A3VIERSF00RTSCH DAGBLAD „de EEMLANDER"D°nderda9 8 Oct. 1925 TWEEDE BLAD. BINNENLAND. FEUILLETON, De Hand met het Litteeken, 24e Jaargang No. 05 NEDERLANDSCHE BETUIGING VAN DEELNEMING AAN FINLAND. De minister ven Buitenlandsche Zaken heeft door zijn particulier secretaris aan het Finschc 0 zantschap te 's Gravenhage de deelneming der Nederlnndsche regecring doen betuigen in het verlies door Finland geleden door het ver gaan van een torpocloboot in de Bothnhche Golf. GEMEENTERAAD VAN AMSTERDAM. Een convcrsielccning van 9.100.000. - Vcrdcc- Iing der gemeente in vijf kwartieren. Debat over een rooilijn n. n. v. een adres vun Arti et Ami- citiac. Onder vcorzi terschap van burgemeester W. de Vlugt vergaderde de Amsterdamsche Ge meenteraad. Een voord: acht van B en W. tot het doen plaatsen van een openbaar uurwerk in den toren van de in aanbouw zijnde GereTormeerde Kerk aan de Wfftenkade werd z. h. st. aange nomen. Een voordroch: ven B. en \V., om het cre- diet voor de verbouwing van de visChhnl aan de De Ruyterkode te verheogen met 90C0, werd na eenige discussie aangenomen. De Raad ging hierna in geheime zitting. Na heropening van de openbare zitting kwam aan de orde de voordracht van B.' en W., om aan te gaan een conversieleening van 9.T00.CC0 ad 5H De voordracht werd z. h. st. aangenomen. Tot buitengewoon hoogleeraar in de astro nomie aan de gemeente-universiteit werd hier* na benoemd dr. A. Pannekoek, lector in de astronomie De voordracht tot verdeeling van de ge meente in vijf kwartieren, met de namen Cen trum, Nooïd, Oos', Zuid en West werd z. h. st. aangenomen. Eveneens een voordracht tot het inrichten van een consultatiebureau voor zuigelingen in Plan-Zuid. Aan de orde was de voordracht tot vast stelling van een nieuwe voorgevelrooilijn voor de bebouwingen, te stichten aan de Zuidzijde van het Spui, tussch?n het Rokin en de Knl- verstraat. In verband met deze voordracht was ingeko men een adres van de Mij. Arti et Amicitiae, met het verzoek de voordracht te verwerpen. De heer van Meurs vond het beter het ver keer langs den N.-Z. Voorburgwal te leiden in plaats van langs het Spui en het Rokin. De Voorburgwal toch is een verkeersweg bij uit nemendheid. De heer Spier bepleitte een meer klare om schrijving van de voordracht in het belang van de Mi;. Arti et Amicitiac. Wethouder Tct Haar vond da? het verkeer langs het Rokin korter is don langs de O.Z Voorburgwal. Het belang van de gemeente eischt dot de rooilijn reeds wordt vastgesteld Van ernstige vermogensschade is echter geen sprake. De gemeeWe is ook geneigd de gebou wen tegen bil1 ijk en prijs over te nemen. Een lang uitstel achtte Spr. onverantwoordelijk. Na re- en dupliek werd de voordracht z. h. st. aangenomen. NA DE ME7ENDEL-PROCEDURE. Het gebied moet een natuurmonu ment blijven. Nu de Meyendel-procedure ofgeloopen schijnt, heeft dr. A. Schicrbeek,als leider van het onderzoek der duingebieden, een verzoek schrift gericht aan het college van B. en W. te 's Gravenhage, om te bevorderen dat het ge bied een natuurmonument moge blijven, od- dat de planten- en dierenwereld zich ongestoord moge ontwikkelen. In verband hiermede valt nog te vermelden, dat na gehouden onderzoek is gebleken, dat in het gebied ruim 150 vogelsoorten voorkomen, vele zeldzame planten, meer dan 300 padden stoelen, waarvan zes nieuwe voor Nederland, vele insecten waarvan naar juist gebleken is meer dan tien nieuw voor onze fauna enz. Het belangrijkste is wel het feit dat zoovele soorten samen voorkomen op een beperkt ter rein. Ook de meteorologische en geologische verschijnselen worden nauwkeurig onderzocht. UIT HET