AMERSFOORTSCH DAGBLAD „de eemlander"
A. VAN 0E WEG. Telef. 217
Het ondergrondsche Syndicaat.
TWEEDE BLAD.
BINNENLAND.
Schoonmaakartikelen. M8ubB'was 'n kleuren. - Vloeizei enwas. -Borstel
Willem Groenhuizen
Zilveren Spiegeleierscheppen
UIT DEN OMTREK.
FEUILLETON.
24e Jaargang
No. 228
Zaterdag
27 jart 1926
De macht van het woord.
Wie ooit toehoorder van een waren
redenaar is geweest, weet welke macht het
woord bezit; dooh het oefent niet altijd even
grooten invloed op het hart van den
tmensah uit. Nu eens laat het hem koud en
onverschillig en dan weer brengt het de
•eerste spring- en drijfveeren zijner hande-
hingen in beweging. Van waar dit verschil?
Als elke redenaar een man is met een
gezond oordeel, met een oprech
en ed1 e 1 karakter, met algemeene
kennis van zaken toegerust, vooral
menschenkennis; kortom, als hij een
in a41e Oipziöhten verstandig en
deugdzaam man is; de kunst van uit
voering verstaat en diep doordron-
g e n is van zijn onderwerp, dan blijft er
geen twijfel over, of zijne woorden zuilen
zeker een sterken invloed op zijne hoorders
uitoefenen. Ook zijne bewegingen,
gesticulatiën, gelaatstrekken
en klanken dragen er het hunne toe bij.
Zuivere oprechtheid, onbezwe
ken eerlijkheid en zekere verhe
vene gevoelens, die den mensah ver
edelen. als achting voor menschenwaarde,
afgrijzen voor aile ongelijk en verdrukking,
zucht tot bevordering van 't algemeen wel
zijn en edelmoedigheid zijn de heerschemde
trekken van zijn nooit verdacht karakter;
deze leggen, als hij de stem van het goede
verheft, den onmiskenbaren toon der waar
heid m zijne klanken en treffen als een
pijl het hart zijner toehoorders. Zijn ge-
heele wezen verspreidt een heilig vuur
in aller borsten-
Men zegt wel eens, dat men met geld
alles kan dwingen, dat het de spil is, waar
om alles draait; doch het woord bezit in
sommige gevallen nog meer macht, dew'jl
dit de gemoederen overreden kan. Zou het
geld wel bij machte geweest zijn, gelijk d e
vurige welsprekendheid van
Peter van Amiëns, om vorsten en vol
keren voor een kruistocht te winnen? Wat
hebben de woorden van Grieksche en Ro-
meinsche redenaars al niet op die volkan
uitgeoefend! Welke zucht tot bevordering
van 't algemeen welzijn, welke edele ge
voelens, welke eendracht, welke rechtvaar
digheid, welke aansporing naar hooger en
edeler hebben zij bij het volk niet doen ge
boren worden!
Dooh waarom de macht van het woord
bij Grieken en Romeinen gezooht? Levert
er ons dierbaar Nederland ook geene tref
fende voorbeelden van?
Wat heeft Burgemeester P i e t e r
A d r ia anszoon var» der Werf door
het woord bij zijne onderdanen niet verkre
gen? Toen de hongersnood geheel Leiden
bestormde, toen de burgerij tot opstand op
geruid was en hare redding zocht in 't over
geven der stad, stelde Van der Werf, het
hoofd der gemeente, zich met alle
kracht daartegen. Hij sprak tot het
■muitend volk met zulk eene man haf te
taal met zulk een geestdrift, met
zulk een onbeschroomdheid en
oprechtheid, dat zijne vurige toe
spraak de muitelingen deed be
ven en him allen overmoed ontnam.
Het wrevelig gemoed erkende zijn schuld.
Elk viel aan 's Burgemeesters voet en zij,
die een oogenblik te voren naar zijn leven
dongen, wilden zich nu gaarne voor hem
ten beste geven*.
Zou geld of goed wel in staat geweest
zijn, zoo iets onder een oproerig en honge
rig volk uit te werken? Waarom de macht
van het woord in den maatsdhappelijken
kring gezocht? Heeft het huiselijke leven er
ook geene voorbeelden van? Brengen de
woorden eens stervenden vaders
soms niet eene gansöhe verandering in 't
leven van zijn kind te weeg? Wat geu
rige balsem giet de troost eener
(moeder niet in de wond van haar kind,
dat in rouw en bange smart verkeert!
