•MTW AMERSFOORTSCH DAGBLAD „de eemlander" «"SïïSS FEUILLETON. Een Liefdesdroom. TWEEDE BLAD. BINNENLAND. wil tot bezuiniging. De motiveering in de me morie van toelichting acht de commissie te zwak om hierop alleen tot het scheppen van een nieuwe instelling als de marincraad over te gaan. De commissie betoogt verder, dat de <-an- kleve van dien raad, zooals uit art. 2 van hei ontwerp blijkt, niet gering zal zijn. Zij ziet hierin de outillage van eèrt volledige recht bank, die uit den aard der zaak eveneens van het noodige administratief en bedienend per soneel voorzien zal worden. ONDERSCHEIDINGEN. Aan J. L. A. Odekerken, commissaris van politie der gemeente Roermond, is verlof ver leend tot het aannemen der hem geschonken onderscheiding van ridder in de orde van het Legioen van Eer van Frankrijk. Aan mr. G. G. van der Hoeven, hoofdredac teur van de „N. R. Ct" te Rotterdam, is verlof verleend tot het aannemen van de hem ge schonken onderscheiding van officier in de orde van de Kroon van Roemenië. lijk van een der andere opverenden, dat in Ja nuari op Ameland aanspoelde, was, vermoede lijk door natuurlijke oorzaken, bijna onherken baar. Voorzitter: Hebben jelui wel eens onaange naamheden? Getuige: Onaangenaamheden, dat zijn dage- lijksche dingen. Voorzitter: Hoe bedoelt u dat? Getuige: De verstandhouding aan boord van de loodsvaartuigen is niet zooals zij moet zijn. Getuige vertelt dan een en ander over de onderlinge verstandhouding tusschen loods- schippers, loodsen en matrozen. De meeningen over de mogelijkheid van al of niet beloodsen van schepen loopen vaak uit een. Dergelijke dingen hebben hem steeds te gen de borst gestuit. Hij vreest, dat door deze kwesties tusschen de opvarenden ongevallen ontstaan. Zij komen eerst ter kennis van de superieuren als de ongelukken gebeurd zijn en iemand verantwoordelijk gesteld moet worden. De loodsen worden vooral ontevreden, wanneer boeten worden opgelegd, waardoor ook de huis houding wordt getroffen. UiT DE STAATSCOURANT. Benoemd tot belastingontvanger te Helle- voetsliiis P. L Hofman, tijdelijk adj. inspecteur te Oldonzaaltot idem te Workum J. Bult huis, cinnmies-verifieateur der directe belastin gen te Groningen tot idem te Blokzijl A. C Knoppers, commies bij het departement van financiën te 's-Gravenhage tot tijdelijk adjunct inspecteur der directe belastingen in de in spectie-Delft F. A. Schotel, surnumerair bij de grondbelasting te s-Gravenhage; tot adj. in specteur der directe belastingen G. H Bouma te VenloA. F. Walk Meyer te 's-Hertog^n- bosch le afd J. J. Raas te Eemnes J. C. S. Nieuwenhuyzen te HoogezandH. Booy te Arnhem 2e ofdceling, M. C. M. van Kalmthout te ZeistP J Peter man te 's-Gravenhage le afdeeling A Koot te Heerlen G D. Fetter te Gorinchom J J Sweens te 's-Hcrtogenbosch Te afd P U Rifpma te Sneek le afd A. C. Warnsinck te Wageningcn C F P F. Q. L. K. BannierW. F. Vemède te 's-Gravenhage 2c afd.Mr. H Vaags tc Arnhem Te afdallen thans tijdelijk ndj. inspecteur aan nagemcldc ambtenaren bij 's Rijks Munt is wegens reorganisatie eervol ontslag ver leend J. W. A Hagen Smit, scheikundige dei fabricageA. von Ackooy, adj. commies, W. A. Perks en G R, Stockey, opzichters. De Minister van Financiën heeft op verzoek eevol ontslagen met dank F. Lieftinck te Am sterdam als lid der commissie van deskundi-1 gen voor tabak-accijns en benoemd als zoo danig W P. de Vries te Velsen, thans plaats vervangend lid en tot plaatsvervangend