AMERSFOORTSCH DAGBLAD „de eemlander" Zaterdag 29 Aug. 19, binnenland. TWEEDE BLAD. FEUILLETON. De gouden band. 24e Jaargang No. 52 i De Fatale Datum. (Nadruk verboden). Een paar mensohengeslachten geleden schijnt er een bekend liedje te hebben be staan over een voddenraper. Ik herinner mij, het in mijn allervroegste jeugd wel eens te hebben 'hooren zingen: „Des nachts wanneer de meeste menschen slapen, Dan trek ik welgemoed mijn woning uit; 'k Ga dan op straat om vodden op te rapen, En vind dan meestal een goeden buit. Lompen, papieren, afgedankte kleeren. Komen mij alle. wonderwel te pas; Doch laat ik nu eens gaan examineeren, Wat hedennacht mijn vangst alweder was." Deze examineerende voddenraper was een wijsgeer, verwant aan den doodgraver uit Hamlet. Hij deed zijn werk niet met den ruwen haast van het tegenwoordig geslacht, dat geen eerbied meer heeft voor zijn materiaal. Hij bekeek elk lapje, dat hij in handen kreeg, vouwde een gekreukelden brief glad om het handschrift te ontcijferen en liet zijn verbeelding den vrijen loop, zoo hij in het aschval een afgetrapt schoentje vond van satijn. Hij zal met zijn treuzelig gemijmer niet zooveel verdiend hebben als zijn tegenwoordige vakgenoot, die den ge- heelen rommel pardoes op de weegschaal kwakt, omdat hem alleen het „zooveel cen ten het pond" belangstelling inboezemt. Maar daartegenover verzamelde hij zich levenswijsheid», en deze gold in die dagen toch ook voor iets. Aan dien voddenraper moest ik denken, toen ik onlangs in den tuin van een lande lijk café een kop koffie dronk. Ik zat vlak 'bij het hek en het was» nog vroeg. De nachtwind) had enkele papieren tegen het hek gestuwd, die gedurende den stórm van de vorige dagen uit een voorbijgaande vuilniskar of uit de aschbakken der naast liggende hulzen naar deze plaats ■•varen verdwa&ld. Eén van die half verregende papieren 'rok mijn aandacht. Het was een afgescheurd blad van een maandkalender. De eigenaar had, zooals dat op kantoren gewoonte is, elk datum-, blokje met een streep doorgehaald, en na aliocp van de maand het papier in de prullenmand geworpen. Maar één datum was op bijzondere wijze bewéhkt. Er was óm de 5 een dikke inkt- streep getrokken én het geheele blokje was met rood potlood gekleurd. Deze datum had' voor den eigenaar van den kalender kenne lijk gewichtige beteekenis gehad. Allicht h3d hij "maanden tevoren dezen 5den Juli zoo in 't oog vallend aangestreept; mis schien had de gedachte aan dezen datum zijn Oudejaarsavond reeds in beslag geno men en had hij, toen hij op Nieuwjaar den kersversohen kalender inwijdde, als eerste daad in den pas aangevangen tijdkring dit hokje rood gemaakt. Klaarblijkelijk was 5 Juli een fatale datum voor hem geweest. Wat zou er op dien datum hebben moeten gebeuren? Had de eigenaar#van den kalender hem met vreug de of met angst tegemoet gezien? Had hij, hoe meer deze datum naderde, niet kunnen slapen van voorpret of van vrees? Misschien was het de dag, waarop hij zou gaan trouwen; misschien ook de dag, waarop een omvangrijke wissel verliep. Het geheim van dezen datum zou ik nimmer raden. Maar wat mij meer trof dan dit fel ge kleurde hokje, was de omstandigheid, dat alle verdere datum-hokjes, die op dien fata len 5den volgden, regelmatig met de ge wone seheeve potloodstreep waren doorge haald. Dit gaf aan dat verfomfaaide kalen derblad een tragischen