'ra,^an9 AMERSFOORTSCH DAGBLAD „DE EEMLANDER"Zaterdafl 14Wov-1925
FEUILLETON
De Hani! mei hel Litteeken.
TWEEDE BLAD.
Om de Democratie,
Onlangs verscheen een brochure van den
leider van den Vrijheidsbond^ Mr. Dressel-
huys, ondier 'bovenstaand opsohri-ft. (Deze
brochure niet te verwarren met Mr. Ouri's
naslagwerk onder denzelfden titel, -vaarv
in dit voorjaar tegen het einde der zit
ting van de Tweede Kamer het tweede
deel versdheen).
Wait is „democratie"? vraagt hij. Wel weet
bij, dat er bibliotheken vol boeken beslaan,
vol van geleerdheid over dit begrip, en mei
evenveel definities, maar dit brengt ons eer
tot verdere begripsverwarring dan tot duide
lijk begrijpen. Naar zijne meening is „demo
cratie een „weihaest politiek versleten
woord dat in onzen tijd opnieuw dienst
moet doen. Ik geloof, dat deze uitspraak dr
begripsverwarring slechts zal doen toene
men.
Democratie is geenszins een begrip, waa»-
mee slechts in de laatste tiental'en van
jaren is geschermd, en dat thans, na het
verkrijgen van het algemeen kiesrecht, kan
worden opgeborgen. Integendeel, demo
cratie is de toepassing in het openbnrp
leven van een bepaalde mentaliteit, een
mentaliteit, die niet van vandaag of gisteren
is, maar die door alle lijden heen tot uiting
is gekomen; natuur'!jk verschillend naar ge
lang van omstandigheid, van plaats, van
tijd en van volk, maar toch steeds voort
spruitende uit eenzelfden ionerlijken aan
drang, die aan geen tijd' gebonden is.
Do eerste eisch der democratie is, dat
regeermacht en wetgeving steunen op de
vrije, georganiseerde wilsuiting van het ge
heele volk. In onze geschiedenis zien we
telkens weer die eisch tot uiting kernen,
wanneer de regeering nalatig blijft, zich aan
te passen aan den door de omstandigheden
gewijzigd en volkswil. ,.Het democratisch be
ginsel, dat heel iets anders is dan het revo
lutionaire, zat hier de menschan in het
bloed." En geen wen derf Terwijl wij tegen
woordig van „christelijke" zijde steeds moe
ten hooren, dat de Overheid slechts Diena
resse Gods is in de Memorie van Ant
woord over Hoofdstuk I dei Staats be gr ac
ting 1926 kunnen wij weer lezen, dat „het
gemeenschappelijke uitgangspunt, dat >an
God Almachtig alle gezag en recht is af ',p
ledden, den drie reChtsohen fracties het
steunpunt schenkt, dot elke andere partij-
groepeering zou missen" werd in het
midden der 17de eeuw aan de gereformeer
de jeugd hier te lande geleerd, dat „de
Overheid eene menschelijke ordening is, en
de wijze, waarop zij is vastgesteld is over
gelaten aan der menschen vrijheid". Het is
duidelijk, „dat een jeugd, die bij zulke 'be
ginselen werd 'opgegeid, die op de catechi
satie hoorde van een gezag, dat eigenlijk
berustte bij de vertegenwoordigers ^an het
volk, die het tijdelijk weder terug konden
nemen, door de kerk zelve democratisch
werd opgevoed." „Kan het dan verwonde
ren, dat bij de eerste democratische uiting
op staalkundig terrein, de woelingen in de
tweede 'helft der 18de eeuw, zooveel predi
kanten van naam aan de zijde der patpot-
ten stonden en ijverden voor de rechten des
volks?" Het volk verlangde inv'oed te heb
ben op den ff&mg van zaken, en daardoor
herstel ven zijne grieven, die vele waren en
rechtmatig: de toestand van het volksonder
wijs 'let alles te wensen en o;er, de inning
der belastingen ging met veie mgereoh.ig-
heden gepaard, bij de r'eöhtsbed'eeling was
van gelijkheid van alle bur: ers voor de wet
geen sprake. In Augustus 1786 verd le
Amsterdam een vergadering ge1-ouden van
70 voorname patriot.en uit het heele land;
zij wensc!hten een regeenng bij vertegen
woordiging van het volk, gegrond op den
aard der constitute en de privilegiën der
bijzondere gewesten, met een daaraan on
dergeschikt stadhouderschap, erfelijk rn het
huis van Oranje. Met de eisch en der de
mocraten, die men vooral moet den in
het licht van dien tijd werd evenwel
geen rekening gehouden. Het onvermijde
lijke gevolg was de omwenteling, die in
1787 uitbrak, toen mislukte, maar de aan
leiding werd voor de omwenteling van
1795, die aan het stadhouderschap voor al
tijd een einde maakte.
