'ra,^an9 AMERSFOORTSCH DAGBLAD „DE EEMLANDER"Zaterdafl 14Wov-1925 FEUILLETON De Hani! mei hel Litteeken. TWEEDE BLAD. Om de Democratie, Onlangs verscheen een brochure van den leider van den Vrijheidsbond^ Mr. Dressel- huys, ondier 'bovenstaand opsohri-ft. (Deze brochure niet te verwarren met Mr. Ouri's naslagwerk onder denzelfden titel, -vaarv in dit voorjaar tegen het einde der zit ting van de Tweede Kamer het tweede deel versdheen). Wait is „democratie"? vraagt hij. Wel weet bij, dat er bibliotheken vol boeken beslaan, vol van geleerdheid over dit begrip, en mei evenveel definities, maar dit brengt ons eer tot verdere begripsverwarring dan tot duide lijk begrijpen. Naar zijne meening is „demo cratie een „weihaest politiek versleten woord dat in onzen tijd opnieuw dienst moet doen. Ik geloof, dat deze uitspraak dr begripsverwarring slechts zal doen toene men. Democratie is geenszins een begrip, waa»- mee slechts in de laatste tiental'en van jaren is geschermd, en dat thans, na het verkrijgen van het algemeen kiesrecht, kan worden opgeborgen. Integendeel, demo cratie is de toepassing in het openbnrp leven van een bepaalde mentaliteit, een mentaliteit, die niet van vandaag of gisteren is, maar die door alle lijden heen tot uiting is gekomen; natuur'!jk verschillend naar ge lang van omstandigheid, van plaats, van tijd en van volk, maar toch steeds voort spruitende uit eenzelfden ionerlijken aan drang, die aan geen tijd' gebonden is. Do eerste eisch der democratie is, dat regeermacht en wetgeving steunen op de vrije, georganiseerde wilsuiting van het ge heele volk. In onze geschiedenis zien we telkens weer die eisch tot uiting kernen, wanneer de regeering nalatig blijft, zich aan te passen aan den door de omstandigheden gewijzigd en volkswil. ,.Het democratisch be ginsel, dat heel iets anders is dan het revo lutionaire, zat hier de menschan in het bloed." En geen wen derf Terwijl wij tegen woordig van „christelijke" zijde steeds moe ten hooren, dat de Overheid slechts Diena resse Gods is in de Memorie van Ant woord over Hoofdstuk I dei Staats be gr ac ting 1926 kunnen wij weer lezen, dat „het gemeenschappelijke uitgangspunt, dat >an God Almachtig alle gezag en recht is af ',p ledden, den drie reChtsohen fracties het steunpunt schenkt, dot elke andere partij- groepeering zou missen" werd in het midden der 17de eeuw aan de gereformeer de jeugd hier te lande geleerd, dat „de Overheid eene menschelijke ordening is, en de wijze, waarop zij is vastgesteld is over gelaten aan der menschen vrijheid". Het is duidelijk, „dat een jeugd, die bij zulke 'be ginselen werd 'opgegeid, die op de catechi satie hoorde van een gezag, dat eigenlijk berustte bij de vertegenwoordigers ^an het volk, die het tijdelijk weder terug konden nemen, door de kerk zelve democratisch werd opgevoed." „Kan het dan verwonde ren, dat bij de eerste democratische uiting op staalkundig terrein, de woelingen in de tweede 'helft der 18de eeuw, zooveel predi kanten van naam aan de zijde der patpot- ten stonden en ijverden voor de rechten des volks?" Het volk verlangde inv'oed te heb ben op den ff&mg van zaken, en daardoor herstel ven zijne grieven, die vele waren en rechtmatig: de toestand van het volksonder wijs 'let alles te wensen en o;er, de inning der belastingen ging met veie mgereoh.ig- heden gepaard, bij de r'eöhtsbed'eeling was van gelijkheid van alle bur: ers voor de wet geen sprake. In Augustus 1786 verd le Amsterdam een vergadering ge1-ouden van 70 voorname patriot.en uit het heele land; zij wensc!hten een regeenng bij vertegen woordiging van het volk, gegrond op den aard der constitute en de privilegiën der bijzondere gewesten, met een daaraan on dergeschikt stadhouderschap, erfelijk rn het huis van Oranje. Met de eisch en der de mocraten, die men vooral moet den in het licht van dien tijd werd evenwel geen rekening