AMËRSFOÖRTSCH DAGBLAD „de eemlander" Edison-ToesteL S. DUYKER BINNENLAND. IRÏTW IE L EN Kamp 4 d. Kamp erman Willem Groenhuizen TOTALE UITVERKOOP Oamesconfectie WITTE ZOMERTOILETTEN FEUILLETON. Een Liefdesdroom. 24e Jaargang No. 290 Zaterdag 12 Juni 1926 TWEEDE BLAD. VERNIS. (Nadruk verboden). Tegenover de oude dorpskerk woont een boer, die gaat rentenieren en derhalve zijn boeltje aan kant doet. En toevalligerwijs heeft de schilder op beide plaatsen tegelijk werk. Op de boerderij is hij geroepen, om de hooi wagens, van welke sommige door leng gebruik zijn vermolmd en versleten, met een keurig likje verwsopbaar te maken. En in de kerk moet hij de witkalk verwijderen van de wan den, omdat men daaronder kostbare muurschil deringen heeft ontdekt, en de verf van do ban ken afkrabben, die van eikenhout bleken te zijn. Tegenstrijdigcn arbeid heeft hij derhalve te verrichten. Hier het minderwaardige met vernis te dekken, om het den schijn van het degelijke te gevendaar het vernis wegnemen, om het kostbare aan het licht te brengen. En ik kijk er mezelf en mijn medemenschen op aan zijn ook wij allen niet als die hooi wagens en die kerkmeubelen Vernist zijn we, en slechts weinigen vermoeden onze werkelijke waarde. Als zoo'n hooiwagen zijn weaanlokkelijk glanst het frissche rood en groen wie ons aan schouwt, prijst ons hoog en acht onze waarde niet gering. Zoo degelijk ziet alles er uit en zoo netjes, dut we op de taxatie geen slecht figuur maken, ja, de aandacht trekken temidden van al dien ouden, onverkoopbaren rommel. O, als zoo'n hooiwagen eens bewustzijn had en kon denken en spreken Wat zou hij een schik hebben in de vergissing der kijkers. Met moeite zou hij zijn waarschuwing voor zich houden hij zou uitroepen „Maar onderzoekt dan toch beter, mensohen I Krabt eens wat van dat dunne laagje vernis van me af, en hoe zult ge schrikken van het halfvergane hout." Maar een mensch kan denken en spreken. En ik stel me voor, dat menig onzer zelfkennis ge noeg bezit, om in zichzelf ook eens te lachen om de vergissing der omstanders, die zich ver kijken op ons mooie vernis. Het zijn niet alleen onze fatsoenlijke kleeren, het is niet alleen ons nette levensgedrag, dat hen bedriegt. Maar het is alles, wat wij in onze scherpste en eerlijkste oogcnblikken zelf herkennen als het vernis der beschaving. Hoe oppervlakkig zijn die oprecht gemeende leuzen, die heerlijke idealen, die edele gevoelens, die verheven gedachten. Het is alles buitenkantonze kennis, onze moraal, onze godsdienst. Hoe weinig diep is het vaak hoe weinig houdt het verbond met onze ziele- roerselcn, met de kern van ons wezen, met ons eigenste, werkelijke Zelf I Er behoeft maar een kwajongen met een mes te komen, die het laagje verf van den hooi wagen afkrabt, of de schoone schijn is verdwe nen I Er behoeft maar eens een oogenblik van paniek te komen oorlog, brand, gedrang, hon gersnood, of onzo wolvenaard treedt aan het licht. De machtigë daemonen behoeven ons maar eens op de proef te stellen de hartstocht of de drift of de jaloezie, en daar staan we in onze ware gedaante, met de trekken en het karakter van den wilde uit den oertijd. Het vernis van onze geciviliseerdheid bedriegt den toeschouwer niet langer. Wat blijft er in hochelijke oogcnblikken soms over van onze kracht, onze wijsheid, onze toewijding, ons plichtsbesef? Vernis, vernis was het alles; onder den pronk van het frissche verfje blijken wij vermolmd en versleten. Het is waar wij bedriegen ons in de men- schen. Wat in de diepte het ware wezen vormt, is