Maison de Nouveauté; Kantoorboekhandel F. A. TULP Langestraat 65 Tel. 326 Prentenboekan Kleurboeken Bouwplaten „DE EEMLANDER" St. Nicolaas Cadeaux. BINNENLAND. FEUILLETON. ABONNEMENTSPRIJS f" voor Amcrs- piiis deb mraiiiiiHr EERSTE BLAD. Utrechtscheweg 38 Tel. 302 De Tijger van liet Metcato. 24e Jaargang No. 123 xoort 2.10, idem iianco per post f 3.~, per week (met cratis verzeker ng legen ongelukken) f 0.17&, aizondeilijkc nummers 1 C.05. AMERSFOORTSCH DAGBLAD DIRECTEUR-UITGEVER: J. VALKHOFF. BUREAU: ARNHEMSCHE POORTWAL 2 A. POSTREKENING N", 47910. TEL. INT 513. Zaterdag 21 November 1925 bewijsnummer, elke regel meer O 25, dienstaanb-e- dingcn en Lictdadigheids-adve tenticn voor de helft der prijs. Voor handel cn bedrijf bestaan zcei voo.deciigc benalinven voor het advcricctcn Eene ciicu aire, bevattende de voorwaarden, wordt op aanvraag toegezonden. Oe coalitie gebroken, In alle persorganen heeft men beschou wingen gelezen over het gebeurde in dte Tweede Kamer, na de indiening van het amendement-Kersten en bij de stemming daarover. Nu spreekt het wel van zelf, dat die be schouwingen verschillend uitvallen al naar de partij, waartoe de schrijver behoort, het geval beziet. De Roomsoh-Kaitiholieken beschuldigen de Christeldjk-iHlslorisohe Kamerleden van se mis aan trouw aan de coalitie en wijzen dus de C.-H. partij aan, als degene, die de coalitie heeft vernield. De C.-H. partij, met name „De Neder lander", wijst er op, dat de Chr.-Hist. groep zich bij de onderhandelingen over de Kabi netsformatie alle vrijheid heeft voorbehou den. De A.-R. pers zucht over de aangerichte verwoesting; dood-ongelukkig, dat de veel geprezen gemeenschappelijke wortel te voos is gebleken om de kasplant, die coa litie heet, langer te doen leven. De liberale kranten maken van de ge legenheid die zij schier altijd en overal zien gebruik om Marchant te verwijlen, dat hij en de Vrijzinnig-democratische fractie een weinig faire politiek hebben ge voerd, door het amendement-Kersten te steunen, ofschoon de Vrijzinnig-democraten tegan een gezantschap bij den Paus geen overwegende bezwaren hebben. Intussohen heeft de Telegraaf er op ge wezen, dat Merchant niet anders heeft ge daan dan de ook door de liberalen als hun groote voorganger geprezen Thorbecke in •een soortgelijk geval heeft meenen te moe ten doen. Marchant heeft onomwonden ver klaard, dat eeh coalitie, die de vrijzinnig democraten als verderfelijk voor het land beschouwen, niet door onze stemmen mocht wordten gered. De sociaal-democraten hebben met de vrijzinnig-democraten en, liberalen gestemd, omdat zij een soortgelijk standpunt innemen als wij, hoewel-zi j hun houding in de Kamer zelf anders hebben gemotiveerd. Zij verheu gen zich inmiddels met ons, dat de coalitie uiteengevallen is. Merkwaardig is, dat de liberale pers aan stuurt nu reeds op een zakenkabinet of een nationaal kabinet, een ministerie, dat „krachtig" zou moeten zijn, hoewel het niet zal kunnen steunen op eene meerder heid. Een onmogelijk plan dus. Anderzijds schrijft men in de N. R. Ct. een betoog, ten bewijze, dat Colijn en de niet-Roomsohe ministers moeten aanblij ven. Er is immers geen conflict tusschen Kabinet en Kamer, maar slechts een con flict in de Rechterzijde. Niemand gelooft, dat de Katholieke mi nisters op hun besluit terug zullen komen ook niet, indien de Koningin op Colijn's advies de aanvrage om ontslag aanvanke lijk zou weigeren. Nolens is er de man niet naar om berouw te toonen over een spon taan woord. Zijn optreden was weloverwo gen en de ontslag-aanvrage van de vier Katholieke ministers onmiddellijk na de stemming bewijst, dat de uitslag van de stemming over het amendement-Kersten in het R.