gehouden. Het onvermijde lijke gevolg was de omwenteling, die in 1787 uitbrak, toen mislukte, maar de aan leiding werd voor de omwenteling van 1795, die aan het stadhouderschap voor al tijd een einde maakte. Na 1813 vierde in Europa de reactie hoog tij, ook in Nederland. Maar daardoor wer den juist de aanhangers der democratie tot nieuw leven gewekt. Toen de afscheiding van België een voldongen feit was, moest de grondwet aan den nieuwen toestand worden aangepast. Terwijl de conservatieve partij de herziening wilde beperken lot het geen onmiddellijk uit de afscheiding voort vloeide, hoopten de liberalen tegelijkertijd •het staatsbestuur in democratisch en zin te hervormen; zij verlangden vervanging van de getrapte verkiezingen voor de leden van de Tweede Kamer door rechtstre&kscbe ver kiezing-en, uitbreiding van het kiesrecht, en vooral invoering van koninklijke onschend baarheid en ministerieele verantwoordelijk heid. De strijd tusschen liberalen en con servatieven eindigde met de overwinning van de laatsten. Maar aan de uiteindelijke zege der democratie was niet te ontkomen. De volksbeweging van 1848 bracht in de grondwet de beginselen, waarvoor d-s libe ralen'in 1840 tevergeefs hadden gestreden. Misschien is er in de jaren, na 1843, ook wer gezegd, dat de democratie had1 afge daan, dat het woord „welhaast politiek ver sleten" was. Edoch d'e geschiedenis leert anders. Met 'het voortschrijden der politieke om wikkeling van het volk, kwam de demo cratie die in 1848 werd bevredigd met ni euwe eisch en. De staatszaken waren in 1848 gebracht onder den direct en in vloed van het volk, althans van de daartoe aangewezen groepen. Steeds duidelijker kwam de wensch naar voren, lot die groe pen steeds meerdere te betrekken, opdat waar'ijk de reigeering zou worden uitge oefend ten behoeve van, onder contró'e van, maar dan ook onder verarntwoordenjk- heicl van 'het gehecle volk. De strijd, die in de gelederen cl'er liberalen hierover werd gestreden, gaf in 1901 'het aanzien aan de vrij z in n i g-d' em ocroten. Met de in- voering van algemeen kiesrecht en even redige vertegenwoordiging is de laatste stap ■gezet op d'en weg der staalkundige demo cratie. Is daarmede de taak der democraten van de baon? Geenszins! Vooreerst hebben zij pal te staan voor het behoud van het ver- kregene, en voor de juiste toepassing erven, te waken tegen ondermijning der democra tische praktijk door nationalistische en fas cistische strevingen. Maar. daarenboven heeft de democratie de veelomvattende taak toe te zien, dat over het geheels terrein, dat de overheid bestrijkt, alle bestuurshan delingen worden gedragen door het belang van het geheele volk, opdat de regeering geschiede door 'het volk, voor het volk. Te velen rijn geneigd, het algemeen belang te verwarren met 'het eigen belang, of met 'het belang van een bepaalde groepl Tegen over zulke ban delingen waartoe z:j leiden leert ons alweer de voorgeschiedenis van den patriottentijd komt de democratie in verzet. Wil men niet de opleiding der Indische bestuursambtenaren onder den invloed der koloniale ondernemers, in plaats van /óór alles het oog gericht te houden op het be lang der koloniale blanke en bruine bevolking? Is er niet een streven merkbaar, om het volksonderwijs dienstbaar ie maken aan de belangen der kerkelijke machthebbers? Worden de scholen, onder verwaarloozing van het openbaar onderwijs, neg meer fan tot nu toe, aan de ouders overdreven, din zal het gevolg zijn beter onderwijs "oor dn kinderen van welgestelde orders, en vcr.a- ging ven het onderwijs oei] op de „volks- sdholen". Daarentegen is de taak der de mocratie, zorg te dragen, dat ons algemeen vormend lager onderwijs verbeterd' worde en aan allen gelijkelijk ten goede kome. opdat voldaan worde aan den eisch g e- 1 i j k e kans op ontwikkeling voor allen. En ligt het nic-t in de