SCHILDERSBEDRIJF. Opzegging der collectieve or- bcidsOvcreei komst. De „Volkskrant" meldt, dje: de organisaties van schilderspatro ins en schildeisgezellen el kander het tot 31 Maart a.s. van kramt zijnde landelijk collectief c^ntiact hebben opgezvgd. De opzegging ging vergezeld wederzijds van de bereidverklaring tot het aangaan van een nieuwe overeenkomst, waartoe zoo spoedig mo gelijk onderhandelingen zuücn geopend woi den, die geëindigd dienen te zijn vóór 31 Dec. o.s. HET DRAMA IN HE SCHIESTRAAT TE ROTTERDAM. Slot vnn het getuigenverhoor. Requisitoir. Gistermorgen werd de behandeling der zaak tegen den inspecteur M. en den agent S.r we gens de schietpartij in de Schiestraat te Rot terdam, waarbij de molenaar Ambrosius ge dood werd, voortgezet Daarbij werden door de getuigen o.a. nog verschillende demonstraties gegeven van d? wijze, wkarop het geval zich moet hebbeq toe gedragen. In de rechtszaal gingen verschillende getui gen1 achtereenvolgens achter de deur vnn het pond staan, die, zocals wij reeds meldden, in dc zaal is opgesteld. En dp conclusie der des kundigen is, dat het schot links in het poneeJ op de halve hoogte alleen getroffen kan heb ben, als Ambrosius zich toen vlak bij de deuT en rechts daarvan bevond. Ik kan, aldus de deskundige, de mogelijkheid, dat dit schot doo- delijk was, niet buitensluiten. Dc inspecteur Van Troll, kampioen- schutter op de revolver, verklaarde, dat men uit een gat in een plank niet de richting kon zien, die een kogel heeft genomen, wijl er steeds afwijkingen plaats vindenvooral met de gebruikte pistolen hebben vaak afwijkingen plaats. Zelfs els men recht vooruit schiet kon de kogel een andere richting nemen. De officier: Het is toch normaal, dat een kogel vooruit irit den loop komt. Het requisitoir. Vervolgens wos het woord aan den ambte- naer van het O. M., mr. J. A. de Visser, voor het nemen van zijn requisitoir. Spr wijst er op, dat het nemen van een requisitoir in een zaak als deze, moeilijk eq onaangenaam ^s en dat wel, omdat zich veel open vragen voordeden, die ook thans nog niet volkomen zijn opgelost. Ook spr. kan vele vragen niet beantwoorden. De juridische vra gen kunnen wel worden opgelost, doch dan komt de bevoegdheid der politie ter sprake, een zaak waarvan de grenzen in ons wetboek niet nauwkeurig zijn getrokken. Onaangenaam is het voor spr. hier twee politic-ambtenaren tegenover zich te hebben. Juist hier in Rot terdam is de samenwerking tusschen Justitie en Politie zper goed. Spr. constateerde, dat de Rotterdamsche politie hoog aangeschreven staat. Daarom is zijn taak thans zoo onaan genaam. Zeer terecht treedt de politie in deze havenstod zeeT krachtig op tegen beroovingen en juist dat is de aanleiding tot deze zaak, die een schot veroorzaakte zóó stpek, dat wij er thans de trilling nog van gevoelen. De bur gerij is verontrust geworden. Maar dat komt, omdat ze de dessous niet kent.. Het volle licht moet daarom op deze zaak schijnen. Spr. heeft deze zaak niet hier gebracht, om te voldoen aan de publieke opinie. Tegen deze meenin^ moet spr. protesteeren. Hij heeft deze beklaag den hier gebracht, omdat hij ze schuldig acht. Spr. geeft dan zijn leedwezen te kennen over het leed, dat de weduwe Ambcosius heeft ge troffen. Dan goot de officici de zoak zelve na. Een sleepbootkapitein komt op het politiebureau, geeft een niet al te nauwkeurige beschrijving van de vrouwen, met wie hij in aanraking v/as gekomen en zoo goed, aldus spr., is onze poiifie geoutilleerd, dat zij dadelijk weet, welke vrouwen bedoeld worden. Spr. constateert, dat men de vrouwen met de souteneurs aantrof. Hij weet niet, welke