KOLONIËN. BINNENLAND. TT DEKDE BL&D. Psrijsche Brieven. Parijs, 17 Aug. 1925. Per boot door Parijs en nanr Sèvres. Een prachtig- pano rama. Een noenmaal met bo-, ferhammen. De Manufacture Nationale. De musea en de geschiedenis der fabriek. Mo derne en antieke kunstschat ten. Het park van Saint-Cloud. Per spoor terug naar Parijs. Het is ons, nog zoo heel lang niet geleden, gebeurd dat wij met vrienden te Utrecht, bij wie. wij te gast waren, een daguitstapje naar •het Zeistersohe bosch hebben gemaakt. Wij namen dan voor onszelvcn en voor de kinderen de noodige, smakelijk belegde boterhammen mee en vonden ergens in dut bosch een ge legenheid waar wij te drinken konden krijgen en ongestoord onze boterhammen konden op peuzelen; en dat uitstapje telt nog altijd onder de genoegelijkste dagen buiten, die ik sedert jaren in mijn oude vaderland had doorgebracht. Pc herinner mij oien dag met dubbel genoegen, ru mij pas hier ook iets van dien aard is ge- bc.-rd. Omdat ik een jeugdigen gast uit Nederland een mooi stukje van de onmiddellijke omge ving van Parijs wilde laten zien en daaraan een bezoek aan iets heel bizonders verbinden, ramen wij, beladen met de onmisbare boter hammen naar Hollandschen trant, een autobus, die ons langs den koristen weg naar do Seine voerde. Ons doel was Sèvres, of beter de staats fabriek van dien naam» waar het wereldbe roemde Sèvres-porselein wordt vervaardigd. En om daar te komen, had ik het tegenwoordig minst gebruike(ijke vervoermiddel gekozen een Seine-booije van de lijn Alfort—Suresnes, die den langen weg van een eind boven Parijs tot een heel eind er beneden omvat. Wie haast heeft, doet beter een auto, den spooktrein of zelfs de tram te nemen; maar hij die den tijd heeft, zM zich niet beklagen met mijn voorbeeld te valgendenkt daaraan, vriend lezer, wanneer gij soms in dit seizoen tc Parijs komt en het zonder snel-vervoer ikunt stellen. Het was een prettige, frissche tocht dien wij r-.nakten onder de zonnetent op het dek van Het bijkans geruischloos voortglijdende omnibus- bootje, van af den Pont Neuf, tusschen de Seine-kaden, langs de vermaarde klassieke ge bouwen aan beide zijden, den Tuilerieën-tuin, de Place de la Concorde; daarna midden door de tentoonstelling, op welker beide oevers met hunne kleurige, veelvormige paviljoens, kiosken cn galerijen, en de vreemdversierde „péniches" ervoor, het in dat morgenuur zoo rustig-stil was. Verderop de Eiffeltoren, het Trocadero, het verkleinde monument der Vrijheid, het hooggelegen Passy en eindelijk de viaduct-brug aan den Point-du-Jour, waar wij Parijs verla ten. Het landschap dat wij nu te zien krijgen, is niet dadelijk mooi, maar spoedig wordt het dit, wanneer de hoogten van Meudon o^ den linker oever verschijnen en aan onze rechterhand de rivier breed wordt en rechtuit stroomt. Wij zijn dan spoedig te Sèvreswaar wij het bootje verlaten en even voor dit stadje het grootsche panorama stroomafwaarts bewonderen. Tus schen het Bois dc Boulogne en den wollig groe nen waterkant beneden het park van Saint- Cloud, waar weer een groote steenen brug aan den achtergrond iets monumentaals verleent dat te midden van al dat groen heel goed doet, glijdt nu het bijna ongerimpelde watervlak sta tig heen, en er boven steekt in de verte de oiide, weleer ontzagwekkende forteres van den Mont-Valérien hoog uit, nu niet dreigend meer, maar als een pacifielce observatiepost voor de geheele wijde^ omgeving, welke rol zij tijdens den oorlog nauwgezet heeft vervul. Dat is een zeer mooi geheel, waarvan wij lang genoeg stil genieten kunnen, om een blijvend beeld ervan in ons op te