zoo vaak anders dan hetgeen we aan de oppervlakte aanschouwen. De mensch is als zoo'n kerkwand, als zoo n geverfde kanseL Witgekalkt, zonder kleur of figuur, eentonig, saai en vervelend lijkt de muur van omstan ders om ons heen. Wat is er aan de menschen? Ze zeggen niets, ze doen niets bijzonders, ze zijn onbelangwekkend. Grijs en grauw zijn ze als zoo'n stoffige kalkwand we kijken er maar niet meer naar. Wat hebben we aan onze vrouv? Wat zeggen ons onze kinderen? Al tijd hetzelfde onze vrienden en medearbeiders, ons personeel, onze patiënten en leerlingen. onze klanten, alles even doodsch en vervelend. Gaat er dan niets om in al die duizenden harten, die tezamen het hart der menigte vor men Is de menschheid een massaul stuk on dichterlijke, verbeeldings- en hartstochtlooze, onwetende en onoorspronkelijke eentonigheid Maar de schilder komt en krabt aan de kalk, voorzichtig, zietI daar vertoonen zich de warme, levendige kleuren en de omtrekken worden zichtbaar van grillige, geestig en kunst vaardig gevormde figuren. Welk een afwisse ling van bonte tafereclen. Vermiljoen en goud. Een stTaling van paradijsachtige verven als de zón door de kerkvensters schijnt op de afge krabde wanden, waar onder de witkalk koste lijke muurschilderingen verborgen bleken. Onder de gore en grauwe oppervlakte tintelt en praalt de mcnschenziel met haar fantasti sche vizioenen, haar vcmiljoencn hartstochten, haar gouden idealen. Welk een bonte pracht daar in de diepte van elk leven, dat oppervlak kig zoo banaal en onbelangrijk geleek. Als een eikenhouten kbnsel, tc kwader ure met verf bestreken, is de mensch Gocdkoope verf, mindenvaardig van uiterlijk, wansmake lijk Maar onder de afstootende, wnardelooze verf der allcdaagschheid ligt het kostbare eikenhout, dat zichzelf gelijk blijft en zijn waarde behoudt, wat tijden en omstandigheden ook overheen mogen strijken. Aan dc opper vlakte zinneloos, zondig, verwerpelijk, in de kern, in de diepte, in 't wezen van betrouw baren. blijvenden adel. Waarlijk, wij zijn minder dan we gelijken, maar eveneens meer. H. G. CANNEG1ETER. KON. BESLUITEN. De voornaamste Kon. Beslui ten uit dc Staatscourant van gisteravond. Op verzoek eervol ontslagen uit 's Rijks Di-.-nst T. M. Hoogendoorn, als accountant bij de directe belastingen benoemd tot belastingontvanger te Druten, F. B. Sanderson, adj. commies der directe belas tingen, invoerrechten en accijnzen ter inspectie 's-Gravenhage le afdeeling bevorderd bij den Pensioenraad tot referen daris H. A. J. Ruinooy thans hoofdcommies tot adj. commies M. H. van Kooy, thans klerk tot hoofdcommies M. J. Jansen, en F. P. J. Stam, beiden thans commies bij beschikking van den minister van finan ciën is tijdelijk te werk gesteld bij het departe ment van financiën F. Dekker, gepensioneerd kolonel der Genie te 's-Gravenhagc, en is hij aangewezen als hoofd van het tijdelijk bemid delingsbureau voor burgerlijke en militaire wachtgelders benoemd tot directeur van het bodemkundig instituut te Groningen dr. D. J. Hissink, onder vcrleening van eervol ontslag als directeur van de derde afdeeling van het rijkslandbouwproef station te Groningen. DE KONINKLIJKE FAMILIE. Naar Zwitserland. H. M. de Koningin en H. K. H. Prinses Juliana, beiden met gevolg, vertrekken den Töen dezer van Het Loo naar Zwitserland, terwijl Z. K. H. Prins Hendrik, na eerst een dag in Den Haag te hebben vertoefd, zich den volgenden dag daarheen zal begeven. Een thé ten hove. H. M. de Koningin biedt a.s. Maandagmid dag ten koninklijken paleizc Het Loo oqn den