24NoB ^S?"9 AMERSFOORTSCH DAGBLAD „de eemlander" binnenland. feuilleton. TWEEDE BLAD. Een Liefdesdroom. electricitcitsnet in de buitenwijken. De belang hebbenden moeten een jaarlijksch verbruik van 33.000 k.w.u. garandeeren. Mocht er in ccnig juar minder don dit geval worden afgenomen, dan zal ieder belanghebbende een gelijk bedrag in het tekort moeten bijdragen. De Coöp Landbouwersbank stelt zich schriftelijk garant voor deze bijbetaling. NEDERLANDSCHE VEREENIGING VOOR KOELTECHNIEK. De kranslegging te Voorschoten. Men meldt ons nader uit Leiden Te kwart over drie Vrijdagmiddag begoven de deelnemers aan de vergadering der Vereeniging voor Koeltechniek, zich per extra-tram vanaf de Barbarabrug naar de begraafplaats ta Voor schoten. Daar werd het eerst het woord gevoerd door den heer ir. J. F. H. Koopman, secretoris-pen- ningmeester der vereeniging, die de volgende rede hield Ik prijs mij gelukkig, dat mij verzooht is. op ^eze plaats, namens de Nederlandsche Ver eeniging voor Koeltechniek, een woord te rich ten tot hem, wiens stoffelijk overschot wij hici op 25 Februari ven dit jaor aan den schoot der aarde hebben toevertrouwd en die ons in zijn leven zoo lief was om de buitengewone» wijze, waarop hij 18 jaren als eerste voorzitter een cereplaats in onze Vereeniging heeft inge^ nomen. Hooggeachte Prof. Kamcrlingh Onnes I Dat wij, leden der Nederlandsche Vereeni ging voor Koeltechniek, thans om Uw graf in zoo grooten getale geschaard staan om U on* zen botsten eerbiedigen groet te brengen, dot is omdat wij hier door deze daad van piëteir willen ceren den grooten mensch, Kamerlingh Onnes, die niet in de eerste plaats door zijn hooge gaven van geest, maar veel meer door zijn grooten eenvoud en groote beminnelijk heid zich een ccrczuil in onze harten heeft ge sticht. Het feit, dat met ons ook vele leden van bui- tenl. kocltech. Vereenigingen zich gedrongen voelden hier tegenwoordig te zijn en zich een verre reis hebben getroost om van de hulde, die wij te dezer plaatse aan Uw nogeduchtenis brengen, getuige te wezen, bewijst zoo duide lijk, dat de groote sympathie voor U zich o''l ver buiten onze landspalen uitstrekt. Het is ons allen een behoefte U hier nog eens donk te zeggen voor het vele goede, dat dcor U in onze Vereeniging is gedaan. Wan neer die Vereeniging na zoo veel jaren van nuttigen en soms zeer moeielijken arbeid een raam, niet alleen in ons land, maar ook vor door buiten heeft verworven, dan donken wij dat in hoofdzaak aan Uwe persoonlijkheid en aan Uwen orbeid. Geen der andere leden kwom bij dat werk zoo met U in aanraking ols ik en ik woardeei het nog iederen dag met U te hebben mogen samenwerken, vooral omdat uw streven niet ge richt was op bevordering van persoonlijke be langen, moor op die van de gemeenschap. Professor I Ge hebt dikwijls veel van mijn werkkracht gevergd, maar de groote beminne lijkheid, waarmee ge dat wist te doen, was voor mij een reden om U nooit iets te weige ren en ik heb ook veel kunnen doen, omdat ik in U een voorbcejd zag van groote werkkracht en mcnschcnliefde. Uw dienende taak. Professor l is hier op aarde helaas I ofgedaen, maar Uw geest cn voorbeeld zullen blijven voortleven en velen een slcun en aonmoediging zijn bij hun verdo ren oi beid. Deze krans, dien het oudste lid onzer Vei- eeniging en tegelijk onze tweede Voorzitter namens onze Vereen, de heer Löhnis op Uw graf neerlegt ols bewijs van onze hoogste waardecring en grootste