TWEEDE BLAD.
KOLONIËN.
FEUILLETON.
De Markies van Bardeiys
BINNENLAND.1
25e Jaargang No. 4 E RS FOP RTSC H DAGBLAD „DE EEM LANDER"Maandag 5 Ju" 1926
DE LAATSTE EER AAN KAPITEIN PARIS.
De correspondent te Kocta-Radja van de Loc.
meldde d.d. 16 Mei
De gouvernementsstoomer Bellotrix ligt op
het oogenblik op de reede van Oleh-leh met
het stoffelijk overschot van kapitein Paris aan
boord. Hedenmorgen zijn er vijf kransen op
de lijkkist gelegd, één van het officierscorps
van Atjeh en Onderhoorigheden, één van het
tweede bataljon, één van drie krijgsmakkers uit
Menlaboh, één van den ctat-major van do
Bellatrix en één van onder hem gediend heb
bende minderen» Dit is de laatste oer, den dap
peren officier hier b vezen, want morgenoch
tend vertrekt de Bc ix naar Sabang, waar
het lijk wordt overgeladen op de vrachtboot
Bintang, die het verder naar Engeland zal ver
voeren. Het stoffelijk overschot van kapitein
Paris wordt n.l. op verlangen van zijn echt-
genoote te Hastings ter aarde besteld.
DE INTENDANCE-KNOEIERIJEN.
De dader uit Nederland aangebracht
Met de Grotius is op 31 Mei uit Nederland
op Java aangebracht de onderluitenant K. van
de Intendance, bekend uit de geruchtmakende
fraudes, waaromtrent wij reeds uitvoerige bij
zonderheden meldden.
K. is onder gewapend geleide naar Weltevre
den getransporteerd en onmiddellijk in arrest
gesteld.
DIEFSTAL BU 's LANDS KAS TE
KOETA RADJA.
Een kwart ton gestolen door
Inlandschen kassier.
Maandug. 31 Mei j.l.r om pl.m. 12 uui is
plotseling de kassier van 's Landskas te Koeta
Radja, Masoean, verdwenen, naar later bleek
n.ct medeneming van ccn bedrag uit do kov
van f 24,995, w.<* f 1995 aan dien morgen
betaalde belastinggelden.
Onmiddellijk werd alles in het werk gesteld
den dief te achterhalen, waarbij men tot dc
onuangename ontdekking kwam, dat de tele
foonverbinding met de Oostkust verbroken
was. Bij Matong Gloémpang Doca werd dc
voortvluchtige denzelfdcn avond aangehouden
in een auto, met een drietal chauffeurs bij
zich. Een bedrag vnn f 11,900 werd op hem
en in de auto bevonden, o.a. f 2200 in een
thermosflesch. De rest heeft men nog niet
kunnen achterhalen. Dc auto was twee dagen
tevoren besteld a raison van f 150. Van het
gestolen bedrag was f 23,000 ann bankbil
jetten, een uur tevoren ontvangen op dc Ja-
vasche Bonk in verbond met de uitbetaling der
trnctementen op I Juni.
Bij het eerste verhoor gaf de kassier als
reden van den diefstal op, dat hij in Medon
eens uit wilde gaan met zijn vrienden. Ver
moed wordt echter, volgens het Nbld. v. Atjeh,
waaraan dit bericht ontleend is, dut het geld
een andere bestemming had
HET GEVANGENISWEZEN IN DE BUITEN
GEWESTEN.
Nieuw systeem van g'evangcnisscn.
Indische bladen vernemen dat binnenkort be
gonnen zal worden met den bouw, volgens een
nieuw systeem, van gevangenisjes in de Buiten
gewesten. Het eerst komen voor vervanging
aan de beurt die van Moeara Doea en Marta-.
poera, in de Residentie Palembang gelegen.
Dc nieuwe gevangenissen, voor een deel in
beton en baksteen opgetrokken, worden onder
technische leiding van den Onder-Directeur
der gevangenis en onder toezicht van de B.
O. W., geheel door gevangenen gebouwd. Het
normaal ontwerp is gegrond op het „slaap
hokken-systeem", gegroepeerd om een binnen
plaats. H. t houten deel wordt in Tjipinang en
andere groote gevangenissen vervaardigd, en
pasklaar te bestemder plaatse opgezonden.
