KINDERRUBRIEK rA: De rubriek van Oom Karei. Dc brieven moesten er deze keer al gouw zijn hè. Ja, dat moest nu eenmaal, want ik vond het toch wel leuk om jullie Donderdag voor Kerstmis ook een kinderkrant te geven. En je begrijpt, nis ik dan Woensdag pos aan begonnen was, dan kon dc zaak niet klaar ko men. Daarom moest het deze k'eer wat vlugger. Trouwens, het was Zondag heelcmaal geen weer om le fietsen of om uit te gaan, dus jelui hadden mooi den tijd om de raodscls op te lossen en te schrijven. Dc bobsleeden en dc schaatsen hebben jelui nu zeker wel opgebor gen. Maar ik zou zc toch maar niet te ver wegbergen, want je zult ze dezen winter nog wel noodig hebben. Er zal nog wel mee' sneeuw en ijs komen, denk ik. Jelui genieten nu natuurlijk allemaal van de Kerstvacantie Jammer dat het weer nu niet wat beter is. Want o Is je een vacante hebt met zonneschijn en mooi weer, dan is het altijd net of hij veel langer duurt En je geniet er dan ook dubbel zooveel van. Ik heb al verschillende, antwoor den gekregen op mijn \Taag, wat jelui het leukste vonden voor jo kinderkrant. Er waren er die veel voelden voor een kleurwedstrijd en voor een randsel-kampioenwedstrijd. Maar do meesten vonden, een opstellenwedstrijd toch nog het aardigste. Ik zal nu nog tot de volgen de keer wachten en don zal ik beslissen wat we gaan doen. Denken jelui er onderhand oolc nog maar eens over. De eerstvolgende kinder krant verschijnt het vogende jaar, n fc op Za terdag 2 Januari. Ik wcnsch jelui allen dus een prettig Kerstfeest en een gelukkig Nieuwjaar met veel gezondheid en voorspoed. Een na tuurlijk daarbij dc wensch dat onze zieke neef jes en nichtjes wfecr spoedig in ons midden zullen zijn. Onze neef Driehoek heeft voor de Kerst dagen een A. B. C. op onze kinderkrant ge maakt dat ik hier laat volgen A is de Amcrsfoortschc Kinderkrant, door ieder land bekend. B is het Bureau, waar iedere nicht en neef hun brief heen zendt C is de Correspondentie, die Oom Karei met ons houdt D zijn de Drukkers. die oppassen moeten voor een fout. E is de Eendracht, in ons allen steeds sterk F zijn de Fouten die soms stilletjes sluipen in ons werk. G zijn de Gelukkigen, die door 't lot zijn beslist, H zijn de Handwerkjes die men tegenwoordig vaak mist I zijn de Inzendingen die Oom Karei graag van ons heeft, J is het Jaarfeest, door ons reeds éénmaal beleefd. K. is Karei, een Oom die ons allen goed kent. L is zijn Lessenaar, van waar hij ons dc Kinderkrant zer.dt N zijn de Nichten en Neven, die samen werken aan dit blac^ M zijn de Moppen, die de kinderkrant bevat. 0 zijn do Oplossingen, Waarmee je, je wijsheid toont P zijn de Prijzen, die de moeite dan weer beloont Q is een raro letter, dat is gewis, R is het Ruilhandelhockio waar steeds een levendige handel is. S zijn dc Schuilnamen. van de nichten en neven in de Rubriek. T is onze Tante en wel die aardige Riek. U is een letter, die krijgt U present. V zijn de Versje* voor dc kleintjes bestemd W is Woensdag waarop de briefjes moeten zijn in Oom KareTs bezit X doet niet mee, dat is ook zoo'n vervelend lid IJ is de IJver die is ons steeds sterk. Z is de Zegen die rust od ons werk RAADSELS. De opossingen van <fe vorige raadsels waren L St. Nicolaasfecst, met Sara, inkt, neem, tien, Nico, cris, cent. Otto, leer, open, asch, spin, fout ezel eend ster en teen. 11. Wintersport met W., pit, einde, inktpot, dorpeling, wintersport, Duitscher, kar pers, avond, arm cn t De prijs is gewonnen door Ton Neveu. Maandag kan hij worden afgehaald aan het bureau van het Dagblad. NIEUWE RAADSELS. I. Het geheel bestaat uit 21 letters cn is iets, wat spoedig voor de deur staat. 