sympathie voor U, moge in zijn geslotenheid het symbool zijn van den onverbreekbaren band, die geestelijk zal blijven bestaan tusschen U en de leden van de Nederlandsche Vereeniging voor Koeltechniek Na deze rede hebben achtereenvolgens het woord gevoerd de hoeren Monvoisir» nomen» de Association fruneaisc de Froid, J. Raymond namens de British Cold Storage and Ice Asso ciation en Oberingenieur Pabst namens de Deutsche Kaltc Vcrein. Allen legden een groo te krans op het graf. Op de linten van de krans van laatstgenoemde vereeniging stond in zwart en goud gedruktDem groszen Physiker Prol. Kamcrlingh Onnes in Vcrehrung gewidmet vom Deutsche Kalte Verein. Nodat de zoon ven prof. Kamerlingh Onnes, mr. A. H. Kamerlingh Onnes had bedankt voor de hulde, aan de nagedachtenis van zijn vader gebracht, maakten de aanwezigen een omgang om hel graf, waarna men het kerkhof verliet en zich. met een gereedstaande clcctrischc tram nuor Den Haag begaf, wnnr in De Kroon ccn gcmcenschappelijkcn maaltijd plaats had. DE MAASBRUG. Heemschut over de kwestie. In het maandblad Heemschut bespreekt ar chitect W. J. Sundhövcl de kwestie van de Maasbrug te Maastricht. Het schijnt mij, dot dc gemeenteraad het eenzijdig voorstel tot afbreken niet mag aannemen, zonder dat alle mogolijkhcdcn tot behoud zijn uitgeput cn zoolang er nog des kundigen in het land te vinden zijn, die van de noodzakelijkheid van dit uiterste middel niet overtuigd zijn. Afbreken is wel radicaal, maar ook erg gemakkelijk en zeker het laatste, waar toe besloten mog worden. Zooals ik reeds aanstipte, zou echter de noodzakelijkheid van zoodanige veranderingen aan de brug, dat zij deze en het stadsbeeld toch zouden denaturceren, het vonnis der brug vellen. Maar ook de booordceling daarvan zal moeten geschieden door deskundigen, i. c. oesthctici op stedebouwkundig gebied. Niet slechts de brug ols object, maar vooral de brug in het stadsbeeld komt in aanmerking. Het gaat daorbij niet om het gevoelen van die oudheid kundigen, die dankbaar zijn voor iederen steen, die gespaard zal kunnen blijven, maar evenmin mag gevoelloos worden uitgeschakeld de waar de van de oude brug, de mooiste in ons land en een der mooiste in Europo, als een dier cul tuur-historische overblijfselen, die den band vormen met ccn roemrijk verleden en waarin, meer en duidelijker dan in archiefstukken, da geschiedenis der stad geschreven is. Behalve de historische waarde van dozo brug, die het middelpunt is geweest van da geheelc historische ontwikkeling van Maas* tricht, heeft zij een groote aesthctischo bctee- krtnis voor het stadsbeeld. Sterk komt tot de uitdrukking dc functie van het verbinden dar beide oevers, door dc massa cn de kleur van het bouwwerk, maar vooral door het rythme der bogen. Dc beide deelen, Maastricht e* Wijk, zijn werkelijk onn en door dezo brug in eengegroeid. Het is olsof dc architectuur der brug zich nog oon beide oevers in het stads beeld voortzet. Het een behoort bij het andere. Denkt men zich deze brug weg, dan is het stadsbeeld gedenatureerd, dan is het eigen stedebouwkundig karakter van de twee-een heid, „Maastricht—Wijk", verloren. Is het belang van Maostricht in de toekomst met het behoud der brug niet vercenigbaar, dat zij dan een opvolgster krijge, harer en der stad waardig. Don mag toch zeker de opdracht voor het ontwerp van een nieuwe brug niet het gevolg zijn van ccn toevallige relatie. Dan moeten de beste krochten uit het gcheéle land