EEN NIMROD GEVELD.
Zijn daden en zijn dood
Dc grooto jacht.
In het midden van 1925 is de heer Bernaid
Ledeboer, de bekende jager op groot wild, erf
pachter van het Jang-ploteou en mede-eigenaar
van het koffieland Wadoeng West (Banjoe
wangi), naar Oost-Afrika gegaan om daar to
jagen.
Dezer dagen is" in T-;«Tië ontvangen een tele
gram van den consul t Mombasa (Br. Oosï-
Afrika, het vrocgerp Duitsche gebied), mel
dend, dat de heer Ledeboer op jacht door een
olifant is gedood.
Z.(cntgraoff) herdenkt hem in het Soct
Hbl. en vertelt van een onderhoud, dot hij eens
met den-jager had.
Ledeboer was in dc eerste plaals tijgerjager,
hoewel hij in z'n hart de echte jagers zul
len dit met hem eens zijn dit niet de echtfr
jacht noemde. De groote jacht was voor hem
die op olifant en rhinoceros, waortoe hij do
meest afgelegen streken van Sumatra tot hot
hart van Atjeh doortrok.
„Dc tijger is laf", zei L., „hij vlucht altijd,
ook als hij is aangeschoten en wordt eerst
gevaarlijk als hij niet meer vluchten kan, of
doodelijk (gewond is." Natuurlijk is er geen
regel zonder uitzondering. Toch, ondanks die
minachting voor den tuiger, zóó zuiver ge
meend dat hij een aangeschoten tijger, die de
vlucht nam in cenige holen en grotten in de
buurt van Pajakocmboeh, op honden en voeten
nakroop, het geweer mecsleepend, tot-ie het
doodelijk schot kon plaatsen. Was dezo jacht
voor hem het aantrekkelijkst.
Een tijger is slim, voorzichtgin streken
von Sumatra waar veel op hem wordt gejaagd,
bijv. bij de doesoens, komt hij, wijs doo»
routine dikwijls niet meer terug bij het achter
gelaten aas. Zoo had de jacht op hem iets
Fescincerends.
Ledeboer kende de taal van het woud, het
leven in deze ruige geheimenis, en hij los de
historie van den dog op de paden waarlangs
het gedierte zich beweegt naar jachtveld of
bron. Uit de geluiden hoorde hij, wie er op het
pad waren. Het zenuwachtig geluid der eek
hoorn, de kakelend wegvliegende boschkip, dn
met blaffend gerucht vluchtende kidong, er»
vooral dc luidruchtig-angstige apen, zij lecren
dat dc schrik van het woud, de gestreepte
Dood rondsluipt, onhoorbaar cn zelfs in hel
donker een takje op z'n weg vermijdend.
Maar vooral leefde Ledeboer op toen hij
begon tc vertellen van do olifant en rhinoceros
op Sumatra. Hij 'nam op deze jacht niet stel
ling in een boom, tenzij dit voor het werk
noodig was, doch nooit voor eigen veiligheid
Zoo trad hij den olifant tegemoet, met vast
vertrouwen op het nimmer falend schot.
De olifant reageert niet op geluid hij
maakt zelf te veel lawaai in het bosch doch
op reuk. Niemand weet, wat het is met den
reuk van den mcnsch, en het is misschien ook
niet erg vleidend voor ons, maar er is geen
monster in bosch of jungle, of het wordt aan
gegrepen door een vreemden angst, als het den
reuk van den mensch waarneemt. Is het een
waarschuwend instinct, dat hier het grootste
gevaar nadert, dot eenig dier, ook het sterkste,
bedreigen kan, of iets anders Er zijn uitzon
deringen een kwaadaardige rhinoceros of
olifant, die attaqueert, ook al is hij niet aan
geschoten, maar als regel neemt alles de
vlucht, en er zijn voorbeelden uit de groote
jncht, dat een olifant dagen uriitereen voort
liep, als-ie den monsch hod geroken.
Maar als hij aanvaltBij dit verhaal
sprong Ledeboer op en zei„De brecde kop,
daarnaast de reusachtige, wijd uitstaande ooren
de recht vooruitgestoken slurf.... een breedo
massa, die op je toeschiet. Dan spring je op
t laatste moment op zij cn plaatst je kogel in
de hersens, achter het oog."