lid F. Meerkamp van Embden makelaar in effecten te Rotterdam. DE VERLENGING VAN HET HANDELS VERDRAG MET DllITSCHLAND. Nog een oude schuld te vereffenen De firma Jos. de Poorter, directie der Hol land-Gulf Stoomvaartmaatschappij heeft aan de Tweede Kamer het volgende adres gezon den. Te Uwer goedkeuring is voorgedragen een verdrag van Handel Scheepvaart, Douane Crediet met het Duitsche Rijk. Te dezer gelegenheid neemt ondergeteeken- de de vrijheid Uwe Hooge Vergadering mede te deelen, dat door- haar sedert 1914 van het Duftsche Rijk wordt gcëischt een schadever goeding uit hoofde van verlies van het haar toebehoorende ss. .Maria". Genoemd schip toch. werd door den Dirit- schen kruiser „Karlsruhe" den 21sten Septem ber 1914 in den Atlantischen Oceaan, ten on rechte tot zinken gebracht. Dat dit wederrech telijk is geschied moge blijken uit het feit, dat de Ncderlandsche Regeering tegen deze daad heeft geprotesteerd en een schadevordering bij de Duitsche Regeering, door bemiddeling van H. M. gezant te Berlijn, heeft ingesteld. Waar sedert de vernietiging twaalf jaren zijn voorbijgegaan en nagelaten is bij het aan Duitschland oorspronkelijk toegestane crediet, deze in verhouding tot de leeningssom kleine verplichting te regelen, althans te bezien, zoo zouden wij Uwe Hooge Vergedering dringend willen verzoeken bij deze gelegenheid dwin gende bepalingen te stellen om deze zaak tot een einde te brengen. Zoo het niet mogelijk is verrekening van on ze vordering reeds onmiddellijk te doen plaats vinden, zoo zouden wij U in overweging willen geven het geding oan arbitrage te onderwerpen en het toestaan van credietfacüiteiten hiervan afhankelijk te stellen. EEN MARINERAAD Bezwaren van de commissie voor bezuiniging der Ncder landsche Maatschappij voor Nijverheid en Handel. De centrale commissie voor bezuiniging, in gesteld door de Nederlandsche Maatschappij voor Nijverheid en Handel te Haarlem, heeft oan de Tweede Kamer een adres gericht in zake het aanhangige wetsontwerp tot het in stellen van een openbaar onderzoek naar ram pen en ongevallen, aan Nederlandsche oor logsvaartuigen overkomen, welk adres ook ter kennis is gebracht van de ministers van marine a. i. en van waterstaat en van de Eerste Kamei. Naar de meening van de commissie getuigt bedoeld wetsontwerp ganschelijk niet van den Laat op de gedachte onmiddellijk de daad volgen. naar het Engelsch van EMMELINE MORRISSON. Geautoriseerde vertaling van M Hellema. 63 Sylvia was evenals Julian een onbezorgd kind van de natuur en een echte artiste. Zij was de dochter van een onbemiddelden Ier en een Fransche vrouw, was in een klooster op gevoed, en moest op haar zeventiende jaar de wereld in Iris begreep nooit heel goed, hoe zij haar brood had verdiend te Parijs, eer zij „ontdekt" werd en naar Engeland was geko men als eerste actrice in het Stor-théater, dat zij na tien jaren van roem en toejuichingen had verlaten, om twintig gulden per week te verdienen in een linnenwinkel I „Ik verafschuw het tooneel", placht zij te zeggen „O ja, ik kan zingen, en ik kan dan sen, en ik zie er goed uit. O ja, maar ik had er een hekel aan om alles, wat ik er van wist." „En dat zal jij ook krijgen," zeide Cassillis, „.denk er dus goed over na, eer je je verbindt. Sylvia's contract is nog niet ontbonden." „Mijn contract zal nooit worden ontbonden", zeide Sylvia bedaard, en Iris begreep het niet. „Je wilde liever winkeliuffrouw worden en je talenten verwaarloozen