AMERSFOORTSCH DAGBLAD „DE EEMI ANDER" NIEUWE PLATEN Berg Hotel TWEEDE BLAD. De beste „Charlestons' BINNENLAND. Thé Dansant Jazz-Band Majagethé FEUILLETON. Een Liefdesdroom. 24e Jaargang No. 273 Zaterdag 22 Mei 1926 Pinksteren, (Nadruk verboden). Op Pinksteren openbaart zidh de wereld op haar best. Dan overtuigt zij den zwart- galligsren pessimist, dat haar verdorven- head niet volstrekt is. Dan treedt zij ten overstaan van al haar aanklagers te voor schijn als een fiere bruid, die louter door haar schoonheid de monden snoert. Wie de wereld oprecht wil beoordeelen, mag Pinkster niet overslaan; ja, misschien is het oordeel op Pinkster ten slotte nog het juiste. Moeten wij wereld en mensch niet sdhatten naar hun geluk!.'pste oogenblik- ken? Zeker, er is veel slechts op de aarde. Duizend regels zijn niet voldoende voor haar acte van beschuldiging. Bn ook de mensch lijkt dikwijls niet veel bijzonders. De maatschappij kan de toets der kritiek niet doorstaan. Maar qp Pinksteren valt alles waarlijk nog mee. Want dan komt te voorschijn, hetgeen men gewoonlijk in een verborgen laadje bewaart. Het is niet toevallig, dat Pinksteren valt in den schoonmaaktijd. Elk jaar weer erva ren het onze huisvrouwen, dat ze rijker zijn dan ze dachten. Als ze heel haar heb ben en houden naar buiten dragen, komt er van allerlei voor den dag, dat in het donker van kast of koffer vergeten lag. Dan flonkert de voorjaarszon op menig kleinood, dat de rest van het jaar in 'het fond-raai blijft; dan blinkt en schittert het tegen de blauwe lucht van glas en metaal en d'e zuidenwind d'oet vroolijke lappen wapperen aan de lijn. Op Pinksteren vieren we bruiloft. Dan vlaggen de molens en boerderijen, dan ver rast menig stijve Klaas zijn omgeving met een kwinkslag en menig preirtsch juffertje toont dan haar temperament. „Wie had gedaoht, dat er nog zooveel in hem zat; wie had dét adhter haar gezocht!", mompe len de omstanders. Pinksteren maakt los, wat geboeid was door angst en schroomvalligheid; Pinkste ren tart uit tot een daad o:f een getuigenis. Alles doet mee, om zidh binnenste buiten te keeren en zijn sobatkameren open te zetten. De grauwe aarde spruit uit in plui men van gras; de dorre takken zwellen van bloesem en de vogels werpen hun zoetste zangen naar buiten. Zelfs in de slooten, zelfs van de daken klinkt het komische lied van de onmmuzikalen, die zich niet stil kunnen houden, nu alles meedoet in het koor van de demonstreerendé schepping. Wat er aan goeds en welmeenends in d'e schepselen zit, moet er uit op dezen dag van zelfopenbaring. En hoeveel komt er aan den dag, dat wij nooit hadden ver moed! We zien optochten en stoeten; we hooren sprekers en zangers; geestdrift voor waarheid en recht en goedwillendheid stijgt opwaarts en het vrije veld beluistert getuigenissen, die anders in de kerk en vergaderzaal blijven besloten. Het hart maakt zich vrij, de ziel staat in bloei:; geen mensch of hij wil heden het zijne bij dragen tot bet gemeenschappelijk reuk offer op het grootsdbe altaar. En ieder verbaast zich. Over hetgeen er •i?n leven en kleur te voorschijn komt schieten uit zijn omgeving, die hij zoo doodsdh en armzalig waande, ma-ar meer nog over hetgeen hij m zidhzelf aan goede en schoon-e dingen ontdekt. Pinksteren is het feest der hernieuwde verrassing. Nog maals wordt het ons duidelijk, dat wij over veel meer vermogen 'beschikken, dan we wel dachten. We hielden ons