DAGBLAD „DE EEM LANDER"
BINNENLAND.
FEUILLETON.
He! ondergrondsche Syndicaat.
TWEEDE BLAD.
24ste Jaargang
No. 205
M pndag
Maarl: 1926
Uit de Pers.
DE KABINETSCRISIS.
Na Mr. Limburgs mislukking.
De Nieuwe Ro 11 e r d. C r t. (Vrijz.) be
toogt, dat de gehecle opzet van mr. Limburgs
poging verkeerd is geweest, doordat hij het
gezantschap bij den Paus binnen de regee-
lingspoütick heeft betrokken. Wie thons een
kabinet vormen wil, en het niet bij een poging
wil laten, behoort volgens het blad de kwes
tie van het gezantschap bij den Paus ter zijde
te stellen. Hij kan desnoods deze aangelegen
heid als een particuliere liefhebberij aan zijn
minister van buitenlandsche zaken laten, zoo
deze nog neiging mocht hebben het gezant
schap in een of anderen vorm te herstellen,
doch hij behoort verder dit punt geheel te
houden buiten de regeeringspolitiek.
„Wie met kans op succes een kabinet,
parlementair of extra-parlementair, wilde
vormen, had twee punten van uitgang; het
volirm van de Kamer, waarbij de gelden
voor het gezantschap van de begrootine
waren geschrapt, en den onwil dei roomsch
katholieken, om nu verder in een kabinet
fitting te nemen. Op dezen grondslag kon
een kabinet worden gevormd, mits de for
mateur wat durf vertoonde.
Durf om zich in de Kamer to molden
met het besef, dat het kabinet daar niet
op een regeeringsmcerdcrheid in den tecb-
\ischen zin van het woord rekenen kon,
wat niet zou uitsluiten, dot een behoorlijk
samengesteld program in de Kamer bijval
zou kunnen vinden. Durf om de positie bij
de eerste ontmoeting met de Kamer uil
een te zetten en de gevolgen af te wachten.
Durf, om daar rondweg le verklaren, dat
de regeering een minderheidsregeering
was, doch dat zij de taak op zich geno
men had, omdat de meerderheid niet in
staat, althans niet bereid bleek, haar con»
stitutioneelen plicht na, te komen. Indien
dan dezo vrijmoedigheid werd aangevuld
met een verklaring van bereidheid, om on
middellijk weer het veld te ruimen, zoo de
Kamermeerderheid zekerheid had, een be
ter kabinet uit haar midden te kunnen vor
men, en dus voor een nieuw conflict ver
antwoordelijkheid op zich te nemen, dan
zou waarlijk zulk oen kabinet onder de
gegeven omstandigheden zoo zwak niet ge
weest zijn."
Het Vaderland (Vrijz.) betuigt groot
leedwezen over de mislukking van do pogin-
pen van mr. Limburg en meent, dat nu maar
geen pogingen meer moeten worden verspild
aan de samenstelling van een extra-parlemcn-
toir kabinet.
Nu mr. Limburg, dc daarvoor zoo bij
uitstek geschikte man, die ook bij de rech
terzijde in gunstiger positie stond dan
eenig ander, niet geslaagd is, moet dal
voor ieder ander op mislukking uilloopen
en zou dit den duur van de crisis wee*
onnoodig verlengen. Wij staan dus nu
voor Kamerontbinding öf voor terugkeer
van de rechterzijde, geheel of gedeeltelijk
gerepresenteerd, achtor de regeeringstaO
Dat de Katholieken toch thons de „uitersto
noodzaak" gekomen zouden achten, is na
het antwoord von Nolens aan Marchant,
en no de uitingen vun Katholieke Kamer
leden en persorgonen moeilijk aan te rie
men.
