KINDERRUBRIEK xxxx is ccn jongensnaam, xxxx is ccn woonplaats, xxxx is ccn verzoek, xxxx is ccn familielid, xxxx is voor menig rooker ccn vwv lekkernij. xxxx is een plaats in Duitseh land. xxxx is ccn bloemennaam, xxxx is ccn overblijfsel, xxxx is ccn meisjesnaam, xxxx is een'eiland in Inclië. xxxx is niet vriendelijk, xxxx hébben jullie allen XXXX is «cliik nnn „hotzcl'dc." De rubriek van Oom Karei.1 Als jullie deze kinderkrant lezen is einde ijk de groote avond aangebroken. Want jelui heb ben natuurlijk allemaal met groot verlangen naar den St-Nicolaasovond uitgezien. En dat kan ik mij levendig begriipen. Zoo allemaal in de huiskamer rondom de tafel en don ca deautjes in ontvangst nemen is heerlijk gezel lig. Jammer, dat er nog zooveel arme kinder tjes zijn, die op d.en avond niet zooveel ge noegens kunnen hebben. Maar er wordt geluk kig voor hen ook veel gedaan. Er worden altijd wel menschen gevonden, die er iets voor over hebben om arme kinderen ook een prettig St.- Nicoloosfeesf te bere'dcn. En dat is moor ge lukkig ook. En hoe meer er helpen, des te be ter. Ik geloof dot de sneeuw weer heel wat op haar geweten heeft. Toen ik Zaterdag en Zon dag zoo in de Huygerslaan en bij het Belgi sche monument keek, en ik zag al dat drukke gedoe met prik- en bobsleeden, toen dacht ik zoo bij mezelfer zullen deze week wel niet veel briefjes van mijn neven en nichten komen. Want ze zijn er natuurlijk allemaal met de slee op uit en denken heelemaal niet meer aan Oom Karei. En mijn gedachte is uitgekomen ooi- Want het aantal brieven, dot ik van jelui kreeg was erg klein. Maar voor zoo'n enkelen keer hindert dot niets hoor. Ik kan me heel goed indenken, dat jelui de gelegenheid gebruikt hebt om eens heerlijk aan dir gezonde winter sport te doen. Wat een pret was dat hè? Eeist de slee naar beven trekken cn dan in vl'egen- de vaart de helling komen afzetten. En glad dat het daar wasl De voetgangers konden nau welijks op hun beenen blijven slaan. En je moest heel erg oppassen, wilde je niet onder steboven gekleed worden. Maar jelui hebben plezier- gehad cn dat is nu eens de hoofdzaak. Want zoo dikwijls komt dot niet voor, dot jc je hart zoo heerlijk kunt ophalen. Nu is ds pret weer voorbij. Tenminste toorloopig. Mis schien komt er nog wel weer sneeuw en dan begirnen jelui natuurlijk weer opnieuw. Hebben jelui St. Nicolaas voor het 'hotel de Witte -aan den Utrechtsrheweg gezien? Heele maal van sneeuw een St. Nicolaas voor een tafeltje en meer dan levensgroot. Hot was een mooi stukje werk en het zog er werkelijk keu rig uit. Maar de dooi heeft ook hier zijn macht doen gelden. Maar toen ik d?n volgenden dag ging kijken, was er van de hccle Sinterklaas weinig meer overgebleven. Nu heb ik jelui alleen nog een excuus te maken. In het eerste raacVel van de vorig? week is een fout geslopen Er werd gevraa Td naar het Engel^che woord voor koets. Dit moest zijn het Engelsche woord voor ieder, n.l. each. Natuurlijk zal ik met de oplossingen daarmee reken'ng houden. En nu alleneen prettige St. Nicolaas-ovond I Naar aanleiding van óe St.