Na 1813 vierde in Europa de reactie hoog
tij, ook in Nederland. Maar daardoor wer
den juist de aanhangers der democratie tot
nieuw leven gewekt. Toen de afscheiding
van België een voldongen feit was, moest
de grondwet aan den nieuwen toestand
worden aangepast. Terwijl de conservatieve
partij de herziening wilde beperken lot het
geen onmiddellijk uit de afscheiding voort
vloeide, hoopten de liberalen tegelijkertijd
•het staatsbestuur in democratisch en zin te
hervormen; zij verlangden vervanging van
de getrapte verkiezingen voor de leden van
de Tweede Kamer door rechtstre&kscbe ver
kiezing-en, uitbreiding van het kiesrecht, en
vooral invoering van koninklijke onschend
baarheid en ministerieele verantwoordelijk
heid. De strijd tusschen liberalen en con
servatieven eindigde met de overwinning
van de laatsten. Maar aan de uiteindelijke
zege der democratie was niet te ontkomen.
De volksbeweging van 1848 bracht in de
grondwet de beginselen, waarvoor d-s libe
ralen'in 1840 tevergeefs hadden gestreden.
Misschien is er in de jaren, na 1843, ook
wer gezegd, dat de democratie had1 afge
daan, dat het woord „welhaast politiek ver
sleten" was. Edoch d'e geschiedenis leert
anders.
Met 'het voortschrijden der politieke om
wikkeling van het volk, kwam de demo
cratie die in 1848 werd bevredigd
met ni euwe eisch en. De staatszaken waren
in 1848 gebracht onder den direct en in
vloed van het volk, althans van de daartoe
aangewezen groepen. Steeds duidelijker
kwam de wensch naar voren, lot die groe
pen steeds meerdere te betrekken, opdat
waar'ijk de reigeering zou worden uitge
oefend ten behoeve van, onder contró'e
van, maar dan ook onder verarntwoordenjk-
heicl van 'het gehecle volk. De strijd, die in
de gelederen cl'er liberalen hierover werd
gestreden, gaf in 1901 'het aanzien aan de
vrij z in n i g-d' em ocroten. Met de in-
voering van algemeen kiesrecht en even
redige vertegenwoordiging is de laatste stap
■gezet op d'en weg der staalkundige demo
cratie.
Is daarmede de taak der democraten van
de baon? Geenszins! Vooreerst hebben zij
pal te staan voor het behoud van het ver-
kregene, en voor de juiste toepassing erven,
te waken tegen ondermijning der democra
tische praktijk door nationalistische en fas
cistische strevingen. Maar. daarenboven
heeft de democratie de veelomvattende taak
toe te zien, dat over het geheels terrein,
dat de overheid bestrijkt, alle bestuurshan
delingen worden gedragen door het belang
van het geheele volk, opdat de regeering
geschiede door 'het volk, voor het volk. Te
velen rijn geneigd, het algemeen belang
te verwarren met 'het eigen belang, of met
'het belang van een bepaalde groepl Tegen
over zulke ban delingen waartoe z:j leiden
leert ons alweer de voorgeschiedenis van
den patriottentijd komt de democratie
in verzet.
