zij afkomstig zijn, en voor de landstoi^nvrijwilligers, die niet tot dienstplicht gehouden zijn, bij een der dichts- bijzijnde regimenten infanterie, te weten het lste, 2de, 8ste, 9de, 12de, 13de, 17de of 19de regiment infanterie. Voor het aangaan van de hicrbedoelde ver bintenis door de thans bij de grensbewaking dienende militairen, blijft een militair genees kundig onderzoek achterwege. - AMSTERDAMSCHE GEMEENTERAAD. Het middendam-terrein. Men meldt ons uit Amsterdam: In de heden gehouden raadszitting kwam O. m. in behandeling een voorstel van een aan-< tal raadsleden, waarbij B. en W. worden uitge- noodigd stappen te doen tot demping van het Midden-Damterrein. Het prae-advies op deze motie luidde om gevolg te geven aan deze motie en daarvoor ter beschikking te stellen 27.500, om er een plantsoen te maken. De hoer Boisse vain betreurde dat het prae-advies zoolang is weg gebleven. Door het aannemen van dit besluit wordt niet geraakt oan do toekomst van het terrein. Deze demping en beplanting zal oen groote voorloopige ver- botering zijn, zegt spreker. Dc heer Gulden zet uiteen, dat iedereen het er over eens is dat het Midden-Damterrein bebouwd moet worden. Men is vermoeid over allo plannen en daarom wil men nu wat an ders, men wil dempen. Spr. neemt dit gevaar lijk, vooral omdat het plan van Publieke Wer ken zoo mooi is. Men zal dan zeggen: laat het maar zoo. Spr. meent, dat er dan van bouwen niets meer komen zal. De beslissing die nu valt zal b'slissend zijn voor het Damtrrrein. Wie voor Dam-heboitwing is, moet naar Spr. meent tegen deze motie stemmen. Spr. heeft zich ge dacht een andere oplossing, om den Dam te geven een gced architectonisch geheel. Spr. meent als olie ondcrhandelingon met evcn- tueelo gegadigden niet slagen, meent spreker dal yan gemeente-wege daar een gebouw moet gesticht worden. Beneden moest komen een café-restaurant en boven receptie- en congres zalen. Die receplie-zalen zouden kunnen die nen bij officieele ontvangsten van de gemeen te, want het wordt tijd dat de gemeente derge lijke lokaliteiten krijgt, In dien geest dor t spreker een voorstel. D.oor den heer Weiss werd gevraagd in plaats van een plantsoch een plein, dat boven dien goedkooper is. De heer Peters wijst er cp, dot B. en W. afstand doen met dit prae-advies van het steeds door hen ingenomen standpunt, want ook deze spreker meent dat met het aannemen van deze motie met bouwen is afgeloopen. En wat komt cr dan, vraagt spreker; Het is een begroeide kuil, die ook zal volloopan met water. Dit plan noemt spreker belachelijk. Spr. zag liever dat B. en W. hun cischen wat betreft den prijs van het terrein zouden verminderen, opdat het spoedig zal bebouwd zijn. De heer Ketelaar toont zich voorstonder van het prae-advies van B. en W., wat niet wegneemt dot Spr. de voorkeur geeft aan be bouwing. Verschillende sprekers voeren nog het woord, meest toejuichende het voorstel van B. en W., waarna de heer Ter Haar, wethouder van Publieke Werken, het voorstel verdedigt. Spr. zet uiteen dat het aannemen van dit vcorctel niet praejudiceert op de bebouwing van het ter rein. Dit plantsoen zal de juiste afmetingen van net bouw-terrein aangeven. Wat het plan van den heer Gulden betreft, zegt spreker kan eerst gedacht worden a!s zich geen gegadigden meer voordoen. Spr. hoopt dnt de geheele rand zal meegaan met het tijdelijke voorstel van B. en W., want het blijft in de bedoeling liggen het terrein te bebouwen. Na gen korte repliek werd het voorstel van B. en W. in stemming gebracht en aangeno men met 31 tegen 4 stemmen. Het Midden-Damterrein zal dus tijdelijk ver anderd worden in eon plantsoen, dat vermoede lijk reeds begin September zal gereed zijn. Na een korte besloten zitting werd goedge keurd een voordracht tot verbetering van de cokesgasfabriek der Westergasfabriek. Een cre- diet van J 400.000 werd daarvoor beschikbaar gesteld. De avondzitting. Bij de voordiacht