-Nicolaasprijs- vraag van het Amersfoortsch Dagblad ontving ik van onzen neef Driehoek een aardig ge dichtje, waarvoor ik graag een plaatsje in de kinderkrant wil inruimen. Hier volgt het „SINT NICOLAAS PRIJSVRAAG". Nu de tijd is aangekomen. Van wintO"avonden vermaak Met zijn raadsels en spelen. Dan vergeten we verdriet en zaak. En het AmeTsfoortschc Dagblad, Dit zeer gezellig blad, Gaf den abonné's ook weer wat aardigs; En deez' keor ccn leuke Prijsvraag had En als belooning voor de moeite, Zal die goede oude Sint, Die deze Prifsv aag ook 200 mooi vond Zien dat hij daarvoor een paar boeken vindt En allen ging flulcsch aan 't zoeken. Naar de omgekeerde le;tors in de krant. En stuk voor stuk de letters boeken. Die men dan gevonden had. En als men na lang speuren. De laatste dan toch had, Don moest men weer aan 't zoeken. Tot men de vier woerden bezat Als men dar near zijn bed ging En sliep als ren echte rob. Don begon men soms tc droorr.cn En zog men alles op z'n kop. En als men weer eons zoekt dan geef ik U deez' raad. Houdt steeds den moed er in. Dan krijgt gc nn wat moeite, Ook wel epn goede zin. Dus lezers en lezeressen, nu weet U 't allen goed, Wanneer U weer eens Uw inkoopen doet, Koopt dan bij de adverteerders in dee*' krant Gij steunt doordoor den Amersfoortschcn middenstand Tot gelegenheid van het St. Nico1 nnafeest krijgen jelui nog een extra-versje, dat ik eeni- gen tijd geleden ontving van Sparappel. Hier is het.- DE APPEL Moe gaf aan Wim en Betje Een app-1. rijp en rood. Wim zal den appel snijden In stukken, even groot. Maar snijden is een groote kunst Het mes schiet wat op zij. Een groot stuk komt nu op het bord Een klein stuk li^t ct bij. Moe kijkt Wim aan en zegt „Deel nu eens tóó met zus, Zoo a's een goeie broer dat doet, •Ie krijgt dan vast een kus*' „Hoe deelt een goeie broec vraag» Wim. „Gaat het soms met de oogen toe „Hij geeft het grootste por.je weg, Neemt zelf 't kleinst", zegt Moe I Ons Wimpje is nu even stil. Kijkt peinzend voor zich heen Hij is wel gul en goed van aard, Maar zelf 't kleinste neen. Hij schuift het bordje nu naai Bet „Je krijgt van mij .een kus, Als jij het tusschen ons verdeelt. Maarals een goeie zus!" OPLOSSINGEN. RAADSELS. De op'ossirgen van de vorige raadsels warén: I. Sint-Nicolans prijsvraag Amersfoortsch Dagblad. II. Haastige spoed is zelden goed VRAAGSTUK. De oplossing var. het vmegtstuk was aldus De drie uitgeblazen kaarsjes blijven overde beide andere biandcn op De prijs is gewonnen docr Johon Koop man. Hij ligt klaar cn knn Maandag aan het bureau van het Dagblad worden afgehaald. En een schuilnaam kiezen, hoor I NIEUWE RAADSELS 1. Het is weer een zig-zog-raadsck dat vol gens de dikke kruisjes gelezen een belangrijke g-'b' -rtervis in het jaar is aAaa is een lirhaarasdoél. X V X X X X XXXXXXXXXXX XX X X X X X X Bovenstaande kruisjes en puntjes ;c vervon gen door letters zóó. dot de met kruisjes aangegeven kruislijnen hetzelfde woord noe men en wel iets wonrnnnr alle neven en nich ten al weder verlangen. De bovenste, en de onderste letter moet naar geruden worden. De 2de ?n de I2_*e regel geven elk d:n naam van een boom (niet dezelfde). De i mid delste letter van den 2dcn regel is dezelfde als de onderste letter; d" laatste letter van den I2dcn regel is dezelfde als de bovenste letter. Bij een hnrdloopw.edstri'd moeten we pro- beeren te ziin wat regel 3 noemt. Voor liefdadige doeleinden verkoopt men dikwijls het genoemde op regel II Regels 4 en TO noemen ieder een verschil lende dag der vVeek. Regels 5 en 9 noemen ieder iets cm te eten: wat op den vijfden regel staat is eigenlijk voor feesten bestemd; wat op regel O genoemd wordt kriigen we bijna dagelijks. Regel 6 noemt ons dieren