KINDERRUBRIEK.
De rubriek van Oom Karei.
Het schijnt toch zoo langzamerhand wat
meer zomcrsch weer te worden. Tenminste, ter
wijl ik dit schrijf, schijnt buiten heerlijk de
zon en zou ie in de verleiding komen om een
groote fietstocht te maken. Maar nis je een
maal op de fiets zit, merk je al gauw, dat het
nog niet het echt? is. De wind kon nog leclijk
scherp in het gezicht waaien. Jelui verlangen
nu zeker wel al naar de Paaschvacantic. Die
tijd begint hu al aardig te naderen. Alleen
komt er voor die Paaschvucuntie nog zoo n
„prettige "repetitie tijd. Dat wns bij mij op
school tenminste zoo. Bij jelui is dat zeker
ook wel het geval. Maar als die rcpetitictijd
eenmaal achter den rug is, dan staat de va
cantia ook zoo voor je, en als het dan mooi
weer is, kan jc volop genieten van wandelin
gen, fietstochten enz
Hebben jelui er al eens over gedacht, wat
voor wedstrijd we over een paar w .1 weer
eens moeten beginnen. Zooals jc je r. isschien
wel zult herinneren, was door de vorige maan
den ook al sprake van. Maar *ocn kwam in
eens die drukte voor de feestkrant en toen
hebben we er verder niet moer over gespro
ken .Het duurt natuurlijk nog wel een poer
weken eer wc er mee beginnen, maor jelui
moeten er maar eens goed over denken cn
me dan eens schrijven wat je het liefste wilt.
Ik zal don alle wenschen opschrijven, en waar
dc meeste liefhebbers voor zijn. dat gebeurt
dan. Want jelui kunnen natuurlijk zelf zeggen
wat je in jc eigen krant wil hebben. Dat hoor
ik dus wel van jelui. En denken jelui cr voor
al om, dat ik jelui brieven uiterlijk 's Woen-
dagsochtends om 9 uur moet hebban. Ik kreeg
cr nog om 12 uur en zelfs Woensdagmiddag
haalde ik er nog een paar uit do bus. Die
kunnen nu niet meer in deze kront beantwoord
worden en moeten blijven liggen tot de vol
gende week. En tenslotte nogmaals het vrien
delijk verzoek aan jelui om raadsels, moppen,
versjes, opstelletjes en verder alles wat in dc
krant moet. slechts non één zijd»» van h*t pa
pier te schrijven. Dat is werkelijk noodig,
hoor
OPLOSSINGEN
De oplossingen der vorig, r^'vels waren:
I. De Koppelpoort met tor, poel (plas),
lepel, po)d< r cn top.
II. Het Zwan.cn water met torwe, zwaar,
hart, hen, nnr en wet.
III. Goede wijn behoeft geen krans,
met fee, konijn, ree, heg, dog, web, tand en ijs.
Prijswinnaar is Eersteling, die dc prijs
Maandag non ons bui eau kon komen halen
NIEUWE RAADSELS
I. Het geheel is een spreekwoord van 8
Woorden en 29 letters
3, 4, 2, 5 is een zwarte vloeistof.
6, 7, 8, 23 is een watervogel.
21, 22, 23, 24. 25 is niet vol
9, 10, II, 12 is niet „heelemaal".
29, 28, 17, 15 is een gewicht
18, 19, 20 is een cijfer
13, 14 is een voedzaam eten
26 is een klinker.
(Ingcz. door Appelsnoet)
DRIEHOEK RAADSEL
xxxxxxxxxx
X
X
X
X
X c
X
X
X
X
Op dc kruisjcslijncn 't gevraagde woord.
Op do tweede rij komt onze krant
Op dc derde rij onpartijdig
Op dc vierde rij wol- en katoen nijverheid
Op de vijfde rij stoot onder tweede.
Op de zesde rij is de scheiding tusschen
landen.
Op de zevende rij bevindt zich aan een schip.
Op de achtste rij een lichaamsdeel.
Op dc negende rij vindt men op een Paasch-
tafcl.
Op dc tiende rij vindt men in 't gevraagde
woord.