arm, zoolang we gierig waren, maar op dezen dag van gemeenschappelijke kwistigheid blijken, we rijk. Oneindig veel rijker dan we vermoed den. Wij, Nederlanders, zijn een bedachtzaam en ben-epen volk. Daarom valt het ons wel eens wat moeilijk, Pinkster te vieren. Want Pinkster komt uit het oosten, dat door zijn onstuimige levendigheid den zoon der lauwe westers tramden verbluft. Wij nemen het hart niet op de tong en pronken niet graag. Liever verbergen wij, hetgeen door zijn schittering de aandacht kon trekken. Voor miets vreezen wij zoo, als om van overdrijving te worden beschuldigd. Doer- om temperen we onze bewondering' en als iets ons buitengewoon treft, achten wij het reeds een zelfoverwinning, zoo wij durven zeg'gen, dat wij 't „niet onaardig" vinden. In het negatieve vinden wij matiging minder noodzakelijk. Nederland- is het land van de Nurksen, die den domper wete-n te zetten op elke spontane vlam. Nederland is het land van de bedenking, van de tegen werping, van de kritiek. En met deze karaktertrek vervult ons vaderland .een on misbare taak in het groote geheel der na ties. Het is goed, dat beheersdhing het ge- .-oel corrigeert; dat er een rem is voor de doordravers, dat nuchterheid en waakzaam heid op post staan tegen den roes met haar noodlottigen nas-leep. M-aaT heden komt Pinksteren tegen een zijdigheid manen. En nu slaat nuchterheid tot -het andere uiterste over. Want Neder land is ook het land van brooddronkenheid. Het te lang gedwongen gemoed barst uit en weet geen weg met zijn verlangens. Hoe moeilijk is voor ons de kunst, op sierlijke en bevallige wijze onize geestdrift te ui-ten, stijl te leggen dn onze betoogingen-, inhoud te geven aan ons vreugdebetoon. Pinksteren stelt ons voor deze taak. Het oede en liefelijke en -welluidende, wij mo gen er ons niet voor schamen, wij mogen 'het niet den kop indrukken met een scham peren grauw, wij mogen het niet met een spotlach weggrijnzen. Het is te mooi en te kostbaar om heggeborgen te u-orden. Onze nobele gevoelens, onze mensc-hli-evende plannen, onze stoute ideeën en duizeling wekkende idealen, pronken wij er mee, zooals heel de schepping pronkt in haar Pinkstertooi. En doen wij dit op -bevallige «wij-ze, niet wederom dadelijk door aanval lend gebaar en -honende tegenspraak, maar door harmonisch ons getuigenis te voegen in het duizendvoudig getuigenis van dezen dag, waarop de ziel bui-ten zichzelve treedt om met andere zielen op te gaan in een gemeenschappelijke vervoering. Op Pinksteren zingt ieder zijn beste lied, en al deze oprechte liederen, zijn, juist om dat het eigen liederen zijn, mooi. Ze be hoeven volstrekt niet gelijk te wezen. Want dit is juist het heerlijke op dezen dag van vrijheid en zei font'bin ding, dat ieder spreekt in zijn eigen taal, en toch allen elkander verstaan. H G. CANNEGIETER. RECLAMES. Van T4 regels 4.05, elke regel meer/I.- KLASSIEK MODERN HUMORISTISCH DRAMATISCH DANSMUZIEK Zoo juist ontvangen: aar 2 zijden bespeelbaar BARCELONA (Fox-Trot) VALENCIA (Fox-Trot) WONDERFUL ONE (Wals) J'AIME CA (One step) TEA FOR TWO (Fox-Trot) I WANT TO BE IIAPPY (Fox Trot) Pianohandel L. KLEIN, Utrcchtschestraat 44. Tel. 297. UIT DE STAATSCOURANT. Toegekend is de bronzen eere-medaille Oranje Nassau-orde aan H. Panman, arbeider op de boerderij van den heer H. J. Doornbosch Jzn. te Veendam; benoemd tot buitengewoon gezant en gevol machtigd minister te Caracas de heer