BINNENLAND. De Hand met het Litteeken. 24e iaargang No. 97 AMERSFOORTSCH DAGBLAD „de eemlander"l.v October 1925 TWEEDE BLAD. FEUILLETON. De Staatscourant van heden 21 Octo ber bevat o. a. de volgende Kon. besluiten: bekrachtigd is het raadsbesluit van Amster dam, houdende de benoeming van dr. A. Pan- nekock, tot buitengewoon hoogleeraar in de astronomie aan de gemeentelijke universiteit aldaar; tijdelijk benoemd tot leerares aan de R. H. B. S. te Heerenveen mej. M. Rosenbaum; benoemd tot commandeur in de Oranje Nas- sauorde mr. E. O. J. M. baron van Hövell tot Westerflier, Commissaris der Koningin in de provincie Limburg; tot ridder van den Ned. Leeuw mr. M. J. H. H. Paulussen, lid van Gedep. Staten van Limburg te Maastricht; tot ridder der Oranje Nassau-orde G. J. Beckers, wethouder te Roermond, mr. dr. K H. M. van Oppen, advocaat-procureur te Maastricht; J. N. E. Deckers, mede-directeur van het agent schap der Gqldcrsche Credietvereeniging te Maastricht, mevr. Oldewelt-Otten, kasteel Heijen, gemeente Bergen (L.); J. N. Sneekers, voorzitter der Kon. Zongvereeniging Rb<y- mond's Mannenkoor te Roermond; toegekend de eere-medaille der Oranjc-Nas- sauorde in goud aan A. Basting, commandant der brigade marechaussee te Maastricht; J. H. Stohr, idem te Roermond; J. J. E. Banser, op richter le klasse bij de gemeentewerken te Maastricht; in zilver aan J. Ch. Dirks, fitter bij de ge meentelijke gasfabriek te Maastricht; \V. Keij- zer, bode ter provinciale griffie van Limburg te Maastricht; in brons aan F. H. Bierlings, koperslagers knecht te Roermond; benoemd tot officier in de Oronje-Nossau- orde Raden Adhipati Ario Dhipokoesoema, re gent van Poerbollinga; tot kantonrechter-plaatsvervonger in het kanton Breukelen-Nijenrode mr. W. baron Röell, advocaat-procureur te Zeist en is hem in zijn hoedanigheid van kantonrechter-plaats- vervanger in het kanton Breukelen-Nijenrode als vast en voortdurend verblijf aangewezen de 1 gemeente Zeist; tot kantonrechter-plaatsvervanger in het kan ton Gorinchcm E. G. Gaarlandt, burgemeester van Gouda; tot vice-president der rechtbank te Amster dam mr. B. M. de Vos, thans rechter in gemelde rechtbank; op verzoek eervol ontslagen de reserve-offi cier van gezondheid 2e klasse P. J. Maats a Stuling van het personeel van den genees kundigen dienst der landmacht; idem de reserve-eerste luitenant B. Merema, van het T2e regiment infanterie, wegens lichaamsgebreken; herbenoemd tot lid van den Voogdijraad I: mr. A. H. van Ravesteijn. KONINKLIJK BEZOEK AAN LIMBURG. De tweede dag. Men meldt ons uit Maastricht Het is feest in Limburg's hoofdstad. Tot laat in den avond hebben gisteren de Maastrichte naren getoond hoezeer zij verheugd zijn over 3e komst van de Koninklijke familie. De rijke lijk met vlaggen en groen versierde stad bood in de avonduren een vroolijk aanzien. Schijn werpers verlichtten de torens der stad en vele openbare gebouwen en pleinen en straten wa ren geillumineerd. Op drie plaatsen der stad het Vrijthof, dc Markt en in Wijk hadden van 6 tot 70 uur gisterenavond muziekuitvoerin gen plaats. Groote rijtoer door Maastricht. Hedenmorgen maakte de Koninklijke familie een groote rijtoer door Maastricht. Te ruim half tien werd uitgereden. Het eerste doel van den tocht was een be zoek aan de St. Servaaskerk. Langs den ge- heelen weg bestond groote belangstelling en vooral in de omgeving van het kerkgebouw stond een groote menigte, die het Koninklijk gezin bij de aankomst