nemen. Dicht bij die 'brug, tegen de grens van het park van Saint-Cloud aan, staat de beroemde Manufacture Nationale, waaruit zoovele kost bare, schoone kunstvoorwerpen al honderd zeventig jaren lang over de wereld werden ver spreid. Daar het tegen rivaalven liep en de fabriek dan voor een paar uur gesloten wordt- liepen wij het park in en zochten een mij be kend landelijk cafétje op, waar een dienstvaar dige hospita, blij op dien stillen weekdag een paar gasten te krijgen, ons van de noodige dranken en dessert voorzag, om onze meege brachte boterhammen tot een dragelijk maar welkom noenmaal te makendat mij aan den veel vroegeren prettigen dag in het Zeister- sche bosch herinnerde. Een wondelini in de omgeving, waar het park z'n oude boschkarak ter heeft bewaard, en toen werd het tijd voor ons bezoek aan de fabriek. Zij doet zich voor als een imposant aristo cratisch gebouw in achttiend' eeuwschen stijl, met een breedsn, goed onderhouden bloem tuin ervoor, in welks midden, onder aan het hooge bordes, een standbeeld van Bernard Pa- lissy staat, den beroemden geleerden schrijver en potier-émailleur uit de zestiende eeuw, die ck schepper der pott eb akkerskunst in Frankrijk was en van wien de historie verhaalt- dat hij zijn huisraad verbrandde om het vuur van zijn oven te onderhouden tot hij het verlangde re sultaat op zijne onderzoekingen verkreeg. (Hij werd in 1598 als Hugenoot gevangen gezet in de Bastille, waar hij niet lang daarna overleed). Het geheele voorgedeelte van dat gebouw is museum. De uitgestrekte fabricatie-lokalen met hunne ovens, laboratoria, decoratie- en vormkamers liggen er achter; deze waren nu gesloten wegens zomervacantie van het perso neel. Wij hebben ons dus met het museum moeten tevreden stellen, anders zouden wij ook in de ateliers een kijkje hebben mogen nemen. De colleèties van dat museum zijn echter zoo compleet van pronkstukken uit alle tijdperken dezer fabriek zelve, zoowel ais, in het afzonderlijke uitgebreide Musée de Céra- mique, waar porselein van alle landen is uit gestald, dat het een waar aesthetisch genot is er met aandacht een paar uren rond te wan delen. De benedenzalen bevatten vooral de mooie en verscheiden kunstvoorwerpen uit deze en de vorige eeuwen, maar ook uit vroegeren tijd en geven zoo een overzicht van de geschiede- I nis Ier fabricatie. Deze geschiedenis begon niet op de plaats waar zij al zoolang roemrijk wordt uitgevoerd en die haar naam aan dc pro ducten er van gaf. De oorsprong lag in het kasteel te Vincennes, ten Oosten naast Parijs, dat in 1740 door Madame de Pompadour, favorite van Lode wijk XV, ter beschikking werd gesteld van de gebroeders Dubois- die te Chan- tilly de kunst van pottebakken hadden geleerd. Eerst in 1756, nadat zich onder bescherming van den koning een exploitatie-maatschappij had gevormd, werd de fabriek overgebracht naar een aan Mmede Pompadour toebehoo- rend gebouw te Sèvres en begon toen spoedig een hooge vlucht te nemen. Alle producten uit dien tijd zijn gevormd uit z.g. „zachte" pate, waardoor zij zich onderscheiden van de even eens beroemde producten der fabriek in .Sak sen, waar vanaf 1709 „harde" póte werd ge bruikt. Dit geschiedde te Sèvres eerst in 1764, toen bij Alenpon het kaolin werd ontdekt, dat, met de tot nog toe gebruikelijke porcelcinoar- de gemengd, aan deze. de hardheid verleent, die het Saksische, het Chineesche en het 'Ja- ponsche porselein bezitten. In het verloop der jaren werd door dc op volgende administrateurs der nu eens konink- Jijke, don republikeinsche, later weer keizerlijke en nu eindelijk voor goed nationale