aanblik. Want, hoezeer en hoelang die noodlottige 3 den eigenaar van den kal.er.der gedreigd of ge lokt had, eenmaal was de dag aangebroken, de geweldige, gewichtige dag, dè Dag, maar de zon had niet stil gestaan en de wereld was niet vergaan. Er was op de 5 een 6 en op de 6 een 7 gevolgd en regel matig had de vaste kantoorhand dag na dag doorgestreept tot de 31 vol waren en het blad van Juli in de prullenmand was ge worpen- Is dit tenslotte niet de grootste tragiek van het leven, dat alles zijn gang gaat, ook na den fatalen datum? Hetgeen zoolang had gedreigd, is minder verschrikkelijk ge bleken, dan de verbeelding in slapelooze nachten het had gekleurd. Hetgeen zoolang had gelokt, is minder bekoorlijk gebleken, dan de verbeelding In visioenen had voor- getooverd. En, verschrikkelijk of heerlijk, den 6den is het doorleefd, verleden gewor den en het verdwijnt met de snelheid van den voorlijlenden tijd in het niet. Zelfs in de herinnering blijft het niet kleurhoudend. „Hetgeen onmogelijk soheen, neemt, zoodra het geschied is, naest het gewone zijn plaats in", merkte Goethe ergens in Wilhelm Meister's Leerjaren op. „Naast het gewone". Hebben wij daarvoor reeds met Nieuwjaar den fatalen datum nadruk kelijk omrand? Hebben wij daarvoor nach ten slapeloos gelegen? Omdat het onmo gelijke een waan zal blijken en het gewone de werkelijkheid? Daar ligt het veelbeteekenend kalender blad, opgestuwd door den nachtwind, tegen het hek van het café. Nu dreigt het niet meer noch lokt het, en de omrande datum staart mij als een cyclopen-oog wezenloos aan- Straks zal de vuilnisman komen en het met alle overige lorren en prullen vernieti gen. „IJdelheid der ijdelheden", zegt de Prediker, „het is alles ijdelheidl" T" '~7' ti. G. CANNEGIETBR. De Staatscourant van heden 28 Au gustus bevat o.a. de volgende Kon. be sluiten Benoemd bij het wapen der infanterie, tot kolonel, commandant van dc Ilde infanterie brigade, de luitenant-kolonel H. Z. A. van de Roermer, van den generalen staf, chef van den stof der Ilde divisie; tot majoor bij het tiende regiment, de kapitein F. W. H. van Straaten, van het regiment wielrijders bij het wapen der cavalerie tot majoor bij het tweede regiment huzaren, de ritmeester A. P. Wirix, van het korps bij den staf van het wapen de ritme-ster R. O. van Manen, van dien staf, commandant ven het' remontedepot tot ritmeester bij het eerste regiment huzaren, de ritmeester-titulair W. A. van den Wall Bake, van het wapen op non-activiteit bij het wapen der Koninklijke marechaussee, tot majoor bij de vierde divisie van het wa pen, de kapitein F. Tiekemo van de vierde divisie belast met het bevel over het eerste regi ment fyizaren, de majoor J. G. Pabst, van het tweede regiment huzaren toegekend de titulaire rang van majoor aan den kapitein G. H. J. Gijsberti Hodenpijl, van het regiment jagers en aan den ritmeester Jhr. J. K. van Naerssen, van den staf der cavale rie, toegevoegd aan den directeur van het re montewezen benoemd tot adjudant van het regiment jagers, de kapitein Jhr. E. L. H. Goldman, van het korps op verzoek eervol ontslagen, de kolonel H. G. Post, commandant der tweede infanterie brigade en de majoor V. Repelius, van het vijfde infanterieregiment, wegens langdurigen dienst op verzoek eervol ontslagen J. S. Royaards als lid van den voogdijraad Arnhem, onder dankbetuiging benoemd bij