luide toejuichte. Na het bezoek aan St. Servaas wandel den de bezoekccs, na de kerk door het portaal aan het Klooster te hebben verlaten, naar de St. Jan Ook hier vertoefden de bezoekers ge- ruimen tijd ter bezichtiging van de kerk en haar merkwaardigheden. Waar het vertrouwen ontbreekt, daar mist men de schoonste bloemen in den krans der ïiefdc. Uit het Engelsch van Baronesse ORCZ7. ^Geautoriseerde vertaling van A. T.) Het was vreeselijk oogenblik toen de drukte in*et\ om jiet kasteel geëindigd was en men de opsporing- had opgegeven toen Barbara slechts ^et groote moeite de bittere woorden kon inhf,Mder^ die haar z00 zwaar op het hart lagen. het u wel gezegd!" Kolonel Scrape vo^de het zwijgende verwijt in haar oogen en vo*de ookf dat het gerecht vaardigd was. Zijn vr^d, majoor Lnvell, be weerde, dat de arme in dien tijd bepaald zelfmoord-gedachten had. Zijn zou voortaan onhoudbaar zijn. M de hoofden der koningsgezinderi al de trouwse Qanhangers van den Koning hadden open.narmakinp vreesd van de briefwisseling v.n den Koning met Lotharingen en de ontevreün iercn> OIU. dat zij wel wisten, dat het gehesie vo]k ^et slecht zou opnemen, dat de Koning >.r aan dacht had vreemde troepen op Engelsen bo dem te brengen. En nu, natuurlijk vros cc open baarmaking slechts een quaestie van dfcr€n en hij, kolonel Scrape, had het bevel ,-ehad over het kasteel, toen het kostbare kistje ZOo vermetel geroofd was. Geen wonder, dat hij zijn pistool met bevende hand onknelde, en ctvt Van de St. Janskerk werd naar den St. Pie tersberg gereden. Het bezoek aan den St. Pie tersberg dumde bijna drie kwartier. Daarna werd teruggereden naar het Gouvernements gebouw. Ongeveer twaalf uur kwam men daar aan. Tusschen den middag hadden weder op ver schillende plaatsen in de stad muziekuitvoe ringen plaats. De ontvangst ten Stodhuizc. Na het noenmaal in het Gouvernementsge bouw werden de leden van Provinciale Staten door H.M. de Koningin in audiëntie ontvangen. Te half vier kwamen de rijtuigen weer voor. Langs den keetsten weg werd naar het Stad huis gereden voor het afleggen van een offi cieel bezoek Aon het Stadhuis werden de leden van het Koninklijk Huis ontvangen door den burge meester van Maastricht, Mr L. B. J. vai%\ Oppen. De Hooge bezoekers begaven zich on middellijk naar de Raadszaal, waar de offï- cieele ontvangst pleats had. Nadat een aantal autoriteiten aan H.M. de Koningin waren voorgesteld, en aljen paats hadden genomen, rifhtte de burgemeester zich tot de Koninklijke Familie en begroette haar els volgt Majesteit, Koninklijke Hoogheid, Koninklijke Prinses Juliana Mij valt als burgemeester van Maastricht de groote eer te beurt U hier op het Maastricht- sche Stadhuis namens den Gemeenteraad en de gcheele bevolking dezer stad een eerbiedig en recht hartelijk welkom te mogen toeroepen en U te mogen vertolken de vreugdevolle ge voelens, die de Maastrichtsche burgerij bezie len, nu zij niet alleen het genoegen en het ge luk heeft Uwe Majesteit en Uwen Koninklijken Gemaal wederom te mogen begroeten, doch daarbij tevens den reeds lang uitgesproken wensch, om H. K. Hoogheid Prinses Juliona in haar midden te zien, in vervulling ziet gaan Namens den Gemeenteraad on de bevolking breng jk Uwe Majesteit daarvoor oprechten dank. De ontvangst U door Maastrichts' be volking bereid, moge U beter dan ik het in woorden kan doen de verzekering geven, dat in deze stad het hart warm klopt, niet alleen voor den Nederlondschen