fabriek, volgens hunne verkiezing de bewerking der zachte, dan wel die der harde p&te op den voorgrond gesteld; toch wordt als kunstwerk, om de fraaie, teere nuances die er mee ver kregen worden, aan de uit zachte pöte te Sèvres bereidde producten de voorkeur gegeven. Bizonderheden over de bereiding en de ge schiedenis dezer fabriek zouden mij hier te ver voeren. Wat men er van in dit museum tr zien krijgt, is een bezoek overwaard; en nu denk ik even aan de groote verscheidenheid van voorwerpen, die er zijn tentoongesteld, moderne producten der fabriek zelve, als b.v. de vermaarde Vaas van Neptunus, die 3.15 M. hoog is, als vaasjes en beeldjes die op een boudoir-étagère op him plaats zijn, als groe pen van enkele dozijnen bij elkaar behoorende stukken, en dat alles in de schoonste^ afwisse- lendste kleuren. Dan is het Musée Céra- mi q u e rijk aan al wat op dit gebied klassiek, mooi en interessant is; de stukken uit het verre Oosten zijn er overvloedig en onder die van Europeeschc lenden komen ook belangwekken de stukken Delftsoh porselein voor. Een paar uren kan Tnen er met vreugde door brengen, zeide ik reeds. Toen voor ons die uren om waren, maakten wij tot besluit een verkwikkende wandeling door het lagere ge deelte van het park van Saint-Cloud, waar ik mijn jongen gast de hooger gelegen tuinen liet zien, en namen aan het slation van dit oud? stadje den trein, die ons in een half uur naar Parijs terug bracht. Wij kwamen thuis met de voldoening von een weibesteedden dag te hebben doorgemaakt. DOYEN. Oost-Indië, DE MOORD OP DEN HEER DOORMAN. Aneta seint uit Batavia In het proces Doorman werd de moeder tot 12 jaar, de zoons Chris en Willem ieder tot 15 jaar veroordeeld met in mindering brenging van den tijd in preventieve hechtenis doorge bracht de dochter Agafha werd vrijgespro ken. DE MOORD OP MEVROUW KRUIT. De tuinjongen Aroeman, die 28 Juni jA. de vrouw van den commies der posterijen te La- wang Kruit vermoordde, en den echtgenoot en de kinderen licht verwondde, is tot de dood straf veroordeeld. (Jit de Per*. MR. H. C. DRESSELHU'/S OVER DEMOCRATIE. Over de hedendaagsche demo cratie zijn regcering en wetgeving niet meer dc afspiegeling van den wil van het geheele volk. Het mcerderheidsbeginsel heeft in plaats van het recht c'e macht ten troon geheven. In een artikel in feuilletonvorm door de Nieuwe Roiterdarosche Courant geplaatst, be handelt Mr. H. C. Dresselhuys het onderwerp „Democratie". Uit dit artikel lichten wij de volgende biokstukken ...Men vraagt zich (trouwens) af, waar de „on-democrafen" huizen. In Nederland is geen politieke partij bekend, of het zou den de nog zeldzame exemplaren van het Nederlandsche fascisme moeten zijn, die desbewust de democratie zou willen béia- lagen; en de conclusie moet dan ook wel zijn, dat dit woord ons bitter weinig helpt voor een bepaling, wat het werkelijke doel van den strijd kan zijn. Trouwens, wat is democratie Ik weet wc], dat er bibliotheken vol boeken be staan vol van geleerdheid over dit begrip en met evenveel definities, maar dit brengt ons eer tot verdere begripsverwarring dan tot duidelijk begrijpen. Voor zoover democratie in politieken zin moet worden bepaald, schijnt mij al tijd nog de m^est practische omschrijving, dat regeering en wetgeving een afspiege ling moeten zijn van den wil van het ge heele volk. In theorie zijn daartoe de mid delen met het volledig algemeen kiesrecht en de algemeene benoembaarheid vrijwel verkregen. Dat de practijk een andere is, ligt aan de gebrekkige machinerie van die democratie, die als eenig middel van machtsuiting heeft het besluit van tenmin