Amerikaanschen admiraal Sir Roger Welles, commandant der Amerikaansche maritieme strijdmacht in Europa, den commandant van de „Pittsburgh", kapitein ter zee F. Taylor Evans, den voornaamsten officieren van de Pittsburgh en oenigen verdere genoodigden een thé aan. De vreemde zeeofficieren zullen per auto' uil Amsterdam naar Het Loo komen. DOORVOER VERBOD VAN VLEESCH. Algemcene afwijking. Gelet op den thans officieel bekenden tekst en de bedoelingen van het invoerverbod van RECLAMES. Van 1i roccls 405. elke repel meer f L— bij (Ie Kamperbinnenpoorl: Groote moderne F.ijwielherstelplaats. Tel. 132 De nieuwste uitvindingen op Radio-gebied practiscb toegepast PIANOMAM DEL HAVII' 29 TELEF. 773. Vraagt inlichtingen IK Accu's laden per kcci en bij abonnement. Langstraat 43 - Tel. 85? - Amerstoort Groote sorteering Hangklokken, Schoorsteenklokken en Wekkers Reparatie-Inrichting aan huls voor gewone eo gecompliceerde uuiwtrken. Langestraat 36 vroeger 14 tot 35 thans een prijs van fl 5,90 vlec-sch in Engeland, heeft de minister van bin- ncnlandsche zaken en landbouw algemeene af wijking toegestaan van het doorvoerverbod i Nederland van gesmolten vetten, geconser veerd vleesch en vleesch-extract (uitgezonderd door koude verduurzaamd vleesch en bacon) en «voor vleesch, hetwelk uitsluitend bestemd is voor proviandeering van schepen. Dit laat ste onder voorwaarde, dat aan de douane-be ambten aannemelijk wordt gemaakt, dat dc betreffende hoeveelheden inderdaad uitsluitend voor proviandeering zullen dienen. Deze ontheffing houdt verband met de voor ziening der schepen uit entrepot. Voor doorvoer van door koude verduur zaamd vleesch, bacon enz. zal vooralsnog elke aanvrage op zich zelf beoordeeld moeten wor den, maar de minister heeft maatregelen ge troffen, dat stagnatie bij inwilliging niet be hoeft voor te komen. WEELDEVERTERINGSBELASTING. Bruine schoenen vrijgesteld. Bij nota van wijziging op het ontwerp tot heffing cener Weeldeverteringsbclasting, heeft de minister van financiën een andere redactie vastgesteld voor den post schoeisel, aangezien gebleken is, dat de grens tusschen belast en onbelast schoeisel, naar de strekking der wet, niet zoo juist wordt getrokken, als dat wen- schelijk was. De post komt daardoor te luiden: „Schoenen, laarzen, muilen en pantoffels, waarvan de buitenzijde der schacht (de schoe nen niet mede gerekend) geheel of grooten- deels is vervaardigd uit leder van krokodillen, hagedissen, slangen, of andere reptiliën, uit verguld of verzilverd leder, uit lakledcr, uit zij de of uit satijn". (Bovenstoandc nieuwe lezing houdt in, dat schoenen, vervaardigd uit bruin en geel leder niet worden belast. Red.) BESTRIJDING DER WERKLOOSHEID IN DRENTHE. Dc rrgecringsstcun voor de Stroocnrtonfnhrick tc Cocvor- dcn. Een uiteenzetting vqn den minister De Minister van Binncnlandschc Zaken cn Landbouw heeft, in antwoord op een schrijven dat dc Vercohiging van Nedcrlandsche Stroo- rnrtonfubrikanten hem heeft gezonden omtren' het verlccnen van een bijdrage aan de tc Coe- orden op te richten stroocortonfubrick o m h?t volgende geantwoord Ik bon van meehing, dat maatregelen, nis waarvan hier sprake is, slechts in zeer bijzon dere gcvollen, cn wel alleen indien ter plaatse of in de omgeving een noodtoestand heerscht, mogen worden genomen. Zoodanige maatre gelen zijn dan ook steeds tot enkele gevallen beperkt gebleven In het geval Coevordcn meende ik, dat daar toe, gelet op den algemeen bekenden noodtoe stand in het Z.O von Drenthe, voldoende aan leiding bestond. De in die