met lange vleu gels die heel goed en bijna onvermoeid vliegen; ook een der neven heeft dien naam. Regel 8 is het vandaag. RUILHANDELHOEKJE Een nichtje, die postzegels verzamelt, heeft nog heel weinig zegels van Nederland en ko loniën. Vooral de oude soort met hoogere waarde don 40 cent wil zij graag hebben. Ock de jubil^umzegels heeft zij in de hooge waarde nog niet 0.25 en hooger). Dan had zij graag nog opdrukken van 1 en hocger. Van de ko loniën heeft zij nllccr\ de loagste woorden. Wie kan haar wat op streek helpen met een en ander. Die zendt het maar aan mij, dap zorg ik voor verdere doorzending. Q u o n a b heeft een Pleines-alEum met veel plaatjes (no. VI) te ruilen. Wie wil daarvoor wat in de ploals geven? Zeg je'ui het maar in de briefjes, dan zal ik het weer aan Quo- nab doorgeven. OOM KAREL. Van een KrekeS, die graag een Bij weide zijn. „Wel, meneer 'Krekel, wat voer je loch uit?" vroeg een tor aan een krekel. „Ik probeer als een bij te zoemen en heelemual net te doen, alsof ik een bij was,' luidde het antwoord. „O, maar je kunt loch nooit een echte bij worden f Waarom probeer je het dar?" „Omdat niemand weet, wat hij berei ken kan, zoolang hij het niet geprobeerd heeft Lukt iets niet den eersten keer, Doe het nog cn nog eens weer zegt de wereld." „O, de weireld f Maar jij bent de wereld toch niet!" ,Neef, maa(r ik maak <^r toch deel van uit," antwoordde de vooruitstrevende kre kel. „Zoo ver heb ik het ook gebracht, maar dat is nog geen reaen, waarom ik een an der zou willen worden dan die ik ben," ant woordde d§ tor, wier schild cp dien helde ren zomerdag prachtig glansde. „Maar ik wil nuttig zijn in de wereld," begon de krekel weer. Jokko. Drie kleine, kléine kleuters staan voor het Apenhok, en kijken naar de kunsten van 't grappig Aopje Jok. Ze kochten apenootjes; Jaap heeft een zakje vol straks wil hij Jok wat geven Aap Jokko vindt het dol - En steekt begeerig 't pootje naar 't fijne lekkers uit; heel handig maakt zelfs 't Aapje het h e e 1 e zakje buit f Daar staan de kleine kleuters; ze vinden het niets mooi, dot a 1 hun apenootjes zijn in de Apenkooi 1 Maar Jok lacht in zijn vuistje en gooit hun met een dop; o Jaopje, waarom paste je ook* niet beter op HERMANNA. „O, dat wil ik ook. Ik wil de nuttigste tor zijn, die er op de heele wereld ooit bestaan heef.." „Toch maar een tor," kon c'* krekel niet nalaten te zeggen. „Daar heb" je gelijk in; maar beter een goede tor dan een schijn-bij. Wat zegt u er van, mevrouw Bii En de tor sprak een dame aan, die luid zoemde boven hen. Waarvan moet ik iets zeggen vroeg de aangesprokene, terwijl zij zich in even wicht hield op haar vleugels. Meneer Krekel zou graag een bij wil len zijn, maar ik zeg hem, dat hij dan toch maar een schijn-bij zou,wezen." ,Och, dat is het eigenlijk niet precies, maar hij zou de verkeerde persoon op de verkeerde plaats zijn, zooals men dat noemt. Die vindt men altijd overal: mem schen en dieren, die in hun onwetendheid allerlei verkeerde dingen doen. Maar ik moet hier mijn tijd niet verbabbelen, nu er zooveel honing te verzamelen valt. Ik hoop, meneer Krekel, dat je iets nuttigs in de wereld doen zult. meer. ik denk niet, dat er ooit een goede bij uit je groeien zal,' zoemde de bij. In het volgend oogenblik was zij verdwe nen. ,Iets nuttigsIk kan heelemaal niets doen of zijn." „O, maar je kunt toch een lief, klein krekeltje wezen," zei de