KINDERRUBRIEK
xxxx is ccn jongensnaam,
xxxx is ccn woonplaats,
xxxx is ccn verzoek,
xxxx is ccn familielid,
xxxx is voor menig rooker ccn
vwv lekkernij.
xxxx is een plaats in Duitseh
land.
xxxx is ccn bloemennaam,
xxxx is ccn overblijfsel,
xxxx is ccn meisjesnaam,
xxxx is een'eiland in Inclië.
xxxx is niet vriendelijk,
xxxx hébben jullie allen
XXXX is «cliik nnn „hotzcl'dc."
De rubriek van Oom Karei.1
Als jullie deze kinderkrant lezen is einde ijk
de groote avond aangebroken. Want jelui heb
ben natuurlijk allemaal met groot verlangen
naar den St-Nicolaasovond uitgezien. En dat
kan ik mij levendig begriipen. Zoo allemaal
in de huiskamer rondom de tafel en don ca
deautjes in ontvangst nemen is heerlijk gezel
lig. Jammer, dat er nog zooveel arme kinder
tjes zijn, die op d.en avond niet zooveel ge
noegens kunnen hebben. Maar er wordt geluk
kig voor hen ook veel gedaan. Er worden altijd
wel menschen gevonden, die er iets voor over
hebben om arme kinderen ook een prettig St.-
Nicoloosfeesf te bere'dcn. En dat is moor ge
lukkig ook. En hoe meer er helpen, des te be
ter.
Ik geloof dot de sneeuw weer heel wat op
haar geweten heeft. Toen ik Zaterdag en Zon
dag zoo in de Huygerslaan en bij het Belgi
sche monument keek, en ik zag al dat drukke
gedoe met prik- en bobsleeden, toen dacht ik
zoo bij mezelfer zullen deze week wel niet
veel briefjes van mijn neven en nichten komen.
Want ze zijn er natuurlijk allemaal met de slee
op uit en denken heelemaal niet meer aan Oom
Karei. En mijn gedachte is uitgekomen ooi-
Want het aantal brieven, dot ik van jelui kreeg
was erg klein. Maar voor zoo'n enkelen keer
hindert dot niets hoor. Ik kan me heel goed
indenken, dat jelui de gelegenheid gebruikt
hebt om eens heerlijk aan dir gezonde winter
sport te doen. Wat een pret was dat hè? Eeist
de slee naar beven trekken cn dan in vl'egen-
de vaart de helling komen afzetten. En glad
dat het daar wasl De voetgangers konden nau
welijks op hun beenen blijven slaan. En je
moest heel erg oppassen, wilde je niet onder
steboven gekleed worden. Maar jelui hebben
plezier- gehad cn dat is nu eens de hoofdzaak.
Want zoo dikwijls komt dot niet voor, dot jc
je hart zoo heerlijk kunt ophalen. Nu is ds
pret weer voorbij. Tenminste toorloopig. Mis
schien komt er nog wel weer sneeuw en dan
begirnen jelui natuurlijk weer opnieuw.
Hebben jelui St. Nicolaas voor het 'hotel de
Witte -aan den Utrechtsrheweg gezien? Heele
maal van sneeuw een St. Nicolaas voor een
tafeltje en meer dan levensgroot. Hot was een
mooi stukje werk en het zog er werkelijk keu
rig uit. Maar de dooi heeft ook hier zijn macht
doen gelden. Maar toen ik d?n volgenden dag
ging kijken, was er van de hccle Sinterklaas
weinig meer overgebleven.
Nu heb ik jelui alleen nog een excuus te
maken. In het eerste raacVel van de vorig?
week is een fout geslopen Er werd gevraa Td
naar het Engel^che woord voor koets. Dit
moest zijn het Engelsche woord voor ieder,
n.l. each. Natuurlijk zal ik met de oplossingen
daarmee reken'ng houden. En nu alleneen
prettige St. Nicolaas-ovond I
Naar aanleiding van óe St.-Nicolaasprijs-
vraag van het Amersfoortsch Dagblad ontving
ik van onzen neef Driehoek een aardig ge
dichtje, waarvoor ik graag een plaatsje in de
kinderkrant wil inruimen. Hier volgt het
„SINT NICOLAAS PRIJSVRAAG".
Nu de tijd is aangekomen.
Van wintO"avonden vermaak
Met zijn raadsels en spelen.