-K. kamp was voorzien, dat men de er uit te trekken consequentie te voren had aanvaard. Wie de gebeurtenissen zoo ziet en deze kijk moet wel juist zijn komt allicht tot een andere constructie en een andere ver klaring van de houding van Nolens dan tol dusverre door de organen vain verschillende richting is gegeven. Laat ons pogen die verklaring te. vinden. De coalitie is ook in Juli van dit jaar, als vorige malen, in zee gestoken met een pro gram, dat niet werd gepubliceerd; omtrent de resultaten ven de onderhandelingen tusschen de drie coalitie-partijen heeft men niets losgelaten. Het is alles weer bekon keld in een onderonsje. Maar nu weten wij althans één ding, dat de Nederlander heeft verteld: reeds bij die onderhandelingen heeft de Chr.-Hist. groep zich volle vrijheid voorbehouden ten aan zien van het gezantschap bij den Paus. Nolens moet dus de mogelijkheid hebben voorzien, dat de begrootingspost zou worden afgestemd; waarom ging hij dan toah weer in coalitie? Waarom moest of wilde hij wachten, tot de breuk door een Kamer votum zou ontstaan? Men kan op deze vraag geen antwoord geven, zonder de houding van de democra tische Roomsch-Katholieke pers van het laatste jaar zorgvuldig te hebben nagegaan en wie regelmatig De Morgen en de Volks krant leest, weet sinds lang met zekerheid, dat zij niets liever wilden dan een beëindi ging van de coalutie, die naar zij nu ein delijk ook erkennen slechts conservatieve politiek kan voeren. Het heeft den leiders de grootste moeite gekost, om het verzet in de Katholieke wereld zelf tegen het handhaven der coalitie de baas te werden. Toen de verkiezing achter den rug was en Coliin formateur werd, was de teleur stelling, om niet te zeggen de verontwaar diging, in het democratisoh-Katholiek kamp groot. En stellig zou de R.-K. Staatspartij op dit oogen'blik duidelijker blijken van in stemming hebben gegeven, als Nolens ge weigerd had de coalitie voort te zetten. Hij zou er reden toe hebben gehad. Een deel van de coalitie, waarschijnlijk ie beide pro- testant-clericale partijen, wilde geen Roorn- schen premier meer, ofschoon- de R.-K. partij de grootste van de drie is en zich het best bij de stembus had gehandhaafd'. Colijn moest en zou premier worden. Waarom ging Nolens dan toch weer in coalitie? Het is wel duidelijk. En hier wreekt zich de fout, die bijna- 25 jaat lang door de woordvoerders van de coalitie is begaan. Indien zij do coalitie hadden voor gesteld als wat zij was eene samen werking van partijen om bepaalde deside rata te verwezenlijken, dan was er niets tegen om nu, nu het doel bereikt was, die samenwerking te beëindigen. Zij hebben er echter de voorkeur aan gegeven de coalitie voor te stellen als een noodzakelijk uit vloeisel van gelijke of ige'djksoortige begin selen bij de drie partijen. Zij hebben geest drift voor de coalitie gewekt met de be kende Kuyiperiaansc'he leugen, en velen van hun-ne volgelingen is deze opvatting in. vleesch en bloed gedrongen. Nu gaat het niet aan de coalitie ostentief te verbreken, de partij, die dit doet, erkent daarmede facto de onwaarschijnlijkheid van de vijf en twintig jaar lang gevoerde propa- gande voor de „christelijke beginselen". Nolens, die een knop politicus en een bekwaam tacticus is, heeft dit wel ingezien. Hij wildie wel los van de coalitie, nu in eigen partij het verlangen naar het einde der coalitie hoe langer hoe sterker is geworden, mea-r de breuk in d-e coalitie moest hij niet veroorzaken. En dirs ging hij in Juli nog maar met de beide protesta-n-tschc* partijen een accoord aart- Hij verwacht het amendement-Kerken. Verleden jaar heeft hij bij de indiening van zulk een amendement geglimlacht. Het zou toch worden verworpen. Hij had dit ook nu kunnen doen: rustig afwachten, wat de Ka mer zou beslissen. Ais hij niets had gezegd, els hij niet de ondubbelzinnige verklaring had afgelegd, dat de coalitie zou sneuvelen bij aanneming van het amendement met hulp van een der coalitiepartijen, dan had hij de GhT.