W. G. E. d'Artillac Brill, thans consul-generaal met den rang van gezant aldaar; bevorderd bij de zeemacht tot officier van czondheid Te klasse die der 2° klasse P. C. M. van de Velde; op verzoek eervol ontslagen met dank als lid van don Raad van Toezicht bedoeld in art. 32 der Land- en Tuinbouwongevnllenv.'et 1922 J H. A. Schaper, lid der Tweede Kamer en benoemd als zoodanig W van der Pluis, lid der Tweede Kamer; toegekend de bronzen eerc-medaiile Ovanje- Nassau onn mej. W. van Hilten, meid-huis houdster bij mevrouw E. I.. RoosVlasman geb. J. O. «A. Lingëman te «Abcoude-Boam- brugge; bevorderd bij het departement van Arbeid, L. en N. tot hoofdcommies J. H. Sasburg en P. A. Kouwenhoven, thans commies; tot commies mej. M. van IJsendijk en W. Jalink, thans odj.-commies; mej. W. Talcns thans adj.-commies; Beide Pinksterdagen tot adj.-commies bij den dienst der werk- ioosheidverzekering en arbeidsbemiddeling mej. C. Stolk, thans klerk; bevorderd bij den verzekeringsraadtot commies A. A. H. van Heusden, adj.-commies; tot odj.-commies mejè H. C. Schmidt, klerk. DE BIOSCOOPWET BEKRACHTIGD. De Koningin heeft de Bioscoopwet bekrach tigd. De wet is gecontrasigneerd door de mi nisters Kan en Donncr. AMBTENAARSWEDDEN. Verhooging ingevolge verhooging van de klasse der standplaats. Het Tweede Kamerlid Suring heeft den minis ter van financiën, voorzitter van den raad van ministers, de volgende vragen gesteld I. Is ook de minister niet van oordeel, dot voor ambtenaren, die op hun jaarwedde geen gcirantiebijslag genieten^ noch aan'artikel '27 (oud), noch x-r, artikel 27 (nieuw), eenige grond kan woiden ontleend om hun een verhoging van hun jaarwedden, ingevolge verhooging van de klasse hunner standplaats, te onthouden II. Is de ministeri bereid te bevorderen, dat aan deze ambtenaren èn over 1925 èn over 1926 de bedragen worden uitgekeerd, die hun door de verhooging van de klasse hunner standplaats toekomen INWISSELING VAN PASMUNT. Bij Kon. besluit van den 7en dezer is be paald Als kantoren, waar de Nedcrlandsche pas munt, mits voor niet minder dan een waarde van vijftig gulden in zilveren of van tien gul den in bronzen cn nikkelen pasmunt, tegen rijksdaalders, guldens cn halve guldens inwii selbaar zal zijn, worden aangewezen A. de Ncderiandschc Bonk te Amsterdam B. alle post- en telegraafkantoren cn verder alle door den directeur-generonl der posterijen er. telegrafie non tc wijzen kontoren der poste rijen.' De regeling van de dagen en uren, waarop de aangewezen kontoren voor het omschreven doel zullen geopend zijn, geschiedt door den directeur-generaal der posterijen cn telegrafie PROV. STATEN DRENTE Dc heer H Draaijers, t Oosterhesselcn, is benoemd verklaard tot lid van de Provinciale Staten van Drente. INDISCHE TENTOONSTELLING TE ARNHEM. Dc Arnhcmsche ofdecling van de vcrccniging Oost cn West heeft plannen om in 1927 te Arnhem een Indische tentoonstelling te orga- niseeren, zoo mogelijk ook een Indische week. Een commissie is benoemd welke dc moge lijkheid van het houden der tentoonstelling zal nagaan. Het ligt in de bedoeling haar te doen samenvallen met het jaarcongres van Oost en West, dat in Juni T927 te Arnhem wordt ge houden. U: NED. ORNITHOLOGEN Zilveren jubileum der verecni- ging. Internationale belang stelling. Dc Ntd. Ornithologische Vcrccniging »s d« iering van haar 25-jarig bestaan begonnen met een feestelijke vergadering in het Kolo niaal