Wil men niet de opleiding der Indische
bestuursambtenaren onder den invloed der
koloniale ondernemers, in plaats van /óór
alles het oog gericht te houden op het be
lang der koloniale blanke en bruine
bevolking?
Is er niet een streven merkbaar, om het
volksonderwijs dienstbaar ie maken aan de
belangen der kerkelijke machthebbers?
Worden de scholen, onder verwaarloozing
van het openbaar onderwijs, neg meer fan
tot nu toe, aan de ouders overdreven, din
zal het gevolg zijn beter onderwijs "oor dn
kinderen van welgestelde orders, en vcr.a-
ging ven het onderwijs oei] op de „volks-
sdholen". Daarentegen is de taak der de
mocratie, zorg te dragen, dat ons algemeen
vormend lager onderwijs verbeterd' worde
en aan allen gelijkelijk ten goede kome.
opdat voldaan worde aan den eisch g e-
1 i j k e kans op ontwikkeling voor
allen.
En ligt het nic-t in de bedoeling, naast
het opleggen van nieuwe lasten maar bij
voorkeur indirecte! de directe heffing
van het inkomen te verlichten? Deze maat
regel heet noodig voor de kapitaalvorming,
komt inderdaad slechts een betrekkelijk
kleine groep ten goede. Daartegen zal de
democratie front maken, opdat niet zachtjes
aan tot een aanfluiting worde de leus b p-
lasting naar draagkracht.
Nooit zal de taak der democratie teneinde
zijn. De mentaliteit, die d-e oorsprong is der
dèm-ocralis-che staatsmanskunst, vloeit voort
uit naastenliefde. De tegenstanders, wier
wachtwoord is eigenliefde, zijn nog met ver
slagen, zullen in deze wereld nooit geheel
verslagen worden- De strijd zal duren tot
de voleinding der wereld. Maar elke over
winning zal de democraten met nieuwen
moed bezielen om te volharden bij hun edel
streven.
STAATSBEGROOTING VOOR
BINNENLANDSCHE ZAKEN.
Dc Memorie von An tv/oord.
Verschenen is de Memorie van Antwoord
in zake Hoofdstuk V der Staalsbegrooting 1926
(Binncnlandsche Zaken en Landbouw.) Het vol
gende is er aan ontleend
Zomertijd Waar twee initiatief-voor
stellen bij de Kamer aanhangig zijn, meent de
minister zich van het aankondigen van voor
nemens te moeten onthouden. Echter deelt hij
mc-de, dat de door sommige leden aangegeven
op'cssing (invoering van den Midden-Europee-
schen tijd voor het geheele jaar), ook oan hem
sinds jaren de juiste schijnt.
Wijziging van de Provinciale
W e t. Omtrent deze materie wil de minister
een onderzoek instellen. Uitbreiding van do be
voegdheid van Gedeputeerde Staten ware z. i.
te verkiezen boven het laten van meerdere vrij
heid dan de wet thans geeft voor de gewone
vergaderingen der Provinciale Sinten.
Kieswet en verkiezingen. Grond
wetsherziening tot afschaffing van het actief
en passief vrouwenkiesrecht ligt niet in het
voornemen.
Tooneclccnsuur. De minister heeft
niet den indruk, dot de toestand op gebied der
tooneelcensuui onhoudbaar is. Er schijnen dan
ook geen termen aanwezig, om de bijzondere
aandacht tc vestigen op art. 188 der Gemeente
wet.
Forenscnbelasting. Daar, naar het
inzifcn van den minister, een wetsontwerp tot
wijziging van de gemeentewet met' betrekking
tct de plaatselijke belastingen ongewijzigd kon
blijven, zal de M. v. A. neg een oogcnb'ik op
zich laten wachten.
Zakelijke bedrijfsbelasting. Dc
minister acht het onraadzaam reeds thans te
rug te komen op de eenige jaren geleden aan
de gemeenten gegeven verruiming van het be
lastinggebied.
Burgerwachten, v r ij w. landstorm
cn po'itictroepen.
