a
y
4
M
Permanent Waving i
S.H. MASSA, Havik 41. Tel.292
- a—4B
M
y
i i
HUMOR UIT HET BUITENLAND.
RECLAMES.
Van 1—4 rebels 2.05. elke revel meer f 0.50
I I
I 1
0
1 I
II. II. I 2.N» I
OO
Onze Advocaat onderscheidt zicö
door haar bijzonder fijnen smaak
Zij heeft iets geheel eigens.
U kunt haar herkennen tssschen
vele andere soorten.
Wanneer U Uwen gasten onzo
Advocaat offreert, zullen zij Uw ge
lukkige keuze waardeeren.
11
11
:©z®z
«Tk
eMAISON VAN EIMEREN
Haarkundigen f]
B WIJERSSTRAAT14 - TEL, 205 I
t Amersfoort
WRIJFWXXS,
voor vloeren en meubelen. m
De heerlyke zuivere ter--
pentynwas van de Erdal /flSk
fabriek te Amsterdam
Brengt Zonneglans cn Dcnneftfeur in
Accijns op tabak. Voor 1926 is een ra
ming aangenomen van 22.000.000.
Speelkaartenbelasting. Eenige stijging
van de opbrengst is merkbaar zoodat 10.000
meer is geraamd dan voor 1925.
Rijwielenbelasting. De opbrengst in 1925
bedroeg in de eerste 6 maanden G.258.8S2.
Deze opbrengst kan ook voor 1926 gelden,
zoodat, wanneer men rekening houdt met
eventueel* teruggaven en vrijstellingen, de
ontvangst voor 1926 veilig op een bedrag
van 6.000000 ware te stellen.
Zegelrechten. Voor 1926 kan een bedrag
van f 20.000.000 worden geraamd.
Registratierechten. Voor 1926 kan dc
raming op 20.500.000 worden gesteld, zijnde
1.000.000 meer dan voor 1925
Rechten van successie, van overgang hij
overlijden en van schenking. Een bedrag
van .f 45.000 000 kan worden geraamd.
Rechten op den invoer. De opbrengst
van dit middel bedroeg in 1923 35.279.510,
in 1024 35.765.421 en over de eerste 6 maan
den van 19.25 18.59S.000. Dc raming voor
het jaar 1925 bedroeg 39.000.000. Aanvan
kelijk was deze raming op f 35.500.000 ge
steld, doch zij is nader verhoogd in verband
met dc meerdere opbrengst van de thee, die
zou zijn te verdachten ingevolge dc wet van
3 Mei 1925. Die verwachting heeft zich tot
dusver niet verwezenlijkt. Dc opbrengst van
het hoogerc invoerrecht op thee in 1924 on
in 1925 is in veel sterker mate, dan verwacht
werd, beïnvloed door de grootc hoeveelhe
den, welke zijn ingevoerd vóórdat bet ver
hoogde recht in werking trad. Aangenomen
schijnt echter wel te mogen worden, dat die
goedkoopere voorraden in 1926 uitgeput zul
len zijn cn de rechtenverhooging zich dan
ten volle zal doen gelden. Daarom is bij de
raming voor 1926 uitgegaan van bet volle
geraamde, bedrag voor 1925 ad 39.000.000,
hetwelk vermeerderd is met 15.000.000, die
uit de tariefherziening verwacht wordt.
Belasting op gouden cn zilveren werken.
Door de scherpe controle op dc naleving der
Waarborgwet kan voor 1926 50.000 hooger
worden geraamd.
Het cssaailoon is evenals ten vorigen jarc
geraamd op 1000.
Statistiekrccht» De opbrengst voor 1926
kan op 4.000.000 worden gesteld.
