BINNENLAND.
FEUILLETON.
De Markies van Bardelys.
25e Jaargang No. 32 AM ERSFGO RTSCH DAGSLAD „DE EEMLANDER"
TWEEDE BLAD.
KOLONIËN.
LINNEN COSTUMES
Vrijdag
6 Aug. 1926
Oost-Indiê.
ERUPTIES OP BALI.
Nieuwe werking van den Goe-
noeng Batocr. Een dessa door
de lava verzwolgen.
Singaradja, 5 Aug. Nadat de eer
ste eruptie van den Goenoeng (berg) Batoer
(Bali) geluwd was, vertoont hij sinds Woens
dagnacht wederom een verhoogde werking.
Er werden nieuwe kraters gevormd, waarvan
er een, welke een constanten lavastroom
spuwt, ongeveer T K.M. boven dc dessa Batoer
gelegen is. De dessa geroaktc langzamerhand
in brand en.werd door de lava verzwolgen. De
bevolking heeft zich wefen te reddenook
het huisraad is geheel in veiligheid gebracht
De resident van Bali, de heer P. E. Molen-
burgh, seinde aan dc regeering, dat hij he
den zal afreizen naar de getroffen streek,
waar de controleur van Kloenkoeng, de heer
H. Cv J. Gunning en de regent van Bangli be
nevens militairen en politie reeds aanwezig
waren voor hulpvcrleening en tijdelijk© huis
vesting Talrijke nanplantingen zijn verwoest
De schade bedraagt eenige tonnen gouds.
Gisteravond was de uitbarsting te Singa
radja voortdurend waar te nemen. Thans is
het gerommel minder hevig.
UIT DE STAATSCOURANT.
De voornaamste Kon. Beslui
ten. enz. uit de Staatscourant
van hedenavond.
Benoemd tot ridder in de Orde van Oranje
Nassau H. A. Meyer, eerste werktuigkundige
bij. de gouvernementsmarine
op verzoek wegens volbrachten diensttijd
onder dankbetuiging eervol ontslag verleend
uit <jen militairen dienst aan den generaal-ma-
joor der artillerie van het Ncd. Ind. leger W.
•A.'Blits, en aan den generaal-majoor der in
fanterie van het Ned. Ind. leger J. H. I. Le
Cocq d'Armandville.
DE WEELDEVERTERINGSBELASTING.
Dc mogelijkheid van intrekking.
„Het Vaderland" meldt, dat „de Weeldevêr*
tcringsbelasting zal worden ingetrokken Di»
bericht kan in deze bewoordingen, die erop
wijzen, dat een beslissing reeds zou zijn geno
men, niet juist zijn, omdat het wel zeer on
waarschijnlijk is te achten, dat de ministe*
van financien, die pas over veertien dagen var*
zijn verlof terugkeert, in zijn vacantie dit on
derwerp tot een beslissing heeft gebracht. In-
tusschen heeft het Hbld. reeds lang hoorei,
verluiden, dat men denkt over de mogelijkheid
eener oplossing, welke intrekking der Weclde-
vcrtcringsbelasting zou toelaten.
VERASSCHING
VAN DR. H. F. R. HUBRECHT.
Een plechtigheid op Wcstcrvcld.
In het crematorium „Westerveld" heeft uis-
♦ermorgen onder grootc belangstelling de ver-
assching plaats gehad van het stoffelijk over
schot van dr. H. F. R. Hubrecht.
Het gemeentebestuur van Amsterdam was
vertegenwoordigd door den waant. Burgemees
ter van Amsterdam, den heer F. M. Wibaut
en dr. I. H. J. Vos, wethouder; van de Kon.
Vereeniging „Het Koloniaal Instituut waren
aanwezig de waarnemend voorzitter, jhr. mr.
dr. A. Röell, commissaris der Koningin in
Noord-Holland, dr. C. W. Jansseiv vice-voor-
zitter; Herbert Cremer, penningmeester en E
J. Has§elman, lid van den Raad van Behèer
Voorts was het Koloniaal Instituut vertegen
woordigd door den *Alg. secretaris Ir. Th. F.
Delprat, die tevens als voorzitter het Kon.
Ned. Aardrijkskundig Genootschap represen
teerde, en verder door prof J. J. van Loghem.
honorair directeur van de afd. „Tropische Hy
giene", prof. E. P Snijders, patholoog aan
deze afdeeling; prof. dr. L. Ph. de Bussy, di
recteur van de afd. Handelsmuseum, Ir. W L.
