DERDE BLAD. BINNENLAND. LOUIS KLOM FEUILLETON, De Tijoer van het f^ercato, 24e Jaargang Mo. 19F AM E RS HUO RTSCH DAGBL.AO „DE EEM LANDER" 5 December91925 Nicolaas en Hendrik (Nadruk verboden). De eigenaardige bekoring van het echl- vadcrlandsche feest, dot aan de nagedach tenis vs-n dan heiligen Nicolaas is gewijd, laat zich het best uit een tegenstelling ver klaren. Wij hebben nog zulk een echt- vaderknd'sche heilie, die echter in één kenmerkenden trek Sint Nicolaas tegen voeter is. Of is niet de Brave Hendrik een heili-je? Hendrik, zecals meester Anslijn hem bp- s eb rijft en zocals hij is bijven 'even in de herinnering van het Hcllandsche volk; bezit alle deugden, die een mensch maar bezit ten kaov Hij is een voorbeeld, een model ven deugdzaamheid. En onder de voortrel- felijke eigenschappen^welke hij bezit, neemt ook da weids-di heid een groove plaats in. Hendrik is niet zelfzuchtig; hij sto3f gaarne wat af van zijn speelgoed en deelt zijn v er jaar s 7 es ch enk en met minder bsvnor- rechte kameraadjes. Hendrik kan geen leed zien, of hij tracht het ts verzachten. Hii neemt het oud moedertje, dat zich kromt onder den lést van een zweren zak aardap pelen, h-acx pak van den schorder en gaat 'het zelf torsen in haar plaats. Hii bevriidt een geplaacd huisdier va-n zijn kwelgeesten: hij brengt de zieken een soepje; hii besteed* zijn zckreld om wot tabak te kcopen vnrv den verkleumden raohtwacht en geeft ziin boterham aan den bedelaar op den hoek Nooit hebb-en de broertjes en zusjes over Hendrik te klagen; hij is kwistig met ziin cadeautjes en voor moeder kooot hij op haar verjaardag een bloeiende plant. Hi» schrijft brieven aan de oom es en tantes en pret mei zijn oude grootmoeder wendelen. Hij is vrijgevig, vo! oplettendheden en liefdevewijzen, en toch.. Toch vieren wij heden het feest van den Heiligen Nicolaas inplaats van dat van der» Braven Hendrik. Waarom hebben wij epn vreemden heili je heel uit Spanje gehaald, terwijl wij toch in ons eigen vaderland, zon dicht bij huis, reeds een heilige hadden? 1* het al'een. omdat nu eenmaal het vreemd» meer trekt en een profeet in zijn eigen land niet geëerd wordt? Of zou er een recht matige reden zijn? Het laatste, is het geval. Want de Brave Hendrik mo?e even milddadig, even menschlievend, even hulpvaardig en on zelfzuchtig zijn 8ls S:nterklaas, hii mist hii al zijn deugden één deujd. die SinterVaa* jinst in zoo ruime mate bezit. Hierom is* Nicolaas onze heilige geworden en nief Hendrik. De groote verdienste van Nicolaas is. dal hij coo'n rVizicr'ce heilige is. Iiij is, bij al zijn roec'iheid en deugden, een ooliike kwant: hij hcudt van een grapje en hij beoefent de weldadigheid op een alleramusantste wijze, zocdat ziin feeslda-g een weds'riid wordt in snakerijen en ma'lighaidjes. Hen drik daarentegen is saai en vervelend; wii kunnen ons niet voorstellen, dat Hendrik ooit lacht, en als hij het doet, zal het ziin. zooals een boer die kiespijn heeft. Hendrik heeft met zijn drore. smakclooze braafheid de deugd in .miscrediet gebracht, zoodat wii 'n deugdzaam mensch vereenzelvigen met een onuitstaanbaar vervelend wezen. Sinterklaas echter is het levend bewijs, dat de braafheid onderhoudend, zelfs ver makelijk ken wezen. En daarmee is Sin'er- klaas een kostelijke propaganda geworden voor de deu7"d. Een menschlievend, vrij gevig, hulpvaardig mensch behoeft geer» kniesoor te wezen en het beoefenen van de weldadigheid geen corvée. Men kan zichzelf en zijn omgeving een vroolijken avond tezor~en louter door de deuod te be trachten. Men kan ze'fs eenvoudig door ziin cnulle vroolijk'heid braaf ziin. Dit is het wet Sinterklaas ons leert. En wij hebben deze les