Voor Kamerontbinding voelen wij niets
Zelfs in het ondenkbare geval, dat dc rech
terzijde daardoor in de minderheid zou
komen, maar daarvoor zijn bijna 200.000
stemmen noodig, verandert de situatie niet,
zooveel, omdat er van een vereenigde lin^
kerzijde, die de regeering zou kunneij
overnemen, geen sprake meer is. De recbf
terzijde, die nu zelf, door haar tweedracht
op 11 Nov. de parlementaire vaas stuf*
heeft geworpen, moet thans maar eens l]i-
ten zien, dat zij die ook weer kan hepl
maken. Wat wil zeggen, dat zij, op weljh.o
manier laten wij aan haar over, het par
lementarisme moet redden. Zoo kon do
zaak niet blijven, al bekommert zich don
ook niemand van ons volk, dat niet aan
politiek doet, nog om de crisis. Een hoog
geplaatst buitenlander vroeg aan een van
onze politieke mannen, hoe het met de
crisis stond, en kreeg op zijn vroog het
antwoord Uit uw vroog blijkt wel, dat ge
geen Nederlonder zijt, want hier in Ne
derland kan niemand de crisis ook maar
iets schelen.
Maar dat is het juist wat zoo hoogst be
denkelijk is.
Wij wachten thans met heel wat meer
belangstelling de Kamerzitting von Dins
dag af, dan wij pronkelijk daarvoor
koesterden. En wit .idigen met een har
telijk woord von dank aan den heer Lim
burg Hij moge dan niet geslaagd zijn; hij
heeft het vaderland een grooten dienst wil
len bewijzen cn was bereid doorvoor groo-
te persoonlijke offers to brengen.
De Nieuwe Co'uront (lib.) meent.
Thans is Kamerontbinding nog niet aan
do orde. En evenmin de terugkomst van
het oude ministerie, zij het ook met een
ander opschrift beplakt. Er is eerst nog
iets anders te doen. We zouden zoo zeggen:
het woord is nu nan den man van de be
dreiging, aan de partij van do eerste vier ter
beschikking gestelde portefeuilles
Lukt het dezen niet, welnu, don kon men
verder zien. Maar een Kamerontbinding. die
niemand wil, cn een ministerie, dat na het
geen er gebeurd is, geen lijn meer heeft en
waarvan een deel ten opzichte van dc vurige
politiek von ééno partij der coalitie afwijzend
staat, zulk een ministerie heeft weinig kalis
op een gezond leven.
De Standaard vindt het vreemd dat, ter
wijl mr. Limburg zijn mannen bijeen had, alles
reeds misliep, toen zij voor dc eerste maal
bijeenkwamen, en met name ten aanzien van
dc gedragslijn in zokc het gezantschap bij het
Vaticaon.
Had men niet mogen verwachten, dut
althans omtrent dit punt de volledige hel
derheid, reeds hod moeten gelden bij de be-
snreking met dc enkele personen en dat
aller bereid zijn tot de formatie toe te tre
den, op die volledige helderheid steunde,
althans daarmede vergezeld ging? Over dezo
omstandigheid zal het licht moeten opgaan,
willen wij het gebeurde goed verstoon
Afgezien von den terugkeer van het huidige
kabinet ziet het blad slechts twee mogelijk
heden.
Gelijk bekend is, heeft de leider van den
Vrijheidsbond, mr. Dressclhuys, dadelijk na
het bericht, dot mr. Limburg voor moeilijk
heden kwam to staan bij het vervullen van
zijn opdracht, een soort manifest uitgevaar
digd, waaruit viel af te leiden dat hij zich
in staat gevoelde om binnen den tijd "un
veertien dagen prompt een nationaal kabi
net te leveren.
Indien er cenige waarborg bestond, dat
deze uitspraak in werkelijkheid kon worden
omgezet, don zou het, zooals van zelf
spreekt, ons niet onaangenaam zijn, ais ook
mr. Dresselhuys zijn kans kreeg en als hij
slaagde dc crisis tot een oplossing te bren
gen, mits men het een oplossing zou kunnen
noemen, d. w. z. mits de waarborg van
levensvatbaarheid van zoodanig „nationaal"
kabinet kon worden gegeven. Wij zien dat
nog niet, moor willen daaromtrent geen
oordcel vellen.