Dan vergeten we verdriet en zaak.
En het AmeTsfoortschc Dagblad,
Dit zeer gezellig blad,
Gaf den abonné's ook weer wat aardigs;
En deez' keor ccn leuke Prijsvraag had
En als belooning voor de moeite,
Zal die goede oude Sint,
Die deze Prifsv aag ook 200 mooi vond
Zien dat hij daarvoor een paar boeken vindt
En allen ging flulcsch aan 't zoeken.
Naar de omgekeerde le;tors in de krant.
En stuk voor stuk de letters boeken.
Die men dan gevonden had.
En als men na lang speuren.
De laatste dan toch had,
Don moest men weer aan 't zoeken.
Tot men de vier woerden bezat
Als men dar near zijn bed ging
En sliep als ren echte rob.
Don begon men soms tc droorr.cn
En zog men alles op z'n kop.
En als men weer eons zoekt dan geef ik U
deez' raad.
Houdt steeds den moed er in.
Dan krijgt gc nn wat moeite,
Ook wel epn goede zin.
Dus lezers en lezeressen, nu weet U 't
allen goed,
Wanneer U weer eens Uw inkoopen doet,
Koopt dan bij de adverteerders in dee*'
krant
Gij steunt doordoor den Amersfoortschcn
middenstand
Tot gelegenheid van het St. Nico1 nnafeest
krijgen jelui nog een extra-versje, dat ik eeni-
gen tijd geleden ontving van Sparappel.
Hier is het.-
DE APPEL
Moe gaf aan Wim en Betje
Een app-1. rijp en rood.
Wim zal den appel snijden
In stukken, even groot.
Maar snijden is een groote kunst
Het mes schiet wat op zij.
Een groot stuk komt nu op het bord
Een klein stuk li^t ct bij.
Moe kijkt Wim aan en zegt
„Deel nu eens tóó met zus,
Zoo a's een goeie broer dat doet,
•Ie krijgt dan vast een kus*'
„Hoe deelt een goeie broec vraag» Wim.
„Gaat het soms met de oogen toe
„Hij geeft het grootste por.je weg,
Neemt zelf 't kleinst", zegt Moe
I Ons Wimpje is nu even stil.
Kijkt peinzend voor zich heen
Hij is wel gul en goed van aard,
Maar zelf 't kleinste neen.
Hij schuift het bordje nu naai Bet
„Je krijgt van mij .een kus,
Als jij het tusschen ons verdeelt.
Maarals een goeie zus!"
OPLOSSINGEN.
RAADSELS.
De op'ossirgen van de vorige raadsels warén:
I. Sint-Nicolans prijsvraag Amersfoortsch
Dagblad.
II. Haastige spoed is zelden goed
VRAAGSTUK.
De oplossing var. het vmegtstuk was aldus
De drie uitgeblazen kaarsjes blijven overde
beide andere biandcn op
De prijs is gewonnen docr Johon Koop
man. Hij ligt klaar cn knn Maandag aan het
bureau van het Dagblad worden afgehaald. En
een schuilnaam kiezen, hoor I
NIEUWE RAADSELS
1. Het is weer een zig-zog-raadsck dat vol
gens de dikke kruisjes gelezen een belangrijke
g-'b' -rtervis in het jaar is
aAaa is een lirhaarasdoél.
X
V
X
X
X
X
XXXXXXXXXXX XX
X
X
X
X
X
X
Bovenstaande kruisjes en puntjes ;c vervon
gen door letters zóó. dot de met kruisjes
aangegeven kruislijnen hetzelfde woord noe
men en wel iets wonrnnnr alle neven en nich
ten al weder verlangen.
De bovenste, en de onderste letter moet naar
geruden worden.
De 2de ?n de I2_*e regel geven elk d:n
naam van een boom (niet dezelfde). De i mid
delste letter van den 2dcn regel is dezelfde als
de onderste letter; d" laatste letter van den
I2dcn regel is dezelfde als de bovenste letter.
Bij een hnrdloopw.edstri'd moeten we pro-
beeren te ziin wat regel 3 noemt.
Voor liefdadige doeleinden verkoopt men
dikwijls het genoemde op regel II
Regels 4 en TO noemen ieder een verschil
lende dag der vVeek.
Regels 5 en 9 noemen ieder iets cm te eten:
wat op den vijfden regel staat is eigenlijk voor
feesten bestemd; wat op regel O genoemd
wordt kriigen we bijna dagelijks.
