BINNENLAND.
De Hand met het Litteeken.
24e iaargang No. 97 AMERSFOORTSCH DAGBLAD „de eemlander"l.v October 1925
TWEEDE BLAD.
FEUILLETON.
De Staatscourant van heden 21 Octo
ber bevat o. a. de volgende Kon. besluiten:
bekrachtigd is het raadsbesluit van Amster
dam, houdende de benoeming van dr. A. Pan-
nekock, tot buitengewoon hoogleeraar in de
astronomie aan de gemeentelijke universiteit
aldaar;
tijdelijk benoemd tot leerares aan de R. H.
B. S. te Heerenveen mej. M. Rosenbaum;
benoemd tot commandeur in de Oranje Nas-
sauorde mr. E. O. J. M. baron van Hövell tot
Westerflier, Commissaris der Koningin in de
provincie Limburg; tot ridder van den Ned.
Leeuw mr. M. J. H. H. Paulussen, lid van
Gedep. Staten van Limburg te Maastricht; tot
ridder der Oranje Nassau-orde G. J. Beckers,
wethouder te Roermond, mr. dr. K H. M. van
Oppen, advocaat-procureur te Maastricht; J.
N. E. Deckers, mede-directeur van het agent
schap der Gqldcrsche Credietvereeniging te
Maastricht, mevr. Oldewelt-Otten, kasteel
Heijen, gemeente Bergen (L.); J. N. Sneekers,
voorzitter der Kon. Zongvereeniging Rb<y-
mond's Mannenkoor te Roermond;
toegekend de eere-medaille der Oranjc-Nas-
sauorde in goud aan A. Basting, commandant
der brigade marechaussee te Maastricht; J. H.
Stohr, idem te Roermond; J. J. E. Banser, op
richter le klasse bij de gemeentewerken te
Maastricht;
in zilver aan J. Ch. Dirks, fitter bij de ge
meentelijke gasfabriek te Maastricht; \V. Keij-
zer, bode ter provinciale griffie van Limburg te
Maastricht;
in brons aan F. H. Bierlings, koperslagers
knecht te Roermond;
benoemd tot officier in de Oronje-Nossau-
orde Raden Adhipati Ario Dhipokoesoema, re
gent van Poerbollinga;
tot kantonrechter-plaatsvervonger in het
kanton Breukelen-Nijenrode mr. W. baron
Röell, advocaat-procureur te Zeist en is hem
in zijn hoedanigheid van kantonrechter-plaats-
vervanger in het kanton Breukelen-Nijenrode
als vast en voortdurend verblijf aangewezen de 1
gemeente Zeist;
tot kantonrechter-plaatsvervanger in het kan
ton Gorinchcm E. G. Gaarlandt, burgemeester
van Gouda;
tot vice-president der rechtbank te Amster
dam mr. B. M. de Vos, thans rechter in gemelde
rechtbank;
op verzoek eervol ontslagen de reserve-offi
cier van gezondheid 2e klasse P. J. Maats
a Stuling van het personeel van den genees
kundigen dienst der landmacht;
idem de reserve-eerste luitenant B. Merema,
van het T2e regiment infanterie, wegens
lichaamsgebreken;
herbenoemd tot lid van den Voogdijraad I:
mr. A. H. van Ravesteijn.
KONINKLIJK BEZOEK AAN LIMBURG.
De tweede dag.
Men meldt ons uit Maastricht
Het is feest in Limburg's hoofdstad. Tot laat
in den avond hebben gisteren de Maastrichte
naren getoond hoezeer zij verheugd zijn over
3e komst van de Koninklijke familie. De rijke
lijk met vlaggen en groen versierde stad bood
in de avonduren een vroolijk aanzien. Schijn
werpers verlichtten de torens der stad en vele
openbare gebouwen en pleinen en straten wa
ren geillumineerd. Op drie plaatsen der stad
het Vrijthof, dc Markt en in Wijk hadden van
6 tot 70 uur gisterenavond muziekuitvoerin
gen plaats.
Groote rijtoer door Maastricht.
Hedenmorgen maakte de Koninklijke familie
een groote rijtoer door Maastricht. Te ruim
half tien werd uitgereden.
