AMERSFOORTSCH DAGBLAD „DE EEMI ANDER"
NIEUWE
PLATEN
Berg Hotel
TWEEDE BLAD.
De beste
„Charlestons'
BINNENLAND.
Thé Dansant
Jazz-Band Majagethé
FEUILLETON.
Een Liefdesdroom.
24e Jaargang
No. 273
Zaterdag
22 Mei 1926
Pinksteren,
(Nadruk verboden).
Op Pinksteren openbaart zidh de wereld
op haar best. Dan overtuigt zij den zwart-
galligsren pessimist, dat haar verdorven-
head niet volstrekt is. Dan treedt zij ten
overstaan van al haar aanklagers te voor
schijn als een fiere bruid, die louter door
haar schoonheid de monden snoert. Wie
de wereld oprecht wil beoordeelen, mag
Pinkster niet overslaan; ja, misschien is het
oordeel op Pinkster ten slotte nog het
juiste. Moeten wij wereld en mensch niet
sdhatten naar hun geluk!.'pste oogenblik-
ken?
Zeker, er is veel slechts op de aarde.
Duizend regels zijn niet voldoende voor
haar acte van beschuldiging. Bn ook de
mensch lijkt dikwijls niet veel bijzonders.
De maatschappij kan de toets der kritiek
niet doorstaan. Maar qp Pinksteren valt
alles waarlijk nog mee. Want dan komt te
voorschijn, hetgeen men gewoonlijk in een
verborgen laadje bewaart.
Het is niet toevallig, dat Pinksteren valt
in den schoonmaaktijd. Elk jaar weer erva
ren het onze huisvrouwen, dat ze rijker
zijn dan ze dachten. Als ze heel haar heb
ben en houden naar buiten dragen, komt
er van allerlei voor den dag, dat in het
donker van kast of koffer vergeten lag.
Dan flonkert de voorjaarszon op menig
kleinood, dat de rest van het jaar in 'het
fond-raai blijft; dan blinkt en schittert het
tegen de blauwe lucht van glas en metaal
en d'e zuidenwind d'oet vroolijke lappen
wapperen aan de lijn.
Op Pinksteren vieren we bruiloft. Dan
vlaggen de molens en boerderijen, dan ver
rast menig stijve Klaas zijn omgeving met
een kwinkslag en menig preirtsch juffertje
toont dan haar temperament. „Wie had
gedaoht, dat er nog zooveel in hem zat;
wie had dét adhter haar gezocht!", mompe
len de omstanders.
Pinksteren maakt los, wat geboeid was
door angst en schroomvalligheid; Pinkste
ren tart uit tot een daad o:f een getuigenis.
Alles doet mee, om zidh binnenste buiten
te keeren en zijn sobatkameren open te
zetten. De grauwe aarde spruit uit in plui
men van gras; de dorre takken zwellen van
bloesem en de vogels werpen hun zoetste
zangen naar buiten. Zelfs in de slooten,
zelfs van de daken klinkt het komische
lied van de onmmuzikalen, die zich niet stil
kunnen houden, nu alles meedoet in het
koor van de demonstreerendé schepping.
Wat er aan goeds en welmeenends in d'e
schepselen zit, moet er uit op dezen dag
van zelfopenbaring. En hoeveel komt er
aan den dag, dat wij nooit hadden ver
moed! We zien optochten en stoeten; we
hooren sprekers en zangers; geestdrift
voor waarheid en recht en goedwillendheid
stijgt opwaarts en het vrije veld beluistert
getuigenissen, die anders in de kerk en
vergaderzaal blijven besloten. Het hart
maakt zich vrij, de ziel staat in bloei:;
geen mensch of hij wil heden het zijne bij
dragen tot bet gemeenschappelijk reuk
offer op het grootsdbe altaar.
En ieder verbaast zich. Over hetgeen er
•i?n leven en kleur te voorschijn komt
schieten uit zijn omgeving, die hij zoo
doodsdh en armzalig waande, ma-ar meer
nog over hetgeen hij m zidhzelf aan goede
en schoon-e dingen ontdekt. Pinksteren is
het feest der hernieuwde verrassing. Nog
maals wordt het ons duidelijk, dat wij over
veel meer vermogen 'beschikken, dan we
wel dachten. We hielden ons arm, zoolang
we gierig waren, maar op dezen dag van
gemeenschappelijke kwistigheid blijken, we
rijk. Oneindig veel rijker dan we vermoed
den.