De tweede mogelijkheid is zeer on-Neder-
landsch en zou voor onze politiek al heel
erg zijn. Voor de volledigheid wijzen wij op
het z.g. ombtenorenkabinet, zoools men dal
in andere landen wel eens had. Voorzoove»
wij kunnen zien, zou de kans op slagen voó^
ons land echter uiterst gering zijn.
De T ij d wijst er op dat von Katholieke zijde
aan mr. Limburg volledige medewerking werd
verleend. De katholieken, die den formatoi/r
ook in zijn program volgden cn bereid bleken
geschiklo personen te leveren, gaan in dezpn
absoluut vrij uit.
Wat nu?
Drie „uiterste noodzaken" worden ge
noemd: ten eerste een katholiek-sociaal»
democrnlisch. dus parlementair kabinet: ten
tweede Kamerontbinding; en ten du-de het
aanblijven van het Kobinet-Colijn ais Ko
ninklijk Kabinet.
Drie figuren dus. Dc eerste is o. i. niet
meer aan de orde: samenwerking met do
S. D. A. P. ter oplossing van deze crisis
heeft de R. K. Tweede Kamerfractie ion
haar agenda geschrapt. Men praat er niet
meer over. Blijven dan nog Kamerontbin
ding of een Kobinet-Colijn.
Wij zouden opnieuw willen vragen: is
men al zoo ver. dot alléén dit dilemma kon
worden gesteld?? Zijn er niet nog andere
figuren denkbaar natuurlijk niet alleen
in theorie maar prnctische mogelijkhe
den? Is men in een vroeger stadium der
crisis niet wat ol te vlug over mogelijk
heden heengestapt? Twee vragen dringen
hier op: Toen dr. De Vissér bedankte vooi
dc opdracht, om een parlementair kabinet te
vormen, waarom is men toen direct niet naar
den extraparlementairen vorm overgespron
gen, alvorens zwart op wit te laten uitma
ken, dat een rechts parlementair minder
heidskabinet, bijvoorbeeld van Anti-Revo
lutionairen en Katholieken, niet mogelijk is?
Een Kabinet, dat op vaste kern van ruim
veertig leden in de Tweede Kamer kan steu
nen, is in constitutioneelen èn in parlemen
tairen zin toch altijd nog beter dan de
extra-parlementaire combinatie.
De tweede vraag, die zich nnn den toe
schouwer opdringt is: toen men toch aan do
cxtrn-porlementaire figuur toe was, waarom
heeft men het dan geen enkelen keer ron
der christ.-historischc politici wij zeggen
niet: zonder Christ.-Historischen gepro
beerd.
Ten slotte zullen er nog zijn, die vragen:
ïaat de extra-parlementoiro figuur geen
ruimte voor een ambtenaren-kabinet, dat
al onze politici gelegenheid geeft onder de
nerveuze sponning uit te komen?
Het blad waarschuwt ten slotteconcludeer
niet tot terugkeer van het zittend kabinet, ten
zij aan ieder de redelijke overtuiging kan wor
den bijgebracht, dat er werkelijk geen andere
uitkomst is.
Het Volk (S.-D.) schrijft o.a.
Begrijpt men nu beter, waarom wij Kn-
mer-ontbinóing vragen om aan de anders
onoplosbare krisis-misèr© ccn einde te ma
ken?
Hadden wij dien eisch niet gesteld, ei
ware zeer groote kans geweest dat, onmid
dellijk na de te voorziene Llmburgsche
mislukking, de koningin gehoor hnddc ge
geven aan de invloedrijke stemmen, die
haar influisterden, dat zij, evenals zij bij
de nog niet eens zoo langdurige vlootwct-
krisis deed, aan het kabinet-Colijn zijn
ontslo'g-aanvragp moest weigeren.
Kamer-ontbinding is de eenige weg.
Of moet alsnog eerst het advies van „De
Tijd" worden opgevolgd? Moet eerst nog
voldaan worden aan den wenk van mi
Dfcsselhuys, pm hem op te drögcn een
„nationaal kubinet" samen' te stellen? Zulk
een opdracht zou onvermijdelijk tot mis
lukking gedoemd zijn, omdat cr geen meer
derheid in de Tweede Kamer is die van
zulk een paskwil iets wil weten.