streek hecrschende chronische werkloosheid wettigt het nemen vai. bijzondere maatregelen. Voor zoover daarvoor kon worden gewaaki mogen deze moot regelen echter, dot spreek' vanzelf, de bestaansmogelijkheid of concurren- tie-mogelijkheid van andere gelijkwaardig- bedrijven niet in gevaar brengen. Te dezen aanzien merk ik nog op, dat eer bijdrage slechts zal worden verleend in de kos ten van verplaatsing van het bedrijf van Ein lichheim naar Coevordcn en niet in de exploi tatiekosten van het bedrijf. Het bedrijf te Coe vordcn zal slechts van geringer omvang zijn en onder bezwarende omstandigheden en be palingen moeten werken, omdat voor oen grooi deel met werkloozen, moet worden gewerkt. Vrees voor benodceling uwer bedrijven be hoeft m.i. niet tc bestaan, en de vraag voo» welke ik mij geplaatst zag, was dus alleen dezt of het verantwoord was aan Coevorden de ge legenheid te onthouden om dc overbrenging van een bedrijf te bevorderen, dot allicht daar het werkloosheidsvraagstuk nader tot oplossing zf. brengen. ZIEKENHIÜSPLANNEN TE ZAANDAM. Roming 3Vt ton. B. en W. van Zaandam stellen don raad voor, hen te machtigen aan dr. J. C. L. Wort- mon te Amsterdam op te drogen, voor zoo veel noodig met bijstand van den directeur van den geneeskundigen dienst en den direc teur der gemeentewerken, plannen tc ontwer pen en begrootingen von stichtings- en exploi tatiekosten op te stellen voor een ziekenhuis, dot plaats biedt voor ongeveer TOO patiënten, te bouwen op een terrein in het Noordwestelijk deel der gemeente. De globale schatting be cijfert een kostenberekening van 350000 KAMER VAN KOOPHANDEL EN FABRIEKEN. Het Ncd.-Duitschc verdrag. De Kamer van Koophandel en Fabrieken te Amsterdam hield gisteravond <*en buitengewone openbare vergadering onder voorzitterschap van den heer E. Heldring. In behandeling kwam het verzenden van een adres aan de Tweede Kamer der Stolen- Generaal met betrekking tot het wetsontwerp tot goedkeuring van het Nederlandsch-Duitsch verdrag. In het adres wordt medegedeeld, dot het verdrag op de Kamer een onbevredigenden indruk heeft gemaakt. Behalve, aldus het adres, dat het resultaat der gevoerde onderhandelingen teleurstellend is, ligt aanleiding tot ernstige critick in de tekortkomingen, welke in dit geval wel zee* duidelijk zijn gebleken te bestaan bij het voorbereiden van internationale overeenkom sten, óók indien daarbij zoo gewichtige lands belangen betrokken zijn, als er thans aan de orde waren deze tekortkomingen hebben, omdat zij te vermijden waren geweest, zonder twijfel onze positie bij de gevoerde onderhan delingen verzwakt en de teleurstellende uit komsten daarvan schijnen ons in hoofdzaak daaraan toe te schrijven. In de eerste plaats worden eenige opmer kingen gemaakt met betrekking tot het vraag stuk der uitzondcringstarieven van dc Duit»* schc spoorwegen. Verder vermeldt het adres, grieven tegen de bij het verslag verkregen bijzondere douane rechten, welke op voortbrengselen van den Nederlandschen bodem bij hun invoer in Duitschlond zullen worden geheven De Ka mer is van oordeel, dot hetgeen op dit gebied werd verkregen, niet in de juiste verhouding stout tot de offers, welke daarvoor werden ge bracht, nu voor ettelijke producten ten aan zien waarvan Nederland een „Bijzonder in» vo:recht verwierf, ondcre landen Italië, België en Spanje verdragstnricvcn verkre gen, lager don, of gelijk aan, de sedert 2 De cember van het vorige joar voor Nederland g< Mende Wat de industrie betreft, vermeldt vooits het adres, zijn de verkregen resultaten even