De minster betoogt, dat deze instellingen
vooralsnog niet kunnen worden gemist.
Landbouwpolitiek. De minister is
van mccning, dat op het gebied van den land
bouw (in den rulmsten zin des woords) de
overheidszorg zich in de laatste decennia op
gelukkige en raticneele wijze ontwikke'd
heeft. Die zorg was er op gericht, om de voor
waarden te scheppen, v aardcor he' bedrijf
zoo economisch mogelijk werkcr.d u:t eigen
kracht tot hcogen Hoei kon komen. Het komt
den mini-ter voor. dat in die lijn moet worden
voor.gerasn, en dat uitgaven voor den land
bouw in die richting gedaan als productive
uitga. cr. van den eersten rang rr.cgcn worden
beschouwd.
Het wet ontwerp tot reg.ling van het mid-
rVhaar cn lager landbouwer oerwijs waarvan
de openbare behandeling destijds geschorst is,
is door den minister in studie genomen. Hot
zal hetzij ingrijpend werden gewijzigd, hetzij
worden ingetrokken, met indiening van een
nieuw ontwerp.
Ofschoon de onderhandelingen, welke met
Duitschland worden gevoerd, ten einde te
komen tot verlaging van de invoerrechten,
welke in dat land geheven worden op land
en tuinbouwproducten en op paarden, reeds
in een ver gevorderd stadium verkeeren, kun
nen zij op het oogenblik nog niet als ge
eindigd worden beschouwd, zoodat thans om
trent de verkregen resultaten nog geen mede
deeling kon worden gedaan.
De proefnemingen tot bestrijding van het
mond- en klauwzeer door middel van immuni-
satie, zijn aanvankelijk gimstig verloopen.
Toch kon een eindoordeel eerst worden ge
vestigd, indien over veel ruimere ervaring kon
worden beschikt. Intusschcn mag gegrond©
hoop worden gekoesterd, dot wij stoon aan het
begin van een overgangsstadium in zake mond
en klauwzeerbestrijding.
D i r e c t c u r-g encrool van den land
bouw. Ten oGnzien van de functie van direc
teur-generaal van den landbouw heeft dc mi
nister terstond nn zijn optreden de adviezen,
van ccnige groote landbouworganisaties ge
vraagd, we ke odviezen op dit oogenblik mec-
rendeels nog niet zijn ingekomen..
Nadat die adviezen zijn ontvangen, hoopt do
minister zoo spoedig mogelijk zijn eindoordeel
te vormen.
De functie van adviseur, waarvoor op de be-
grooting een bëdiog van 2.000 was aange
vraagd, zal niet blijven bestaan, indien in de
vacature van directeur-generaal wordt voor
zien.
Steun oan de Noordzccvisschc-
r ij. Op de vraag of de minister bereid is voor
de Nederiondsche haringvisscherij iets te doen
antwoordt hij, dat vcrschil'cndc nadeeligc in
vloeden welke ongunstig op de uitkomsten van
de haringvisscherij inwerken, niet in dc eerste
plaats door rcgecringsmaatrcgelen zijn weg to
nemendot de verlaging der kosten van soci
ale maatregelen niet behoort tot de zoken,
waarvan dc behartiging aan zijn departement
is opgedragen, en dat, wat het nemen van maat
regelen tot het tegengaan der knoeierijen in
den haringhondel betreft, dit in eerste instan
tie op den weg ligt van belanghebbenden, cn
van hun organisaties, waarbij dc Regeering
echter zekeren steun wil verleenen.
Met betrekking tot de vraag, welke maatre
gelen de minister zich voorstelt tc nemen ten
opzichte van de bescherming der scholvisschc-
rij, word: medegedeeld, dat de Nederlandsehn
Regeering zich naar aanleiding von een desbe
treffende vraag von den Deenschen gezant be
reid verklaard heeft op voorwaarde, dat de
andere bij dc Noordzeevisschcrij betrokken lan
den zu'ks ook doen, deel tc nemen aan een
tc Londen tc houden conferentie, waar oan de
hand van de op de vergadering te Amsterdam
aangenomen resoluties een internationale over
eenkomst ter bescherming van do schol zal
worden voorbereid.
