AMERSFOORTSCH DAGBLAD „de eemlander" Zaterdag 19 Sept. 1925 BINNENLAND. De Hand met het Litteeken. TWEEDE BLAD. FEUILLETON. 24e Jaargang Wo. 69 D* Staatscourant van heden 18 Sept. bevat o. a. de volcrende Kon. besluiten: tijdelijk herbenoemd als leeraar aan de R. H. B. S. te Venlo W J. A. Schloosz, aldaar; idem aan de R. H B. S te Almelo mej. H. J. Post en mcj. B. Polak, beiden te Almelo; tot lceraar H. J. Garritsen te Hengelo; idem aan de R H. B. S. te Heerenveen tot lecraar M. Toxopeus, en tot leerares mej. E. van Tcutem, en tijdelijk benoemd tot 1 eeraar J. J. Lantman tc Dragten. op verzoek eervol ontslagen J. van Ouwer- kerk cis boekhouder van het kadaster te Nij- megen; idem met dank J. Caland als hypo theekbewaarder te Maastricht; benoemd tot directeur van het telegraafkan toor te Zwolle M. B. Buijs, thans directeur van het post- en telegraafkantoor te Zwijndrecht; tot dj ree t du r van het post- en telegraafkantoor te Schagcn J. Slingerland, thans idem te Ter schelling; tot idem te Sittard J. J dc Jong, thans idem tc Boxtel; benoemd bij het reserve-personeel der land macht bij het wapen der artillerie, tot reserve- twccde-luitcnant-waarnemcr bij de Luchtvaart- afdeeling dc reserve-sergeanten P. M. H. H. Prillwitz, W. F. Westenenk, W. H. Andoau, A. P. Adair.a van Scheltema, J. A. Bach en D. Berends, allen van de Luchtvaartafdeeling; wederom benoemd tot leeroar aan dc Rijks- landbou.vwinterscholen te Hoorn A. Scherpe- nisse aldaar; te Utrecht J. L. Petten te Zeist; te Dordrecht, J. Berghuis, aldaar, cn J. Nij- lond. Dubbeldam. HET 650-JARIG BESTAAN VAN AMSTERDAM. Gelukv.ensch van H. M. de Ko ningin-Moeder. Ter gelegenheid van het 650-jqrig jubileum van Amsterdam ontving hec gemeentebestuur een zeer groot aantal golukwenschen, waai- onder een van H. M. de Koningin-Moeder aan ccn burgemeester, luidende „Ik voel mij ge el-ongen op deren gedenkwaardigen er. heug lijken dag u, het gemeentebestuur en de bur gerij van Amsterdom mijn meest oprechte en hijzondoie gelukwenschen te betuigen met de leiae dat de hoofdstad, wier wel cn wee mij 7co ter harte gaon, voortdurend moge toene men in bloei en welvaart" HET KONINKLIJK BEZOEK AAN SCHIEDAM De stad in Feestdos. Men meldt ons uit Schiedam: In de feestelij getooide stad heerschte reeds in de morgenurn een gezellige drukte. In de voornaamste straten bewogen zich tal van man- ren, vrouwen en kinderen, de meeste inwoners t'czcr gemcete, die, in afwachting van het groo- te gebeuren, de verschillende smaakvolle ver dringen, V v.araan tot het laatste oogenblik was gekerkt, in oogenschouw namen qn"bevvon- derden. Doch ook velen waren gekomen, die vreemdelingen zijn in Schiedam, maar toch het gioote feest van heden niet wilden missen. En oo wachtten allen in spanning het oogenblik van de aankomst der Koninijlke Familie af. De aankomst. Met den gewonen trein, welke Vrijdagmiddag te 2.U7 uur te Schiedam arriveerde en waaraan het Koninklijk Salonrijtuig was gehaakt, arri veerden H. M. de Koningin Wilhelmina, Z. K. H. dc Prins cn H. h'. H Prinses Juliana aan het station. Op het perron werd de Koninklijke familie door den Burgemeester, den Weled. Achtbaren Heer A. J. Gysen verwelkomd. Toen de Hooge Gasten het salonrijtuig hadden verlaten, trad de dochter van den Burgemeester, Mej. M. Gy sen, naar voren en bood den Vorstelijken per sonen bloemen aan. Daarop begaf het