iih.TU,!r!E! DOOZEN LUXE POST
-- WF~ GROOTE SORTEERING "HQ ""SRI
BINNENLAND.
Kantoor boekhandel
Uit mooi Amersfoort
Goudhaantjes.
Goudhaantjes zijn dc allerkleinste vogel
tjes van ons land. Waar clo Winterkoning
nog wordt toegemeten 11 c.M., mag dc kleine
Goudhaan maar amper een decimeter heb
ben. Dat is heel erg klein voor een vogel.
Denk eens aan: met staart en al maar 10
centimeters. Een Pimpelmevs is nog 2 c.M.
langer en een Koolmees zelfs drie!
liet is betrekkelijk gemakkelijk de kleine
Goudhaantjes te zien te krijgen. Zij trekken
zoowel in het voorjaar ala in den herfst door
ons land. Ze zijn bijna nooit stil: steeds op
zoek naar spinne-eitjes, kleine insectcn-
Jarfjcs en zulk gedoe. Daarbij laten ze steeds
hun buitengewoon hoog stcmgeluidie hoo-
ren, terwijl zo een hoorbaar vleugelgcruisch
maken. In de dennenbo^lchen leven ze en
wie dus daar eens op een mooien herfstdag
een paar kwartiertjes verwijlt, moet do dier
tjes wol in het gezicht krijgen. Ze zijn boven
dien erg mak. Vooral in de koude winter
dagen, als de trek uit het hoogc Noorden
hier doorkomt, waar de beestjes dan van
wege buitengewonen sneewval bijna geen
voedsel meer vinden, is het aerdig waar te
nemen, hoe weinig bang die vogeltjes voor
den mensch zijn. Blijkbaar kennen ,zc do
menschen niet goed! Maar den natuuiKvaar-
uemer komt dat goed to stade. Ook zonder
kijker doet hij veel moois op.
Ik heb het beleefd, dat een Goudhaantje op
het stuur van mijn fiets, die naast me stond,
ging zitten, 'k Stond ademloos en als bevro
ren. Het duurde wel een minuut, dunkt me,
maar die minuut vergeet ik mijn leven lang
niet,
den gedragen met een heel brceden rand.
die óf van achteren smaller toeloopt, óf een
beetje dc hoogte inwipt.
«.Die hoeden worden gemaakt van veloürs,
satijn, bontrips of van met dessins geweven
stoffen, welke in overeenstemming zijn met
dié der mantels of nriddagtoiletten.
Maar do klefhe toques worden ook nog
wel gedragen het heeft er zelfs iets van,
alsof zy zich tegen het scheiden van de
markt van hun beste zijde willen toonen,
wonf ZÜ zijn aderliefst en stean joncr en pit
tig. Vooral de kleine, zwarte hoedjes van
panne of fluweel, die voor gekleed gedragen
worden, hebben veel succes. Zij sluiten
nauw om den bobbedkop, terwijl dikwijls al
leen maar een afhangende struisveer, pluim,
paradijs of ngravc de eenige -garneering
vormt. Dat „alleen maar" moe' u niet gering
schattend opvattenhet slaat niet op dc
waarde, maar op de hoeveelheid von het
tooisel I
De daagsche hoedjes zijn hyper eenvoudig.
Absoluut gladde koasbollen met een smallen
rond en als gameering niets dan een lint-fan
tasietje. De charme van dio dingskens zit in
de levendige kleuren bois de tose, prune,
oranje, staalblauw, lentegroen en dan opge
maakt met een lintje in een geheel andere
tint, dat, op origineele wijze gevlochten, op
loopt t«gcn den bol.
En nuga ik aan een verzoek van een
lezeres voldoen en eens iets van de munncn-
mode verteilen I
Ik kreeg een briefje van haar, maar ik kon
niet uit den stijl opmaken of zij zoo in de
rikketik voor manlief zit, of dat zij wat met
hem wil pronken Het meest aannemelijk lcclc
het mij, dot zij Zijner Majesteits aandacht wat
af wil leiden tegen den tijd, det haar rekenin
gen von modiste en naaister verschijnen zul
len I
Maar zij besefte niet wat een opdracht zij
mij gaf.