vroeg zij. „Ik wilde liever vrij zijn", en weer begreep Iris het riet „Maar je bent toch gelukluV". V»ïde zij tot DE VERGANE LOODSSCHOENER. De inspecteur-generaal en de inspecteur van het Loodswezen gehoord. De onderlinge verhouding op de loodsschepcn is niet wat ze zijn moet. De Commissie tot het instellen van een on derzoek naar de oorzaken van de ramp van den loodsschoener van Terschelling heeft Dinsdag middag het getuigenverhoor voortgezet. Een zceloods aon het woord. Als eerste getuige werd gehoord do zeeloods M. de Gorter, die 25 jaar bij het loodswezen is, waarvan 20 jaar op Terschelling. De voorzitter, mr. Kirbergen, stelde hem ver schillende vragen over de verhoudingen bij het loodswezen. Gorter deelde mede één keer ge straft te zijn toen hij een schip aon den grond had loten loopen Volgens den kolonel had hij het gunstige getij voorbij laten gaan. Voorzitter: Hebt u wel eens onaangenaam heden met den kolonel gehad? Getuige: Ja, dien keer. Voorzitter: Vertel dan eens welke onaange naamheden. Getuige zegt, dat toen hij op het kantoor van kolonel Albarda kwam, deze tot hem zeide Jullie zijn wel loodsen voor den bond, maar of jullie dat nu wel aan boord van de schepen zijn Getuige verklaarde verder, dat de zeilsche pen niet deugen voor den loodsdienst bij Ter schelling. Daar zijn stoomschepen noodig. Dfc loodsschoeners zelf zijn goed. Voorzitter: Dringen de loodsen wel eens bij den schipper er op aan binnen te loopen? Getuige: Ja, bij ons aan boord wel. Hij heeft bij Willem Zeylemaker gevaren, en zegt dat deze meermolen niet naar binnen wil de gaan, omdat hij, zooals hij zei, geen standjes wilde oploopen. Een oud-Ioodsschipper. Vervolgens verscheen de 65-jarige oud- loodsschipper J. A. Loesberg, die 35 jaar bij het loodswezen is geweest. Voorzitter: U bent gepensioneerd en dus ge heel los van het loodswezen? Getuige: Ja. Voorzitter: Bent u ook geheel vrij van Ma rine? Getuige: Betrekkelijk. Mijn zoon is officier van gezondheid bij de Marine. Getuige, die de eerste geweest is, die met den ijzeren loodsschoener heeft gevaren, ver klaart, dat deze zeer zeewaardig waren. Zij draaiden echter slecht in den wind. Met de houten loodsschepcn kon veel beter gemanoeu vreerd worden. Alle schippers waren blij als zij van de ijzeren schepen af kwamen en overge plaatst werden op de houten. Deze konden veel beter de concurrentie tegen de Belgische loodsschepen volhouden dan de ijzeren sdhe- pen. De verstandhouding aan boord deugt niet. De opzichter-motordrijver J. de Jong deelde mede, dat de motordrijver van den verganen loodsschoener best tevreden was over den motor in dat schipl Ook de dienstdoende schipper Lodewijk, die omgekomen is, was best tevreden over den loodsschoener. Het lijk van Lodewijk, dat op Ameland aanspoelde, was aan het hoofd vrecselijk verminkt. Ook het Cassillis, „en het gaat je ook heel goed I Je vindt het immers prettig?" „Vind ik dat Hij keek met een glimlach naar Sylvia. „Neen," zeide deze, „hij vindt het even af schuwelijk als ik. Daarom zijn wij vrienden, nietwaar Julian Wij plachten ons altijd te houden, alsof we het prettig vonden, en hadden er toch een afkeer van. Maar hij is een man, en vrij om te doen wat hij wil." „Vrij misschien wel, maar niet mijn eigen meester", gaf hij ten antwoord. „Je bent toch geen slaaf van Valentine Cal- vey je hebt een contract, dat is waar, maar dat loopt immers af in Juni „Wat ga je dan doen vroeg Iris, onge rust en zich