Hooge gezelschap zich met het Gevolg naar het Stationsplein, waar een belangstellende menigte dc Hooge Bezoekers met een hartelijk gejuich welkom heette. Dc klokken van de Groote Kerk, de Frankelandsche Kerk, de Havenkerk en de Singelkerk namen hieraan niet vroohjk gebimbam deel. Aan dé Zuidzijde van het Stationsplein was een Detachement van den Vrij willigen Land storm opgesteld, aan de Noordzijde bevond zich het Stedelijk Muziekcorps, directeur de heer H. H. van Vleuten. Onder het spelen van het „Wil helmus" door het korps, inspecteerde H. M. het Detachement van den Vrijwilligen Landstorm. De rit naar het Stadhuis. Na de inspectie bestegen de Hooge Bezoe kers dc gereedstaande rijtuigen en ving de rit naar het Stadhuis aan. De stoet bestond uit vijf rijtuigen. In het eerste en tweede hadden achtereenvolgens de Commissaris van Politie en de Burgemeester plaats genomen, in het derde bevond zich de Koninklijke Familie, terwijl het Gevolg in het vierde en vijfde rijtuig gezeten was. De stoet werd door bereden politie gesloten. Onder voortdurend gejuich van de van alle zijden der stad saamgestroomde menschenmas- sa werd langs Stationsplein, Singel, Emmaplein, Broersvest, Lange Kerkstraat en Groote Markt naar het Stadhuis gereden. Een „Oranje-huldiging". Alle kinderen van de Openbare, R. K. en Bij zondere Scholen, uitgezonderd de laagste klas sen, stonden met onderwijzers en onderwijzeres sen ter weerszijden van den weg, welke door den stoet werd gevolgd, opgesteld. Elk kind droeg in de hand een Oranje-vlaggetje. Deze kinderen, 7000 in getal, bereidden den Vorste lijken Bezoekers, een welgeslaagde, kleurige en grootsche Oranje-huldiging. Op het Raadhuis. De Burgemeester geleidde het Vorstelijk ge zelschap vervolgens naar de vestibule van het Stadhuis. Hier bevonden zich .de heeren wet houders en de heer Gemeente-secretaris. De bur gemeester stelde hen aan Hare Majesteit, den Prins en de Prinses voor, waarna het zoontje van wethouder van Velsen aan Prinses Juliana een bouquet aanbood. Het Vorstelijk gezelschap begaf zich daarop naar de Raadszaal, waar de heeren Raadsleden door den Burgemeester aan H. M. werden voor gesteld, terwijl de heeren wethouders zulks de den aan den Prins en de Prinses. Alvorens verder het verloop der gebeurtenis sen tc schetsen, moge eerst de versiering van het Raadhuis hier even een plaatsje vinden. De voorgevel, waarin, nadat de Koningin was binnengetreden, dc Koninklijke Standaard het meeste uitkwam, bood cJoor het aanbrengen van slingers met buxusgroen en wimpels met Oranje en Nassaubloem een fraaien doch van eenvoud getuigende indruk. Tapijten hingen over de dorpels der ramen en over de leuning op het bordes onder het trotsche baldakijn. Ook de verdere versieringen aan de buitenzijde van het gebouw blonken uit door hun eenvoudige schoonheid. In de Raadszaal zelve waren in twee hoeken reuzen bouquetten van zonnebloemen, bij de Koningin zeer geliefd, aangebracht, terwijl de acht vensterbanken met lage bloemstukken ver sierd waren en wel met de zoo bekende Scliie- damsche Mignon Dahila's, welke bloemen in heel Europa en Amerika met veel succes wor den gebruikt; een feit, dat H. M„ zooals bleek, groote belangstelling inboezemde. Rede van den Burgemeester. Nadat de begroeting 3oor de Raadsleden v/as geëindigd en de Vorstelijke Familie in de Raadszaal had plaats genomen sprak de