eiken 5en De cember weer noodtij. Want juist ons Ho'i- lendsohe volk, gegroeid op de laaie en grauwe klei, omringd door een natte, neve lige lucht, heeft een neiging tot het zwoar- op-de-handsche en verwart zoo graag ernst met somberheid. Een ernstig mensch is een mensch met een gladgestreken gezicht. Een deugdzaam men is een man, die nooit uit de plooi komt. Is het niet teekenend. dqt wij or.ze voorstelling van de volmaakie goedheid hebben belichaamd in den braven Hendrik? Hiertoe moest de Heilige uit Spanje ko men, uit het zonnige land met de felle kleuren en de fe'le hartstochten, uit het land van den Dolenden Ridder, die vn zijn groteske romantiek op humoristische wijze de Deugd verpersoonlijkt.. Don Quichot en Sinterklaas zijn elkanders land;;enooten. Hiertoe hadden wij hem ncodig, om er ons aan te herinneren, dat de goedheid zonnig kan zijn en de menschlievendheid oolijk en vrooliik. Dat het helpen van zijn naasten, het bewijzen van op'ettendheden. het schenken van liefde een ploizierige bezigheid is. De kenmerkende gave van Sinterklaas is, dat hij wel d-oet op geestige wijze. Och, wat hebben wij, met de beste becoeTngen, veel verdriet berokkend, onze naasten noo- deloos gekrenkt, vernederd, ontstemd, door dat wij met onze hulp en liefde onhandig waren. Hoe hol en dom kon ons hu'©betoon zijn! Hoe officieel en uit de hoorei Hoe vol eigendunk en eigenwaan. Wij bieden onze reschenken aan met een lomp gebaar en dringen ze op met een nadrukkelijkheid, die den' fijngevoelige kwetst. Wat zijn onze gaven vaak geesteloos enonze liefdebe- wij'zen bona-al. Er zit geen ziel, geen hart in onze vriendelijkheid. Zij is de nare. plecht statige, werktuigelijke deugd van den Bra-ven Hendrik Maar Sinlerk'aas zet ons aan 't denken Hij scherpt ons vernuft, prikkelt onze ver beelding, spitst ons gevoel. Hij leert ons milddadig zijn op k'esohe en bevallige wijze Hij leert ons geven, zoodat de ééne hand niet weet wat de andere doet. Hij zet ons in 't zonnetje. Hij drenkt ons in humor en hartelijkheid. Hij ontdooft de deu^d en ver innigt de braafheid. Hij maakt zelfs den saaiste uitbundig. Hij hersohept de stijve geestelooze were'd van vormelijke verplich tingen tot een vrij en blij lustoord, waar de heiligheid nutuur is geworden en de natuur lijkheid heilig is verklaard. Daarom, weder welkom, goedheilig man, die in deze donkere dagen d-e harten voor bereidt op den hoogtijd van het Licht! H. G. CANNEGIETER. Do Staatscourant van heden 4 Decembev bevat-o.a. de volgende Ken. Besluiten- cp verzoek eervol on slagen m-j. E. J. Hpu- vel'nk. prrpa o'rice bij-* het Centraal Instit'iui voor hersenonderzoek tc Amsterdam opn'euw benoemd tot leden van het Alge meen ColjfTc van Advies voor ce 'ichameHji-e opvoeding P. W. Schorroo te 's-Gravenhage Dr. W. Hub°rt van Blijerbuvg, te Utrecht; P. Cosimir, 's~G avenhage J. Warner, te Zwc'.e; en tot lid en secretaris P. Otto, te Bloemen- doal benoemd tot commies hij ,het bestuur vat. den postcheque- en girodienst H Lutz, thotis conrgnics-titulai: bij een postcheque- en lele- g reef dienst. op verzoek op de meest eervolle wijze cn;- V.ag verleend aan den luiter.ont-generaal P P. C. Collette 'als hoofd-, tevens legercomm's caris van het Nederlanc'sche Roode Krui0. 'ark en is hem de medaille van het Rood Kruis verleend; in rong overjc-p'aatst bij het 5e rcg. ir.f. d err-te luitenant I. H. Bo'ir.an; eervol ontslagen wegens lichaamsgebreken de reserve-kapitein Mr. P. J. Sligter von he Ge Regiment Infanterie ontslagen de leserve-eervte-IuPenamt P. Ver beek van de militaire administratie, van het 5 Rrimcnt Infanterie op verzoek eervol ontslagen de reserve- RECLAMES. Van 14 roanls 1 4.05. elke resel meer 1.