orders de politiemannen hadden, doch achteraf bleek, dat het beter ware geweest, als men toen onmiddellijk tot arresta tie was overgegaan. Dat is echter niet ge schied. Later kwam de inspecteur M. terug in het perceel Schiestraat 15 a, waar hem werd meegedeeld, dat de mannen aan den achterkant het perceel hadden verlaten. Inspecteur M. had niet de mogelijkheid overwogen, dat de ge- zochten langs de schutting van Peek Clop- jienburg waren verdwenen. Men heeft zich la ten verleiden door de open deur en een trapje cn dacht, dat dit dc weg was, dien de gczoch- tcn hadden moeten nemen. Geen oogenblik leeft men aan een andere mogelijkheid ge dacht en hier begint ds fout. Toen spr. op den Maandag na het gebeurde ter plaatse kwam, dacht dc politie geen cogenblik er over, dat zij een strafbaar feit had gepleegd. Toen 'iet sp er zich reeds over uit, dat hier wel degelijk een strafbaar feit is gepleegd. En hoe hoog spr 't oordeel van den hoofdcommissaris ook waar deert, hierin verschilt hij met hem von mea ning. Spr. ontkent, dat Ambrosius zich aan wederrechtelijke aanranding heeft schuldig ge maakt. Vast staat, dat van uit de kamer niet geschoten werd. Geen der getuigen had den' indruk gekregen, dat er van uit de kamer ge schoten werd. Spr. beschouwde de situatie al dus In de gang konden zij z:ch opstellen cr* zoo de misdadigers, die nonr hun mecning in de vol waren, opwachten. Dat was beleidvol geweest. Nu is de vraog wat mag dc reden geweest zijn, die Ambrosius er toe bracht, op te treden en te keer te gaan als hij deed. Het blijft een vraag. Spr. is er echter niet van overtuigd, dat Am- biosius wel zoo te keer ging, als de politie mannen willen doen gelooven. Hun verklarin gen kloppen niet met die van de getuigen. Er is dus, zoo concludeerde spr. geen sprake van wettige zelfverdediging van de politie, want wat Ambrosius deed wos geen aanval op de poliliumonnen, doch alleen het geven van teekens, om te kennen te geven, dat zich juist achter dc deur iemand bevond Spr. gaat nu de verklaringen der deskundigen na, waaruit blijkt, dat geen enkel schot van de zijde van Ambro sius is gelost. Wat de uitgebroken paneclen betreft, is het zeer wel mogelijk, c t de politie mannen dit hebben gedaan, voor zoover de bovenpaneelfragmentcn betreft. De verdediger mr. Merchant,; U durft De officierMen moet mij niet verwijten li durft. Wij zoeken hier slechts dc materieel*' waarheid En uit de tegenstrijdige verklaringen der beklaagden kon opgemaakt wordert, dot ze deze paneelfragmentcn verwijderden Mr de Visser betoogt dan, dot Ambrosius niet voortdurend achter de deui is geweest Het schot, op 1.73 M. gelost, kon hem hebben getrcffen boven den linkertepel. De doodende kegel kon door dit gat zijn gegaan. De kogei afgeschoten %door een der beide politieagenten De inspecteur had een revolver kaliber 6.35. In het lichaam van Ambrosius is een koge! van kaliber 7.65 «fevonden. De inspecteur heeft dus het doodende lood niet afgeschoten. Vast staat dot Ds Haan na S. niet meer heeft geschóten. Er wos eI geschoten door M. en De Haan. Hoe kan S. zich beroepen op Zelfverdedi ging, als hij de revolver nog eens overneemt om zich ook te gaan verdedigen (Gelach op de tribune). Het dood?lijk schot is gekomen uit de hand van S. Aangezien de beklaagden zich hebbert beroe pen op zelfverdediging, kon geen dood dc-or schuld ten Jaste woiden gelegd. De duod is opzettelijk geweest. Het doel was leed toe te brengen onn den man achter dc deur en van wien ze dachten, dat hij rich'tegen de politie te weer stelde. Het vinden van de huls kaliber 7.65 in de kamer ven Ambrosius versterkt de opvatting