Wij, Nederlanders, zijn een bedachtzaam
en ben-epen volk. Daarom valt het ons wel
eens wat moeilijk, Pinkster te vieren. Want
Pinkster komt uit het oosten, dat door zijn
onstuimige levendigheid den zoon der
lauwe westers tramden verbluft. Wij nemen
het hart niet op de tong en pronken niet
graag. Liever verbergen wij, hetgeen door
zijn schittering de aandacht kon trekken.
Voor miets vreezen wij zoo, als om van
overdrijving te worden beschuldigd. Doer-
om temperen we onze bewondering' en als
iets ons buitengewoon treft, achten wij het
reeds een zelfoverwinning, zoo wij durven
zeg'gen, dat wij 't „niet onaardig" vinden.
In het negatieve vinden wij matiging
minder noodzakelijk. Nederland- is het land
van de Nurksen, die den domper wete-n te
zetten op elke spontane vlam. Nederland is
het land van de bedenking, van de tegen
werping, van de kritiek. En met deze
karaktertrek vervult ons vaderland .een on
misbare taak in het groote geheel der na
ties. Het is goed, dat beheersdhing het ge-
.-oel corrigeert; dat er een rem is voor de
doordravers, dat nuchterheid en waakzaam
heid op post staan tegen den roes met haar
noodlottigen nas-leep.
M-aaT heden komt Pinksteren tegen een
zijdigheid manen. En nu slaat nuchterheid
tot -het andere uiterste over. Want Neder
land is ook het land van brooddronkenheid.
Het te lang gedwongen gemoed barst uit
en weet geen weg met zijn verlangens. Hoe
moeilijk is voor ons de kunst, op sierlijke
en bevallige wijze onize geestdrift te ui-ten,
stijl te leggen dn onze betoogingen-, inhoud
te geven aan ons vreugdebetoon.
Pinksteren stelt ons voor deze taak. Het
oede en liefelijke en -welluidende, wij mo
gen er ons niet voor schamen, wij mogen
'het niet den kop indrukken met een scham
peren grauw, wij mogen het niet met een
spotlach weggrijnzen. Het is te mooi en te
kostbaar om heggeborgen te u-orden. Onze
nobele gevoelens, onze mensc-hli-evende
plannen, onze stoute ideeën en duizeling
wekkende idealen, pronken wij er mee,
zooals heel de schepping pronkt in haar
Pinkstertooi. En doen wij dit op -bevallige
«wij-ze, niet wederom dadelijk door aanval
lend gebaar en -honende tegenspraak, maar
door harmonisch ons getuigenis te voegen
in het duizendvoudig getuigenis van dezen
dag, waarop de ziel bui-ten zichzelve treedt
om met andere zielen op te gaan in een
gemeenschappelijke vervoering.
Op Pinksteren zingt ieder zijn beste lied,
en al deze oprechte liederen, zijn, juist om
dat het eigen liederen zijn, mooi. Ze be
hoeven volstrekt niet gelijk te wezen. Want
dit is juist het heerlijke op dezen dag van
vrijheid en zei font'bin ding, dat ieder
spreekt in zijn eigen taal, en toch allen
elkander verstaan.
H G. CANNEGIETER.
RECLAMES.
Van T4 regels 4.05, elke regel meer/I.-
KLASSIEK
MODERN
HUMORISTISCH
DRAMATISCH
DANSMUZIEK
Zoo juist ontvangen:
aar 2 zijden bespeelbaar
BARCELONA (Fox-Trot)
VALENCIA (Fox-Trot)
WONDERFUL ONE (Wals)
J'AIME CA (One step)
TEA FOR TWO (Fox-Trot)
I WANT TO BE IIAPPY (Fox Trot)
Pianohandel L. KLEIN,
Utrcchtschestraat 44. Tel. 297.
UIT DE STAATSCOURANT.
Toegekend is de bronzen eere-medaille
Oranje Nassau-orde aan H. Panman, arbeider
op de boerderij van den heer H. J. Doornbosch
Jzn. te Veendam;
benoemd tot buitengewoon gezant en gevol
machtigd minister te Caracas de heer W. G.