tot wijziging der verorde ning tot regeling van het verhaal op de amb tenaren van de bijdragen door de gemeente verschuldigd ingevolge de betrekkelijke arti kelen der Pensioenwet 1922 werd in de avond- zitting o.m. door den heer Van Meurs uit- oerig betoogd c'eit dit een onrechtvaardig be sluit zou zijn, daar de gemeente er niet door wordt gedwongen om aan hun ambtenaren en beambten een verdubbeling van de inkoop- premies op te leggen. Daarom meende deze spr dat de r3ad deze voordracht niet moet aannemen. Een aantal sprekers sloot zich daarbij aan- De wethouder Von Ft ij tag Drabbe die de voordracht verdedigde meende o.m. dat het verhaal der pensioenen, die in 1922 werden ingekocht kan gebracht worden van 25 op 50 pCt. Dat betec-kent voor de gemeente een mil- lioen. De heer Abrahams kwam tegen deze uit eenzetting met kracht op. Het personeel heeft recht op een zeker pensioen; ieder weet hoe veel tegen een storting van een zeker bedrag. Daarom meent spr, dat de gemeente dat be drag, dat gestort moet worden, niet mag ver- hoogen. Het is jammer dat men niet vóór 1922 de rechtspositie heeft geregeld^ maar nu er een maal een regeling is moet die gehandhaafd worden. Aangedrongen werd op intrekking van de voordracht. Ten slotte zei de wethouder, dat de gemeen te in 1922 heeft berust in het besluit van de regeering dat men zich nog kon inkoopen te gen 25 pCt. der premie terwijl de gemeente de rest moest betalen. Nu er gelegenheid is om ieder de helft te gaan betalen mag de ge meente dat niet nalaten. De voordracht die daarna in stemming kwam werd verworpen met 19 tegen 18 stemmen. De voordracht tot oprichting van een pen sioenfonds ten behoeve van de leden van het Concertgebouw werd afgevoerd van de ogen- da. HET STERK TOENEMENDE AANTAL AUTO-ONGELUKKEN. De gebruikers van den weg zullen moeten leeren elkander te verdro gen. Zij allen zullen zoo voorzich tig mogelijk moeten worden. De auto-ongelukken van de laatste dagen hebben weer heel wat pennen in beweging ge bracht, in 't bijzonder het droevig ongeluk in het Haagsche Bosch, waarbij twee kleine jon gens overreden zijn. Maar niet alleen de ongelukken, ook de be richten erover lokten opmerkingen uit, zoo schrijft het Handelsblad. „Hoe kan een be richtgever aannemen de verklaring van een chauffeur, dat hij met matige vaart heeft ge reden?", vraagt een inzender en voegt eraan toe, dat hij nog nooit een auto op den Leid- schcn weg met matige vaart heeft zien rijden. Een ander daarentegen is 'verontwaardigd over het opschrift „Snelheidsrazernij" boven een bericht van een auto-ongeluk op den Haar- lommerweg, waarbij een race-auto met een vaart van 60 a 80 K.M. had gereden; deze inzender verkondigt opnieuw, dat een snelheid van 25 K.M, bij slechte automobilisten grooter gevaar oplevert, dan een van 80 K.M. bij goede: of er gevaar is, hangt af van de be kwaamheid van den bestuurder en van de me chanische gesteldheid van de automobiel. Over beide beweringen een enkel woord. De diep verontwaardigde vader, die, den kende aan het lot dat zijn kinderen even goed had kunnen treffen als de twee ver ongelukte jongetjes, zoo te keer gaat tegen alle automobilisten zonder onderscheid, heeft even goed ongelijk als de verdediger van de onbeperkte snelheid bij een bekwa men en zijn verantwoordelijkheid gevoelen den, chauffeur. De eerste omdat het onge luk, zoonis het ons beschreven is, evengoed kan plants hebben bij een 25-, een 20- mijlsvanrt als bij grootere snelheid. Er zijn in de Amslerdamsche straten dergelijke on gelukken gebeurd met kinderen, die zonder uit te kijken opeens een straat overstaken en onder de tram kwamen, die niets te hard reed. Als iemand hier schuld had, zou den het de ouders zijn, die een kind, dat niet het besef heeft dat het zóó de straat niet mag oversteken, alleen op straot lieten. Maar zelfs dat kon men niet zeggen; niet iedereen kan zijn kinderen thuis opsluiten, en