Bur gemeester een rede uit, welke door H. M. werd beantwoord. De burgemeester schetste in z'n rede de ontwikkeling van Schiedam, waarvan het zielental vanaf het begin van Hr. Ms. regee ring is gegroeid van 26000 tot 43000. Daarna begaf zich het Hooge gezelschap tc circa 2 uur 50 naar het Bordes van het Stad huis. Groote Zanghulde. Vanaf het bordes hoorden de,Vorstelijke Be zoekers een groote zanghulde aan, welker hoofdregeling berustte bij den heer F. W. M. Hog^elman en welke door een tiental zangver- eenigingen benevens het Mannenzangkoor „In ternos" en het Kerkkoor der Ned. Herv. Ge meente onder directie van den heer Bernard Diamant werd uitgevoerd. Gezongen werd: „Wilhelmus van Nassauwc", „Eendracht maakt macht", „Nu dankt den Heer Uw God" van dr. Schaepman, muziek van Mendelssohn en het „Domine Salvam Fac". De muziekbegeleiding geschiedde door het Stedelijk Muziekkorps. Indrukwekkend klonken de zuivere en krachtige tonen over de Groote Markt. Een défilé. Onmiddellijk na afloop der zanghulde vond een défilé plaats, waaraan werd deelgenomen door een stoet van circa 70 Schiedamsche cor poraties. Allen passeerden, met de banieren voorop, onder herhaaldelijk gejuich en gewuif van het publiek, de Vorstelijke personen. Tusschen de zanghulde en het défilé bood mej. Dina Bijl, namens de Oranjevereeniging, een bouquet aan, samengesteld uit de Mig non Dahlia „Jeajinc", zacht rood met goud, af komstig uit de Stadskweekerij. De hoofdregeling van het défilé berustte bij de heeren J. Montfoort en F. W. M. Hcggelman, terwijl tijdens het .défilé de heeren G. S. Mont foort en F. W. M. Heggelman, terwijl tijdens het défilé de heeren G S. Montfoort en M. Bijl Mzn de Koninklijke Familie de gewcnschte inlichtingen verschaften. H. M. betuigde met dit défilé, haar groote in stemming. Een rondrit door de stad. Na afloop van dit défilé vond te 4 uur een rondrit door de stad plaats. Deze strekte zich voor het eerste gedeelte uit van het Stadhuis naar het St. Liduinaplein. Ook thans stonden langs de straten, die de stoet volgde, tallooze menschen geschaard, die bij het passeeren van het Vorstelijk rijtuig een hartelijk gejuich aan hieven. Een kinderhulde. Op het Liduinaplein waren alle leerlingen der hoogste twee klassen van de Openbare, R. K. en Bijzondere scholen opgesteld om het hooge gezelschap een zanghulde te bereiden. De hoofdregeling hiervan berustte bij den heer M. J. Berch, terwijl de zanghulde, toen het rijtuig van H M. op het plein stilhield, onder leiding van Joh. Oostveen van Amsterdam, aanving met het zingen van het „Wilhelmus". Daarna werd het „Vlaggenlied" van dr. J. P. Heije, mu ziek van W. Smits, ten gehoore gebracht. De rondrit werd door tal van straten voort gezet naar de Maasdijk (Gusto) waar het Vor stelijk gezelschap tegen vijf uur in den middag arriveerde. Het bovengemelde gedeelte van het program ma kan als volkomen geslaagd worden be schouwd! Het verdere programma. Na aankomst aan het kantoorgebouw van de Werf Gusto, Firma A. F. Smulders, welke te circa 5 uur geschiedt, werd in genoemd gebouw aan de Koninklijke Familie een thee aangebo den, waarna bezichtiging van de fabriek cn ver schillende modellen van werktuigen plaats vindt. De Vorstelijke personen zouden hier worden rondgeleid door de heeren Frank, Smulders, August Smulders, en N. W. Conijn. Verder werd gedemonstreerd met een 200-tons drijvende