De hecrenmode I Het is een der moeilijkste
problemen. De finesses er van zijn heast niet
te ontdekken Dc klecding der mannen is zoo
monotoon. De ganschc variatie van de mode
in het ééne jaar of het andere schuilt in een
paar rijen knoopen, het strikken van een das,
de len jte en uitsnijding van een vest. de kleur
der sokken en den vorm of den deuk van een
hoed I
Toen ik door de stad slenterde, speurend
naar heeienmodenieuwtjes, had ik geluk. Want
een der groote magazijnen van heeienkleeding
bedacht r>en alleraardigste en zéér de attentie
trekkende reclame: het bracht de heerenmode
tusschen 1600 en heden in beeld.
Ik heb er een lief ding voor over, als de
moderne heeren. zich ook weer eens wat kleu
riger uit gaan dossen. Het ergert mij a'tijd
lichtelijk, dot, terwijl wij van een cindelooze
variatie japonnen in de liefste nuances voorzien
moc'cn zijn, en ons 's avonds bijv. in groen,
lose, ger", blauw of wit dienen te steken, de
heeien onveranderlijk vetschijncn in een com
binatie wit-en-zwart en steeds maar sombere
vlekken maken in ons fleurig gezelschop.
Dot is pas een verzinsel van de laatste 75
jaar. En waarvoor is het noodig In 1600
verschenen dc edellieden in het fluweclen
buis, bijv. paars, met een zijden pofbroek cn
een Willem-I-kioeg (zoools we nu om cote-
letjcs binden I). De degen opzij gaf iets zeer
martiaals aan hun uiterlijk.
In 1650 dat was dc tijd van Lodewijk XIV
droegen zi.i een kostbaar groen kostuum,
waarbij het dikke, golvende bruine haar voor-
dco'ig afstak. De beencn waren met witte zij
den kousen bedekt Minder smaakvol vind ik
dc mede von 1700. Toen liepen de heeren met
een kort cape-je en een gioole witte plcureuso
op hun hoed dat was wat èl te zwierig I
Maar gTacieus was de dracht in den tijd
van Lodewijk XVI mot de witte krullenpruik,
dc witte kousen, de fijne kanten fichu en iiet
dito zakdoekje (1700).
In 1820 had de Biedermeier-jonker zijn en-
tTÓe gemaakt. Toen begon de groote veran
dering reeds te komen de broek was long, do
eerste f Wel was hij uit en werd cr een licht
grijze jas bij gedragen, maar toch verscheen
ook nu voor het eerst de afgrijselijke hooge
hoed Wat een verschil die zwarte of grijze
kachelpijp met dc fleurige baretten of struis-
veexhoeden f Zelfs do monocle, die nu ook
zijn intrede deed, kan er het wat stijve en egalo
niet van teniet doen.
In T850 werd de heeren kleedij zwartde
rok dan ten minstehierbij droeg men een
zeer gesponnen grijze breek, een hoogen
boord en bakkebaardjes I
Hef allerleeüjkst was de mode der heeren
in 1890een afschuwelijk bruin jasje werd
hoog dicht 'geknoopt, zoodat een ieder den
indruk maakt© met hoogc schouders te loo-
pen en tot overmaat van wnnsmï'.t'k droegen
de heeren ei toen een geruite broek bij.
Bnr I
Pas in de laatste jaren wordt er door de
manlijke leden der schepping weer wat aan
dacht dc kleedirig gegeven. Los en ge
makkelijk is deze nu. Vlot cn sportief, ook
voor hen, -die niet aan sport doen (wanneer
het autoën cn fietsen ten minste niet tot de
spciten rekent).
De mode van 1925 maakt jong. De ruime
ulster, de slappe hoed, de omges'agen broeks-
pijpzoom boven de slobkousen, de gele wild-
ieeren hnndsrhocn cn de wandelstok (waarvan
de „mode" drie, viermaal per jaar vcrandertl),
geven iets dondy-achti'gs zelfs aan den zestiger,
als hij zich maar met zorg en smaak weet te
kleeden.