tor op spot- tenden toon. „Ja en niets- anders doefi den zingen en mij tuss hen het gras verborgen houden,v hernam het arme, ontevreden ding. Het voelde zich zóó ongelukkig, dat. het hem heelemaal onverschillig was, of de tor hem uitlarhle of niet. „Ik kan mij hier niet langer ophouden, want ik ben op weg naar den grooten tor en-wedstrijd en hoop dm mooien kristal len beker te winnen denk eens aan I" En de tor draaide zich om en door. „Bah 1 een kristellen beker 't is niefs anders dan een dauwdruppel," zei een half dommelende duizendpoot, terwijl hij zijn slaperig kopje ophief. „Wat doet dat er toe? Wij ethletén stel len er veel eer in hem te winnen. De men- schefi, die altijd alle:lei wedstrijden onder elkaar houden, zeggen „De roem ligt niet in den prijs, maar in den strijd. Ga maar eens naar den wedstrijd kijken, meneer Krekel. Dat 'is beter dan een bij probeeren te zijn." En mevrouw Tor vervolgde haar weg. De duizendpoot viel weer in slaap en d krekel zuchtte. Waarom zoo'n diepe zucht?" vroeg zijn neef Sprinkhaan, dis 00. zijn cbagel'Iksche morgenwandeling voorbij kwam. „Omdat ik een 1 ii wal zijn en niemand mij schijnt te begrijpen." Maar dat is toch niet ■moeilijk om te be griipen. 't Is zelfs hec-1 erappig I" En de vroolijke spr nkhaan lachte harte lijk. „Ja, j ij kunt wel lachen j ij hebt een prettig leventje." „I k een prettig leventje Prettiger dan het jouwe? Ik ben een sprinkhaan, j ij een krekel. Ik zie werkelijk niet veel. ver schil." „J ij kunt ten minste heel ver springen en de menschen gillen van plezier, als ze je ziea. Ik maak hen nooit aan 't lachen en wat nog erger is: m ij heeft niemand noo- dig. Tc Zou er evengoed niet kunnen zijn." ,„Je moet niet zoo min over jezelf den ken. Verbeeldt je maar, dat je nuttig benl en je zult nuttig zijn," zei de verstandige sprinkhaan. „Maar wat kan ik doen? Ik ben mezelf "en anderen slechts tot last." „Jc kunt de wereld toonen, hoe gelukkig een krekel, clie nederig in het gras woont, kon zijn. En wie weet, hoeveel menschen je opbeurt met je gezang Zoo sprak de sprinkhaan cn daar hij don krekel geen opgewekt gezelschap vond, sprong hij lustig verder. „O, bijen, wat zijn jullie toch gelukkig zuchtte de krekel, terwijl hij hen zoo ver genoegd boven zich in den zonneschijn en midden tusschen de bloemen hoorde zoemen. Ik w i 1 een bij zijn. Ik geloof, dat ik al aardig op weg was net zoo te zoemen als zij, toen die brutale tor mij stoorde. En mijn pooten kan ik prachtig opvouwen. O, wat zag hij er nu grappig uit f Maar waar hij op leek, zeker niet op een bij, al sprong hij ook naar een beekje en bekeek hij zichzelf in het spiegelende water om te zien, of hij er nu werkelijk als een bij uitzag. „O, ik begin er al op te lijken f" juichte hij. Zoo ging ons krekeltje, half springende eh zich half door den wind latende dragen, naar één der bijenkorven in den tuin. Hij zoemde daarbij dapper, al was het op een eigenaardige manier. Na eenige inspanning slaagde hij er ein delijk in, wat stuifmeel aan zijn pootje te kriigen, maar zijn krachten waren niet toe reikend om honing uit de bloemen te zui gen. Hij' zette zich nu neer in een donker hoekj" van één der korveti, ten einde de thuiskomst der nijvere bijtjes af le wach ten. Zoem, zoem, zoem, daar kwamen ze aan en hij, arm krekeltje, deed al zijn best on trachtte in zijn donker hoekje net als zij te zoemen. Maar o, zij ontdekten