Men moet dan wèl een zeker schot hebben:
hij liet me het geraamte van een kop zien.
waarin de holte voor de hersenen, ongeveer
de grootte van een klapper. En dan. in die
voorbijvliegende geweldige massa, het doo-
dend schot te zetten in deze kleine ruimte
dit is wèl het echte jagers werk.
Hij heeft eens in de buurt van Kota Agoeng
dogen achtereen het spoor van een vluchten
den olifant gevolgd, zonder eenig ander voed
sel don de kern van een bepaalde rotonsoort,
slechts te eten voor hem die in hoogsten nood
is. Maar, hoewel zelf uitgeput van ontbering,
schoot hij hem.
Toen heeft hij getracht het minst harde
stuk van het dierde tong, te koken voor
voedsel, doch dit was no 12 uur nog even
hord als in den aanvang, volmaakt oneetbaar.
Dan de lange tocht door dc wildernis terug,
met dc slagtanden 1
Hij was zich volkomen bewust van het ge
vaar dezer jacht; eenmaal in den aanval',
vechten olifant en rhinoceres tot the b^tcr end,
en ze schieten heen en weer met bijna onge
looflijke snelheid, tot zo hun vijand verplet
terd hebben. Zoo zag Ledeboer op Sumatra
een olifant staan bij het lijk van ccn Malei-
schcn jager, en de kolossus was langer dan
een kwartier bezig met het in den grond wrij
ven, onder zijn zware pooten, van het ver
morzelde lichaam van zijn slachtoffer.
Oost-Indië.
DE RAMP IN DE PADANGSCHE
BOVENLANDEN.
Telegrafische berichten van den
gouverneur-generaal.
Van den gouverneur-generaal van Ncder-
landsch-Indie zijn onder dagteekening van 1
Juli j.l. op het departement van koloniën de
volgende telegrafische berichten ontvangen no-
pei^ de ramp in dc Podangsche Bovenlanden
Het eerste telegram is aangeboden te Buiten
zorg en luidt
„Resident gisteren van tournée Bovenlanden
terug, seint Padangpandjang, zoo goed als ge
heel verwoest, alle steenen gebouwen geheel of
gedeeltelijk ingestort en meeste houten gebou
wen uit verband gerukt en onbewoonbaar. Daar
opruimingswerk zeer longzaam vordert en
meest lijken onder puinhopen bedolven kan
juiste aantal dooden nog niet opgegeven. Ech
ter vermoedelijk tusschcn TOO cn £00, waaron
der van platteland in verband dag groote Pas-
sar.
Eén Europeaan, militair assistent-apotheke»
Smith gedood. Behoudens militair kampement
dat ook heeft geleden alle gouvernementsge
bouwen geheel of gedeeltelijk vernield. Ook
militaire woningen buiten kampement. Weg
Aneikloof belangrijk beschadigd en versperd
waardoor eenige maanden verkeersstremming.
Beschadiging spoorbaan niet ernstig bij vol
doend werkvolk kan treinenloop PadongPa
dangpandjang binnen eenige dagen hervat
Treinverkeer Soloh-Sanlah Loento heeft plaats
met overstappen. Auto-communicatie Pa
dangpandjangFort dc Koek via zijweg, ge
wonden langs deze route naar hospitaal Fort
de Koek vervoerd. Langs denzelfden weg ge
schiedt aanvoer levensmiddelen. Ook is Fort
de Koek van Podang per auto bereikbaar via
Monind jau en Motper. Van assistent-resident
Solok bericht ontvangen, dat meeste steener»
winkels Passor Soloh verwoest met 13 dooden
en 8 gewonden.
Van gouvernements steenen gebouwen mu
ren gescheurd. Assistent Residentswoning cn
Pasang-Grahan onbewoonbaar. Assistent-Re
sident van Sawah Loento seinde geen ernstige
beschadigingen meeste ravage Binnenlnndsch
Bestuurskantoor en woningen Assistent-Resi
dent, onderwijzer en onderwijzeres. Geen per
soonlijke ongelukken en in mijnen niets bijzon
ders. Te Fort van der Capelle verschillende be
schadigingen ook buiten hoofdplaats. Gevange
nis ingestort. Voor zoover bekend enkeje doo
den. Te Fort de Koek en omgeving schade toe
gebracht aan steenen woningen waarvan ver
scheidene ingestortaantal dooden Agam 34
en verscheidene gewonden. Enkele andere res
sorten melden materieele schade. In Kórintji
werden slechts lichte schokken waargenomen
Rehalve voornoemde Smith geen Europeanen
jongclukt. Ik zal nader seinen cf Eurepsaner»
gewond.