daf S. het doodelijke schot heeft gelost. Als S zoo dicht bij de deur heeft gestaan als het O. M. meent, is dot de huls van het doodelijk schot 'geweest. Aan agent De Haan kon geen strafbaar feit een laste worden gelegd. Docd door schuld was ten cenenmole uitgesloten, geen enkele getuige ontzenuwde zijn bewering, dat hij links boven had geschoten, cn da? hij niet uit zelfverdediging had gehandeld. Poging tot een delict als dit bestaat niet, zoodat aan De Haan geen strafbaar feit kon ten loste worden 'ge legd. Kan er hier beroep op worden gedaan, da( de agenten gerechtigd waren op te treden, als hier is geschied De politie mag zeker, in geval van wettelijke zelfverdediging of als ze ingevolge alt. 339 W van S. achtervolgt dc wapenen gebruiken. De bevoegdheid der politie staat niet vast. We mceten een Politiewet hebben mr. Mar- chant wil dat misschien eens in de ooren knoo- pen. Juisj a°n machtsoverschrijding Lebben de politiemannen zich schuldig gemaakt. Een be roep op art. 433 W. v. S. gaat voor S. niet op, de inspecteur heeft (geen last gegeven. S. zegt trouwens alleen uit zelfverdediging te Kobben gehandeld. Moet bier van opzet of voorwaardelijke op zet worden gesproken Spreker meent dat we hier hebben dolus 'dircCtus. De^ politic kent haar wapens. M. zegt te hebben aangelegd cp den persoon achter de deur, vun wien hij een schim van het hoofd had gezien. Zoo is ïfet ook met S., die besnen hod gezien cn heeft aangelegd op het boven- paneel, recht vooruit schietende Had hij zelfs op dien afstond de boenen wel"kunnen raken? Aunvanrdi de rechtbonk geen dolus dirccfffs, dan goot zeker de dolus eventual is op. Over de woorden van de getuigen h déchar ge, den hoofdcommissaris en cómmissaris HonewinkeJ, is de officier zeer werwonderd. Dc verklaring van den eerste, .dat dg politiebeamb ten niet anders hadden kunnen en moeten han delen, is zeer kras. De justitie is bót daar niet moe eens. De heer Sirks kend/ allaéri het on derzoek van commissaris Hanewinckel cn niet dc verklaringen van de deskundigen. Het oordeel van da politie, dat van den be ginnen of geen schuld heeft gezien, is te licht vaardig. Tegen M. zal de officier de poging tot dood slag handhaven. S had het opzet Ambrosius te dooden, zooals uit alle omstandigheden volgt Er zijn verzachtende omstandigheden non tb voeren. De eerste verzachtende omstandigheid is, dat de dnad is gepleegd door een jongen inspecteur, die de draagwijdte van die daad nog niet kende. Waarom was die jonge inspec teur met de opsporing vnn die misdadigers be last? Dat is een gevolg van de organisatie; 's nachts doen de 6 jongste inspecteurs volgens rooster dienst, zoodot men niet de beschikking heeft bij moeilijke gevallen over een ouderen, bczodigden inspecteur. Tengevolge van deze regeling is Ambrosius onschuldig gestorven. Voorts hebben we hier niet twee misdadigers, maar twee politiebeambten, die onbcleidvol zijn opgetreden, die wel waren in de uitoefening van hun plicht, en de tuak hadden twee mis dadigers op te brengen. De inspecteur is meer verantwoordelijk dan de agent. Deze zaak moet een voorbeeld voor de politie zijn en daarin staat dc officier lijnrecht tegen over den hoofdcommissaris. Iedereen, vooral de Rotterdamsche politie, moet weten, dat hier de politie buiten hoor bevoegdheid wos. Haor optreden kon niet door den beugc'. Waar zou het blijven met dc autoriteit van het Rotterdamsche politiekorps, als niet een ge streng onderzoek naar het hier geschiedde werd ingesteld? Eisch tegen M., wegens poging tot dood slag cn tegon S. wegens opzeltelijken doodslag 3 maanden gevangenisstraf met ontzegging van