De gekleed© jas is thans gelukkig veidwe-
nen. Ik hoop die machines nooit meer terug
te zien. Zij waren meer don leelijk Bij alle of
ficieel© gelegenheden draagt men nu jacquet cn
s avonds meer rek dan smoking.
Een dor meest gedregen stoffen voor daag
sche heerenk 1 ceding is een fantasie-worsted een
g'ndde stof, minder soepel dan de losse weef
sels van verleden iiar Gestreepte of effen
Stoffen komen niet voor zij hebben alle een
„we:kje'\ een fontasiedessin. De Sfetsonhoed
is the vogue cn gemaakt van bont-vilt. De bol
is hoog cn rond vóór er de deuk in wordt ge
geven. De rand breed en een beetje opwip
pend ieder kan de Stc-tson den vorm treven,
die hef best past. Zij bestaan in verschillende
nuances van tieire. bruin en griis en zijn nfge-
wcikt met een breed, -geribd lint in fen iets
donkerder tint.
Rok en smoking worden gemaakt vqh dun
piqué, wat veel soepeler is dan het ouderwet-
sche laken. De revers zijn van effen zijde.
Het groote nieuwlje van de heerenmode is,
dat de frontlijn ven vest en jassen, zoowel hij
colbert als avondkleeding, niet meer scherp V-
ormig loopt, doch iond is uitgesneden. Van
het oveihemd komt dus veel meer te zien; dit
sluit met één of twee knoopen De boorden
zijn hoog en hebben om-geslagen punten, d:e
ver van elkander staan cn dus de keel geheel
vrij laten. Het v«»st en ook de smoking en col
bert zijn ecnigszins getailleerd; het vest sluit
óf met één rij van vier knoopen óf tweemaal
drie knoopen. die ver van elkander staon. De
ze mode we: kt vooral in de breedte.
Een nieuwtje is ook het dubbele-borst-model
overgewaaid uit Amerikatot de kenmerken
van dif model behooren de vierkante schou
ders. naar boven puntige lapetien. een beetje
getailleerd middel cn een iets strakkere aan
sluiting om de heupen. Bij die dubbele-borst-
modeïïen is het vest van twee rijen knoopfcn
voorzien en zijn ei ook op de smoking twee
knoopen naast elkander gc-zet. Dc zakken loo-
pen ook al met een ronde lijn schuin naar
boven. De pantalons voi'»en ririm om de heu
pen, loopen naar den schoen toe nauwer uit
cn hebben geen omgeslagen pijpen. Er is
groote luxe in zijden heerensokken, bij het lak-
schoeisel. De dasjes voor avondkleeding heb
ben breede vleugels en een zeer nauwen, dun
nen gerekten knoop. De nieuwste avondvcsten
zijn van zwait moiré.
STROOMDISTRIBUTÏE-REDRIJVEN.
Een vereeniging opgericht
Tc Amsterdam is gehouden de oprichtings
vergadering voor een vereeniging van stroom-
distribueerende electriciteilsbedrijven.
De voorzitter, d r. Kuipers, uit Beemstcr,
zette de voorgeschiedenis van deze verg-d»ring
uitvoerig uiteen. Vooral wordt dc nadruk ge
legd op de gewenschte goede samenwerking
met de bestaande vereeniging van directeuren
van electriciteitsbedrijven.
Uit de besprekingen, die met het bestuur
van deze vereeniging reeds gehouden zijn, is
gebleken, dat ook van die zijde een goede sa
menwerking op prijs wordt gesteld, waarvan
de aanwezigheid van hun bestuursleden reeds
blijk geeft.
De heer Bellaar Spruyt sprak ds bes
te wenschen uit voor de nieuwe vereeniging
en gaf te kennen, dat samenwerking met ^de
bestaande vereeniging voor allen wenschelijk
is-
De vergadering was algemeen van oordeel,
dat de oprichting van een vereeniging van
stroom-dstribuecrende bedrijven gewenscht
is, zoodat met olgemeene stemmen tot op
richting besloten werd.
