AMERSFOORTSCH DAGBLAD „DE eemlander" O.L «25
BUITENLAND.
TWEEDE BLAD.
FEUILLETON.
De Hand met hel Litteeken.
24e Jaargang
No. 95
NA D2 coVrW*^TIE VAN
LCCARNO.
DE BEWOORDINGEN VAN HET
WESTELIJK PACT.
Dè volledige tekst van het Westelijk poet
laten Wij hiCtonder volgen:
De president van het Duitsche rijk, Zijne Ma
jesteit de Koning der Belgen, de president der
Franschè republiek. Zijne Majesteit de koning
van het Vereenigd Koninkrijk Groot-Brittan-
hië eri Ierland en Van de ovsrzeesche Britsche
gewesten, keizer van Indië, Zijne Majesteit de
koning van Italië,
verlangend te voldoen aan den WèffsCh nar
veiligheid en bescherming, die de vol1" e-
ziëlt, wélke geleden h^beri onder den A -.esel
van den oorlcg van 19141918,
rekening houdend met de opheffing der ver
dragen, waarbij België onzijdig werd verklaard,
en bewust van de noodzakelijkheid den vréde
fe verzekeren ih de zone, die zoo dikwijls het
tooneel der Europ"eséhe geschillen is geweest
en evenzeer bezield met den oprechten wensch
aan al dé belanghebbend" onderteekenénde'
mogendheden aanvitlléndlè waarborgen te ge-
vén binnen bet kader vsh het Volkenbonds
pact en van de tusschen hen van'krocht zijnde
verdragen,
hebben besloten te dien einde een verdrag
aati te gaan én hebben tot hun gevolmachtig
den benoemd (volgen de namen) die, na hun
in goéden en behoorlijken vorm erkende vol
machten te hebben uitgewisseld, over de vol
gende bepalingen tot overeenstemming zijn
gekomen:
Artikel 1.
De hooge verdragsluitende partijen waarbor-
gén elk voor zich en gezamenlijk, zoonis# in de
navolgende artikelen bepaald is, de handhaving
van den territorialen status quo. voortvloeien
de uit de grenzen tusschen Diritschland en
België en tusschen Diritschland en Frankrijk en
de onschendbaarheid van genoemde grenzen,
zooals deze bepaald zijn door het vredesver
drag, dat op 98 Juni 1919 te Versailles is ón-
derteekmd, èls™~dé d" naleving der bepaling
van artikelen 42 en 43 van genoemd verdrag
Betreffende de gedemilitariseerde zone.
Artikel
Duitschland en Belave en evenzeer Diritsch
land en Frankrijk verbinden zich wederzijds
van beid" kanten niet over te g'aah tot eenigen
aanvr.l of inval en van beide kanten in geen
^Veval hun toevlucht te nemen tot den oorlog.
Evenwel geldt deze bepaling niet, wanneer het
gaat om:
(I) Dh uitoefeing van het recht van wettige
zelfverdediging, dat is te zeggen het zich ver
zetten ted?n een schending der Verbintenis van
voorgaande alinea, of teg^n een flagrante over
treding vori de artikelen 42 of 43 van gezegd
verdrag van VcrsaMles, wanneer een dergelijke
overtreding een niet uitgelekte aanvalsdaad
uitmaakt en wanneer, wegens het concentree-
ren van troeoen jn de gedemilitariseerde zone,
een onmiddellijk optreden noodig is.
(3). Een actie, voortien in artikel 16 van het
Volkenbondspact.
(3) Een actie ingevolge een besluit, geno
men door de Vergadering >>f door den Raad
van den Volkenbond of bij toepassing vèn
artikel 15, alinea 7 van het .pact van 'den Vol
kenbond, op voorwanr<ie, dat in dit laatste ge
val deze octie{ gericht-is tegen een staat, die
het eerst tot een -aanval overging.
Artikel 3.
Met het oog op de verbintenissen, onder
scheidenlijk door hen in ortikel 2 van dit ver
drag aangegaan, nem°n Duitschlahd en België,
en Duitschland en Frankrijk op .zich vreed
zaam en op de volgende wijze olie kwesties,
van welken aard ook, te regelen, die hen zou
den verdeelen en langs den gewonen diplo-
matieken weg niet kunnen worden opgelost.