het recht om bij de politie te dienen voor den tijd von 2 joar. Pleidooi mr. Morchant. No de pauze wos het woord aan mr. H. Morchant, verdediger van inspecteur M. Deze begon met een woord van deelneming voor de familie Ambrosius. Daarna wijst plei ter cr op, welk een diepe smoad het voor dc hier terechtstaande politiemannen is zulk een requisitoir tegen zich te hooren uitspreken. Steeds zog pl. dat ambtseedige verklaringen van politic-beambten ols vaststaand werden aangenomen. Hier ziet men het tegendeel. Dc officier neemt alle verklaringen van de burgers ols vaststaand aan, daarentegen neemt hij aan, dat de Verklaringen der politiemannen «nwaor zijn, of in strijd met de feiten. Alle erklaringen der politiemannen worden door den Officier in twijfel getrokken. Maar dan is, roo vervolgt pleiter, somenwerking tusschen of ficier en politiecorps in het vervolg volslagen onmogelijk. Pleiter wijst don op de civiele zoak on de belangen, die met deze zaak zijn somen- goweven: de eisch tot schadeloosstelling van de familie Ambrosius, een eisch, dio naar de mee ning der familie staat en valt met de veroordee ling der beklaagden. Spr. zal deze zaak hierbij :chter elimineeren. Pleiter gaat vervolgens alle gebeurtenissen in den nacht von T3 op 14 Juni nog eens no. Hij schildert, hoe de politiemannen in den donke len nacht in het pokhuis rondzochten, verwach tende de laffe souteneurs achter de zakken aan te treffen. Nu gaat men naar boven, daar hoort men de geluiden, die men voor schieten houdt en plotseling valt een stuk hout voor de voeten van beklaagde S. Men vermoedt nu, dat in de nauwe gong ieder oogenblik een aanval ver wacht kan worden. De reflex-beweging op de zen gcdachtengong is volkomen verklaarbaar. Beklaagde M. riep terug: „politie" en dit is door getuige Van Duin, den nachtwaker, bevestigd. Dit was een duidelijke sommatie. De Officier acht dit echter niet voldoende en hnd gc- wenscht. dnt de politiemannen hnddrn gezegd: „Heercn Duiker en Burgers, wees zoo goed om er uit te komen, want wij rijn hier om jelui te holen." Dat moest gcregd worden op een oogenblik, dat men reeds gemeend hnd schoten te hooren en men dacht nnngevollen te zullen worden. Het drnmn speelde rich in een minuut af. De plank int d-4 deur viel en er werd ge schoten cn toen men niets meer hoorde, zcide beklaagde M ..Ga nou maar mee. zij schieten nict meer." Dat wos, alduspleiter, het hcclc drama. ..Had mrn df> souteneurs niet volgendon dag kunnen «rresleeren?" zoo werd gevraagd. Dech don zou hot geld al weg zijn geweest. Een man van op'oring n' nris Honon- winckel verklaarde echter, dit )»-*♦' vluchten van de souteneurs er op wee- dnt rhef geld nog 1>M zich hndd-n, want hebben zij dit niet, dan laten zij rich rustics «rrestecren. Komende tot de 'juridische constructie, behandelde plei ter eerst den oozef van het gepleegde misdrijf. Het onzedelijk karakter moet in het oozot zelve besloten zijn. Het is uitgesloten, dnt men te goeder trouw strafbaar doodslag pleegt, zegt pleiter. OnafhankoEfk nf het beroep op nood weer geldt, moet het boos opzet aangetoond worden; D? nriit-V-.