-hTist. Kamerleden niet gebracht tot een openlijke verklaring, dat zij voor zouden stemmen, dan zou men links het voorstel even weinig au sérieux hebben ge nomen als verleden jaar en dan zou het voorstel-Kersten wellicht zijn verworpen, en het gezantschap bij den P-sus dus gehand haafd. Het beste adres voor practische Maar Nolens deed anders. Hij heeft dooi zijn rede èn de Chr.-Hl'st. Kamerleden ge noopt kleur te bekennen èn dr> Linkerzijde tegen te stemmen. M. a. w. hij wilde zelf, dat er aan de coalitie een einde kwam, nu iedei een zal moeten erkennen, dat de jegens Rome intransigente houding der Christe- lijk-Historische.Tv de oorzaak van de breuk is, nu 'hij dus zijnen volgelingen duidelijk ken maken, dat de coalitie dOor de Chr- Hist. partij is vernietigd. Zoo zien wij 'het gebeurde. De vraag is, wat nu de gevngen zullen zijn. Natuurlijk, de vorming van een zaken kabinet kan men altijd aanprijzen, maar dit is een oplossing van de crisis, waartoe eerst mag worden besloien, als een parlementair kabinet onmogelijk blijkt. Aanvulling ven het ministerie met perso nen uit eigen partijen is onmogelijk, de R.-K. partij zal niet bereid zijn een mi nisterie uit een minderheid te steunen cn links evenmin. Aanvulling met Vrijheids bond ers levert evenmin een Kabinet, dat op een meerderheid steunt en :s dus even weinig gevensoht. Mogelijk is wel de samenwerking van Roomsch-Katho'Leken en Vrijheidsbcnders met de aangebleven ministers; er zou dan geen coelit'ie-regeering meer zijn. Het ge reconstrueerde kabinet zou zoogenaamd een „nationaalministerie zijn, in werkelijkheid een conservatief ministerie. Het is de vraag of Nolens dit wil, hij voelt de krachtige democratisohe strooming in zijn partij en hij weet, dat hij d'e neiging van die strooming om m een afzonderlijke bedding te gaan, slechts zou bevorderen, door aan d'e vorming van een conservatief bloc mede te werken. Er is geen twijfel: Nolens zal tot samen werking met de democratische partijen van links moeten komen. Het is niet zeker, dat hij dit nu reeds zal doen, ofschoon hij zelf den weg daarheen heeft geëffend. Hij weet, dat hij den direot of langzaam die elemen ten uit zijn partij van zich zal vervreemden, die eens de Nieirwe Katholieke per;ij heb ben gevormd. Hij zal dus nagaap, of de partij bij dat prooes nog krachtig genoeg zal blijven om met de linksche democraten eene meerderheid te vormen. Of hij nu reeds tot een conclusie zal ko men, is onzeker. Wellicht geeft hij de voor keur aan wachten. Een korte periode van n-iet-mede-werken in de Regeering zal zijn partij geen kwaad d!oen. Maar wachten beteekent ongetwijfeld elke parlementaire regeering onmogelijk maken, wachten beteekenteene periode van madhte''coze zaken-ministeries. Ook dat zal de katholieke democratie niet lang ver dragen. Een democrat is oh regeeringsbloc komt stellig. Het is alleen de vraag wanneer No- lens die in elk geval die komst heeft verhaast zijn volgelingen zal durven zeg gen, dat het tijdstip voor een samenwerking dei' democraten van Rechts en Links ge komen is. DE KABINETSCRISIS. „Het ten val breng an der rcgec- ring een volstrekt onveruntwoor- delijke daad." Men schrijft ons uit de Nationale Unie T. De stemming der Tweede Kamer inzake het Gezantschap bij den Heiligen Stoel, is, be schouwd uit nationaal standpunt, in de eerste plaats een ernstige s)ag toegebracht aan het, reeds wankelend, parlementair systeem. Ben der grondpijlers van dit systeem is, dat het niet geloorloofd is een Regeering ten viu te brengen, tenzij de oppositie in stuat is de teugels van het bewind over te nemen. Deze verplichting vormt, in dit systeem, do natuur lijke rem tegen een onverantwoorde lijke oppositie cn het eenige tegenwicht te gen een foctiezucht die