Moet daarna ook eerst nog aan dr. No
lens opgedragen worden om zijn krochten
op de oplossing der krisis te beproeven,
wijl hij eerst zijn krachten oon het ver-
wekken der krisis besteed heeft? Kan dr
Nolens aldus gedwongen worden zijn
Sfinx-masker of to leggen en klaren wijn
omtrent zijn bedoelingen tc schenken? Is
voor dr. Nolens de „uitersto noodzaak'
tot een demokratisch bewind met de soc«-
aal- cn vrljzinnig-demokralcn thons aan-
gebroken, die hij enkele weken na TI No
vember vooralsnog ontkende? Is dit kabi
net der „uiterste noodzaak" thans in dez"
Kamer, zonder nieuwe verkiezingen, nop
mogelijk, nu mr. Marchant na z ij n mis
lukking verklaard heeft, dat, als dr. Nolens
hetzelfde beproefde als hem mislukt was
hij niet meer zou meedoen? Is het uit do
katholieke partij geopperde bezwaar vor-
vallen, dot met dezo Kamer zonder do*
eerst nieuwe verkiezingen gehouden wor
den, geen kabinet dsr „uiterste noodzaak"
gevormd mag worc'cn, omdat de jongst"
verkiezingen door die partij gevoerd zija
onde de coalitie-leuze
Ziedaar zoovele vragen, die hot in hoo-
go mate onwaarschijnlijk maken, dat er
van een formotio-Nolcns thonsv iets zou
kunnen terecht komen.
Berichten.
KON. BESLUITEN
Bij Kon. besluit is:
toegekend dc zilveren cere-mcdoillc der
Oronjc-Nossnu-orde oon den gepens. meestor-
zwaardveger J. van der Horst
eervol ontslagen uit den militairen dienst do
rcS.-luitcnnnt-koloncls F. N. Umbgravr vnn
het corps pontonniers en lorpedistcn; F. F.
Kutsch Lojengo van het 4e reg. vcld-ortil"
lerle, beiden ter zake van het eindigen van
den tijd waarvoor zij als officieren ter beschik
king waren
aan den rcscrvc-luitenant-koloncl Umbgrove
is de titulaire rang van kolonel verleend.
DE INDISCHE PRINSEN.
Een maaltijd aangeboden door dc
Verecniging Oost cn West.
Het hoofdbestuur van de Verecniging Oost
en West biedt Dinsdag 2 Maart a.s., in het
Restaurant Royal aan het Lange Voorhout te
's Gravcnhago, nnn dc hier to lande vertoeven
de Indische vorstelijke personen Uit Soernknrtn
en Jogjakarta, to weten Pongernn Arlo Mnta-
ram, Prins von Solo, Knndjing Rntoc Alit,
Prinses van Solo, Raden Mos Mnladhi en Raden
Sastro Soctidjo, Pongcran Ario Soorjodinin-
grat. Prins van Jocjn, Raden Tocmenggoong
Pocrbowinoto en Raden Mas Prowlrowiworo,
een maatlijd aan.
DE KABINETSCRISIS.
H.M. de Koningin ontvongt Jhr
Ruys d cBccrcnbrouck in audiën
tie.
H.M. de Koningin heeft Vrijdagmiddag tc L..i
vier den voorzittci van do Tweede Kamer dot
Stoten-Generool, Jhr. mr. Ch. J, M. Ruys de
Beerenbrouck, in audiëntie ontvangen.
Geen uiteenzetting von hel ver.,
loop der pogingen von mr.
Limburg.
D? ,N. R C." heeft mr. Limburg gevraagd,
of hij bereid was, ccn uiteenzetting te geven
van het verloop zijner pogingen om een kobi-
niet te vormen. Zijn antwoord was ontkennend
Aan de gepubliceerde communique's had hij
niets toe le voegen. Hij meende zich op dit
standpunt te moeten stellen, omdat de bespre
kingen cn de briefwisseling die hij heeft ge
voerd, van persoonlijken cn vertrouweliiken
aord zijn geweest. Bij do vorming van een
Dorlemcntoir kabinet, waarbij men met par.
tijen tc doen heeft, stnnn de znken in dit op
zicht z.i. anders, cn is cr geen bezwaar tegen
publicatie. In dit geval meende do heer Lim
burg cr niet toe gerechtigd tc zijn
Hoe het ministerie-Limburg
eruit gezien zou hebben.