wc ir.iff bevredigend van verschillende rijden is zulks reeds in de pers cn ook in adressen tot de Vergadering, gedocumenteerd uitcen- g« zet De Kamer eindigt met haar oordeel uit tc spreken, dat het in hot adres uitvoerig toege lichte rechtvaardigt dc ontevredenheid, van welke ook reeds van verschillende andere zij den tegen het Verdrag is gebleken Het adres dringt cr nog op non, dot de Re- geering hij het sluiten van internationale over eenkomsten zich verzekere van dc medewerking van deskundigen, die aan dc orde te stellen onderwerpen volkomen beheerschen en dat aan dezen, bij de te voeren onderhandelingen een zoodanig plaats zal worden ingeruimd, dot in de uitkomsten daarvan, hun inzichten ten volle tot hun recht zullen komen. De heer Croone lichtte het adres met eenige v/oorden toe. Tenslotte werd met algemcene stemmen het voorstel tot verzenden aangenomen. DE PITTSBURGH EN HAAR BEWONERS. Dc Amerikoontjcs, dc Amstcrdam- sche meisjes cn het Amstcrdum- schc bier. In Amsterdam ligt op het oogenblik de Pitts burgh, het Amerikaansche: oorlogsschip, voor anker Voor vreemdelingen is het schip riet zoo fremokkclijk tc vinden Als ik r -g aan den Weslerdokdijk, kijkt ge wellicht of ik u een plaatsnoam op Sorturnus noem Als ik zeg: te genover de Amerikaan-Bar", dan helpt u dat al evenmin op treek. De „Amcrikaon-bar" is een klein boezcroenig kroegje, met veel Bols- rcclame op de ruiten, een hordsteenen portiek trapje, een houten vlocr-met-zand cn een bil jart, maar dat zegt u allemaal natuurlijk nóg niets. Het wo dt u iets duidelijker, wanneer ik verteldicht in dc buurt von dc Holland— Ameriko-eindttreep. En ge moet er komen dtor eerst e.\ stuk den Haarlemmerdijk op te wandelen, cn uan maar tc informecren bij een •rkcorsagent. Het viel me wel wat tegen, ik bedoelda pluats. Verwacht had ik den trotsohen kruiser op het trotsche IJ te zien, een omhooggestold gevaarte in een oneindig watermeer. In plaats daarvan lag de boot in een waterslop tusschen t ec kaden, een eentonige loods naast zich, net alsof men Mussolini in een 5-cents-kroeg te zien krijgt, of Abd-cl-Krim in een kermis tent Toch, ondanks dit ongunstige „décor", was het schip indrukwekkend cn in zijn construc tieve verbeten en grimmige krocht van een ontzaglijke eerbiedwaardigheid. Wanneer de constructivisten ooit gelijk krijgen, dan hier. De schoonheid van een schilderij uit de Haag- schc school, een huizenblok a la de Klerk, een mooi bosch het valt weg tegen de trot sche, hóógmoedigc, kil-abstractc, maar van verhouding zeldzaam getroffen, van vorm ver bluffend eerlijke en van lijn bekorend elegante majesteit van dit oorlogsbecst. Ja. Het doet denken aan de economie in dc structuur van een roofdier, even nobel, éven sterk en éven soepel-gespierd, ondanks zijn massale afme tingen. De middeleeuwen bouwden hun anony- me kathedralen, wij bouwen onze anonyme automobielen en oorlogsschepen, en in dit opzicht zijn ze op voet van vergelijking te brengen, dat zc beiden, kathedralen aan de eenc, automobielen en oorlogsschepen aan de andere zijde, de tot vorm gebrachte geest zijn van hun tijd Zijn de Amerikaantjes, die in hun blauwe pakjes en witte mutsen dit wit-grijze gevaarte met zijn reuzenparode van schoorsteenen, zijn „mand" en zijn „zwicht- Vertrouw op uw eigen kunn#\ en op de ont plooiing uwer vermogens. naar het Engelsch van EMMELINB MORRISSON. Geautoriseerde vertaling van M- Hellema. 