niet de beginselen eener Regeoring, maar de Regeering als zoo danig bestrijdt. Na de verklaring van den heer Nolens stond vost, dat doe» aanneming van het umen- dement de parlementaire busis aan dc Regee- ring zou ontvallen en dat een nieuwe Regec- ring op zoodanige basis uit de tegenstemmen de partijen niet zou zijn te formeeren. Afge zien van de opportuniteit van deze verklaring, weed de meaning der partijen omtrent de wen- schelijkheid van de handhaving vnn den be doelden Gezanschapspost, vanaf dit oogenblik, irrelevant. Het ten val brengen van de Regee ring onder deze omstandigheden was een par lementair volstrekt onverantwoordelijke daad. Een parlement, dat zich aan dergelijke vergrij pen tegen den grondslag van het parlemen tarisme schuldig maakt, drijft naar (wellicht in constitutioneele vormen verhulde) anarchie of dictatuur. 2. Nadere aandacht vercischt de houding der drie nationaal verantwoordelijke partijen, die onmiddellijk .voor dc thans uitgebroken cris s aan-"p akelijk zijn. a), de R. K. Staatspartij hoeft ontegenzeg gelijk bij de laatste Kabinetsformatie een blijk van natfonual verantwoordelijkheidsbesef ge toond, door hare specifieke R.K. cischen art. 123 RR (vrijheid van missie in Indië) en op heffen van het processieverbod te laten vallen. Hiermede is de houding van Mgr. Nolens in zake het amendement Kersten geenszins in strijd. Volgens zijn duidelijke verklaring easch- te hij niet handhaving van het Gezantschap bij den Paus uit overwegingen von R-K. belang, doch protesteerde hij tegen de opheffing vnn dc uit overwegingen van nationaal belang in- ge«-teldcn Gezantschapspost op grond van uitdrukkelijk antipapistische beweegredenen. Onder deze omstandig heden werd de aanneming van het amende ment Kersten een, vunuit hun standpunt, on duldbare bclecdiging van dc R.K. Staatspartij niet alleen, maar van het geheelc R.K. volks deel. b). Strongo afkeuring verdient, vanuit na tionaal standpunt, de houding der Chr. Hist, fractie. Zonder twijfel bezat deze fractie, uit hoofde vnn hare houding in vorige jaren, dc morcelc vrijheid om voer de motie Kersten te stemmen. Doch het is, in parlementair ver band, niet altoos plicht, on zelfs niet altoos geoorloofd van zulk een vrijheid gebruik te maken. Deze vrijheid nu was in dit geval be perkt door hour deelneming aan de Regee ring. Wanneer de Ghr. Hist, fractie voorne mens was onder alle omstandigheden, d.w.z. ook ingeval zulks de door haar gesteunde Re geering ten vol zou brengen, van hare zede lijke vrijheid gebruik tc maken, had zij buiten het kabinet behooren te blijven. Eenmaal aan de Regecring deelnemer1^ s hoor vrijheid op dit speciale punt door banr algemeen* yer- antwoordcijlkhcid tegenover de Regeering be perkt. Na do mededeeling van den heer Marchant, dat hij voor dc motie zou stemmen om rede nen buiten dc zaak gelegen, kwam deze ver antwoordelijkheid op het eerste plan. Terug treden was, na het dreigement van den heer Nolens onmogelijk zij werd nu de verklaring van den heer Marchant plicht. Onthouding van ^temmen was, vanaf dat oogenblik, de parle mentair aangewezen gedragslijnvóór stem men onder do verklaring dat men op voort zetting der coalitie prijs stelde, was onop recht. Op den heer Snoeck Henckcmans rust derhalve de uit nationaul standpunt ernstige verantwoordelijkheid dut hij, na voor dc ver kiezingen dc formatie van een brccdere par lementaire basis voor een nationale Regeering te hebben afgewezen, thans de eenige over blijvende basis van een porlemcntoirc Regce- ving heeft vernietigd. De houding van den heer Snocck Hcncke- mhns is echter het gevolg vun het feit, dat de leiding dezer partij, uit demagogische over wegingen steeds meer heeft toegegeven aar» den invloed van de door den staatsman de Sa- vornin Lohman steeds in loom gehouden domi- nocratie. Dit