Alle kwesties, waaromtrent de partiien zich
wederzijds een recht zouden kunnen betwisten,
zullen onderwerpen worden aan rechters, naar
wier uitspraak de partijen zich verplaatsen zich
te schikken.
Iedere andere kwestie zal aan een verzoe
ningscommissie worden onderworpen en indien
de door bedoelde commissie voorgestelde rege
ling door beide partijen niet wordf aanvaard,
zal de kwestie aanhangig gemaakt worden bij
/den Raad van den Volkenbond, die in over
eenstemming met artikel 15 van het pact van
den Bond uitspraak zal doen.
De modaliteiten voor deze methodps van
vreedzame regeling maken het voorwerp uit
van bizondere ovrreenkomrten, die eveneens
heden worden onderteekend.
Artikel 4.
Wanneer een der hooge verdragsluitend?
partüen meent, dat er een schending van arti
kel 2 van dit verdrag of een overtreding der
art-kelen 42 of 43 van het verdrag von Ver
sailles is of wordt begaan, zal zij da kwestie
terstond aan den Volkenbondsraad onderwer
pen.
Zocdra de Raad van den Volkenbond heeft
vastgesteld, dot er een degelijke schending of
overtreding is beBp»-"* zal hij daarvan onnvd-
dellijk kennis "-even aan de mr"-endb«den. die
dit verdrag hebben onderteek end en elke dezer
verplicht zich in een dergelijk n-eval onverwijld
haar hulp te verleenen aan de mogendheid,
te^en wie de gewrardte bn"ed«Kng gericht is,
In geval van flagrante schending van aitikel
2 van dit verdrag of van flagrante overtreding
van de artikelen 42 of 43 van het vee drag
van Versailles door een der hooge contrac-
teerende partijen, verplicht iedere der andere
verdragsluitende mogendheden zich van dan
af onmiddellijk haar hulp te verleenen aan de
partij, tegen wie een dergelijke schending
of overtreding gericht is, zoodTo gezegde mo
gendheid zal kunnen hebben vastgesteld, dot
deze schending een niet geprovoceerde aan
valsdaad uitmaakt en dat hetzij wegens het
overtrekken der grens, hetzij wegens het ope
nen der vijandelijkheden of het samentrekken
van troepen in de gedemilitariseerde zone; een
onmiddellijke actie noodzakelijk is Niettemin
zal de Raad van den Volkenbond, bij wlen
oveteenkomstig de eerste alinea van dit artikel
een kwestie werd aanhangig gemaakt, den
uitslag von zijn onderzoek doen kennen. De
hoo-7e verdragsluitende partijen verplichten
zich in een dergelijk geval te handelen overeen
komstig het advies van den Rand, wanneer di'
advies de algemeene stemmen, met uitsluiting
van die der vertegenwoordigers der bij de
vijandelijkheden betrokken partijen, op zich
zouden hebben vercenigd.
Artikel 5.
Da btfpalimr van artikel 3 van dit verdrag
wordt onder garantie der hooge verdragslui
tende partijen geplaatst, gelijk hierondei
wordt voorzien.
Als een der in artikel 3 vermelde mogend
heden weigert zich naar de methodes van min
nelijke regeling re schikken, of een scheids
rechterlijk of rechterlijk besluit uit te voeren
en een schending van artikel 2 van dit verdrag
of een overtreding van de artikelen 42 of 43
ven het verdrag van Versailles begaat", zullen
de bepalingen von artikel 4 van dit verdrag
van toepassing zijn.
Mocht zonder een schending van artikel 2
van dit verdrag of een overtreding van de
artikelen 42 en 43 van het verdrag van Ver
sailles re begaan, een deT in artikel 3 vermel
de mogendheden weigeren zich naar de metho
des van vreedzame regeling te schikken, ol
een scheidsrechterlijke of rechtelijke beslis
sing uit te voeren, dan zal de wederpartij den
Raad van den Vo'kcnbond verwittigen, die de
te Treffen maatregelen zal voorstellen. De
hooge verdrag-sluitende partijen zullen, vol
gens deze voorstellen handelen.