(Ingcz. door Driehoek).
DE KLEINE ROOKER.
Weggekropen in een hoekje,
Stopjc Hein een Gouwenaar
En hij rookte en hij smookte
Als een man van zestig jaar.
Maar ,hc. duurde geen kwartiertje,
Of hij werd zoo wit als krijt
Kon niet staan meer op zijn boenen
O, wat had ons ventto een spijt
Moeder bracht hem gauw naar bed toe
En was vreeselijk ongerust.
„Wat scheelt Hein toch, dot hij bleek ziet
En geheel geen eten lust
„Wel mijn jongen, zeg, wat is cr
Straks nog was jc zoo gezond
Maar ons Heintje gaf geen antwoord
Deed, alsof hij niets verstond
Dokter kwam en voelde 't polsje.
Schudde 't hoofd en sprak tot moe
.Jdicr heeft u een klein receptje,
Stop hem nu maar warmpjes toe"
Heintje kreeg een bitter drankje.
Was den anderen dag weer klaar
Maar hij kwam vooreerst niet weder
Aan zijn vaders Gouwenaar
(Ingezonden door Stormvogel)
Voor de Kleintjes.
EEN DEFTIG HEER
door
C. E. DE LILLE HOGERWAARD.
Heer Snorrebaard van Melkkan-zicht
Is wèt een deftig heer;
Met hoogen hoed en wandelstok
Lijkt hij echt een meneer.
Hij rookt zoowoar een sigaret.
Draagt zelfs een hoogen boord;
Ja, Snorrebaard ven Melkkan-zicht,
Die weet wel, hoe het hoort.
I lij wandelt in het zonnetje;
Zie eens, hoe hij zijn staart,
Waar hij geweldig trotsch op is,
Laat zwieren near den aard.
Misschien gaat hij naar een concert
Of naar de bioscoop.
Wèt het mag zijn, het is iets leuks.
Zeg, weet je, wat ik hoop?
Dat Snorrebaard van Melkkan-zicht
Mij meevraagt naar het feest.
Ik ben nog nooit met eenig dier
Op een partij geweest.
En a 1 s 't gebeurt, vertel 'k er van
In onze Kinderkrant.
Ik denk, het wordt een grappig feest,
Het leukst' uit heel het land I
Het ZonnestraaEt e.
door ANNA K.
Een dartel zonnestraaltje huppelde over
1e weide, waarin de koeien rustig lagen te
herkauwen. Het kuste de grashalmpjes en de
boterbloempjes en madeliefjes, die nog slie
pen, «oodat ze hun- blaadjes- ontplooiden en
t zonnestraaltje toelachten. Daarna huppel
de 't verder, over het lichaam van een koe,
over den kop van een andere, plaagde er
ook wel eens even een, door haaT vlak in
't oog te schijnen, zoodat de koe dit loom
diohtkheep, en zat een oogenblik later weer
boven op een hek bij een sloot, die da wei
van den weg scheidde.
Daar zag t zichzelf op eens in 't water
weerspiegeld. Het wist eerst niet, dat 't zijn
eigen beeld was, dat 't zag, maar toen het
op 't hek danste en buitelde, en hetzelfde
in 't warcr zag doen, begreep het, hoe dat
kwam, en dat hij 't zelf was, en hnd er
plezier in om allerlei beweginkjes te maken,
die dan zoo aardiig in de sloot schitterden
cn weerkaatsten
Eindeliik verveelde dat spelletje hem
echter, want zoo'n zonnestraaltje is een
beetje ongedurig en niet gaarne 'ang od
eenzelfde plaats; het sprong dus van 't hfck
af en ging verder.
\Vo4r zou 't nu heengaan dacht het.
Wacht, daar vlak in de buurt stond een wit
landhuis met een rood dak. midden tusschen
het groen; daar moest het eens gaan kijken.