aan het werk gezet kunnen worden en moet het beste von het beste gekozen kunnen wor den. De ecnige mogelijkheid om do meest be vredigende oplossing te verkrijgen is ecne na tionale prijsvraag, zooals dezer dagen o.a. voor een Rijnbrug in Keulen en voor een Maasbrug in Rotterdam zijn gehouden. Het ontwerp voor een nieuwe brug, die aan acsthctische eischen zoowel op zichzelf als in het stadsbeeld moet voldoen, is het werk van den architect, die zich de hulp kon assumee- ren van een civicl-ingenieur. Do eischen waar aan de brug in verband met de eischen van de scheepvaart cn van de oevorverbinding heeft te voldoen, zijn heel gemakkelijk in een prijs- vraagprogTommo vast te leggen. Een nationale prijsvraag dus, mot een competente jury en met zoodanige prijzen, dat de eerste krachten uit het land tot mededinging worden geprik keld. Het object is wel een offer woard en wat er zal komen, staat er voor iedereen en voor langen* tijd en zal ook voor het nageslacht ge tuigenis afleggen of het Maastricht van nu do hooge beteekenis en de groote verantwoorde* lijkhcid van zijne cultureele erfenis heeft be grepen en deze erfenis waard is. Maar zooals reeds betoogd, dit laatste slechts dan, wanneer alle mogelijkheden tot behoud zijn uitgeput. Zoolong nog eenige twijfel aan deze noodzakelijkheid kan bestaan mag geen onherroepelijke daad gesteld worden, dio wan neer het te laat is misschien zou blijken over bodig te zijn geweest, 't Is onbegrijpolijk, waar om van sommige zijden zoo halsstarrig aange drongen wordt op het hals over kop nemen van een beslissing tot afbreken". KONINKLIJKE BESLUITEN. Op verzoek eervol ontslagen Ir. G. A. Fruij- tier, te 's-Gravenhage ols rijksbemiddeloor ir» het 4e district onder dankbetuiging voor dc in deze functie bewezen diensten benoemd tot rijksbemiddelaar prof. mr. P J. M. Aalberse, oud-minister van Arbeid. Han del en Nijverheid te 's-Gravenhage toegekend de eere-medoille der Oranje-Nas- sau orde in zilver aan C. Hartmans, gemeente opzichter en sluiswachter te Ooltgensplaatin brons aan J. van Ginhoven, tuinbaas in diens* bij de familie Van Heemstra te Sassenheim en G. Bos, landbouwersknecht in dienst van da familie Tonkes, te Solwerd (Groningen) benoemd tot ridder in de Orde van den Ned. Leeuw mr. Th. Sybenga, kantonrechter te Zuidbroek op verzoek eervol ontslagen met dank mr Th. Sybenga als kantonrechter te Zuidbroek t benoemd tot voorzitter in het College van regenten over de gevangenissen te Leeuwar den mr. D. van Weideren Baron Rengers, lid van dit College. NEDERLANDSCH GEZANTSCHAP TE BERLUN. Bezoek van president Von Hindenburg. Uit Berlijn wordt gemeld, dat de rijkspresi dent Von Hindenburg Vrijdagavond dineerde op het Nederlandsche gezantschap. Dit betcekont een bijzondere onderscheiding, daar Von Hin denburg anders nooit bij het corps diploma tique aan het avondeten aanzit. De Rijkspresident was vergezeld van zijn zoon en adjudant, majoor Von Hindenburg, en zijn schoondochter. Baron Gevers had slechts eenige niet-officieele gasten en de le den van het gezantschap aan tafel genoodigd De grijze veldmaarschalk bleef tot midder nacht in zeer vroolijkc stemming op hot ge zantschap. DE COLLECTIEVE GARANTIEVERDRA GEN 1839. De opheffing overwogen. Naar wij vernemen wordt dezer dagen te Parijs tusschen de betrokken mogendheden overleg gepleegd omtrent de opheffing van dc collectieve garantie-verdragenvan 1839. MR. SCHOKKING WEER KAMERLID. In de vacature-Rutgers