Alleen woorden zijn er soms toe ii
staat, om den mensoh te troosten, hem op
te beuren.
Welk een omudt w i sch'bar e<\
druk ma fokt het woord eens op
voed e r s, die hoog bij zijn leerlingen
staat aangeschreven, op dezen!
Het woord bezit in het leven eene macht
groot er dan die van Napoleon, voor wiens
wil alles moest bukken, die in Europa met
eene bijna onbeperkte macht regeerde.
Dat we daarom voortdurend op onze
hoede rijn, steeds de stem te verheffen
voor datgene, wat schoon, goed en
edel is.
Voor den onderwijzer is het vooral
n o o d z a k e 1 ij k, dat hij de macht van het
woord kent en dat hij de middelen aan
wendt, om ze te verhoogen; hij immers
moet dagelijks het woord voeren voor eene
maatschappij m 't klein. Is hij een man met
een gezond verstand, vlugheid
van geest, een ruimen voorraad
van kennis, vooral van kinderken-
n i s, heeft hij een edel karakter en is zijn
beroep ook zijne roeping, dan zal hij
met zijne stem zijne leerlingen kunnen -ei-
den en de school zal voor hem en z :j n
leerlingen eene aangename ver-
fa 1 ij f p 1 a a t s worden en b 1 ij v e n tot
den einde toe.
P. KEETE.
UIT DE STAATSCOURANT.
Op verzoek eervol ontslagen met dank mr.
D. Fock hls gouverneur-generaal van Ned.-
Oosl-Indië en is benoemd tot gouverneur-
generaal jhr. mr. A. C. D. de Graeff Neder-
landsrh gezant te Washington, een en nnd'
met ingang van den dntum van overdracht en
aanvaarding van hel ambt
op verzoek eervol ontslagen uit den mili
tairen dienst mof ^nnk den gen-majoor der in'
Indisch leger H Bakker en is hem den titulai-
en rang van luitenant-generaal verleend
benoemd tot gc-neraal-majoor de kolonel der
infanterie van het Indische leger J. V L. Op-
permann en is hij op verzoek eervol ontslagen
uit den militairen dienst met dank
benoemd tot generaal-mnjoor de kolonel der
infanterie bii het TnHsrhp leger H L la Lnii
uon den kolonel der infanterie van het In
dische leger G. W. Muze den timloircn rnng
van generaal maioor verleend;
eervol ontslagen uit den zeedienst de offi
cier-vlieger der 3de klasse H F G. Langen-
hoff en is hij benoemd tot officier-zecwnar-
nemer der 3e klasse
benoemd tot luitenant ter zee 3de klasse
hij de Kon marine reserve de adelborsten voot
die reserve E J. Cool, M. Wildschut, W. H
de Graaff, M. R. van Kooy, V. W. Maus, F
van der Straaten en W. Jansen
toegekend de zilveren ecre-medbiHc dei
Ornnje-Nnssau-orde aan J J Schrtff*r. <vlj
commies der directe bel., invoerr. en ncc. te
Amsterdam, en aan G. Cup, kantoorbediende
bii hef Algemeen 7.ml"»r>r«-»nds te Amsterdam
op verzoek eervol ontslagen als hoolrlinspcc-
teur van den dank D. Blenson-
Henkemans te Leeuwarden
eervol ontslagen wegens lichaamsgebreken
de reserve-officier van gezondheid Ie klasse
H Hondelink van het personeel vin den ge
neeskundigen dienst der landmncht
op verzoek eervol ontslnfpn ais reserve-luit -
kolonels P. J. P. van de Steur, ^an hi* regi
ment genietroeopn, en P H Sop ei.s /an hfi
19e reg inf.; de reserve-kapiteins D H Teljcr
^n F W A. J van Peski -tnlersc.^eirlep'iik
van het 16e en 17e reg inf., en wegens
lichnnmsgebreken de reserve ee. s-e luiten an:
W Wunnink van het 18e reg. Inf
INT. PARLEMENTAIR HANDELSCONGRES.
Nederland dcct weer mee.