Artikel 6.
De bepalingen van dit verdrag laten de
rechten en verplichtingen vooi de hocge ver
dragsluitende partijen, voortspruitend uit het
verdrag van Versailles, alsook uit de aanvul
lende overeenkomsten met inbegrip von die.
welke geteekend zijn tc Londen op 30 Augus
tus 1924, onaangetast
Artikel 7.
Dit verdrag, bestemd, om het behoud van1
den vi ede te verzekéren en in overeenstem
ming met hét pact van den Volkenbond, mag
piet werden uitgelegd als beperkende de zen
ding van den' Bond, die bestaat in het nemen
van maatregeffcn, welke von dien aard zijn. dat
zij op doelmatige wijze den wereldvrede be
schermen.
Artikel 8.
Het onderhavige' verdrag zal bij den Vol
kenbond geregistreerd worden overeenkomstig
het pact van den Bond. Het blijft geldig-, Tot
dat op verzoek van een of meer der hooge
verdragsluitende pèrtijen welk verzoek drie
moanden te veten ban de andere pnderteeken-
do mogendheden moet worden bekend ge
maakt de Raad bij een meerderheid van
ten minste twee derden der stemmen vaststelt,
dat de Volkenbond oan de hoogo verdragslui
tende partijen voldoende waarborgen verze
kert en het verdrag zal alsdan door het ver
strijken van een termijn van één jaar zijn
kracht verliezen.
Artikel 9.
Dit verdrag legt geen verplichting op aan
ocnig Britscb dominion, noch oan Indië, tenzij
de regeering van dit dominion of van Indië
verklaart^ dat zij deze verplichtingen aan
neemt
Artikel 10.
H?t onderhavige verdrag zal worden be
krachtigd en de bekrachtigingen zullen te Ge
neve in het archief van een Volkenbond worden
Gedeponeerd, zoodra zulks mogelijk zal zijn
Het zal van krocht worden, zoodro alle be
krachtigen zullen zijn gedeponeerd en Duitsch
land zei zijn toegetreden tot den Volkenbond
Dit verdrag, opgemaakt in een enkel exem
plaar, zal worden gedeponeerd1 in het archiel
van den Volkenbond cn den algemeencn secre
taris zal worden verzocht aan ieder der ver
dragsluitende partijen eensluidend verklaarde
afschriften te overhendigen, ter bevestiging
waarvan ,de bovengenoemde gevolmachtigden
dit verdrag hebben onderteekend
Gedaan tc Locamo op 16 October T925
(Volgen de parafen der onderteekenaars)
HET ARBITRAGEVERDRAG
TUSSCHEN BELGIË EN DUITSCHLAND.
Dit scheidsrechterlijk verdrag
besloot uit de volgende 21
artikelen.
Artikel 1. Alle geschillen tusséhen
Duitschland cn België, van welken oard zij ook
mogen zijn, ten aanzien waarvan de partijen
zich wederzijds een recht zouden betwisten cn
die niet minnelijk geregeld kunnen worden door
de gewone diplomatieke middelen, zullen voor
urspraak onderworpen worden, hetzij aan een
scheidsgerecht, hetzij aan het permanente Hof
van Internationale Justitie in Den Haag Bo-
venbedoeldë geschillen omvatten met name die,
welke vermeld zijn in artikel 13 van het pact
van den Volkenbond. Deze bepaling is niet toe
passelijk op de geschillen, ontstaan uit feiten,
die deze overeenkomst voorofgegaan zijn en
die tot het verleden behooren. De geschiTen,
voor welker oplossing een bizondere procedure
voorzien is door andere overeenkomsten, die
tusschen Duitschland en België van kracht zijh,
zullen geregeld worden overeenkomstig de be
palingen van deze overeenkomsten
Artikel 2. Alvorens over te gaan tot
eenige scheidsrechterlijke procedure of tot
eenigs rechtsp'eging voor het Permanente Hof
van In'ernationole Justitie, zal het geschil in
gemeen overleg tusschen de partijen ter rege
ling kunnen worden onderworpen aan een per
manente internationale commissie, genaamd
permonente verzoeningscommissie, samenge
steld volgens deze overeenkomst.