sommige kinderen, dfè gewoonlijk best te vertrouwen zijn, doen wel èens iets wilds en ondoordachts. De kinderen, die aan den Leidschen weg opeens uit de boschjes te voorschijn kwamen, niet wetende dat zij opeens op -den rijweg zouden staan, zijn hc,t sluchtoffer geworden van een noodlot- tigen samenloop van omstandigheden: de plaatselijke situatie, hun onbekendheid er mee, het voorbijkomen van de auto juist op dat oogenblik; of de snelheid van de auto er iets toe heeft gedaan, staat aller minst vast. Zeker zijn uit dit ellendige on geluk lessen te trekken: dat men kinderen en hier is waarlijk niet alleen sprake von zeer jonge kinderen niet in de buurt van groota verkeerswegen moet laten spe len; dut er meer gelegenheid moest zijn voor kindei en om werkelijk veilig te spelen; misschien ook, dat weten wij niet, om den plaatselijken toestand te veranderen. Ook om een snelheidsbeperking voor te schrijven? Zooals gezegd, dit ongeluk be wijst de noodzakelijkheid daarvan niet; wij weten niet of het bij geringer snelheid niet cvenzpo gebeurd zou zijn. En toch heeft o, wjj zeiden het reeds, ook de inzepder, die niet wil dot van „snelheidsrazernij" ge sproken wordt, ovenzeer ongelijk. Zeker, zeer veel hangt van den persoon van den automobilist af. Maar niemand kan ons uit het hoofd praten, dat zeer groote snelheid meer gevaren meebrengt dan geringere. Wanneer er iets gebeurt, een botsing bijv of een weigering van de machine, zullen de gevolgen bij groote snelheid ernstiger zijn dan bij langzamer rijden. En voor den voetganger is zulk een snelrijdend voer tuig altijd een grooter gevaar. Waarschijn lijk niet als hij de uiterste voorzichtigheid in acht neemt. Maar do automobilist, die iemand heeft over reden, is er niet mee af, als hij kan zeggen de ander had voorzichtiger kunnen zijn. Wan neer daarop kan volgen „maar gij 'hebt wel verbazond hord gereden", dan moet den auto bestuurder toch het onaangename gevoel be kruipen, dat bij langzamer rijden het ongeluk misschien minder erg zou zijn geweest, wel licht zelfs heelcmanl niet zou hebben plaats gehad. Zoo zal het niet altijd zijn, maar soms toch ook wel. De automobilist die zijn verantwoor delijkheid voelt, zal ook wanneer hij zijn vak volkomen verstaat en zijn machine ge heel betrouwbaar weet, zekere snelheid niet overschrijden. Op drukke wegen, zoo- als tusschen Amsterdam en Haarlem of Leiden en Den Haag, 'behoorde men snel heden als waarvan boven sprake is, nooit toe te passen. Het is best mogelijk, dat er heel wat autobestuurders zijn, die uit volle overtuiging kunnen zeggen, dat zij zakeT zijn ook daarmee geen gevaar te veroor zaken, wij geloovcn, ook zonder automobi list te zijn, te kynnen zeggen, dat zij hun verantwoordelijkheid in geval van een on geluk, beter zullen kunnen dragen, wan neer zij niet zoo hard gereden hebben, ook al blijkt ten slotte dat zij inderdaad in 't geheel geen schuld hebben. Een quaestie van verantwoordelijkheidsgevoel. Niet van strafrecht, o.i. Al dadelijk niet omdat de opsporing der strafbare feilen, gelet op de moeilijkheid en kostbaarheid van controle op de wegen te bezwaarlijk zou zijn. In drukke straten van Amster dam is een maximum snelheid, die van tijd tot tijd tenminste gecontroleerd wordt, toepasbaar; op groote wegen niet. De automobilisten en de andere ge bruikers van den weg zullen moeten keren elkander te verdrogen. Zij zullen allen zoo voorzichtig mogelijk moeten worden en daarvoor iets moeten opofferen De voet ganger zal niet meer den koristen weg kunnen volgen, de bestuurder van een snelrijdend voertuig zal, ook al heeft hij haast, zijn snelheid moeten matigen; w> tot dergelijke concessies niet bereid is, be hoort niet in een dicht bevolkt land, heelc- macl niet in een drukke stad. De wetgevci kan tot repressie van verkeerde dingen in dezen weinig doen. Wij hechten nog het meest aan de ontwik keling van het verstand en het verantwoord» lijtkheids