Regel 6 noemt ons dieren met lange vleu
gels die heel goed en bijna onvermoeid vliegen;
ook een der neven heeft dien naam.
Regel 8 is het vandaag.
RUILHANDELHOEKJE
Een nichtje, die postzegels verzamelt, heeft
nog heel weinig zegels van Nederland en ko
loniën. Vooral de oude soort met hoogere
waarde don 40 cent wil zij graag hebben. Ock
de jubil^umzegels heeft zij in de hooge waarde
nog niet 0.25 en hooger). Dan had zij graag
nog opdrukken van 1 en hocger. Van de ko
loniën heeft zij nllccr\ de loagste woorden. Wie
kan haar wat op streek helpen met een en
ander. Die zendt het maar aan mij, dap zorg
ik voor verdere doorzending.
Q u o n a b heeft een Pleines-alEum met veel
plaatjes (no. VI) te ruilen. Wie wil daarvoor
wat in de ploals geven? Zeg je'ui het maar
in de briefjes, dan zal ik het weer aan Quo-
nab doorgeven.
OOM KAREL.
Van een KrekeS, die graag
een Bij weide zijn.
„Wel, meneer 'Krekel, wat voer je loch
uit?" vroeg een tor aan een krekel.
„Ik probeer als een bij te zoemen en
heelemual net te doen, alsof ik een bij
was,' luidde het antwoord.
„O, maar je kunt loch nooit een echte
bij worden f Waarom probeer je het dar?"
„Omdat niemand weet, wat hij berei
ken kan, zoolang hij het niet geprobeerd
heeft
Lukt iets niet den eersten keer,
Doe het nog cn nog eens weer
zegt de wereld."
„O, de weireld f Maar jij bent de wereld
toch niet!"
,Neef, maa(r ik maak <^r toch deel van
uit," antwoordde de vooruitstrevende kre
kel.
„Zoo ver heb ik het ook gebracht, maar
dat is nog geen reaen, waarom ik een an
der zou willen worden dan die ik ben," ant
woordde d§ tor, wier schild cp dien helde
ren zomerdag prachtig glansde.
„Maar ik wil nuttig zijn in de wereld,"
begon de krekel weer.
Jokko.
Drie kleine, kléine kleuters
staan voor het Apenhok,
en kijken naar de kunsten
van 't grappig Aopje Jok.
Ze kochten apenootjes;
Jaap heeft een zakje vol
straks wil hij Jok wat geven
Aap Jokko vindt het dol -
En steekt begeerig 't pootje
naar 't fijne lekkers uit;
heel handig maakt zelfs 't Aapje
het h e e 1 e zakje buit f
Daar staan de kleine kleuters;
ze vinden het niets mooi,
dot a 1 hun apenootjes
zijn in de Apenkooi 1
Maar Jok lacht in zijn vuistje
en gooit hun met een dop;
o Jaopje, waarom paste
je ook* niet beter op
HERMANNA.
„O, dat wil ik ook. Ik wil de nuttigste tor
zijn, die er op de heele wereld ooit bestaan
heef.."
„Toch maar een tor," kon c'* krekel niet
nalaten te zeggen.
„Daar heb" je gelijk in; maar beter een
goede tor dan een schijn-bij. Wat zegt u
er van, mevrouw Bii
En de tor sprak een dame aan, die luid
zoemde boven hen.
Waarvan moet ik iets zeggen vroeg
de aangesprokene, terwijl zij zich in even
wicht hield op haar vleugels.
Meneer Krekel zou graag een bij wil
len zijn, maar ik zeg hem, dat hij dan toch
maar een schijn-bij zou,wezen."
,Och, dat is het eigenlijk niet precies,
maar hij zou de verkeerde persoon op de
verkeerde plaats zijn, zooals men dat
noemt. Die vindt men altijd overal: mem
schen en dieren, die in hun onwetendheid
allerlei verkeerde dingen doen. Maar ik
moet hier mijn tijd niet verbabbelen, nu er
zooveel honing te verzamelen valt. Ik hoop,
meneer Krekel, dat je iets nuttigs in de
wereld doen zult. meer. ik denk niet, dat
er ooit een goede bij uit je groeien zal,'
zoemde de bij.
In het volgend oogenblik was zij verdwe
nen.