Ter voorkoming van verwarring tusschen de
bestaande en de nieuwe vereeniging wordt be
sloten, dc nieuwe vereeniging te noemen Ver
eeniging van Stroomdistributie Bedrijven V. S.
D. B. De statuten en het huichoudelijk regle
ment werden met algemeene stemmen goedge
keurd. Als voorzitter weró gekozen dr. Kui
pers, directeur van het G. E. B. te Beemster.
Tot bestuursleden werden gekozen de heeren
Lonthuis, H:sgen, Hofman en Ploeger, resp.
directeuren van de bedrijven te Almelo, Veen-
dam, 's-Hcrtogcnbosch en Parmerend.
HET ONTSTAAN VAN KANKER.
Naar de „Harlinger Courent" bericht heeft
dr. S, Fërwerda, hoofd van den Rijksveekcu-
ringsdienst te Horlingcn sinds Mei j.L den
slokdarm van meer dan 2100 schapen onder
zocht met betrekking tot het voorkomen van
een parasiet, een worm, die volgens den En-
gelschen hoogleeraar dr. L. W. Sambon voor
komt in den slokdarm van slachtdieren en in
direct zou medewerken tot het ontstaan van
kanker. Dr. Ferwerda vond bij geen enkel de-
onderzochte dieren de bèdoelde worm.
DIENSTWEIGERING EN BURGERPLICHT.
Toedracht van het geval
Schaper Jr.
De invrijheidsstelling op handslag van den
heer Schaper Jr., die wegens principieele dienst
weigering tot zes maanden gevangenisstraf ver
oordeeld was, en reeds in de bijzondere straf
gevangenis te Scheveningen was ingesloten,
heeft de aandacht weer eens gevestigd op gc
Dienst weigeringswet.
De mededeeling in „Het Volk", dat de heer
Schaper Jr. in de gelegenhe'd wordt geste'd
door burgerplichten zijn militairen diensttijd
te vervullen, is echter, naar de Tel. van bevoeg
de zijde werd medegedeeld, niet juist.
De zaak is zoo. De gewetensbezwaren, door
den heer Schaper voor de Commissie inge
bracht, werden niet erkend, als te zijn in den
geest, bedoeld in de Dienstweigeringswet.
Daarop is de veroordeeling gevolgd. De heer
Schaper Jr. is nu in hooger beroep gegaan
bij den minister van Oorlog en heeft verzocht,
opnieuw te worden gehoord door de Commis
sie, daar zich eenige „nova" hadden voorge
daan, die het vermoeden wettigen, dot thans
zijn gewetensbezwaren wel zouden worden er
kend.
De Commissie, bestaande uit de heeren Jhr.
Mr. P. A. J. van den Brandeler, procureur-
generaal bij het Haogsche Gerechtshof, voor
zitter, Mr. R. H. A. M. Romme lid van den
Road van State, Mr. J. Woltman, secretaris
generaal van het Departement van Oorlog,
en als secretaris Mr. A. H. Komer'ingK Onnes,
referendaris aan het Departement van Oorlog,
moet dit nieuwe onderzoek nog houden.
Het is dus nog heel niet zeker, dat de heer
Schaper Jt. zijn militairen dienst door tewerk
stelling in een staatsbedrijf zal vervangen
zien.
Men heeft tot heden weinig gehcoró van ge
vallen, waarin een dienstweigeraar, op grond
van gewetensbezwaren, vrijstelling van den
militairen dienst werd verleend, en hij te werk
is gesteld bij een anderen tak van den staats
dienst. Toch wil dit nog geenszins zeggen, dat
zich geen gevallen hebben voorgedaan.
Naar de Tel. vernam, zijn er, sinds de afkon
diging van de Dienstweigeringswet op 3 Mei
1924 tot heden circa veertig gevallen geweest.