Utermark hoofdambtenaar van het Instituut, J.
C. Lamster conservator van de afd. Volkenkun
de en do architect van het gebouw de heer
van Nieukerken. Namens het Aardrijkskundig
Genootschap was, behalve dc heer Dlprat
ook aanwezig de heer-C. Vattier Krannc; de
consulaire Commissie verbonden nan het de
partement van Buitenlandsche zaken was ver
tegenwoordigd door dr. H. Muller, gezant te
Praag.
De Kamer vph Koophandel en Fabrieken te
Amsterdam vertegenwoordigden dc hecren E
Heldring, voorzitter en H. Rud. du Mosch, vice-
voorzitter; ook waren verscheidene leden en
oud-leden der K. v. K. aanwezig evenals de
oud-voorzitter de heer S. P. van' Eeghen en de
oud-secretaris mr. J. Moll Schnitzler.
De Amstel-hotcl Maatschappij was vertegen»
woordigd door de commissarissen de hecren
E. S. Labouchère, Alex Wertheim en J. Du-
dok van Heel, en door de waarnemende direc
teuren de hecren R. Belinfante cn I. C. Man
Verder merkten we op den heer Ch. E. H. Bois-
sevain namens de Nat. vereeniging voor Han
delsonderwijs, de heeren mr. H. Smeenge, Jhr
E. Heemskerk van Beesd en Joh. Schmidt, be
stuursleden van de Vereeniging tot Veredeling
van het Ambacht on verder verschillende voor
aanstaande politieke geestverwanten van den
overledene, o.w. de heereh Mr. G. Vissering,
president van dc Ned. Bank en Mr. P. J. de
Kanter, oud Kamerlid.
De rij der sprekers werd geopend door den
waorn. Burgemeester van Amsterdam, den heer
F. M.. Wibaut.
Rede wethouder Wibaut.
In Henri Francois Rudolph Hubrecht is aan
Amsterdam een figuur ontvallen.
Bbn sterke persoonlijkheid. Een man, die met
groote kracht en groote toewijding diende wat
naar zijn oordeel waren do belangen van Am
sterdam. Naar zijn oordeel. Want hij begrens
de scherp de gebieden waarop zijn medewcr
king mocht worden gevraagd. Maar aan wat
hij zag als Amsterdams belang kon dan ook
op zijn medewerking worden gerekend. Hij
gaf dan veelal al de kracht van zijn persr>on-
liijkWid. Een tiental jaren slechts, van 1869 tot
1880, was hij directeur van de Openbare H
delsschool. Van de nog levenden, die het
voorrecht hadden zijn leerlingen te zijn, zullen
ekcr velen met dankbaarheid herdenken dc
sterke suggestieve kracht, die van hem uitging
in werken en werkmethoden.
Van het vele, dat door Hubrecht in het bij
zonder in Amsterdam werd gediend, noem ik
de bevordering van volksontwikkeling doo
voortgezet onderwijs, en dc stichting van do
Vereeniging Handelsonderwijs. Hij nam ook
het initiatief voor de Openbare Leeszaal, in
haar wezen aanstonds een gemeentelijke
stelling .geworden. Het jongste in ons geheugen
ligt wat hij deed voor het Koloniaal Instituut,
een onderwijsinstelling van grootsche beteeke-
nis, van welker totstandkoming en voltooiing
onder moeilijke omstandigheden Hubrecht wel
de bekroning meet hebben gezien van een
groot stuk van zijn levenswerk.
Aan dezen man brengt het dagelijksch be
stuur der gemeente Amsterdam bij zijn heen
gaan hulde en dank.
RECLAMES
Van 1—4 rogels f 4.05. elko regel meer f 1.-"
KLEERMAKERIJ
Fa. E. L. J. LAMMERTS
Amersfoort c,iȕ*1 Groningen
Uteichtscheweq 3S. Tel. 587
Jhr. Röell spreekt.
Als tweede spreker trad naar voren jhr. mr.
dr. A. Roell, die het woord voerde als waai
nemend- voorzitter van de Ver. Het Koloniaal
Instituut. Hij zeidc, dat indien cr een bemoeie
nis is, waarin de veelzijdige werkzaamheid van
dr' Hubrecht zich gedurende zijn laatste levens
jaren heeft toegespitst, het voorzeker de zorg
is geweest voor het Koloniaal Instituut. Aon
deze, onder zijn presidium met het pracdicaat
„Koninklijke" vereerde, vereeniging had hij
zijne liefde verpand.