Uit Brussel wordt gemeld, dot mgr. Nolens
aan den secretaris-generaal van het internatio
nale parlementaire handelscongres, den heer
Baic, heeft meegedeeld, dot het Nederlandschc
Parlement deel zal nemen aan de conferentie
te Londen
Het Int. Parlementair Handelscongres
zoo tcekent het Hbld. hierbij aan wordt
op gezette tijden gehouden door vertegen
woordigers der Parlementen. Na 1914 heeft
RECLAMES.
Van 1—4 rozels t 05 elke rctrel meer f 1.—
werk, - Sponsen. - Zeemen, - Dweilen.
Langestraat 23
Sc herbierstraat 2
Goud, Zilver en Uurwerken
Langestraat 43 Tel. 852
Reparatie-inrichting voor Uurwerken,
WOLLEN
PÉIGN C IKS
DIRECTOIRE
VESTEN
KOUSEN
HOEDEN- EN MANTELMAGAZIJN
„L'HIRONDELLE"
W. K. VAN ROSSUM
16-18 lANGESfRAAT - AviERSFOORl
Nederland daar geen deel meer aan genomen,
omdat de Duitschers sinds de hervatting dei
congressen niet meer werden uitgenoodigd,
zoodat het congres niet werkelijk internationaal
was.
Nu dit jaar voor het eerst de Duitschers
weer zijn uitgenoodigd, zal ook het Nederland-
sche parlement weer op het congres vertegen
woordigd zijn.
DE PENSIOENEN DER HAVEN
ARBEIDERS.
Een procedure tegen dc scheep-
vaurtvereeniging,Zuid.
Dc Hooge Raad heeft arrest gewezen inzuke
Ie kwestie der pensioenen van de Scheepvoart-
ereeniging Zuid te Rotterdam.
De havenarbeiders (het gaat hier om 4C0
personen), hadden een actie ingesteld tegen
genoemde Sohccpvaurtvererniging', waarbij
werd gesteld, dot de Scheepvuortvereeniging
met die arbeiders een arbeidsovereenkomst
bad aungegaon, waarin begrepen was een le
venslang pensioen van f IQ per week Aangc-
ien de Schevpvaartvereeniging met de beta
ling daarvan in gebreke was gebleven, cisch-
ter de arbeiders uitbetaling van dit pensioen
tot hun dood toe.
De rechtbank te Rotterdam Wees deze vor
dering toe, welk vonnis door het Haogsche Hoi
werd bekrachtigd.
Dc Hooge Raad heeft thans het tegen die be-
rachtiging door de 'Scheepvaortverecniging
ingesteld cassatie-beroep ongegrond verklaard;
zoodal de pensioenen aan dc betreffende ar
beiders zullen moeten worden uitbetaald.
NEDERLANDSCHE VERFENIGING VAN
HUISVROUWEN.
De voortgezette vergadering.
De voortgezette vergadering van dc Neder-
landsche vereeniging van huisvrouwen tc Gro
ningen heeft zich met 215 tegen 67 stemmen
uitgesproken voor een eigen bondslied. Aan
het hoofdbestuur werd overgelaten na te gaan,
elke wijze de beste manier is om dichteressen
en componisten, want de vergadering meende
dat ook dit alleen vrouwenarbeid mocht wor
den, aan het werk te zetten.
Op voorstel van Rotterdam sprak de verga
dering de wenschelijkheid uit, dut de afdee-
lingen plaatselijke hygiënische commissies in
stellen en trachten vertegenwoordigsters tc
krijgen in de gezondheidscommissies.
■Als plaats voor de volgende algemeene ver
gadering werd Nijmegen aangewezen.
Hierna kwam aan de orde het urgentie-voor
stel van het hoofdbestuur.
De nlgemecne vergudcring machtigde hi t
hoofdbestuur tot de regeering een verzoek-
chrift tc richten betreffende het ontwerp-Aal-
berse inzake ziekte- en ongevallenverzekering,
neinde daarin onder erkenning van de wen
schelijkheid eener ziekteverzekering voor ar
beiders in het algemeen dus ook voor dienst
boden,
Tc. afkeuring uit te sprekeh over een stelsel
von verzekc"" ng, waarbij de losten uitsluitend
op de schouders der werkgevers worden ge
legd en dc verzekerden zelfs geen deel der pre
mie behoeven tc betolen,
2e. aan te dringen op een duidelijke bepa
ling, volgens welke dc werkgeefster, die inge
volge art. 1638 B. W. gedurende 6 weken in
de kosten van verpleging en geneeskundig'
behandeling van inwonend personeel voorziet
gedurende al dien lijd ter compensatie aun-
spraak mag maken op een gedeelte van hi
ziekengeld,
3e. te wijzen op dc weinige behoefte aan
een ongevallenverzekering voor huispersoneel,
4e. te verzoeken dat althans voor hot ge
val het ontwerp wet mocht worden de uit
voering zoo praktisch mogelijk geregeld zal
worden, opdat deze voor dc vrouw geen niéuwe
administratieve beslommeringen met zich
brengt.