Een markant geval hierbij was dat van een
luitenant, die na eenige jaren te hebben ge
diend, gewetensbezwaren kreeg voor zijn ver
deren dienst. Hij vroeg ontslag. De commissie
erkende de bezwaren. Hij is daarop te werk-
gesteld voor administratieve bezigheden bij het
Rijksinkoopbureau.
Een tweetal ander© dienstweigeraars werd
bij het Staatsboschbedrijf ingedeeld.
Overleg is thans gaande om enkelen ook bij
de Staatsmijnen cn Posterijen te werk te kun
nen stellen.
Men moet evenwel niet denken, dat de
dienstweigeraars er zoo gemakkelijk afkomen.
Art. 3 der Dienstweigeringswet bepaalt o.a.
Bij erkenning van dc gewetensbezwaren
door den betrokken minister, wordt hij,
die een beroep heeft gedaan op art. I sub
B. onder vrijstelling von don militairen
dienst of onder opheffing van het militair
verband tewerkgesteld bij een anderen tak
van staatsdienst
Onder takken van staatsdienst zijn voor
de toepassing van deze wet begrepen de
bedrijven onder beheer van den Staat,
wapen- en munitiefabrieken uitgezonderd.
Volgens art. 4 duurt de bedoelde tewerk
stelling twaalf maanden langer dan de werke
lijke dienst van den bc rok ;ene.
Betreft het een weigering niet van iederen
militairen dienst, maar uitsluitend van dien
welke gericht is op den strijd met de wapens,
dan bedraagt de diensttijd acht maanden lan
ger don normooi
Andere bepa'ingen treffen voorzieningen in
het geval de betrokkene niet voldoet aan de ge
stelde voorwaarden bij de tewerkstelling, en
volgen kan zelfs de plaatsing in een Rijks
werkinrichting.
Wat nu betreft de voorwaarden waaronder
de dienstweigeraars werken, nog het volgende;
Dc commissie houdt zooveel mogelijk reke
ning met het beroep, met vroegeren werkkring
en dc capaciteiten van de betrokkenen.
Men tracht zooveel mogelijk gelijkwaardig of
gelijksoortig werk voor hen in een Staatsbe
drijf te vinden. Dit is, zoools te begrijpen,
geen gemakkelijke taak, te meer waar de
Staatsbedrijven er nu ook niet zoo op gebrand
zijn iemand op deze wijze toebedeeld te krijgen.
Een en ander is oorzaak, dot het nog wel
eens eenigen tijd duuft, voor een dienstwei
geraar aan den arbeid kon gezet worden.
Als bezoldiging of soldij ontvangt de betrok
kene 65 per maand; soms kan dit bedrag wat
verhoogd worden, maar zulks is uitzondering.
Moet de dienstwe'geraar zijn burgerplicht
ver van zijn wopnplaats vervullen, en is hij
kostwinnaar, in den zin der Dienstplichtwet,
dan krijgt hij ook nog kostwinnersvergoeding
volgens deze wet.
Hij blijft zoo'ang op deze voorwaarden bij
den Staatsdienst ingedeeld, tot hij den termiin
van zijn z.g. diensttijd plus nog extra 12
maanden heeft uitgediend.
Dit zijn de vpomaamste bijzonderheden uit
de bepalingen en voorschriften in zake dienst
weigering en burgerplichten.
DIEFSTAL VAN WARMTE OF STOOM.
Is warmte eenig goed
De gewezen directeur van de N. V. Eerste
Wassenaarsche Wasscherij te Wassenaar, W.
H. D., heeft voor den Haogschen politierech
ter terechtgestaan wegens het hem ten laste
gelegde wegnemen von warmte of stoom ten
nodeele van de door hem beheerde noamlooz»
vennootschap.
Bekloagde's woning was gelegen boven de
wasscherij. Onder den vloer van zijn woon
kamer liep een buis, waardoor stoom geleid
werd. Volgens de dagvaarding zou bekl. een
gat in den vloer en in de buis hebben laten
maken, vervolgens deze buis in verbinding ge
bracht hebben met een radiator, om zoodoen
de een kamer te verwarmen.