bedoeling, naast het opleggen van nieuwe lasten maar bij voorkeur indirecte! de directe heffing van het inkomen te verlichten? Deze maat regel heet noodig voor de kapitaalvorming, komt inderdaad slechts een betrekkelijk kleine groep ten goede. Daartegen zal de democratie front maken, opdat niet zachtjes aan tot een aanfluiting worde de leus b p- lasting naar draagkracht. Nooit zal de taak der democratie teneinde zijn. De mentaliteit, die d-e oorsprong is der dèm-ocralis-che staatsmanskunst, vloeit voort uit naastenliefde. De tegenstanders, wier wachtwoord is eigenliefde, zijn nog met ver slagen, zullen in deze wereld nooit geheel verslagen worden- De strijd zal duren tot de voleinding der wereld. Maar elke over winning zal de democraten met nieuwen moed bezielen om te volharden bij hun edel streven. STAATSBEGROOTING VOOR BINNENLANDSCHE ZAKEN. Dc Memorie von An tv/oord. Verschenen is de Memorie van Antwoord in zake Hoofdstuk V der Staalsbegrooting 1926 (Binncnlandsche Zaken en Landbouw.) Het vol gende is er aan ontleend Zomertijd Waar twee initiatief-voor stellen bij de Kamer aanhangig zijn, meent de minister zich van het aankondigen van voor nemens te moeten onthouden. Echter deelt hij mc-de, dat de door sommige leden aangegeven op'cssing (invoering van den Midden-Europee- schen tijd voor het geheele jaar), ook oan hem sinds jaren de juiste schijnt. Wijziging van de Provinciale W e t. Omtrent deze materie wil de minister een onderzoek instellen. Uitbreiding van do be voegdheid van Gedeputeerde Staten ware z. i. te verkiezen boven het laten van meerdere vrij heid dan de wet thans geeft voor de gewone vergaderingen der Provinciale Sinten. Kieswet en verkiezingen. Grond wetsherziening tot afschaffing van het actief en passief vrouwenkiesrecht ligt niet in het voornemen. Tooneclccnsuur. De minister heeft niet den indruk, dot de toestand op gebied der tooneelcensuui onhoudbaar is. Er schijnen dan ook geen termen aanwezig, om de bijzondere aandacht tc vestigen op art. 188 der Gemeente wet. Forenscnbelasting. Daar, naar het inzifcn van den minister, een wetsontwerp tot wijziging van de gemeentewet met' betrekking tct de plaatselijke belastingen ongewijzigd kon blijven, zal de M. v. A. neg een oogcnb'ik op zich laten wachten. Zakelijke bedrijfsbelasting. Dc minister acht het onraadzaam reeds thans te rug te komen op de eenige jaren geleden aan de gemeenten gegeven verruiming van het be lastinggebied. Burgerwachten, v r ij w. landstorm cn po'itictroepen. De minster betoogt, dat deze instellingen vooralsnog niet kunnen worden gemist. Landbouwpolitiek. De minister is van mccning, dat op het gebied van den land bouw (in den rulmsten zin des woords) de overheidszorg zich in de laatste decennia op gelukkige en raticneele wijze ontwikke'd heeft. Die zorg was er op gericht, om de voor waarden te scheppen, v aardcor he' bedrijf zoo economisch mogelijk werkcr.d u:t eigen kracht tot hcogen Hoei kon komen. Het komt den mini-ter voor. dat in die lijn moet worden voor.gerasn, en dat uitgaven voor den land bouw in die richting gedaan als productive uitga. cr. van den eersten rang rr.cgcn worden beschouwd. Het wet ontwerp tot reg.ling van het mid- rVhaar cn lager landbouwer oerwijs waarvan de openbare behandeling destijds geschorst is, is door den minister in studie genomen. Hot zal hetzij ingrijpend werden gewijzigd, hetzij worden ingetrokken, met indiening van een nieuw ontwerp. Ofschoon de onderhandelingen, welke met Duitschland worden gevoerd, ten einde te komen tot verlaging van de invoerrechten, welke in dat land geheven worden op land en tuinbouwproducten en op paarden, reeds in een ver gevorderd stadium verkeeren, kun nen zij op het oogenblik nog niet als ge eindigd worden beschouwd, zoodat thans om trent de verkregen resultaten nog geen mede deeling kon worden gedaan. De proefnemingen tot bestrijding