Na een zeer levendige geduchtenwisscling
werd de zaak ter afdoening overgelaten uan
het hoofdbestuur.
Bij zitten en opstaan werd met algemeene
stemmen uitgemaakt, dot het cadeau-stolsel een
kwaad is. Op voorstel von mevrouw Van Ricl
Smecnge werd besloten het hoofdbestuur
verzoeken te onderzoeken, op welke wijze dit
kwaad kon worden bestreden. Het resultuai
dier studie zul dan het volgende jaar aan be
spreking worden onderworpen.
Het urgentie voorstel-Dcventcr om het hoofd
bestuur in overweging te geven te bewerken,
dut op eenige plaatsen een lid dor huisvrouwen-
verceniging benoemd wordt als lid van den
rand von arbeid had niet de sympathie van hei
hoofdbestuur Het kon zich er niet geheel mee
vereenigen. Het voorstel werd aangenomen
met vernndej-ing van de woorden „lid der liuis-
vrouwenvereenicring" in „een huisvrouw".
Na rondvroog werd de vergadering gesloten
EP volgde een uitstapje per auto naar Poters-
wol do
ARRONDISSEMENTS RECHTBANK.
(Vervolg).
Het getuigenverhoor in de zaak
tegen Ds. V. den oud-directcur
vun het Gesticht „Dc Glindhorst."
President. Tiet ergste van de zaak is dut
hi t midden in den winter wos; hebt U er dan
nooit aan gedacht dot dit geen toestand was
voor een mensch dat in een onverwarmde cel
wordt opgesloten
Beklaagde; Ja ik heb het er wel eens
over gehad met van R.
Rechter van BrakelrU hebt het niet
onderzocht. Van R. was toch uw ondergeschik
te, nietwaar
Als u dus bezwaren inbracht en maatregelen
uitvaardigde.
De President: „zich met den honden
zweep slaan was bij U een systeem
Beklaagde: In dat verband wou ik op
merken dal ik, als er ernstige vergrijpen wa
ren de capiciteit had hen met woorden niet
onzacht aan het verstand te brengen dat 't
niet mocht, zocdot ik den naam had onder de
jongelui„als den oue wat weten wil, zeg het
hem dun maar, want hij kijkt je door je ziel
heenDoch soms moest ik ze in uiterste
gevallen wel eens een draai om de ooren ge
ven of ze met een zweepje slaan. Maar dat
laatste deed ik alleen bij wijze van dreige
ment, orn m'n woorden van vermaning tot de
verpleegden diepe ingang te doen vinden.
Maar meestal hnd ik ook dot dreigement met
het zweepje niet noodig, want als ik tot de
kinderen sprak, was dat al voldoende, want
dan keek ik ze tot héél diep in de ziel".
Dc President: „Had U het dan bij dat
kijken in de ziel mnnr gelaten, als U daar zoo
veel siicces meer had (hilariteit). Ik begrijp
niet, dat als U met door dc ziel-kijkcn ol zoo
veel bereikte, er óók nog een hondenzweep
aan te pus moest komen." (gelach)
Beklaagde: Mijnheer de president ik zou
U in elk geval willen verzoeken het woord
„hond" van de benaming „hondenzweep" weg'
tc loten. Er is gekustijd, doch dat geschiedde
niet met een hondenzweep. Doorvoor was ik
niet de persoon. De moeilijkste kinderen lagen
mij het noust uun het hart. Immer zocht ik of
er tusschcn al het onkruid nog een kiem van
een gezond en goed plantje wos En ontdek
te ik dit, don trachtte ik het met hart en ziel
op te kwecken, probeerde ik het te doen ont
bloeien. -Groot onderscheid maakte ik echter
bij de behandeling. Voelde ik dat kastijding
niet zou helpen, dan ging ik er zeker niet toe
President. „Dat wilde wij allemaal
grnng aannemen, maar de feite n, het con
crete geval liggen er toch."