— eerste-luitenont voor special? diensten J. G. L. van Dorp van het dienstvak der Intendance; benoemd bii het reserve-personeel dr land macht bij het personeel van den geneeskundi gen dienst tot reserve-offirier van gezondheid 2de klasse H. W. Reijling, arts; benoemd tct burgemeester van Aspercn en Heukelum G. R. Vonk. TWEEDE KAMER Bijeengeroepen tegen 10 December o.s. De Tweede Kamer is thans bijeengeroepen ir. openbare ve-gadering tegen Dondrdag 10 December a.s., des namiddags I uur, ter af- nandeling, gelijk gemeld, \$kn spocdeischende ontwerpen. Onder de wetsvoorstellen, welke de voorzit ter zal voorstellen in behandeling te nemen, komen o.a. voor de voorstellen van wet betref fende d" zomer'ii-'regeling, ingediend door de heeren Van der Woerden c.s. en Braat. DE OVEREENKCMST MET DUITSCHLAND Fnuikend voor de paardenfokkerij. Mr. A. G. A. ridder van Rappard wijst er in de Vrijheid" op, d»t de landbouw in de overeenkomst met Duitschland er niet goed bi.' wegkomt. „Wel zullen zegt hij soirm'ge land 'iouwartikelen kunnen prcfiteeren, krachtens dr meest begunstiging van verlagingen door on 'ere landen bedongen, maar caarmede zijn v/f met de paarden o.a. riet geholpen. „De afzet van paarden raar onze oostelijk" naburen is zeer aanzienlijk. Van Januari te' certcmbcr 1925 werden in totaal uitgevoerd 5990 paarden van 3 jaar en ouder, met 195 -,M. schoft-hoogte en meer, en daarvan betrcl 'Juitschlapd 4715 stuks. In datzelfde tijdvo' bedroeg de tctaalu'tvcer van paarden beneder 3 jaar 3679, waarvan er 1337 dc oostgreru vergingen. „Het invoerrecht voor warroibloedpaard^r bedraagt 500 Mark; voor kou.d.b'oedpaorder al, nu óc Duilsche regeering aan den Nsd'-r 'tindscken poojdeninveer behandeling op d?r •oet van ds meest begunstigde natie garan deert, een invoerrecht verschuldigd zijn var T40 Mark per °tuk bij een waarde tot 25CC Mark en van 5G0 Mark per stuk bii een waai de' van meer dan 2500 Mark, gelijk dit m° België is overeengekomen. Ik go tcnm'nstr van de veronderstelling uit, dat onze koud Moecpaarden, gelijk gesteld zuilen worden me .Pferde ais Vlarr.lëndrr, Brabanler un3 Arden ter bezeichneien Schlüge freines Kallbiut) r •et Duitsch-Belgisc^e hend-J5verd-ag genoemd Maai ook deze bedragen zijn vee! te hoog." De heer Van Rappard betoogt, dat bij dei- riijke tarieven de Nederlanósche exporthan cel ten doode is opgeschreven. Hij betreurt het, dat waar aldus de Duitsche tarieven onze paar denfokkerij fnuiken oan Duitschlancl nieuwe concessies zijn gedaan ter zake von het cdediet MET GRIEKSCH-BULGAARSCHE GRENS-INCIDENT. Mr. P. Drooglccver Fortuyn tc den Hoog terug. Mr. P. Drooglccver Fortuyn, die als lid van de Commissie van enquête inzake het Grieksch- Bulgaarsche grensincident, door den raad van den Volkenbond ingesteld, gedurende eenigen tijd zich in de Grieksch-Bulgoarschc grcnss'.rc-ek heeft bevonden, is te 's Gravenhogc terugge keerd en woonde Donderdag de vcrgodeiing van den gemeenteraad bij. Het ligt in zijn voornemen tegen het cihdc der week zich w'eder naar Genève tc begeven in verbond met het door dc commissie uitgebrach te rapport. HET BEZOLDIGINGSBESLUIT. Intrekking von art. 30o. Verhooging der kindertoe slag. De Rsb." meldt, dat art. 30a van het Be- zoldigingbesluit 1924, regelende dc korting op salarissen boven 6000, zal worden ingetrok ken. Aangaande de regeling van de kindertoelage in het gewijzigd Bezoldigingsbesluit wordt ge meld, dat de minimum kindertoelage is ver hoogd van 50 tot 60 en dc maximum toelage von 200 tot 240. Voor oengenomen pleegkinderen kan even eens een kinderbijslag worden gegeven. HET DIRECTORAAT-GENERAAL VAN DEN LANDBOUW. Een adres van den Ncd. Tuin