Het eerste doel van den tocht was een be
zoek aan de St. Servaaskerk. Langs den ge-
heelen weg bestond groote belangstelling en
vooral in de omgeving van het kerkgebouw
stond een groote menigte, die het Koninklijk
gezin bij de aankomst luide toejuichte.
Na het bezoek aan St. Servaas wandel
den de bezoekccs, na de kerk door het portaal
aan het Klooster te hebben verlaten, naar de
St. Jan Ook hier vertoefden de bezoekers ge-
ruimen tijd ter bezichtiging van de kerk en
haar merkwaardigheden.
Waar het vertrouwen ontbreekt, daar mist
men de schoonste bloemen in den krans der
ïiefdc.
Uit het Engelsch van Baronesse ORCZ7.
^Geautoriseerde vertaling van A. T.)
Het was vreeselijk oogenblik toen de
drukte in*et\ om jiet kasteel geëindigd was en
men de opsporing- had opgegeven toen
Barbara slechts ^et groote moeite de bittere
woorden kon inhf,Mder^ die haar z00 zwaar op
het hart lagen. het u wel gezegd!"
Kolonel Scrape vo^de het zwijgende verwijt
in haar oogen en vo*de ookf dat het gerecht
vaardigd was. Zijn vr^d, majoor Lnvell, be
weerde, dat de arme in dien tijd bepaald
zelfmoord-gedachten had. Zijn zou
voortaan onhoudbaar zijn. M de hoofden der
koningsgezinderi al de trouwse Qanhangers van
den Koning hadden open.narmakinp
vreesd van de briefwisseling v.n den Koning
met Lotharingen en de ontevreün iercn> OIU.
dat zij wel wisten, dat het gehesie vo]k ^et
slecht zou opnemen, dat de Koning >.r aan
dacht had vreemde troepen op Engelsen bo
dem te brengen. En nu, natuurlijk vros cc open
baarmaking slechts een quaestie van dfcr€n
en hij, kolonel Scrape, had het bevel ,-ehad
over het kasteel, toen het kostbare kistje ZOo
vermetel geroofd was. Geen wonder, dat hij
zijn pistool met bevende hand onknelde, en ctvt
Van de St. Janskerk werd naar den St. Pie
tersberg gereden. Het bezoek aan den St. Pie
tersberg dumde bijna drie kwartier. Daarna
werd teruggereden naar het Gouvernements
gebouw. Ongeveer twaalf uur kwam men daar
aan.
Tusschen den middag hadden weder op ver
schillende plaatsen in de stad muziekuitvoe
ringen plaats.
De ontvangst ten Stodhuizc.
Na het noenmaal in het Gouvernementsge
bouw werden de leden van Provinciale Staten
door H.M. de Koningin in audiëntie ontvangen.
Te half vier kwamen de rijtuigen weer voor.
Langs den keetsten weg werd naar het Stad
huis gereden voor het afleggen van een offi
cieel bezoek
Aon het Stadhuis werden de leden van het
Koninklijk Huis ontvangen door den burge
meester van Maastricht, Mr L. B. J. vai%\
Oppen. De Hooge bezoekers begaven zich on
middellijk naar de Raadszaal, waar de offï-
cieele ontvangst pleats had.