Doch, toen 't er kwam. waren de luiken nog
gesloten en waar die niet aan de tomen
zaten, waren de gordijnen dicht. Dot viel
erg tegen, want ons zonnestraaltje was wel
een beetje nieuwsgierig uitgevallen, en had
zoo gaarne eens naar binnen gegluurd, om
te kiiken, hoe 't er daar uitzag. Maar kiik,
op de eerste verdieping zag 't een raam,
waarvan de tullc gordijnen in 't nidden uit
elkaar weken; daar had het een mooie kans*.
Blijkbaar was 't de slaapkamer van een
kind. want het vertrek was heelemaal wit
gemeubeld en in den hoek, niet ver van
het raam, stond een kinderbedje. Zou e**
een kind in liggen?
Heel voorzichtig gleed 't nu langs de
wanden, totdat het in 't bedje kon k |ken,
en, jo waarlijk, daar zag 't een aardigen
blonden krullebol met een paar heerlijk
blozende wangen op 't kussen liggen- Het
dek had 't kind grootendeels weggetrapt in
ziin slaap, en een Teddybeer, die 's avonds
blijkbaar mee naar bed ging, om naast hem
te slapen, lag nu aan 't uiterste eind, in een
hoek, op de dekens, erg onbeholpen op zijn
rug, en kon blijkbaar niet overeind komen
zonder de hulp van z'n kleinen baas. Die
sliep echter nog.
Wooht, daiht ons zonnestraaltje, dat aar
dige kind moet ik eens wat van nabij zien.
Het schoof heel voorzichtig vooruit, tot het
zijn gezichtje bescheen en een gouden
glans op de blonde krullen tooverde, maar
alsof de jongen 't toch gevoeld had, sloeg
hij, een aardig ventje van een jaar of drie,
vier, de blauwe kijkers even op. om ze ech-
teT dadelijk weer dioht te doen, daar het
licht van ons zonnestraaltje hem nog te
sterk was in zijn slaperige oogjes. Maar
toen hij ze na een poosje weer open deed
en het lachende s oh it terlichtje op den muur
ontdekte, spalkte hij ze wijd open en lachte
het ook toe, terwijl hij met z'n handje wuif
de, als om 't goeden dag te zeggen.
En ons straaltje danste van pret, zat nu
hier, dan daar, nu een oogenblik op 't kin
derhandje, en als 't kind 't pakken wilde,
was t op eens verdwenen, om een eindje
verder weer voqr den dag te komen. Dat
duurde een tijdje, want ze vonden 't «Hebei
een leuk spelletje, maar eindelijk moest 't
zonnestraaltje toch verder, wont 't had nog
veel te doen vandaag en mocht zich niet
te lang op één plaats ophouden. Het
lachte 't jongetje dus nog eens heel vrien
delijk goeden dag enweg was 't.
Nu danste 't verder, over velden en wei
den, naar de naaste stad. Wat was 't daar
druk, 't was alsof alle mensohen dien och
tend vroeg waren opgestaan; het werd er
een beetje beduusd en angstig van, en
kroop gauw weg achter een hoogen stee-
nen muur, waar niemand 't zien kón. De
oude muur vond 't wel prettig, dat zijn
steenen rug eens een beetje warmte voelde,
want er kwam niet dikwijls een Tonnetje,
zoodat hij meestal door en door koud en
vochtig was, zelfs in den zomer. Maar 't
zonnestraaltje, dat nog jong was, en r.teer
hield van vroolijkheid en gezelligheid, vond
die koude steenen niets behaaglijk, en hield
het er dan ook niet lang uit. Het verdween
over de grijze steenmassa en ging door een
grooten tuin naar een speelplaats, waar het
vroolijke kinderstemmen hoorde.
Juist toen 't daar verscheen, ging ;r een
bel en moesten de kleinen weer naar 't
schoollokaal. Hè, wat vond 't dat jammer,
maar dan moest het binnen maar eens een
kijkje nemen.
Na een poosje zalen alle kinderen aan
dachtig te luisteren naar een verhaaltje, dat
de juffrouw vertelde- De kinderen ?aten
heel stil, sommigen luisterden zóó inge
sponnen, dat ze heelemaal vergaten hun
mond dicht te doen. Nu, van verhaaltjes
hield ons zonnestraaltje ook wel, dus wilde
't gaarne meeluisteren. Maar 't was nu een
maal zijn lot, dat het niet lang stil kon blij
ven, 't moest steeds schitteren en lachen en
mooie kleuren tooveren op allerlei-dingen.,
en daardoor leidde het de kinderen ook af,
zoodat er eentge meer dachten en op letten
wat 't straaltje uitvoerde dan de prins, waar
van de juffrouw juist aan 't vertellen was.