bouwraad aan den minister van binnenlandscho raken. f*e Nederlandsche Tiiinbouwraad heeft zich naar aanleiding van een missive d.d. 11 No. vember j.l. van de Directie'van den Landbouw betreffende het Directoraat-Generaal van der. Landbouw met het volgende schrijven gericht »ot den Minister van Binnenlandsche Zaken er Landbouw: Met erkentelijkheid voor de gelegenheid, die den Raad geboden wordt, zijn meening te zeg den of het ambt van Directeur-Generaal van den Landbouw gehandhaafd moet blijven spreekt het Bestuur als zijn vaste overtuiging uit dat een nersoon die als deskundig Hoofb van de verschillende takken van dienst, als lei der van de onderscheiden afdeelingen, ter be vordering van de zoozeer gewenschte éénheid -nn de Directie van den Landbouw, niet kan en niet mag gemist worden. In den persoon van den Directeur-Genera;.' iet de Nederlandsche Tuinbouwraad het cen trale punt waar alle draden tezamen komen. IX :):recteiir-Generaal is het die eenheid brengt in et veelzijdig werk dat voor dc goede ontwik reling- van land- en tuinbouw verricht moet vorden. Hij is het die overleg pleegt met de organi saties welke voor bepaalde onderdeden van 'and- en tuinbouw zich interesseeren. Hij zal het moeten zijn die de verschillend' neeningen deskundig naast elkander plaatst •n deze objectief aan Uwe Excellentie ter be- aordeeling voorlegt. Ontkend kan niet worden dat hooge persoon- iilce eischcn daarvoor gevorderd worden. Dat mag echter geen beletsel zijn voor de vervulling van een ambt, waarbij het geldt dc hartiging van dc belangen van een der be- ingrijkstc takken van volkswelvaart. Het is Uwe Excellentie bekend dat het Be stuur van den Nedcrlandschcn Tuinbouwraad rich op het standpunt gesteld heeft dat de Di -ectie van den Landbouw zich vrij moet kun •ïen ontwikkelen; niet thuis behoort onder een Departement van zuiver administratieven aaro n dat cene andere samenstelling der Departo -neuten, in het belang van land- en tuinbouv rrileszins gewenscht is. Wellicht ware thans het oogenblik gekomen re bevorderen de instelling van een Departe ment van Volkswelvaart, waarin Land- en Tuin 'iouw naast Arbeid, Nijverheid en Handel wor sen samengebracht, elk met een zelfstandig des- 'riindig Directeur-Generaal als Leider. Mocht echter daartoe nog niet kunnen wor den overgegaah, evenmin als de Instelling van en afzonderlijk Departement van Landbouw dan nog zou handhaving van het ambt van Di recteur-Generaal van den Landbouw, naar d' overtuiging van den Raad, alle aanbeveling ver dienen. Het Bestuur van den Nederlandschcn Tuin bouwraad is erkentelijk voor de wijze waarop door de Directie van den Landbouw steeds het contact met de organisaties gezocht is. Het Bestuur vertrouwt dat het overleg me* de organisaties, ten minste even sterk als thans het geval is in de toekomst zal blijven gehand haafd, ongeacht de beslissing over de al dan niet handhaving van het Directoraat-Generaal. ANTI-REVOLUTIONAIRE PARTIJ ZICHZELF Een brochure van den hoer II. Diemcr, dircccur van den (o.-r.) Rotterdammer. Bij de drukkerij Liberies tc Rotterdam is verschenen een brochure von den hoer H. Die- mer, directeur van de A.