het ge luid. dat onmogelijk van een bij kon zijn, dadelijk en de koningin der bijen liet den vijand opsporen. Hij werd al heel gauw gevonden. O, v/at beefde hij, toen hij vóór de koningin geleid werd. Hij kon slechts één verontschuldiging voor zijn tegenwoor digheid aanvoeren en zei: „Ik wilde zoo heel «-raag een bij en dus nuttig in de wereld zijn." De wijze koningin hoorde "aan zijn stem en las in zijn cogen, det hij de waarheid sprak. „Ga den terug in de wereld je eigen wereld en wees daar nuttig," zoemde de bijen-koningin, hem even aanrakend met haar schepter, terwijl hij eerbiedig voor haar knielde. „Hoe kan ik dat doen?" fluisterde hij. „Dat zal ie gezegd worden." En de koningin zwaaide haar schépter, ten teeken, dat hij gaan kon. Hem werd tot de opening van den korf uitgeleide gedaan. Toen hij buiten kwam, viel een regendrup pel neer en nam hem bij een pootje. „Meneer Krekel," zei hij, „wil je in het gros gaan zingen en verkondigen, dat wij komen De regendruppels komen uit de voorraadschuren, de wolken, want de bloe men versmachten en denken, dat wij hen vergeten hebben.De heele wereld snakt naar ons, -want alles verdroogt. Maar n u komen wij en zal iedereen en alles, weer vol hoop- zijn." Zoo sprak de regendruppehtot den krekel. men waren eveneens hoogst dankooar, aï konden zij dit niet onder woorden bren gen. Padden en kikvorschen kwaak'en: „O, meneer Krekel, wat een goed werk doet gij door on?, dorstigen, weer hoop te geven I" En een oude koe looide dankbaar: Dank, klein ding, voor deze tijding, Zij verspreidt elom verblijdingl De paarden hinnikten, de ezels balkten en de schapen en lammeren blaatten, zoo dat dc dankbaarheid van alle konten weer klonk. Baas Joris, de rijke boer, die juist naar do lucht stond te kijken, zei: „Gezegende krekel I Nu kan ik rustig gaan slapen. Ik weet, dot we regen zullen krijgen en dot mijn vee niet van dorst ver smachten cn mijn velden niet verdrogen zullen." De maon kwam op en wierp één van haar zilveren stralen op het krekeltje, dat on vermoeid ziin blijde boodschap zong. „Hallo I Wie maakt de wereld toch zoo blij vroeg plotseling mevrouw Tor, die zich met den kristollen beker want zij had hem inderdaad gewonnen naar huis spoedde. „Ik", antwoordde de kieino krekel. „Ha I Dot is vrij wat beter dan een schijn- bij te willen zijn. Het is zelfs beier dan den kristollen beker in den wedslrijd tc winnen. Allen bedanken ie met luider stem en jc verdient hun denk," zei de tor vriendelijk. „Ik hun denk verd'er.en?" klonk het ne derig. „Ik heb eigenjijk niets gedaan." „Je hebt je plicht gedaan, jc levenstaak vervuld." Alle stemmen schenen nu te roepen „Je hebt je levenstaak vervuld I" totdat eindelijk de maan haar aangezicht achter de wolken verborg en de regen neer viel. Het ccklet'er der dikke druppels scheen met het koor in te stemmen. Ons krekeltje begreep nu, dat ook de nederigste op aarde een teak te vervullen heeft. En het dacht er vanaf dit oogenblik niet meer over, een bij te willen zijn. „Tsjierp, tsjierp, tsjierp!" zong een klein, nietig krekeltje. Het was heel eenvoudig en gemakkelijk uit te voeren, maar o, door welk een vreugde werd het begroet I De bloemen hieven hun hangende kopjes co Zij konden niet spreken om 7*;t krekeltje te bedenken, maar zij verspreidden een zoeten geur, overal waar bet ging. De wur CCRR OSPONDENTIE Driehoek. Wat ben jij ccn rijd weg ge bleven. Nu, ik hoep je nu weer meer regel matig te 7>n Ijoorl Wont jo bent ccn van mijn beste kif Ik heb lang in beraad gestaan of ik het beg'n van jc brief in do krant zou zetten I Zoo mooi heb je dat beschreven. Maar zonder je goedvinden gebeurt zoo iets natuurlijk niet. Maar als je over dot onderwerp eens een opstel!