ste de helft plus één, met het gevolg dat men gelooft, dot met den wil van de helft min één niet de minste rekening behoeft te worden gehouden. Het is een absolute fout te denken, dat het wezen der democratie hierin bestaat, cut men de macht toekent aan de meer derheid of dat het heerschen van de meer derheid als 'zoodanig democratisch zal zijn. Integendeel, het beslissen bij meer derheidsbesluit is slechts een practische op lossing om den wil van een, zoo dicht mo gelijk non het totaal van allen grenzend, deel te benaderen; om niet vost te loopen op het doode punt van gven besluit te kunnen nemen. Zooals men vaak bij sta king van stemmen zich beroept op het lot. Maar de gedachte is, dot men den wil leert kennen van de geheele vergadering, waarvan de leden niet voor zich en niet eenzijdig, moor voor allen beslissen; dc meerderheid beteekent meerderheid van inzicht van wat zoo mogelijk allen willen, althans redelijkerwijs zouden bchooren tc willen. Helaas heeft men in de practijk vaak dit gebrekkig uitingsmiddel van de demo cratie met de democratie zelve verword en daovmede haar wezen zelf geschaad. En de gevolgen van die vitale zwakheid zijn dan ook niet uitgebleven, integendeel de foutieve toepassing van de democratie neemt gaandeweg toe. Terwijl het ideaal van de democratie was, dat de gezamen lijke volkswil alle onderscheidene volksbe langen gelijkelijk zou dienen ieder naur zijn beteekenis voor de samenleving, met andere woorden een waarborg zou zijn van het Recht naar het gemeenschappelijk volksbegrip, heeft het meérderheidsbegrip die gedachte meer en meer verdrongen en in plaats van het Recht de Macht ten troon geheven. Met het effect, dat in du binoenlandschc politiek zoo hier als el- dens een toestond is ontstaan, die wonder veel gelijkt op 4e zooveel en terecht ge maakte internationale verhoudingen, de zoogenaamde wereldonarchie, den Staten- chaos, die de bron is van onrecht en on derdrukking, die telkens de kiemen vormt voor nieuwe oorlogen. Met dit onder scheid, dat, terwijl de mcnschheid op in ternationaal gebied begint wakker te wor den en in stede van noar eigen mocht door oorlog gaat streven naar recht door vrede, geestelijk en zedelijk derhalve streeft in opgaande lijn, de nationale po litiek von een schijnbare ordening, van een rechtsgedachte, die de democratie heette, naar beneden glijdt in den zin van worsteling om de macht en egoïsti- schen strijd Tot schade van maatschap pelijke en economische ontwikkeling, tot schade van zedelijke verheffing vooral. De democratie had zich vruclitbore evo lutie gedacht uit de kracht van twee on geveer gelijk sterke politieke stroomingen, die tegen excessen in toom werden gehou den door de kans van regelmatige afwis seling in bestuursmacht; beide gecontro. leerd door de openbare meening, den volkswil, die als middenstof dc balans kon verschuiven, zoodrn de tijdelijk hcerschen- de partij het recht, zoools de openbare meening dit verstond, niet meer diénde, zoodra de partij zich liet verleiden tot machtspolitiek, tot gebruikmaking van eigen belangen en onderdrukking van die van anderen. In die gedachte had iedere staatkundige partij al verschilde men onderling over het beginsel van uitgang, over de middelen, over het tempo, over de vraag welk onderwerp het meest drin gend behartiging verdiende als hoofd doel het algemeen belang, het recht, voor op te stellen. Natuurlijk had iedere partij haar eigen visie op welke wijze het alge meen belang het best kon worden bena derd, zagen sommige dit meer in het geestelijk of zedelijk, andere in het stoffe lijk, maar een doelzetting