afvragend, wat er van haar zou worden, als hij de stad verliet. Maar hij had nog geen besluit genomen Het scheen, dat hij een paar zeer goede aanbiedingen had voor de opera, maar hij was bang, dat hij daarvoor niet sterk genoeg was. Hij zag er niet krachtig uit, en Iris had meer dan eens opgemerkt hoe mager hij was en hoe vermoeid, als hij in twee voorstellingen op één dag moest optreden. Toch deed hij zeer weinig buiten het théater, en leidde een zeer eenvoudig leven. „Dat Is nu het geval, nu de meeste menschen uit de stad zijn", zeide hij met een lachje. „Later In het seizoen zal ik ongetwijfeld afleiding genoeg krijgen." Maar nu zag Iris hem bijna eiken dag. Hij deed haar vele vage' beloften van haar aan Calvey voor te stellen en een plaats te be zorgen aan het Star-théater, maar ze kwamen nooit verder en dat was zijn bedoeling ook niet. Zij vond echter genoeg te doen en ver veelde zich nu nooit meer. Sylvia verstond uit stekend de kunst japonnen te maken, en Iris, die altijd handig met de paald was geweest in haar meisjesjaren, toen dat noodzakelijk was, Kolonel Albarda gehoord. Voor den tweeden keer werd daarop als ge tuige gehoord de inspecteur van het Loodswe zen, kolonel Albarda, uit Harlingen. Dc voorzitter stelde hem in kennis van de rapporten van verschillende marineschepen en andere vaartuigen. Getuige zegt van den eersten dag na dc ramp alle gegevens te hebben verzameld, „om dat ik begreep, dat ik elk oogtnblik geroepen zou kunnen worden voor den Rood von de Scheepvaart. Langzamerhand hoorde ik van verschillende kanten, dat er geen onderzoek zou gehouden worden. Ik heb toen de uit spraak van den Raad voor de Scheepvaart af gewacht inzake het vergaan van de Maassluis 29 in denzelfden tijd als de loodsschoener. Daarop schreef ik hierover naar den hoofd inspecteur voor de Scheepvaart in den Haag. 4 Febr. kreeg ik officieel bericht, dat de hoofd inspecteur geen termen aanwezig achtte, op grond van art. 70 der Schepenwet een onder zoek te doen instellen." Getuige deelde verder mede, dot vóór het onderzoek met sleepbooten door de firma Doeksen onder leiding van den luitenant ter zeo baron Van Lynden, een onderzoek met zijn eigen, zij het met primitieve middelen, heeft plaats gehad. Dit geschiedde toen het in Maart eenige dagen goed weer was. Getuige achtte het noodig, dat er beter ge zocht werd en deed den minister het voorstel inzake het groote onderzoek. Voorzitter: „Waarom is zoo lang met dat onderzoek gewacht?" Getuige: „Dat weet ik niet." Do straffen. De voorzitter stelde vervolgens eenige vra gen omtrent do straffen. Uit het strafregister van 20 April 1922 tot 28 Mei 1925 blijkt, dat er gedurende dien tijd veertien maal gestraft is. Daaronder zijn niet begrepen de aanmerkingen, welke de loods- schippers hebben gekregen. De straffen worden uitgedeeld door den minister op voorstel van den inspecteur. Getuige geeft alleen standjes als de loodsen zich bij het verhoor niet goed gedragen. Den loodsschipper T. Bakker had hij over geplaatst paar den afhaoldienst, omdat deze schipper te vaak te vroeg binnenliep. Monde ling of telefonisch heeft hij nooit standjes ge geven. De voorzitter vroeg of het juist was, dat do loods Swart bij promotie gepasseerd is. Getuige antwoordde, dat steeds hij en de loods-com- missaris in overig met de beide in functie zijn- do schippers een opvolger kiest. Daarvoor wordt de geschiktste loods genomen. Er wordt niet op den ouderdom gelet. Getuige