Artikel 3. Wonneer het een geschil be
tref', dat volgens de binnenlondsche wetgeving
von één der partijen behoort tot de bevoegd
heid van de eigen rechtbanken dezer partijen,
zal het geschil alleen aan de door deze over
eenkomst voorziene procedure onderworpen
worden, nadat het vonnis kracht van gewijsde
zol verkregen hebben binnen een redelijken 'ijd
door de bevoegde rechterlijke overheid van het
land zelf.
Artikel 4. De in artikel 2 voorziene per
manente verzoeningscommissie zal bestaan uil
vijf leden, die als volgt aangewezen zullen
worden De Duitsche regeering en de Belgische
regeering zullen elk één commissaris benoe
men, gekozen uit haar respectieve onderdanen
en zullen in gemeen overleg de drie andert
commissarissen benoemen uit de onderdanen
der overige mogendheden. Deze drie commis
sarissen zullen van verschillende nationaliteit
moeten zijn en één van hen zal door de Belgi
sche en de Duitsche regeering tot voorzitter
der commissie worden aangewezen De com
missarissen worden benoemd voor drie jaar
hun mandaat is hernieuwbaar. Zij zullen in
functie blijven tot het tijdstip hunner vervon-
ging'en in elk geval tot aan de voltooiing van
de taak, waaraan zij bezig zijn op het oogen-
blik van het verstrijken van htm mandaat Ei
zal in den kortst mogelifken tijd voorzien
worden in de plaatsen, die mochten openval
len tengevolge van overlijden, entslag of elke
andere verhindering, met inachineming van
de voor de benoemingen vastgestelde bepalin
gen.
Artikel 5. De permanente verzoenings
commissie zal samengesteld worden binnen de
drie maanden, die volgen op het in werking
treden dezer overeenkomst. Indien de benoe
ming der in gemeen overleg aan te wijzen com
missarbsen niet binnen genoemd tijdperk of
ingeval von vervanging binnen de drie maan
den, te rekenen van het openvallen von dezen
zetel af, plaats heeft, zol aan den voorzitter
van den Zwitserschen Bond bij gebreke van
een andere regeling verzocht worden tot de
noodige benoemingen over te gaan.
Artikel 6
Een kwestie zal bij de verzoeningscommissie
aanhangig gemaakt worden door middel van
een verzoekschrift, tot den voorzitter gericht
door beide partijen, handelend in gemeen over-
.eg of bij gebreke daarvan door cén der par
tijen. Het verzoekschrift zal na een korte uit
eenzetting van het onderwerp van het geschil
een wtncod'cring aan de commissie bevatten
om alle maatregelen tc nemen, die geschikt
ri;n om tot een verzoening te leiden. Indien het
verzoekschrift uitgaat van een enkele eer por-
tien, zal deze onverwijld nan de tegenpartij
kennis van dit verzoekschrift geven.
I Artikel 7.
Binnen een tijdperk van 15 dagen, te rekenen
ven den datum af, waarop de Duitsche of de
Belgische regeering een geschil oon de ver
zoeningscommissie zou onderworpen hebbenr
ze' elke partij voor het onderzoek von dit ge
schil haar commissaris mogen vervangen door
een persoon, die in dezen een bizondere be
voegdheid bezit. De partij, die von dit recht
gebruik zou maken, zol daarvan onmiddellijk
aan de andere partij kennis geven. Deze zal
in dit geval het recht hebben insgelijks aldus
re handelen binnen een tijdperk van 15 dagen,
te rekenen van den datum af, waarop de ken
nisgeving haar zal hebben bereikt
Artikel 8.