Bekloagde bekende dit. Hij had eerst den
stoom, nadat deze in de Tadiator was geweest,
afgeleid naar buiten, doch dit functioneerde
niet goed en daarom had hij het zoo laten
maken, dot de gebruikte stoom weer in de
hoofdbuis terecht kwam. Hij had, naar hij
Luchtigs Liedjes
DE VERLANGLIJST
van u' modem kind.
Eerst natuurlijk boterletters
En dan liefst een beetje vet,
Maar schrijf er dan bij een briefje:
„Mogen niet in het buffet."
Want het vorig jaar heeft Maatjo
Ze heel zuinig weggedaan,
En toen ze bedorven waren
Keek de kat ze zelfs niet aan.
Verder een j>artytje boeken
Maar dat steekt me nog al nauw,
rt Vorig jaar vond Tc Sinterklaasje,
Die romannetjes vry flauw.
Als ik zelf dus uit mag zoeken
Paatje die is al zoo oud,
Die heeft geen verstand van boeken
En is trouwens ook getrouwd.
Een paar flinke voetbalschoenen
En een groote leeren bal,
En een shirt dat in het laatste,
Wat ik U nog vragen zal.
0 ,ja, ook nog een nieuw broertje,
Daar die stumperige ziel
Die U 't vorig jaar gestuurd heeft
Nog al aardig tegenviel.
't Wurm doe', nders niet dan schreeuwen,
Ligt de heele dag in bed
En 't is ook niet goed voor Paatje
Want die spreekt dan zoo onnet.
Nou, de groeten Sinterklaasje,
Als je er op bent gesteld,
En shake-hands met jullie sterren,
Van het Spaansche voetbalveld.
p. c. c.
PIMMY.
zeide, vrij gasverbruik voor verwarming, doch
hij vond het voordeeliger voor de vennoot
schap, zijn kamer met stoom te verwarmen.
Als getuige werd gehoord de gedelegeerd
commissaris van de N. V., de heer F. v. Praag,
die zeide, dat het niet juist was, dat bekl. vrij
gas mocht gebruiken. D. kon het best zelf
betalen, want hij had een goed salaris.
De loodgieter, die de installatie had ge
maakt, verklaarde als getuige dat de stoom
niet in de hoofdleiding kon terugkeeren, daar
hij veranderde in condcns-woter, dat moest
worden afgevoerd.
Het OM. meende, dat dc fabriek in ieder
geval schade had geleden door de handelingen
van beklaagde en eischte wegens diefstal 14
dagen gevangenisstraf.
De verded'ger, inr. W. de Clercg, *eide,
dot het van belang is te weten, wanneer het
feit is gepleegd. Echter kan drt in geen geval
zijn „op of omstreeks Mei 1925", zooals de
dagvaarding begt. Immers in December 1924
is bekl. uit zijn dienstbetrekking getreden en
hij heeft toen de woning verlaten. Zelfs in
1924 schijnt de aansluiting niet te hebben
plaats gehad.
Voorts is het wel duidelijk, dat dc stoom
nfet ontvreemd is, doch slechts is terugge
bracht tot condens-water. Het is uds hier een
kwestie van vorm. Rest nog de diefstal van
warmte. Hierover bestaat in Nederland nog
geen uitspraak. Aan den politierechter mr.
Calkoen, valt dan ook die eer te beurt te be
slissen, of warmte gestolen kan worden
Een dergelijk geval heeft onlangs plaats ge
had, toen een tandarts terecht stond wegens
diefstal van electrische energie. Er is echter
een belangrijk verschil tusschen electrische
energie en warmte. Deze laatste wordt tot op
het oogenblik nergens geleverd. Het is on
doenlijk, warmte in een bepaalden vorm over
te geven.
XVanneer echter de politierechter zou oan-
nemen, dat warmte „eenig goed" is, dan rest
nog het bezwaar, dat men dit goed niet kan
wegnemen.