(get FOCKJ
Het tweede telegram, aangeboden te Ban
doeng luidt
Resident seint nader tot dusver niets verno
men betreffende ernstige ongelukken aan an
dere Europeanen overkomen. Totale aantal
dooden Soloksche 33 en ernstig gewonden 3
Materieele schade ramp nog niet te schatten
doch zal minstens een paar millioen beloopen
(get.) FOCK.
Het aantal, dooden 198.
Het aantal dooden bedraagt tot dusver 198,
waaronder de reeds gemelde éénc Europeaan.
70.000 menschcn in de ofdeeling Padang
Pandjang zijn vrijwel alles kwijt. Millioenen
zijn noodig. Het bestuur doet het mogelijke
voor hulpverlecnïng en heeft de levcnsmiddc-
lendistributie geregeld.
GEVECHT VAN EEN PATROUILLE ONDER
KAPITEIN BEHRENS.
Achttien dooden.
Uit Koeta Radja wordt d.d. 3 Juli geseind
Een patrouille onder kapitein Behrens nam
een tot verdediging voorbereide missigit in in
Gampang Kroeeng Locas in boven-Troembon
De leider Teungkoc Poeti werd met 17 volge
lingen, o.w. enkclo ondergeschikte aanvoer
ders, neergelegd. Onzerzijds werden 2 mare
chaussees licht gewond.
De ziel van den godsdienst is praktijk.
Naar het Engelsch van
RAFAEL SABATANI.
HOOFDSTUK I.
Dq Weddenschap.
„Als je van den duivel spreekt", fluisterde La
Fossc mij in het oor, en die woorden en ook de
uitdrukking van zijn blik deden mij omkijken.
De deur was opgedaan en daar stond op den
drempel de zware gedaante van den Graaf de
Chatcllerault. Een bediende, in zijn rood met
gouden livrei stond onderdanig gebogen voor
hem om zijn hoed en overjas in ontvangst to
nemen.
J) Deze roman speelt in het jaar 1632,
onder de regecring van koning Lodewijk XIII
van Frankrijk, een zwakke vorst, die beschermd
werd door zijn minister, kardinaal Richelieu.
Ter vestiging van de absolute koninklijke
macht ontnam deze den Hugenoten hunne po
litieke voorrechten en verminderde hij de be
voegdheden der erfelijke adellijke gouverneurs.
Hierdoor ontstonden in 1632 samenzweringen
van den Franschen adel tegen den kardinaal,
die door Richelieu op bloedige wijze werden
onderdrukt, waardoor hij den trotschcn, wecr-
spannigen Franschen adel wist te knakken.
Markies de Bardeiys behoorde tot de ko-
ningsgezinden en was dus op de hand van
den kardinaal.
Een plotselinge stilte ontstond onder het ge
zelschap, waarvan deze man een oogenblik van
te voren het onderwerp van gesprek was ge
weest. Eensklaps kwam er eert eind aan de
geestigheden, waartoe het noemen van zijn
naam aanleiding had, gegeven. En niet minder
zijn hofmakerij in Lnnguedoc waar hij zoo
juist vandaan kwam cn waar hij een lcelijke
nederlaag had geleden. Dit was dan ook een
onderwerp, dat vrij wat spotternijen en on
barmhartige grappen had gekost. De verras
sing was algemeen, want wij hadden gehoord,
dat Chatelleroult zich zijn teleurstelling zeer
aantrok en wij hodden niet verwacht hem zoo
spoedig in een kring te zien verschijnen, waar
in gewoonlijk vroolijkheid heerSchtc tenmin
ste daar beroemde ik mij op.