van het mond- en klauwzeer door middel van immuni- satie, zijn aanvankelijk gimstig verloopen. Toch kon een eindoordeel eerst worden ge vestigd, indien over veel ruimere ervaring kon worden beschikt. Intusschcn mag gegrond© hoop worden gekoesterd, dot wij stoon aan het begin van een overgangsstadium in zake mond en klauwzeerbestrijding. D i r e c t c u r-g encrool van den land bouw. Ten oGnzien van de functie van direc teur-generaal van den landbouw heeft dc mi nister terstond nn zijn optreden de adviezen, van ccnige groote landbouworganisaties ge vraagd, we ke odviezen op dit oogenblik mec- rendeels nog niet zijn ingekomen.. Nadat die adviezen zijn ontvangen, hoopt do minister zoo spoedig mogelijk zijn eindoordeel te vormen. De functie van adviseur, waarvoor op de be- grooting een bëdiog van 2.000 was aange vraagd, zal niet blijven bestaan, indien in de vacature van directeur-generaal wordt voor zien. Steun oan de Noordzccvisschc- r ij. Op de vraag of de minister bereid is voor de Nederiondsche haringvisscherij iets te doen antwoordt hij, dat vcrschil'cndc nadeeligc in vloeden welke ongunstig op de uitkomsten van de haringvisscherij inwerken, niet in dc eerste plaats door rcgecringsmaatrcgelen zijn weg to nemendot de verlaging der kosten van soci ale maatregelen niet behoort tot de zoken, waarvan dc behartiging aan zijn departement is opgedragen, en dat, wat het nemen van maat regelen tot het tegengaan der knoeierijen in den haringhondel betreft, dit in eerste instan tie op den weg ligt van belanghebbenden, cn van hun organisaties, waarbij dc Regeering echter zekeren steun wil verleenen. Met betrekking tot de vraag, welke maatre gelen de minister zich voorstelt tc nemen ten opzichte van de bescherming der scholvisschc- rij, word: medegedeeld, dat de Nederlandsehn Regeering zich naar aanleiding von een desbe treffende vraag von den Deenschen gezant be reid verklaard heeft op voorwaarde, dat de andere bij dc Noordzeevisschcrij betrokken lan den zu'ks ook doen, deel tc nemen aan een tc Londen tc houden conferentie, waar oan de hand van de op de vergadering te Amsterdam aangenomen resoluties een internationale over eenkomst ter bescherming van do schol zal worden voorbereid. Verder worden maatregelen overwogen ter bescherming van de visscherij op en den aan voer van ondermaatsche schol. HET ONAANNEMELIJK TRACTAAT. Dinsdag o.s. in de Belgische Kamer. Dc minister van buitcnlnndsche zaken Von- dervelde zal naar uit Brussel aan de Tel wordt geseind Dinsdag o.s. in de Kamer een uiteenzetting geven van de buitcnlondsche politiek. De minister zal ook een korte beschouwing wijden aan het tractoot met Nederland. Hij zal de overtuiging uitspreken, dot een occoord mogelijk is cn hij zal verklaren, dot de Belgi- che regeering besloten heeft, elk misverstand weg te nemen met betrekking tot de punten m het tractaat, waartegen bedenkingen gerezen zijn. De minister zal niet op de onderdeelen van fleze verschilpunten ingaan. DE TABAKSWET. Verlenging van den termijn, ge noemd in ortikel Ö8a. Verschenen is de Memorie van Antworrd op het Voorlooplg Verslag der Tweede Kamer betreffende het wetsontwerp tot verlenging van den termijn, genoemd in ei t. &8a der To- ba Is wet, zooals dat artikel is gewijzigd bij de wet van 30 December 1924 Daarin wordt gezegd, dat de minister zich beperkt tot het wederom voorstellen ven een v ilen .ing met niet meer dan écn jaar. Dit moge worden verk'aord uit de wenschc" lijkheil het voortbestaan van niet aan de be palingen van de arribelen 23 en 40 der Ta bakswet voldoende 1 oka]'triten niet langer te bestendigen dan s,riht noodzakelijk is te ach- De minister is voornemens, daadwerkelijke fabrikanten, wier werkplaats niet voldoet oan art. 23, Iste lid der Tabakswei, of die in strijd met art 24 in een woonvertrek arbeiden, door het verstrekken van een voorschot in de ge legenheid to stellen zich aan dc bepalingen van de Tabakswet non te possen, voor zoover dat noodig en billijk mocht zijn Zoodanig voornemen bestaat vooralsnog niet ten aanzien van hen, die onder een onti heffing ex artikel 88a weaken. DO LOGERORGANISATIE Ongeacht de ontslagaanvrage der R.