Staat, dien wij in Uwe Majesteit verpersoonlijkt zien, maar ook voor Uwe Majesteits Huis. In het bijzon der verheugt het ons, dat Uwe Majesteit heeft willen goedvinden, aan dit bezoek in Maas tricht een daad te verbinden, van groote bc- teekenis voor een deel van Nederland, doch in het bijzonder voer Zuid-Limburg en Maas tricht. Krachtens Uwer Majesteits besluit, zal morgen door Uwe Koninklijke dochter de eer ste spade in den grond worden gestoken, voor het kanaal dat Haar naam zal diagen, waar door een onverbreekbare bond gelegd zal zijn, tusschen Hare Koninklijke Hoogheid ^n dit be langrijk werk, waarvan wij een opbloei van onze scheepvaart en onzen handel en nijver heid en daardoor van onze welvaart mogen ver wachten.' Tot mijn leedwezen kan ik niet getuigen dat onze handel en onze nijverheid in den lnatsten tijd in alle opzichten redenen tot tevredenheid geven^ doch wij Limburgers behooren nu een maal niet tot de pessimisten en waar juist door de verbetering van onze verkeerswegen uit zicht op eene betere toekomst wordt gegeven daar is het voor ons zoo bemoedigend, dat door een Koninklijke daad bezegold wordt de toezegging van Uwer Majesteits regeering, dat aan den bouw van het Julianakanaal met allen spoed zal worden voortgewerkt. Moge het ons gegeven zijn, binnen zeer enkele jaren H. K. H. Prinses Juliona wederom in ons midden te mo gen begroeten, om haar en ons konaal plechtig te openen. Na de jaren van malaise, van werkloosheid en stilstand in handel en in dustrie, moge dan een tijdperk aanbreken van bloei en vooruitgang voor de stad, die aan on ze zorgen is toevertrouwd, wier welvaart te be vorderen onze plicht en onder Gods zegen ons streven is en steeds zal blijven. Wij hopen, dat wij ons daarbij steeds mo gen blijven verheugen in de groote belang stelling van -Uwe Majesteit I" De „Maastrechter Staer" zong de Koninklij ke Familie hierna op het Stadhuis „Domine Salvam fac reginam nostram" toe, terwijl de Oratoriumvereeniging met het Stedelijk Orkest het Halleluja van Handel ten gehoore brach ten. Voor het Stadhuis brachten daarop de schoolkinderen een hulde aan de Koninklijke familie, gevolgd door een Vaandelgroet van Zirid-Limburgsche vereenagingen en een défilé 1 zijn medeofficieren het geraden achtten een wakend oog over hem te houden, totdat de eerste opwinding van zelfverwijt gekalmeerd was. Alleen majoor Lavell zei Barbara iets van wat haar zoo zwaar op het hart lag. „Ik smeekte hem," riep zij nog warm van ver ontwaardiging, „niet met Tubal Longshankes te onderhandelen Majoor Lavell protesteerde flauw. „Het is nog niet bewezen", zei hij, „dat die schurk de daad bedreef. Ik vóór mij gelóóf niet, dat hij den moed voor zulk een onderne ming had. Men moet wel tegen wil en dank eerbied hebben voor den moed, de vindingrijk heid, die voor de vermetele daad vereischt wer den." Barbara was bereid dat toe te stemmen. Zij kon ook Tubals persoonlijkheid niet verbinden met de volkomen doodsverachting, die uit de daad sprak. Maar toch was iij overtuigd, dat Tubal het gedaan had. Zij had'hem in Daventry en daarna weer op Farndon Fields gezien. Het was Tubal, zij kon er niet aan twijfelen. Maar het gaf niets er langer over te spreken. Het hi^lp niets er over te redenecren. De daad was bedreven. Het vreeselijke was gebeurd. Als kólonel Scrape, overstelpt door wroeging, een eind aan zijn leven maakte, was dat slechts een gruwel voegen bij een al te lange lijst. Zij voelde ook, dat haar