gevoel van allen die den weg gebrul' ken. BEHOUD VAN HET NATUURSCHOON. Dc gedragingen von het publiek in vrije wandelingen. Het is nog niet zoo heel lang geleden in de provincie Utrecht voorgekomen dat dc eige naar van een bosch, waarin het publiek viije wandeling genoot, toen hij bezoekers von zijn bezitting hoffelijk attent maakte op het onge- wenschte van hout-vernieling waaraan het ge zelschap zich schuldig mookte (men«snecd naar hartelust takken van de boomen om zich .wandelstokken" te fabriceeren), in antwoord op die woorden een hond op zich afgehitst zag, omdat de vandalen niet van plan waren zich iets te laten gezeggen. En de eigenaar van het bosch moest beenen maken, om erger din gen te voorkomen. Aan die geschiedenis wer den wij herinnerd, toen wij in een der bladen lazen wat het geval is geweest in de Schapen duinen bij Bloemendaol: Het heeft, voorol in de-naaste omgeving, waar men de schoonheid van dot landgoed kent, eenige schrik verwekt, toen jhr. Von der Wyck liet bekend maken, dat de Schapenduinen voor het publiek gesloten woren. Gelukkig heeft het verbod maar twee dagen geduurd, zoodat men du weer vrijelijk kon wandelen door dit mooie deel van Kennemcrland. Door velen zal dit worden gewaardeerd, maar het blijft toch een vraag of het publiek in het algemeen dit voor recht wel op prijs stelt. Het toont die waar deering in zoo geringe mate, terwijl hot zijn zucht tot vernielen botviert juist daar, waar politietoezicht niet behoeft te worden gevreesd. Dat is ook de reden, waarom de Schapendui nen, het eenige landgoed in deze omgeving, waar het wandelen onbelemmerd is toegelaten, voor een paar dagen gesloten zijn. Men was gaan krijgertje-spelen dwars door een ourdap- pelveld, en de tuinman, die daarop een aan merking maukte, werd bedreigd met een pak slaag. Het was niet mogelijk tegen deze en andere baldadigen brandstichten „voor de aardigheid" komt ook voor anders op tc treden dan jhr. Van der Wyck deed, omdat de tuinlieden geen aanstelling bezitten als onbe zoldigd veldwachter. Ondanks herhaald ver zoek kon zulk een aanstelling tot nu toe voor het personeel niet worden bemachtigd. Dit is wel merkwaardig als men in de be kende notuurschoon-circuloire yan den minister van Binnenlandsche Zaken leest: „Voorts wore door de gemeentebesluren steeds bijzondere aandacht te schenken aan de bewaking van particulier landelijk bezit, dat voor het publiek is opengesteld, en waar op gezette tijden veel bezoekers komen. Voldoende politietoezicht toch behoort de eigenaren te vrijwaren tegen schending van hun bezit. Wordt de bewaking geheel aaif de eigenaren overgeluten, dan kun nen dezen er allicht toe overgaan hunne bezit tingen voor het publiek te sluiten." Inderdaad; cn dat is don ook de voornaamste roden, waar om de landgoederen in deze streek alle geslo ten zijn of slechts toegankelijk voo; leden van de Verecniging tot behoud van Nutuui monu menten Alleen de Schopenduinen staan voor allen open. Maar daar kan men dan ook vrijelijk ruïneeren, want daar is het door den minister verlangde „voldoende politie-toezicht" afwezig. Het is begrijpelijk, dat do eigenaren van groote landgoederen bij zoo geringe medewer king van de overheid tot bescherming van hun bezit, hun bosschen en duinterreinen voor het publiek sluiten, of hun bezittingen verkoopen en in een ander, rustiger deel van het land. waar het groote-stadspubliek zich weinig ver toont, zich vestigen gaan. Het landgoed, dat zij dan verlaten, kan óf als openbaar park voor do gemeenschap worden behouden, doordat een gemeentebestuur er beslag op weet te leggen, óf het wordt aan dpn villebouw prijs gegeven EEN GENIE. Een handelsreiziger die brie ven var bekende landgenoo- ten fingeerde waarin van hem werd gezegd dat hij een genie was. Voor de Rotterdamsche Rechtbank heeft terecht gestaan de handelsreiziger A. II. Th. 39 jaar, gedetineerd en recidivist, beklaagd van