Toen ze dat merkte, liet ze het gordijn voor
dat raam zakken enweg was het zonne
straaltje. afgesloten vaa\ het lokaal en van
de kinderen.
Nu ging 't allerlei straten door en allerlei
huizen langs, waarin 't gewone, dagelijksche
leven zijn gang ging, maar eindelijk bereikte
het een groot gebouw met heel veel lamen.
Dat was het groote ziekenhuis, waar zieke
mensohen gezond hoopten te worden. En
het zonnestraaltje had medelijden met die
arme menschen, die bijna allen te bed
moesten blijven, dagen en dagen lang
soms, en scheen nu, dat 't een lieve lust
was, want het was langzamerhand wat meel*
warmte gaan afstralen, hoe langer het op
de aarde scheen. De arme lijders genoten
van die warmte en de vroolijke schittering,
die 't meebracht; zij vergaten een poosje
hun verdriet of hun pijn, om het met de
oogen te volgen.
Toen kreeg 't straaltje er zelf plezier in,
nu het zag, hoe 't anderen goed kon doen,
alleen maar door zijn taak met lust te vol
brengen. En het bleef door de ramen schij
nen en kuste soms een bleek, teer gezicht
totdat het zelf erg moe werd en naar rust
begon te verlangen.
De dag was dan ook bijna voorbij, en 't
was heel vroeg opgestaan, 't Nam dus lang
zaam afscheid van de aarde, drukte zich,
met zijn broertjes en zusjes, hoe langer hoe
meer tegen moeder Zon aan, zoodat die
gloeiend rood werd, en eindelijk achter de
wolken verdween, die daardoor nog een
tijdje mooi gekleurd waren, maor langza
merhand werd het donkerder op aarde cn
gingen dc lantaarns aan- Toen werd 't voor
de kinderen ook Hjd om te gaon rusten,
wilden ze den anderen dag weer bijtijds op
kunnen staan om hun lessen nog even over
te kijken en naar school te gaan.
LOON NAAR WERK.
Een rijk hoer had op zijn buitengoed een olifant
dien hfj uit Afrika had meegebracht. Eiken
morgen voerde dc oppasser de olifant naar een
rivier om 4c baden. Om bij die rivier te komen
moesten zij door een klein dorp. De olifant
was altijd gewoon om met zijn snuit door het
raampje van een schoonmaker te steken, en
dan kreeg hij meestal wat olienootjes en oller-
lei andere versnaperingen Dat begon den
schoenmaker op 't laatste te vervelen en gaf
hem geregeld als hij weer kwam een prik met
zijn els in de slurf. Maor op een morgen
toen de olifant weer voorbij kwam had hij
zijn cïurf vol water gezogen.
Evennis altijd ging hij nnur het raampje erv
stak er weer zijn snuit door. De schoenmaker
prikte hem weer in zijn snuit, maar op het
zelfde oogenblik kreeg de man een regen van
water over zijn lichaam. Nooit plaagde hij den
olifant meer. De welverdiende strnf had dua
goed geholpen.
(Ingcz. door Kopol.)
Voor 't Eerst.
No lange, lange maanden
Scheen \oor het eerst de zon.
Het leek er op, alsof ze
Geheel niet schijnen kon.
Het zonnetje was blijde,
Dat ze de aard' bescheen.
En vroolijk keek ze, stralend,
Al lachend om zich heen.
Ze zag een klein, zwak kindje,
Dat in een wagen reed
En tegen 't warme zonlicht
„DagDogmet 't handje deed.
Ze zag de groene puntjes
Van knopjes fijn en teer.
Die ritselden en zeiden:
„De zonl Ze is er weer
Ze zag de blijde menschen.