53 „Ik vind, dat je toch wel wat water had kunnen krijgen om haar te wasschen," zeide hij eenigszins verwijtend tot Iris, die zelfs niet antwoordde. Inderdaad had zij na hun eerste begroeting nauwelijks een woord gezegd, en had hij niet meer op haar gelet. Al zijn aan dacht was aan Olive gewijd. Indien zij het zich minder had aangetrokken, zou zij tranen hebben vergoten, maar zij had de laatste dagen zooveel doorstaan en was daardoor geheel in de war. „Een van de Spahi's moet terugrijden naar Biskra," zeide Tremayne, het bevel op zich nemend zooals gewoonlijk, en rechts en links orders gevende „Een van de officieren daar heeft een auto hij stelde ze gisteren tot mijn beschikking. Daarin kunnen wij fnevrouw Mad- dison vervoeren En intusschen heb ik brande wijn, voedsel en koffie meegenomen, want ik verwacht, dat gij allen honger hebt en be hoefte aan een opwekkend middel." Hij gaf zijn bevelen, en een paar minuten later reed de vlugste der Spahi's op zijn Ara bisch paard weer terug naar Biskra, en de anderen hielpen het voedsel uitpakken, een vuur aanleggen en een maaltijd bereiden. Al len hadden ergen honger, cn het gezicht van het smakelijke voedsel deed hen allen met graagte toetasten. Tremayne trachtte mevrouw Maddison iets te laten gebruiken, maar het ging niet en het bericht, dat zij nu in vier dagen bijna niets had gehad, was niet opwekkend. „De auto is klein," zeide hij tot Iris, „en natuurlijk moet mevrouw Maddison liggen, en wij moeten haar man ook meenemen, daarom vind ik het beter, dat jij te paard gaat, als je kunt en niet te moe bent." Iris zag er zelf heel ongelukkig uit. Zij had drie dagen en nachten lang haar kleeren aan gehouden, haar japon was gevlekt en gescheurd de helft van haar haarspelden was weg, maar zij knikte „Ja, ik kan rijden. En ik heb mijn mantel." „Ik heb er nog een voor je meegebracht. Dan geloof ik, dat je het best doet, zoodra je klaar bent met eten, weg te rijden met majoor Dawson en meneer Hill. Twee van dc Spahi's zullen met je meegaan, cn de gidsen zullen ons en de auto volgen." Zij antwoordde niet, en hij beschouwde haar zwijgen als een toestemming en sprak niet meer tot haar, eer de maaltijd gedaan was. Gattouchi bracht de paarden voor, en toen hielp hij haar zelf in het zadel en zeide „Ik hoop, dat je weer geheel in orde bent. Van avond kom ik met je praten in het hotel. Ga terstond naar bed, zoodra je een bad hebt genomen." En het laatste, wat Iris zag van Bal-el-min, het dorp, waar ze drie vreeselijke dagen had den doorgebracht, was Tremayne. staande op den drempel in het volle daglicht, met een achtergrond van inboorlingen op eerbiedigen afstand. De drie knappe, flinkgebouwde Spahi's op hun prachtige paarden, als bronzen stand beelden in schitterende uniformen, stonden op wacht in de straat. Het was avond, toen zij Biskra binnenreden, want het was een lange rit. Maar toch waren zij er nog eerder dan de auto. Iris zag niet naar haar begeleiders en zeide ook niets, toon zij voor het Hotel Royal stil hielden Zij had den geheelen weg bijna niet gesproken, en zij schreven het toe aan ver moeidheid; maar ze vonden het toch vreemd van haar, dot zij naar binnen ging, zonder een enkel woord tot hen te richten. Een Amerikaansche dame, die in het hotel logeerde, mevrouw Briggs, wachtte hen be zorgd op met de Fransche buishoudster, en bestormde haar met vragen, maai zij ging" haar ook voorbij met de verontschuldiging, dat zij- terstond een bad wilde nemen, en liet het over aan de mannen om alles te vertellen. Zij ging terstond naar boven naar haar kamer, waar het Fransche kamermeisje haar hielp ontkleeden en een bad vooi haar gereed maakte. Na het bad ging