oplichting. Beklaagde zou in April juffrouw W. heb ben bewogen hem 45 te geven, door zich voor te doen als kunstschilder, haar te ver tellen, dat hij in Italië groote schilderijen had gemaakt en een vermogen van f 7000 daarmede verworven, dat hij aan de Tvventsche bank in deposito had gegeven. Nu had hij voor het betalen van een he stelling teekenrapier 15 noodig en dat geld kon hij op dat oogenblik niet van de Twentsche bank halen. Na de Paaschdagen zou hij hot geld weer aan de juffrouw terug geven. Beklaagde beweerde ter zitting, dat hij werkelijk schilder was. Hij had drie schil derijen gemaakt, waarvan er twee verkocht waren, en de eene, die hij nog over had, was wel 3000 waard. Bovendien had hy nog een van Wel ie in zijn bezjt, en daar zou hij wel 40.000 voor kunnen krijgen. Hij had geen 46 aan de juffrouw ge vraagd, maar 18, ze had toen 20 gegeven en later had ze hem nog gevraagd, of hij nog 25 er bij wilde hebben. Door een hu welijksbureau had beklaagde met de juf frouw kennis gemaakt. De geleende 45 had beklaagde aan de juffrouw willen teruggeven, met zijn thee agentuur maakt hij wel 80 per week. De president: Bij de stukken is een brief gevonden van zekeren jhr. van Riemsdijk aan het meisje: en van Riemsdijk met die voorletter bestaat echter niet. Beklaagde: Die jhr. van Riemsdijk is in 1912 opgenomen in een krankzinnigen ge sticht en woont nu in Apeldoorn. De president: Ik twijfel er sterk aan, of u niet zelf dien brief hebt geschreven. En hoe komt die jhr. van Riemsdijk aan een kroon op zijn briefpapier? Beklaagde: Dat weet ik niet. De president: En schrijft iemand als die jhr. van Riemsdijk zulke taalfouten? Beklaagde: Ja dat is mijn schuld niet. De president: Hoe komt die mijnheer er toe aan het meisje, dat uw verloofde zou worden, u een leerling van den Engelschen hilder Raphel te noemen en'als een genie, zooals hij nooit had gezien tc bestempelen. Beklaagde: Daarmede is bedoeld de schil der Raphel van de Da Costakade te Am sterdam. En over mijn aanleg kan hij o'or- dcelen, omdat ik het heele zenuwstelsel en do heele bloedsomloop cóns voor hem getee- kend heb. De president: Wat IT nu verklaart, wijkt nog al sterk af van wat U voor de politie en voor den rechtercommissaris hebt ver klaard. Beklaagde: Men kan in zoo'n sfeer ver keren, zoo zenuwachtig zijn, dat men niet meer weet, wat men verklaart of teekenk. Juffrouw W., als getuige gehoord, zeide. dat ze met beklaagde door een huwe lijksbureau was in kennis gekomen. Hij had verteld schilder tc zijn cn een genie, zooals er weinig voorkomen. Hij was pas in Italië geweest, had daar groote schilderijen, gemaakt en bezat ben vermogen. 's-Zater- dags voor Paschen had hij haar 20 te leen gevraagd en zij had hem toen 45 gegeven. Als ze geweten had, dat al beklaagdes ver halen gelogen waren, had ze het natuur lijk niet gegeven. Als getuige het geld terug vroeg, wat ze telkens deed, had beklaagde telkens uit vluchten. De juffrouw had den brief van den pseudo-jhr. van Riemsdijk ontvangen. Wat voor indruk maakte die brief op U? vroeg de president. Getuige: Dat hij jruet door een jonkheer geschreven is. De president: Ik geloof, dat u juist gezien hebt,. Beklaagde: Mijnheer de president, wilt u die dame eens vragen of ze uict eens door een anderen heer ook bedrogen is, dien ze ook bij de politie heeft gebracht. De president: Dat heeft met uw zaak niets te maken. 