Verder worden maatregelen overwogen ter
bescherming van de visscherij op en den aan
voer van ondermaatsche schol.
HET ONAANNEMELIJK TRACTAAT.
Dinsdag o.s. in de Belgische Kamer.
Dc minister van buitcnlnndsche zaken Von-
dervelde zal naar uit Brussel aan de Tel
wordt geseind Dinsdag o.s. in de Kamer
een uiteenzetting geven van de buitcnlondsche
politiek.
De minister zal ook een korte beschouwing
wijden aan het tractoot met Nederland. Hij zal
de overtuiging uitspreken, dot een occoord
mogelijk is cn hij zal verklaren, dot de Belgi-
che regeering besloten heeft, elk misverstand
weg te nemen met betrekking tot de punten m
het tractaat, waartegen bedenkingen gerezen
zijn.
De minister zal niet op de onderdeelen van
fleze verschilpunten ingaan.
DE TABAKSWET.
Verlenging van den termijn, ge
noemd in ortikel Ö8a.
Verschenen is de Memorie van Antworrd op
het Voorlooplg Verslag der Tweede Kamer
betreffende het wetsontwerp tot verlenging
van den termijn, genoemd in ei t. &8a der To-
ba Is wet, zooals dat artikel is gewijzigd bij de
wet van 30 December 1924
Daarin wordt gezegd, dat de minister zich
beperkt tot het wederom voorstellen ven een
v ilen .ing met niet meer dan écn jaar.
Dit moge worden verk'aord uit de wenschc"
lijkheil het voortbestaan van niet aan de be
palingen van de arribelen 23 en 40 der Ta
bakswet voldoende 1 oka]'triten niet langer te
bestendigen dan s,riht noodzakelijk is te ach-
De minister is voornemens, daadwerkelijke
fabrikanten, wier werkplaats niet voldoet oan
art. 23, Iste lid der Tabakswei, of die in strijd
met art 24 in een woonvertrek arbeiden, door
het verstrekken van een voorschot in de ge
legenheid to stellen zich aan dc bepalingen van
de Tabakswet non te possen, voor zoover dat
noodig en billijk mocht zijn
Zoodanig voornemen bestaat vooralsnog
niet ten aanzien van hen, die onder een onti
heffing ex artikel 88a weaken.
DO LOGERORGANISATIE
Ongeacht de ontslagaanvrage der R.-K. mi
nisters heeft gisteren dc Rand van Defensie
vergaderd over dc militaire reorganisatieplannen
der regccring.
DE SALARISSEN VAN HET P. T. T.-
PERSONEEL.
Wat dc regccring voorstelt,
Nnnr die „Tel." verneemt, heeft do directeur-
generaal der Posterijen en Telegrofie 'n schrij
ven gericht aan dc Commissie van Overleg
voor de Posterijen, Telegrafie cn Telefonie in
zake dc wijzigingen dor salarisregeling voor
hel P. T. T.-personcel. Daarin wordt o.m. op
gemerkt
De solcrisrcgeling van hot P. T. T.-per-
sonecl moet nog steeco verband houden
met de tegenwoordige pcrsoneels-oi guni*
satie. Zoools u reeds is medegedeeld, zul
len de salarissen van de betrokken perso
neelsgroepen oan een nadere beschouwing
worden onderworpen, indien in 8?zc orga
nisatie wijziging komt. Thans is alleen aan
de orde het gladstrijken van plooien in de
tegenwoordige solorisregeling, waarbij 't sa
larispeil in het algemeen niet mag wor
den verhoogd.
Het is niet mogelijk gebleken, in ver
bond met consequenties voor personeels
groepen bij andere tokken von dienst, om
het min'mum voor sommige categorieën,
bijv. kantoorbedienden 2c klasse, tc bren
gen op ƒ1200."