het reserve-personeel der land macht, bij het wapen der cavalerie, tot reserve majoor bij zijn tegenwoordig korps, de adju dant in buitengewonen dienst der Koningin, de reserve-ritmeester Jhr. H. A. van Reigersberg Versluys van het eerste regiment huzaren de reserve-ritmeesters L. Roelfsema en M. R. Drijfhout van Hooff, resp. van het eerste en tweede regiment huzaren op verzoek eervol ontslagen de reserve- eerste-luitenant O. P. van der Klei van het re giment grenadiers, J. D. J. de Rouw, van het derde regiment infanterie en S. C. Wagenma ker van het zesde regiment infanteriede reserve-eerste-luitenant voor speciale diensten bij het dienstvak der intendance E. A. B. Lechncrde reserve-militaire paardenarts tweede klasse H. van Beckum van het perso neel geneeskundigen dienst landmacht benoemd bij het reserve-personeel land macht bij het personeel van den geneeskundi gen dienst tot reserve-officier van gezondheid tweede klasse D. A. van Waardenburg, alts tot paardenarts eerste klasse de paardenarts tweede klasse L. Gazenbeek, van het personeel; eervol ontslagen uit den militairen dienst wegens lichaamsgebreken de reserve-eerste- luitenant J. A. Marchmann, van het regiment jagers, de reservc-tweede-luitenant C. J. Rijs- dijk van de tweede veld-artilleric de reserve- ritmeester jhr. J. H. A. P. von Sfchmidt auf 'Altenstadt, van het tweede regiment huzaren en de reserve-officier van gezondheid tweede klasse C. A. T. Engelman, van hfct personeel van den geneeskundigen dienst der landmacht; op verzoek eervol ontslagen de reserve- eerste-luitenant G. H. J. Rose van het derde reg. huzaren. tijdelijk benoemd tot leeraar aan dc R. H. B. S. te Steenwijk A. F. Cornelissen, thans tijdelijk leeraar; J. G. Fenhuis, te Heerenveen; aan de R. H. B. S. te Veendam tot lecrares mej. R. W. Kroes, tot leeraar J. v. d. Land, beiden thans tijdelijk; wederom tijdelijk benoemd tot leeraar aan de R. H. B. S. te Coevorden F. H. Bouman; tijdelijk benoemd tot leeraar aan dc R. H. B. S. te Appingedam W. A. de Vreese, te Lei den; benoemd tot leeraar aan de R. H. B. S. te Warffum F. H. v. d. Linden van Sprankhuizen, thans tijdelijk; bekrachtigd is het raadsbesluit van de ge meente Amsterdam, houdende benoeming van dr. J. E. W. Ihle tot gewoon hoogleeraar in de zoölogie aan do Gemeentelijke Universiteit te Amsterdam; wederom tijdelijk benoemd tot leeraar aan de R. H. B. S. te Horlingen F. C. Rotthier, H. Godthelp, H. J Juurscma, lot leerares mej. R. ypmo op verzoek eervol ontslagen als notaris te Udervhout A. 'A. V. M. van Spaendonck; met ingang van I Sept. in verband met de vereeniging van de Veeartsenijkundige Hooge- school te Utrecht met de Rijks-Universiteit ai oaar eervol ontslagen met dankbetuiging als lid van het curatoren-college in eerstgenoem de onderwijsinrichting dr. J. C. Koningsberger, te Utrecht, mr. H. J. Dyckmèester te 's Gre- venhage, H. Pollemo te Lemsterland, J. W. J. baron de Vos van Steenwijk te Zwollenkerspel, O. F. M. Haffmans te Helden (dorp); op verzoek eervol ontslagen als vice-consul der Nederlanden te Lissabon L. C. Poasen; erkend en toegelaten als 'consul-ger.eranl van Noorwegen te Batavia voor Ned.