Zoo geredeneerd, zou een voerman, die een
pakje bezorgt aan het Paleis van Justitie en
zich aan den rijkskachel warmt, kunnen te
recht staan wegens het plegen van diefstal
van warmte.
Volgens pleiter kon dit nimmer vallen on
der art 310 W. S. Hij concludeerde dan ook
tot vrijspraak, subsi-air een l'chte geldboete,
daar de schade, die de fabriek geleden zou
hebben, al zeer gering is.
De uitspraak is over 14 dagen.
„ZooM'n man moest óók nog effetjes
de deur uitde safe's van de bank nog na
kijken.... altijd erg verantwoordelijk en een ver-
trouwenspostje, hè.... géven ze niet aan ieder
een."
(R&ak was-ie. Moest ze maar riskeeren als
ze hier d'r gaslicht en d'r eten-en-drinken uit
kwam sparen, als zc avond-aan-avond
zélfs met Sinterklaas kwam schobber-
d e b o n k e n).
„Och kom...." meende juffrouw van Pran
gen afwezig.... „En Oom?" Nou kwam-'t....
mijn hemel nóu kwam 't pas en zich-goed-
houdend, d'r buurvrouw fixeerend om d'r ge
zicht te zien zei ze quasi-onverschillig: „Die
wil 'n radio-toestel koopen mit vier lampe cn
een lautspreker... effe gaan kijke... gaan luis
tere offet een goèie is.... enne mit honderd
plat..-:fantaseerde ze; kon 't makkelijk
zeggen Oom nacl gezegd even naar 'n ken
nis de radio te gaan hooren.... Als juffrouw
van Prangen er later wéér naar mocht vragen
kon ze altijd nog zeggen dat 't zoo tegenge
vallen was.
De adem van juffrouw van Prangen stokte,
gelukkig was juist op dit oogenblik Keesje in
den kolenbak getuimeld en hief hij een oorver-
doovend gehuil aan. Dat gaf afleiding, en ter
wijl zij den kleinen jongen tusschen de eier
kolen uitvischte schonk juffrouw Karpers vast
wat „lekkere heete chocola zóó van de koei"
in. (Bij de van Prangens kreeg je altijd wa
terchocola)!
„Kom Sinniklaas niet, moesje?!" riep Ma-
rietje, „Hè.... ja.... wanneer komp-ie nou?...."
zeurden dc andere kinderen door elkaar.
„Ja...da's waar ook," riep de vrouw des hui-
es...:. ,,'k had 't haast vergeten jullie te zeg
gen.... maarreSinterklaas kómt dit jaar niet
hij isse... verhinderd. We gane straks plezie
rig een beetje domir.eeren en versies zingen
en dan drinke we nog een kommetje anijsmelk
met spikkelaas.... en dan gaan we fijn naar de
koesjé!.... v'ruit Gerritje.... denk-is...."
Er werd driemaal luid op de deur geklopt.
„Ja?.... Nou?...." riep juffrouw Karpers
argeloos...."
Een witgehandschoende hand strooide 'n zak
pepernooten door 'n kier. Luid-gillend kropen
de kinderen over den grond. De deur opend*
zich en.... daar stond Sinterklaas in vól ornaal
de mijter op de .staf in de hand De
kleintjes stoven naar 't andere eind van de ka
mer, de grooteren zongen met bange stemme
tjes zoo hard als ze kónden:
„Zie ginds komt de stoomboot
Van Spanje weer aan!..»"
„Sinterklaas.... me man.." zenuwlachte juf
frouw Karpers fluisterend naar do buurvrouw,
„nou hét-ic 't tóch gedaan de goede ziel
als de anderen nu óók maar gauw komen.... en
och," vervolgde zc verteederd, „het is toch
wel aardig óók zoo..."
„Ja zeker, ja zeker..." zei juffrouw van
Prangen.... en met 'n lief lachje: „Wil-u niet
gaan zitten Sinterklaas? En bent u niet moei
van den reis?...."