deelde ten slotte mede, dat er veel gestook tegen het loodswezen is ontstaan ten gevolge van een tendentieus verslag in een der bladen van een vergadering van den in specteur-generaal van het Loodswezen met d« loodsen, op 30 November op Terschelling. Een gedeelte daarvan is onjuist. Verder oefende getuige critiek op de verklaringen van mr. Oud in de Tweede Kamer, die deze van des kundige zijde zou hebben verkegen en betwij felde de deskundigheid van dengeen, die mr. Oud inlichtte. Getuige meende ten slotte, dat artikel 43 geen aanleiding tot moeilijkheden kon geven, wanneer met tact wordt opgetreden. Het is z. i. beter, dat de loodsschippers steeds rapport uitbrengen als zij binnenkomen. Hij achtte het schepte er veel behagen in haar vriendin te helpen en ook haar eigen garderobe aan te vullen Er was in huis ook genoeg te doen zij hielp de opgewekte dames Dcane, bakte koekjes, rangschikte bloemen en stofte, kamers, en zoo, dikwijls hij haar kon, kwam Cassillis en ging met haar uit. Des Zondags, als het mooi weer was, gingen zij den geheelen dag uit, met Sylvia als cha peronne. Zij reden in Julian's auto naar Dor king en beklommen Box-hill; naar Hindhead, en langs de rivier. Toen de dagen langer wer den, vonden zij dat laatste het prettigste, het deed hen denken aan Hendley. Een andere m8al haalde Iris Julian over om te zingen als hij niet te vermoeid was in het salon der dames Deane, waar een bij zonder goede piano stond Soms zongen hij en Sylvia tezamen; zij hadden eenige maanden samen rondgereisd met de'troep en in „Fancy Fair" meegespeeld, en aardige duetten gezon gen maar ze gaven de voorkeur aan oude ballades, omdat Sylvia het tooneel verfoeide, en Julian e? niet- gaarne over sprak buiten den schouwburg, hetgeen al heel vreemd was voot een acteur. Iris had uren naar hen kunnen luisteren. Zij hield van Sylvia's slavenlied „Er waait een stormwind over de heide, en hij komt van de zee En het duet „Ik wist niet, toen wij elkaar voor 't eerst ontmoetten, of je ooit van mij zoudt houden dat voor hem eindigde „Maar ik was altijd van plan je mijn eigen te noemenf Maar het liefst hoorde zij hen zingen „O, dat wij beiden naar het Meifeest gingen niet noodig het verzoek om stoomloodsbooten voor Terschelling bij dc autoriteiten te steu nen en gelooft, dot dit het begin zou zijn van het einde van den loodsdienst op Terschelling. „Als wij niet dit personeel en dit materiaal hadden en er moest nog meer bezuinigd wor den, dan zouden wij het gat dichtgooien. Bij vuil weer zouden do schepen doen, zooals zij nu doen, n.l. te Nieuwediep binnenvallen en bij goed weer zouden zij het evenals nu, zon der loods doen." Getuige kon niet spreken van meer veilig heid bij stoomloodsschcpen. Klachten over de bcloodsing komen bijna niet voor. No de ramp zijn de loodsschoeners reeds 24 maal binnen- geloopen. Voor een loods acht getuige de zeil- opleiding absoluut noodig. Voor den dienst al* loods buiten behoeven zij geen zeilcapacitcitcn te hebben. Het dienen op een stoomloodsvaar- tuig doet afbreuk aan dc zeilkennis. Admiraal Rambonnct getuigt. Als laatste getuige verscheen de inspecteur- generaal van het Loodswezen, admiraal Ram- bonnet. Na do romp is hij naar Terschelling geweest en heeft 4QQr niet de loodsschippers en de loodsen vergaderd. Er zijn eenige klach ten geuit. Willem Zeylemaker vroég verzach ting van art. 43. Daor dit cèn algemeen artikel is voor de geheele kust, zou wijziging den dienst zeer