Die keken naar haar groei
En hoorde hunne stemmen:
„Dat zonnetje doet goed 1"
En toen de lentezonne
Van al die blijheid wist.
Toen kon ze ook begrijpen,
Wat ieder had gemist.
TRUUS SALOMONS.
Van alles wat.
SPELLETJE.
Dit spelletje wordt door vier of meer per
sonen gespeeld, die om een tafel heen zit
ten. Vul nu een klein wijnglas met lucifers,
welke eerst van de koppen ontdaan zijn.
lede c speler moet nu op zijn beurt een
lucifer uit het glas nemen en dien op den
rand daarvan leggen, zonder daarbij een lu
cifer te laten vollen. Ook mag er geen wor
den aangeraakt, die door één der vorige
spelers op den rand werd gelegd.
Elke lucifer, dien iemand laat vallen,
wordt vóór hem op de tafel gelegd. Men
spreekt vooruit of, of men dit spelletje één
of meer molen de tafel rond wil loten gaan.
Winnaar is diegene, die het kleinste aantal
lucifers vóór zich heeft liggen
Iedere speler moet na zijn beurt het glas
halverwege zijn linker buurman zetten en
geheel vrij, of hij dit opbeuren of over
de tafel schuiven wil. Alleen moet hij zor
gen bij deze beweging geen lucifer te loten
vallen, want elke lucifer, die hierbij valt,
wordt vóór hem op de tafel gelegd.
Daar de eerste beurt gewoonlijk het ge-
nakkelijkst is, is het hef eerlijkst te loftn,
wie dit spelletje beginnen zal.
VAN TANTE RIEK.
Dezt- weck heb ik voor jullie ccn aardig
kleedje, wat je aan moeder kunt geven als zij
jarig is. Je neemt een vierkante lap, zwarte
stof, daar haok allemaal vasten omheen.
Voor dc volgende toer neem je hard oranje
en maak je boven de vasten, I stokje 2 los
sen steeds 2 vasten.
Vervolgens weer hord oranje en weer 1
stokje 2 lossen.
Daarna eindig je met allemaal vasten van
zwart.
Het effect van dit kleed je is heel aardig, jc
moet dus maar eens probeeren.
CORRESPONDENTIE
Rozcknop. Zoo, dus jo hebt er niet lang
werk mee gehad. Ik kan zo altijd best ge*
bruiken, alleen moot jo niet altijd vcrwnchton,
dat ze dadeliik in de krant staan.
Hartelijk dank voor «1*» aquarium-*
plaatjes cn bonnen. Wil de onbekende gever
of geefster zich niet eens bekend maken
Driehoek. Heb je het nog niet uit Dot
andere boek kan ik niet. Ik heb Iwoo keer
gevlogenhet is heel aardig. Je moet notuur*
lijk niet bong zijn. Dank je wol voor je raad-'
scl.
Chingnchooks. Hartelijk welkom. Hoe kom
jc aan die vreemde schuilnaam. Heeft die cci*
betcokenis
Eersteling. Jo zeker mag dat. Stuur dut
raadsel maar, dan zal ik zien of het geschikt
is voor dc krant. Maar dat zal natuurlijk wel.
Nop. Natuurlijk is daar geen bezwaar te
gen. Hoe meer hoe liever. En als je steeds <fe
raadsels oplost zal je wel zien, dnt het lot
jou ook wel eens een prijs zal toewijzen.
E. M. B. Ook een nieuweling. Prachtig dat
ic mee wil doen. maar kies je dan oven ccn
schuilnaam. Schrijf me die den volgenden keer
maar eens
Mol. Dat hindert niets hoor. Jo mag ge
rust blijven meedoen. Bij voorbant gefeliciteerd
hoor I 't Is te hopen, dat het dan maar mooi
weer is, anders heb jc niet veel nan do va
cantia.
Cecilia. Doc mijn groeten maor aan Bob,
uls jo haor spreekt. Dus heb je uit do raadsels
weer wat geleerd hè Zoo onbekend 1*9 dat
meertje toch niet.