Nadat een aantal autoriteiten aan H.M. de
Koningin waren voorgesteld, en aljen paats
hadden genomen, rifhtte de burgemeester zich
tot de Koninklijke Familie en begroette haar
els volgt
Majesteit, Koninklijke Hoogheid, Koninklijke
Prinses Juliana
Mij valt als burgemeester van Maastricht de
groote eer te beurt U hier op het Maastricht-
sche Stadhuis namens den Gemeenteraad en
de gcheele bevolking dezer stad een eerbiedig
en recht hartelijk welkom te mogen toeroepen
en U te mogen vertolken de vreugdevolle ge
voelens, die de Maastrichtsche burgerij bezie
len, nu zij niet alleen het genoegen en het ge
luk heeft Uwe Majesteit en Uwen Koninklijken
Gemaal wederom te mogen begroeten, doch
daarbij tevens den reeds lang uitgesproken
wensch, om H. K. Hoogheid Prinses Juliona
in haar midden te zien, in vervulling ziet gaan
Namens den Gemeenteraad on de bevolking
breng jk Uwe Majesteit daarvoor oprechten
dank. De ontvangst U door Maastrichts' be
volking bereid, moge U beter dan ik het in
woorden kan doen de verzekering geven,
dat in deze stad het hart warm klopt, niet
alleen voor den Nederlondschen Staat, dien wij
in Uwe Majesteit verpersoonlijkt zien, maar
ook voor Uwe Majesteits Huis. In het bijzon
der verheugt het ons, dat Uwe Majesteit heeft
willen goedvinden, aan dit bezoek in Maas
tricht een daad te verbinden, van groote bc-
teekenis voor een deel van Nederland, doch
in het bijzonder voer Zuid-Limburg en Maas
tricht. Krachtens Uwer Majesteits besluit, zal
morgen door Uwe Koninklijke dochter de eer
ste spade in den grond worden gestoken, voor
het kanaal dat Haar naam zal diagen, waar
door een onverbreekbare bond gelegd zal zijn,
tusschen Hare Koninklijke Hoogheid ^n dit be
langrijk werk, waarvan wij een opbloei van
onze scheepvaart en onzen handel en nijver
heid en daardoor van onze welvaart mogen ver
wachten.'
Tot mijn leedwezen kan ik niet getuigen dat
onze handel en onze nijverheid in den lnatsten
tijd in alle opzichten redenen tot tevredenheid
geven^ doch wij Limburgers behooren nu een
maal niet tot de pessimisten en waar juist door
de verbetering van onze verkeerswegen uit
zicht op eene betere toekomst wordt gegeven
daar is het voor ons zoo bemoedigend, dat
door een Koninklijke daad bezegold wordt de
toezegging van Uwer Majesteits regeering, dat
aan den bouw van het Julianakanaal met allen
spoed zal worden voortgewerkt. Moge het ons
gegeven zijn, binnen zeer enkele jaren H. K. H.
Prinses Juliona wederom in ons midden te mo
gen begroeten, om haar en ons konaal
plechtig te openen. Na de jaren van malaise,
van werkloosheid en stilstand in handel en in
dustrie, moge dan een tijdperk aanbreken van
bloei en vooruitgang voor de stad, die aan on
ze zorgen is toevertrouwd, wier welvaart te be
vorderen onze plicht en onder Gods zegen ons
streven is en steeds zal blijven.
Wij hopen, dat wij ons daarbij steeds mo
gen blijven verheugen in de groote belang
stelling van -Uwe Majesteit I"
De „Maastrechter Staer" zong de Koninklij
ke Familie hierna op het Stadhuis „Domine
Salvam fac reginam nostram" toe, terwijl de
Oratoriumvereeniging met het Stedelijk Orkest
het Halleluja van Handel ten gehoore brach
ten.
Voor het Stadhuis brachten daarop de
schoolkinderen een hulde aan de Koninklijke
familie, gevolgd door een Vaandelgroet van
Zirid-Limburgsche vereenagingen en een défilé
1
zijn medeofficieren het geraden achtten een
wakend oog over hem te houden, totdat de
eerste opwinding van zelfverwijt gekalmeerd
was. Alleen majoor Lavell zei Barbara iets van
wat haar zoo zwaar op het hart lag.
„Ik smeekte hem," riep zij nog warm van ver
ontwaardiging, „niet met Tubal Longshankes te
onderhandelen
Majoor Lavell protesteerde flauw.
„Het is nog niet bewezen", zei hij, „dat die
schurk de daad bedreef. Ik vóór mij gelóóf
niet, dat hij den moed voor zulk een onderne
ming had. Men moet wel tegen wil en dank
eerbied hebben voor den moed, de vindingrijk
heid, die voor de vermetele daad vereischt wer
den."