,Iets nuttigsIk kan heelemaal niets
doen of zijn."
„O, maar je kunt toch een lief, klein
krekeltje wezen," zei de tor op spot-
tenden toon.
„Ja en niets- anders doefi den zingen en
mij tuss hen het gras verborgen houden,v
hernam het arme, ontevreden ding. Het
voelde zich zóó ongelukkig, dat. het hem
heelemaal onverschillig was, of de tor hem
uitlarhle of niet.
„Ik kan mij hier niet langer ophouden,
want ik ben op weg naar den grooten tor
en-wedstrijd en hoop dm mooien kristal
len beker te winnen denk eens aan I"
En de tor draaide zich om en door.
„Bah 1 een kristellen beker 't is niefs
anders dan een dauwdruppel," zei een half
dommelende duizendpoot, terwijl hij zijn
slaperig kopje ophief.
„Wat doet dat er toe? Wij ethletén stel
len er veel eer in hem te winnen. De men-
schefi, die altijd alle:lei wedstrijden onder
elkaar houden, zeggen
„De roem ligt niet in den prijs, maar in
den strijd. Ga maar eens naar den wedstrijd
kijken, meneer Krekel. Dat 'is beter dan
een bij probeeren te zijn."
En mevrouw Tor vervolgde haar weg.
De duizendpoot viel weer in slaap en d
krekel zuchtte.
Waarom zoo'n diepe zucht?" vroeg zijn
neef Sprinkhaan, dis 00. zijn cbagel'Iksche
morgenwandeling voorbij kwam.
„Omdat ik een 1 ii wal zijn en niemand
mij schijnt te begrijpen."
Maar dat is toch niet ■moeilijk om te be
griipen. 't Is zelfs hec-1 erappig I"
En de vroolijke spr nkhaan lachte harte
lijk.
„Ja, j ij kunt wel lachen j ij hebt een
prettig leventje."
„I k een prettig leventje Prettiger dan
het jouwe? Ik ben een sprinkhaan,
j ij een krekel. Ik zie werkelijk niet veel. ver
schil."
„J ij kunt ten minste heel ver springen
en de menschen gillen van plezier, als ze je
ziea. Ik maak hen nooit aan 't lachen en
wat nog erger is: m ij heeft niemand noo-
dig. Tc Zou er evengoed niet kunnen zijn."
,„Je moet niet zoo min over jezelf den
ken. Verbeeldt je maar, dat je nuttig benl
en je zult nuttig zijn," zei de verstandige
sprinkhaan.
„Maar wat kan ik doen? Ik ben mezelf
"en anderen slechts tot last."
„Jc kunt de wereld toonen, hoe gelukkig
een krekel, clie nederig in het gras woont,
kon zijn. En wie weet, hoeveel menschen
je opbeurt met je gezang
Zoo sprak de sprinkhaan cn daar hij don
krekel geen opgewekt gezelschap vond,
sprong hij lustig verder.
„O, bijen, wat zijn jullie toch gelukkig
zuchtte de krekel, terwijl hij hen zoo ver
genoegd boven zich in den zonneschijn
en midden tusschen de bloemen hoorde
zoemen. Ik w i 1 een bij zijn. Ik geloof, dat
ik al aardig op weg was net zoo te zoemen
als zij, toen die brutale tor mij stoorde. En
mijn pooten kan ik prachtig opvouwen.
O, wat zag hij er nu grappig uit f Maar
waar hij op leek, zeker niet op een bij, al
sprong hij ook naar een beekje en bekeek
hij zichzelf in het spiegelende water om
te zien, of hij er nu werkelijk als een bij
uitzag.
„O, ik begin er al op te lijken f" juichte
hij.
Zoo ging ons krekeltje, half springende
eh zich half door den wind latende dragen,
naar één der bijenkorven in den tuin. Hij
zoemde daarbij dapper, al was het op een
eigenaardige manier.
Na eenige inspanning slaagde hij er ein
delijk in, wat stuifmeel aan zijn pootje te
kriigen, maar zijn krachten waren niet toe
reikend om honing uit de bloemen te zui
gen. Hij' zette zich nu neer in een donker
hoekj" van één der korveti, ten einde de
thuiskomst der nijvere bijtjes af le wach
ten.