De President wijst cr op dat de beklaag
de ook kinderen onder zich had, die eigen
lijk niet opgevoed behoefden tc worden; wees
kinderen ivoren er ook bij.
Als eerste getuige werd gehoord Dr. Schut,
Arts te Barncveld. Deze verklaarde dat hij
op den 9en December 1923 in behandeling
had genomen het meisje dat in de cel was op
gesloten geweest. Bij deze behandeling wos
door hem niets geconstateerd dat aanleiding
kon geven tot het nemen van eenige maat
regelen
Op den I8en Januari 1924 kwam het meis
je weci onder zijn behandeling. Toen kwum
oun het licht dat het meisje door een ziekte
was aangetast. Ze had roode plekken op dc
be enen, had temporatuursverhooging, kort
om er deden zich verschijnselen voor die we
zen op rhcumatische ziekten. De oorzaak van
deze ziekte kan wel te zoeken zijn in het feit
dat het meisje langdurig in een koude cel wos
opgesloten geweest. Op een desbetreffende
vraag vun den President antwoordde de ge
neesheer dat wanneer hem gevraagd wos of
het wel wcnschelijk wus een meisje in het
koude jaargetijde langen tijd in een onver-
wurmde cel op tc sluiten, don zou hij stellig
een ontkennend antwoord hebben gegeven#
Tevens deelde Dr. Schut nog op verzoek van
den Officier van Justitie mede dut een der
rpleegden door hem was behandeld in ver
bond met de gevolgen voortgevloeid uit een
abortus. Gevallen van geslachtsziekten waren
door hem een enkele maal behandeld. Een be
paalde inspectie had hij toch in 't gesticht niet.
Hij verleende alleen medische hulp, indien hij
dourvoor speciaal geroepen werd.
De verdediger stelde den getuige eenige
v»agen betreffende het medisch onderzoek.
Dc beklaagde merkte op dat de dokter
geregeld 2 h 3 maal per weck kwam en voorts
op ongeregelde lijden.
De g e t u i g e antwoordde dat hij gewoon
bij particulieren de Glindhorst als huis
dokter bezocht- en niet op geregelde tijden
,vum Hii wist niet wanneer er meisjes weg-
egaun waren en dus ook niet of het bctrok-
i n meisje wos weggcloopcn
B i' k 1 a o g d e kon zich niet herinneren wan-
;er dc »rts gerapporteerd heeft dat hot on
derzochte meisje niets meer mankeerde.
De g e t u i g deelde mede dut er in den zin
van het woord nimmer rapporten werden uit
gebracht hij zeide altijd tegen den directeur
hoe het cr mee stond.
De verdediger wenschte den dokter nog
nige vragen Ie stellen en verzocht een oogen-
blik veranderirg von dc openbare zitting in
ene geslotenc.
De president achtte dit evenwel niet
noodzakelijk en mr. Muller Massis legde zich
hier bij neer.
Vervolgens werd gehoord als getuige het
meisje dat meer dun drie weken in de cel was
opgesloten geweest Zij vertelde in het laatst
von 1923 van de Stichting te zijn wcggeloo-
nen, omdat zc in een dorp in Overijsel bii een
hoofd-onderwiizcr een betrekking kon krijgen
n ze in de Glindhorst door v. R voortdurend
mishandeld werd Nn vier weken weg tc zijn
geweest, bracht de Amersfoortsche Politie haar
noor de Glindhorst terug. Toen werd ze op
gesloten in de cel 't Wos een klein hok, waar
in slechts een stoel stond en een zeker slaap-
knmermcubel. Aanvankelijk kreeg ze 's ovonds
slechts een deken, doch later bracht de vrouw
R. hoor nog een jas. 't Was, cr bar
oud en 's nachfs kon je muar niet worm wor
den. 't Leek wel of jc lichaam er geheel ver
doofde en verstijfde. In de weken dat ze in de
Levensernst is het einde van onze kindsheid.
Dooi Mrs. C N. WILLIAMSON.
Nederlandsche vertaling van Ada van Arkel
39
Hoofdstuk XV.
Brucc.
Hel was de nachtportier die de deur opende
op Carrington's „binnen" en hij hield een mooie
collie aan een riem vast.