7, 19, 20, 5, 17 is een lekkernij. 9, 3, 4, II gebruikt de bakker. 15, 13, 14, 6 is een jongensnaam. 1 8, 1, 16 is een plaatsje in Ge'derland. 18, 10, 6 is een kcedingstuk. 12, 2, 21 is niet dichtbij. (Ingez. door Nimf). II. Het geheel is een der jongste en veel be sproken gebeurtenissen van dit jaar en bestaat uit 32 letters en 8 woerden. 18 3, 28 is een gewicht 32, 12, 2, 29, 15, 25 is een der hoofdregels in de leken kunde. 9, 6, 27, 7, 30, 13 is een vrucht 1, 17, 3, 4 is een verkorte meisjesnaam. 5, 8, 10, 20 is een ander woord voor „streng" (wol). 21 Tl, 24 is een bekende vrouwennaam. 14, 26, 31 32 is een viervoetig huisdier. 22, 6, 30, 19, 16 is zeer dichtbij. 23 is gelijk oan 11. (Ingez. door Mol). VRAAGSTUKKEN. I. Wie kan me vertelen hoelang de „buurt" is II. En wie vreet hoelang twee pond 1 me ter te zemen is. Ondank is 's Werelds Loon! \3 ff W»v ,W fes :.hs - - Mijn klein buurtje Tijsje komt er op het ijs, wil gaan schaatsenrijden; dat is kost'lijk, Tijs! Preuleke Marietje is ook op de haan; zou Tijs haar nu vragen? hoe zou dat wel gaan? Rietje wil gaan rijden en wenkt (Tijseman om haar gauw te helpen; of hij dat wel kan? Tijsje op zijn knietjes bindt haar schaatsjes vast; als ze telkens glijden, geeft haar 'dat maar last. Nu zal hij met Rietje rijden op de baan; eerst vindt zij 't wel aardig - amper kan ze staan Zonder uit te glijden, maar Tijs is flink sterk, is met heel zijn hartje bij dit moeilijk werk. Plots, daar rolt Marietje zonder Tijsje's schuld; Tijs is haar behulpzaam met het grootst geduld. Maar zoo gauw de freule op haar beentjes staat, trekt omhoog ze 't neusje en zegt dat ze gaat. Met zoo'n lompen jongen rijd ik vast niet weer, spreekt ze eha\aar Tijsje kijkt ze zelfs niet meer. Dikke tranen rollen Tijs langs het gezicht o, wat is Marietje toch een aak'lig wicht! HERMANNA. RUILHANDELHOEKJE. Een van jelui heeft me gevraagd om post zegels. Ik heb er nu een heele massa. Wil de liefhebber of liefhebster nog even schrijven, want ik moet tot mijn schande bekennen dat ik den naam vergeten ben. In ieder geval zal ik ze bewaren. Verder heb ik om te Tuilen behalve dc post zegels nog heel veel „Kanis en Gunnink' plaatjes, 50 bonnen van Vcrkadc voor Aquarium plaatjes, eenige Kwatto soldaatjes, aquariumplaatjes van Verkede, Sigaretten bons enz. Wie kan er iets van gebruiken KERSTTULBAND. Van „Mol" kreeg ik het recept van een lek kere kerstt'ilband. Ga je krachten er op pro- beeren, want Mol zegt dat het erg lekker is. En dat geloof ik ook wel Hier is het recept V/t pond wondergebnkmeel 30 c per ponds- pak. Y ons gist (3 cent), ons boter 1 geraspte citroenschil. V/t ons krenten 1% ons sun-maidrozijncn. 1 ons sucode. 