kraan. Te 5 uur 55 had het vertrek van de werf „Gusto" plaats en werd in de zelfde volgorde met de rijtuigen naar het station gereden. Daar deed de Burgemeester de Hooge Gasten uitge leide en vergezelde hen naar het perron, waar met den gewonen trein van 6.11 utir, waaraan het Koninklijk Salonrijtuig is gehaakt, het ver trek plaats had. DE TWEEDE KAMER. De officieele benoeming van den Voorzitter. Bij Kon. besluit van 17 September 1925 no. 32 is tot voorzitter van de Tweede Kamer der Slaten-Generaal voor het tijdvak der te genwoordige zitting benoemd jhr. mr. Ch. J. M. Ruys de Beerenbrouck, lid van die Kamer. NED. MIJ. VOOR NIJVERHEID EN HANDEL. De voorzitter der bczuinigings- ccmmissic. Als voorzitter van de Centr. Commissie voor Bezuiniging vanwege de Ned. JVIaatsch. voor Nijverheid en Handel is opgetreden mr. C. H. Guépin. DE TROONREDE. Het adres van antwoord der Eerste Kamer. Het gewijzigd ontwerp-adres van antwoord der Eerste Kemer op de Troonrede luidt als volgt: Mevrouw I I. De Eerste Kamer der Staten-Gotfbroal waardeert ten zeerste het voorrecht, dat Uwe Majesteit, vergezeld van Z. K. H. den Prins der Nederlanden, de zitting der Staten-Generaal in persoon heeft geopend. Evenals Uwe Majesteit stelt zij met yoldoe- ning vast, dat er voor ons volk in zoo menig opzicht reden tot dankbaarheid bestaat. 2. Met Uwe Majesteit stemt het dc Kamer tot erkentelijkheid, dat het gevoel van saem- hoorigheid, waar het geldt nooden te lenigen, zich weder zoo krachtig openbaarde ten aan zien van dc slachtoffers der ramp, die in de vorige maand verschillende deelcn van het land teisterde. De Kamer deelt het gevoelen van Uwe Ma jesteit omtrent don algemeenen toestand des Lands en meer in het bijzonder omtrent dien van land- cn tuinbouw en van handel en nij verheid. Zij spreekt de hoop uit, dat de be staande zorgen zullen verdwijnen, ook door ver betering van de economische gesteldheid bui ten onze grenspalen. Met erkentelijkheid mocht zij van Uwe Ma jesteit de verzekering ontvangen, dat het ge vaar voor de ontwrichting van den toestond van 's Lands geldmiddelen als afgewend kon worden beschouwd; en dot, indien dc finon- cieelc toestond zich gunstig blijft ontwikkelen, naast verlichting der aan de burgerij opgelegde losten, ook verzachting van enkele der in dc laatste jaren genomen maategelen in overwe ging kan worden genomen. 3. Met belangstelling vernam de Kamer, dot handhaving der Christelijke grondslagen van ons volksleven een richtsnoer blijft voor Be stuur cn Wetgeving. 4. Met Uwe Majesteit is de Kamer van ge voelen, dat vereenvoudiging van den Staats dienst, inkrimping van Staatsbemoeiing, waar deze mogelijk is, cn betrachting van de uiter ste soberheid in het beheer der publieke midde len dringend geboden blijven, zoodot voorzie ningen, die omvangrijke geldelijke offers van de schatkist vorderen, dienen te worden vermeden. 5. Het verheugde do Kamer tc vernemen, dot de betrekkingen met andere mogendheden van den meest vriendschappelijkcn aard zijn. 6. Zij vernam met ingenomenheid, dat het beheer van 's Lands overzecschc gewesten zal worden voortgezet in een geest, welke met onze zedelijke roeping jegens die gewesten in overeenstemming is. 7. Met waardeering ontving zij de toezegging dat belangrijke voorstellen aan de Stotcn-Ge- neronl ter overweging zullen worden voorge legd. Uwe Majesteit "zal op dc volle toewijding der Kamer kunnen rekenen. 