Inkomsten van de gewone domeinen..— De
werkelijke ontvangsten der gewone domei
nen bedroegen in 1922 2.220.213, in 1923
2.215.394 en in 1921 3 675.405 of gemid
deld 2.503.000. Dit laatste bedr-ig is voor
de raming van 1926 vermeerderd met:
a. de inkomsten van het Staatsboschbe-
drijf, welke wegens opheffing van dit bedrijf
weder onder de Rijksmiddelen zijn te ver
antwoorden en waarvoor een bedrag van
2S3.000 is geraamd;
b. bet aandeel in de opbrengst van de
Domaniale Mijn te Kerkrade, waarbij gere
kend wordt op de uitkeering van 0.50 per
ton kolen, d.i. over 700.000 tot 350.000.
Inkomsten van het domein van Oorlog.
Geraamd wordt 200.000 rond.
Inkomsten van de groote wegenL Dc
raming voor 1926 isjgestelcl op 75.000.
Inkomsten van vaarten, veren en havens.
Voor 1926 wordt geraamd 265.000.
Staatsloterij. De ontvangsten voor 1926
kunnen worden hpgroot op 665.000.
Akten voor dc jacht cn isschcrij van con
senten voor de kustvisscherii en ■vergunnin
gen bedoeld in de Vogehvct. Voor 1926
kan de raming worden gesteld op 265.000.
Raadsgeldcn. De raming voor 1926 kan
worden gesteld op 4.000.000.
Recht op de mijnen. Ingevolge de wet
van 32 Juni 1925 is, te rekenen van af 1 April
1925, tijdelijk geschorst dc heffing van het
recht op de mijnen.
In afwachting van clc totstandkoming van
het in art. 1 der eerstgenoemde wet be
doelde Koninklijk besluit is deze post voor
memorie uitgetrokken.
Arbeid, Nijverheid en Handel.
Aan de Memorie van Toelichting wordt ont
leend:
In totaal wordt voor 1926 geraamd een be
drag ad 70,591,856.
Voor 1925 is toegestaan 49,156,892, zoo
dat voor 1926 meer wordt aangevraagd
21,434,964.
Naar den toestand van 1925 berekend, wordt
voor den gewonen dienst 27,934,964 meer
vereischt cn is, berekend naar de grond
slagen in de millioenennota 1926 ontwikkeld,
30,434,964 meer bcnoodigd dan voor 1925.
Deze verhooging van het eindcijfer is hoofd
zakelijk toe te schrijven aan verhooging der
afdeeling Arbeidersverzekering, zoomede aan
verhooging der bijdragen aan gemeenten krach
tens dc Woningwet.
BEËINDIGING ZOMERTIJD 1925.
De zomertijd eindigt 4 October
te 3 uur voormiddogs.
De Minister van Binncnlandsche Zaken en
Landbouw heeft den GemeentebesTuern in
een rondschiijven herinnerd, dat dit jaar de
vervroeging van den wettclijkcn tijd zal ein
digen don 4den October a.s., te 3 uur voor
middags, en dien besturen verzocht toe to
zien, dat de tijdsaanwijzing op de openbare
doc-r hen beheerde klokken van dat tijdstip
af weder in overeenstemming zij met dc tijd-
rcgeling van den middelbaren zonnetijd van
Amsterdam, welke tijdregcling alsdan aan
wijst 2 uur in den voormiddag.
WELVAARTSPOLITIEK.
Een schrijven van den Ned. Werk-
loosheidsraad aan den minister
raad.
De Nederlandsche Werkloosheidsraad heeft
een schrijven verzonden aan den voorzitter van
den Raad van Ministers, waarin dc aandacht
wordt gevestigd op het verschijnsel der bui
tengewone werkloosheid.