En zoo bleef de graaf een oogenblik op den
drempel staan, terwijl wij den hals uitrekten om
hem aan tc kijken, alsof het een voorwerp van
nauwkeurig onderzoek gold,. Plotseling scheen
een onderdrukte lach van den onwijzen La Fos
sc de betoovering te verbreken. Ik fronste de
wenkbrauwen. Het was buitengewoon onbe
leefd dien indruk moest ik tot eiken prijs
wegnemen.
Ik sprong overeind, zoo plotseling, dat mijn
stoel meer dan ccn halven meter over den
gladden parketvloer vloog cn in twee stappen
stond ik voor den graaf en reikte hem dc hand
om hem welkom tc heetcn. Hij vatte die met
een traagheid, welke tc denken gaf. Hij na
derde tot in het volle kaarslicht en con akelige
zucht ontsnapte uit de diepte van zijn zwaar
lichaam.
„U is verbaasd mij té zien, mijnheer de mar
kies", zeide hij op ccn toon alsof hij excuus
mankte voor zijn komst eji voor zijn ge-
heclc bestaan schier.
Nu moet men weten, dat dc natuur den graaf
de Chatellcrault begiftigd had met een aard
even fier. en aanmatigend als die van Lucifer
eenige gelijkenis met dezen doorluchtigen
persoon beweerden zijn verdrukte onderge
schikten tc bespeuren in de trekken van zijn
donker gelaat. De omgeving waarin hij leefde
had de onbeschaamdheid waarmee dc natuur
hem begiftigd had niet verminderd, en de gunst
van den koning waarin hij mijn mededinger
was had verder meegewerkt om den ver
waanden aanleg van zijn ijdele ziel te verhoo-
gcn. Zoodat deze verwonderlijk nederige toon
mij zeer verbaasde; want ik meende, dat zelfs
een teleurgestelde liefdeshistorie niet in staat
kon zijn om zulk een verandering teweeg te
brengen in dezen man.
„Ik had niet gedacht hier zulk een groot ge
zelschap aan te treffen", zei hij. En dc woorden,
die toen volgden, bevatten de verklaring van
zijn somber uiterlijk. „Monsieur dc Bardeiys,
de koning heeft geweigerd mij tc ontvangen
en wanneer dc zon is ondergegaan, moeten wij,
om dc geringere hemellichamen aan het hof
felijk firmament, ons tot de muren wenden
om licht cn troost tc zoeken." En hij maakte
een diepe buiging voor mij.
„Beteekent dat, dot ik over den nacht re
geer vroeg ik lachend. „Do vergelijking is
meer grappig dan juist, want terwijl dc maan
koud is en somber, mij zult ge altijd warm
vinden en hartelijk. Ik wenschte, monsieur de
Chatellerault, dnt ik de eer die gc mij aandoet
mij een bezoek te brengen, aan een minder
onaangename omstandigheid te danken hod dan
aan het misnoegen van zijn majesteit."
„Het is niet voor niets dat zij u „Dc Luister
rijke" noemen", antwoordde hij opnieuw met
een buiginghij scheen den angel niet tc voe
len die in mijn laatste woorden log opgesloten.
Ik lachte en zonder verdere plichtplegingen
geleidde ik hem naar dc tafel.
„Ganymedes, een plaats voor mijnheer den
graaf. Gilles, Antoine, bedien monsieur de
Chatellerault. Basilè, wijn voor mijnbeer den
graaf. Haast u 'wat I"
Dc rhinoceros is nog iets gevaarlijker; Le
deboer cn een Malcier liepen bijna tegen zoo'n
monster op dat zich, ergens in Sumatra, ccn
weg baande in ccn dichtbcgrocidcn poel. De
Maleicr vloog als een kat in een sliert lianen,
werkte zich in doodsangst wat naar boven, ter-
wel de neushoorn tevergeefs met den gruwc-
lijken bek naar hem beet. Op 't zelfde moment
viel Lcdcbocr's schot cn terwijl dc rhinoceros
neerstortte, tuimelde dc Maleicr, dio zóó ver
moeid was dat hij zich niet langer kon hond
haven in z'n vreemde positie, op het slervendi
dier.
Dc jacht in Afrika was een illusie voor
Ledeboer, en hij is er in het laatst vnn 1925
heengegaan.