E. d'Artillac Brill, thans consul-generaal met
den rang van gezant aldaar;
bevorderd bij de zeemacht tot officier van
czondheid Te klasse die der 2° klasse P. C.
M. van de Velde;
op verzoek eervol ontslagen met dank als
lid van don Raad van Toezicht bedoeld in art.
32 der Land- en Tuinbouwongevnllenv.'et 1922
J H. A. Schaper, lid der Tweede Kamer en
benoemd als zoodanig W van der Pluis, lid
der Tweede Kamer;
toegekend de bronzen eerc-medaiile Ovanje-
Nassau onn mej. W. van Hilten, meid-huis
houdster bij mevrouw E. I.. RoosVlasman
geb. J. O. «A. Lingëman te «Abcoude-Boam-
brugge;
bevorderd bij het departement van Arbeid,
L. en N. tot hoofdcommies J. H. Sasburg en
P. A. Kouwenhoven, thans commies;
tot commies mej. M. van IJsendijk en W.
Jalink, thans odj.-commies; mej. W. Talcns
thans adj.-commies;
Beide Pinksterdagen
tot adj.-commies bij den dienst der werk-
ioosheidverzekering en arbeidsbemiddeling mej.
C. Stolk, thans klerk;
bevorderd bij den verzekeringsraadtot
commies A. A. H. van Heusden, adj.-commies;
tot odj.-commies mejè H. C. Schmidt, klerk.
DE BIOSCOOPWET BEKRACHTIGD.
De Koningin heeft de Bioscoopwet bekrach
tigd. De wet is gecontrasigneerd door de mi
nisters Kan en Donncr.
AMBTENAARSWEDDEN.
Verhooging ingevolge verhooging
van de klasse der standplaats.
Het Tweede Kamerlid Suring heeft den minis
ter van financiën, voorzitter van den raad van
ministers, de volgende vragen gesteld
I. Is ook de minister niet van oordeel, dot
voor ambtenaren, die op hun jaarwedde geen
gcirantiebijslag genieten^ noch aan'artikel '27
(oud), noch x-r, artikel 27 (nieuw), eenige grond
kan woiden ontleend om hun een verhoging
van hun jaarwedden, ingevolge verhooging van
de klasse hunner standplaats, te onthouden
II. Is de ministeri bereid te bevorderen, dat
aan deze ambtenaren èn over 1925 èn over
1926 de bedragen worden uitgekeerd, die hun
door de verhooging van de klasse hunner
standplaats toekomen
INWISSELING VAN PASMUNT.
Bij Kon. besluit van den 7en dezer is be
paald
Als kantoren, waar de Nedcrlandsche pas
munt, mits voor niet minder dan een waarde
van vijftig gulden in zilveren of van tien gul
den in bronzen cn nikkelen pasmunt, tegen
rijksdaalders, guldens cn halve guldens inwii
selbaar zal zijn, worden aangewezen
A. de Ncderiandschc Bonk te Amsterdam
B. alle post- en telegraafkantoren cn verder
alle door den directeur-generonl der posterijen
er. telegrafie non tc wijzen kontoren der poste
rijen.'
De regeling van de dagen en uren, waarop
de aangewezen kontoren voor het omschreven
doel zullen geopend zijn, geschiedt door den
directeur-generaal der posterijen cn telegrafie
PROV. STATEN DRENTE
Dc heer H Draaijers, t Oosterhesselcn, is
benoemd verklaard tot lid van de Provinciale
Staten van Drente.
INDISCHE TENTOONSTELLING TE
ARNHEM.
Dc Arnhcmsche ofdecling van de vcrccniging
Oost cn West heeft plannen om in 1927 te
Arnhem een Indische tentoonstelling te orga-
niseeren, zoo mogelijk ook een Indische week.
Een commissie is benoemd welke dc moge
lijkheid van het houden der tentoonstelling zal
nagaan. Het ligt in de bedoeling haar te doen
samenvallen met het jaarcongres van Oost en
West, dat in Juni T927 te Arnhem wordt ge
houden.
U: NED. ORNITHOLOGEN
Zilveren jubileum der verecni-
ging. Internationale belang
stelling.
Dc Ntd. Ornithologische Vcrccniging »s d«
iering van haar 25-jarig bestaan begonnen
met een feestelijke vergadering in het Kolo
niaal Instituut tc Amsterdam.