Aan het schrijven is toegevoegd een staat,
houdende cb jaarwedden volgens het Bezol
digingsbesluit 1920, de voorstellen non cn het
daarop gevolgde advies van de Commisrie
van Overleg van eind 1924, benevens de soln-
risrcgcling, zoools die sinds 1 Jonuori 1925
geldt, cn de „voorstellen tot het gladstrijken
der plooien."
Daaruit blijkt o.m., dot de salarissen von
werklieden der 2e cn le klasse niet zullen wor
den verhoogd. Evenmin dien van bestellers,
kantoorknechts, stokers en zaalwachters. Wel
die van magazijnbedienden nan de magozijncn
von postzegels. Dezo worden van 25.44
30.24 per week gebracht op 26.68—
31-28, ongerekend de pcnsiocnoftrek van 8Vt
pet.
Wat de schrijvers aangaat, zij zullen in drie
groepen worden ingedeeld. Sinds 1 Januari
1925 geldt voor hen een minimum cn maximum
von 10C0 en f 1700. Voor zooveel de eer
ste groep, die der machineschrijvers, aangaat,
worden deze bedrogen f 500 en 900, voor
de schrijvers der 2e klasse blijven de bestaan-
d* minima en' maxima gelden, terwijl zij voor
die der le klasse gebracht zullen worden op
f 1600 en f 2100.
Voor de hoofdbestellcrs wordt het minimum
van 1400 op 1500, en het maximum van
2300 op 2400 gebracht. Niet verhoogd
zijn de salarissen van kontoorhouders der 2e
klasse en le klasse, evenmin die van chef
expediteurs, opzichters, magazijnconvmiezcn en
van bureau-ambtenaren.
In het algemeen zijn de beslaande minima
en maxima gchandhanfd. met uitzondering van
die der schrijvers, die deT kantoorbedienden
2e klasso (maximum verhoogd von 2000 tot
ƒ2100), kantoorbedienden le klasse (Van
2500 als maximum tot f 2600) en van nof
enkele kleine groepen van geëmployeerden.
Bij vergelijking blijkt, dat aan het advies
/an de Commissie van Overleg slechts oj
enkele punten gevolg is gegeven. Genoemd*
commissie zal 17 en 18 November a.s. bijeen
komen, teneinde de Regecringsvoorstellen t*
bespreken.
HET STEMPELEN VAN EIEREN.
Het „Ned. Weekblad voer den hondel in
Kru denierswaren" meldt, dat dc Nederland-
sche regeering besloten heeft, het wetsontwerp
inzake het stempelen van eieren, in verband
met gewijzigde inzichten der Engelsche regee
ring, te loten rusten en eerst of te wachten mei
welke voorstellen het Engelsche kabinet in der.
loop van 1926 zal komen.
Niet alleen ontijdige lof, maar ook ontij
dige aanmerkingen doen kwaad.
PLUT ARCHES.
Uit het Ëngelsoh van B.nonesse ORCZ>'
(Geautoriseerde vertaling van A. T.)
ƒ.5
Dit denkbeeld beviel hem inderdaad meer
dan iets anders. Het was zoo'n zachte pleister
voor zijn gewonde eigenliefde: het vluchtende
leger van den verrader Fairfax onthaald op het
schouwspel van de ophang'ng van Jim Ficn-
nes, den spion, die de brieven van den Koning
gesloten had, en zonder deze schitterende over
winning de zaak van den Koning bijna ten ver-
derve geleid had. Ja I laat hen komen, de man
nen en vrouwen uit den omtrek! Zij zouden
des te welkomer zijn, omdat hun trouw mis-
sch'en niet zoo vast was als kolonel Scrape wel
gewenscht zou hebbenLaat hen komen en
zien hoe verraders en overloopers, spionnen en
dergelijke ongedierte behandeld werden in de
eerste plaats volgens God's rechtvaardigheid en
dan op bevel van den Koning I
Laat ze komen I
Boek IV Het voorbijtrekken van den storm.
HOOFDSTUK L
Jonker Jim.