ols partij van een niet-algemeen belang, van groeps- of massavoordeul was uitgesloten. Zoo had ook Thorbecke in zijn grondlegging van het Nederlandsche Staatsrecht den poli tieken ontwikkelingsgang gedacht, waarbij het hoogste staatsbelang, het recht als fundament, zou worden gediend door de allengs meer door het geheele volk uit gedrukte volksovertuiging gelouterd en m constante baan gehouden door den zede- lijken invloed van den constituiioneelen Vorst. Onnoodig er aan te herinneren, dat dc intrede van de sociaal-democratie, ondanks hare benaming (het slechts opkomen voor een gedeelte van het volk sluit eigenlijk democratie cn socialisme uit), de eerste inbreuk vormde op dit stelsel van werk- dadige democratie. Waar hier onomwon den niet het algemeen belang, maar het belang van een enkele maatschappelijke groep als doel werd gesteld, erger, waar als middel niet meer een regelmatig meer veld winnende volksovertuiging, maar bru te kracht, zoo noodig geweld werd voor op gesteld, waar een steeds sterker wor dende nationale verdeeldheid door klas senhaat en klassenstrijd werd gehoopt, kon een democratisch systeem niet meer ge dijen. Hoeveel gelukkiger zou het niet zijn geweest, indien zij voor de nationale ont wapening toepassing hadden gezocht op dit terrein. Helaas het streven der sociaal-demo cratie naar machtsbegeerte om eigen voordeel heeft school gemaakt, en het evenredig kiesrecht heeft dit ongetwijfeld in de hand gewerkt. Die verwondert er zich nog over, waar blijft de publieke af keuring, nu zich allengs meer partijen en partijtjes vormden, die, zonder blikken of blozen, het nationaal belang als een bij komstige zaak naar achter schuiven en rondweg verklaren alleen te willen opko men voor de zaak van een enkele kiezers- groep Na een uitvoerige critiek op het regecr- systeem van de twee kabinetten Ruys de Bee- renbrouck vervolgt mr. Dresselhuys Wij en anderen hadden gehoopt, dat de stembusoplossing zou liggen in een „na tionale regeering", dat wil zeggen, eene, die zich wist los te maken van partij- dienst en eigen belangen en die naar de hoogere democratische opvatting gelijke lijk door en voor het geheele volk regee- ren kon. Nu het meerderheidsstelsel ge faald heeft en eenzelfde politieke visie als regeeiingskoers voor het algemeen be lang niet meer bereikbaar schijnt, had de oplossing niet mogen zijn of blijven, dat men zoekt naar een machts-agglomcratie tot bereiking von een kunstmatige meer derheid, maar naar een grootstcn ge- nveencn dealer van inzicht in het algemeen belang. Dot dit mogelijk is en de toe komst wijst m.i. noodzakelijk in die rich ting bewijst de reeds in vele gemeen ten toegepaste practijk om bij de samen stelling der besturen als uitdrukkelijk of stilzwijgend program te stellen het ge meentebelang, cn bij de keuze der func tionarissen uit verschillende partijen de bijzondere portijrichtingcn niet tc ontken nen, maar toch ondergeschikt te stellen aan het hoofddoel. Maar zoover is men in de landspoliliek nog niet en de gedachte, dat men de al gemeene zaak, het recht, ols het hoogste wil dienen, schijnt in dc oogen van som migen iets zoo onwaarschijnlijks, dot men hun, die een nationale regeering beplei ten, alleen als drijfveer wil toeschrijven, dot zij zeiven ook hunkeren naar de macht cn ministerszetels. Alsof in de tijden van thans voor een ernstig mensch het aon- voarden daarvan niet ols een zware en zeer onaangename plicht, dien men liefst vermijdt, in ploots van als een genot en lust ware te beschouwenDe eigen machtsbegeerte schijnt tot een zonderlin ge mentaliteit en verwórd oordeel over onderen