-R. Rotterdammer en oud-raed lid, getiteld „De Anti-Revolutionaire Partij zichzelf, naar oonle'ding der ontslogoon- vrnge von het kobinet-Coliin." In zijn voorwoord zegt schr. oen opvatting te publicceren, „welke langzamerhand bij velen be-rint door te breken." Het eerste hoofdruk is gewijd non „het tijd perk van elkaar opvolgende crisissen." Daar aan wordt het volgende ontleend „Wanrom zijn cr geen mnatregeXn getrof fen, dat deze ramp voorkomen werd Elk jnor komt toch de post voor het gezantschap aan het Vofiknan in het dobot en alle reXn was cr te verdachten, dat de leider der Katholieken zeker dit pent zou aangrijpen, om zijn volge lingen andere onderlinge verschilpunten te doen vergelen Is er overleg gepleegd over deze kwestie (wat na hetgeen van nnti-rcvolu- tionaire zijde verklaard is bij de Vlootwet- catastrophe mag worden aangenomen en heeft men het na do mogelijkheid von uit den weg ruimen, mnor in goed geluk overge laten onn de toekomst en op zien komen ge speeld Was er wel gedacht oon een groep gelukkig niet alle Katholieke democraten, wien Colijn een doorn in het oog was? Heeft men gehoopt, dat van dc niet-regecringspor- tijen hulp zou komen, wanneer 't ging spon nen Na de krasse houding, door onze man nen aangenomen van October '23 tot Januari '24 in zulks nauwelijks te geloovcn. Maar vooral klemt de vraag, of deze partij niet, vóór zij te veel aan innerlijke kracht en aan uitwendig machtsvertoon beide onmis» baar inboet, zich terug moet trekken voor meerdere jaren in 'n versterkend isolement."* In het hoofdstuk „Niet geheel onbegrijpe lijk, waarin schr. de oorzaken opspeurt van den terugslag der A.-R. Partij bij dc laatsto verkiezing, wordt o.m. gezegd „Tot dusver was de anti-rev. partij doorge gaan als een bijna zuivere bcginselgrocp. Do strijd was zooveel tientallen van jaren gedaan om geestelijke goederen, als de vrijheid van onderwijs bovenal. De anti-rev. partij was nis het ware de incarnatie von dezen striïd. Daar bij, ook dit was een gevleugeld woord, was zij dc groep van de kleine luyd-n. Ofschoon dit geenszins geheel juist was, voorol in de laat ste decennia, werd toch zoovel bij ons, ols bij onze tegenstanders, al naar dat het te pas kwam, goarne geschermd met deze woorden. Welnu, bij deze verkiezing ging het niet in de eerste plaats om hooge beginselvragcn, geen oakkendc geestelijke leuze kon worden aange heven, maar de tegenonrtii stolde het, wetende daarmede onzen Achilleshiel te treffen, maai steeds voor alsof d" anti-rev. partij een meta morphose had ondergaan cn thans welhaast do meest materialistische purtij kon worden ge noemd." Uit het hoofdstuk „Onze verhouding tegen over Rome" worde geciteerd „In ons land, waar de godsdienststrijd nu eenmaal scherper is gevoerd geworden, dan waar elders in Europa, zijn nog steeds veel eenvoudige Protestanten, die in de Roomschen gevaarlijke burgers zien, om geen ononngena* mer woord te gebruiken, terwijl vele eenvou dige Roomschen beneden den Moerdijk in do Protestanten bijna zonder uitzondering vrijden kers denken te aanschouwen of heidenen. Thans is de kwestie over het gezantschap bij den Paus erbij gekomen. Dit is een moeilijke geschiedenis cn het beste is maar niet tc ont kennen, dat Groen van Prinsterer en dr. Kuy- per er anders over hebben gedacht don tegen woordig in anti-rev. kring geschiedt. Iemand als dr. ftuyper, die, in zijn leven zoo ontzag gelijk veel geschreven heeft, zal meermalen met zichzelf in tegenspraak kunnen worden gebracht. Zijt rein van harte en o'uechi van brdoéUng THCMAS a KEMPIS. r. Een roman uit het donkerste Napels door HANS POSSENDORF. 13 (ferre van dit anïwoord kwalijk te nemen, knipte de professoren een oogje tegen den Ca- morrist, alsol hij zeggen wilde„Dut belooft wat te worden." En daarmee was de zaak af gedaan. Na de zakkenrol-academie bracht Cojazzo zijn nieuwen beschermeling, in wien hij hoe langer hoe meci schik kroeg, naar den Camor- rist SnlvHtore. Hij was secretaris en adjunct chef vnn de Cnmorra-afdeelïng van de Mei- coto-wijk, hun wien ook was opgedragen Cajaz- zo geduiende diens afwezigheid te vervangen. Niemand zou in den kolossalcn kerel, niet de vrocüjke en schiinbniii croedhai tige trekken, die