Zoem, zoem, zoem, daar kwamen ze aan
en hij, arm krekeltje, deed al zijn best on
trachtte in zijn donker hoekje net als zij
te zoemen. Maar o, zij ontdekten het ge
luid. dat onmogelijk van een bij kon zijn,
dadelijk en de koningin der bijen liet den
vijand opsporen. Hij werd al heel gauw
gevonden. O, v/at beefde hij, toen hij vóór
de koningin geleid werd. Hij kon slechts
één verontschuldiging voor zijn tegenwoor
digheid aanvoeren en zei:
„Ik wilde zoo heel «-raag een bij en dus
nuttig in de wereld zijn."
De wijze koningin hoorde "aan zijn stem
en las in zijn cogen, det hij de waarheid
sprak.
„Ga den terug in de wereld je eigen
wereld en wees daar nuttig," zoemde de
bijen-koningin, hem even aanrakend met
haar schepter, terwijl hij eerbiedig voor
haar knielde.
„Hoe kan ik dat doen?" fluisterde hij.
„Dat zal ie gezegd worden."
En de koningin zwaaide haar schépter,
ten teeken, dat hij gaan kon. Hem werd tot
de opening van den korf uitgeleide gedaan.
Toen hij buiten kwam, viel een regendrup
pel neer en nam hem bij een pootje.
„Meneer Krekel," zei hij, „wil je in het
gros gaan zingen en verkondigen, dat wij
komen De regendruppels komen uit de
voorraadschuren, de wolken, want de bloe
men versmachten en denken, dat wij hen
vergeten hebben.De heele wereld snakt
naar ons, -want alles verdroogt. Maar n u
komen wij en zal iedereen en alles, weer
vol hoop- zijn."
Zoo sprak de regendruppehtot den krekel.
men waren eveneens hoogst dankooar, aï
konden zij dit niet onder woorden bren
gen. Padden en kikvorschen kwaak'en:
„O, meneer Krekel, wat een goed werk
doet gij door on?, dorstigen, weer hoop te
geven I"
En een oude koe looide dankbaar:
Dank, klein ding, voor deze tijding,
Zij verspreidt elom verblijdingl
De paarden hinnikten, de ezels balkten
en de schapen en lammeren blaatten, zoo
dat dc dankbaarheid van alle konten weer
klonk.
Baas Joris, de rijke boer, die juist naar do
lucht stond te kijken, zei:
„Gezegende krekel I Nu kan ik rustig
gaan slapen. Ik weet, dot we regen zullen
krijgen en dot mijn vee niet van dorst ver
smachten cn mijn velden niet verdrogen
zullen."
De maon kwam op en wierp één van haar
zilveren stralen op het krekeltje, dat on
vermoeid ziin blijde boodschap zong.
„Hallo I Wie maakt de wereld toch zoo
blij vroeg plotseling mevrouw Tor, die
zich met den kristollen beker want zij
had hem inderdaad gewonnen naar huis
spoedde.
„Ik", antwoordde de kieino krekel.
„Ha I Dot is vrij wat beter dan een schijn-
bij te willen zijn. Het is zelfs beier dan den
kristollen beker in den wedslrijd tc winnen.
Allen bedanken ie met luider stem en jc
verdient hun denk," zei de tor vriendelijk.
„Ik hun denk verd'er.en?" klonk het ne
derig. „Ik heb eigenjijk niets gedaan."
„Je hebt je plicht gedaan, jc levenstaak
vervuld."
Alle stemmen schenen nu te roepen
„Je hebt je levenstaak vervuld I" totdat
eindelijk de maan haar aangezicht achter
de wolken verborg en de regen neer
viel. Het ccklet'er der dikke druppels scheen
met het koor in te stemmen.
Ons krekeltje begreep nu, dat ook de
nederigste op aarde een teak te vervullen
heeft. En het dacht er vanaf dit oogenblik
niet meer over, een bij te willen zijn.
„Tsjierp, tsjierp, tsjierp!" zong een klein,
nietig krekeltje. Het was heel eenvoudig en
gemakkelijk uit te voeren, maar o, door
welk een vreugde werd het begroet I De
bloemen hieven hun hangende kopjes co
Zij konden niet spreken om 7*;t krekeltje
te bedenken, maar zij verspreidden een
zoeten geur, overal waar bet ging. De wur
CCRR OSPONDENTIE
Driehoek. Wat ben jij ccn rijd weg ge
bleven. Nu, ik hoep je nu weer meer regel
matig te 7>n Ijoorl Wont jo bent ccn van
mijn beste kif Ik heb lang in beraad
gestaan of ik het beg'n van jc brief in do krant
zou zetten I Zoo mooi heb je dat beschreven.