„Neemt u me niet kwalijk", zei hij, het dier
met moeite terughoudende, „maar Bruce is van
nacht heelemaol uit zijn doen. Hij is den heelen
avona braaf geweest tot hij aan mij werd
toevertrouwd om tot den morgen op hem te
letten, maar of het door den brand in huis
komt of door de rooklucht, maar hij lijkt nu
wel half dol. Ik heb hem naar hier gebracht en
dacht, als ik nog licht ric zal ik maar aanklop
pen en den kapitein vragen of hij het arme
dier tot bedaren kan brengen".
„Dat is best, Fergus", zei kapitein Derby,
die den portiei ervoor betaalde om s nachts,
den eenigen tijd in de vier en twintig uur, dat
de hond van zijn meester gescheiden was, op
ihem te passen. „Laat hem maar bij me komen."
Terwijl hij sprak, had Derby zijn glas nog
onaangeroerd neergezet. De portier maakte de
riem van den ring aan den halsband los en het
anooie beest sprong op zijn meester af. De
jonge officier klopte op rijn knie als een tee-
ken, dat Bruce zijn kop er op mocht leggen,
maar tot zijn verbazing gehoorzaamde hei dier
niet aan dit altijd zoo welkom teeken. Inplaats
daarvan draaide hij zich om en liet zijn tanden
zien tegen Franklin en het wit van zijn heldere
oogen was met bloed doorloopen Het heele
lenige, zachte lichaam beefde van het onder
drukte gebrom dat in de borst en de keel van
den hond rommelde.
Franklin bloosde licht en keek wat ontdaan,
toen Derby zijn vingers door den halsband van
Bruce stak om hem te beletten den sprong,
waar hij klaarblijkelijk naar verlangde, tc doen.
„Ik vrees dat uw hond het niet erg op me
begrepen heeft", zei Franklin met een gedwon
gen lach, „de meeste dieren houden anders veel
van me, maar deze
„Ik moet mijn excuses maken over Bruce",
zei Derby wat stijfjes. „Ik heb hem nog nooit
zoo gezien. Hij is geen allemansvriend, maar
hij is toch zelden vijandig of als hij dat is
toont hij het niet, tenzij hij getart wordt".
„Nu werd hij toch niet getart", antwoordde
Franklin.
„Schijnbaar niet", herhaalde de jonge man.
Maar hij keek verwonderd. Hij was ervan over
tuigd, dat Franklin, zonder dal hij het wist,
iets moest gedaan hebben, dot Bruce's vijand
schap had opgewekt en hij vroeg rich af wan
neer dot gebeurd kon zijn.
.,Je zoudt haast zeggen", zej Carrington, „dat
Bruce verwacht, dat mr. Franklin je zal aan
vallen, Derby, en dat hij nu klaar staat om jo
ten koste van alles te verdedigen. Hij neemt
net zoo'n houding aan".
Franklin lachte nogmaals. „Ik zal liever pro-
beeren den trouwen ouwen jongen te toonen,
dat zijn baas en ik de beste vrienden zijn",
zei hij. „Lalcn we klinken en drinken. Dat zal
den hond bewijzen, dot alles tusschen ons in
orde is, als hij tenminslc de intelligente Schot
is, waar ik hem voor houd, en dan wensch ik
u een goeden nacht".
Hij hief zij glas op en Derby nam het zijne
ook op, terwijl Carrin»1on het naar zijn lippen
bracht Maar toen Franklin zijn hand naar
kapitein Derby uitstrekte, ieder met het glas in
de hond, sprong de hond met een woest gehuil
tusschcn de beide mannen en met zijn harige
kop tegen het glas van zijn baas slootende,
wierp hij dit op den grond. Het brak met een
scherp gerinkel, de inhoud vloog over den
vloer en bespotte de fijne kop en glanzende
snuit van den hond.
Beide mannen waren werktuigelijk terug ge
deinsd om den zondvloed t<^ ontloopen en Car-
ririgion verbaasde zich over de uitdrukking,
die een oogenblik Franklins trekken misvorm
de.
Het was begrijpelijk, dat hij ecnigszins g-
schrokken was en mï^chien wat verontwaar
digd, maar een seconde had zulk een blik van
woede en haat zijn oogen verduisterd, dat Car
rington vreesde, dat hij in zijn plotselinge ra
zernij Bruce zou trachten ie dooden. Even vlug
als zij was opgekomen, even vlug verdween
de vreemde uitdrukking echter ook weer en
Carrington was half en half geneigd te den
ken, dat het een spel van schaduw en licht
was geweest.