-Indic C. Wit- teveen. HET ZILVEREN HUWELIJKSFEEST VAN H. M. DE KONINGIN. Men meldt ons uit Apeldoorn De Koninklijke Familie heeft het voornemen Haar Zilveren Huwelijksfeest, dat, gelijk bekend is, in huiselijkere kring herdacht zal worden, op Het Paleis Het Loo tc vieren HET KONINKLIJK BEZOEK AAN HAARLEM. Haarlem in feesttooi. Een hul debetuiging der zongvercenigin- gen. Ontvangst op het stad huis. Kinderaubade op dc Groote Mafrkt. Fcestconcert in den St. Bavo. Rijtoer door Ie stad. Door de Koninklijke Familie is gister een bezoek aan Haarlem gebracht. Van dit bezoek is door de Haorlemmers een feestdag gemaakt, een Koninginnedag bij uitnemendheid. Aller- wege hin^r de driekleur uif en in de Kruis straat was een groote eerepoort opgericht. Reeds 's morgens te half negen werd het feest, dat onder leiding stond van de Ver eeniging Koninginnedag ingeluid met koraal- muziek van den toren der St. Bavokerk, dooi de muziek vereeniging „Hat'monic-Crescendo". Deze muziek werd geopend en gesloten met de Volksliederen. Nauwelijks was de laatste toon van her „Wicn Necrland's Bloed" weggestorven of de beiaardier van de St. Bavokerk, dc heer H. W. Hoffmcestcr, liet de tonen van het carillon over de stad weergalmen. 't Werd teen al drukker in de stad cn toen om half tien het Politie-Muziekcorps onder leiding van den heer R. van 't Hoff met uitvoering van hct concert op dc Grooto Markt begon, was het al vol bij den weg. De meeste feestgangers droegen Oranje. Tegen kwart voor elf was het zeer druk in de richting von hot station. Bij het station stond een groote menigte. Door had zich op gesteld de Koninklijke Liedertafel „Zang en Vriendschap". Het stationsplein was voor een groot deel afgezet door de politie, doorbij geassisteerd 'door de groep Haarlem van de Neder londsche Podvindcrsverccniging. Op hef Perron had zich opgesteld een ccrc- wocht der leden van de compagnie Haarlem von het Londstoi'mcoTps „Kennemerlond" van den bijzonderen Vrijwilligen Landstorm onder commando van de reservekopitcin A. Kluij- ver. Tegen het oogenblik von aankomst ver schenen mede op het station ecnigc outorirei- ten, o.m. dc Commissaris dei' Koningin in Noord-Holland, mr. dr. A. Roëll cn de burge meester de heer C. Maarschalk. Om 10.47 u. reed de trein uit Amsicidom, waaraan een Koninklijk salónrijtuig was ge honkt, het perron binnen Nadat de Koninklijke Familie door den bur gemeester was welkom gehectcn, werd door een nichtje van den burgemeester, mej. Keesje Maarschalk, bloemen aan de Koningin cn door den zoon von wethouder Slingcnberg aan de Prinses bloemen aangeboden. Vervolgens wet'd nnor den uitgang gewan deld, waar de rijtuigen gereed stonden om te rijden noar het stadhuis op de Groote Markt. Nauwelijks had Hare Majcsetit zich buiten het station vertoond, of een hartelijk gejuich steeg op uit de menigte achter de poliu'c-of- zetting. Toen het gejuich verklonken was, zet ten de leden van de Kon. Liedertofel „Zang cn Vriendschap" het Volkslied in. De stoet zette zich daarop in fcfeweging in de richting van de Groote Markt, onder de hoeio's der saamgestroomde menigte. Voor de aankomst ten stodhuize had de Koninklijke Familie nog een grootsch hulde betuiging von de Haorlemsche vereenigingen in ontvangst te nemen. Aon de kruising van den Kruisweg en de Porkloon hodden een veer tigtal vereenigingen, ieder vertegenwoordigd door een viertal leden, zich met hunne bunie ren opgesteld. Op de Groote Markt oangekomen, klonk het Wilhelmus van de Politie Muziekverccniging. Onder herhaaldelijk -gejuich iced de stoet aan het Stadhuis voor, waar