Barbara was bereid dat toe te stemmen. Zij
kon ook Tubals persoonlijkheid niet verbinden
met de volkomen doodsverachting, die uit de
daad sprak. Maar toch was iij overtuigd, dat
Tubal het gedaan had. Zij had'hem in Daventry
en daarna weer op Farndon Fields gezien. Het
was Tubal, zij kon er niet aan twijfelen. Maar
het gaf niets er langer over te spreken. Het
hi^lp niets er over te redenecren. De daad was
bedreven. Het vreeselijke was gebeurd. Als
kólonel Scrape, overstelpt door wroeging, een
eind aan zijn leven maakte, was dat slechts
een gruwel voegen bij een al te lange lijst. Zij
voelde ook, dat haar tegenwoordigheid alleen
een voortdurend verwijt voor den ongelukkigen
man moest zijn, en in waarheid was hij niet
meer dan' ieder ander te laken. Barbara zelf, die
het kasteel Broughton met al zijn bijzonder
heden door en door kende sedert haar kinden-
tijd, had nooit gedacht, dat de raadkamer van
het dak te bereiken was.
Nul dit was een einde van een gelukkigen
droom; dc droom, dat de onschatbare genade
h,aar geschonken was, iets voor haar Koning te
der Limburgsche Schutterijen. Aan H. M. de
Koningin en Prinses Juliana werden bloemen
aangeboden. De plechtigheid werd opgeluisterd
met muziek van de Koninklijke Harmonie.
Na afloop van deze grootsche huldebetoo-
ging van oud en jong Maastricht, keerden de
Hooge bezoekers onder luide toejuichingen van
de menigte naar het Gouvernementsgebouw
terug. Het was eerst tegen half zes, dot het
Gouvernementsgebouw werd bereikt.
DE STAATSBEGROOTING 1920.
Enkele opmerkingen van het
Londbouwcomitt.
Het Kon. Landbouw-Comité heeft over dc
Steatsbegrooting 1926-non de Tweede Kamei
enkele opmeikingen oer.geboden.
Zoo acht het comic hot loten voortbestaon
ven den toestond, dat landbouw ressorteer!
onder een departement van odministratieven
aard. schadelijk voor den landbouw, die een
technisch, economisch karakter draagt.
De onlogische samenvoeging van binnen-
landsche zaken on landbouw zal voor den
landbouw nog nadeeliger worden, nu, naar het
schijnt, in de betrekking van directeur-generaal
van den landbouw niet zal worden voorzien.
Ofschoon de benoeming van den afgetreden
directeur-generaal tot raadadviseur wordt ge
waardeerd, omdat diens adviezen naast de
praktische ervaringen der landbouworganisa
ties van waarde kunnen zijn, is het comité
van ohrdcel, dat een directeur-generaal van
den landbouw als hoofd van den betreffenden
dierst, niet kan worden gemist.
Voor de nadere uitwerking van de wijze,
waarop Staatszorg voor den Landbouw zal
worden uitgeoefend, is een technisch hoofd,
dat een weldoordachte eenheid weet te bren
gen in de rdvieren der bef réf feilde hoofdamb
tenaren; onmisbaar.
De vacature *nan de landbouw-hoogeschool
ontstaan door het overlijden van prof ir. S.
Koenen, is nog steeds niet vervuld.
Het comité is van oordeel, dat het onderwijs
ri deze voor onze toekomstige landbouwinge
nieurs zoo onmisbare wetenschap, die hen
leert meeleven in het ontwikkelingsproces, da!
'zich economisch, sociaal cn ook psychisch in
onzen landbouw voltrek;, niet to» zijn rechf
komt door het onvervuld laten van dezen leer
stoel.
Het comité acht het ongewenscht, dat slechts
bij hooge uilzondering een krediet zal worden
verleend voor het houden ven een cursus tot
«ve.dere ontwikkeling van ambtenaren bij den
dienst van land-, tuin- cn boschbouw, zoomede
van land- en tuinbouwonderwijzers cn von
luinbouw-vekonderwijzers. Evenzoo is het on
gewenscht geen nieuws toelagen voor voort
gezette studie te verleenen.
Het comité betreurt hei, dat geen post is
uitgetrokken voor het verleenen van toelagen
vooi het bezit der akten land- of tuinbouw
kunde L. O.
Voor Rijksstudiebeurzen ten behoeve van de
Landbouw-Hoogeschool is een hoogcr bedrag
nmgevraagd, terwijl de door middel van ver-
cenigingen verstrekte beurzen niet zijn ver
minderd.