Noot Het Volk verneemt, had het kabinet-
Limburg, op het oogonblik dot het dc meeste
kans van slagen had, dc volgende samenstel
ling
Justitie: mr. Limburg; onderwijs, kunsten
en wetenschoppen prof. Cosimir koloniën
Koningsberger; defensie prof. van Royen uit
Delft, (dat waren dc vier „linkschcn")bin-
nenlondscbe zaken mr. van Schoik water
staat mr. Waszink, burgemeester van Heer
len financiën de Geerarbeid, handel en
nijverheidprof. Slotcmakor de Bruine (dn»
waren de vier „rechtschon")buitenlandsche
zaken Von Knrnebeck (partijloos).
Wat nu
Uit parlementairen kring schrijft men aan
het „Centrum" het volgende
De laatste dogen scheen het vast te staan,
dat mr. Limburg zijn negental gereed had. Al
leen moesten zij nog samenwerken, om het
program definitief vost tc stellen. Deze somen
komst had Donderdag plaats. Vermoed wordt,
dot men het dus ten slotte over het program
niet eens is geworden. Vnn andere zijde word»
echter beweerd, dot Prof. Slotemnker dc Bruin»,
te Utrecht, die minister van arbeid, handel en
nijverheid zou worden, zich op het laatste mo
ment weer heeft teruggetrokken.
Wat nu kunnen wij andermaal vragen.
Het gerucht ging reeds de vorige wetek, dn»
nu andermaal eon een Staatsman van Rechts
een opdracht zou worden gegeven. Daarvoor
werden genoemd mr. Heemskerk en jhr. mr.
Ruys de Beerenbrouck Het is niet recht dui
delijk, waarom zij, na het échec van dr. D«
Visser, thans nog zouden kunnen slagen. Een
Anti-revolutionair—Katholiek kabinet zou ov»r
geen meerderheid beschikken. En do Christ©
lijk-historischon zullen hun niet geven, wat zij
aan dr. De Visser hardnekkig weigerden.
Dan zal wel het moment naderen, waarop da
Koningin gedwongen zal ziin, om aan hot zit
tend kabinet te verzoeken, de ontslag-aanvrage
in nadere overweging to ncmon. De Tweed©
Kamer zal dan andermaal voor de beslissing
over het gezantschap moeten worden gesteld,
en men zal hebben af tc wachten, wat er dan
gebeurt.
Ten slotte worde nu reeds vastgelegd, dat
het niet-slagen von mr. Limburg niet aan de
Katholieken kan worden geweten. Hij had twee
Katholieken gevraagd cn deze hadden aange
nomen.
POLITIONEEL OPTREDEN TEGEN
N1ET-STEMSTERS.
Antwoord op vrogen van het
Kamerlid Ter Laan.
Op de vragen van don heer J. ter Lflnn be
treffende het optreden door de politio tegen
over een weduwe te Rotterdam, die tot boete
was veroordeeld wegens hot niet deelnemen nnn
de stomming voor de samenstelling der Tweede
Kamer, hoeft de minister von justitie geont-
woord
Bij vonnis von het kantongerecht tc 'sGrn-
vonhage, d.d. 15 Oct. 1.1., is Marin T. van der
Have—Berrevocts wegens overtreding der Kies
wet veroordeeld tot een geldboete van f 1.50.
subs, één dag hechtenis. Omstreeks 7 Jan. 1.1.
is onn de rïjksveldwacht te Rotterdam dit von
nis ter executie gegeven. Do rijksveldwocht is
een keer of vijf, zes aan do woning van ver
oordeelde geweest en heeft;, do vcroordeeldo
.If niet aantreffende, nnn haar huisgenooten
gezegd, dat de boete voldaan moest worden,
daarbij tot tweemaal toe een briefje ochlerlo-
tendo met nummer cn datum vnn het vonnis,
teneinde dc betaling bij den ontvanger der re
gistratie te vergemakkelijken. Daarna is do be
trokken rijksveldwachter zolf naar den ontvan
ger gegaan om te vernemen, of dc bocto be
taald wns; dit was niet geschied.