„Ja.... ja...." bromde Pa Karpers in z'n
grijze baard, die schééf zat.... dat gaat best
dat gaat bestkom-es hier kinderen.... kom
eens voor den draad... benne jullie zoet ge
weest van 't jaar?Zóógeeft Sinterklaas
maar is 'n handje... (Hij wenkte stiekura naar
z'n vrouw waar of van Prangen en Oom, vóór-
al Oom nou toch zatendie moesten toch
zien dat hij zich maar weer opgeofferd had
dat hij.... enfin, 't goeie, 't nobele hart eens
rechtgeaarden huisvaders, nietwaar.... En je
kon nóóit es weten; Oom was er nog al op ge
stéld
„Waar ze blijven...." beet juffrouw Kar
pers tusschen d'r tanden....
„Als ze nou maar gauw komen...."
„En ben ze overigens dus nog al lief voor
d'r vader en moeder geweest juffrouw, gehoor
zaam en volgzaam en goed leeren op
school?... Zoo-zoo dat is mooi.... zingen jullie
nou dan eens een versie voor Sinterklaas
Maarre?
't Was even stil.
Er werd wéér getikt, Duidelijk, drie maal.
Met 'n ruk ging de deur open... 'n rèuzen stem:
„Huurrr is Sunterklaas!..."
„Krankzinnig...." gilde juffrouw van
Prangen....
„Me man.... lieve tijdde kinderen...."
De kinderen waren luid schreeuwend in een
hoek gevlogen. Juffrouw van Prangen zag
rood.... juffrouw Karpers wit spierwit. En
de twee Sinterklazen, de één in de deur, da
ander op 'n stoel in de kamer keken elkaar ver
stomd en verslagen aan.
„Verskuuseer..." stamelde eindelijk van
Prangen ei> zette z'n my'ter recht met zenuw
achtig handbeweeg, „verskuuseer.... maar ik
was van de gedachte...,, de kwetstie is natuur
lijk deze...."
„Duvel nou opbeet Sinterklaas II
hem met 'n woedenden blik toe.... „Zie je dan
niet.... de kinders.... mot-je 't spul bcderreve..."
„Ik wil me graag terugretireeren," ant
woordde Sinterklaas I, en deed nog 'n stap in
de kamer, „maar de cadeautjes om-zoo-te-zeg
gen..." en hij zwaaide met een zak die vermoe
delijk met allerhande heerlijkheden gevuld
was.
„Ik b 1 y f er in..» ik b 1 y f er in
kreunde juffrouw van Prangen achterover in
den stoel Stil-verheugd over 't échec van
Pa KarpersMoedér Karpers deed intus-
schen vergecfsche moeite de onthutste en
schreeuwende kinderschaar tot bedaren te
brengen.
De twee Sinterklazen keken elkaar aan...
niet meer wetend wat te zeggen.
Toen smeet Pa z'n mijter woedend in 'n
hoek
„Ik vertikt 't.... ik heb 't direct gezeid...
de laatste keer.... is dat werk...."
„Maar als je nou had gewaarschuwd
als je nou maarwist i k..." stamelde van
Prangen
„Maar dan zal ik zooals gezegd.... als
laatst aangekomene...."
„Löop naar de h'riep de andere Sin
terklaas dóór z'n spijtige woede heen „ik zeg
je dat ik 't vertik...."
Op de trap in de gang klonk plotseling een
geweldig gestommel en een zware stem riep:
„Zyn hierr nog stoute kinderen!!? toen
in het licht bij de deur.... stond de derde Sin
terklaas.
„Oom!...." brulde Pa „Oom!..,, bent U
gèk!...."
Juffrouw van Prangen lag in een appelflauw
te over de leuning van haar stoel ma Kar
pers huilde met de kinderen mee. Oom zei een
neel leelijk woordzooals ze nog nooit van
hem gehoord hadden.... Toen staarden de drie
Sinterklazen elkaar* sprakeloos aan.
Een schorre gramofoon van de menschen-be-
neden kryschtc:
„Wie zoet is krijgt lekkers
„Wie stout is de gard!...."
„Stapel benne ze," hik-lachte juffrouw van
Prangen door tranen.... „Stèpel!"...