schaden. Er moest steeds een rap port worden ingeleverd als de loodsschepen te vroeg binnenkwamen. Er is de laatste jaren niet zoo streng dc hand aan gehouden. Als er naar gevraagd werd en de loodsschippers dit onaangenaam vonden, don hebben zij dit aan zichzelf te wijten. Dc beste loodsschippers achten wijziging van artikel 43 overbodig en verwachten daarvan een verslapping van den dienst. In de Commissie van Georganiseerd Overleg is een voorstel tot wijziging van artikel 43 met groote meerderheid verworpen. Getuige gaf toe, /lat het voor loodsschippers moeilijk Is buiten te blijven bij slecht weer, omdat er loodsen zijn, die er op aandringen om naar binnen te loopen. De schipper Bakker is op wachtgeld gesteld, omdat hij overcompleet was. Getuige had in de vergadering met de loodsen niet gezegd, dot de schippers zich niet moeten storen aan dc briefjes en dot men ver schil moest maken tusschen standjes en straf. Op een vraag van den voorzitter verklaordo de inspecteur-generaal, dot als de loodsdienst op Terschelling wordt opgeheven, dit zeer na- deelig zou zijn voor Harlingen. Acht u radio voor de schepen noodzakelijk Getuige: Wanneer men over onbepaalde mid delen zou beschikken, zou radio voor de scho pen zeer gewenscht zijn. Bij de rondvraag vroeg het lid der commis sie, de heer Bakker, nog, of het niet beter zou zijn artikel 43 zoo ta wijzigen, dat verboden wordt naar binnen te gaan. De schepen zouden dan bij dreigend noodweer meer naar buiten gaan, en dot zou minder gevaarlijk zijn. GetuigeEr is nooit eenige aandrong uit geoefend om buiten te blijven. De zitting is hierna gesloten en de voorzitter deelde mede, dat dit waarschijnlijk de loatsto zitting is geweest en dat het rapport vermoede lijk niet voor September zal verschijnen. MIDDENSTANDSCONGRES. „Niets te veel". Vandaag en morgen wordt te Bussum ge houden de olgemeenc bondsvergadering van den Nederlondschen Middenstandsbond en het 23e Nationaal Middcnstondscongres. Hedenmorgen heeft do voorzitter van den Nederlandschen Middenstandsbond de heer Ed. G. Schürmonn de algemeene vergadering ge opend, met een rede, getiteld: „Niets te vee'" naar het bekende opschrift van den tempel van Delphi „Ne quid nimis". In zijn rede wees de voorzitter op de vele belastingen, die in dezen tijd worden geheven. Terwijl algemeen belastingverlaging noodzake lijk geacht wordt, dient de regeering steeds nieuwe wetsontwerpen in. Een greep uit vele: De Weeldeverteringsbelosting; de Ziektewet; de Wegenbelasting, om niet to spreken van so ciale wetten, die het bedrijfsleven steeds meer aan banden leggen. De belastingen staan op den top; hooger kunnen zij niet goan en toch blijft men nieuwe heffingen ontwerpen. Waar moeten deze hun draagkracht vinden? Verdient het Delphisch opschrift „niets te veel" niet de volle aan dacht, zoowel van het volk, als van de re<*ee- ring? Ons Congres, aldus spreker, biedt een wel kome gelegenheid om den volke te toonen, dat „Hoe gaarne had ik jullie beiden dat hooren zingen in de muziekkamer te Trelawn", riep zij op zekeren avond, tot tranen bewogen. „Ju lian, je stem is als goud, en die van jou, Syl via, klinkt als zilveren klokjes; maar deze ka mer is zoo vol stof; je hebt ruimte noodig en geen gordijnen." Cassilis lachte met bittere ironie. „Wij be zitten geen muziekkamers, wel Sylvia En ik vrees, dat wij nooit te Trelawn zullen komen. Wij behooren tot een geheel ander soort I" „Er is nog nooit zoo iets goeds in