Omstreeks 20 Januari j.l. is do rijksveld
wachter naar het adres Pompenburgsingel 20.
tc Rotterdam, gegaan, en tróf aldaar dp veroor
deelde. Deze zeidc te weten, veroordeeld te zijn,
het (tweede) aan lioar vader achtergelaten
briefje ontvangen te hebben, doch de boete niet
betaald 'had, aangezien een derde hiervoor zou
de zorg dragen. Zij wns niet in het bezit von
een kwitantie, waaruit de betaling kon blijken;
evenmin heeft zij aangeboden, deze uit haat
woning te halen (zij bezat deze ook niet)
Op verzoek is veroordeeld© daarop don
rijksveldwachter gevolgd om naar den ontvan
ger te gaon; onderweg verklonrdc zij, geen geld
te hebben medegenomen. Daarop is do Rijks
veldwachter met haar naar het kantongerecht
gegaan en heeft haar goleld voor zijn onmld-
dcllijkcn chef. Deze hoeft toen de ontvanger
getelefoneerd om te vrogen, of de boeto be
taald was; toen dit bleek geschied te zijn, is de
veroordeelde direct heengegaan. Van een in
sluiten in het huis van bewaring is geen sprokn
geweest.
Uit bet vorenstaande blijkt wel, dot op do
houding vnn dc politie, dio zeker blijkt in de
zen met lankmoedigheid en tact tc zijn opge
treden, niets is aan te merken.
i
DE TELEFONISCHE BR AND ALARMEERING
TE DEN HAAG.
Een crcdict voor verdere complo
tearing.
B. en W. stellen den road voor. ter verdero
completecring der telefonisch brandolnrmee-
ring, aan de gemccntebcgrooting 1925 een
nieuw volgnummer too to voegen cn dat uit to
trekken op 75.000.
GEEN GEMEENTEWAPEN VOOR EEN
HEILIG HART-BGELD.
Een debot in den raad von Ginniken.
In dc vergadering van den gemeenteraad van
Ginniken is aan de orde gekomen een verzoek
von het comité tot het oprichten van een Hei
lig Hart-bceld aldoor, om van gcmccntcwcgo
het gemeentewapen te plaatsen ln het voetstuk
van het monument. B. en W. vroegen hier
voor een crediet van 80.
Ingebeelde rijkdom van kennis is een voor
name reden van geestelijke armoede.
Baco.
Door Mrs. C N. WILLIAMSON.
Nederlondscho vertaling van Ada van Arkel
16
TTJ HOOFDSTUK VI.
Een gelaat in het maanlicht.
Sheila had heel weinig tijd gehad dien eer
sten dag op Glentorly om over haar eigen za
ken na te denken. Die van andere menschen
waren nog veel belangwekkender gebleken en
door zich daarmede bezig te houden had zij
niet veel aandacht kunnen schenken aan het
mysterie van de nachtelijke stoornissen. Maar
toen de duisternis weer inviel en ze een tweede
nacht in de torenkamer tegemoet ging, werden
zelfs de romantische liefdes-moeilijkheden van
Lady Viola Rayne cn kapitein Derby op den
achtergrond gedrongen. De eenige vraag die
haar nu vervulde was, of er haar werkelijk een
poets gespeeld was of dat, ondanks haar vaste
overtuiging van het tegendeel, er tooh spoken
bestonden, die de plaatsen, waar zij op aarde
hadden gehaat en bemind, weer bezochten?