Het comité is van oordcel, dot, daar het voor
de afgestudeerden1 aan de Landbouw-Hooge
school nog steeds zeer moeilijk is een passen
ds betrekking te vinden, het zeer gewenscht
zoude zijn, indien deze beurzen niet meer wor
den verstrekt en in ieder geval geen nieuwe
meer worden beschikbaar gesteld.
Verschillende consulenten komen met het
hun beschikbaar gestelde reiscrediet niet toe.
Deze post worde verhoogd.
Het bedrog voor proefvelden enz. aange
vraagd, is abnormaal klein, vergeleken bij de
loodrogen, die voor ds consulenten cn het the
oretisch onderwijs zijn uitgetrokken cn waar
voor de proefvelden enz. noodzakelijk zijn.
Een verhooging van dezen post zal het on~
derwijs en het werk der consulenten eerst ten
volle vruchtdragend kunnen doen worden.
Ten behoeve van de exploitatie van proef-
boerderijen, wen'scht het comité subsidies, in
dien von particuliere zijde door daden werke
lijk word- Tstoon l dat in <feze zaken ernstig
belang wordt gesteld.
Dit is in sterke mate van toepassing op dc
te stichten proefboerderij op zavel- en klei-
giond in Groningen, waarvoor de bénoodigde
gelden voor don aankoop door partjculieren
cn .vercenigingen zijn bijeengebracht, en woar-
ner o.a. met het oog op de wetenschappelijke
onderzoekingen aan het Rijkslondbouwproef-
station te Groningen voor den Nederlondschen
landbouw behoefte bestaat.
kunnen doen zijn schat voor hem te bewaren
en zijn goeden naam te beschermen. Dat alles
hoorde nu tot het verleden, en nu do onrust
voorbij was, voelde Barbara een diepe moede
loosheid. Het scheen inderdaad, alsof God niet
langer aan de zijde van den Koning stond. Die
vreeselijke nederlaag Bij Nasebyl en nu ditll
Wat zou het einde van* dit alles zijn? Meer
haat, zeker: want nederlaag aan één zijde cn
overwinning aan de andere zouden die harts
tochten voeden, welke tot nu toe slechts even
het hoofd hadden opgestoken. Barbara begon
zich af te vragen, wat Jim's gevoelen omtrent!
dit alles was. Sedert dien noodlottigen Augus
tusdag, drie jaren geleden, toen de Koning zijn
standaard verbef tegen zijp volk, had Jim zoo
los van alles, zoo onverschillig geschenen. Het
moest hem toch zeker wel kunnen schelen.
Niemand kon onverschillig blijven, nu het zoo
ver gekomen was, de Koning een vluchteling
in zijn eigen land, de hand van zijn volk tegen
hem opgeheven, zijn oanhangers, die hem ver
lieten de een na den ander. Zeker moest het
Jim kunnen schelen! Maar wat had hij dien
dag in de bosschen lusteloos geschenen, en hoe
droevig! Het leek wel, alsof een vreeselijk ver
driet als een molensteen aan zijn hals hing. En
toen Barbara aan de droeve uitdrukking van
zijn oogen dacht, vulden de hare zich dadelijk
met tranen. Zij veegde ze snel weg met een
ongeduldig gebaar. Waarom zou zij er iets om
geven, als hij het niet deed?
Het huis was nu volmaakt stil en de schadu
wen vielen steeds 'langer op het grasveld. Bo
ven in de lucht was de groote massa wolken
levendig rose gekleurd, terwijl in de gracht de
vochtige oppervlakte der waterleliebladeren
honderden tinten van amethyst, smaragd en
agaat weerkaatsten. De ondergaande zon had
een mantel van rossig goud over het water
Eene uitbreiding van de proefboerderijen op
verschillende grondsoorten is voor den land
bouw dringend noodig; het ware gewenscht,
dat een vast systeem van subsidieering in de
zen werd gevolgd, b.v. door een percentage
von het exploitatie-tekort te dekken.
DE AFSCHAFFING DER VERDEDIGINGS
BELASTING II.
Het verband met andere
belastingen.