de Koninklijko Familie in de hal door den burgemeester cn het Dogelijksch Bestuur der gemeente werd ontvangen. Door' de echtgenoote van den burgemeester wc-rden hier bloemen in de Haaricmsche kleu ren aan de Koningin cn de Prinses aunge- boden. In de oude Raadszaal werden de raadsleden voorgesteld, waarna de burgemeester, de hee- C. Maarschalk, Hare Majesteit toesprak. De rede ven den burgemeester. De burgemeester hield op het stadhuis de volgende rede Majesteit, namens den gemeenteraad van Noord-Hollond's hoofdstad, heet ik Uwe Ma jesteit eerbiedig welkom binnen onze veste. Welkom ook in dit historische gebouV, waarin ceeds eeuwen geleden in zoo sombere tijden de bemoedigende stem van uw roemruchtcn voorvader dankbaar werd gehoord en ik be hoef Uwe Majesteit wel niet te zeggen, hoezeer wij het waordeeren, dat Z. K. H. prins Hendrik cn H K. H. prinses Juliana u heden vergezel len. Werd met groote vreugde door de burgerij vernomen, dat het Uwe Majesteit had behaagd, gevolg te geven aan onze uitnoodiging om Haarlem met een bezoek tc vereeren, de blijd schap over uw komst is bezegeld door den wedijver van de ingezetenen om Uwe Majesteit -en hartelijke en warme ontvangst te bere'den, al moest eerbiedigd worden uwe uitdrukkelijke wensch om uw bezoek een eenvoudig karakter te doen behouden. Die vreugde blijkt voorts uit de toejuichingen van zoo heel velen cp uwen weg van het station naar hier, die allen, don baar Uw Majesteit hersteld te weten van Y letsel, dot hoor onlangs in den vreemde ov'fflijj kwam, hebben willen getuigen van bun jjevoijfL lens van aanhankelijkheid cn trouw aan hi/hi; geliefd vorstenhuis. De Haarlenische burgciwj al ervaart zij nog steeds gevolgen von <Uj schommelingen, die zich in sommige takk<||;{| vnn nijverheid voordccn, gevoelt zich hed;r V nu hoor Koningin in hnor midden is, voor al. kinderen von éën volk, onderdanen van Ujl Majesteit on acht zich gelukkig thans it|' l| gelegen-heid te zijn, uiting te geven oon J j'J verknochtheid non het huis#von Oranje nog altijd is waar, wot dc oude tooIj zong Geen volk en vorst zoo nouw vl als Nassau is met Nederland". Majesteit, namens de burgerij donk ik u' uw bezoek en ik meen dien donk niet bete j kruinen uiten don met de bede, die nu cn al in ons aller horten leeft„God zegene en l 1 hoede Uwe Majesteit. God spore hoar huis!" Antwoord von dc Koningr, Hare Majesteit de Koningin beantwoordde i rede van den burgemeester als volgt Mijnheer de Burgemeester, het hartelijk wclfj J; kom ons opnieuw in Haarlem cn ditmaal ooi I onzer dochter nlzijds bereid, heeft ons ten zeer1' st« getroffen. Ik vind het nogmaals bevcstigr in uw woorden, namens den Raad tot mij ge-| richt en breng u ''aarvoor mijn oprechten donk Toen ik heden dezen historischen grond weder* om betrad, herdacht ik dankbaar de vele be* wijzen vnn trouw en aanhankelijkheid, mij hiet, herhaaldelijk zoo ondubbelzinnig bewezen.