De gewone werkloosheid valt voor een groot
deel samen met de periodieke uitzetting en in
krimping van werkgelegenheid in een bepaald
vak, welke vaak een gevolg is van het jaarge
tijde (b.v. landbouwbedrijf, veenderij, bouw
vakken, steenfabrieken, enz.). Een goed func-
tionneerende arbeidsbemiddeling zal moeten
bevorderen, dat zij, die in seizoenbedrijven hun
bestaan moeten vinden, zoo snel en goed mo
gelijk uit het ecne bedrijf in het andere be
drijf plaats vinden, opdat de arbeidsgelegen
heid zooveel mogelijk kan worden benut. Het
is in dit verband, dat dc N. W. R. nog' eens
de ao'ndacht vestigt op de van verschillende
zijden betoogde wenschelijkheid de arbeidsbe
middeling wettelijk te regelen. Bij normalen
omvang der gewone werkloosheid zuilen d^
nadeelige gevolgen voor de arbeiders door
de verzekering in zekere mate kunnen worden
gekeerd, terwijl in beroepen, waarin de ver
zekering zich niet heeft kunnen ontwikkelen,
of wanneer de gewone werkloosheid voor een
bepaald vak wordt verscherpt, werk/eischaf-
fing hulp zal kunnen bieden.
Het verschijnsel, waarop de N. \V R ech
ter thans doelt, is, dat in vele beroppen een
overcompleet aan arbeidskrachten bestaat en
er geen redelijk uitzicht is, dat dit overcom
pleet in d'e eerste jaren plaatsing zal vinden.
Het vraagstuk der buitengewone werkloos
heid wordt voor de wclvaartspolitiek' zoover
ons land betreft, nog verscherpt door de toe
name onzer bevolking. Ook al dwongen geen
oorzaken van internationalen aard l">t het ne
men van maatregelen om de werkgelegenheid
hier te lande te verruimen, dan toch zou die
toeneming van 100.000 zielen per jaar er te*
nopen.
Uit het bovenstaande volgt, dal dc N. W. R.
ven oordeel is, dat de overheid dooi hel vol
gen van positieve welvaartspolitiek >iding kan
geven aan het verruimen der wetkgelegenheïd
en in menig geval ook die verruiming kan be
werken. Maar dit mag niet leiden tot dc op
vatting als zou die werkve.iuiming hoofdza
kelijk door d'e overheid kunnen worden tot
stand gebracht. Van het initiatief, de energie
cn het overleg der particulieren (in tegenstel
ling tot de overheid) zal het in de meeste ge
vallen afhangen of de gewenschlc wek verrui
ming wordt bereikt.
Daarom vraagt de N. W. R. de aandacht
voor bemoeiingen, waarvan hij een gunstig ge
volg verwacht voor de verruiming van werk
gelegenheid hier te lande.
Bemoeiing door particulieren.
In den laatsten tijd, toen in bepaalde tak
ken der voortbrenging een opleving werd ge
voeld, is van verschillende zijden de klacht
vernomen, dat er een gebrek aan geschoolde
arbeidskrachten zou bestaan tegenover een te
veel aan ongeschoolde nrb'aidets.
Een belangrijke taak is hierbij voor de on
dernemers weggelegd. Door hun ondernemin
gen ten dienste van do opleiding -te stellen,
kunnen zij ès opleiding van geschoolden zeer
bevorderen.
Dc Rijkscommissie voor werkverruiming, in
1922 cp verzoek van den N. W. R. ingesteld
en waarvan eenige leden op aanbeveling van
den N. W. R. worden benoemd, heeft ervaren,
dat opdrachtgevers (in ecoTiomischen zin con
sumenten) veel cn vee] te weinig zich reken-
srhap geven van de zijde, waarop zij kunnen
medewerken aan de werkverruiming hier te
lande.
Niet alleen dat het groote publiek onna
denkend vaak een ongemotiveerde voorkeur
geeft aan buitcnlandsche producten, maar op
zijn best toont het een onverschilligheid ten
opzichte van de nationale voortbrengselen,
welke even nadeelige gevolgen heeft.
De N. W. R. is van oordeel, dat een onon
derbroken propaganda voor het niet-achterstel-
len van Nederlandsch fabrikaat bij uitheemsch
fabrikant wenschelijk is en dat dc hecrcn mi
nisters bij voortduring hun aandacht er aan
moeten blijven schenken, dat niet onnoodig
orders in het buitenland worden geplaatst.