te leiden. Intusschcn is wel te constateren, dot de strijd dei nu komende periode niet over de democratie in dezen zin, niet over de politieke democratie zal goan. Hoe ligt dan de annvalslijn, die zoo ten onrechte wordt vooigesteld ols te zijn de worste ling „om de democratie"? Berichten. DE NATIONALE GROTIUS-HERDENKING TE DELFT. In tegenwoordigheid van H. M. de Koningin-Moeder. Redevoe ring van de heeren Treub en Dres selhuys en den Criekschen gezant. Gister heeft te Delft de Hugo Grolius-her denking plaats gehad op initiatief van de Ver- ecniging voor Volkenbond en Vrede, welke on zen grooten landgenoot Hugo de Groot wilde eeren in de stad zijner geboorte en waar tevens in de Nieuwe Kerk op de Markt een praalgraf voor den beroemden geleerde is opgericht, en dat wel naar aanleiding van het feit dat het dit jaar drie eeuwen is geleden, dat de Groot het merkwaardige boek schreef „Recht voor Oorlog en Vrede", dat den grondslag kan wor den genoemd van het thans geldende Volken recht. De secretaris van het Nationaal Comité tot herdenking van dc verschijning van ürotius' hoofdwerk, dc heer mr. Ch. van der Afandere van 's-Gravenhage, legde hedenmorgen om half elf namens genoemd Comité een franicn krans op het prachtige voetstuk vnp liet .standbeeld, dat eèn kleine 40 jaar geleden op de Markt is opgericht ter eere van Delft's beroemden zoon Ook o.a. mr. G. van Baren, burgemeester van Delft, was als lid van het Comité bij die plech tigheid tegenwoordig. Precies half drie had de plechtige herdenking plaats in de Nieuwe Kerk met het gerestaureer de Koor, dat in 1923 als nationaal huldeblijk aan H. M. de Koningin is aangeboden. H. M. de Koningin, die door haar bezoek aan Haarlem zelve de plechtigheid niet kon bijwonen, was vertegenwoordigd* door den Opper Kamerheer, graaf van Lijnden van Sandenburg. Onder het auditorium, dat uit een duizend tal genoodigden bestond, bekleedde de eere plaats H. M. de Koningin-Moeder Emma, die dc plechtige herdenking bijwoonde met haar gevolg: baronesse van Ittersum, eerste hof dame. Jhr. Schimmolpenninck, groot officier ter beschikking en graaf van Limburg Stirum. Ka merheer. De organist, de heer Storm, speelde enkele toepasselijke nummc-rs. Het gemengde Koor van de Delftsche afdeeling der Maatschappij tot bevordering der Toonkunst zong onder leiding van den directeur, den heer Henk van den Berg van 's-Gravenhage, een viertal liederen, n.l. Wilhelmus en Psalm 24 van Sweelinck; Bun- deslied van Mozart en Morgengebed, gedicht van Hugo dc Groot cn getoonzet door Ds. G. S. van Krieken te Delft. Verschillende Volken- bondsvereenigingen uit andere landen cn ook internationale organisaties op pacifistisch ge bied hadden afgevaardigden gezonden: o.a. de League of Nations Union in Engeland, de Grieksche en de lersche Volkenbondsvereeni- ging en de Internationale vereeniging van vrou wen voor Vrede en Vrijheid. Als woordvoerders bij de herdenking traden op prof. mr. M. W. F. Treub, voorzitter van de Vereeniging voor Volkenbond en Vrede en oud- voorzitter van de Union des Associations pour la Société des Nations en Mr. H. S. Dres selhuys, lid van de Tweede Kamer, oud-secre- taris-generanl van het Departement van Justitie en voorzitter van de centrale Organisatie voor een duurzame» vrede. Rede Prof. Treub. Prof Mr. M. W. F. Treub begon zijn rede met woorden van welkom tot de aanwezigen, in de eerste plaats de Koningin-Moeder. Het doet aldus spr. het Comité bizon der leed dat H. M. de Koningin door een reeds geruimen tijd tevoren vastgesteld bezoek aan de hoofdstad van Noord-Holland aan Haar voornemen, hier in