-K. mi nisters heeft gisteren dc Rand van Defensie vergaderd over dc militaire reorganisatieplannen der regccring. DE SALARISSEN VAN HET P. T. T.- PERSONEEL. Wat dc regccring voorstelt, Nnnr die „Tel." verneemt, heeft do directeur- generaal der Posterijen en Telegrofie 'n schrij ven gericht aan dc Commissie van Overleg voor de Posterijen, Telegrafie cn Telefonie in zake dc wijzigingen dor salarisregeling voor hel P. T. T.-personcel. Daarin wordt o.m. op gemerkt De solcrisrcgeling van hot P. T. T.-per- sonecl moet nog steeco verband houden met de tegenwoordige pcrsoneels-oi guni* satie. Zoools u reeds is medegedeeld, zul len de salarissen van de betrokken perso neelsgroepen oan een nadere beschouwing worden onderworpen, indien in 8?zc orga nisatie wijziging komt. Thans is alleen aan de orde het gladstrijken van plooien in de tegenwoordige solorisregeling, waarbij 't sa larispeil in het algemeen niet mag wor den verhoogd. Het is niet mogelijk gebleken, in ver bond met consequenties voor personeels groepen bij andere tokken von dienst, om het min'mum voor sommige categorieën, bijv. kantoorbedienden 2c klasse, tc bren gen op ƒ1200." Aan het schrijven is toegevoegd een staat, houdende cb jaarwedden volgens het Bezol digingsbesluit 1920, de voorstellen non cn het daarop gevolgde advies van de Commisrie van Overleg van eind 1924, benevens de soln- risrcgcling, zoools die sinds 1 Jonuori 1925 geldt, cn de „voorstellen tot het gladstrijken der plooien." Daaruit blijkt o.m., dot de salarissen von werklieden der 2e cn le klasse niet zullen wor den verhoogd. Evenmin dien van bestellers, kantoorknechts, stokers en zaalwachters. Wel die van magazijnbedienden nan de magozijncn von postzegels. Dezo worden van 25.44 30.24 per week gebracht op 26.68— 31-28, ongerekend de pcnsiocnoftrek van 8Vt pet. Wat de schrijvers aangaat, zij zullen in drie groepen worden ingedeeld. Sinds 1 Januari 1925 geldt voor hen een minimum cn maximum von 10C0 en f 1700. Voor zooveel de eer ste groep, die der machineschrijvers, aangaat, worden deze bedrogen f 500 en 900, voor de schrijvers der 2e klasse blijven de bestaan- d* minima en' maxima gelden, terwijl zij voor die der le klasse gebracht zullen worden op f 1600 en f 2100. Voor de hoofdbestellcrs wordt het minimum van 1400 op 1500, en het maximum van 2300 op 2400 gebracht. Niet verhoogd zijn de salarissen van kontoorhouders der 2e klasse en le klasse, evenmin die van chef expediteurs, opzichters, magazijnconvmiezcn en van bureau-ambtenaren. In het algemeen zijn de beslaande minima en maxima gchandhanfd. met uitzondering van die der schrijvers, die deT kantoorbedienden 2e klasso (maximum verhoogd von 2000 tot ƒ2100), kantoorbedienden le klasse (Van 2500 als maximum tot f 2600) en van nof enkele kleine groepen van geëmployeerden. Bij vergelijking blijkt, dat aan het advies /an de Commissie van Overleg slechts oj enkele punten gevolg is gegeven. Genoemd* commissie zal 17 en 18 November a.s. bijeen komen, teneinde de Regecringsvoorstellen t* bespreken. HET STEMPELEN VAN EIEREN. Het „Ned. Weekblad voer den hondel in Kru denierswaren" meldt, dat dc Nederland- sche regeering besloten heeft, het wetsontwerp inzake het stempelen van eieren, in verband met gewijzigde inzichten der Engelsche regee ring, te loten rusten en eerst of te wachten mei welke voorstellen het Engelsche kabinet in der. loop van 1926 zal komen. Niet alleen ontijdige lof, maar ook ontij dige aanmerkingen doen kwaad. PLUT ARCHES. Uit het Ëngelsoh van B.nonesse ORCZ>' (Geautoriseerde vertaling van A. T.) ƒ.5 Dit denkbeeld beviel