Een paar brieven zijn in Indie van hem
ontvangen; hij scheen ietwat gedcsillusionnccrd
te zijn cn sommige dingen wezen er op dat hij
spoedig zou terugkeeren. Hij klaagde er over
dat ook daar het terrein was afgejaagd, en
dat men vrijwel geen groote olifanten mcei
zag.
Vermoedelijk heeft hij er nog wel één ont
moet, en toen is daar het drama afgespeeld,
dat, op z'n kortst saamgevat, ons is meege
deeld „Killed by elephant."
Eindelijk zou hij moeten rusten op den ko
ninklijken Jong, den Godenberg, waar hij
leefde als een hecrschcr. Doch wellicht is het
zóó maar beter; hij rust vermoedelijk op do
plek waar hij, na honderden victories, voor
het eerst de groote fout maakte. Men weet hel
niet, hoe dit ging, en zal het vermoedelijk
nooit weten, maar hij ligt don op het torroiq
der groote jacht, waorvan hij, in Indic. d$
koning was.
Indie kent meer onverschrokken jagers, dje
tijger en olifant zoeken in hun schuilploatscp.
Maar allen zullen ongetwijfeld van Lcdebcer
erkennen Hij was dc beste onder ons.
NED.—BELGISCH VERDRAG EN
TWEEDE KAMER.
Behandeling in de tweede helft
van October.
Naar dc Tel. verneemt, ligt het in het voor
nemen, om het Ncderlandsch-Belgisch verdrug
in de tweede helft van de maand October in
dc Tweede Kamer te doen behandelen.
DE WEELDEVERTERINGSBELASTING.
Bezwaren der linnen- cn tapijt-
fabrikanten.
Een deputatie uit de Verceniging van Katho
lieke Werkgevers in do Textielnijverheid had
dezer dogeh een audiëntie bij den minister van
financiën ter bespreking van de ernstige be
zworen, die onder de linnen- en tapijtfabrikan
ten bestaan tegen het ontwcrp-Weeldcverte-
ringsbelasting.
Immers, volgens dit ontwerp zullen onder
deze nieuwe heffing vollen tafel- en bedde
goed van andere dan katoenen weefsels, da
mast, karpetten, kleeden, tapijten, loopers,
waarin wol is verwerkt.
Voorop werd gesteld, dot dc toestand in de
genoemde takken van industrie zich tegen
elke nieuwe bemoeilijking verzet. Reeds thans
is er groote werkloosheid in deze takken van
nijverheid. Al zal vólgens dc bedoeling van
den ontwerper dér Wecldcverteringsbelósting
de belasting door den consument worden be
taald, dit neemt niet weg, dat ook de nijver
heid er ernstig nadeel van zei ondervinden,
daar vanzelfsprekend de verhtooging van den
prijs der ortikelen met 10 pet. vermindering
van afzet tengevolge moet hebben.
De bijzonder ongunstige toestand in bedoel
de takken van nijverheid werd den minister
met cijfers aangetoond.
Voorts werd er door de deputatie uit ge
noemde verceniging op gewezen, dat zoowel
voor den post tafel- en beddegoed als voor don
post tapijten het criterium geheel ten on
rechte is gezocht in dó gebruikte grondstof
fen. De omstandigheid toch, dat tafel- cn bed
degoed geheel of gedeeltelijk uit linnen is ge
maakt, brengt niet mede, dot het artikel ccn
weeldeartikel is. Het grootste gedeelte linnen
en halflinnen tafel- on beddegoed is een zeer
eenvoudig gebruiksartikel. In vele gevallen
wordt de voorkeur gegeven aan linnen boven
katoen met het oog op den longeren levens
duur.
In ccn oogenblik was hij het middelpunt ge
worden van ieders aandacht. Mijn bedienden
fladderden om hem heen, gonzend en indrin
gerig als bijen rondom een roos. Wil mijnheer
proeven van deze „capon h la casserole" of
van den gotruffeerden pnuwfc Kón een snede
van deze krachtige ham ii l'Anglaise mijnheer
den graaf niet. bekoren, of wil hij misschien
dezen kalkoen aux olives eens proeven Dit
is dc salade die dc kok van monsieur le mar
quis in Italië heeft leeren bereiden en hier een
vol-au-vcnt, uitgevonden door Quélon in eigen
persoon."