tegenwoordigheid alleen een voortdurend verwijt voor den ongelukkigen man moest zijn, en in waarheid was hij niet meer dan' ieder ander te laken. Barbara zelf, die het kasteel Broughton met al zijn bijzonder heden door en door kende sedert haar kinden- tijd, had nooit gedacht, dat de raadkamer van het dak te bereiken was. Nul dit was een einde van een gelukkigen droom; dc droom, dat de onschatbare genade h,aar geschonken was, iets voor haar Koning te der Limburgsche Schutterijen. Aan H. M. de Koningin en Prinses Juliana werden bloemen aangeboden. De plechtigheid werd opgeluisterd met muziek van de Koninklijke Harmonie. Na afloop van deze grootsche huldebetoo- ging van oud en jong Maastricht, keerden de Hooge bezoekers onder luide toejuichingen van de menigte naar het Gouvernementsgebouw terug. Het was eerst tegen half zes, dot het Gouvernementsgebouw werd bereikt. DE STAATSBEGROOTING 1920. Enkele opmerkingen van het Londbouwcomitt. Het Kon. Landbouw-Comité heeft over dc Steatsbegrooting 1926-non de Tweede Kamei enkele opmeikingen oer.geboden. Zoo acht het comic hot loten voortbestaon ven den toestond, dat landbouw ressorteer! onder een departement van odministratieven aard. schadelijk voor den landbouw, die een technisch, economisch karakter draagt. De onlogische samenvoeging van binnen- landsche zaken on landbouw zal voor den landbouw nog nadeeliger worden, nu, naar het schijnt, in de betrekking van directeur-generaal van den landbouw niet zal worden voorzien. Ofschoon de benoeming van den afgetreden directeur-generaal tot raadadviseur wordt ge waardeerd, omdat diens adviezen naast de praktische ervaringen der landbouworganisa ties van waarde kunnen zijn, is het comité van ohrdcel, dat een directeur-generaal van den landbouw als hoofd van den betreffenden dierst, niet kan worden gemist. Voor de nadere uitwerking van de wijze, waarop Staatszorg voor den Landbouw zal worden uitgeoefend, is een technisch hoofd, dat een weldoordachte eenheid weet te bren gen in de rdvieren der bef réf feilde hoofdamb tenaren; onmisbaar. De vacature *nan de landbouw-hoogeschool ontstaan door het overlijden van prof ir. S. Koenen, is nog steeds niet vervuld. Het comité is van oordeel, dat het onderwijs ri deze voor onze toekomstige landbouwinge nieurs zoo onmisbare wetenschap, die hen leert meeleven in het ontwikkelingsproces, da! 'zich economisch, sociaal cn ook psychisch in onzen landbouw voltrek;, niet to» zijn rechf komt door het onvervuld laten van dezen leer stoel. Het comité acht het ongewenscht, dat slechts bij hooge uilzondering een krediet zal worden verleend voor het houden ven een cursus tot «ve.dere ontwikkeling van ambtenaren bij den dienst van land-, tuin- cn boschbouw, zoomede van land- en tuinbouwonderwijzers cn von luinbouw-vekonderwijzers. Evenzoo is het on gewenscht geen nieuws toelagen voor voort gezette studie te verleenen. Het comité betreurt hei, dat geen post is uitgetrokken voor het verleenen van toelagen vooi het bezit der akten land- of tuinbouw kunde L. O. Voor Rijksstudiebeurzen ten behoeve van de Landbouw-Hoogeschool is een hoogcr bedrag nmgevraagd, terwijl de door middel van ver- cenigingen verstrekte beurzen niet zijn ver minderd. Het comité is van oordcel, dot, daar het voor de afgestudeerden1 aan de Landbouw-Hooge school nog steeds zeer moeilijk is een passen ds betrekking te vinden, het zeer gewenscht zoude zijn, indien deze beurzen niet meer wor den verstrekt en in ieder geval