gebrek aan staatsmanschap draagt thans zijn wrange vruchten men leidt niet meer maar woidt geleid. c). Pijnlijk zal in breeden kring worden ge voeld de houding van den Vrijheidsbond. Doel Hard loopen helpt niet, de hoofdzaak is bijtijds vertrekken. LA FONTAINE Een roman uit het donkerste Napels door HANS POSSENDORF. EERSTE DEEL. 1. Het was een zomeravond van het jaar I860, toen Don Filippo Bossi, priester van de kerk San Giovanni Maggiore te Napels, geroepen werd om een zieke het laatste oliesel toe te dienen. Vergezeld van een misdienaar, trad hij uit de bijpoort van het Godshuis op het kleine plein en keek zoekend rond. De misdienaar wees naar een groep vrou wen „Die kleine, magere daar is 't, die U is komen halen, die d'r mond zoo wijd open zet." Don Filippo liep op de aangeduide toe. Deze was echter zoo ijverig bezig met luider stem en levendige gebaren de andere vrouwen een zoo natuurgetrouw mogelijk beeld op te han gen van den treurigen toestand harer zieke buurvrouw, dat ze den welgedanen priester pas bemerkte, toen hij haar een krnchtigen slag op den schouder gaf en in het harde Nnpoli- taar.sche dialect aansprak. „Hé I Hé! Wil je 't niet liever aan mij ver tellen, hoe het met de zieke staat?" En zich met goedmoedigen spot tot de havelooze, slor dige toehoorders wendende„Als het de ge achte dames zoo interesseert, moet ik hun be leefd verzoeken een eindje met ons mee te gaan, want wij hebben haast." Onder woord rijke verzekeringen, dat ze het zichzelf nooit zouden vcrgeVen, als ze den priester in de uit oefening van zijn plicht tegenhielden, trokken de vrouwen zich terug en Don Filippo begaf zich met de kleine, magere vrouw op weg. Tusschen hooge, donkere huizenrijen daalden zij een steil trappensteegje af en kwamen dade lijk daarop in het doolhof van nauwe, bedomp te stegen, dat destijds nog de plaats van het tegenwoordige beursplein innam Onderwijl her haalde Donna Giuseppa, de buurvrouw dev zieke, den priester nogmaals haar woordrijk verhaal, dat ongeveer op het volgende neer kwam In een Fondaco, een van die vreeselijkc volks buurten van het oude Napels, huisde naast een honderdtal andere bewoners, een arme weduwe met haar twee kinderen, een zevenjarige jon gen, Raffaele geheeten en een klein meisje van ternauwernood elf maanden, dat bij den doop den ,naam Carmela ontvangen had. De vrouw had na den dood ven haar man, den haven werker Paolo Spadari, het allernoodigste le vensonderhoud voor zichzelf en de kinderen verdiend door te bedienen in een klein eethuis.. Eenige weken geleden echter was zij ziek gei worden eon typheuse koortsen, zoools de be woners van het ongezonde, laag gelegen ge deelte van Napels zoo licht krijgen en leefde sinds dien tijd van de karige aalmoezen harer nrmc buren en van hetgeen haar zoontje op straat bij elkaar zocht. Ondanks alle huismid deltjes, bezweringsformules cn heksendrqnlrjes waicn de krachten der zieke van dag tot dag meer achteruit gegaan en dezen avond voelde ze zich zóó ziek, dot ze naar de sacramenten der stervenden verlangde. Om dit alles niet veel omhaal van woorden tc vertellen, had do spraakzame buurvrouw slechts eenige minuten noodig gehad en nu maakte ze van de gunstige gelegenheid gebruik om den priester te vragen naar dc opwindende geruchten, die de bevolking van Napels deze da gen in beroering brachten: Of 't werkelijk waar was, dat een zekere Garibaldi een groot deel vnn het „Koninkrijk der beide Sicilian veroverd hod cn nu de residentie Napels bedreigde; of deze succesvolle aanvoerder een ketter of een misdadiger was of misschien wel de duivel in eigen persoon. En teen de priester, die te voor zichtig was om in deze politiek-roerige tijden zich uit te laten, slechts veelbeteekenend de wenkbrauwen fronste, zei ze met een uitdruk king van haat op het magere