Instituut tc Amsterdam. Een aantal buitenlandschc ornithologen, ter gelegenheid van deze feestviering overgeko men, woonde de bijeenkomst als gasten bij. Onder hen waren Baron von Gcycr von Schweppenburg, van dc „Deutsche Ornitholo gische Gescllschoft", Mis Solly cn Miss Barc lay Smith, von de Royal British Society for protection of birds" dr Hartert, directeur van liet Tring Museum dc Rockefeller stich ting, Rev. Jourdain, van de British Ornitholo gical Society, en de heer Hnchisuka, von de Ornithologische Vcreeniging in Japan. De Ned. Vcreeniging tot bescherming van Vogels was vertegenwoordigd door prof. Swaen, de Vcreeniging voor Natuurmonumen ten door mr. P. G. von Tienhoven en den heer J. Drijver. Dc voorzitter der vcreeniging, dr. L. F. de Beaufort, richtte een hartelijk woord van wel kom tot de leden en gasten. Spr. bracht zijn hoorders de ontwikkeling der jubileerendt vei- eeniging in herinnemig. Het» doel van de vcrccniging is, aldus spr., de beoefening der Ornithologie in haar meest uitgcbrciden zin, en dc navorsching der avi fauna van Nederland cn zijn koloniën in het bib onder. Het wil spr. echter voorkomen, dat de studie der vogels, fn het bijzonder wat betreft onze Oost-Indische kolonies, nog altijd relatief meer belangstelling vindt bij vreemdelingen don bij ons Holland°rs Met db verdieping van de systematische ken nis der vogels ffing in dc laatste 25 jaar ge- or.ard een grondiger s'udie van de levenswijze dier dieren. Het bestudecren von vogels in dc vrije na- uur is niet uitsluitend meer liefhebberijhet 's een tak van wetenschap geworden. Dc ornithologie heeft zich in de laatste ja ren verbazend hervormd, cn daarvan heeft de psychologie der vogels in ruime mate gepro» fi'»*erd. De trfdragingen der vogels werden be ter geanalyseerd, meer critisch beoordeeld, het waarnemen wed scherper en tal van verras sende feiten 7;;n aan - r dag gekomen. fh=: «itn vooral df jongeren onder on9, die in ons «*.r.d die aantrekkelijke en nog veelbe lovende studie der ornithologie hebben aange- oakt. Hun werk begint belangstelling tc trek ken, ook in het buitenland en ongetwijfeld heeft de N O V. veol rot de ontwikkeling daarvan bïyrcdragen. ^CNLJG ZOÖLOGISCH MUSEUM EN 1 HANS-DIORAMA TE AMSTERDAM. In het Aquarium-gebouw van Artis. I et Aquarium-gebouw van het Kon. Zoöl C tschap Natura Artis Mugistia, hetwelk d oor een gedeeltelijke, maar ingrijpend# omving heeft ondergaan, is het Zoölogisch 1 - scum met het Hcimnns-Diornmn geopend. Dit museum, dat feitelijk reeds bestaat sinds 1892 als een combinatie van do collecties van Artis en van de gemeente, vroeger onder lei ding van prof. dr Max Webcr. was tot dusverre over verschillende lokaliteiten verdeeld. Dc snmenbrenging van de zoölogische musea in deze danrtoe verbouwde en ingerichte loka liteiten is eigenlijk slechts dc partieele uitvoe ring von het groote plan van den architect van Artis, den heer Quendng, welke cok onder ziin leiding heeft plaats gehnd. Alles wat men thans in hot nieuwe Zoölo gisch Museum vindt, was dds reeds lang ter bezichtiging, maar de tentoonstelling ervan is thans voel overzichtelijker geworden Geheel nieuw is het Hcimnns-Diorama, in gericht in de vroegere laboratorium-ruimte. Het is met buitengewone zorg door den heer Steen huizen cn dr. L. F. de Beaufort, thans directeur von het Zoölogisch Museum, ontworpen naar de natuur, 'welke zij danrtoe in de ongerepte duinstrooken