8. Van gonscher harte stemt zij in met dc bcdo van Uwe Majesteit, dat God zijn milden zegen schenkc op den arbeid der Stotcn-Gene- raal. de sociaal-democraten en de Openingsplechtigheid der kamer. Kenterende opinies. De Telegraaf wist dezer dagen mee te dee lcn, dat de kwestie van het al of niet tegen woordig zijn bij de opening van het parlement een onderwerp van bespreking in de fractie vergadering van de S.D.A.P. heeft uitgemaakt; was er, aldus het blad, reeds bij vorige gele genheden een meerderheid, die geen bezwaar zag in de deelneming aan de openingszitting cn heeft de fractie hoofdzakelijk om histori sche redenen tot dusverre afgezien van bijwo ning dier zitting, dan zou het nu zoo goed als j zeker te achten zijn, dat bij volgende gelegen- j heden sociaal-democratische Kamerleden de opening bijwonen. De nieuwe fractie-voorzitter, dc heer J. W. Albarda, houdt naar oanleiding hiervan in H e t Volk een beschouwing waaruit blijkt, dat er van soc.-dem. zijde inderdaad geen bezwaar tegen hoeft te zijn aan de openingsplechtigheid deel tc nemen een plechtigheid die in haar wezen niet is een betooging voor de monarchie maar voorzoover zij een demonstratieve be- teckcnis heeft veeleer een demonstratie von dc poririe der Volksvertegenwoordiging. Na een dreigement aan den hoer Duymaer van Twist, dat als onderen meenen, dat zij, ook als sociaal-democraten krachtens hun func tie de openings-vergadering bijwonen, moeten voortgaan met van een door de wet gelaste samenkomst een betooging voor of tegen een bepaalde politieke richting te maken, het voor hun verantwoordelijkheid is als sociaal-demo craten hun afwijkende mcening op een ondub belzinnige wijze doen blijken, besluit hij zijn artikel aldus Ziehier eenige beschouwingen, zooals sedert verscheidene jaren reeds in den boezem der Kamerfractie zijn gehouden. Het zou voorbarig zijn te zeggen, dat zij de beschouwingen zijn van een meerderheid. Even voorbarig is het aan te kondigen, dat onze Kamerleden in een der eerstvolgende ja ren de openingsplechtigheid zullen gaan bij wonen. Dc fractie zal zich daaromtrent wel .beraden cn het voor en tegen afwegen, als zij den tijd gekomen achthaast is er niet bij. Maar partijgenoot cn tegenstander mogen weten, dat, indien de fractie vroeg of laat mocht besluiten aan de bijeenkomst in de Rid derzaal deel te nemen, hierin dan in gecnen deele een teeken mag worden gezien van eeni ge veranderng of verflauwing van beginsel. Integendeel de sociaaldemocratische frac tie geeft dnn op een voor haar nieuwe wijze uitdrukking aon haar overtuiging, dat het so cialisme bij de ontmoeting van zijn dragers met vertegenwoordigers van onder beginsel geen gevaar loopt. Hoe dichter het socialisme zijn zegepraal nadert, hoe mce»r zijn dienaren zullen binnen dringen in eiken kring cn in aanraking zullen komen met aanhangers van andere beginselen cn vertegenwoordigers van andere stelsels. Het socialisme kon door tegen cn de socia listen zijn er tegen bestond. STAATSBEGROOTING VOOR 1920. Wet op de mlddelon. Aan dc Memorie van Toelichting wordt het volgende ontleend: Ofschoon, naar dc mcening van den Minis ter van Financiën, bij de raming der ont vangsten, welke aan het nieuwe dienstjaar ten goede zullen komen, gerekend mag wor den op eenige stijging in vergelijking met het loopende jaar cn deze stijging