De verzoeningscommissie zal tot taak heb
ben de geschillen op te lossen, ten dien einde
Öoor onderzoek of eenig ander middel olie nut
tige inlichtingen te verzamelen cn te trachten
de partiien te verzoenen. Zij zol, na onder-
r.c.ék der kwestie, aan de partijen de schikking
mogen uiteenzetten, die hoor possend zou
schijnen en aan dezen een termijn toestaan om
zich uil te spreken. Wanneer de commissie
haar werk geëindigd heeft, zol zij een proces-
vcbnal opmaken, vaststellend of wel, dat de
partijen een schikking aangenomen hebben cn
in dat geval de voorwaarden dezer schikkin"
of wel, dat de partijen niet konden verzoend
worden. Het werk der commissie zal, tenzij de
PGrtijen anders overeenkomen, moeten geëin
digd zijn binnen zes maanden te rekenen van
den dag af, waarop het geschil bij de com
missie aanhangig werd gemaakt.
'Artikel 9.
Behoudens een bizondere tegenovergestelde
bepaling zal de verzoeningscommissie zelf haor
procedure regelen, die in elk geval contradic
toir zal moeten zijn. Inzake het onderzoek znl
ds commissie, indien zij er bij eenparigheid
'tiet anders over beslist, zich gedragen naar de
beschikkingen ven hodfdstuk III (internationale
commissies voor onderzoek) der overeenkomst
van 's-Grovenhoge van 18 Oct. 1907 voor de
vreedzame regeling der in nationale geschil
len.
Artikel 10.
De verzoeningscommissie znl vergaderen op
de plaats, aangeduid door haar voorzitter, ten
zij de partijen anders overeenkomen.
Artikel TT.
De werker, der-rsermonente verzoeningscom
missie worden slelhts bekend gemaakt krach
tens een besluit, genomen door de commissie
met de instemming der partijen.
Artikel 12.
De partijen zullen bij de verzoeningscom
missie vertegenwoordigd worden door agen
ten, die tot taak hebben op te treden als be
middelaars tusschen hen en de commissie. Zij
zullen z'ch bovendien mogen doen bijstaan
door raadslieden en experts door haor te dien
einde benoemd en het verhoor mogen aan
vragen van eiken persoon, wiens getuigenis hun
nuttig schijnt. Harerzijds zal de commissie het
recht hebben mandelingen uitleg te vragen sp-
«e agenten, raadsleden en experts van beide
partijen, alsook aan eiken persoon, dien zij
nuttig zou -achten te hooren, met de toestem
ming van de betrokken regeering.
Artikel 13.
Behoudens een tegenovergestelde beschikking
cezer overeenkomst zullen de besluiten der
verzoeningscommissie bij eenparigheid van
s'emmen genomen worden
Artikel 14.
De Duitsche cn de Belgische regeering ver
plichten zich, de werkzaamheden der verzoe
ningscommissie te vergemakkelijken cn met
name haor in zoo*ruime mate mogelijk oile
nuttige documenten cn inlichtingen te verschaf
ten, alsook de te hunner beschikking staande
middelen te gebruiken om hoor toe tc loten op
hun grondgebied cn volgens hun wetgeving
over te gaan tot de dagvaarding cn hot ver
hoor van getuigen of van experts cn tot hot
zich begeven ter plaatse.
Artikel 15.
Gedurende do werkzaamheden der verzoe
ningscommissie zol elk der commissarissen een
verpoed'ng onf nngen. Het bedrog zal vastge
steld worden in gemeen overleg tusschen de
Duitsche cn de Belgische regeering, die er bei
den een gelijk deel van zullen drogen.
•Artikel 16.
Als in de permonente verzoeningscommissie
geen overeenstemming wordt bereikt, zol het
geschil bij wijze von compromis onderworpen
worden hetzij nnn het Hof van Internationale
justitie, onder de voorwaarden en volgens de
procedure, voorzien door zijn statuut, hetzij
aan een scheidsgerecht onder de voorwaarden
en volgens de procedure, voorzien door de
overeenkomst van 's-Gravenhage van 18 Oc
tober 1907 voor de vreedzame regeling der
internationale geschillen. 'Bij gebrek aan over
eenstemming tusschen de partiien betreffende
het compromis en na een voorafgaande verwit
tiging van een maand zal de ecne of de an
dere partij het recht hebben het geschil recht
streeks door middel van een orzoek«chrift
voor het Permanente Hof van Internationale
Justitie ie brengen.