Het Masker. lk hoop het ook voor je. Jc
hebt nog al groote pionnon. Zoo gcmakkolijk
1 gaot dnt niet hoor. Doe in ieder geval maar
I altijd flink je best, don zo! je zeker wel eons
een mooi boek krijgen.
Gymnast. Vond jc hel zoo lostig. Ik dacht
juist, dat ze den vorigen keer erg gemakkelijk
waren. Ik zal het doen hoor I
Bobbie. Ja, 't is te hopen. Wat zal jo
dun een heerlijke tochtjes kunnen maken, %ls
je kon fietsen. Daar komt nu Juist het mooie
weer voor aan.
Kapel. Dank je wel voor je opstelletje.
Maar wil je cr vooral ann denken het papfc-r
maar aan één kant tc beschrijven
Stormvogel.. Die houdt dus nog wel eens
van een avontuurtje. Dot bad was dus niet erg
goed bekomen. De moeste honden houden er
anders wel van om eens flink In het water te
plassen. Hij wos zeker de uitzondering die den
regel bevestigt.
Appelsteoltje. En hoe vonden ze het op
school 't Wos wel een aardig versje, vond jc
niet Waar woonde jo vroeger don Verder
weg
Vuurtoren. lk ben erg nieuwsgierig noor
dien „dikken brief, dien je me de volgende week
zal schrijven.
Draver. Zoo, houdt je zooveel van paar
den. Ju, don zou je ze best kunnen gebruiken.
Maar dat zal nog wel even duren, denk ik, cci
je zoover bent.
Winterkoninkje. Donk jc wel voor je
plantjes. Ik zul zien of ik jc helpen kan.
Mimosa. Jn, maar daar hebben wo in
het begin van de maand toch ul een paar van
gehad. Of vergis ik me daarin. Dnt is zeker.
Het mooiste komt nog wel. Misschien wel in da
vacantia.
Zwartkop. Dus liet viel jc niet tegen. Ik
zul het doen, hoor.
Ton Neveu. Wat heb je het dan nu druk.
Ja, de rcpetitictijd is niet erg plezierig. En don
blijft er voor de kinderkrant weinig tijd over,
dat begrijp ik Den volgenden keer dus wat
meer.
Kai»outcr. Ja, dnt zou ik best willen, want
ik houd er veel van. Dc goede tijd komt cr nu
voo^ ann.
Pietje Puk. Jo hoor 't goat ol veel beter.
Blijf maar goed jc best doen.
Lelietje vun Dalen. Wat z.al je geschrok
ken zijn. Gaf het veel lawaai Nu is het ge
lukkig weer voorbij. Dank je wol votfr je raad
sel. 't Is tc hopen dat je weer gnuw naar school
mag gaan.
Voetballer. Prachtig dat jc weer mee wil
doen hoor. Je bent wel een heelen tijd weg ge
weest, maor doe nu maar weer geregeld mee.
Schrijf eerst nog even, van welke album je de
Vcrkade's plaatjes wilt hebben.
Appelsnoct. Dat 20I wel een groote drukte
geven hè 't Is wel aardig wonen daar, vindt
je niet
Edclweisz. Zoo, dus jc bent er weer mee
begonnen. Hoe bevalt jc "het nu weer halve
dagen naar school Wat zijn dat voor planten.
Misschien blijven ze wel in leven, nis je ze goed
behandelt en verzorgt.
Thijs. Waarom ben jc dan ook zoo jaat
beginnen te schrijven. Ik zou dat in het ver
volg maar wat eerder doen. Dat is veel beter.
Vin*. Den volgenden keer wat meerhoorl
Van een zes-tal neefjes en nichtjes kreeg ik
de briefjes te laat om in deze krant nog te
kunnen beantwoorden. Die komen dc volgende
week het eerst aan dc beurt. Ik moet jelui
brieven uiterlijk 's Woensdagsochtends in mijn
bezit hebben, willen ze nog in dc eerstvolgen
de kinderkrant beantwoord kunnen worden. Nu
kreeg ik er nog Woensdagmiddag en zelfs nog
enkele Donderdagochtend. Dat is natuurlijk
veel te laat. Willen jelui daar vooral aan den*
ken
OOM KAR EL.