1
En toen de schaduwen van den avond be
gonnen te vallen over het oude kasteel en de
groote ramen van den westelijken vleugel ri t
meer schitterden von de terugkaatsing van een
prachtigen, stormachtigcn zonsondergang, werd
het kasteel Broughton het tooneel van koorts
achtige opgewondenheid. Het plein von het
kasteel, de tuinen, stallen, grasvelden, wer
den overstroomd door oen opgewonden me
nigte; mannen, vrouwen, kinderen, hadden hun
kamp opgeslagen, waar rij maar plaats kon
den vinden om te l'ggen of te zitten, cn zij had
den het grootste deel van hun bezittingen me
de gebracht. De poortgebouwen waren op be
vel vsn den kolonel voor hen geopend, en zij
waren bij masa' binnengestroomd, als een kud
de opgejaagde, verschrikte dieren die bescher
ming zochten tegen het vluchtende leger, dat
in de verdwaasde en opgeschroefde verbeel
ding gemaakt was tot een verwoestenden
geesel voor de geheele streek.
De wildste geruchten deden de ronde Glou
cester was verwoest, Warwick in brandgesto-
ken, Olivier Cromwell opgehangen op bevel
van den Koning, Zijne Majesteit op weg naar
Londen, de ruiterij van Raglan achtervolgde de
Rondkoppen. Geen tijd ng was te ver gezocht,
te onmogelijk, om onmiddellijk geloof te vin
den Het leven binnen de kasteel muren was als
het gegons van myriaden zwermende insecten,
en teen de nacht over het schouwspel viel, weid
dit nog woester en meer toovcrachtig. Hot was
een donkere avond. Zware banken van drij
vende wolken verduisterden den hemel, en van
ver weg klonk het gerommel van den donder.
Bij tuschenpoozcn verl'chtte schichten- van zo-
merweerlicht voor een oogenbrik het golvende
land achter dc gracht en de bosschen van ©be
en eikeboomen, die reusachtige schildwachten
geleken, welke een onzichtbare vesting be
waakten; en dan scheen voor een deel van een
seconde het water van de gracht als een meta
len spmrjcl, d'e de bleekc, spookachtige kro
nen d?r lelies cn haar donkere, metaalachtige
bladeren weerkaatsten. Maar overigens log het
kasteel rondom in duisternis; binnen de mu
ren wos beweg'ng, kleur en licht, maar ron-
dem log over heuvels cn dal een donker kleed
gespreid.
Aan den noordelijken kant van het huis was
een onophoudelijk kernen cn guan. Soldaten
en boerenjongens maakten gekheid mot ci an
der. vrouwen zaten bij elkander op den grond
met kinderen, die zich aan haar rokken vast
hielden en mnn 'en met levensmiddelen, pan
nen, cn kleeicn en bed 'engoed in slor." ge sta
pels om haar heen verspreid. H:er en dear was
een vuur aangestoken en ccn ketel cp een drie
voet van stokken gezet om pap te keken of
ale te wannen.
De zware atmosfeer was vol van de geuren
van eetwaren, specerijen, houtskool en pijn-
boomen. De groote ijzeren lantaarn boven het
poortgebouw wierp een kring van dof, geelach
tig licht om zich heen en deed den stalen helm
von een der sch'l wachten aan de poort, of den
hellebaard van een soldaat, die dichtbij op
post stond, glinsteren. Mennen liepen heen en
weer, sommi en van hen droegen fakkels van
pijnboomhout, die plotseling en gchcimzir.n'g
licht wierpen op een groep opgeheven gezich
ten of gekromde ruggen, of fantastische scha
duwen gaven op de steer.cn van het plein
schaduwen, die zich bewogen en uitstrekten, en
tot lange, rustelooze, sombere spookgestalten
werden,, die met lang© armen de kasteelmuren
trachtten te bereiken. De hitte was ontzettend.