Artikel 17.
Alle aangelegenheden, waarover de Duitsche
icgeering en de Belgische regeering het niet
eens zouden zijn, zonder deze in der nvnne
door dc gewone diplomatieke middelen te kun
nen oplossen, waarvan de oplossing niet zou
lunncn verkregen worden door een vonnis,
zooals voorzien is door artikel 1 dezer overeen
komst en waarvoor een procedure van regeling
niet reeds zou voorzien zijn door andere over
eenkomsten tusschen de partijen, zullen onder
worpen worden aan de permanente vcrzoen'ngs-
commissic, dio ermoer belast zol zijn een aanne
melijke oplossing oan de partijen voor tc stellen,
en in alle gevallen een verslag uit te brengen.
De procedure voorzien door de artikelen 6 tot
15 dezer overeenkomst, zal toegepast worden.
Artikel 18.
Wanneer binnen de mnond, die op het slui
ten der werkzaamheden von de permanente
verzoeningscommissie zal volgen, de twee par
tijen niet tot overeenstemming zijn gekomen,
zr\ do aangelegenheid op verzoek van de eenc
of de andere partij gebracht worden voor den
Raad van den Volkenbond, die overeenkomstig
art 15 ven het Volkenbondspoct zal beslissen.
A r t i k e 1 1 9. In alle gevallen en vooral
indien de kwestie waaromtrent dc partijen ver
deeld zijn, voortspruit uit handelingen, die
reeds uitgevoerd zijn of op het punt zijn uit
gevoerd te worden, zol de verzoeningscommis
sie of, indien de kwestie niet bij haar aanhan
gig was gemaakt, het scheidsgerecht of het
Hof van Internationale Justi ie, uitspraak doen
de overeenkomstig art. 41 van zijn statuut, in
den kortst mogelijken termijn aangeven, welke
voorloopige maatregelen moe'.en getroffen wor
den. De Raad van den Volkenbond zal, wan
neer de kwestie bij hem aanhangig gemaakt
wordt, eveneens moeten zorgen voor passende
voorloopige maatregelen. De Be'gische en dc
Duitsche regeeringen gaan repectievelijk de
verbintenis aan er naar te handelen, zich van
eiken maatregel te onihouden, die een nodee-
ligen terugslag zou kunnen hebben op de uit
voering van het besluit of op de door de ver
zoeningscommissie of door den Road van den
Volkenbond voorgestelde schikkingen en over
't algemeen niets te doen, dat het geschil zou
kunnen verergeren of uitbreiden.
Artikel 20. Deze overeenkomst blijft toe
passelijk tusschen België cn Duitschland, niet
tegenstaande andere mogendheden ook een be
lang in het geschil zouden hebben.
Artikel 21. Deze overeenkomst rol be-
kroch igd worden. De bekrachtigingen or van
zullen gedeponeerd worden te Genpve bij den
Volkenbond, terzelfdertijd als de bekrachtigin
gen van het verdrag, gesloten op den datum
van heden tusschen Duitschland, België, Frank-
Men moet door verdriet gelouterd worden;
■de ziel erlangt geen diepte zonder dat er in
gewoeld en gegraven wordt.
Vosmaer.
Uit het Engelsch van Baronesse ORCZY.
(Geautoriseerde vertaling van A. T.)
Zij zuchtte diep en fluisteide
„Oh mijn God, wat zal ik van avond
voor u bidden I" En plotseling greep zij zijn
hand en drukte.er haar zachte, vochtige irpsn
op. H?t volgende oogenb'ik was zij heen, liep
de hall uit en de trap op. Kolonel Scrape kon
haar onder het. loopen hopren zingen.
„VerVoekt I" zei hij met nadruk.
Hij keek even naar den rug van zijn hand
en veegde dien* toen aan zijn wambuis af.
„Vervloekt zei hij neg eens weer^
Daarna riep hij luid om zijn ordonnans.
HOOFDSTUK V.
De Ramp.
I.