Een aantal buitenlandschc ornithologen, ter
gelegenheid van deze feestviering overgeko
men, woonde de bijeenkomst als gasten bij.
Onder hen waren Baron von Gcycr von
Schweppenburg, van dc „Deutsche Ornitholo
gische Gescllschoft", Mis Solly cn Miss Barc
lay Smith, von de Royal British Society for
protection of birds" dr Hartert, directeur
van liet Tring Museum dc Rockefeller stich
ting, Rev. Jourdain, van de British Ornitholo
gical Society, en de heer Hnchisuka, von de
Ornithologische Vcreeniging in Japan.
De Ned. Vcreeniging tot bescherming van
Vogels was vertegenwoordigd door prof.
Swaen, de Vcreeniging voor Natuurmonumen
ten door mr. P. G. von Tienhoven en den
heer J. Drijver.
Dc voorzitter der vcreeniging, dr. L. F. de
Beaufort, richtte een hartelijk woord van wel
kom tot de leden en gasten. Spr. bracht zijn
hoorders de ontwikkeling der jubileerendt vei-
eeniging in herinnemig.
Het» doel van de vcrccniging is, aldus spr.,
de beoefening der Ornithologie in haar meest
uitgcbrciden zin, en dc navorsching der avi
fauna van Nederland cn zijn koloniën in het
bib onder.
Het wil spr. echter voorkomen, dat de studie
der vogels, fn het bijzonder wat betreft onze
Oost-Indische kolonies, nog altijd relatief meer
belangstelling vindt bij vreemdelingen don bij
ons Holland°rs
Met db verdieping van de systematische ken
nis der vogels ffing in dc laatste 25 jaar ge-
or.ard een grondiger s'udie van de levenswijze
dier dieren.
Het bestudecren von vogels in dc vrije na-
uur is niet uitsluitend meer liefhebberijhet
's een tak van wetenschap geworden.
Dc ornithologie heeft zich in de laatste ja
ren verbazend hervormd, cn daarvan heeft de
psychologie der vogels in ruime mate gepro»
fi'»*erd. De trfdragingen der vogels werden be
ter geanalyseerd, meer critisch beoordeeld, het
waarnemen wed scherper en tal van verras
sende feiten 7;;n aan - r dag gekomen.
fh=: «itn vooral df jongeren onder on9, die
in ons «*.r.d die aantrekkelijke en nog veelbe
lovende studie der ornithologie hebben aange-
oakt. Hun werk begint belangstelling tc trek
ken, ook in het buitenland en ongetwijfeld
heeft de N O V. veol rot de ontwikkeling
daarvan bïyrcdragen.
^CNLJG ZOÖLOGISCH MUSEUM EN
1 HANS-DIORAMA TE AMSTERDAM.
In het Aquarium-gebouw van
Artis.
I et Aquarium-gebouw van het Kon. Zoöl
C tschap Natura Artis Mugistia, hetwelk
d oor een gedeeltelijke, maar ingrijpend#
omving heeft ondergaan, is het Zoölogisch
1 - scum met het Hcimnns-Diornmn geopend.
Dit museum, dat feitelijk reeds bestaat sinds
1892 als een combinatie van do collecties van
Artis en van de gemeente, vroeger onder lei
ding van prof. dr Max Webcr. was tot dusverre
over verschillende lokaliteiten verdeeld.
Dc snmenbrenging van de zoölogische musea
in deze danrtoe verbouwde en ingerichte loka
liteiten is eigenlijk slechts dc partieele uitvoe
ring von het groote plan van den architect van
Artis, den heer Quendng, welke cok onder
ziin leiding heeft plaats gehnd.