hem inderdaad meer dan iets anders. Het was zoo'n zachte pleister voor zijn gewonde eigenliefde: het vluchtende leger van den verrader Fairfax onthaald op het schouwspel van de ophang'ng van Jim Ficn- nes, den spion, die de brieven van den Koning gesloten had, en zonder deze schitterende over winning de zaak van den Koning bijna ten ver- derve geleid had. Ja I laat hen komen, de man nen en vrouwen uit den omtrek! Zij zouden des te welkomer zijn, omdat hun trouw mis- sch'en niet zoo vast was als kolonel Scrape wel gewenscht zou hebbenLaat hen komen en zien hoe verraders en overloopers, spionnen en dergelijke ongedierte behandeld werden in de eerste plaats volgens God's rechtvaardigheid en dan op bevel van den Koning I Laat ze komen I Boek IV Het voorbijtrekken van den storm. HOOFDSTUK L Jonker Jim. 1 En toen de schaduwen van den avond be gonnen te vallen over het oude kasteel en de groote ramen van den westelijken vleugel ri t meer schitterden von de terugkaatsing van een prachtigen, stormachtigcn zonsondergang, werd het kasteel Broughton het tooneel van koorts achtige opgewondenheid. Het plein von het kasteel, de tuinen, stallen, grasvelden, wer den overstroomd door oen opgewonden me nigte; mannen, vrouwen, kinderen, hadden hun kamp opgeslagen, waar rij maar plaats kon den vinden om te l'ggen of te zitten, cn zij had den het grootste deel van hun bezittingen me de gebracht. De poortgebouwen waren op be vel vsn den kolonel voor hen geopend, en zij waren bij masa' binnengestroomd, als een kud de opgejaagde, verschrikte dieren die bescher ming zochten tegen het vluchtende leger, dat in de verdwaasde en opgeschroefde verbeel ding gemaakt was tot een verwoestenden geesel voor de geheele streek. De wildste geruchten deden de ronde Glou cester was verwoest, Warwick in brandgesto- ken, Olivier Cromwell opgehangen op bevel van den Koning, Zijne Majesteit op weg naar Londen, de ruiterij van Raglan achtervolgde de Rondkoppen. Geen tijd ng was te ver gezocht, te onmogelijk, om onmiddellijk geloof te vin den Het leven binnen de kasteel muren was als het gegons van myriaden zwermende insecten, en teen de nacht over het schouwspel viel, weid dit nog woester en meer toovcrachtig. Hot was een donkere avond. Zware banken van drij vende wolken verduisterden den hemel, en van ver weg klonk het gerommel van den donder. Bij tuschenpoozcn verl'chtte schichten- van zo- merweerlicht voor een oogenbrik het golvende land achter dc gracht en de bosschen van ©be en eikeboomen, die reusachtige schildwachten geleken, welke een onzichtbare vesting be waakten; en dan scheen voor een deel van een seconde het water van de gracht als een meta len spmrjcl, d'e de bleekc, spookachtige kro nen d?r lelies cn haar donkere, metaalachtige bladeren weerkaatsten. Maar overigens log het kasteel rondom in duisternis; binnen de mu ren wos beweg'ng, kleur en licht, maar ron- dem log over heuvels cn dal een donker kleed gespreid. Aan den noordelijken kant van het huis was een onophoudelijk kernen cn guan. Soldaten en boerenjongens maakten gekheid mot ci an der. vrouwen zaten bij elkander op den grond met kinderen, die zich aan haar rokken vast hielden en mnn 'en met levensmiddelen, pan nen, cn kleeicn en bed 'engoed in slor." ge sta pels om haar heen verspreid. H:er en dear was een vuur aangestoken en ccn ketel cp een drie voet van stokken gezet om pap te keken of ale te wannen. De zware atmosfeer was vol van de geuren van eetwaren, specerijen, houtskool en pijn- boomen. De groote ijzeren lantaarn boven het poortgebouw wierp een kring van dof, geelach tig licht om zich heen en deed den stalen helm von een der sch'l wachten aan de poort, of den hellebaard van een soldaat, die dichtbij op post stond, glinsteren. Mennen liepen heen en weer, sommi en van hen droegen fakkels van pijnboomhout, die plotseling en gchcimzir.n'g licht