geen nieuwe meer worden beschikbaar gesteld. Verschillende consulenten komen met het hun beschikbaar gestelde reiscrediet niet toe. Deze post worde verhoogd. Het bedrog voor proefvelden enz. aange vraagd, is abnormaal klein, vergeleken bij de loodrogen, die voor ds consulenten cn het the oretisch onderwijs zijn uitgetrokken cn waar voor de proefvelden enz. noodzakelijk zijn. Een verhooging van dezen post zal het on~ derwijs en het werk der consulenten eerst ten volle vruchtdragend kunnen doen worden. Ten behoeve van de exploitatie van proef- boerderijen, wen'scht het comité subsidies, in dien von particuliere zijde door daden werke lijk word- Tstoon l dat in <feze zaken ernstig belang wordt gesteld. Dit is in sterke mate van toepassing op dc te stichten proefboerderij op zavel- en klei- giond in Groningen, waarvoor de bénoodigde gelden voor don aankoop door partjculieren cn .vercenigingen zijn bijeengebracht, en woar- ner o.a. met het oog op de wetenschappelijke onderzoekingen aan het Rijkslondbouwproef- station te Groningen voor den Nederlondschen landbouw behoefte bestaat. kunnen doen zijn schat voor hem te bewaren en zijn goeden naam te beschermen. Dat alles hoorde nu tot het verleden, en nu do onrust voorbij was, voelde Barbara een diepe moede loosheid. Het scheen inderdaad, alsof God niet langer aan de zijde van den Koning stond. Die vreeselijke nederlaag Bij Nasebyl en nu ditll Wat zou het einde van* dit alles zijn? Meer haat, zeker: want nederlaag aan één zijde cn overwinning aan de andere zouden die harts tochten voeden, welke tot nu toe slechts even het hoofd hadden opgestoken. Barbara begon zich af te vragen, wat Jim's gevoelen omtrent! dit alles was. Sedert dien noodlottigen Augus tusdag, drie jaren geleden, toen de Koning zijn standaard verbef tegen zijp volk, had Jim zoo los van alles, zoo onverschillig geschenen. Het moest hem toch zeker wel kunnen schelen. Niemand kon onverschillig blijven, nu het zoo ver gekomen was, de Koning een vluchteling in zijn eigen land, de hand van zijn volk tegen hem opgeheven, zijn oanhangers, die hem ver lieten de een na den ander. Zeker moest het Jim kunnen schelen! Maar wat had hij dien dag in de bosschen lusteloos geschenen, en hoe droevig! Het leek wel, alsof een vreeselijk ver driet als een molensteen aan zijn hals hing. En toen Barbara aan de droeve uitdrukking van zijn oogen dacht, vulden de hare zich dadelijk met tranen. Zij veegde ze snel weg met een ongeduldig gebaar. Waarom zou zij er iets om geven, als hij het niet deed? Het huis was nu volmaakt stil en de schadu wen vielen steeds 'langer op het grasveld. Bo ven in de lucht was de groote massa wolken levendig rose gekleurd, terwijl in de gracht de vochtige oppervlakte der waterleliebladeren honderden tinten van amethyst, smaragd en agaat weerkaatsten. De ondergaande zon had een mantel van rossig goud over het water Eene uitbreiding van de proefboerderijen op verschillende grondsoorten is voor den land bouw dringend noodig; het ware gewenscht, dat een vast systeem van subsidieering in de zen werd gevolgd, b.v. door een percentage von het exploitatie-tekort te dekken. DE AFSCHAFFING DER VERDEDIGINGS BELASTING II. Het verband met andere belastingen. De heer Van Aalten heeft non den minister van financiën de volgende vragen gesteld Is de minister van financiën voornemens, hex in de zitting 1924-1925 ingediende wets ontwerp tot herziening van de Verdedigings belasting II te handhaven