Hierna voelde Barbara zie., gelukkiger dan
zij dit sedert veel dagen geo'aan had. Het denk
beeld, dat zij dat afschuwelijke plan verhin
derd had, gaf haar weer dtr^ gevoel voor on
afhankelijkheid en persoon'ijkheid terug, dat
haar scheen verlaien te hebben van het oogen-
blik det zij de verraderlijke hand het raam
kozijn van de herbee-g te Dnventry zag grij
pen. Het was inderdaad zonderling, dot van
<jat oogenb'ik af, Baibara zich bewust was ge-
woiden van haar onmacht, haar zwakheio! als
vrouw Mede'ijden en gevoel hadden haar hij
die gelegenheid Tubal doen beschermen, dat
wil zeggen, om niets aan de Squire te vertel
len ovei den schurk, dien zij in o'e raam-ope-
ning gezien had en die haar met een pistool
gedreigd hadop dezelfde onverklaarbare
wijze had zij weinig gezegd van oen man, dien
zij de koets van den Koning te Fordcn Fie'ds
had zien bestelen het was pas later, toen zij
hoorde, wat een ellendig overlooper en ver
rader Tubal werkelijk was, dat zij dien haat
tegen hem was gaan koestelen, die au alle
ancere gevoelens overheerschte.
Zij verliet kolonel Scrape's tegenwoordig
heid als een andere vrouw, en voor het eerst
na vele weken en maanden liep zij, zingend els
een jonge vogel, door het huis. Zij gebruikte
haar middagmaal met een gezonden eetlus',
en daarna liep zij zingende den tuin in. Zij
zong uit blijdschap, omdat het een wanne dag
was, en er lijsters op bet grasveld waren; om
dat de roode anjers vol in bloei stonden en
de Madonno-leiies in knop waren; omdat zij
een specht tegen den ouden eikenboom hoorde
kloppen; en omdat de menschen niet zoo slecht
en onmenscheliik waren, als zij dat in den laat-
s:en tijd gedacht had. In ieder geval zou Jlm
met rust gelaten worthn* totdat hij voor z'ch
zelf kon zorgen, en al de afschuwelijkheden,
waarop Tubal zoo wreed gedoeld had, zouden
dezen jarnchtigen zomerdag niet bederven. 'Ar
me JimI wat een vreeselijk lot hed hij, zich
vooT zijn leven te moeten verbergen, els een
wild dier door bloeddorstige honden nagezet.
Barbara had h vaag verlangen, op zijn treu
rig gelaat een glimlach te zien verschijnen, als
hij de goede tijding hoorde, dot hij voor het
oogenblik veilig was. Die voge wensch nam
vaster vormen aan, en paarde zich aan de ze
kerheid, dat iemand hem moest gaan zeggen,
dat hij zoo gauw mogelijk de buurt verlaten
moest on vooral dot hij de nabijheid van
Shutford vermijden moest, alsof het door pest
bezocht was.
En koe meer zij hierover nadacht, des
te meer werd zij overtuigd, dot het haar plich'
was- om te trachten Jim te vinden; alles om
haar heen op dezen warmen middag midden
In den zomer drong haar tot dezen plicht; de
warme bedwelmende lucht, d# geur der rozen,
de roep von lijster en merel alles scheen
op dat zelfde onderwerp aan te dringen. Zij
moest Jim gaan opzoeken, zeiden zijZij
moest Jim gaan opzoeken cn hem zeggen weg
Je gaan, en zij beloofden allen, haar te helpen,
om hem te vinden. Ohl zij zou hem vinden,
daar was zij niet bong voor. Zij had een plicht
te'vervullen en God zou haar geleiden. Het was
een plicht, en zij moest het doen zelfs ten kos
te van een slag aan haar trots. Jim was den
laatsien keer zoo kortaf tegen haor geweest,
zij zou hoar humeur in bedwong moeten hou
den en haor toorn verduwen, als hij zich koe!
van naar afkeerde.