3 d.L. melk I ons suiker. Bereiding Roer het meel, geraspte citroen, de gesne den sucade cn dc melk, een weinig zout cn suikér door elkaar. De reziinen en krenten od- wellen; boter oplossen. Dit gezamenlijk door elkaar roeren (en dc vooraf opgeloste grist in lauwe melk) het laatste toevoegen Doe dit beslag in een, met boter besmeerde cn bestrooid met bischuit, vorm of Aluminium pan. Zet dit direct heel langzaam op een drie- pitsstel (2 uur) zonder deksel. Wanneer hot beslag los laat, dan voorzichtig omkecren. Voor de oven zelfde behandeling circa 20 mi nuten. Wanneer dit afgekoeld is met strooi- suiker bestrooien (eigen recept). Resultaat schitterend. MOPPEN. Professorale verstrooidheid. Prof.: Jansjc, haal die kat uit de kamer. Dat ellendige dier schreeuwt het heele huis bij elakar. Waar te-ie Jansje: U zit er op. mijnheer. Een Engelsch leeraaj- Kcij genaamd, gaf les in het Spaansch en leerdo dat ez?l in het Spaansch is donkeij. Lcter vertelde hij dat een heer uit den gegoeden stand werd aangespro ken met „Don", waarop een leerling hem vroeg dat luj in Spanje dus zou worden aangespro ken met Don Keij (donkeij) waarop de geheel*» klnsse in lachen uitbnrstc tct groote verbazing van den leeianr die diiect niet snapte waarom ze allo Jachtten (Naverteld door Mol.) Hat Uurwerk en dc Wijzers. door C. E. DE LUXE HOGERWAARD. Hel Uurwerk van de groots Torenklok had ongenoegen met rijn Wijzers. Geluk kig gebeurde dit niet dikwijls; 't was al treu rig genoeg, dat het op dien kouden winter dag zoo was. ,,'ij hebt het maar lekker warm!' zei de Groote Vijzer tegc-n het Uurwerk. „Dat zit maer nltiid in huis, terwijl wij en hij wees zoo goed en zoo kwaad els hij dit met zijn stijve lichaam doen kon. naar den Kleinen Wiizer dag en nacht, 's zomers in de gloeiende hilte en 's winters in de barre kou, buiten op post moeten staan, 't Is me lang geen pretje met dien Noord- Oosten wind, als je je baantje buitenshuis en nog wel op zoo'n kouden, lioogen Toren hebt. Als ik weer op de wereld kom „Och, groote broer," begon nu ook de Kleine Wijzer, „jij kunt jo ten minste nog warm loopen, jij hebt heel wat meer be weging dan ik, arme stumperd, die zóó langzaam over de Wijzerplaat voortkruip, dat het net lijkt, alsof ik stilsta. I k kan nooit warm worden en biiif zoo koud als ijzer." „Ik zeker niet 1" begon de Groote Wij zer weer. „Nee kleintje, jij moet je niet* met ons gesprek bemoeien. Als eroote menschen, zooals het Uurwerk en ik zijn, samen praten, zwijgen kinderen. Begre pen V" De Kleine Wijzer durfde nu niets meer zeggen. Zijn grooten broer hield hij maar het liefst (e vriend, went als deze boos werd en niet loopen wilde, och dan had hij zelf heelemaal geen beweging. En wat is er nu saaier en vervelender dan niets te doen te hebben? Hard te kunnen loopen was zijn liefste wensch. Als hij naar beneden keek en daar op het Kerkplein de jongens zag ravotten, o, dan had hij zóó wel van den hoogen Toren willen afspringen om met hen mee te doen; maar niet alleen, groote broer moest mee. Die scheen er echter niet den minsten lust in te hebben. Had hij laatst.rrret gezegd, dat alle menschen in de stad naar hen opkeken? Hij wilde zijn hoog standpunt niet voor één, dat lsag bij den grond was ruilen en er zat dus niets anders op, dan dat de Kleine Wijzer zich in ziin lot schikte. De Groote Wijzer had eigenlijk een te vreden noluur, alleen met koude storm dagen zooals r.u, ja, dan kon hij wel eens mopperen. Hij meende het zoo kwaad niel en de twist zou zeker niet zoo hoog geloc- pen zijn, als het Uurwerk niet zoo'n aan matigen toon hod