persoon tegenwoordig te zijn, niet heeft kunnen gevolg geven. Het spreekt wel vanzelf dat, indien het maar eenigszins mogelijk ware geweest, wij den dag dezer hul diging zouden hebben verzet. Onder deze om standigheden waardeert het comité het temeer, dat het van den Particulieren Secretaris van H. M. het volgende telegram mocht ontvangen: „Door het reeds .vastgestelde officieele bezoek aan Haarlem is het H. M de Koningin tot haar leedwezen niet mogelijk, de plechtigheid der Grotius-herdenking bij te wonen H. M. heeft Haar Opperkamerheer Graaf van Lijnden van Sandenburg opgedragen om bij de plechtigheid tegenwoordig te zijn." Voorts droeg H. M. ha ren vertegenwoordiger op, van hare bizondere belangstelling in deze plechtigheid te doen blijken. Gij allen zult met ons dit blijk van instem ming met deze plechtigheid vnil onze Lnnds- vorstin op zijn juiste waarde weten te schatten. Ik mag en wil niet nalaten, hieraan toe te voegen dat het Comité van den Prins der Ne derlanden een schrijven mocht ontvangen waar in 7..K.H. aan Zijne marine sympathie met deze huldiging uitdrukking geeft. Een woord van welkom nnn Uwe Excellenties, leden der Regeering die bij dit nationale hulde betoon aan de nagedachtenis van onzen groo ten humanist en rechtsgeleerde, aan den grond legger van het volkenrecht, den moreelen steun van Uwe tegenwoordigheid niet hebt willen onthouden. Indien verschillenden Uwer ambt- genooten niet door verblijf buitenslands verhin derd waren geweest, hier aanwezig te zijn. zou de manifestatie van de zijde der Regeering ze ker nog veelzeggender zijn geweest. Wij waartleeren het ten zeerste dat Z. E. dc Minister van Justitie zich bereid heeft verklaard, met een enkel woord aan de gevoelens der Reyeering in verband met deze plechtige her denking uitdrukking te geven. Mede daardoor kan blijken, hoezeer ons land zich in de huidige tijdsomstandigheden opnieuw gevoelt afs het land van Grotius. Vervolgens richtte Prof Treub in.het Fransch een welkomstwoord tot de gezanten. Het zou spr te ver voeren, do verschillende vcreenigingen en instellingen, welke zich bij deze plechtigheid hebben doen vertegenwoor digen. alle met name te noemen. Ik meen alleen een uitzondering tc moeten maken voor het Per manent Hof van Internationale Justitie, de Gro tius Society, de Engelsche League of Nations Unions, dc lersche League of Nations Society, de International Council of Women, l'Associn- tion des Femmes pour Ie Paix et la Libcrté, den Wereldbond der Kerken en de Nederlandsche Juristen-Vcreeniging. Zooals wij hier samenzijn aldus ging Mr. Treub voort herdenken wij slechts één zijde van het leven en werken van Hugo de Groot. Zijn romantischen levensloop laten wij onaan geroerd. Gingen wij daarop in, dan zou cr me nige bladzijde in zijn levensboek zijn, welke bij het opslaan ons van elkander zou verwijderen. Wij zijn hier echter gekomen om te zoeken niet naar wat ons in de historie van den tijd, waarin hij een belangrijke rol vervulde, zou kun nen scheiden doch naar hetgeen ons bij dc hul diging van den voorzaat samenbindt. Daarbij kunnen wij eendrachtig zijn ook in het uiting geven aan een gevoel van weemoed, dat deze groote Nederlander als gevolg van de fel op gelaaide godsdienstige en politieke hartstoch ten van zijn tijd en van de zijde die hij op een der meest critïeke oogenblikken meende tc moe ten kiezen, zijn leven verder in ballingschap, ver van zijn vaderland, heeft moeten slijten. Maar ook in die ballingschap hebben wij een bestiering te zien: Het is nauwelijks een vraag, of Indien Grotius als staatsman meer voor de provincie Holland en