- Veel, wist ik> zou er sedert mijn vorige komsr' naar het uiterlijk veranderd zijn. Het doei g°ed[ op een dag als dezen wederom te ervaren, dat. die verondcringen slechts getuigen van groei en vooruitgong en doLachter haar onveranderd., staat dezelfde kloeke geest van trouw cn vol»] 'harding, dio in het verleden velerlei beproeving' doorstaan cn Haarlem groot gemaakt heeft. Met dien geest bezield blijken d? burgers van 'heden, voortbouwende op wat de voor» ouders wrochtten, zich oon het nieuwe te kun- J ncn aanpassen. Tijdclijken tegenspoed ongeacht, weten zij hun oude roemrijke stod nieuwe wel- voort en aanzien te verschaffen; aldus tegelijk 1 hoor en het vaderland dienende Dc spreek- j woordelijke trouw van Haarlem in het roemrijk verleden, met het bloed horer zonen en doohtc- ren bezegeld, vervullen elkeen alhier met ge- rechtvaardigden trots. Het zal u tevens een aan sporing zijn om evenals tot dusver onverdroten voort te arbeiden oon wat, Godc geve, zal blij- j) ken te zijn een gelukkige en voorspoedige toe komst, zoo voor hnor als voor het dierbaar vaderland. Inmiddels hadden zich de kinderen von de Haorlemsche scholen op de Groote Markt 1 vooi' het stadhuis verzameld tot het brengen van een aubade. Nauwelijks was don ook de Koninklijke Familie met gevolg naar buiten getreden cn had onder het dooi voor opgesla-, gen baldokijn plaats genomen, of onder lei ding van den heer Jon de Nobel cn begeleid door de muziek van dc Vereeniging Harmonie- Crescendo klonk uit 4C00 kinderke'en plechtig het Wilhelmus van Nassouwc. Een viertal liederen volgde nog. Dunrna werd de dirigent bij Hare Majesteit ontboden, die Hoor dank betuigde voor den kinderzang. Inmiddels begon het défilé der kinderen langs de Koninklijke Familie. Vooral dc prin ses werd door de kinderen toegejuicht. De rijtuigen waren weer voorgekomen om de Kon. Familie \o bicngen naar de woning van den Commissaris der Koningin, waar de lunch werd -gebruikt. Onderweg had Hare Majesteit nog een b'ocmcnhulde in ontvangst tc nemen. Tegen half twee vulde zich do Groote Keik met bezocksxers cn bezoekers voor het Fcestconcert. Voor deze gelegenheid was in het kerkgebouw een estrade opgesla gen, versierd met palmen cn groen voor hot Hooge Bezoek. Om twee uur arriveerde Hare Majesteit met gevolg. Acn den hoofdingang gesteld. Toen de Koninklijke ges'/cn hun plaatsen hadden ingenomen, werd door hef oigel het Wilhelmus ingezet dat floor a'le aanwezigen staande werd meegezongen. Daarna werd een keurijr programma ten gehcore gebracht, waar bij als solisten optraden mejuffrouw Mia Pel- lenburg en dc heer George Robert. Na afloop von het concert werd de Kon. Fnmi ie weder uitgeleide gedaon, docr den Kerkeraad. Bij het afscheid betuigde Haro Mojcsteit Hoar dank voor hct genotcne.' Naar het Engelsch van DAVID LYALL Onschuld, volkomen eeilijkheid, zoowel wat gemoed als motieven betrof, blonken uit haar groote, zachte oogen cn die vonden op een onnaspeurlijke manier hun weg naar Winnie's weerbarstig hart. „Ja, denzelfden Zoterdag en Zondag als ik. Hij kwam met een lateren trein." „Natuurlijk een doorgestoken kaart I" zei Winnie scherp, verbaasd over de vreemde nieuwe pijn, die haar hort begon te kwellen. Zij merkte plotseling een vreemde, vage aan trekkelijke bekoring aan Solly op. Stil als een muis, met niet veel uiterlijc schoon, volgens Winnie's wat schreeuwerigen standaard, maar hoe het zij, er was iets. Nooit had Winnie het zóó opgemerkt, als op dit oogenblik. Sally s antwoord was teekenend voor hoor. „Indien je dat wilt denhdii, due het dan. Het zal noch voor nuj noch voor hem eenig verschil maken." „Wil dat zeggen, dat noch jij nqch hij een zier om mij geven?" Sally baalde haar schouders' op, boog zich toen plotseling voorover en richtte haar diepe oogen fonkelend op Winnie's hooggekleurd, toornig