zij naar bed en een half uur later was zij vast in slaap. Zij ontwaakte eerst den volgenden morgen, toen het reeds licht was, en hoorde niet, hoe Tremayne her haalde malen voorzichtig binnenkwam en op haar neerzag met een dankgebed op de lippen, dat zij veilig en ongedeerd was luisterde naar haar geregelde ademholing en zich verheugde, dat zij in leven en gezond was Zoo was hij herhaaldelijk gekomen in den nacht, alsof hij haar moest bewaken en be hoeden, maar toen zij ontwaakte, was zij al leen en lag in haar gemakkelijk bed, terwijl de zonnestralen door de groene luiken vielen en het geluid van een verre fluit haar ooren streelde. Zij belde het meisje cn vroeg om koffie. „Is mevrouw Maddison veilig naar Biskra ver voerd „O ja r Madame was Iaat in den avond ge komen, spoedig nadat de „petite madame" in slaap was gevallen. Mevrouw Briggs had haar ontkleed, gewasschen en naar bed gebracht, en de dokter was gekomen en weer wegge gaan Maar helaas I de arme madame was erg riek. Zij had haar niet gezien, sedert ze haar hadden binnengedragen, maar had haar hoo- ren kermen, toen rij heet water naar haar ka mer bracht, en helaas, zij vreesde, dat ma dame zou sterven I Iris zond haar weg en dronk haar koffie toen bleef zij nog een poos liggen en dacht na over alles. Het ergst was de herinnering aan Olive Maddison, zooals ze daar in ijlende koorts over Tremayne sprak, en de woorden, die zij onder het rijden door de woestijn had geuit Of zij leefde of stierf. Iris wist, dat zij haar nooit kon vergeven of dezelfde voor haar zijn evenmin zou zij Tremayne ooit vergeven, docht zij op dat oogenblik. Na een poos stond zij op, kleedde zich, cn wilde juist naar beneden gaan om te zien, waar iedereen was, toen Tremayne na een zacht tikje binnentrad. Hij zog er zoo mogelijk nog somberder en ernstiger uit dan tevoren, ofschoon zijn oogen zachter werden, toen hij haar aankeek weer hoar eigen zelf. „Hoe voel je je X' vroeg hij. „Beter, hoop ik; je ziet er weer veel beter uit." „Ja, ik ben heel wel, dank je." Zij speldde haar breedgeranden hoed vost en wendde zich niet om. „Ik ben nu uitgerust en frisch| ikj wilde juist jou of een ander gaan zoeken, om te hooren, hoe het mevrouw Maddison gaat." „Zij is erg ziek, cn zal waarschijnlijk niet herstellen." „O hemel, en ik vermoed, dat die tocht langs dien vreeselijken weg haar erg veel pijn heeft gedaan Zij trachtte enige sympathie in haar stem te leggen en deelneming te toonen, maar dat gelukte haar niet al te best. „Zij was volkomen bewusteloos, ik denk dus niet, dat het er veel op aankwam. Nu ligt zij echter in een hooge koorts, en ik vrees voor bloedvergiftiging, als die er niet reeds is bij gekomen." Iris zag hem halfvragend aan. „Wie past haar op „Mevrouw Briggs zit bij haar beder zijn geen Fransche verpleegsters te Biskra, maar wij hebben naar Algiers geseind om een pleeg zuster en een dokter van het Britsche hospi taal. Er is niet veel hoop, maar wij moeten natuurlijk doen, wat wij kunnen." Hij sprak (zoo daoht Iris), alsof het hem per soonlijk aanging en hij, tezamen met mevrouw Eriggs, haar verpleegde. „Waar is meneer Maddison X* vroeg zij. „Hij is von geen nut", zeide Tremayne min achtend. „Hij is geheel in de war van verdriet en helpt evenmin als die twee andere dwazen." „Ik verwonder mij, waarom je dr. Ruther ford niet laat halen Hij kan Algiers nog nie% hebben verlaten, want hij zou den vierden ver trekken, en dat is de volgende Zondag." (Wordt vervolgd.)

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1926 | | pagina 5