von Rozenburg. In plaats van Jhr. Mr. J. W. H. Rutgers van Rozenburg, die heeft bedankt als lid van de Tweede Kamer der Staten-Generaal, is bij be spit van heden van den voorzitter van het C afraai Stemburau voor de verkiezing van leden der Tweede Kamer, benoemd verklaard tot lid van de Tweede Kamer Mr. J. Schokking te Leiden. HERDENKING VAN GROTTOS' SPAANSCHE VOORLOOPERS. Plechtigheden in Spanje. Gemeld wordt: De voorzitter en secretaris van het Natio naal Grotius-comité, de heeren prof. M. W. F Treub en H. Ch. G. J. van der Mandere, heb ben in Spanje aan hun opdracht voldaan en een gouden Grotius-medaille van de „Ver eeniging voor Volkenbond en Vrede", in 1925 ingesteld, overhandigd achtereenvolgens aan de Koninklijke Academie voor Rechtsweten schappen te Madrid en de Universiteit te Salamanka. Beide medailles waren vergezeld van een oorkonde, waarin dc redenen, die tot het toekennen dezer medailles hebben aanlei ding gegeven, in Latijnschen tekst waren ver meld. Aan de plechtigheden te Madrid en te Sala manca ging een meer officieuse handeling te Granada vooraf. In deze stad toch, geboorte plaats van Suarez, is het huis, waarin deze geleerde werd geboren, en maakt een enkele jaren geleden in den gevel aangebrachte steen vermelding van dit feit. De Nederland sche zaakgelastigde te Madrid, dr. J. B. Hu- brecht, en de secretaris van het Grotius- Op de groote klok des tijds staat slechts één woordnu. naar het Engelsch van EMMELINE MORRISSON. Geautoriseerde vertaling van M. Hellema. 20 „Kinderen?" herhaalde hij ecnigszins verwon derd, „ik geloof niet, dat wij dat waren. Ik was geen kind meer, en jij hebt beloofd mijn vrouw te worden. Iris." Iris kon het niet langer uithouden. Zij stond op met een gedwongen lachje en ging naar de bridgespelers. Er kwam iemand naar Cassil- lis toe, om hem te vragen, of hij wilde zingen, daar de gasten in het hotel reeds van hem hadden gehoord. „Natuurlijk," zeide Iris, voor hem antwoord gevende, „en ik zal bij meneer Langley gaan zitten luisteren." Langley was bezig te lezen, maar 2ij nam ongevraagd naast hem plaats, en liet Cassillis achter als het middelpunt van een groep be wonderaars, aan wie hij niet gemakkelijk kon ontsnappen. Zij sprak haastig, terwijl zij de handen wan hopig samenklemde, zoodat het verbond los ging: „Meneer Langley, bewijs mij een dienst. O, zeg toch als 't u blieft aan Julian, dat ik ver loofd ben met Geoffrey Tremayne. U 2ult wel denken, det ik gek ben, maar ik weet niet, wat comité hebben van hun verblijf daar ter stede gebruik gemaakt om een kruns aan dezen ge denksteen te hechten. Alvorens daartoe over te gaan, trok men in optocht, begeleid door den kardinaal-aarts bisschop, de militaire en civiele gouverneurs, den burgemeester en de hoogleeraren der universiteit door de stad. Van het balkon van de kamer, waarin Suarez werd geboren, wer den verschillende toespraken tot de in grooten getale samengestroomde menigte gehouden De plechtigheid in de academie te Madrid werd door den minister van Staat, den heer /anguas, geleid. De academie maakte van de geboden gelegenhci- 'ebrtiik om harerzijds dc beteekenis van Gi i.s in het licht te stellen. Daartoe leverden een drietal der meest vooraanstaande leden van de academie, ondei wie ook prof. Altamira, rechter in het Hof van den Volkenbond, wiens redevoering door den secretaris der academie werd voorgelezen, bijdragen, die op de veelzijdigheid van Grolius opnieuw wezen. Prof. Treub