Alles wat men thans in hot nieuwe Zoölo
gisch Museum vindt, was dds reeds lang ter
bezichtiging, maar de tentoonstelling ervan is
thans voel overzichtelijker geworden
Geheel nieuw is het Hcimnns-Diorama, in
gericht in de vroegere laboratorium-ruimte. Het
is met buitengewone zorg door den heer Steen
huizen cn dr. L. F. de Beaufort, thans directeur
von het Zoölogisch Museum, ontworpen naar
de natuur, 'welke zij danrtoe in de ongerepte
duinstrooken van onze Noordzee-eilonden be
spied hebben. Als model hebben zij genomen
een z.g. muy op het cilund Tcssel en het Zwn-
nenwater bij Callantsoog, met onmiddellijke
omgevingdot zijn strooken zoetwater in diepe
duinpannen onmiddellijk achter dc eerste hooge
duinenrij langs het zeestrand. Hot diorama is
15 meter diep en sluit zich don volkomen on
merkbaar onn bij den achtergrond, waarvoor
de kunstschilder W. G. F. Jansen het doek
eschildcrd heeft een zonnig duinlandschap,
over welks blonde toppen de blik zich verliest
de eindelooze verte van een bewogen zee
met strnkken horizont.
Heel de belangwekkende fauna van het duin
landschap is er vertegenwoordigd. Welig ziet
men de rijke flora onzer duinen in vollen bloei:
duinroosjes, brem, muurpeper, duinviooltjcs en
helm. De nabootsing is zeer bedriegelijk. On
zichtbare daglichtlampen van de Philipsfabrit-
ken wekken de volkomen illusie van het scherpe
zonlicht in het duin, woarvan de atmosfeer vol
komen getroffen is.
Het Heimans-Diorama zal een nieuwe aan
trekkelijkheid zijn van Artis en het Aquarium.
Voor de Aquarium-bezoekers zal het zondef
extra geldelijk offer te bezichtigen zijn, terwijl
het in de bedoeling ligt het gratis, of tegen een
zeer gcringen toegangsprijs, voor een ieder
open te stellen.
VOOR VISCHLTEFHEBBERS.
Dc loop- of sleephengcl.
De minister van binnenlondsche zaken en
landbouw heeft bepaald, dot tot en met 14
Februari 1927 in de wateren, waarop het al
gemeen visscherij-rcglcmcnt von toepassing is,
met den loop- of sleephengcl mag worden gc-
vischt.
Ter bescherming van den snoek.
De minister van binncnlandsche zaken heeft
bepaald, dot van 1 Juni tot en met 15 October
het visschen met den hengel geaasd met visch,
de nagenoemde provinciën Utrecht, Noord-
Holland en Zuid-Holland gelegen wateren zal
zijn verboden
1. de Winkel, 2 het Gein, von de Vink af tot
Loenersloot, 3. de Angstel, 4 de Oude Vecht,
5 de Leidsche Rijn van Utrecht tot Leiden, 6
de Bijleveld, 7 de Bijleveldsche Vaart onder
Wilnis, 8 de Sdholkwijksche Wetering, D dc
Linschoten van den Leidschen Rijn af te Woer
den tot aan Oudewater, 10. de Nieuwe- of
Montfoortsche Vaart, van Linschoten of tot aan
Montfoort, Tl de Grecht, 12 de Komeriksche
Wetering, 13 de Zegveldsche Wetering, 14 dc
grachten om de stad Woerden, 15 de Kromme
Mijdrecht, 16 de Oostvaart, van den Leidschen
Rijn af tot aan het dorp Hozerswoude, 17 de
Westvaart of Gemeenewegschc Vaart, van den
Leidschen Rijn of tot aan 'het dorp Huzerswou-
de, 18 dc Westeinder Voort, ten Noorden van
het dorp Elazerswoude, 19 de Vliet onder Ho
zerswoude, van de Oostvaart of tot de schut
sluis van het Rietveld, 20 dc Drccht, 21 de
Leidsche Vaart, 22 De Dwarswctcring, 23 de
Stroomsloot, 24 de Hofdijksloot.
De inspecteur der visscherijen in het 4e, 6e
en 7e district zal aan de visschers, die in bo
vengenoemde wateren hun bedrijf uitoefenen,
oorwaarden opleggen met betrekking tot de
inzending van vangstcijfers en de wijze van bc-
vissching van htm vischwater.
Alleen wie in het goede volhardt, verdient
onderscheiding.
naar het Engelsch van
EMMELINE MORRJSSON.
Geautoriseerde vertaling van M. Hellema.
36
„Hoe lang geleden?" vroeg Tremayne op
denzclfden toon. „En waarom trouwde je niet
met haar?"