ten aan zien van enkele middelen op grond van dc ervaring der laatste maanden zelfs hoogcr kon worden geraamd dan in het begin de zes janrs kon worden verwacht, moet toch tegen overdreven optimistische verwachtin gen, waartoe deze stijging aanleiding zou kunnen geven, met nadruk worden gewaar schuwd. Do hoogcrc opbrengst der middelen A—F, welke voor 1926 is geraamd op 40.234.000, komt tot een bedrag van 20.5 milliocn voor rekening van die wettelijke maatregelen, welke zijn genomen tot versterking der mid delen tot dekking van het tekort in 1925. Wegens de inwerkingtreding op 1 Juli 1923 op 26.700.000 of 1.550.000 meer dan dc voerrechtcn 15.000.000 hoogcr geraamd, terwijl dc meerdere opbrengst uit den accijns op tabak, in verband mot dc wet van 20 Dec. 1924 5.500.000 bedraagt. Do verschillende posten van dc middelen A-F. Grondbelasting. Do netto-opbrengst over 1926 kan veilig worden geraamd top rond 19.750.000, dat is 624.000 meer dan dc raming voor 1925. Personeelc belasting. Dc netto-opbrengst der belasting over 1926 kan worden geraamd op 26.700.000 of 1.150.000 meer dan dc raming voor 1925. Inkomstenbelasting. De raming van dc netto-opbrengst voor 1926 kan worden ge stcld op 92.000.000, d.i. 7.000.000 meer dan voor 1925 werd geraamd. Dividend- en tantièmebolasting. Voor 1926 ware de raming te stellen op 16.000.000. Vermogensbelasting. Voor den dienst 1926 kan een bedrag van 11.500.000 worden geraamd, of na aftrek van een vermoedelijk bedrag van 300.000 aan ontheffingen, 11.200.000. Accijns op suiker In do eerste 0 maan den van 1925 werd uit dit middel 20874.000 ontvangen, zoodnt een raming van 40.000.000 niet tc hoog is tc achten Accijns op wijn. Er is een stijging in de opbrengst van dit middel merkbaar. Waar schijnlijk is dit toe te schrijven aan den hoogen gedistilleerd accijns. Op dien grond is 100.000 meer geraamd dan voor 1925. Accijns op gedistilleerd. De opbrengst van dit middel daalt. Dit is het gevolg van den hoogen accijns. Derhalve kan dc raming van 1926 slechts gesteld worden op ccn he drag van rond 47.000.000. Accijns van zout. Voor 1926 kan wegéns toeneming van de bevolking en verminder den invoer van geraffineerd zout, een bate uit dit middel worden verwacht van 1.900.000, zijnde 350.000 meer dan verle den jaar. Accijns op bier. Aangezien ter vervan ging van gedistilleerd meer bier wordt ge dronken, kan do accijns voor 1026 op een bedrag van rond f 11.000.000 worden gesteld. Accijns op geslacht. Voor 1926 kan do raming niet hoogcr worden gesteld dan f 9500.000, zijnde 500.000 lager dan voor 1925. 1 Lawaai beteckent niets; soms kakelt een hen zoo hard, alsof zij een kleine planeet had gelegd. M. Twain. Uit het Engelsch van Baronesse ORCZ/r (Geautoriseerde vertaling van A. T.) Het \olger.d oogenblik zou hij den jangen man terneergeslagen hebben, want Jim die cit niet verwachtte, was geen duimbreed geweken en Squire Brent was, ondanks zijn iaren, nog krachtig -genoeg, om het geheele gewicht van den stoel met een vreeselijken slag op het hoofd \an den jongen man te doen neerkomen. Maar met de snelheid van een bliksemstraal stond Barbara naast den Squire tusschen hem en Jim. Den loatslen trok zij met een ruk ter zijde, en toen sloeg zij haar jonge, sterke armen om den ouden Squire heen. Haar vlugge handeling had een slag voorkomen, die zeker noodlottig zcu geweest zifn. Later#verwéet