gelaat. „Je bent de ergste cn grootste dwaas, die ik ooit heb ontmoet. Winnie Sherston. Te zoudt niet door een open poort kunnen zien, al stond jc er vlak vóór. Je zoudL doorloopen of er omheen gaan en een kronkelpad vinden. Denk ie ook maar een oogenblik, dat, indien er iets verkeerds of dwaas was tusscHfen Jack en mij, wij dan samen naar Digswell, het huis vaii zijn oudei's zouden zijn gegaan? Vindt je jezelf niet héél dom om dat te denken? Als je niet zoo'n volslagen kind was, en ik niet zoo n medelijden met je had, dan zou ik mij geen moeite geven een woord te zeg gen, want je maakt mij méér moe dan ik ooit in mijn 'even ben geweest." Voile overtuiging sprak niet alleen uit Sail 's woord n maar uit haar geheele per soonlijkheid. Winnie begon hulpeloos cn stilletjes te schreien, alsof de tranenvloed nooit zou eindigen, zoodat haar zakdoek doornat was en Sallv opstond om h ar cn hand- dot I» van haar waschtjvfel aan tc bieden. „Hot zal je goed doen. wat strom uit te laten. En als ic er mede kL r bent, run lieve, dan kan je je gc Icht wasschen en zullen wij beneden wat gaan eten. Ik be gin honger tc l ijgen." „Maar maar ik ben nog niet uitge praat. Ik wil precies weten, wat ze te Digswell zeiden en wat Jack heeft gezegd." „Ik heb genoeg van het praten. Indien je wilt weten wat zij daarginds'zeggen, ga er dan heen en vraag het hun. en als je wilt weten wat Jack denkt, nu. dan is Ports mouth de eenige plaats waar je het waar schijnlijk zult kunnen vernemen. Droog dus je tranen af cn laat ons naar beneden gaan." Winnie gehoorzaamde gedwee, en terwijl Sally babbelde over koetjes en kalfjes, be halve o\ er het onderwerp dat haar beiden liet meeste belang inboezemde, knapte Winnie zich op en borstelde heur haar en maakte het op, zooals het 't best stond. „Ik ben blij te zien. Win, dat ic ie nog een beetje kunt optooien," zei Sally ondeu gend. „Het is van veel belang in deze crisis van jc leven, zooals in de \ertelselboeken wordt gezegd, dat ic al jc middelen aan wendt." Met dezen goed gepoliisten pijl waarvan de fijne punt voor Winnie verloren ging, nam ze Winnie mee naar beneden en ont haalde haar op avondeten. HOOFDSTUK XXII. Toen Winnie Sherston het pension in North Park Street verliet, was zij bijna be sloten naar Brixton te gaan en aan Jack te schrijven, voordat zij naar Led ging. Sally's raad had wortel geschoten cn ze was blijder dan zij voor mogelijk had ge houden, dat zij weer op vriendschappelij ken voet mét haar stond cn :net haar kon spreken. Zij was wel nog jaloersck op haar en niet al te vriendelijk gestemd over haar bezoek te Digswell, dat ze beschouwde als stroopen op haar terrein. Maar Sally's per soonlijkheid had haar ontzag ingeboezemd en tot zwijgen gebracht en ze voelde zich gedwongen haar verklaring aan te nemen. Maar toch kwetste het wanhopig en haar hersenen warrelden als zij alle omstandig heden van haar leven overzag. Het is mogeliik dat zij haar goede voor nemen om Jack een behoorl» ken brief te schrijven, ten uitvoer zou Lebben gébracht, indien ze niet in de vestibule van Baker Street station tegen Perry Éutler was aan- geloopen. 