-nu.cn waren er echter in de rorhtmotign uitoefening vnn hun functie. De officier vergeet, dat om een misdaad te kun- n°n strqffen. men een mrdadigrr noodig heeft. En nu het bercftt> .op noodweer. De officier ver wijt beklaagd* b. een tegenspraak tusschen ver klaringen der 7e'fvrrdediging ep die, waarbij hij zeide te schijn om schrik aan te jagen. Er is geen verschil iri» beide verklaringen, reide plei ter. Steeds stond voorop, den mannen die men meende te vol ge KT zoo weinig mogelijk letsel toe te brengen. Dan^onderwerpt pleiter dc dag vaarding aan een nauwge-et onderzoek, waarna hij cr op wiist. det nlle'goten, die in h"t paneel z»jn gevonden, wijzen ojJren schieten vnn boven naar beneden. Daaruit blijkt dus, dat op de boe nen is gericht en dat dus tfcon doodslag»in de bedoeling lag. De oozet watf iuist om nist to dooden, waarmede de aanklacht von opzette lijke poging tot doodslag vervalt. Pl. betoogde, dot geen opzet aanwezig is, ook op dood door schuld kon geert vervolging plants hebben in dit geval. Men dfenke maar onn Poroschcnko, den Pool, die van* uit een kost op do politicmannen vuurde en drie slochtoffers maakte. De behandeling dezer zonk in het openbaar heeft dit voordeel, dat thans in 't openbaar ook alles wat op deze zoak betrekking heeft, een« besproken is. Een herhaling van het geval zal zich, wat het vonnis ook wezen moge, niet meer voordoen, moor bij verooraeeling zal de politieman steeds wacr .doortasten geboden wordt, denken aan de gevangenis die hem be dreigt. „Waarom vannacht mij druk gemankt" zal men denken, „morgen is het nog tijd." En het geboefte zal juichen. >,Jc kan gerust schie ten, want ze durven toch nict terug te schie ten", zoo zal de meaning worden. Dat is het gevaar deer den officier ontketend. Pl. vraagt geen clementie. Hij vraagt vrij spraak, wat het eenige is, dot politiemannen Hie hun plicht doen, de zekerheid geeft, dot zij nict in de gevangenis komen. Pleidooi mr. Baars. Mr. Wal'(er F. C. Baers, verdediger van bekl. agent S., uit een woord van deernis voor beide beklaagden, wien het heele leven de ge dochte bij zal blijven, dat zij een onschuldige hebben gedood. Pleiter behandelde o.o. de vraag, of, non genomen, dat S. het doodelijk schot heeft ge lost, deze dan schuldig is cn hij op deze dag vaarding veroordeeld kon worden. Pl. ontkent ook in deze omstandigheden de schuld van zijn cliënt. Hij beschouwde zich daadwerkelijk als aangevallen. Het geheele politicorps van Nederland, zoo rindigde pl., voelt voor déze zaak belangstel ling, en vraagt uw bescherming in de uitoefe ning van zijn functie. Pl. concludeerde tot vriispraak. Bij de dupliek wees de Officier Mr. D e Visser er op, dat uit het pleidooi van Mr. Merchant zou blijken, dat nimmer een politie man vervolgd zou mogen worden. Echter als een politieman iets doet in strijd met dè wet, is de Officier verplicht een vervolging in te stellen, cnblaam kon hem daarbij niet treffen. Nadat ook de verdediger nog aan het woord was geweest, werd de uitspraak bepaald op Dinsdag 20 October. Uit het Engelsch van Baronesse ORCZY. (Geautoriseerde vertaling van A. T) 2) Barbara en de Squire bewoonden de ka mers, die uitkwamen op de groote galerij aan den noordkant van het kasteel: hier werden zij bediend door eenige van de eigen bedien den van Squire Brent, die bij de naderirg van het Parlemontsleger van Stoke Lark wegge vlucht en naar Oxford gegaan waren, van waar Squire Brent hen naar Broughton gezon den had. De officieren, die het bevel voerden over het kleine garnizoen, voegden zich aan het avondeten dikwijls bij den Squire en Me vrouw Barbara, en dan zong zij 's avonds voor hen, waarbij zij zich zelf op de viola bege leidde; maar wanneer zij cn de Squire samen waren, vroeg hij haar hem stukken voor te le zen uit de „Fairie Qucene" van Edmund Spen ser, of uit het pas verschenen „Masqué of Comus" van Milton, want de Squire was trotsch cp zijn ontwikkeling cn zijn liefde voor poësie een liefde, die 'hij aan zijn bem'nd pleegkind had trachten in te boezemen. Het is waar, dat terwijl Barbara las, de goede man dikwijls in slaap viel, en pas wakker werd als de klank