De overheid, semi-publieke (spoorwegen) en
andere groote lichamen, kunnen hierin een
voorbeeld geven, hetgeen nog maar al te veel
'wordt verzuimd, terwijl de overheid ook door
andere ^naotregelen het hier gewenschte kan
bevorderen.
Bemoeiing dcor de rcgccring.
Bij de behandeling van de bemoeiing dooi
particulieren stond deze voorop en werd aan
gegeven dat d'e overheidsbemoeiing op de
tweede plaats kwam en de meeste regeerings-
bemoeiing slechts op indirecte wijze moet
worden verleend. De N. \V. R. wAscht ver
volgens nog op enkele zaken, vrelke de over
heid niet alleen door voorbeeld of steun kan
behartigen, maar ook, indien gewenscht door
haar zelf «kunnen worden ter hand genomen,
Wat de directe regeeringsbemoeiïng betreft,
wordt de aandacht gevestigd op den aanleg en
verbetering van verkeerswegen. De N. W. R.
meent, dat het niet noodig is uitvoerig 'het nut
aan te toonen, dat goede verkeerswegen voor
de ontwikkeling van het economisch leven kun
nen hebben. Hij wenscht hier te wijzen op eeni
ge groote werken, waarvoor plannen gereed
zijn, maar de uitvoering nog niet begonnen is
of wier uitvoering in een matig tempo ge
schiedt. Dc spoedige uitvoering dezer werken
zou echter niet alleen onmiddellijk aan de
voor de uitvoering benoodigde arbeiders werk
verschaffen, maar zou bovendien de oorzaak
worden, dat tol van ondernemingen economi
scher zouden kunnen werken cn hierin kan een
aanleidiitg tot permansrvte werkverruiming ge
legen zijn. De N. W. R. meent, dot administra
tieve redenen en meeningsverschillcn van tech-
nischen aard niet langer hinderpalen mogen
vormen voor .de spoedige totstandkoming. Wat
de finoncicele regeling betreft, hieraan zal af
zonderlijk aandacht worden geschonken.
De werken, welke de N. W. R. hier in het
bizonder in het oog heeft, zijn Kanalenplon
Groningen, Brug Katerveer, Rijn-Twente-ka-
nool, Biug Nijmegen, Maaskanalisatie, Juliuna-
kanaal, Merwedekanaal of kanaal door de Gcl-
dersche Vallei, verbetering Noordzeekanaal,
Konalenplan West-Friesland, verbetering Rijks
wegen.
Voorts wordt gewezen op dc ontwatering en
drooglegging en op de ontginning cn de mijn-
nijveihcid.
De ergenisatie van de
Regeeringsbemoeiïng.
De laatste jaren heeft de regeering zioh van
verschillende organen bediend bij haar be
moeiing met de werkverruiming.
De N. W. R. nu is van oordeel, dat de gun
stige ervaring met het secretariaat der rijks
commissie-werkverruiming is verkregen, uitge
wezen heeft, dat dj bemoeiingen van de regee
ring in deze het meeste effect zullen hebben,
indien hiervoor één centraal lichaam voor
werkverruiming wordt ingericht onder één di
recteur, die onmiddellijk onder cén minister
worde gesteld en dus ten opzichte van oezen
verantwoordelijk is.
Door dit lichaam onder één minister te stel
len is deze minister ook verartwoordclijk voor
het beleid en beheer hiervan.
Tot de taak van dit lichaam zal behooren het
■oorbereiden van besluiten of het nemen van
initiatief tot besluiten, waarvan dc voorberei
ding en uitvoering bij anderen berust, het uit
den weg ruimen van administratieve belemme
ringen en, indien het hiervoor noodig is, het
edvisceren tot wetswijzigingen, het adviseeren
tot toepassing van wettelijke voorschriften ter
bevordering der werkgelegenheid; het bevorde
ren der tot stand koming van alle boven aan
gegeven maatregelen enz.
De geldmiddelen.