Maar terwijl zij zoo met ziohzelf redeneerde,
wist zij, dat zij trachten zou hem te vinden
en wist zij ook, dat het haar gelukken zou. rit
wist zelfs precies, waar zij hem zoeken zou en
cp welk uur. Ging hij niet naar Shutford, en
waren zijn uitverkoren bosschen niet op kor
ten afstand van het huis? Zij ging zslfs zoo
ver, dat zij Matthew zeide, haar paard Stella
om zeven uur voor haar te zadelen; zij dacht,
dat dit wel een geschikte tijd zou zijn, om
Jim te vinden, d^ar Tubal iets van zonsonder
gang gezegd had. Toen ging zij terug langs
den kont van de gracht. De zon was nog zeer
heet, en daar zij vermoeid was van de vele
aandoeningen, dje haar hart in da laatste da
gen verscheurd hadden, trok zij de oude boot
van ndeT het bootenhuis uit, legde er wat kus
sens in, en maakte ze vast onder den overhan
genden wilgeboom. Door ae takken heen had
zij /on hier een prachtig gezicht op het zuide
lijke front von het kasteel- met twee breede
torens, waar de hoofdtrappen zich in bevonden,
en onder 'het dak van den westelijken toren,
de gewichtige raadkamer, waarop de briefwis
seling van den koning geborgen was. Droo-
mend, peinzend, tusschen de kussens gevlijd,
lag zij daar eenige uren, soms slaperig, soms
lezend. Zij had een van haar lievelingsboeken
medegenomen „The Fairy Qireene" door
Spenser en in het begin las zij met ijver
door, terwijl het zachte schommelen van de
boot en de vrede en stilte roadom haar, haar
in een soort van beschouwende extase brachten.
Zij las verder* genoot van de zangerige verz*r\.
de vreemde fantasie van het gedicht, totdot zij
kwam aan den regel„Zoekend naar mijn ge
liefde, ga fk van de eene plaats naar de an
dere", waarop haar hard, die het boek vast
hield, op haar schoot viel, en zij ging achter
over in de kussens liggen, keek naar het door-
schij*ende blauw boven haar, zooals het déor
den wirwar van zachtgroene wilgeblaadjes
heenscheen.
„Zoekend naar mijn geliefde, ga ik van d
eene plaats naar de ar.dere"* fluisterde zij een
paar maal, en toen kreeg zij diep m-Ielijden
met zich zelf en werd zeer somber. Wat een
heerlijk gevoel moest het zijn rond te dolen
b.v. in de bosschen midden in den zomer
te zoeken naar den geliefde, met de zekerheid
natuurlijk hem in het einde te zullen vinden.]
Iemand te vinden, vriens armen zich zouden
uitstrekken, wiens oogen zouden schitteren,
wiens lippen vreugdekreten zouden slaken, als
hij haar -zagl Mijn GodI wat een zaligheid!
Maar een zaligheid, d.e zij, Barbara, nooit,
nooit in haar leven zou ondervinden. Het groot
ste geluk, dat de hemel een vrouw op deze
aarde schenken kon, zou zij nooit kennen. Wat
had zij gedaan, waarin had zij gezondigd* dat
het onschatbare voorrecht von iedere Vroirw
hoor ontzegd werd de liefde von een goed
man? Het was wreed, zeer wreed. Jong, vurig,
vol von leven en kracht om lief te hebben, was
zij gebonden, onih r roep el ijk gebonden oon
iemand, die niet de minste liefde voor haar
koesterde. En ze nooit zou hébben. Hij toonde
dot dien middag in de bosschen duidelijk ge
noeg, toen zij tegen hem glimlachte en tcedcre
woorden van vriendschap en medelijden sprak,
en hij zoo kortaf zoo koud was, en haor te
verstaan gaf ohl zoo onbormhortigl dat
hij niets om haor gaf En zij was onherroepelijk
gebonden. Zij kon zich niet langer vleien met
het geloof, dat zij eenmaal vrij zou zijn, vrij
om lief te hebben en weer te trouwen. De tijd
was voortgegaan, de troebelen waren vermeer
derd; als in dit ongelukkige land de vrede was
teruggekeerd- zou zij waarschijnlijk te oud, en
zeker te moede zijn, om het leven opnieuw te
beginnen.
(Wordt vervolgd).