wierpen op een groep opgeheven gezich ten of gekromde ruggen, of fantastische scha duwen gaven op de steer.cn van het plein schaduwen, die zich bewogen en uitstrekten, en tot lange, rustelooze, sombere spookgestalten werden,, die met lang© armen de kasteelmuren trachtten te bereiken. De hitte was ontzettend. Kinderen schreiden en kropen, tegen hun moe ders nan, onrustig cn bong voor den naderen den storm; de vrouwen wierpen haar doeken af cn zaten met bloote handen en armen om haar knieën geslagen, nu cn don beschenen clcor hei flikkerende licht. Juist in het gezicht van het poortgebouw werd inderhaast een galg opgericht, die met lange, grimmige armen wees naar het stat'ge, voorou 'crlijke huis van den man, die op het punt stond, den dood van een mbdad ^er to sterven. Terwiil een paar soldaten bezig waren de galg op te zetten, stoncen er een zestal bij op wacht; sti! cn somber, leunend op hun hellebaarden, probeerden zij niet te luisteren naar dc scheld- en spotwc.oi den, die de menig te hun toeriep. Ieder/en wist voor wien die galg werd op gericht. Het gerucht was al reeds bekend ge worden, dat ren Fiennes, de ouds'e zoon van Mylord Soye and Sele, beschuldigd van spion- nage, als een gewone dief zou worden opge hangen men zeide op bevel ven den Koning; maar dit geloofde niemand. Zou de Koning gelesten, dat de zoon van zulk een aanzien lijken lord opgehangen werd? Neenl Het was, omdat die Kcningsgezir.dsn het kasteel Brough- ton hadden veroverd cn het niet weer wilden opgeven Nooit weer en daarom brachten zij jonker Jim nu ter dood, en zij waren van pion don jonker Nathaniel en jonker John tc loten volgen, totdat er gren enkel lid der fn- mi'ie Picrnes overbleef, om de aanspraken der koning^gez'ndcn cp het kasteel te betwisten. Dit was het praatje dat rondging en waarover gesproken werd, terwijl de hamerslagen der timmerlieden tegen de kosteelmuren weerkaat sten. en het verwijderde rollen van den don der hun werk begeleidde. En te denken dat er mannen gevonden wa ren, die dit vuile werk wi'den deen! Mannen! Mennen uit Oxfordshire^wier vaders cn groot vaders, en nog meerderen voor hen, sedert tallooze geslachten in dienst van de Lords^, Saye and Sele geweest waren. En zooals geen mannen uit Oxfordshire, dan mannen uit de naburige graafschappen! Neen! Geen monnenl Ellen Jelingen, lafaards! Dot waren zij! En wi© zou Jonker Jim het touw om den hols doen, dat zouden zij wel eens willen weten. De vrouwen waren lu'der in haar afkeuring don de mannen. Jonker Jim! dien zij allen als jongen gekend hadden; hij, die nog geen vlieg kwaad zou doen, en die meer om een hond of een paard gaf, dan de meeste mannen om hun vrouwen of kinderen deden. Wie zou jonker Jim het touw om den hals doen, dat wilden de vrouwen wel eens weten. Zulke woorden klonken door de statige plei nen van het kasteel Broughton, zooals zij nooit te voren door zijn muren gehoord waren; scheld woorden, die maakten, dot de soldaten om het schavot hun hellebaarden toornig vast grepen en zij met sombere woede op den grond spuwden. En nu, als het romer-weerlicht het tooneel oan dezen kant van het kasteel ver lichtte, waar de menigte het dichtst was, be scheen het meer dan één vuist, die dreigend opgeheven werd. Kapitein Lovell, die een ronde ter inspectie over het geheele terrein van het kasteel deed spoedig nadat de klok van den kerktoren var Broughton tien had geslagen, hoorde vanui de duisternis zich rn«r dan één scheldwoord toeroepen. Hij achtte het voorzichtig er nie op te letten, maar toen hij later kolonel Scrap* rog, waarschuwde hij hem ernstig. „God geve, dat er niets verder van komt,* zeide hij, „maar, eerlijk gezegd, bevalt dr zaak mij niet. Ge hebt het recht een spior op te hangen, maar vervloekt, ge kimt geen edelman ophangen F (Wordt vervolgd).

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1925 | | pagina 5