De heer Van Aalten heeft non den minister
van financiën de volgende vragen gesteld
Is de minister van financiën voornemens,
hex in de zitting 1924-1925 ingediende wets
ontwerp tot herziening van de Verdedigings
belasting II te handhaven n"ast het thans, zon
der intrekking van gemeld wetsontwerp, ge
dane voorstel tot afschaffing der Verdedi-
gi'ngsbelasting II?
Indien het antwoord op vraag I ontkennend
mocht luiden, is don de minister voornemens,
no te gclijker tijd met het wetsontwerp tot her
ziening der Verdedigingsbclasting II ingediende
wetsontwerpen jot aanvulling der ZegViwet '17.
tot wijziging der successiewet, tot wijziging der
wet op de inkomstenbelasting 1914 en tot wij
ziging van artikel 33 der Lecnirvgwet 1914,
niettegenstaande den Lij deze gelijktijdige in
diening tusschen al déze wetsontwerpen gclcg-
den bona, te handhoven?
DE SALARISREGELING VAN HET
RIJKSPERSONEEL.
Een algemccne bcsturcnvcrgadcring
der Centrale von Vercenigingen
ven Personeel in 's Rijks dienst.
Een tiental sprekers Iakch de sala
ris-politiek der regcering.
Men meldt ons uit 's Gravenhoge:
Gisteren hield de Centrale van Vercenigingen
van Personeel in 's Rijks dienst een algemeene
bcsturenvergodering in 'de Oranje Sociëteit,
onder leiding van den heer F. Perdok Hzn.,
ter bespreking van de positie, waarin het rijks
personeel is geraakt door de afwijking van den
duurtebijslag en het voteeren van drie miliioen
voor 1926 ten behoeve der solorisverbetering.
De heer Perdok critiscerdo de houding dcT
regeering, De drie miliioen zijn, naar hij be
toogde, onvoldoende om te bereiken, hetgeen de
ambtenaren zich voorgesteld hebben op grond
von uitlatingen der regeering
No de inleiding van den voorzitter voerden
verschillende afgevaardigden het woord.
De heer S p r u y t (Departements-ambtena-
ren) te 's Gravenhoge, betoogde, dat het regee-
ringsbesluit verbazing en verbittering gewekt
heeft onder de departementsambtenaren, die
verwacht hadden, dat minister Colijn zijn be
lofte zou houden. Het aantal voorschotten van
allerlei bonken aan ambtenaren is buitenge
woon groot, het aantal inhoudingen op salaris
sen stijgt onrustbarend. De waardeering van het
werk von den ambtenaar is gelijk nul.
De heer Z w o 1 s m a n (Loodsenverecnigingcn)
te Rotterdam, stemde von harte in met het
door den voorzitter gesprokene. De Neder-
landsche ambtenaren zijn als roependen in dc
woestijn, omdat bij het Nederlondsche volk de
gedochte is ingedragen, dat het heele budget
door de ambtenaren wordt opgeslokt. Dienten
gevolge vinden de ombtenaren bij het Ncd.
volk moeilijk gehoor voor hun eischen.
Spr. drong oan op samenwerking met andere
organisaties en op handhoving van den eisch:
een uitkeering ineens.
De heer Van L o o (Federatie van rijks
werklieden) te Helder, protesteerde ertegen,
dat onder de ambtenaren er nog zijn, die de
vertegenwoordiging op zich willen nemen van
voorschotbanken, die leven ten koste der amb
tenaren. Hij drong éïop non, dat het bestuur
deze zaak onder de oogen zou zien. Voorts
hoopte spr., dat het bestuur de eischen der
ambtenoren krachtig zal blijven propngeeren.
D,e heeT Bozen (Adm. Personeel der belas
tingen) te Ittervoort (L.), noemde het georga
niseerd overleg een mislukking en achtte den
tijd gekomen om er uit te treden. Het is niet
voldoende het bij moties te laten, men moet den
moed hebben te dreigen met uit de centrale
commissie in de bijzondere commissies van het
georganiseerd overleg te treden. Men kan over
leggen met fatsoenlijke menschen, maar won
neer de partij, waarmee men onderhandelt,
werkt met trucjes, dan moet men zich vrij ma
ken om zijn eigen middelen tegenover die
trucjes toe te possen. Hqt georganiseerd over
leg heeft verlammend gewerkt op de organisa-
geworpen, cn daardoor schemerden de donkere
weerkaatsingen van de verwijderde bosschen,
dicht en blauw en scherp, cn wezenlijker schij
nend don de boomen zelf.