Basile presenteerde hem verschillcndo wijnen,
hij werd gevolgd door een page met een zil
veren schenkblad vol bekers en karaffen. „Wit
te Armagnac of roode Anjou, monsieur lc
comtc Bourgonje waar monsieur lc marquis
zeer veel van houdt cn dit is ccn zeer fijne wijn
uit Lombardijc, vaak door zijn majesteit be
steld. Of wil monsieur dc Chatellerault soms
liever van den laatstcn oogst van Bardeiys
proeven
En zoo vervolgden zij hem en brachten hem
in dc war, totdat hij eindelijk een kous gedaan
had; cn zelfs toen nog bleven er een paar be
dienden achter zijn stoel staan om zijn gering
ste wcnschen tc voorkomen. Ja, als hij dc ko
ning geweest was in eigen persoon, men had
hem in het Hotel dc Bardeiys geen grootor
eer kunnen aandoen.
Maar dc gedwongenheid die zijn komst ver
oorzaakt had was nog niet weggenomen, wan*
Chatcllerault was weinig bemind en zijn te
genwoordigheid werkte als een doodshoofd aan
een Egyptische feestmaaltijd.
Want van al deze mooi-weer vrienden die
rondoih mijn tafel zaten er waren slechts
weinigen dio niet onder zijn macht hadden ge
leden was er, vreesde ik, misschien geen
een die zoo beleefd zou wezen zijn verachting
voor den gevallen gunsteling niet te toonen.
Eveneens werd aangetoond, dat door het
brengen van alle dhmastwccfscls onder deze
belasting wederom tal van weefgoederen met
een weelderccht zullen wordon belast, dio in
geen enkel opzicht weeldeartikelen zijn.
Vele instellingen van openbaar nut, zooala
ziekenhuizen, krankzinnigengestichten, enz.,
geven dc voorkeur aan dc producten der lin-
nenindustric boven dio der katoenindustrie
met het oog op de grootere deugdelijkheid.
Met instemming werd kennis genomen van
dc verklaring van don minister dat het zijne
bedoeling niet is onder het begrip „bedde
goed" mede tc rangschikken dekens, poluws
en matrossen, doch slechts beddelakens cn
-sloopen. De aangevoerde bezwaren worden
daardoor echter geenszins ondervangen.
Wat dc tapijtindustrie betreft werd cr op
gewezen, dnt vrijwel in allo geweven vlocr-
klceden wol is ve1'vorkt. Ook do recest een
voudige karpetten bevatten nog een zeker
percentage wol, al is dit dan ook niet meer
don eenige percenten. Al kon niet worden
ontkend, dot er onder dc producten der ta
pijtindustrie luxo voorwerpen zijn, zulks kon
echter niet motivceren om nagenoeg alle pro
ducten der tapijtindustrie onder de Wccldo-
vcrtcringsbelasting tc brengen.
Dc juistheid van een en ander werd door
het overleggen van een uitgebreide stolen-
collectie nader aongetoond.
De minister volgde mot groote belangstel
ling do verschillende uiteenzettingen en ver
klaarde zich bereid er ernstig aandacht aan
te schenken. De bedoeling is niet aldus de
minister om een nieuwen last op bepoaldo
tukken van nijverheid te leggen, doch om den
consument te treffen. Daartegenover werd
opgemerkt, dot het eerste niettemin zeer
door de belanghebbende nijveren wordt ge
vreesd cn dit gevolg ook niet kan uitblijven
voor zoover het betreft artikelen, die vervang
baar zijn, zooals b.v. linnen door katoen.
De minister drukte voorts do hoop uit, dot
het bestuur der Verceniging van Katholieke
Werkgevers bereid zou zijn een redactie tc
formuleercn, die aan de geopperde bezworen
zooveel mogelijk tegemoet kwam cn dc hef
fing zou beperken tot dc werkelijke weelde
artikelen.
Bijzondere aandacht had bij de bespreking
nog het voorgestelde verschil van 2 pet. tus
schcn dc belasting op binnenlandschc cn het
invoerrecht op de ingevoerde producten.
Een verschil van tenminste 5 pet. tusschcn
beide heffingen werd noodzakelijk geacht,
wil althans worden voorkomen, dat de voor
gestelde Wecldeverteringsbelasting de Nc-
derlondsche industrie nog verder achter zal
stellen bij de buitenlondschc industrie.