vertolkte vervol gens in het Fransch de gevoelens, die het Nationaal Grotius-comité jegens Suarez heb ben bezield en zette de beteekenis van dezen geleerde ten aanzien van het volkenrecht uit een. Dc plechtigheid werd door een talrijk publiek, onder wie ook de minister van Onder wijs viel op te merken, bijgewoond. Den volgenden dog begaven de beide Ne derlandsche gedelegeerden zich, in gezels^hup van den Nedcrlandschen zaakgelastigde, di. Hubrecht, naar Salamanca. De minister van Onderwijs, de heer Callejo, bracht, ter ge legenheid van deze herdenking, eveneens een bezoek aan de aloude universiteitsstad. Nadat des avonds door het gemeentebestuur een banket aan de Hollandsche delegatie was aan geboden, waaraan het meerendcel der bur gerlijke, militaire en kerkelijke autoriteiten aanzat, had den volgenden ochtend te 12 uur in de aula der universiteit de aanbieding van de Grotius-medaille plaats. Dit geschiedde ook hier bij monde van prof. Treub, die op dc be teekenis van Franciscus a Vitoria, die zoo lange jaren te Salamanca gedoceerd heeft, wees, ook in verband met dc door hem ont wikkelde stellingen betreffende het zelfbe schikkingsrecht. Aan deze overhandiging door prof. Treub waren redevoeringen van enkelo hoogleeraren en ook van den rector der uni versiteit voorafgegaan, waarbij telkenmale in het lioht werd gesteld hoezeer het Neder- landsch initiatief werd gewaardeerd. Deze plechtigheid stond onder leiding van den mi nister van Onderwijs, die haar met een uit voerige dankbetuiging aan het adres van do Nederlondsche delegatie sloot. Vervolgens begaf men zich in optocht noar het klooster van San Estelon, waar, noar do voorhanden zijnde gegevens aanwijzen, Vitoria is begraven, zonder dat men zijn graf hoeft kunnen ontdekken. Ter plaatse, daartoe hel meest aangewezen, was een gedenksteen voor Vitoria aangebracht, die bij deze gelegenheid onthulcl werd, en aan den voet waarvan doo; do Nederlandsche delegatie een krans, voorzien van de Spaanschc en Nederlandsche linten, werd gelegd. Dc ontvangst, die de vertegenwoordigers van het Grotius-comité, begeleid door den Nedcrlandschen zaakgelastigde, overal hebben ondervonden, was zeer hartelijk. De ministers van Staat en Onderwijs, die prof. Treub bij zijn aankomst aan het station te Madrid be groetten, waren eveneens aanwezig om hom bij zijn vertrek uitgeleide te doen. WETHOUDER DE MIRANDA. Zaterdag getrouwd. De Amst. weth. S. Rodrigues de Miranda ls Zaterdag door wethouder Wibaut als amb tenaar ven den burgerlijken stand in den echt verbonden met mejuffrouw W. Timmerman. Getuigen waren wethouder Ed. Polak cn een familielid van do bruid. Na de plechtigheid, die in een der trouw kamers werd voltrokken, recipieerden wethou der dc Miranda en zijn echtgenoote in de raad zaal, waar eenige versiering was aangebracht. De burgemeester en mevr. de Vlugt—Flentrop kwamen daar hun gelukwenschen aanbieden, gevolgd door een lange rij van raadsleden, hoofdambtenaren, familieleden en vrienden. RAAGSCHE FINANCIËN. Vc ooging von den factor B. en W. van den Haag hebben bij den raad ingediend een voorstel tot vaststelling van het verhoudingscijfer der plaatselijke inkomstenbe lasting voor 1926/27. ik moet doen Julian praat er van, met mij te willen trouwen en dat is natuurlijk al te dwaès". Hun oogen gingen door de zaal naar de plek waar Cassillis met een somber gelaat stond en tevergeefs zocht te ontkomen. Toen kreeg Langley haar ring in het