2.
In diezelfde lustelooze stemming van moede
loosheid dwaalde Barbara doelloos rond in den
tuin, zich nauwelijks bewust van de schoonheid
van den zonsondergang, den volr^aakten vrede
van haar omgeving. Na een poos dacht zij aan
Rex cn ging naar de stallen, om naar hem te
zien.
Het eerste wat zij zag, was Stella, gezadeld
en Matthew, die er naast stond te wachten.
Tot dit oogenblik had zij zelf niet kunnen zeg
gen, of zij plan had bij hoor vroeger plan te
blijven, om Jim op te zoeken of niet, maar nu,
bij het zien'van Stella, was zij plotseling over
tuigd, dat de noodzakelijkheid om hem te zien,
hem te smeken de buurt te verlaten en in geen
geval meer naar Shutford te gaan, gebiedender
dan ooit geworden. Hoe had zij een oogen
blik die dringende noodzakelijkheid kunnen ver
geten?' Zij wist, dat kolonel Scrape reeds bevel
had gegeven het land te doorzoeken naar dien
schurk Longshankes; een troepje ruiters was er
reeds op uit gegaan, meende zij; en konden zij
bij het zoeken naar Tubal niet toevallig Jim
Fiennes vinden en denken, dat zulk een adelijk
gevangene hun kolonel zou bevallen? Het zachte
hinniken van Stella, toen zij haar zag, bracht
al deze gedachten als een bliksemstraal in
Barbara's hoofd terug. Matthew een snel bevel
te geven, vlug naar het huis terug te loopen Bn
hq^r rijkleed aan te trekken, was het werk van
tien minuten op zijn hoogst. Zij was inderdaad
in minder dan een kwartier op Stella's rug op
weg door de velden; een galop over het stop-"
pelveld, een paqr sprongen over heggen en den
ties, waarom spr. gaarne een mandaat gegeven
zog aan het bëstuur om met uittreding te
dreigen.
De heer v. d. Burg (Rijksmunt) te Utiecht,
betoogde eveneens de noodzakelijkheid van
snlorisverhooging en wees op de belasting
schuld van vele ambtenaren. Aan 's Rijks Munt
zijn ambtenaren die in 't geheel geen aanslag
biljet meer krijgen. Dat komt oan dc Munt en
de directeur betaalt het en houdt iedere week
zooveel von het salaris nf. Spr. wenschto het
sularfs gebracht tc zien op het peil van 1920.
De heer Mensen (Beambten bij Rijks
instellingen) te 's Gravenhoge, bepleitte terug
brenging der salnrissen op het oude peil in-
plnats van een duurtebijslag.
De he«r Deen (Visiteerende ambt bij de
belastingen) Rotterdam, sprak over dc onbe
trouwbaarheid der regeering, die niet misge-
rekend heeft, maar met opzot dc zaken heeft
voorgesteld zoools- zij deed.
De heer Po eist ra (Rijkspersoneel bij het
gevangenis-, tucht- cn opvoedingswezen) te
Leeuwarden, betoogde, dat de regeering on-
doelmotig en onoordeelkundig het mes erin ge
zet heeft cn daarmee getoond heeft niet be
rekend tc zijn voör haar1 taak. Spr. bestreed ook
dc classificatie als onrechtvaardig (geroep:
juist!).
De heer N a b e r (H. O.-pcrsonecl) to
Utrecht, wees erop, dat do wachtgelders voor
een toeslag niet in aanmerking komen en drong
erop aan, dat de centrale ook voor deze groep
zal opkoipcn.
Na repliek stelde do voorzitter oen motie
voor, te zenden aan de Tweede Kamer, die
onder applaus werd goedgekeurd.