Het meisje bedacht zich nu spijtig, dat ze
geen enkele stap gedaan had om zich tegen
andere angstnachten te beschermen en dat er
nog hoegenaamd geen licht op het geheim
was geworpen. Het «enige, dat pleitte voor de
theorie dat het een truc was geweest, was, dat
de bediende, die haar diner boven had ge
bracht een eigenaardig gezicht had getrokken,
toen hij haar des morgens beleefd gevraagd
had hoe het hoar ging. Ze vond, dat hij er had
uitgezien alsof hij verwachtte te hooren, dat ze
een slechte nacht had gehad en dat hij teleur
gesteld scheen, toen ze gezegd had, dot ze zich
uitstekend voelde.
Maar zelfs als ze die uitdrukking goed had
gezien, kon het best, dat do man niets anders
wist, dan dat het in den toren spookte.
Menschen van dien stand waren meestal dol
op griezeligheden en het zou een heerlijk ver
haal voor de bediendenkomer zijn geweest als
de nieuwe secretaresse van mr. Mc. Kinnon had
bekend, dat ze een bezoek van geesten had
gehad. Misschien kende de man de geschie
denis van den toren, wat dat ook was, cn zou
hij meer geneigd zijn don mr. Munro om die
haar te vertellen. Maar Sheila wild© niet toe
geven aan de verleiding om het hem te \Ta-
gen, toen hij hoor middagmaal bracht en weg
haalde, en toen hij was heengegaan met een
beleefd „goeden nacht, juffrouw" wist ze dat
ze alleen was.
Nu ze zich weer levendig herinnerde wat ze
den vorigen nacht allemaal had doorgemaakt
begonnen haar zenuwen haar te plagen, maar
ze nam zichzelf eens flink onder honden. Zoo
kon het niet verder gaon. Of ze moest het
slachtoffer van moreele lafheid worden, voor
den gekhouderij of niet, cn om een andere ka
mer vragen, inploats van deze, al was hij dan
ook maar acht voet in het vierkant of anders
moest ze flink genoeg zijn om zich niet te la
ten bang maken, want het was onmogelijk dat
ze in ontzettende angst nacht aan nacht be
vend wakker lag en in staat zou blijven om
overdag haar werk goed te doen.
Ze slaagde er zóó goed in haar zenuwen
de baas te worden, dat ze om tien uur werke
lijk kalm genoeg was om slaperig te zijn en
het gevoel te krijgen, dat niets aardsch of on-
aardsch uit de slaap zou kunnen houden, Nau
welijks lag haar hoofd op het kussen of ze had
het gevoel van te vallen, dat zoo vaak de voor
bode is von een zworen sloop en zo dreef zach
tjes af in droomenland.
Hoe lang ze geslapen had wist ze niet, maar
ze werd met een schok wakker en zag dat do
kamer vol zacht licht was, dat ze eerst voor
zonsopgang hield. Ze had het gevoel of iets
haar wakker had gemaakt, een geluid misschien
moor in ieder geval had dit nu opgehouden en
de kamer was zoo stil als een grafkelder. Na
een oogenblik merkte ze, dat het licht het
maanlicht wos en niet dat von den morgen, en
ze was benieuwd hoeveel uren ze gerust had.
Was het lang of kort Het was in ieder geval
heerlijk dot zo cr nog verscheidene voor den
boeg had vóór ze haar dagtaak moest beginnen.
Zoo bleef ze ccn poosje liggen in die heerlijke
toestond tusschen waken en droomen in haor
oogen half dicht, toen er een plank kraakte, als
onder den druk van een voet.
Sheila wist welke plank het was, of dacht
dat ze het wist, wont bij het heen en weer loo-
pen had haar voet dat zelfde onaangename
geluid veroorzaakt en had ze getracht die plek
te vermijden. In een oogenblik was ze uit bed
gesprongen en uit de alcoof in dc door de
maan beschenen kamer gesneld.
Het was meer door impuls, dan een vast
voornemen gedreven, dat zij er heen ging om
te ontdekken wat het geluid veroorzaakt had,
want ze verwachtte eigenlijk niet iels te zien,
behalve de vage omtrekken van de ouderwet-
sche meubels die ze allen reeds kende.