De minister verklaarde zich bereid ook dit
punt ernstig tc overwegen.
GEBRUIK VAN BERErD OPIUM.
Verschenen is het voorloopig verslag der
Tweede Kamer nopens de wetsontwerpen:
Goedkeuring van do overeenkomst met bijbe-
hoorend Protocol nopens het gebruik van be
reid opium von II Februari 1925.
Voorbehoud der bevoegdheid tot bekrachti
ging van het Verdrag met bijbehoorend Proto
col betreffende de vervaardiging en dc berei
ding van, alsmede den handel in verdoovende
middelen van 19 Februari 1925.
Verscheidene leden gaven er hun bovreem-
ding over te kennen, dat do resultaten der to
Genèvc vanwege den Volkenbond gehouden
Opiumconferenties eerst nu aan dc Kamer wor
den voorgelegd.
Vele leden meenden hun teleurstelling te moe
ten uitspreken over de geringe resultaten, door
dc Eerste Opiumconferentie te Genèvo bereikt.
Deze leden vonden dc bepalingen van het Pro
tocol belangrijker, dan de overeenkomst zelve.
Zij betreurden, dot niet van Nederlandscho
zijde het Initiatief is uitgegaan om zoodanige
bepalingen reeds op de Eerste Conferentio
vastgesteld te krijgen, te meer, daar een Neder-*
lander tot voorzitter dier conferentie was ge
kozen.
Het zwakke en weifelende karakter van onze
opiumpolitiek, dot op do beide conferenties is
gebleken, treedt volgens de laatstbedoelde leden
nog duidelijker aan het licht door de berichten,
die sedert uit Ned.-Indië tot ons komen en die
erop wijzen, dat men daar, met het oog op den
tocnemenden smokkelhandel, thans de tot be
strijding van het opiumgebruik getroffen maat
regelen tijdelijk buiten werking stelt cn zelfs
overweegt opium togen logeren prijs verkrijg
baar te stellen. Deze politiek werd bedenkelijk
geacht.
Dat hij een gevallen grootheid was, dat be
grepen wij, zoowel uit hetgeen wij reeds ge
hoord hadden als uit zijn eigen woorden.
Toch mocht hij in mijn huis geen voor
smaak hebben van de koelheid, waarmee hij
weldra in geheel Parijs zou worden ontvangen,
en daarom hing ik den gastheer uit met al do
beleefdheden, welke die rol iemand oplegtilc
stortte al mijn hartelijkheid over hem uit en
om do koelheid van mijn andere gasten tc ver
warmen, liet ik den wijn overvloediger stroo
men dan ooit. Mijn waardigheid zou mij niets
minder veroorloven, ik was het aan mij zelf
verplicht, anders kon het den schijn hebben
of ik mij verheugde over den val van mijn
mededinger cn hoopte dot de ongenade, waar
in hij was gevallen bij den koning, mij een
sport hoogcr zou doen stijgen.
Mijn pogingen waren niet vruchteloos. Lang
zaam deed de verzachtende invloed van den
wijn zich gevoelen. En daarbij ma&kto ik ge
bruik van dc scherpzinnigheid en het vernuft
waarmee dc hemel mij begiftigd heeft en door
een gepost woordje hier cn daar gelukte het
mij dc opgeruimdheid terug t.e roepen, die zijn
komst voor een oogenblik verdreven had. Én
zoo spreidde weldra de opgewekte vroolijkheid
haar mantel weer over ons uit, de eene grap
volgde op de andere, wij lachten en plaagden
elkaar, totdat onze luidruchtigo opgewektheid
dopr de open vensters naar buiten stroomde cn
op do vleugelen van den nachtwind gedragen
werd naar de Rue St. Dominique, over de Rue
de l'Enfer en doordrong misschien tot de za
len van het Palais du Luxembourg. Wie weet
of ze niet begrepen, dat Bardeiys en zijn vrien
den weer een vroolijk feest vierden, een luid
ruchtig feest, zoools zoo menigmaal, waaraan
Bardeiys gedeeltelijk den bijnaam te danken
had van „De Luisterrijke".
(Wordt vervolgd).