oog. „Is óat uw verlovingsring „Ja, en Julian weet' het niethet is zoo moei lijk, het hem te zeggen, Och, doe het toch mor gen voor mij, ols 't u blieft, ik zal wel zorgen uit den weg te blijven." Dat klonk ongevoelig, en toch was zij blijk baar ontroerd. Langley krukte en keek weer naar Cassillis. Men had hem blijkbaar over gehaald te zingen, en de groep stond nu bij de piano. Langley legde zijn boek neer en wendde zich tot het blijkbaar in angst verkeerende meisje. „Wat heeft Julian tot u gezegd?" „Niets verkeerds natuurlijk", antwoordde zij haastig. „Maar ik ben verloofd met Geoffrey en dat moet hij weten. Ik had er geen vermoe den van, dot hij nog dacht aan die dwaasheid, toen wij kinderen waren te Hendley. Wij waren toen immers nog slechts kinderen?" Wendde zij zich haast klagend tot hem. „Ik vind die opdracht zeer onaangenaam", antwoordde Langley somber. „Hij zal het niet kalm opnemen, dat begrijpt u, juffrouw Staple- ton, en denken, dat het is, omdat hij niet goed genoeg voor u is. Doch natuurlijk, als u het verlangt, zal ik het hem zeggen. Ik houd heel veel van Cassillis, en ik zou hem gaarne alle onaangenaamheden besparen, als het mogelijk was. Maar ik zie niet in, waarom u het hem niet zelf kunt zeggen." Dot kon zij niet uitleggen en zij beproefde het ook niet. Zij zeide alleen maar„Dank u zeer, ik wist wel, dat u het zou doen. En zeg Bij het voorstel voor het jaar 1925,26 werd de netto-opbrengst geraamd op 9.750.000 bij toepassing van het verhoudingscijfer 1.2. Nu dc aanslagregcling reeds zeer ver gevor derd is, blijkt het, dat bedoelde opbrengst ƒ1.050.000 beneden dc raming zal blijven Naar het voorkomt, motiveeren de maatschap pelijke toestanden een hoogere raming vooi het komende bclostingjaor. B. cn W. meenen de bruto-opbrengst over het belastingjaar 1926/27 bij het thans geldende verhoudings cijfer 1.2 tc mbgen stellen op ƒ11.500.000. B. en W. hebben ernstig overwogen, of hand hoving van het verhoudingscijfer op 1.2 mo gelijk is. Zij zijn evenwel tot dc conclusie ge komen, dat aan ccn verhooging van de plaat selijke inkomstenbelasting niet is te ontkomen. Met dc verhooging van het verhoudingscijfer behoeft niet verder te worden gegaan dan tot 1.3. Een geringere verhooging van het verhou dingscijfer of een herhaalde buiten werking- stelling der zakelijke bedrijfsbelasting moeten B. cn W. m£t beslistheid ontraden. Zij wijzen er den Raad op, dat bij dc vaststelling van het verhoudingscijfer voor het belastingjaar 1926/27 eveneens moet worden gelet op do begrooting voot het jaar 1927. Hoezeer B. en W. een belastingverhooging betreuren, toch kan ook met een verhoudingscijfer van 1.3 niet worden gesproken van een te zweren be lastingdruk. De gemeente 's Gravenhagc zal ook dun nog in vergelijking met andere grooto gemeenten een gqnstigc positie innemen. B. en W. stellen derhalve voor dc ploetse- lijke inkomstenbelasting voor 1926/27 vast te stellen op 1.3. De commissie van bijstand in het beheer der gemeente-financiën kan ziclv doormede vereenigen. DE HAAGSCHE TRAM. Voorstellen van B. cn W. B. en W. van den Haag hebben bij den R ïad een uitvoerige voordracht ingediend met be trekking tot de tram-exploitatie. Zij stellen voor het oprichten van ccn N. V. met een kapitaal van 300,000 in 6 aondeelen, waur- van 4 te nemen door de gemeente, en 2 door dc H. T. M. Dc medewerking van den Raad wordt vooits gevraagd voor den aanleg van nieuwe tram lijnen door de volgende straten: Markcnsche- plein, Duivclandschcstr. Pluvierstr., Tessclsche- str., Nieboerwcg (ged.), Westduinweg, Slaten laan (ged.), K Voorhout (lijn 1), Kerkplein, Vondelstraat (lijn 3), Juliana van Stolberg- laan, 1ste van den Boschstraat (ged.), Fluwce- len Burgwal, Kalvermarkt, Van Musschcn- broekstroot (lijn 4), Wcimarstraat (ged.), De Mient, Loon van Eik en Duinen, Laan van Meerdcrvoort (ged.) (lijn 5), Juliana von Slol- bcrglaan (lijn 6), Hofweg, Jurriaan Kokstraat (lijn 8), Draoistraat, Cromvlietplein, Stuw- straat (lijn 10), Strandweg tot l';tel Kurhsus (lijn II, als zomcrlijn), Tcylerstraat, De Ghcyn- straat, Beeklaan, Edisonstroot, Goudenregen- plein, Goudsbioemlaan (lijn 12), Zuidcrpsrk- laan, Valkenboschlaon (ged.) (lijn 14), Azo'.ea- straot, Niebocrv/cg (ged.), Westduinweg (ged.), Duinstraat, Harstenhoekweg (lijn 16), L^n Copes van Cattenburch, Corel van Bylonöt- laan, Oostduinlaon, Van Ammerslaan, Waals- dorpcrwcg (lijn 17); Calondstroat, Beeklion (ged.), Kranenburgcrweg (ged.) (lijn 19). De totale jaarlijksche winst zal verdeeld worden evenredig aan de bruto-ontvangsten over het afgcioopen jaar. Een minderheid in het college van B. en W. kan zich op verschillende punten met dc hier boven aangehaalde voorstellen der meercloi- heid van B. en W. niet vereenigen. Zij meent, dat bij de voorgestelde regeling de gemeente te groote offers moet brengen. GEMEENTERAAD VAN ALMELO. Dc wethouders crisis opgelost. In de Donderdagavond gehouden raadsver gadering van Almelo werd opnieuw aan de orde gesteld de verkiezing von een wethouder. Uitgebracht werden 16 stemmen, waarvan 8 op den heer M. H. Krubshuis (V.B.), 1 op den heer M. I. dc Jong (V.B.), 1 op den heer G. Schotveld (SJ).A.P.) en 6 blanco. De heer Krabshuis verklaarde zich thans verplicht te gevoelen, de benoeming aan to nemen, ook 8l om een einde nan de wethou ders-crisis te maken, daar deze Almelo be rucht maakt. Afwijzend werd beschikt op een verzoek van het Ncd. Tooncelverbond om toekenning eenei, subsidie van 200 of meer. Aangenomen werd het voorstel om 119.0PO beschikbaar te stellen voor uitbreiding van het Julian als 't u blieft niets slechts van mij Zeg hem niet, dot ik ongevoelig ben of iets derge lijks. Ik kan het niet helpen, dat ik met Geof frey moet trouwen. Ik durf niet met hem bre ken en hij is ons beider voogd cn zou er niets van willen hooren." „Wanneer denkt u te trouwen?" vroeg hij. „Niet voor den vplgenden zomer. Iedereen vindt, dat ik verbazend fortuinlijk ben. Hij zal met mij gaan reizen, en ik zal olies krij gen, wot ik begeer en toen Hield zij op en zuchtte „Maar ik ben bang voor hem", voegda zij er bij. Langley lachte en feliciteerde haar. Hij had Tremayne vele jaren gekend, en had een zeer hooge meening van hem Ook begreep hij,, dat Iris gelijk had, toen zij zeide, dat Tremay ne nooit in een huwelijk tusschen haar en Cassillis zou toestemmen. Zij ging terug noor mevrouw Humphreys en hij volgde haar en bleef bij hen zitten Cas sillis zong nu, cn de gehecle zaal zat stil te luisteren. HOOFDSTUK XII. „Juffrouw Stopleton is verloofd met Tremay ne", zeide Langley. Cassillis staarde hem aan. „Heb je dat nooit vermoed Ik heb altijd wel geweten, dat zij met hem zou trouwen." Cassillis vloog op als een wild dier. „Het is niet waarriep hij ruw, „ik geloof het niet. Het is een leugen", en zijn stem klonk schel cn scherp „Het is een leugen I Zij be hoort mij mij alleen Zij heeft beloofd op mij te wachten, dot