n"ast het thans, zon der intrekking van gemeld wetsontwerp, ge dane voorstel tot afschaffing der Verdedi- gi'ngsbelasting II? Indien het antwoord op vraag I ontkennend mocht luiden, is don de minister voornemens, no te gclijker tijd met het wetsontwerp tot her ziening der Verdedigingsbclasting II ingediende wetsontwerpen jot aanvulling der ZegViwet '17. tot wijziging der successiewet, tot wijziging der wet op de inkomstenbelasting 1914 en tot wij ziging van artikel 33 der Lecnirvgwet 1914, niettegenstaande den Lij deze gelijktijdige in diening tusschen al déze wetsontwerpen gclcg- den bona, te handhoven? DE SALARISREGELING VAN HET RIJKSPERSONEEL. Een algemccne bcsturcnvcrgadcring der Centrale von Vercenigingen ven Personeel in 's Rijks dienst. Een tiental sprekers Iakch de sala ris-politiek der regcering. Men meldt ons uit 's Gravenhoge: Gisteren hield de Centrale van Vercenigingen van Personeel in 's Rijks dienst een algemeene bcsturenvergodering in 'de Oranje Sociëteit, onder leiding van den heer F. Perdok Hzn., ter bespreking van de positie, waarin het rijks personeel is geraakt door de afwijking van den duurtebijslag en het voteeren van drie miliioen voor 1926 ten behoeve der solorisverbetering. De heer Perdok critiscerdo de houding dcT regeering, De drie miliioen zijn, naar hij be toogde, onvoldoende om te bereiken, hetgeen de ambtenaren zich voorgesteld hebben op grond von uitlatingen der regeering No de inleiding van den voorzitter voerden verschillende afgevaardigden het woord. De heer S p r u y t (Departements-ambtena- ren) te 's Gravenhoge, betoogde, dat het regee- ringsbesluit verbazing en verbittering gewekt heeft onder de departementsambtenaren, die verwacht hadden, dat minister Colijn zijn be lofte zou houden. Het aantal voorschotten van allerlei bonken aan ambtenaren is buitenge woon groot, het aantal inhoudingen op salaris sen stijgt onrustbarend. De waardeering van het werk von den ambtenaar is gelijk nul. De heer Z w o 1 s m a n (Loodsenverecnigingcn) te Rotterdam, stemde von harte in met het door den voorzitter gesprokene. De Neder- landsche ambtenaren zijn als roependen in dc woestijn, omdat bij het Nederlondsche volk de gedochte is ingedragen, dat het heele budget door de ambtenaren wordt opgeslokt. Dienten gevolge vinden de ombtenaren bij het Ncd. volk moeilijk gehoor voor hun eischen. Spr. drong oan op samenwerking met andere organisaties en op handhoving van den eisch: een uitkeering ineens. De heer Van L o o (Federatie van rijks werklieden) te Helder, protesteerde ertegen, dat onder de ambtenaren er nog zijn, die de vertegenwoordiging op zich willen nemen van voorschotbanken, die leven ten koste der amb tenaren. Hij drong éïop non, dat het bestuur deze zaak onder de oogen zou zien. Voorts hoopte spr., dat het bestuur de eischen der ambtenoren krachtig zal blijven propngeeren. D,e heeT Bozen (Adm. Personeel der belas tingen) te Ittervoort (L.), noemde het georga niseerd overleg een mislukking en achtte den tijd gekomen om er uit te treden. Het is niet voldoende het bij moties te laten, men moet den moed hebben te dreigen met uit de centrale commissie in de bijzondere commissies van het georganiseerd overleg te treden. Men kan over leggen met fatsoenlijke menschen, maar won neer de partij, waarmee men onderhandelt, werkt met trucjes, dan moet men zich vrij ma ken om zijn eigen middelen tegenover die trucjes toe te possen. Hqt georganiseerd over leg heeft verlammend