van onze Noordzee-eilonden be spied hebben. Als model hebben zij genomen een z.g. muy op het cilund Tcssel en het Zwn- nenwater bij Callantsoog, met onmiddellijke omgevingdot zijn strooken zoetwater in diepe duinpannen onmiddellijk achter dc eerste hooge duinenrij langs het zeestrand. Hot diorama is 15 meter diep en sluit zich don volkomen on merkbaar onn bij den achtergrond, waarvoor de kunstschilder W. G. F. Jansen het doek eschildcrd heeft een zonnig duinlandschap, over welks blonde toppen de blik zich verliest de eindelooze verte van een bewogen zee met strnkken horizont. Heel de belangwekkende fauna van het duin landschap is er vertegenwoordigd. Welig ziet men de rijke flora onzer duinen in vollen bloei: duinroosjes, brem, muurpeper, duinviooltjcs en helm. De nabootsing is zeer bedriegelijk. On zichtbare daglichtlampen van de Philipsfabrit- ken wekken de volkomen illusie van het scherpe zonlicht in het duin, woarvan de atmosfeer vol komen getroffen is. Het Heimans-Diorama zal een nieuwe aan trekkelijkheid zijn van Artis en het Aquarium. Voor de Aquarium-bezoekers zal het zondef extra geldelijk offer te bezichtigen zijn, terwijl het in de bedoeling ligt het gratis, of tegen een zeer gcringen toegangsprijs, voor een ieder open te stellen. VOOR VISCHLTEFHEBBERS. Dc loop- of sleephengcl. De minister van binnenlondsche zaken en landbouw heeft bepaald, dot tot en met 14 Februari 1927 in de wateren, waarop het al gemeen visscherij-rcglcmcnt von toepassing is, met den loop- of sleephengcl mag worden gc- vischt. Ter bescherming van den snoek. De minister van binncnlandsche zaken heeft bepaald, dot van 1 Juni tot en met 15 October het visschen met den hengel geaasd met visch, de nagenoemde provinciën Utrecht, Noord- Holland en Zuid-Holland gelegen wateren zal zijn verboden 1. de Winkel, 2 het Gein, von de Vink af tot Loenersloot, 3. de Angstel, 4 de Oude Vecht, 5 de Leidsche Rijn van Utrecht tot Leiden, 6 de Bijleveld, 7 de Bijleveldsche Vaart onder Wilnis, 8 de Sdholkwijksche Wetering, D dc Linschoten van den Leidschen Rijn af te Woer den tot aan Oudewater, 10. de Nieuwe- of Montfoortsche Vaart, van Linschoten of tot aan Montfoort, Tl de Grecht, 12 de Komeriksche Wetering, 13 de Zegveldsche Wetering, 14 dc grachten om de stad Woerden, 15 de Kromme Mijdrecht, 16 de Oostvaart, van den Leidschen Rijn af tot aan het dorp Hozerswoude, 17 de Westvaart of Gemeenewegschc Vaart, van den Leidschen Rijn of tot aan 'het dorp Huzerswou- de, 18 dc Westeinder Voort, ten Noorden van het dorp Elazerswoude, 19 de Vliet onder Ho zerswoude, van de Oostvaart of tot de schut sluis van het Rietveld, 20 dc Drccht, 21 de Leidsche Vaart, 22 De Dwarswctcring, 23 de Stroomsloot, 24 de Hofdijksloot. De inspecteur der visscherijen in het 4e, 6e en 7e district zal aan de visschers, die in bo vengenoemde wateren hun bedrijf uitoefenen, oorwaarden opleggen met betrekking tot de inzending van vangstcijfers en de wijze van bc- vissching van htm vischwater. Alleen wie in het goede volhardt, verdient onderscheiding. naar het Engelsch van EMMELINE MORRJSSON. Geautoriseerde vertaling van M. Hellema. 