De N. W. R. vreest, dat onder de tegenwoor
dige omstandigheden, de gelden voor al het
geen hij hier vraagt, in de eerste jaren niet op
de gewone wijze beschikbaar zullen zijn.
Hij heeft daarvan verschillende denkbeelden
cn voorstellen overwogen, welke beoogden
meer gelden ter beschikking te krijgen. Hij is
daarop tot de slotsom gekomen, dat het z.g.
plan-Bongaerts, door den tegenwoordigen mi
nister van Waterstaat als Kamerlid ontwikkeld,
voor de eerste jaren uitkomst kon bieden.
HET WITTE KRUIS
Herdenking van bet 50-jarig bestaan.
Donderdag is het 50 jarige bestaan van Het
Witte Kruis te Alkmaar herdacht.
Tegen elf uur arriveerden de auto's, waarmee
Prins Hendrik van den trein te Uitgeest was
gehaald. Daar waren ter verwelkoming aan
wezig de heeren J. E. G. G. Dibbits, secretaris
van het hoofdbestuur van het Witte Kruis; mr.
H. A. J. M. Kusters, voorzitter van het jubileum
comité, en mr. W. C. Wendelaar, burgemeester
van Alkmaar. De Prins was vergezeld van zijn
adjudant, jhr. Von Miihlen.
Dr. H. L. E. van den Berg, vice-voorzitter
van het Witte Kruis, ontving de hooge gasten.
Dr. Stieler, voorzitter van het hoofdbestuur, ge
leidde hen naar de vergaderzaal, waar zij op
het podium aan de hoofdbestuurstafel plaats
namen. Bovendien zaten daar nog aan mr. dr.
A. Röell, commissaris der Koningin in Noord-
Holland en eere-voorzitter van het Witte Kruis,
mr. Lietaert Peerbolte, vertegenwoordiger van
den minster van Arbeid, Handel en Nijverheid,
cn dr. Josephus Jitta, voorzitter van den Ge
zondheidsraad.
Verder was een groot aantal gasten aanwezig
Vóór de opening sprak dr. Pameyer, voor
zitter van de Alkmaarsche afdeeling, namens
die afdeeling een woord van welkom.
Het jaarverslag over 1924 werd vastgesteld,
evenals de jaarverslagen omtrent Hcideheuvel,
Bosch en Heide, Vechteoever, wijkverpleging,
zuigelingenverzorging en de ontsmettingsdien-
sten. Ook werd vastgesteld de uittreksels uit
de#jaarverslagen der afdeelingen over 1924.
Dr. Stieler opende de feestvergadering met
een begroetingsrede, waarin hij tevens een
terugblik wierp op den afgelegden weg.
Na een stille hulde aan de nagedachtenis van
de voormannen die heengingen, huldigde spr.
dr Barnouw, voor al hetgeen hij, gedreven door
zijn groote liefde voor het Witte Kruis, gedu
rende deze halve eeuw voor haar is geweest.
De voorzitter deelde mede, dat het hoofd
bestuur in zijn vergadering van Dinsdag j.l.
den heer G. Looman had benoemd tot lid van
verdienste.
Hierna hield dr. M. Niemeijer, eerelid der
vereeiiiging, een feestrede onder het motto „Ik
heb het gejoof behouden" (Tim. II hoofdst. 4,
vers 6, laatste regel).
Spr. wenschte het hoofdbestuur en de leden
van harte geluk met dit jubileum, daarbij de
hoop uitsprekende, dat de Noord-Holl. Verec-
niging Het Witte Kruis tot in lengte van dagen
moge groeien en bloeien, velen tot zegen, veleit
tot heil.
Uitvoerig schetste spr. het werk der vereeni-
ging en haar geschiedenis, die een aaneenscha
keling van weldaden is.
Spr. vond in een en ander aanleiding om ten
opzichte van de jubileerende vereeniging te
zeggen: „Ik heb het geloof behouden", het ge
loof in het nuttige, het noodige en het mensch-
lievende, cn spr. zou wel durven zeggen in den
goddclijken zegen van het Witte Kruis.