gewerkt op de organisa- geworpen, cn daardoor schemerden de donkere weerkaatsingen van de verwijderde bosschen, dicht en blauw en scherp, cn wezenlijker schij nend don de boomen zelf. 2. In diezelfde lustelooze stemming van moede loosheid dwaalde Barbara doelloos rond in den tuin, zich nauwelijks bewust van de schoonheid van den zonsondergang, den volr^aakten vrede van haar omgeving. Na een poos dacht zij aan Rex cn ging naar de stallen, om naar hem te zien. Het eerste wat zij zag, was Stella, gezadeld en Matthew, die er naast stond te wachten. Tot dit oogenblik had zij zelf niet kunnen zeg gen, of zij plan had bij hoor vroeger plan te blijven, om Jim op te zoeken of niet, maar nu, bij het zien'van Stella, was zij plotseling over tuigd, dat de noodzakelijkheid om hem te zien, hem te smeken de buurt te verlaten en in geen geval meer naar Shutford te gaan, gebiedender dan ooit geworden. Hoe had zij een oogen blik die dringende noodzakelijkheid kunnen ver geten?' Zij wist, dat kolonel Scrape reeds bevel had gegeven het land te doorzoeken naar dien schurk Longshankes; een troepje ruiters was er reeds op uit gegaan, meende zij; en konden zij bij het zoeken naar Tubal niet toevallig Jim Fiennes vinden en denken, dat zulk een adelijk gevangene hun kolonel zou bevallen? Het zachte hinniken van Stella, toen zij haar zag, bracht al deze gedachten als een bliksemstraal in Barbara's hoofd terug. Matthew een snel bevel te geven, vlug naar het huis terug te loopen Bn hq^r rijkleed aan te trekken, was het werk van tien minuten op zijn hoogst. Zij was inderdaad in minder dan een kwartier op Stella's rug op weg door de velden; een galop over het stop-" pelveld, een paqr sprongen over heggen en den ties, waarom spr. gaarne een mandaat gegeven zog aan het bëstuur om met uittreding te dreigen. De heer v. d. Burg (Rijksmunt) te Utiecht, betoogde eveneens de noodzakelijkheid van snlorisverhooging en wees op de belasting schuld van vele ambtenaren. Aan 's Rijks Munt zijn ambtenaren die in 't geheel geen aanslag biljet meer krijgen. Dat komt oan dc Munt en de directeur betaalt het en houdt iedere week zooveel von het salaris nf. Spr. wenschto het sularfs gebracht tc zien op het peil van 1920. De heer Mensen (Beambten bij Rijks instellingen) te 's Gravenhoge, bepleitte terug brenging der salnrissen op het oude peil in- plnats van een duurtebijslag. De he«r Deen (Visiteerende ambt bij de belastingen) Rotterdam, sprak over dc onbe trouwbaarheid der regeering, die niet misge- rekend heeft, maar met opzot dc zaken heeft voorgesteld zoools- zij deed. De heer Po eist ra (Rijkspersoneel bij het gevangenis-, tucht- cn opvoedingswezen) te Leeuwarden, betoogde, dat de regeering on- doelmotig en onoordeelkundig het mes erin ge zet heeft cn daarmee getoond heeft niet be rekend tc zijn voör haar1 taak. Spr. bestreed ook dc classificatie als onrechtvaardig (geroep: juist!). De heer N a b e r (H. O.-pcrsonecl) to Utrecht, wees erop, dat do wachtgelders voor een toeslag niet in aanmerking komen en drong erop aan, dat de centrale ook voor deze groep zal opkoipcn. Na repliek stelde do voorzitter oen motie voor, te zenden aan de Tweede Kamer, die onder applaus werd goedgekeurd. In deze motie spreekt dc vergadering als haar oordeel uit: dat de salarissen in het „Bezoldigingsbesluit T925" cn de loonregelingen voor de Rijkswerk- Heden niet op peil zijn; dat de drie miliioen gulden, welke de Regee ring voor de herziening der salarissen