„Hoe kon ik dat? Ik wilde het maar ik
wou, dat u niet verder vroeg. Het is reeds lang
voorbij, en zij geeft nu niets meet om mij. Ik
moest het u lang geleden hebben verteld
„Je hebt het mij nog niet verteld Ik wacht
nog altijd. Ik verlang geen darmatische ver
tooning die is aan mij niet besteed. Wij zijn
nu niev op het tooneel. Als man tot man
vraag ik je ronduit: Wat was de betrekking
•usscher» jou cn Iris, voor zij met n\ij trouw
de
Weer zweeg Cassillis.
„Ik wacht," zeide Tremayne.
„Ik kafi u niets meer vertellen. Ik heb mijn
belofte gegeven en zal ze niet breken, zelfs
voor u niet."
Dat was te veel voor een tot het uiterste ge
dreven man. In een vlaag van jaloerschc woe
de greep Tremayne een hondenzweep, welke
op een zijtafel lag en deed ze neerkomen op
de schouders van den jongen man.
„Lk zal je doodranselen, als je het mij niet
vertelt I"
Cassillis kromp ineen onder den onvervvach
ten slag. „Heel goed, als u dat wilt," antwoord
de hij. „Ga uw gang
wil het u niet zeggen. U kunt mij dood- j
slaan en dan zult u het nog niet hooren
Tremayne was even bleek als Cassillis. H«j
wierp dc zweep neer en haalde diep adem.
„Het komt er niet op aan," zeide hij op strnk
ken toon „Ik weet alles, wat ik wensch. Sta-
nu op
Cossillis richtte zich met moeite op. Hij kon
nauwelijks stann maar op zijn gelaat was on
verzettelijkheid te lezen.
„Ik zal je in een der auto's naar de stcd
laten brengen," ging Tremayne voort, ..en tot
je je zelf kunt onderhouden, zal je jaargeld
je door de bank worden qjtbetaald. Ik heb je
van Cornwall meegenomen en ik ben verant
woordelijk voor jemaar als je ooit weer hier
komt of te eeniger tijd tracht mijn vro.'w op
te zoeken of haar te schrijven, dun zal ik alle
beenderen in je lichaam breken. Begrijp jc
mij
Cassillis keek "hem aan. Tremayne vergat
Plooit die o^gen.
„Ja," antwoordde hij, „u hebt ongelijk, maar
ik begrijp het en zal gaan. Doch ik zal nooit
meer een stuiver van uw geld aanraken cn ik
zul nooit terugkom en"
HOOFDSTUK XXIII.
Nadat hij de auto had hooren wegrijden,
begaf Tremayne zich naar Iris. Zijn woede was
nog steeds niet bedaard.
Zij was in haar zitkamer, en ofschoon bleek,
zag zij er niet bevreesd uit.
„Wel vroeg zij. en haar toon verwonderd
Tremayne. „Heeft Julian je alles van ons ver
teld Dat hoop ik."
Tremayne lachte ruw. „Geen woord. Be kan
je tenminste gclukwenschen met een trouwen,
jongen minnaar; ik heb hem halfdood geslagen,
maar kon hem niet aan het spreken krijgen.
Hij wilde zijn belofte aan jou niet breken."
Iris hield haai adein in, haar oogen openden
zich wijd. „Je hebt hem.halfdood geslagen T
Heb je dat gedaan
„Ik denk het wc'. Ik heb mijn hondenzweep
genomen en hem geranseld, zooals hij nog
nooit in zijn leven is geranseld, en het waar
schijnlijk ook nooit weer zal worden."
„Waar is hij?" Zij sloot haar oogen en
huiverde bij het beeld, dat haai- voor den geest
kwam.
„Hij is naar Londen teruggegaan. Ik heb
hem in de dichte aiito weggezonden. Hij is
niet gevaarlijk gekwetsfc, je behoeft niet over
hem te schreien. Ik had hem kunnen dooden,
nu ik dc waarheid weet. En zoo zal ik icderen
man behandelen, die tusschen mij en mijn
viouvr durft komen."
„O, jij bruutHaar stem was nauwelijks
hoorbaar. „En hij heeft nooit een woord tegen
mij gezegd na ons huwelijk, dat je niet had
mogen hooren. Hij heeft zich altijd jegens mij
gedragen als een man van eer, die aardige,
lieve jongen en jij hebt dat gedaan I"
Hij pakte haar pols en hield die vast met
een ijzeren greep. „Wil je, dat ik je vermoord?