36 „Hoe lang geleden?" vroeg Tremayne op denzclfden toon. „En waarom trouwde je niet met haar?" „Hoe kon ik dat? Ik wilde het maar ik wou, dat u niet verder vroeg. Het is reeds lang voorbij, en zij geeft nu niets meet om mij. Ik moest het u lang geleden hebben verteld „Je hebt het mij nog niet verteld Ik wacht nog altijd. Ik verlang geen darmatische ver tooning die is aan mij niet besteed. Wij zijn nu niev op het tooneel. Als man tot man vraag ik je ronduit: Wat was de betrekking •usscher» jou cn Iris, voor zij met n\ij trouw de Weer zweeg Cassillis. „Ik wacht," zeide Tremayne. „Ik kafi u niets meer vertellen. Ik heb mijn belofte gegeven en zal ze niet breken, zelfs voor u niet." Dat was te veel voor een tot het uiterste ge dreven man. In een vlaag van jaloerschc woe de greep Tremayne een hondenzweep, welke op een zijtafel lag en deed ze neerkomen op de schouders van den jongen man. „Lk zal je doodranselen, als je het mij niet vertelt I" Cassillis kromp ineen onder den onvervvach ten slag. „Heel goed, als u dat wilt," antwoord de hij. „Ga uw gang wil het u niet zeggen. U kunt mij dood- j slaan en dan zult u het nog niet hooren Tremayne was even bleek als Cassillis. H«j wierp dc zweep neer en haalde diep adem. „Het komt er niet op aan," zeide hij op strnk ken toon „Ik weet alles, wat ik wensch. Sta- nu op Cossillis richtte zich met moeite op. Hij kon nauwelijks stann maar op zijn gelaat was on verzettelijkheid te lezen. „Ik zal je in een der auto's naar de stcd laten brengen," ging Tremayne voort, ..en tot je je zelf kunt onderhouden, zal je jaargeld je door de bank worden qjtbetaald. Ik heb je van Cornwall meegenomen en ik ben verant woordelijk voor jemaar als je ooit weer hier komt of te eeniger tijd tracht mijn vro.'w op te zoeken of haar te schrijven, dun zal ik alle beenderen in je lichaam breken. Begrijp jc mij Cassillis keek "hem aan. Tremayne vergat Plooit die o^gen. „Ja," antwoordde hij, „u hebt ongelijk, maar ik begrijp het en zal gaan. Doch ik zal nooit meer een stuiver van uw geld aanraken cn ik zul nooit terugkom en" HOOFDSTUK XXIII. Nadat hij de auto had hooren wegrijden, begaf Tremayne zich naar Iris. Zijn woede was nog steeds niet bedaard. Zij was in haar zitkamer, en ofschoon bleek, zag zij er niet bevreesd uit. „Wel vroeg zij. en haar toon verwonderd Tremayne. „Heeft Julian je alles van ons ver teld Dat hoop ik." Tremayne lachte ruw. „Geen woord. Be kan je tenminste gclukwenschen met een trouwen, jongen minnaar; ik heb hem halfdood geslagen, maar kon hem niet aan het spreken krijgen. Hij wilde zijn belofte aan jou niet breken." Iris hield haai adein in, haar oogen openden zich wijd. „Je hebt hem.halfdood geslagen T Heb je dat gedaan „Ik denk het wc'. Ik heb mijn hondenzweep genomen en hem geranseld, zooals hij nog nooit in zijn leven is geranseld, en het waar schijnlijk ook nooit weer zal worden." „Waar is hij?" Zij sloot haar oogen en huiverde bij het beeld, dat haai- voor den geest kwam. „Hij is naar Londen teruggegaan. Ik heb hem in de dichte aiito weggezonden. Hij is niet gevaarlijk gekwetsfc, je behoeft niet over hem te schreien. Ik had hem kunnen dooden, nu ik dc waarheid weet. En zoo zal ik icderen man behandelen, die tusschen mij en mijn viouvr durft komen." „O, jij bruutHaar stem was nauwelijks hoorbaar. „En hij heeft nooit een woord tegen mij gezegd na ons huwelijk, dat je niet had mogen hooren. Hij heeft zich altijd jegens mij gedragen als een man van eer, die aardige, lieve jongen en jij hebt dat gedaan I" Hij pakte haar pols en hield die vast met een ijzeren greep. „Wil je, dat ik je vermoord? Dat zou ik kunnen doenHij heeft het mij niet verteld, maar ik zag het aan zijn gezicht en daarom