en loonen bcschikboar stelt, ten ecnenmnlo ontoereikend is; dat de ernstige finoncieele toestond, waarin het Rijkspersoneel thans verkeert, oogenblikkc- lijke voorzierftng cischt, en dot hét georganiseerd overleg op de thans gestelde basis niet tot bevredigende resultaten leidt cn derhalve wijziging behoeft. De vergadering dringt er bij de Kamer met klem op oan dat een zoodanig bedrog worde beschikbaar gesteld voor de salarisherziening, dat het algemeen salarispeil van het bezoldi gingsbesluit 1925" worde gebracht op 95 van dot van het „Bezoldigingsbesluit 1920" en dot het daarvoor voor 1928 bcnoodigde bedrag eveneens beschikbaar worde gesteld voor een uitkeering in eens voor T925, met dien ver- stonde, d it deze uitkeering niet mag pracjudi- cceren voor hetgeen in 1926 bij de herziening zal worden toegekend. Ten slotte wenscht de vergadering dat da Regeering het overleg met haar personeel zoo regele, dat het tot meer bevredigende uitkom sten mag leiden. DE ORKAAN BOVEN HET OOSTEN VAN ONS LAND. Een vierde gift van 50,000 von het Smcroefonds. Het bestuur van den Kon. Nat. Bond voor Reddingwezcn cn Eerste Hulp bij Ongelukken „Het Oranje Kruis" ontving van het bestuur van „Het Smcroefonds" te Batavia ten vierden male telegrafisch een gift van 50.000 voor dc slachtoffers der stormramp. DE HAAGSCHE ROOFHOLEN. Het perceel met de gouden stoep. De rechtbank te den Haag heeft met gesloten deuren behandeld eenigc zaken tegen bewo ners van een perceel aan de Spinozastraat, welk perceel indertijd in verband met de vele aangiften bij do politie van beroovingen, welke daar zouden zijn gepleegd cn waarvan verschil lende belangrijke bedragen beliepen, den bij naam kreeg van het perceel met de gouden stoep. Deze zaken betroffen behalve een beroo- ving het gelegenheid geven en het bevorderen van ontucht. Het O. M. eisch te tegen den 38-jorigen koopman T. K. 4 jaar, tegen de vrouw C. E. B. W., 3 jaar en tegen de vrouw A. M. L., huis vrouw van K., 1 jaar gevangenisstraf. Als verdedigers van beklaagden traden op mrs. Bekker en de Heart. smallen stroom, en zij was in het gezicht van de hut van den smid. Dat was haar eerste doel; Tubal had gezegd, dat Jim van tijd tot tijd Peter Mudge kwam bezoeken, en dat hij daar zijn paard stalde. En toen Barbara Stella inhieid, zag zij, dat een slank kastanjebruin paard in de schuur stond. Maar zij had wat moeite Mudge te overtuigen, dat haar bedoelingen ten opzichte van Jim goed waren, en om inlichtin gen van hem te verkrijgen omtrent Jim's mo gelijke verblijfplaats. De man was blijkbaar een vurig aanhanger van zijn heer en van al de Fiennes, en zag er uit, of hij voor hen door een vuur zou loopen. Hij was eerst zeer halsstarrig, en ofschoon Barbara hem in haar hart niet anders don prij zen kon, hod zij wel kunnen huilen van boos heid, wont de tijd ging voort, en het gevaar voor Jim werd dreigender. „Als ge me niet helpen wjlt, man", zei Bar bara met vurigen ernst, „om uw jongen mees ter te vinden, zal ik hem alleen gaan zoeken. Vijanden zijn hem op het spoor, en als hij ge vangen genomen wordt, helpe God u, want don zult gij de schuit zijn van zijn dood". Maar de man schudde het hoofd met rustige koppigheid. r,Ziit gij ook niet een vijand van den jongen meester?" antwoordde hij; „gij,, zijn vtouw, en gij staat aan den kont van hen, die hem zouden dooden, als zij er de kans toe zagen (Wordt vervolgd).

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1925 | | pagina 5