Kinderen schreiden en kropen, tegen hun moe
ders nan, onrustig cn bong voor den naderen
den storm; de vrouwen wierpen haar doeken
af cn zaten met bloote handen en armen om
haar knieën geslagen, nu cn don beschenen
clcor hei flikkerende licht.
Juist in het gezicht van het poortgebouw
werd inderhaast een galg opgericht, die met
lange, grimmige armen wees naar het stat'ge,
voorou 'crlijke huis van den man, die op het
punt stond, den dood van een mbdad ^er to
sterven. Terwiil een paar soldaten bezig waren
de galg op te zetten, stoncen er een zestal
bij op wacht; sti! cn somber, leunend op hun
hellebaarden, probeerden zij niet te luisteren
naar dc scheld- en spotwc.oi den, die de menig
te hun toeriep.
Ieder/en wist voor wien die galg werd op
gericht. Het gerucht was al reeds bekend ge
worden, dat ren Fiennes, de ouds'e zoon van
Mylord Soye and Sele, beschuldigd van spion-
nage, als een gewone dief zou worden opge
hangen men zeide op bevel ven den Koning;
maar dit geloofde niemand. Zou de Koning
gelesten, dat de zoon van zulk een aanzien
lijken lord opgehangen werd? Neenl Het was,
omdat die Kcningsgezir.dsn het kasteel Brough-
ton hadden veroverd cn het niet weer wilden
opgeven Nooit weer en daarom brachten
zij jonker Jim nu ter dood, en zij waren van
pion don jonker Nathaniel en jonker John tc
loten volgen, totdat er gren enkel lid der fn-
mi'ie Picrnes overbleef, om de aanspraken der
koning^gez'ndcn cp het kasteel te betwisten.
Dit was het praatje dat rondging en waarover
gesproken werd, terwijl de hamerslagen der
timmerlieden tegen de kosteelmuren weerkaat
sten. en het verwijderde rollen van den don
der hun werk begeleidde.
En te denken dat er mannen gevonden wa
ren, die dit vuile werk wi'den deen! Mannen!
Mennen uit Oxfordshire^wier vaders cn groot
vaders, en nog meerderen voor hen, sedert
tallooze geslachten in dienst van de Lords^,
Saye and Sele geweest waren. En zooals geen
mannen uit Oxfordshire, dan mannen uit de
naburige graafschappen! Neen! Geen monnenl
Ellen Jelingen, lafaards! Dot waren zij! En wi©
zou Jonker Jim het touw om den hols doen,
dat zouden zij wel eens willen weten.
De vrouwen waren lu'der in haar afkeuring
don de mannen. Jonker Jim! dien zij allen als
jongen gekend hadden; hij, die nog geen vlieg
kwaad zou doen, en die meer om een hond of
een paard gaf, dan de meeste mannen om hun
vrouwen of kinderen deden. Wie zou jonker
Jim het touw om den hals doen, dat wilden
de vrouwen wel eens weten.
Zulke woorden klonken door de statige plei
nen van het kasteel Broughton, zooals zij nooit
te voren door zijn muren gehoord waren;
scheld woorden, die maakten, dot de soldaten
om het schavot hun hellebaarden toornig vast
grepen en zij met sombere woede op den grond
spuwden. En nu, als het romer-weerlicht het
tooneel oan dezen kant van het kasteel ver
lichtte, waar de menigte het dichtst was, be
scheen het meer dan één vuist, die dreigend
opgeheven werd.
Kapitein Lovell, die een ronde ter inspectie
over het geheele terrein van het kasteel deed
spoedig nadat de klok van den kerktoren var
Broughton tien had geslagen, hoorde vanui
de duisternis zich rn«r dan één scheldwoord
toeroepen. Hij achtte het voorzichtig er nie
op te letten, maar toen hij later kolonel Scrap*
rog, waarschuwde hij hem ernstig.
„God geve, dat er niets verder van komt,*
zeide hij, „maar, eerlijk gezegd, bevalt dr
zaak mij niet. Ge hebt het recht een spior
op te hangen, maar vervloekt, ge kimt geen
edelman ophangen F
(Wordt vervolgd).