Trelawn geweest," stoof Iris driftig op. „Ben je ooit „goed" genoemd, Sylvia hoonde hij „Wij behooren tot de schare der gevallen engelen I Hé „Tot de „rei der verdoemden"," voegde Syl via er bij met een vroolijk lachje. „Tot de uit- gestootenen Het was een prettig leven, en Iris wenschte, dat er nooit een einde oan zou komen zij dacht niet, als zij op hoe* leven terugzag, dot zij ooit te voren zoo gelukkig was geweest. Sylvia was altijd opgewektzij had een jon geren Fronschen broeder, die in de buurt woonde, een jeugdige „deugniet", van wien zij heel veel hield, en dan woonden er nog een paar jonge vrouwen in huis, die in de schouw burgen en orkesten speelden, aardige, opge wekte meisjes, maar niet van den stand, waar toe Sylvia behoorde. Tremoyne's naam werd zelden genoemd tus*- schen Iris en Julian Wat vreemd was, terwijl Rutherford altijd over Tremayne had gepraat, hem had geprezen en haor had aangespoord zich met hem te verzoenen hod Cassillis na den eersterv^dag niet anders dan terloops over hem gesproken. Blijkbaar was hij zoo verstan dig, dacht Iris, om in te zien, dat haar besluit was genomen en ook, dat zij gelijk had Mis schien vond hij ook wel, dat Tremayne zijn de handeldrijvende en industriccle midd nstand een landelijke organisatie van zelfstandige on dernemers, als grootste werkgever in den lande op den bodem der realiteit staat, niet bijeen komt om utopieën te bespreken, maar als prac tische mannen in het belang van het gonsche volk wil medewerken aan d n cconomischen opbloei von Ncderlond. Spr. deed een beroep op den middenstand zich krachtig te organisecren. Wanneer de ar beidswetten worden verscherpt, in plaats van soepeler te worden toegepast, loopt ons land groot gevaar, dat vele vakken geen beoefe naars zullen vinden. Moeten wij terug naar dc toestonden van het oude Rome, waar niemand hakker wenschte.te worden, omdat dit beroep door de wet bezwarend was. gemaakt cn waoi de overheid een bakkerszoon dwong het vak zijns vaders uit te oefenen cn eveneens hem, die eeho bakkersdochter huwde, verplichtte bakker to worden. De wereld is sedert het oude Rome voort gegaan, moor zij moet ook vooruitgaan. Het vrije bedrijf heeft ons land welvarend gemaakt; deze les putten wij uit het verleden en op dien weg moet worden voortgegaan. Men knn onver schillig jn wolk bedrijf, alleen dan slagen, won neer men zijn taak met opgewektheid vervult. En daor do taak van den middenstand ccnc economische taak is, rust op de overheid de plicht olie belemmeringen op te heffen, dio het bedrijf knotten. Op ons rust de plicht de over heid onze rechtmatige wcnschen kenbaar tc maken en dc overheid te steunen in horc po gingen tot verbetering. Alleen met organisa ties wordt rekening gehouden. Spreker besloot: Laten onze beraadslagingen te Bussum het stempel drogen van eensgezind heid en vertrouwen in de toekomst en laat het parool van den middenstand zijn, wanneer in het belang der geheele natie een beroep wordt gedaan op iedere medewerking op ieders krachtigen steun, op ieders offervaardigheid, het opschrift van den tempel van „Delphi" voor onze organisatie is „Niets is te veel". VEREENIGING VAN NEDERLANDSCHE ARBEIDSBEURZEN Vergadering te Maastricht. Te Maastricht werd gisternomiddog, nadat do directeuren reeds een vóórvergadering had den gehouden in de Redoutezaal de algemeene vergadering geopend von de Ver. van Neder landsche Arbeidsbeurzen, door den heer Rcub, die allen welkom heette, ook