Maar zonder je goedvinden gebeurt zoo iets
natuurlijk niet. Maar als je over dot onderwerp
eens een opstel!-tje voor d- krant wil maken,
mng je dat gerust doen. Dot -uilen dc andere»
neefies en nichtjes ongetwijfeld ook wel aardig
vinden.
Bobbie. Jc raadsel zal ik gebruiken. Tk
heb al gezegd, d .t do z ïter blTkbnur vcr-
cord heeft gelezen. Moor dat is zoo heel erg
niet. Je bedoeling is goed. En natuurlijk reken,
ik dut niet mee vct den prijs.
Gymnast. Ja. zco iets is dnd lijk aan
de beurt, want anders is de aardigheid er af.
En het is juist leuk, al-, zoo iets komt als het
nog eenige betcekenis heeft.
Joh. K. Je raadsels waren goed. Wil jo
voor hot vervolg een schuilnaam bodenken.
Zccals je ziet doen de anderen dat ook.
Miitipsa. Zoo, don heb jij al vroeg bezoek
van St. Nicolno:; gehad, hoor. En wat een
heerlijkheden heb* jij al gekregen. Daar zal
zeker vannvend nog wel wat bijkomen. Wees
ma&r erg lief, nis de Sint bij je komt.
Zwartkop. Neen, ik zou nu moor niet fiet
sen. Dat is ccn beetje gevaarlijk voor je. Dat
treft mooi, dat ie nu weinig huiswerk hebt. Ik
denk het ook.
Nimf. Wat zal je het nu druk hebben. Ja
ik weet, dot Bob vertrokken is naar den Haag.
Dus te kendo hanr ook. Nu, veel plezier hoor,
een goed succes met je spel I
Bruno. \Va{ heb jij het toch druk. En is
er dan geen oogenblikje meer voor een brief
Dan do vo'gcnde keer maar dubbel zoo veel
hoor I
Handje Plak. Als ik het goed begrijp, wil
ie dus in het vervolg geregeld meedoen in do
Kinderkrant. Dat kon natuurlijk heel goed. Ik
zal eens zien of ik hel gevraagd." kan krijgen.
Kooltje Vuur. Ik heb al de raadsels, die
ik nog heb negericn, acrh dear i" er geen bij,
met de oplossing die jij neemt. En ik herinner
mij ock niet. dat ik er ccn van jc gekregen heb.
Ais je het me nu nog eens stuurt, zal ik het
dadelijk een plaatsje geven. Intusschcn beter
schap met je hand..
Ton Ncvcu. Jo, dan heb ik jo verkeerd
begrepen. Maar die kwestie is nu alweer voor
bij. Misschien komt er v/el weer1 zoo'n wed
strijd. En dan maar gezorgd, dat jij de kam
pioen wcrrdt.
Cecilia. Goed, ^c moet me haar volledig
adres eens opgegeven, als je dat weet. Fijn
hè, al die fcestckv. n nu. St. Nicolaas, Kerst
mis, de Kerstvacanrie. Het is eigenlijk de preti
tigste maand van het heele jaar.
Kampioen. Jo, ik kan me best voorstellen,
dat j? een reuze pret hebt gehad. Ik zal d?zo
keer maar veel door de vingers zien met de
raadsels. Wonneer is dot Schoolreisje? Dat
zal wel een mooie film zijn.
Mol. Ik heb je langen tijd gemist. Over
Kerstmis ben ik het heelemaal met je eens,
En in Duitschland wordt daar ook meer werk
van gemaakt De oplossing van de raadsels
vindt je in deze krant. Die kan ik verder niet
ieder afzonderlijk geven. Je raadsel zal ik do
volgende keer plaatsen. Dat is nog niet te
laat.
Quonab. Je was weer aan de late kant,
hoor. Voor deze keer zal ik je d e z e week nog
antwoorden, macr els je weer zoo laat bent,
moet je antwoord heusch een week blijven lig
gen. Je vraag heb ik overgebracht.
Driehoeks Je krijgt voor je leuke gedichtje
een extra-prijs. Kom je die Maandag even halen
aan het bureau van de krant