aangeslagen. Het pedante ding had zelfs durven zeg gen: „Jij moet (och maar r.etjes doen, wat ik wil. Vind ik het beter stil te staan, nu, don sta ik stil en kunnen jij en je broerljc ook niet loopen. Wil ik eens wat meer bewe ging hebben cn vlugger loopen, don moet je met ons meedoen, of je wilt of niet. Ik ben dus de baas. En dèt ik herinner ik mij nog wel uit den tijd, toen ik nog in dc fabriek woonde, waar ik geboren ben en heb lecren loopen, dat „de baas zijn" iets heel gewichtigs en voornaams is. Wat waren al die werklui, die tegen mij en m,;n kornuiten nooit veel zeiden, altijd beleefd, als de baas op de fabriek kwam 1 Reeds toen heb ik mij voorgenomen, dat ik mij in het leven moest opwerken tot „baas". En heb ik het soms niet ver gebracht en ben ik niet boog gestegen, hier in den Toren Als i k stilsta, is alles in de war, weet nie mand wat hij doen moet. Och jullie, arme Wijzers, kunt eenvoudig niets doen dan geduldig blijven wachten, totdat het mij behaagt weer te gaan. loopen." „Maar als w ij niet willen loopen," begon de Groote Wijzer v/eer, „moet j ij toch ze ker ook stilstaan, 't Is dat wij zoo goed onzen plicht verstaan en er zelfs niet over denken te staken, maar andersdan zou je eens wat zien f We ,:eten je om den haverklap siilstaon, al was het alleen maar om je je trots af te leeren." Bim ham bim 1 bam liet het Klok kenspel zich 'nu waarschuwend hooren. „Geen ruzie, jongensJullie hebt elkaar noodig en kunt eikander niet missen. Doe je plicht zonder mopperen en wijs een drachtig den tijd aan." „Ja maar, 't is hier zoo koud cn dat pe dante ding, dat Uurwerk heet, kan binnen blijven en wil beweren, dat hij de baas is." „Ha 1" riep het Uurwerk op eens uit. „Daar begint het al te sneeuwen. Die heet hoofd op de Wijzerplaat zal daar wel van opfrisschen. M ij deert de sneeuw geen zier I" „Mij zien de menschen en dat is ook wat waard 1" begon de Groote Wijzer weer. „Een Uurwerk arbeidt in het verborgene en durft zich niet laten zien, maar wij vree- 2en het volle licht niet en staan fier op onzen post. Wij zijn schildwachten, die trouw hun plicht doen in weer en wind. Jij durft er niet uit te komen met die sneeuw, ouwe baas „Dat hoeft ook niet," verdedigde het Uurwerk zich. „Ik regel de zaak, ben zoo veel als de generaal, die zijn manschappen beveelt." „Hij zeit watmompelde de Kleine Wi>er, echter zóó binnensmonds, dat zijn groote broer, die immers niet hebben wil de, dat hij zich met den twist bemoeide, het niet hooren kon. „Je manschappenherhaalde de Groote Wijzer bóïeedigd. Hij stikte bijna van woe de en kreeg het warm cn koud tegelijk: warm van verontwaardiging en koud van die ijzige sneeuw, die hoe langer hoe meer tegen de Wijzerplaat aan plakte en zich zoowaar zelfs tusschen grooten en kleinen broer kwam nestelen. Och, och, wat kregen die arme Wijzers het te kwaad I Het kleine ding werd vree- lijk bang daar hoog in de lucht, toen het zijn grooten broer niet meer zien kon. En de Groote Wijzer? Ja, met hem was het ook treurig gesteld. Hij was zóó boos op het Uurwerk, dat hij besloot het eens geducht of le straffen. Voor één keer zou hij'dan eens toonen, dat hij de baas was, hij cn niet het Uurwerk. Er moest dan toegehinnikt. Met moeite kon de jockey zijn wegloopen verhinderen, maar de snel heid was reeds zóó verminderd, dot