Er heerschte een oogenblik eenige verwar
ring, kapitein Derby hield den hond vast en
beknorde hem. Franklin veegde de bemorste
vloeistof van zijn witte vest, en zijn overhemd,
die rijkelijk bespet waren en de nachlportier
(die binnen do deur stond om verdere orders
af te wachten) snelde naar binnen om de stuk
ken glas op te rapen.
Terwijl hij bukte, met zijn rag naar Frank
lin (oe, keek hij veelbeteel.enend naar Car-
rinigton en hield een d i~ hoekig Da Hert je
omhoog, dat zoo gekdeukeld was of het in den
palm van een hand verborgen was geweest.
Camnglon nam het aan cn herkende onmid
dellijk de hand van Shei'a Douglas, die hij
reeds meermolen had gezien sedert ze hem
als secretaresse behulpzaam was
Hij begreep dat ze den noch portier geviaagd
had het briefje ongemerkt aan hem tc geven,
als hij niet alleen in dc kamer was en dat de
man heel handig van dc rusteloosheid var»
Bruce gebruik had gc-maakt om zoo Iaat nog
aan te kappen.
Haastig, terwijl alle aandacht van Derby en
Franklin nog geheel elders was, opende hij
het papier cn las met groote verbazing en ont
steltenis de weinige woorden die Sheila er op
gekrabbeld had.
Hoofdstuk XVI.
Ludy Mardens dag.
Het was een vreemde cn vrecselijke dng
voor lady Marsden geweest, een von de ergste
in haar leven, dat toch de laatste jaren laivg
niet altijd zonneschijn was geweest.
In de eerste plaats was de morgen begonnen
met een ontzettenden schok. Zc had gehoopt,
dat ze Coiring'on tot een huwelijksaanzoek
had kunnen brengen cn dat ze alles zou hebben
gerégeld tusschcn Viola en Franklin voor de
storm zou losbarsten, die al zoo lana gedreigd
had. A's ze gedurfd had zou Ze ronduit met
Carrington over hoar linonciecle moeilijkhe
den hebben gesproken, maai instinctmatig
voelde ze, dut als ze ook maat één toespeling
zou maken op hulp van ncm, ze die ongetwij
feld zou krijgen, maar tevens voor altijd de
kans zou verspelen om ooit zijn vrouw te wor*
den.
Hij was in een heel andere were'd ah; de
hare groot gebracht, en de vrouw die hij tot
de zijne zou vagen moest als Caesars vrouw
zijn ot althans zoo schijnen. Hoewel hij haa:
bewonderde en misschien wel door haar be
koord was (zij hoopte dit ten minste), was hij
niet genoeg verliefd op haar öm haar
hoor dwaasheden en bijno misdadige verkwis
ting te vergeven, die hij zou ontdekken, zoodra
zij hem om hulp in deze crisis vroeg.
Haai eenige hoop wos geweest, dat ze al
met Carrington verloofd zou zij»-» voor haar
moeilijkheden tot dit uiterste kwamen Wan
neer ze haar schuldeisciters kón mecdeolen,
dat ze binnenkort dc vrcuw zou worden van
den .bekenden miliionair van MiddclsboTough
1 zou zc zekei, zelfs met genoegen, nog wat lan
ger op hun geld wachten En als Carrington
onaangename onidekkingen deed voor hun
huwelijk zou hij vee! te eeriijk, veel te ouder
wets ch zijn, vo'gens zijn opvattingen van mo
raal om zijn woord te breken. Tot lady Mars-
dens bittere teleurstelling en droefheid had
Curiington echter geen woord van liefde ge
sproken en hij luisterde of keek ook niet naar
haar op dc oude be'angstellende rnanior, die
hoor hoop gegeven had. Zij schreef die ver
andering hoofdzakelijk toe aan Sheila, die zc
zelf een aartskoppclaarster beschouwde
als een berekende bedriegster, een soort van
Becky Sharp, en niets zou haar meer pleizier
hebben gedaan dan te hooren, dut de jongo
stcnografe gedood of voor haai leven mis
vormd was geworden bij het auto-ongeluk. Nu
het noodlo» haar niet van haar vijandin ont
last had, had ze haar best gedaan het noodlot
een handje té he'pen en was vei rukt, dat door
haar toedoen Sheila Douglas haar betrekking
in het Glentorly hotel had verloren.
(Wordt vervolgd).