Dat zou ik kunnen doenHij heeft het mij
niet verteld, maar ik zag het aan zijn gezicht
en daarom ranselde ik hem. Hij kent geen fat
soen of schaamte, en hij moet het leeren. Wat
jou betreft
„Laat mij los," zeide Iris kalm, „en ik zal
je nu alles vertellen. Je hebt je beurt gehad,
geef mij nu de mijne cn luisttr."
Het was een lang verhaal, want zij vertelde
het in afgebroken zinnen al wat er lang
geleden te Hendley was gebeurd, toen zij nog
slechts een jongen en een meisje waren. Zij
gaf de schuld aan haar opvoeding, haar on
wetendheid en. haar dwaasheid, maar niet aan
Julian.
Tremoyne staarde haur ontzet aan, toen zij
van een huwelijk sprak.
„Het was jou schuld ook," zeide zij hem
ronduit. „Je zond hem daarheen on guaft ons
alle gelegenheid. Toen jij naar Rome ging,
werd hij weer naar Hendley gestuurd. Ja, alles
was geregeld voor ons huwelijk. Julian wist
zich een vergunning te verschaffen. Dat weet
ik, want ik heb ze zelf gezien, maar ik was
op het laatste oogenblik bang en wilde niet
gaan. Ik zeide hem, dat vadertje te ziek was
en ik niet kon wegkomen. Het was niet waar.
Ik had wel kunnen komen, maar ik wilde niet."
Tremayne liep de kamer op cn neer. Het
verhaal maakte meer indruk op hem don hij
had willen erkennen.
„Maar al dat gepraat over een huwelijk was
later," zeide hij streng. „Nietwaar
„Neen, wij hadden afgesproken te trouwen
Maar het was Julian's schuld niethij dacht
aan geen kwaad."
„Maar Cassillis was minderjarig. Hij kon
niet trouwen zonder mijn toestemming."
„Dat wisten wij niet, maar ik was lof en
wilde niet. Ik begreep, dat wij niet gelukkig
zouden zijn, en ik had genoeg van armoede."
„Je hebt het nooit aan je vader verteld
„Neen."
„Waarom vertelde je het niet aan mij? Ik
zou Cassillis in de gelegenheid hebben gesteld
met je te trouwen.
Zij bloosde even
„Dc heb je al gezegd waarom. Ik vcrondei-
stel, dat ik slecht was, maar ik wenschte niet
met hem te trouwen, en ik begreep, dat jc
mij daartoe zou dwingen, als ik het je ver
telde."
„En ik had natuurlijk het geld," zeide hij
met groote bitterheid. „Hoewel jc zedelijk aan
Cassillis waart verbonden, wilde je liever met
mij trouwen om wat ik je kon geven."
Het was de waarheid, en zij deed geen
moeite ze te ontkennen.
„En wat gebeurde er in Grindelwald zette
hij zijn meedoogenloos verhoor voort. „Vertel
mij nu alles."
„Niets. Julian wilde, dat ik met hem naar
Weenen zou teruggaan, maar dat wilde ik na
tuurlijk niet, omdat ik toen met jou verloofd
was. Hij zeide, dat het niet eerlijk was tegen
over jou."
„Dat was het ook niet, maar met mij schijn
je niet veel rekening te hebben gehouden.
Langley was ook in Grindelwald weet hij,
wat jc mij hebt verteld Hij wist van het
begin af wel, dat het mijn plan was met je
te trouwen. Waarom heeft hij het mij nooit
verteld Maar ik veronderstel, dat je hem ook
hebt behekst. Je hebt het voor je leeftijd al
heel ver gebracht. Iris IEn je dacht zeker,
Cassillis later als je minnaar te kunnen hou
den", ging hij op denzclfden toon voort. „Ik
ben blij, dat je vader en grootmoeder zijn ge
storven, eer zij dit wisten. Het zou jc vaders
hurt hebben gebroken I Doch ik verzeker jc,
het zal het mijne niet breken."
Iris keek hem strak aan. „Dot heb ik ook
ncoit gedacht. Wat denk je te doen, nu je
alles v. eet Zeg het me als je blieft wil
je scheiden Ik woct, dat cr geen wettelijke
reden voor is, maar die zal ik je wel geven,
als je von mij af wilt. Ik zal jc verlaten
Wordt vervolgd.