1-Iet O. M. zegt. dat hot voor het O. M. ook wel eens moeilijk is den gepasten ernst te bcw ren. Veel soorten oplichters heeft het O.M. al de revue zien passeer'en, maar iemand, die das gefflhrliche Alter als zijn operatioterrein heeft gekozen, heeft het nog niet ontmoet; De zaak' is aan het rollen ge bracht door non broei van gotuige. Het sarnnnv.c sol van verdichtsels is hier wel heel duidelijk'. Beklaagde hoeft in 1923 wegens verduistering cn oplichting ook al lVz iaar gevangenisstraf gehad. Eisch ook nu wegens oplichting bij herhaling 1 jaar en maanden gevangenisstraf. De verdediger, mr. Mijs, vermoedt dat be klaagde geen normaal mcnsch is. Anders z.oii hij wol zeer geraffineerd moeten simu- lecrcn. Pleiter vraagt een psychiatrisch on derzoek. liet vooropgezette doel om iemand op tc lichten heeft bij beklaagde toen hij naar een huwelijksbureau ging. niet voorgezeten. Al leen -.zijn de omstandigheden voor dezen man met ziin 1-vendigp. fan'jsie. wel bij zonder gunstig wwoest om het meisje geld af tc zetten. Mr. M' s heeft om den schilder Raphel ge- l ln cn, maar nog geen antwoord gekre- •ii. Over de waarde van de schilderijen, die bcklaagflc bezit, kan pleiter moeilijk oordeel én. DE BOSCHBRAND NABU OISTERWIJK. Eenige interessante bijzonderhe den omtrent dezen brand die al weder geweten wordt non hof ach teloos wegwerpen van ccn bran dende lucifer cf sigaar. De „Prov. Noord-Brabontsche en Bossche Courant" deelt dé volgende bijzonderheden mede omtrent den boschbrand te Oisterwijk. Het vuur, dat Dinsdag- reeds een beduiden den prooi oan bosch, waaronder ook veel hoog-opgaande dennen, verslonden had en dat men in den laten avond van dien dag bedwon gen waande, is 's middags wederom opgelaaid en ook Woensdag woedde de brand voort en nu naderde het vernielend element dichter Ois- terwijk. Ten gevolge van den dichten rook, welken het brandende droge hout ontwikkelde, was het niet mogelijk Óen vuurhaard op kor ten afstand te bereiken. Men was gedwongen, er wel een half uur vandaan te blijven, hetgeen het directe blusschingswerk natuurlijk zeer be lemmerde. Uit den Bosch waren wederom ongeveer 200 militairen opgekomen, die mede den strijd te gen de vlammen aanbonden De Oisterwijksche van Tilburg, dis telefonisch gerequireerd werd en te ongeveer vijf uur arriveerde. Het Til- burgsche personeel had gasmaskers meege bracht. Al 'zouden deze nuttig geweest kunnen zijn tegen den rook, de hitte verhinderde een nadering tot dichtbij het vuur. De burgemees ter van Oisterwijk die uitstedig was, werd te lefonisch van de gebeurtenissen verwittigd^ zoodat hij de leiding van oen btusschingsar- beid op zich kon nemen. Den gebeden avond heeft dit werk geduurd. Eerst te twee uur 's -nachts kon men zeggen, den brand bedwon gen te hebben, al bestaat er vrees, dat het vuur wederom zal oplaaien. Op last van het gemeentebestuur bleef het hotel „GemuMehoeken" van den heer Frits van Opstal den g.-.nschen nacht geopend, om te zorgen voor spijs en drank voor hen, die zioh met bet bestrijden van het vuur bezig hielden. Dat waren ongeveer 3CO menschen. De brand, welke een grooten omvang had, woedde tot op 10 minuten afstand van 'het Staalbergven. Verscheidene particuliere bosschen zijn een prooi der vlammen geworden, doch de eigen lijke bosschen van Oisterwijk, die n.l. welke toebehooren aan de Vereeniging tot Behoud van Natuurmonumenten en de wandelbcssohen hebben geen schade geleden. Tol zoover is de brand gegaan. Men houde daarbij in het oog, dat ol wat verbrand is, droog hout was, terwijl de Oisterwijksche bos schen hierboven, -bedoeld, grootendeels groen zijn, zoodat daarvoor te minder kans op aan tasting door het vuur bestond. Een drietal boerderijen, gelegen in de nabij heid van den brand, zijn behouden gebleven. Een hoeve was reeds ontruimd, evenals de wo ning von den opzichter van de Neck Heide maatschappij. In totaal zullen een 40 H.A. bosch verband zijn op deze beide dagen. Het door dezen boschbrand geteisterde ge bied strekt zich uit tusschen Boxtel, Haaren en Oisterwijk. Het vuur vond waarschijnlijk zijn oorsprong in de heide van de Campine, onder Boxtel, waar hoewel met vereende krachten getracht werd den brand te 'blus- schen, de vlammen zich over een groote op pervlakte verspreidden. De oorzaak zal wet gezocht moeten worden in het aqhteloos iveg- werpen van een brandende sigaar, sigaret o£

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1925 | | pagina 2