steeds tot grapjas bereid was, een gevaarlijken misdadige» hebhèn gezien. Cniazzo beval non dezen man Raffaele als ..Paal" aan. „De groote Tor", nam het knappe, verston- d'gc gezicht van den jongen met zichtbaar wel gevallen op. „Zoo, zoo, wil je een paal worg den Wat voor een Om een hoot oan te bin den of liever een muilezel?" schertste hij. „Wacht, we zullen je maar dadelijk in den grond slaan." Hij nam een bijl uit een hoek der kamer, hief hem met een breeden zwaai op en liet hem met den bjeeden kant naar onderen, boven Raffaele naar beneden suizen; op het laatste oegenblik hield hij vlok boven het hoofd van den jongen stil. Die had niet met de oogch geknipt, dochden Camorrist kalm en rustig aangekeken. „Bravo, Bravissimo 1" risp de „groote Tore" daverend en klapte in de reus achtige honden of hij in een theater was. „Bang is de bengel in ieder geval niet. Maar een goeie paal moet nog meer kunnen, dan alleen maai stilstaan. Kun je ook zinj-en ..Ik ken alle bekende Canzcnetfen cn kan ook een beetje improvisecren," antwoordde Raffaele zelfbewust. Hij verstond, als vele Na- politnnnsche straatjongens u'tstckend de kunst, voor de vuist weg melcdigcn en verzen te ma ken en was niet weinig trotsch cp zijn vaardig heid cp dit geb'cd. „Nou, zing dan maar eens iets moois op mif." Dodelijk improviseerde Raffaele een schert send vers op de reusachtige gestalte van den Camorrist. d e hij met een groote poort verge leek. Hot grapp'ge lag daarin, dat hij door een woordspol:r.g, den bijnaam van den Cnmorri~t, „o-rondo Tore" de groote Salvatore ver wisselde met gronde torre de groote poort. Nu was de „Groote Salvatore" in zijn ele ment: Cnjozzo en twee nnd°re kameraden, di» toevallig bij hom waren, gaf hij een voordracht ten beste, waarin hij den magcren, gelen knaap met eon zeepaardje vergeleek. Daarna gaf hij hem oen les in het nabootsen van dieiengelui- den. dnt voor een „paal" van zeer voel belang is, om daarmee voorurt afgesproken signalen te kunnen geven. Hij maakte allerlei geluiden het hinniken van con paard, van een vroolijkc en van een bedroefde ezel, het blaffen van "-roote en kleine honden, hot janken van een hond, die op zijn staart wordt getrapt, katten Volksfiedereiv gemauw, hanengekraai, het knorren van een varken. Aangemoedigd door de vroolijkhe d van zijn toehoorders," steeds meei in de ware stemming komend, liet hij do eene grap op de andere volgen. Eindelijk speelde hij een heel? comcdieeen jaloersche Camorrist voor de ge sleten deur van zijn liederlijke gelWde Hij voerde daarbij een zeei gcest'g, met de grofste grappen doorspekt, tweegesprek, waarbij hij een dooi de deur dringende, kijvende vrouwen stem door buikspreken bedriegelijk nabootste. Zoools hij ten slotte begon te razen en onder angstgeschreeuw van de schijnbaar opgeslote ne, de dcut van de andere kamer openbrak en teen verbluft in een leege ruimte stond— dat was van zoo'n komische werking dat drt „groote Tore" met dit talent als komiek veel geld had kunnen verd'encn. Hij prefereerde het echter Cnmorris^ en misdadiger te blijven. Bii het afscheid tikte hij Raffaele welwillend op den wang en beloofde Pasqunle Cajnzzo, zijn nfdeeling°chcf, bij voorkomende gelegen heid vnq de diensten van den knaap gebruik te zullen maken. Nog denzelfden dog bracht Raffaele zijn zusje bij Donna Giuseppo, waar het zou blij ven tot hii een ander onderkomen voor haar had gevonden Hij knapte d* kleine eerst zoo goed moge lijk op, want hij was niet weinig trotsch op ham schoonheid, die reeds dikwijls genoog door vreemdelingen op straat was bewonderd. Bij eien fontein wiesch hij haar gezichtje en bracht zoo goed en kwaad als het ging ziin ringers als