huar stem zijn slu rnc.ring niet meer begeleidde en dan verzocht hij haar voort tc gaan met de poësie te lezen, waarvan h:j zoovee! Dikwijls ochfer was Squire Brcr.t v/eg van Brouglcn, ah l ij voor zaken van don Koning uit was zeken, die voor het groot ste deel daarin bestonden, dat hij zijn laatste bezittingen verkocht of beleende ter wille van de zaak, die hem zoo zeer ter harte ging. Zijn land in Gloucestershire en Warwickshire was geheel verpond, het gouden cn zilveren ser vies van Stoke Lark had hij versmolten, hij had niet alleen de juweelcn van zijn overleden vrouw verkocht, maar ook die, welke hij van tijd tot tijd aan Barbara gegeven had; hij had zijn rente verpand en zijn aandeel in de wol- zaak, die de bruidsschat van zijn vrouw was geweest, voor 10000 pond verkocht: en dit was ook in de geldkist van den Koning ver dwenen. Barbara en hij leefden nu van het geen hij nu en don leende van de bloedver wanten van zijn vrouw, beste menschen, die zich buiten den grooten strijd hielden, en vyien het niets kon schelen, of de Koning won of zijn Parlement, zoo lang als de prijs van de wol zich maar handhaafde, en zij niet opge roepen werden, om aan een der partijen geld te verschaffen. De brieven von den Koning, die een heilig pand waren, waren nu veilig weggeborgen in wat bekend stond als de Raadkamer, dc kamer, waar die verraders Pym, Cromwell en Hampden hun opstand tegen de Majesteit van den Ko ning beraamd hadden, die geëindigd was in de ramp te Nnseby. De kamer log boven aan de westelijke trap en was door drie buitenramen ingesloten, veilig tegen bespiedende oogen cn ooren, want slechts en smalle deur gaf er toe gong toe van de trap. en hier stonden vier soldaten dag en nacht op wacht; de twee vensters, een naar het Zuiden en het ar.dere naar het Westen, keken neer op een strile diepte vnn zestig voet, op de grimmige, qriri muren, zonder klimop, waarop alleen een k ot misschien een slaapwandelaar staande zou den kunnen blijven. Inderdaad was iedereen in het kasteel door drongen van het gewicht van de briefwisseling van den Koning. Zijne Majesteit was zeer on verstandig en driftig geweest, toen hij den Her tog van Lotharingen schreef en hem vroeg vreemde troepe.i te zenden, om den opstond in Engeland te helpen dempen; hij had ook zeer verkeerd gehandeld, toen hij allerlei be loften aan de Iersche Katholieken deed met het doel, een flink Iersch leger samen te bren gen. Het stond natuurlijk niet aan een onder daan, een oordeel te vellen over de Majesteit van den Koning, moor zoo die briefwisseling openbaar gemaakt werd. zou het Engelsche volk de slechtst mogelijke uitlegging geven aan de pogingen von den Koning, om zijn op roerige onderdanen te onderwerpen, en het zou de zaok van den Koning zeer groot nadeel doen. Daarom was er overeengekomen, dat twee soldaten altijd op wacht zouden staan oan de beide einden van dc lange galerij, waarop Bar bara's particuliere vertrekken uitkwamen, cn zelfs zóó bewaakt, was zij in doodelijke angst cn sliep zij 's nachts bijna niet, door het den ken aan do kostbare brieven 2. Het was vcor Barbara een pijnlijke ervaring geweest, om naar het kasteel Broughton terug te keeren. De plaats had duizend herinnerin gen voor hear, gedachten aan ha»r kindertijd aan den tijd dat er niets in haar leven was, dot hcj genet van het heden bedierf door her inneringen aan het verleden en angst voor de toekomst. Het kasteel Broughton was evenals Stoke Lark, het gelukkige, onnadenkende ver leden; zijn statige, grijze muren mrnken vnn niets dan vnèüjq'W van d" onschuldige genoe gens iüit den kindertijd, van verstoppertje spe len