heeft zij gezworen En Tremayne nog wel! Ik zeg je, dat het een leugen is „Heel goed," antwoordde Langley bedaard. „Denk dat dan maar. Doch zij verzocht mij het jou mede te deelen. Juffrouw Stopleton draagt Tremayne's verlovingsring en zij gaon den volgenden zomer trouwen." „Je bent gek. Hij is oud genoeg om haaT vader te zijn." „Jij bent zelf gek. Tremayne is pas veertig jaar, en wij wisten allen, dat hij hoor tot vrouw wilde hebben. Hij heeft jaren op haar gewacht. Ik heb je lang geleden te Hendley al gewaarschuwd „Je hebt »nooit zijn naam genoemd. Maar het kan mij niet schelen, zij zal niet met hem trouwen. Zij behoort mij en zal mijn vrouw worden." „Tremayne is haar voogd, en geen van jul lie beiden kon trouwen zonder zijn toestem ming. En ik denk niet, dut hij die zou geven voor jullie huwelijk. Vooral niet, nu hij haar zelf begeert. En je hebt geen geld „Geen naam, gccnogeld, niets!" riep Cas sillis bitter en toen „Ik weet het wel. Waar om zeg je hei niet Ik tvijfol er niet aan, of hij zal het mij ook zeggen, maar het kan mif niets schelen, hoor je. Zij zal met mij trou wen." Langley gaf het op. „Heel goed", zeide hij. „denk maar wat je wilt. Maar ik heb je de waarheid medegedeeld „En ik zeg je, dat het niet de waarheid is Ik geef er niets om, wat jij of hij zegt Ik hang van hem af en ben hem alles verschul digd. Dot weet ik wel, maar ik zal hem loter iederen cent teruggeven, en intusschen kan ik aan het tooneel gnnn en in mijn eigen onder houd voorzienmaar ik wil met haar trou wen." „Cassillis, je bent gek I" Cassillis lachte woest. „Dat is we] mogelijk, maar ik heb gelijk Je zult zien, dat ik gelijk heb. Ik zal naar Tremayne gaan ik zal Je deed beter eerst met juffrouw Stopleton zelf te spreken." Cassillis hield op, de woede verdween van zijn gelaat. „Wil je els je blieft weggaan zeide hij toen op een anderen toon, „ik wil niet gaarne iets zeggen, dat mij later zou spij ten, maar ik kon nu niet meer aonhooren ga weg, ols je blieft I" Langley ging weg. Hij trok zich terug in zijn eigen kamer en kleedde zich voor het diner. Toen de bel luidde, begaf hij zich naar be neden, bezorgd over Cassillis en vial ergernis over het bederven van hun uitstapje. Hij ge voelde zich niet heel vriendelijk gestemd je gens juffrouw Stopleton. Iris was olleen in de eetzaal, toen hij binnen trad. Zij stond aan het verste eind en was in het wit gekleed. Zij zag er bleek en bezorgd uit. „Waar is Julian?" vroeg zij. „Ik heb hem den gonschen dag niet gezien." „Hij kleedt zich, denk ik", zeide Langley aar zelend. maar juist trad Cassillis binnen, wierp een snellen blik door de zaal en kwam regel recht naar hen toe. Hij wos doodsbleek, cn er was iets in zijn gezicht, dat Langley nog nooit had gezien én nooit vergat Iris zag het ook en deinsde terug. „Daar ben je dus", zeide hij bedaard, maar met een vreemde stem. „Ik heb je den geheelen dag niet gezien, wel? En Langley heeft mij van middag een aardig nieuwtje verteld. Hij zeide mij. Iris. dat je met Tremoyno gingt trouwen; dat je zijn ring draagt, en openlijk met hem verloofd bent. Ik zeide hem, dat hij zich vergiste, inderdaad, ik was zoo lomp, het een leugen te noemen, nietwaar Langley? Maar Langley hield vol, dat het wear was. Misschien wil jij nu zoo goed zijn het tegen tc spreken en Langley mede te deelen, dot je niet verloofd bent met Tremoyne, maar met mij." Wordt vervolgd.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1926 | | pagina 5