gezicht„Dat is de straf van de Madonna del Carmine voor on zen koning, omdat hij zooveel dappere man nen heeft laten gevangen nemen en verban nen." Over het bruine gelaat van den Napolitaan, waarop sluwheid en goedheid in vreemde har monie verecnigd waren, gleed een begrijpend glimlachje. Het was hem onmiddellijk du'delük, wie dc vrouw bedoeldeniet de liberaalgezin- de politieke gevangenen want die waren meerendccls reeds door den vader van den re geerenden vorst gevangen genomen maar de leden der Comorro, de sedert meer dan hon derd jaar te Napels bestaande misdadigersben- de, bedoelde zij met de „dappere mannen". Want koning Frans II had een gTondige op ruiming gehouden onder de Camorristcn, in te genstelling met zijn vudcr Ferdinand II, die deze gevaarlijke gehc'me bende niet alleen duldde, doch haar zelfs nu en dan voor zijn politieke doeleinden gebruikte. Ook hetgeen de vrouw gezegd had over de Madonna del Car mine, kwam overeen met de vermoedens van den priester. Dit Madonnabeeld werd niet al leen door het mindere volk bijzonder gaarne aangeroepen, doch zelfs de Camorristcn en misdadigers van Napels verbeeldden zich on der hare bijzondere gunst te staan. „Dus je gelooft werkelijk," vroog Don Fi lippo glimlachend, „dat de koning een vcreeni- ging van schurken en bandieten als dc Ca- rnorra is, zou moeten eerbiedigen als een on aantastbare en eerbiedwaardige instelling Donna Giuseppa had dadelijk spijt gehad over haor onvoorzichtige uitlating die in haar opwinding over haar lippen was gekomen. „Wie spreekt over dc Camorra?" vroeg ze snel en met gehuichelde onbevangenheid. „Jij vrouwtje," antwoordde dc priester droog„jelui schijnt dooi de „mooie en ge- eerde vereenig.'ng" nog niet genoeg tc zijn geplukt, dat je haar zoo worm verdedigt. Of doet ze jullie soms geen kwaad? Wat is je man van beroep?" En hoor scherp aanziende trok hij met een bliksemsnelle beweging van den wijsvinger het onderste ooglid van het linker oog aan den uitersten hoek een weinig naar be neden. Donna Giuseppa had echter dit teeken der zoo rijke Napolitaansche gebarentaal di rect begrepen. „Is hij soms zelf een spitsboef?" was dc beteekenis van die snelle beweging. De eerst zoo spraakzame vrouw bleef het ant woord schuldig. „Spreek toch en stort je hart uit," ging Don Filippo voort," of ken je me niet, dat je zoo weinig vertrouwen in me stelt? Hoe long woon je al in onze parochie „Ik ben pas een paar maanden geleden van J) Geliefde omschrijving voor de Camorra. dc Porta Capuana hierheen verhuisd, ant woordde de vrouw bedrukt, „Jij alleen „Met mijn kinderen." „En je man?" De priester hield bij deze woorden de vingers van zijn rechterhand tot een traliewerk gesperd voor zijn gezicht. Ook dit gebaar begreep de vrouw onmiddel lijk. „Niet in de gevangenis. Hij is op Trem- mola 5) zei zo met een wanhopige uitdrukking- in de donkere, gloeiende, diepliggende oogen. „Ah zoo, nu daar zal 't hem wel niet slecht gaan," meende de priester. En daar hij al lang gemerkt had, dat hij met de vrouw van een Ca- morrist te doen hnd, voegde hij er bedaard aan toe„Men zegt immers dat de Camor ristcn op het verbanningseilond een best leven tje hebben op kosten van de andere gevange nen." „Daar weet ik niets van," bracht de vrouw met moeite uit, want een verlammende angst had haar plotseling overvallen, een vrees, dut de priester haar wilde uithooren. En ze wist maar al te goed wat hen, die met opzet of uit onnadenkendheid een geheim der bende ver raadden, wachtte een man, een zekeren dood, een vrouw een paar sneden met het scheermes dwars over het gezicht, opdat ze voor eeuwig verminkt en geteekend zou zijn. 2) Volksuitdrukking voor „Tremiti", een ver banningseiland in de Adriatische Zee. (Wordt vervolgd).

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1925 | | pagina 1