-tje voor d- krant wil maken, mng je dat gerust doen. Dot -uilen dc andere» neefies en nichtjes ongetwijfeld ook wel aardig vinden. Bobbie. Jc raadsel zal ik gebruiken. Tk heb al gezegd, d .t do z ïter blTkbnur vcr- cord heeft gelezen. Moor dat is zoo heel erg niet. Je bedoeling is goed. En natuurlijk reken, ik dut niet mee vct den prijs. Gymnast. Ja. zco iets is dnd lijk aan de beurt, want anders is de aardigheid er af. En het is juist leuk, al-, zoo iets komt als het nog eenige betcekenis heeft. Joh. K. Je raadsels waren goed. Wil jo voor hot vervolg een schuilnaam bodenken. Zccals je ziet doen de anderen dat ook. Miitipsa. Zoo, don heb jij al vroeg bezoek van St. Nicolno:; gehad, hoor. En wat een heerlijkheden heb* jij al gekregen. Daar zal zeker vannvend nog wel wat bijkomen. Wees ma&r erg lief, nis de Sint bij je komt. Zwartkop. Neen, ik zou nu moor niet fiet sen. Dat is ccn beetje gevaarlijk voor je. Dat treft mooi, dat ie nu weinig huiswerk hebt. Ik denk het ook. Nimf. Wat zal je het nu druk hebben. Ja ik weet, dot Bob vertrokken is naar den Haag. Dus te kendo hanr ook. Nu, veel plezier hoor, een goed succes met je spel I Bruno. \Va{ heb jij het toch druk. En is er dan geen oogenblikje meer voor een brief Dan do vo'gcnde keer maar dubbel zoo veel hoor I Handje Plak. Als ik het goed begrijp, wil ie dus in het vervolg geregeld meedoen in do Kinderkrant. Dat kon natuurlijk heel goed. Ik zal eens zien of ik hel gevraagd." kan krijgen. Kooltje Vuur. Ik heb al de raadsels, die ik nog heb negericn, acrh dear i" er geen bij, met de oplossing die jij neemt. En ik herinner mij ock niet. dat ik er ccn van jc gekregen heb. Ais je het me nu nog eens stuurt, zal ik het dadelijk een plaatsje geven. Intusschcn beter schap met je hand.. Ton Ncvcu. Jo, dan heb ik jo verkeerd begrepen. Maar die kwestie is nu alweer voor bij. Misschien komt er v/el weer1 zoo'n wed strijd. En dan maar gezorgd, dat jij de kam pioen wcrrdt. Cecilia. Goed, ^c moet me haar volledig adres eens opgegeven, als je dat weet. Fijn hè, al die fcestckv. n nu. St. Nicolaas, Kerst mis, de Kerstvacanrie. Het is eigenlijk de preti tigste maand van het heele jaar. Kampioen. Jo, ik kan me best voorstellen, dat j? een reuze pret hebt gehad. Ik zal d?zo keer maar veel door de vingers zien met de raadsels. Wonneer is dot Schoolreisje? Dat zal wel een mooie film zijn. Mol. Ik heb je langen tijd gemist. Over Kerstmis ben ik het heelemaal met je eens, En in Duitschland wordt daar ook meer werk van gemaakt De oplossing van de raadsels vindt je in deze krant. Die kan ik verder niet ieder afzonderlijk geven. Je raadsel zal ik do volgende keer plaatsen. Dat is nog niet te laat. Quonab. Je was weer aan de late kant, hoor. Voor deze keer zal ik je d e z e week nog antwoorden, macr els je weer zoo laat bent, moet je antwoord heusch een week blijven lig gen. Je vraag heb ik overgebracht. Driehoeks Je krijgt voor je leuke gedichtje een extra-prijs. Kom je die Maandag even halen aan het bureau van de krant

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1925 | | pagina 11