de prijs verloren was. De drang naar gezelligheid is zóó groot, dat in Afrika de zebra's samen gaan met struisvogels en wilde ezels. Bekend is ook, det een paard na het vertrek van een mak ker een tijdlang treurig is en den eetlÉst verliest. Het gemeenschapsgevoel is zóó sterk ontwikkeld, dat daardoor alleen de dressuur mislukt. Een voormalig artillerie- paard,.dat steeds met veel paarden in een staj gestaan had, trapte, toen het later alleen was, a les kapot en kalmeerde pas, teen mén hem een geit tot gezelschap gaf. Het gevaarlijkst is die eigenschap bij pa niek of brand. Het paard voelt zich rustig temidd.n van de massa en niets verschrikt hem. AVordt er echter één bang, dan ver spreidt dc angst zioh onmiddellijk onder zijn metgezellen. Rukt 's nachts in het kamp een paard zich los, dan vluchten ook de andere dieren. Zoo gebeurde het, dat door het knallen van een geweerschot alle paar den vsn een cavalerieregiment op dc vlucht sloegen. De kroning. Roosje is de „koningin", Rudolf is de „koning"; 'n gouden kroon heeft ieder op, want het is hun „kroning"! Bram gaat met de trom voorop cn slaat ferm een roffel; achteraan met zijn trompet loopt zijn neefje Stoffel. Zusje Miek en nichtje Co dragen saóm de slippen van het staatsie kroningskleed past op, laat niets glippen I Strakjes in de „kroningszaol'' zal ik jc trakteeren ulevellen, net zoo veel als je zult begeeren f Maar eerst vlecht ik voor je elk een mooi bloemenkransje en dan doen we op het eind met elkaar een dansje! HERMANNA. CORRESPONDENTIE. Quonab. Ja, dat is voor velen een tegenval ler gcwrfrdcn. Maar hel is nog niet voorgoed «fgcloopcn. Lot maar eens op Drnvcr. Je kunt dus een puar prettige Kerst dagen hebben. Dan heb jo er mooi den tijd vooi. Mimosa. Ja, want anders heb je met veel aan je KcTstvncantic. En nis het mooi weer is kan je er heerlijk van genieten. Zwartkop. Over dat plan heb ik zelf ook al eens gedacht. Moor dan willen do inzenders hun inzendingen natuurlijk in de krant zien. En het maken van tcckcningcn in dc krant stuit op allerlei technische bezwaren. Daarom is zoo iets vrijwel onmogcijk. Stormvogel. Wat jammer dat je die nieuwe slee nu jih'st niet meer kon gebruiken. Ik denk wel, dot cr nog wel meer snccu\#zal komen. En dan kan hij flink dienst doen ho I Ja, dio rudio-conccrten zijn ullijd erg mooi cn gezel lig. Vooral op zoo'n vogennchtigccn dag als Zondag is de radio ccn uitkomst. Mol. Zeker geen tijd g-chod om veel te schrij ven, hè 't Hindert voor deze keer ook niets hoor, want dc tijd was heel erg kort. Een vol gende keer meer I Zie verder aan het cindo vnn deze rubriek. Kampioen. Ja, hot blijft altijd wel ccn beetje maar ven komen wat wilde de menschen j gevaarlijk, maar als je goed op let en uitkijkt moesten zich den maar eens zien te redden j gaat het best. Je raadsels worden zuinig be- zonder hem en zijn broertje. De laatste kon j waard, moor ik kun zc niet altijd direct dn natuurlijk niets beginnen zonder hem. Hij bedankte er langer voor tegenover hel Uur werk voor den onderdanigen dienaar te spelen. Dat moest dan maar eens toonen, det het werkelijk de baas was. Hem zou het lekker niet aan den gang krijgenEn hij zette zich schrap. „Liever insneeuwen dan mij op mijn bol laten zitten!" dacht hij nog Teen \ergat hij alles om zich heen en werd