1-Iij stónd ngeveer in het midden van de rij te wachten, om een kaartje te nemen cn Winnie, du achteraan stond, zag hem het eerst. Maar daar hij toevallig omkeek na de controle te ziin doorgeeaan, zag hij Win nie, en wachtte natuurlijk tot zij naar hem toekwam. „Dat is aardig," zei hij, precies al>of zij elkaar den vorlgen avond het laatst had den gezien. „Hoe maak |e het? „Best," antwoordde Winnie wat somber, maar vroeg niet wedcrkcerig naar zijn ge zondheid „>fe dunkt, jc ziet er wat' gedrukt uit. Waar "a jc heen?" vroeg hij. „Na^r huis. ntvvoorddc zij kortaf. „Ik zal mii trek. missen als ik hier met blijf praten." „Er zijn massa's treinen," zei hij. „Maar wat is thuis?" „Ik hen op 't oogenblik bij moeder te Brixton," was ze wel genoodzaakt te ant woorden. maar het was duidelijk hoe on gaarne ze het deed. „O, ik begrijp het. Je man is dus weer in actieven dienst?" Haar ingeving volgend antwoordde Win nie: „Ja." „Massa's arme gedemobiliseerde s.akkers, die geen baantje lubben kunnen krijgen, gaan weer terug naar liet leger," zei Butler met de luchthartigheid van den man, die, zelf zonder zorg, weinig sympathie of nei ging tot helpen voelt, voor hen die in moeite verkeeren. ,,'t Is het beste wat zo kunnen doen. maar 't. is voor jon wat hard." „O neen. ik verdeel rai'n iild tusscïien het huis van mijn moedér en het landgoed van zijn vader m Somerset, jc weet wel, Digswell Priory," zei Winnie terwijl ze plotseling haar hoofd ophief. Een van de ernstige fouten van Winnie was, dat ze het rnet de waarheid niet zoo nauw ham. Zij, die een groote vrijheid van handelen voor zichzelf eischen, moeten ge woonlijk een systeem uitdenken orp door allerlei kleinzielige listen de waarheid te ont.'uiken teneinde hen in staat te stellen om op hun gemak voort te "aan. Ofschoon juffrouw Tebbit al haar kinderen toen zij jong waren, voortdurend had gestraft, nis zij ontdekte dat ze leugens vertelden, was Winnie op later leeftijd uit den band gespron gen. Zij had het kronkelend pad zoo dikwijls gekozen, dat zij er een gewoonte van moest maken cm anderen zand in de oogen te strooien. „Ik ken> Digswell Priory natuurlijk," zei But ler op verbaasden toon. „Maar wat is er met Sir Loftus Sherston gebeurd Hij stond een paar maanden geleden vrij sterk. Ik hoorde in de City over hem spreken, in verbond met Egyptische olievelden, nog niet zoo long ge leden." Winnie was in een hoek gedreven, want zij hod nooit eenigc bijzonderheen over oom Lof tus gehoord, cn was evenmin op dc hoogte van den geslachtsboom der Sherstons. „Ik weet niet waar hij zich cp 't oogenblik bevindt al wat ik weet, is dot mijnheer en me vrouw Sherston cn Grace op de Priory wonen," zei zij zonder dat een spier van haar gelaat vertrok. „Ik was er een maand geleden met Jack." Zij stelde zich eenvoudig in de plaats van Sally om Butler tc overtuigen cn te overbluf fen, die op 't oogenblik zeer uit de gunst was. Zij had zijn uiterlijk nooit zeer bewonderd, ofschoon hij in uniform met dc decoratieve stafinsigncs op zijn schouder vrij presentabel was geweest. Zijn figuur dat wot lomp was in het ruwe lakensche pak, dat meer aan het leven op de heide dan aan het stadsleven deed denken, was niet heel aantrekkelijk. Ze verbaasde er zich' over, dot ze hem ooit had kunnen vergelijken met haar eigen man. Butler keek haar scherp aan, hij voelde dat! ze de waarheid niet sprak. Hij kon hnor hebben overbluft, indien hij ge wild had. omdat hi| alles van het landgoed van de .Sherstons wist, mcor hij besloot haar ongemoeid tc- laten. (Wordt vervolgd).

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1925 | | pagina 5