de oude Squire Brent zijn dochter meermalen, dat zij tusschen beide was gekomen. Hij beweerde, dat veel van de ellende en het verdriet de"r latere jaren voorkomen zou zijn, als die verdorven verrader, James Ficnnes, toen en op die plaats door een rechtvaardige hand gedood was. Zoouls *t nu was, stond de cude man nog een peer seconden stil zoo stijf als ccn waar beeld van toor nige v.raak rr.ct het wapen in de hend; teen werd de spanning zijner armen gaandeweg min der cn kalm en langzaam liet hij den stoel zin ken en zette hem naast zich neer; toen duwde hij Barbara heel zacht van zich weg, cn keek nog eens den man aan, die hem zoo diep be- leedigd had. Met uitgestrekte hond wees hij naar de deur. „Uit mijn huis I" mompelde hij heesch, want opgekropte woede had hem uitgeput en buiten adem gelaten. Eerst scheen het, dat Jim, zonder een woord te spreken, wilde gehoorzamen, toen zei hij, als met tegenzin." „Ik zou graag een paar woorden tot mijn vrouw zeggen." „Uit mijn huis I" herhaalde Squire Brent krachtiger. „Zij is mijn vrouw," zei Jim met een toon van hartstochtelijke smeeking \n zijn stem, die vreemd genoeg afstak bij de gewone onver schilligheid van zijn voorkomen. „En misschien kom ik nooit weer terug." „God geve, dat dit zoo isriep de oude man uit. „Want ik zweer bij den hemel, dat ge nooit weer met haar spreken zult, voordat ge vrede met uw Koning en uw God zult ge maakt hebben I" „Uit mijn huis!" herhaalde hij nog eens weer en zijn geheele lichaam trilde nu van woede, „of ik zal er u door mijn knechten uit laten gooien." Hierop ging James heen, zonder een woord meer te spreken. Barbara had hem geen blik meer geschon ken. Na de opwinding der laatste oogenblik- ken was de oude Squire, half bewusteloos, op een stoel neergezonken. Barbara had het druk met hem tot rust te brengen cn te helpen. Hij beefde van het hoofd tot de voeten, zweet druppels stonden op rijn voorhoofd, zijn hee- te, bevende handen grepen hulpeloos de hare vast. „Beloof me, Babs,' fluisterde hij, „zweer me, dat ge nooit anders dan in naam zijn vrouw zult zijn cn zoodra wij de scheiding kunnen krijgen, zult ge hem verlaten zweer dat, Babs," drong hij aan, „zweer het I" Barbara had angstig op den ouden man neer gezien, nu maakte iets een beweging, een zucht dat zij opkeek. De deur naar de vesti bule was nog open en Jim was boven aan de trnp blijven staan, en keek recht de kamer in. Hij moest elk woord gehoord hebben, dat de Squire gesproken had. Toen Barbara haar oogen opsloeg, zag zij hem op den drempel staan, met zijn dicht kort haar, en eenvoudige, donkere kleeren, zijn vierkante schouders, zijn hoofd licht gebogen, alsof hij op het punt v/as van te spreken, en zijn linkerarm langs zijn zijde neerhangend. Het was een beeld, dat zij in de komende jaren met licht vergeten zou. „Zweer het, Babs I" stamelde de oude Squire bijna onsamenhangend, „zweer het En Barbara keek Jim recht in de oogen en antwoordde vast„Ik zweer het I" HOOFDSTUK IL 1. Bij toeval afgeluisterd. Midden in de groote woelingen van den burgeroorlog groeide Barbara, het kindvrouwtje van Jim Fiennes, op, zonder iets van haar echtgenoot te weten. Na dat noodlottige onder houd in de eetzaal van Stoke Lark cn dien loatsten blik, dien zij van hém gehad had, toen hij zwijgend en harnekkig boven aan de trap stond, had zij hem niet weer gezien. Zij had ter loops