In deze motie spreekt dc vergadering als
haar oordeel uit:
dat de salarissen in het „Bezoldigingsbesluit
T925" cn de loonregelingen voor de Rijkswerk-
Heden niet op peil zijn;
dat de drie miliioen gulden, welke de Regee
ring voor de herziening der salarissen en loonen
bcschikboar stelt, ten ecnenmnlo ontoereikend
is;
dat de ernstige finoncieele toestond, waarin
het Rijkspersoneel thans verkeert, oogenblikkc-
lijke voorzierftng cischt, en
dot hét georganiseerd overleg op de thans
gestelde basis niet tot bevredigende resultaten
leidt cn derhalve wijziging behoeft.
De vergadering dringt er bij de Kamer met
klem op oan dat een zoodanig bedrog worde
beschikbaar gesteld voor de salarisherziening,
dat het algemeen salarispeil van het bezoldi
gingsbesluit 1925" worde gebracht op 95
van dot van het „Bezoldigingsbesluit 1920" en
dot het daarvoor voor 1928 bcnoodigde bedrag
eveneens beschikbaar worde gesteld voor een
uitkeering in eens voor T925, met dien ver-
stonde, d it deze uitkeering niet mag pracjudi-
cceren voor hetgeen in 1926 bij de herziening
zal worden toegekend.
Ten slotte wenscht de vergadering dat da
Regeering het overleg met haar personeel zoo
regele, dat het tot meer bevredigende uitkom
sten mag leiden.
DE ORKAAN BOVEN HET OOSTEN
VAN ONS LAND.
Een vierde gift van 50,000 von
het Smcroefonds.
Het bestuur van den Kon. Nat. Bond voor
Reddingwezcn cn Eerste Hulp bij Ongelukken
„Het Oranje Kruis" ontving van het bestuur
van „Het Smcroefonds" te Batavia ten vierden
male telegrafisch een gift van 50.000 voor
dc slachtoffers der stormramp.
DE HAAGSCHE ROOFHOLEN.
Het perceel met de gouden stoep.
De rechtbank te den Haag heeft met gesloten
deuren behandeld eenigc zaken tegen bewo
ners van een perceel aan de Spinozastraat,
welk perceel indertijd in verband met de vele
aangiften bij do politie van beroovingen, welke
daar zouden zijn gepleegd cn waarvan verschil
lende belangrijke bedragen beliepen, den bij
naam kreeg van het perceel met de gouden
stoep. Deze zaken betroffen behalve een beroo-
ving het gelegenheid geven en het bevorderen
van ontucht.
Het O. M. eisch te tegen den 38-jorigen
koopman T. K. 4 jaar, tegen de vrouw C. E. B.
W., 3 jaar en tegen de vrouw A. M. L., huis
vrouw van K., 1 jaar gevangenisstraf.
Als verdedigers van beklaagden traden op
mrs. Bekker en de Heart.
smallen stroom, en zij was in het gezicht van
de hut van den smid. Dat was haar eerste doel;
Tubal had gezegd, dat Jim van tijd tot tijd Peter
Mudge kwam bezoeken, en dat hij daar zijn
paard stalde. En toen Barbara Stella inhieid,
zag zij, dat een slank kastanjebruin paard in
de schuur stond. Maar zij had wat moeite
Mudge te overtuigen, dat haar bedoelingen ten
opzichte van Jim goed waren, en om inlichtin
gen van hem te verkrijgen omtrent Jim's mo
gelijke verblijfplaats.
De man was blijkbaar een vurig aanhanger
van zijn heer en van al de Fiennes, en zag er
uit, of hij voor hen door een vuur zou loopen.
Hij was eerst zeer halsstarrig, en ofschoon
Barbara hem in haar hart niet anders don prij
zen kon, hod zij wel kunnen huilen van boos
heid, wont de tijd ging voort, en het gevaar
voor Jim werd dreigender.
„Als ge me niet helpen wjlt, man", zei Bar
bara met vurigen ernst, „om uw jongen mees
ter te vinden, zal ik hem alleen gaan zoeken.
Vijanden zijn hem op het spoor, en als hij ge
vangen genomen wordt, helpe God u, want don
zult gij de schuit zijn van zijn dood".
Maar de man schudde het hoofd met rustige
koppigheid.
r,Ziit gij ook niet een vijand van den jongen
meester?" antwoordde hij; „gij,, zijn vtouw, en
gij staat aan den kont van hen, die hem zouden
dooden, als zij er de kans toe zagen
(Wordt vervolgd).