ranselde ik hem. Hij kent geen fat soen of schaamte, en hij moet het leeren. Wat jou betreft „Laat mij los," zeide Iris kalm, „en ik zal je nu alles vertellen. Je hebt je beurt gehad, geef mij nu de mijne cn luisttr." Het was een lang verhaal, want zij vertelde het in afgebroken zinnen al wat er lang geleden te Hendley was gebeurd, toen zij nog slechts een jongen en een meisje waren. Zij gaf de schuld aan haar opvoeding, haar on wetendheid en. haar dwaasheid, maar niet aan Julian. Tremoyne staarde haur ontzet aan, toen zij van een huwelijk sprak. „Het was jou schuld ook," zeide zij hem ronduit. „Je zond hem daarheen on guaft ons alle gelegenheid. Toen jij naar Rome ging, werd hij weer naar Hendley gestuurd. Ja, alles was geregeld voor ons huwelijk. Julian wist zich een vergunning te verschaffen. Dat weet ik, want ik heb ze zelf gezien, maar ik was op het laatste oogenblik bang en wilde niet gaan. Ik zeide hem, dat vadertje te ziek was en ik niet kon wegkomen. Het was niet waar. Ik had wel kunnen komen, maar ik wilde niet." Tremayne liep de kamer op cn neer. Het verhaal maakte meer indruk op hem don hij had willen erkennen. „Maar al dat gepraat over een huwelijk was later," zeide hij streng. „Nietwaar „Neen, wij hadden afgesproken te trouwen Maar het was Julian's schuld niethij dacht aan geen kwaad." „Maar Cassillis was minderjarig. Hij kon niet trouwen zonder mijn toestemming." „Dat wisten wij niet, maar ik was lof en wilde niet. Ik begreep, dat wij niet gelukkig zouden zijn, en ik had genoeg van armoede." „Je hebt het nooit aan je vader verteld „Neen." „Waarom vertelde je het niet aan mij? Ik zou Cassillis in de gelegenheid hebben gesteld met je te trouwen. Zij bloosde even „Dc heb je al gezegd waarom. Ik vcrondei- stel, dat ik slecht was, maar ik wenschte niet met hem te trouwen, en ik begreep, dat jc mij daartoe zou dwingen, als ik het je ver telde." „En ik had natuurlijk het geld," zeide hij met groote bitterheid. „Hoewel jc zedelijk aan Cassillis waart verbonden, wilde je liever met mij trouwen om wat ik je kon geven." Het was de waarheid, en zij deed geen moeite ze te ontkennen. „En wat gebeurde er in Grindelwald zette hij zijn meedoogenloos verhoor voort. „Vertel mij nu alles." „Niets. Julian wilde, dat ik met hem naar Weenen zou teruggaan, maar dat wilde ik na tuurlijk niet, omdat ik toen met jou verloofd was. Hij zeide, dat het niet eerlijk was tegen over jou." „Dat was het ook niet, maar met mij schijn je niet veel rekening te hebben gehouden. Langley was ook in Grindelwald weet hij, wat jc mij hebt verteld Hij wist van het begin af wel, dat het mijn plan was met je te trouwen. Waarom heeft hij het mij nooit verteld Maar ik veronderstel, dat je hem ook hebt behekst. Je hebt het voor je leeftijd al heel ver gebracht. Iris IEn je dacht zeker, Cassillis later als je minnaar te kunnen hou den", ging hij op denzclfden toon voort. „Ik ben blij, dat je vader en grootmoeder zijn ge storven, eer zij dit wisten. Het zou jc vaders hurt hebben gebroken I Doch ik verzeker jc, het zal het mijne niet breken." Iris keek hem strak aan. „Dot heb ik ook ncoit gedacht. Wat denk je te doen, nu je alles v. eet Zeg het me als je blieft wil je scheiden Ik woct, dat cr geen wettelijke reden voor is, maar die zal ik je wel geven, als je von mij af wilt. Ik zal jc verlaten Wordt vervolgd.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1926 | | pagina 5