Maar er was meer te zien. Bij de schoor
steen stond de blccko gedaante van een man,
gekleed in iets los cn donkers, 2ijn gezicht hel
der en duidelijk uitkomende in de belichting
van het binnenstroomendc maanlicht. Slechts
een onderdeel von oen seconde ontmoetten de
oogen von Sheila cn die von deze verschijning
elkaar en hielden eikoor vast, want zonder een
enkel geluid, haast zonder één beweging, be
halve een glijdende achteruit, vordween de
lange gestalte uit het gezicht alsof de scha
duwen niet etherischor don hijzelf was
hen hadden opgenomen.
Stijf en strak bleef het meisje naor do plek
staren waar hij geweest wa9. Toen ze wat von
de eerste schok, half vrees, half verbazing, her
steld was, ging zc met onvaste schreden, be
vend© van koude en zwakte naor de tafel om
de lomp cn de kaorscn oon te steken. En steeds
zag ze voor zich het witte gezicht in zijn krans
van maanlicht, even duidelijk alsof het in haar
hersens gefotografeerd was; het mooie voor
hoofd, de rechte wenkbrauwen, de schitterende
oogen, ja, duidelijker dan de rest, die schit
terend, vreeselijke oogen.
Haor eigen ademhaling verschrikte inar oven-
als het tikken van haar hart tegen Knar zijde
Eindelijk had ze licht. En toen was het nog
erger om de kamer leeg te vinden behalve haar
zelf, don het geweest zou zijn als 2e den man
had gezien, daar waar hij eerst gestaan had.
Als het iemand von vleesch en olocd was ge
weest, had hij cr nog moeten zijn, zei ze in
zichzelf, want dc deur was gesloten cn gegren
deld cn het was onmogelijk binnen te komen
of te ontsnappen, behalve door het venster.
Dan was het zeker een geest geweest, doch het
meisje, een geest, die gekomen was om een,
die niet in hem gedoofde, te bewijzen dat zulke
dingen wel degelijk bestonden. En toch en
tcch ze had niet het gevoel, dat ze een geest
had gezien. Bovendien waarom zflrtt een
geest zijn geschrokken op het zien van haor?
Er was onmiskenbaar ccn uitdrukking van
vrees en ontsteltenis geweest op dat bleoko ge
zicht met de omlijsting von dc donkere baard,
toen do schitterende oogen de hare ontmoet
ten. En dan was er nog een vraag. Woarom zou
een geest cr uitzien als kapitein Derby ver
momd met een donkere baard en pruik?
Sheila was boos op zichzelf dat ze zich dit
afvroeg, want ze wilde gelooven dat kapitein
Derby alles was wot nobel wos, cn toch was
het een soort von opluchting om tc kunnen
denken, dot hij de vreemde bezoeker kon zijn
geweest, naar de spooktoren gekomen voor
het een of ander geheimzinnige doel.
Er waren geheime ingangen in dc kamers van
sommige oude huizen, geheime gangen, zóó
vernuftig verborgen, dat niemand behalvo de
ingewijden, zou vermoeden dat ze bestonden.
Sheila wist dit heel goed van hooien zeggen.
Maar wat kon kapitein Derby of een ander
man in den toren te maken hebben? Wat het
ook geweest was, een spook of een menschelijk'
wezen, haar plotselinge verschijning in dc kamer
wns onwelkom geweest cn dc gedaante had
zich gehaast haar te vermijden door op dc een
of andere manier tc verdwijnen, daarom kon
ze er wel zeker van zijn dat het bezoek niet
voor haar bestemd was geweest. Het idee van
bangmokcrij ging ook niet op, in uanmerking
genomen de duidelijke schrik op het witte ge
laat. Als een man in de kamer was gekomen
om voor geest te spelen cn een -meisje zoo bang
te. maken, zoo dat zc de kamer, die hij voor zijn
eigen doeleinden noodig had, niet meer wilde
bewonen, zou hij lang genoeg gebleven zijn om
zijn werk goed te doen en zou hij eerder zijn
best hebben gedaan er schrikwekkend uit tc
zien, dan zelf te schrikken.
(Wordt vervolgd).