door een ijzige koude bevangen. Zijn kleine broertje was al eerder inge sneeuwd. De menschen beneden keken ais naar gewoonte naar de wijzerplaat van den oren, maar niemand kon zien, hoe leat het was. Groote kwakken sneeuw zaten tegen de wijzers geplakt, zoodat het loopen hun belet werd. Dat hebben al die kleine Sneeuwvlokjes samen op hun geweten zei iemand. „Eendracht maakt macht l" merkte een weede op. Niemand wist echter van den twist daar boven in den toren, niemand behalve het Klokkenspel en dc Wijzerplaat, misschien ook een paar oude Kerkuilen, els zij ten minste geluisterd hadden. HOE PAARDEN OP GEZELLIGHEID GESTELD ZIJN. Paarden hebben enk-ele eigenaardighe den, ^waarmede ernstig rekening gehouden moet worden. Eén van die eigenaardig heden is hun voorliefde voor gezelligheid en een clkeer van eenzaamheid, die soms tot de merkwaardigste voorvallen leiden. Zoo vertelt een geleerde in zijn werk over paarden, hoe eens op een wedren de nabijheid van een „stamgenoot" het win nende pcard den prijs deed verliezen. De oppasser der beide paarden was n.l. m?t het ééne dier naar de rennen gegaan om het ar.'dërp te zien loopen en dit werd in het voorbijgaan door zijn kameraad herkend en volgende kcc-r plaatsen. Driehoek. Jij begint zoo langzamerhand een vnsto medewerker van me tc worden. Prachtig hoor. En ik hoop dnt jouw voorbeeld ook door de anderen gevolgd zal worden. Want ik heb al eens meer gezegdde bedoeling van de Kinderkrant is dat jelui er zooveel mogelijk zelf in schrijven. Dat is juist het aardigste. En jij bent ol heel aardig op weg op daarvoor te zorgen. Ja, het is werkelijk ccn mooi bock. En je kunt het best mcc-rderc malen lezen, 't Ver veelt nooit Kupcl. Ju, voorloopig tenminste. Zoo, dan ben je Cr lcclijk afgekomen en een prettige her innering is dut niet. Pas maar op in het ver volg. A»nders kon het nog wel eens leclijker afloopcn I Ton Neveu. 't Is te hopen, dat het goed uit valt. Dan geeft het moed voor het volgende. Ik hoop het ook, maar nu ziet het Cr nog niet c.g naar uit, dnt het mooi weer zal zijn. Sprinkhaon. Daar hebt je bij geboft. Nu, jij had daar natuurlijk niets geen bezwaar tegen hc Dat zou ik ook niet hebben. Snuffelaar. Zoo, dus het was naar jc zin. Ze waren nu toch niet mooilijk I Goudenregen. Och kom, zóó moeilijk Ik dacht dot zc nogul zoo mokkclijk woren. Enfin, dnn een Volgende keer boter. Nimf. Jo, ik vond het heel aardig. Neen, zoo'n halve weck is erg vreemd. Dan wordt er op de scholen nooit veel gedaan, vooral niet nis het tegen de vacantie loopt, 't Is wel wat vroeg, maar 't is moor voor één keertje I Dus dat is toch zoo erg niet Lelietje van Dalen. Dat is waar. Jc hebt me erg lang laten wachten. Jo, daar weet ik alles van. Hoe gaat het nu met je Wordt je al wat beter. Ik hoop voor je, dat je maar weer gauw hcelejpnr.l opknapt. Beterschap, hoor I Cecilia. Zoo, ga jij naar Amsterdam om oud en nieuw te vieren. Ja, 't is altijd leuk als je zoo'n avond in de familiekring bent. Gymnast en Bobbie. Hebben jelui met z'n tweeën die mooie brief gemaakt. Prachtig hoor 1 Mol. Dank je wel vcor je recept. Wnt zul len dc neven en nichten nu smullen, 't Lijkt me ook erg lekker. Je recejrt kwam wat laat. Daarom komt dit stukje zoo achteraan.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1925 | | pagina 7