gehoord, dat hij bij Edge Hill ge vochten had cn ernstig gewond was. Maar daarna was niets meer van hem gehoord, cn zij, die de familie van nabij kenden, haalden hun schouders op, ^ils er gesproken werd van den oudsten zoon van Lord Saye and Sele. Wat de Ficnnes betrof, gold de openbare be langstelling nu den persoon von Nathaniel, den tweeden zoon, die zijn vaders lieveling cn trots geweest was tot hij Nathaniel de stad Bristol bijna zonder slag of stoot aon Prins Rupert overgaf, waarom hij door het Parlement van verraad beschuldigd en ter dood veroor deeld werd. Hij werd echter begenadigd cn in zijn commando hersteld, maar een groote ge heimzinnigheid omgaf die eerherstelling. Lord Saye and Sele zou zeker te tiotsch geweest zijn, om iemand iels ten gunste van zijn zoon af te smeeken, terwijl John, de jongste, door zijn heethoofdige verdediging van zijn broeder, hem meer kwaad dan goed had gedaan. Wat de Hoogwelgeboren Jim, zoo als velen hem spottend noemden, betrof, hij was zeker niet in staat een vinger ten gunste van zijn broeder uit te steken. Sedert wist men, dot Nathaniel Fiennes, nu geheel in zijn eer hersteld, cn John, zijn jongste broeder, beideh het bevel vfterden over een regiment, dat hun vader had opge richt Maar van Jim was niets in het openbaar bekend. Wat deed hij in deze groote worste ling, waarbij het lot van Engeland op het spel stond, en waarin allen, behalve de twijfelaars en lafaards, de egoïsten en de gierigaards, deel namen. Barbara wist het niet. Zij durfde het niet vragen, ^fluire Brent had verboden, dat de -\naam Fiennes in zijn huis zou genoemd wor den en op zijn wensch had Barbara den naam van haar echtgenoot afgelegd, en was voor taan voor vrienden en bekenden Mevrouw Bar bara Frances Brent. Aan dezen wensch had zij onmiddellijk toegegeven. Haar huwelijk met Jim was slechts een quaestie van vorm geweest zij had nooit eenige genegenheid gekoesterd voor den man, met wicn zij in het huwelijk ver bonden was, toen zij ternauwernood uit de kin derkamer was, cn nu zij ouder was, voelde zij zich niet weinig gekwetst over de schreeu wende onrechtvaardigheid, die hnar hiermede was aangedoan. Toen op haar huwelijksdog Jim getracht hod, hoor te kussen, wos er iets in hem, dat haar tegenstond hoewel zij des tijds nog maar een kind was cn vier jaren later, toen zij hoorde, dot hij een verrader van zijn Koning \tas en zich bij het oproerige Par lement had aangesloten^ wist zij, dot zij hem bepaald haatte. Instinct, fcicer don medelijden, was oorzaak, dot zij dien dag tusschen hem en den toorn van den Squire gestaan had, maar dat instinct had hoor meer er toe geleid de hond van een man dien zij zoo liefhad, tegen tc houden om een misdaad te begaan, dan om te trachten het leven von haar echtgenoot te redden, en den eed, dien de oude Squire,daqr- na van haar cischte, legde zij zeer bereidwil lig af. Toon gingen de jaren voorbij en Barboro was bijna vergeten, dat zij ooit getrpuwd geweest wos. De tijden waren zoo onrustig en de stoats- werkzaamehden zoo ongeregeld, dot er weinig of geen kans bestond om het huwelijk nietig verklaard te krijgen; dit zou moejen wachten tot gelukkiger tijden, als al die schandelijke oproerlingen om genode hadden gesmeekt en de Koning weer in het bezit van al zijn rechten was. (Wordt vervolgd).

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1925 | | pagina 5