in de doolhofachtige gangen, de brcede galerij en de statige portalen; iedere hoek be vatte een herinnering, iedere kamer een deel van haar harthet stalplein, waar zij van haar ponny viel de schoolkamer, waar zij met Nathaniel gekibbeld had do kast, waar zij en John gevonden werden bij het verstopper tje spelen de rand van de gracht, waar zij, met Jim ging visschen het oude hok, waar Dina geboren was de groote olm. waar zij de voorraadschuur van den wurger- vogel vonden, zij cn Jim! Altijd Jim I Zijn per soonlijkheid drong zich op de een of andere manier sterker aan hoor op dan iets anders. Zij begon zich vaagweg af te vragen, wat er geworden was van hem haor echtgenoot! wat klonk het woord vreemd, toen haar lippen het onbewust mompelden. Haor echtgenoot! en zij had in de laatste paar joren ternauwernood aan hem gedacht I Zonder twijfel kwam de betoovering van Broughton over haar, en toen zij langs de oevers van de gracht liep en naar de vleugels der waterjuffers keek, of droomend naar de wijd open kronen der waterlelies staarde, dacht zij aan Jim; het was zijn stem die tusschen het riet door sprak; zij dacht, dat zij hem op hoor zag neerkijken van de knnteelen, waarover hij zoo graag hccnklom, en om iederen hoek van het statige gebouw, om iedere bocht van elke'""hcg meende zij tegenover Jim te zullen s'nan. Jim, eens hoor spuelmaklcerf Wat had zij hem sedert dien lijd gehaat! Zij hnd hem gehaat op haar trouwdag, toen hij haar kuste tegen haar wil en voor den eersten en den botsten, keer. Zij had hem ook gehaat toen hij voor het e«?rst een verrader bleek, en 1oen Squire Brent hem, zonder haar tusrchenlcomst, <-p de plaats, waar hij stond, zou gedood heb ben. Sedert dien tijd wos die haat slopend ge weest, voor zoover het Jim betrof; zij had ter nauwernood ooit aan hem gedocht totdat jij op Broughton kwam. Aan Tubal had zij in den laatsten tijd gedacht Tubal, die haar kin derlijke .genegenheid gewonnen had in. een ma te, die Jim nooit had kunnen bereiken Tubal wos haar held har.r ideaal geweest, toen Jim alleen maar een niet altijd aartgenomc en dikwijls meesterachtige speelmakker was ge weest. Tubal, die gezworen had, dat hij liever zijn leven verliezen zou dan zijn liefde voor haar verzaken. En Tubal was hiertoe gezonken, tot het laagste, gemeenste werk op de wereld, •dat von een spionl TubaH een spion F een glui- perl iets, dot ieder mon, iedere knecht kon neerschieten en zich daarop beroemen mocht, iets, dat het toaw von den beul zou bezoede len. Tubal? Wat Was cr met hem gebeurd se dert het oogenblik, dat hij in de modder van het veld viel, door haar hand getroffen? Zij kon niets bepaalds te hooren krijgen, ofschoon zij uit een paar toevallig opgevangen woorden begrepen *had, dut bij te Shutford met zijn moeder woonde. Dit gaf hoar een groote op luchting; de spookachtige stemmen, die haar 'snachts martelden met den kreet: „Gij zult niet dooden" kondon nu voor goed tot zwijgen gebracht worden. Zij had Tubal niet gedood hem misschien gewond I en terwijl zij praatte met den Squire en de andero officieren, was het hem gelukt, zich te verbergen, en daarna was hij naar zijn eigen huis gegaan: de wond, die zij hem had toegpbracht. kon ook niet heel ernstig zij geweest, daar- uit allerlei verhalen h'.eek, dat die jonge Longshankes hier en daar gezien werd brj het doen van zijn zaken. Het pistool had dus niet getroffen, en haar hand was .onschuldig aan het bloed von een mede- schepsel; en dat was goed, al was dat mede schepsel lager dan een onredelijk dier. (Wordt vervolgd).

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1925 | | pagina 5