voor de Republiek der Ver- eenigde Nederlanden had kunnen doen, hij voor het nageslacht en inzonderheid voor onzen tijd had kunnen geven, wat hij ons gegeven heeft. Voor zijn eigen tijd zou zijn beteekenis en invloed dan zeker grooter zijn geweest. Doch wat zijn tijdgenooten aldus hebben verloren, hebben hun nakomelingen niet rente vergoed gekregen. Hij was door de omstandigheden een tiental jaren geheel en een ander tiental jaren g r o o- t e n d e e 1 s wat de Physiocraten zouden ge noemd hebben: „un liomme disponible". En hij heeft die disponibiliteit gebruikt aan het voortzetten en verdiepen der studiën, die hem van zijn jongelingsjaren af hadden aange trokken en waartoe hij door zijn haast ver bijsterende belezenheid, zijn groote kennis der klassieken en zijn sterk ontwikkelde rechtsge voel was voorbeschikt. Het is hier niet de plaats om zelfs maar een korte bloemlezing te geven uit zijn vele en velerlei geschriften. Hier denken wij allen in de eerste plaats, zoo ni^t uitsluitend aan den schrijver van het onvergankelijke werk De Jure Belli ac Pacis. Na een zeer breedvoerige volkenrechtelijke be schouwing over dit werk tt hebben gegeven, eindigde Prof. Treub aldus: Wanneer eenmaal alle beschaafde volken zich zullen hebben verbonden elkander niet met wa pengeweld te lijf te gaan, maar hun geschillen te onderwerpen aan den aangewezen internatio nalen rechter, wiens uitspraak zij zullen hebben te eerbiedigen op straffe van als misdadiger te worden gebrandmerkt en door de vereenigde internationale overmacht als zoodanig te wor den behandeld, zal het recht ook onder de vol ken onderling zegevieren, zn! er veiligheid zijn, niet slechts binnen de verschillende landsgren zen, maar óok over die grenzen heen. Is het eenmaal zoover gekomen, dan zal Grotius code van internationale moraal een werkelijke rech tcode zijn geworden. Dan zal er tot een vermindering van bewapening bij de verschil lende aangeslotenen bij den Volkenbond kun nen worden overgegaan. Dan zal een groot deel van de volkskracht, die nu aan het paraat zijn in geval van oorlog moet worden besteed, vrij zijn geworden tot het zich in dienst stellen van de bevordering der volkswelvaart en daarmede van de verzorging van die hoogere ideëcle be langen, welke een volk eerst tot een waarlijk be schaafd volk maken. Wij kunnen de nagedachtenis van Grotius niet beter eeren dan door ieder naar de mate onzer krachten er toe bijte dragen, dat dit thans grijpbaar geworden ideaal zoo spoedig mogelijk wordt verwezenlijkt. Moge dat weldra zijn be reikt! Hiermede verklaar ik deze nationale Grotius- herdenking voor geopend. Rede Mr. H. C. Dresselhuys. Het is cene vanzelfsheid zoo ving deze spreker zijn rede aan dat in dit jubel jaar, onze herdenking van liet derde eeuw feest van het groote boek, de Jure, over het wereldrecht, dat als een lichtende handwij zer in een tijdperk van donkere oorlogen, van 't gruwelijkst geweld en onrecht, aan de menschheid den weg toonde naar den berg von het licht, het Recht op aarde, die viering moest culmineercn in een bedevaart naar het graf van den grooten denkerin een ceregang naar Grotius, wien het gegeven was zijn tijdgenooten en hun verre ^nakome lingschap blijvend ditideaal, als bereik, bare doelzetting voor een betere en gelukki ger wereld voor oogen te stellen. Wij, bedevaartgangers zijn de geloovigen in die komende heerschappij van het Recht, hier vereenigd om voor ons zei ven en voor anderen nieuw geloof te putten, nieuwe kracht te zoeken om dit ideaal uüi* «irafioo; 1 W y 'C

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1925 | | pagina 9