Hierna was het woord aan den heer Peer
bolte. Deze deelde o.a. mede, dat dr. Stieler
benoemd is tot officier in de orde van Oranje-
Nassau.
De Commissaris der Koningin huldigde de
Vereeniging het Witte Kruis voor haar zegen
rijk werk.
Verder voerde nog het woord de heer Ter-
cock namens het hoofdbestuur van de Neder-
lar.dsche Vereeniging het Groene Kruis en de
voorzitters van de afdeelingen Zuid-Holland,
Utrecht cn Groningen van het Groene Kruis.
Dr. Oegenaar uit Alkmaar huldigde namens
de Gezondheidscommissie het Witte Kruis spe
ciaal voor het in Alkmaar verrichte werk en
bood bloemen aan.
Air. Ledcboer uit Alkmaar huldigde het Witte
Kruis namens het Roode en bood eveneens een
bloemstuk aan.
Prins Hendrik feliciteerde de Vereepiging
namens het hoofdcomité van het Roode Kruis
cn wenschte, dat het Witte Kruis ook voortaan
een even smetteloos vaandel zal behouden als-
tot nu toe.
De voorzitter van het Witte Kruis huldigde
hierna dr. Barnouw, de cenig overgebleven op
richter van het Witte Kruis.
Daarop werd de vergadering geschorst. Ze
zal heden worden voortgezet.
l ater op den dag bood het hoofdbestuur aan
de voornaamste gasten een noenmaal aan, ter
wijl het gemeentebestuur een aantal heeren
samenriep aan een koffiemaal ten Stadhuize.
Hierbij zat de Prins aan.
Om 4 uur werd de tentoonstelling geopend.
Mr. Kusters hield een openingsrede, die per
radio door den Hilversumschen Draadloozen
omroep werd verspreid.
Na deze rede verzocht spr. Prins Hendrik
de tentoonstelling tc willen openen.
NIET STEMMERS VEROORDEELD,
De kantonrechter te Enschede veroordeeldo
eenige honderden personen uit Oost-Twente
wegens het niet deelnemen aan de jongste
Kamerverkiezing tot 50 cent boete, subs. I dag
hecht. De eisch luidde 2.boete. subs. 2
dagen hecht. Zij, die een wettige reden vnn
verhindering konden opgeven, werden vrijge-
spioken.
r Gastvrouw (vertrekkende logé uitlatend): Het spijt ons
aóó dat u weggaat. Het huis zal heelemaal leeg lijken
zonder u. (Humorist)
Jongetje (jaloersch op den sleepdrager): - Moesje, de
volgende keer dat nicht Alice trouwt, mag ik dan dc sleep
vasthouden? (Punch)j
De dame: Hoe aardig van jullie om me zoo'n prachtige
bloem te brengen. Waar heb je haar vandaan?
De buurkinderen: Uit uw tuin. En ziet u. we dachten,
dat u het niet erg zoudt vinden als we er een paar voor ons
zelf ook plukten. (Humorist)
Nieuwe kellnerin (die tot nu toe een groote familie van
broertjes en zusjes bemoederd heeft): Hier, u hebt d! uw
aardappelen niet opgegeten. (Passing Show;
De aanvaller: 't Spijt me maat, ik vergiste me. Ik dacht
dat je de huisbaas was.
Slachtoffer: Nou, zelfs als ik Je huisbaas was, had', je
nog niet het recht om dat te doen.
Aanvaller: 't Gaat je niet an wat ik met me huisbaas
'doe. Let jij maar op je eigen zaken. (London Opinion)
Vriendin (die een vacantiekiekje te zien krijgt): Dat is
een leuke groep van jou en de kinderen, maar Karei ziet
'er ujt, of hij zich van kant wil maken.
Ja, ik wou die foto ook hebben laten maken vóór hij de
hotelrekening betaalde, ^(London Opinion)