den wethouder van sociale aangelegenheden, den heer Ro- chette. Tot voorzitter werd met acclamatie herko zen de heer Albarda, terwijl als bestuursleden herkozen werden ^le hecren Kunst te Gronin gen, Bonn te Tilburg, Von Riet te Rotterdam en in plaats van den heer Verstegen werd gekozen de heer Winterink, voorzitter der Ar beidsbeurs te Rheden. Als plaats voor dc volgende vergadering werd aangewezen Deventer. Ontvangst ten stadhuize. Te holf zes werden de deelnemers ten stad huize ontvangen, woor zij door den burgemees ter welkom werden gohecten op het historische stadhuis. Hij sprak zijn volle wonrdcering uit over het doel en de werkzaamheid der ver- eeniging. Deze vergadering valt toevallig sa men met dc opening van hot eigen gebouw voor de arbeidsbeurs alhier. Wij hebben hier meer dan elders te lijden van de vreemde va luta. Hij hoopt op betere tijden en op e<»n pe riode van bloei. Dan zal de arbeidsbeurs meer dan thans bemiddeling worden tusschen werk gevers en werknemers. Er werd een heildronk uitgebracht op den bloei der vereniging. De heer Rcub dankte voor de hartelijke woor den en de gulle ontvangst en dronk op den bloei van Maastricht. Pracadviczen. Ter vergadering komt in behandeling de viaag, verdient het aanbeveling, in collectieve contracten een bepaling op te nemen, waarbij de partijen zich verplichten, gebruik te maken van de openbare arbeidsbeurzen Zoo ja, hoe ver zou zich dio verplichting dan moeten uit strekken. Praeadviezen zijn hierover uitgebracht door de heeren H. Amelink, A. C. de Bruyn, mr. dr. A. A.' van Rhijn, mr. A. N. Molenaar cn E. Kupers. NEDERLANDSCH METTRAY. Feestelijke herdenking 75-ja- rig bestaan. Maandag is te Gorsel het 75-jarig bestaan van de stichting „Het Nederlandsch Mettray", opvoedingsgesticht voor jongens, feestelijk herdacht. Het gesticht en aanhoorigheden zijn verdiende loon kreeg, wat Iris niet zou hebben verwonderd. In elk gevel, wat ook de reden mocht zijn, hij had nooit pogingen gedaan Tremayne op te zoeken of hem te schrijven, om hem te laten weten, waar zij was, en na de eerste maand voelde zij zich volkomen vei- lig. Zoo ze al in Londen hadden gezocht, ze hadden hoor niet gevonden, en dat was nu ook niet meer waarschijnlijk. In het eerst had zij ollp plaatsen vermeden, waar er kans was hem te zien of te worden gezien. Zij kleedde zich eenvoudig, trok haar bontmantel niet aan, be halve in de auto, en wandelde alleen in Re gent's Park. Soms ging zij naar den Star schouwburg, maar zij zag Julian niet goorne op de planken en hield niet van Leila Hurst, het meisje, dot met hem speelde. „O. zij is niet kwaad", zeide hij onverschil lig, toen zij eens een opmerking over haar maakte „zij was in den Prinsen-schouwburg en zij danst beter dan Sylvia. Ik geloof echter niet, dat zij in je smook zou vollene het is ook geen goed meisje. Ik zou niet gaarne willen, dat je kennis met haar maakte. Lennox Lord Lennox, je weet wel „Hoe afschuwelijk", zeide Iris met afkeer „zijn ze allen zoo „Velen van hen. Trekt het tooneel je nog aan „Het zou toch zeker niet noodig zijn, zoo iets te doen „Ik vrees, dat het wel noodig zou zijn, als je opgang wildé maken je zoudt niet in den smaak vollon, als je je buiten alles hield, en natuurlijk komt het er voor een meisje wel op aan, goed gekleed te zijn en ruim te leven. Leila heeft prochtige kamers, en hij is bijzon der goed voor haar."

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1926 | | pagina 5