kam gebruikend, haar d'kke zwarte krullen in ordo. Teen trok hii Carmela haar 7~r\dacrsch pakje aan, dat daarin bestond, dat hij hnar over haar gescheurd hem dje een groo- tcn zakdoek van" bonte zi|d« pX rf rr>V}c om h»t r-id-'-t bond. Zoo bracht hij haar bij Donna Giuseppa. De hcele familie Cajazzo, veder, moeder en k'nderen, stoncen cm de kleine heen cn kon den niet genoeg haar schoonheid bewonderen. Carmela geteek zeer veel op haar broeder, zij hod dezelfde groote, vurige donkere oogen cn hetzelfde fijn gebogen neusje. Maar terwijl Rnffaele's lippen smal waren en reeds een hor de, bittere uitdrukking hadden, had Carme'a een vol, kersrood kindermondje, dot haar ge zichtje een groote lieftalligheid verleende. Mnor het allerliefste aan haar, was een volmaakt© gratie in hoar bewegingen, die de driejarige i»ts bijzonders gaven, dot men bij k'nderen van deren leeftijd in meer Noordelijke landen ver geefs zou zoeken. Carmela nom de huldcbctuigrngcn von de fa milie Coiazzo oan zonder een zweem van ver legenheid en met grappige vanzelfsprekendheT-L Moor op Donna's Giuscppa's vraag of zew el hier wilde blijven, antwoordde ze met een ang- stigen blik cp haar broer: „Als Rabjelc ook hier blijft." En eerst toen Raffaele beloofde iederen dog naar hnar te komen kijken, ver klaarde ze tot groote vroolijkhe'd der omstan ders dot ze het eens zou probeeren. Van nu af oan begen voor Raffaele een nieu we levensperiode. Hij stond niet meer, zoools tot nu toe, geheel alleen op de wereld Hij was nu opeens te midden van een kring van men- scben gekomen, die belangstelling voor hem hadden en zekere verwachtingen koesterden van zijn werk voor hun doeleinden. Hij g'ng nu niet meer doelloos, alles oan het toeval over latend door het leven, moor met een vast, on- M Napolitaansche licfkoozcndc afkorting voor Raffaele. wrikbaar doel voor oogen, al was dit doel ook nog zoo eigenaardig. Den volgenden morgen begaf hij, zich voor zijn les naar de Tcntellasteeg. De „Profcssore" bracht hem in een groote, met tegels geplaveide ruimte, waar reeds een dozijn jongens van acht tot veertien jaar oud, bij elkaar waren. Deze leerlingen wnren groo- tendeels ouderloozc knopen, die hij van do straat had opgeraapt, of die hij van geweten- looze bloedverwanten had gekocht. Anderen had hij voor een aantal jaren von hun arme ouders gehuurd, cn weer anderen hadden zich vrijwillig op de gewone condit-es der inrichting aan hem verhuurd. In het leerverlrek stond geen enkel meubelstuk, alleen een aantal Ie- vensgroote poppen cn ecnige zonderlinge ini strumenten. „Eer je oon de vooro^eningen begint," be gon de profcssore tegen Raffaele, „wil ik jo eerst een kl»in overzicht geven van de tech niek van het zakkenrollen. Om tc -beginnen onthoud als stelregel, dat je nooit met duim en wijsvinger, maar altijd met middel- en wijs vinger moet stelen. Men noemt deze beide uit gestrekte cn wat van elkaar gesperde vingers „de hank". Behalve de ju ste houding van dezo twee vingers komt het cr ook opoon, dot je je hand zoo smal mogelijk maakt. Z;ezno, let nu op." Hij wenkte een kleinen leprling. De jongen ging naar een der toestellen toeeen loodrechte plank, die nan twee dunne touwen was opgehangen cn die in het midden een smalle cpering had. De knaap moest zoo gnuw mogelijk zijn hand door dio opening steken en weer terugtrekken. Hij moest d!t/ zoo handig doen, dot de zwevende plank niet in het minst bewoog. Een ander, dergelijk toestel voor mrter geoefende lee-linuen had nnn d'e roeden der opening scherpe spijkers, zoodot iedere mis* greep gevoelige prikken vcroorzankto. (Wordt vervolgd). J

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1925 | | pagina 9