Spr. heeft zoowel zijdelings in den Raad van
Beheer als rechtstreeks in zijn ambtelijke func-
tiën weten waardeeren welke voortreffelijke
eigenschappen den overledene sierden, hoe
groot zijn invloed was, hoe fijn en critisch zijn
geest, welk een gezag er uitging van zijn altijd
sober woord, hoezeer kortom zijne uitnemende
bekwaamheden wedijverden met het gebruik,
dat zijn stalen energie daarvan wist té maken,
een energie, die eerst op hoogen leeftijd werd
gedoofd en die slechts door den dood geheel
werd uitgebluscht:
En hoe uitgestrekt was het veld, waarop hij
daarmede zijn veelzijdige krachten en gaven
wist te ontplooien Het onderwijs, de nijver
heid, de Kamer van Koophandel, dc Volksver
tegenwoordiging, het provinciaal bestuur, om
slechts dc voornaamste banen te noemen.
waarop hij met vasten voet zijn schreden heeft
gc2et zij hebben alle achtereenvolgens of
gelijktijdig van die krachten en gaven partij
getrokken cn zij zijn ten allen tijden trotsch
geweest op dc medewerking van de figuur, dia
Hubrecht was
En hoe kan het dan anders, of, toen hij in
1910 met de nog steeds betreurde Cremer zijn
'sterke schouders zette onder dc plannen tot
oprichting van het Koloniaal Instituut, oan dia
pionnen bij voorbaat het welslagen"verzekerd
was?
Aan Hubrccht's krachtige personeeelen cn
niet minder motcrieclen steun is het te danken,
dat het trotsche gebouw, dat eerlang zol wor
den ingewijd, zijn voltooiing nadert en dot het
Instituut, dot daarin wordt gevestigd, in toe
nemende mate dc voor moederland en kolo
niën grootsche instelling belooft te worden, die
den stichters tot eer en Nederland tot blijvende
glorie moge strekken.
Helaas, hij heeft die voldoening niet mogen
beleven, de kroon op zijn werk heeft hij niet
mogen zien.
Stemt die gedochte den Road van Beheer tot
weemoed, nu hij staat bij het stoffelijk over
schot van zijn betreurden voorzitter, in niet
mindere mate doet hij hem dc verplichting ge
voelen het monument in core te houden^ waar
aan do naam von Hubrecht op onverbrekelijke
wiize zol blijven verbonden.
Dc Raad is diep doordrongen van de ver
antwoordelijkheid, welke dc eer hem oplegt,
die hij verschuldigd is aan de nagedachtenis
van zijn voorzitter
Die nagedachtenis kan niet beter worden ge
huldigd. dan indien dc tegenwoordige en de
komende geslochten aan zijn stichting de volle
maat geven von hunne krachtsinspanning en
toewijding, Dc Raad van Beheer belooft hier
plechtig aldus besloot spr dat hij niets
zal nalaten wat strekken kan om ook in dien
zin de naam van dr Hubrecht in eerbiedige
cn dankbare herinnering te houden.
Rede van Dr. H. Muller.
De Nederlnndsche gezant te Praag Dr. H c r-
d r i k M 11 e r, sprekende namens de consu
loire commissie, vei bonden aan het Departe
ment van Buitenlandsche Zaken, wees erop, dat
Dr Hubrecht dc schepper van dezen dienst is
geweest en vanaf de oprichting de vader der
commissie Hubrecht vroeg altijd enkel naur
vtyderlandschen zin, naar arbeid en naar ern
stige toewijding nnn dc taak, welke hij zich zelf
had opgelegd. Hij zocht zich zelf nooit, maar
wilde slechts als groot Nederlander dc belan
gen'van zijn land dienen Bij Spr met wien
Hubrecht 35 jaar ernstig heeft samengewerkt,
zol de naam van den grooten doodc steeds in
dankbare herinnering blijven.
Dc heer E. Heldring spreekt.
De heer E. Heldring, voorzitter van dc
Kamer van Koophandel en Fabrieken tc Am
sterdam, betoogde dat Hubrecht ste-"-J.s als zijn
voornaamste doel steldedc grootheid van
Amsterdam. Als politicus, als geleerde, als
econoom van de Manchester school cn als min
naar van de wetenschap loste altijd zijn liefde
voor Amsterdam 2ich in al zijn werkzaamheden
op. Waar was zulk een man beter op zijn plaats
dan in het lichaam dat ex officio de economi
sche belangen van de gemeente bevordert In
1889 tot dit lichaam toegetreden, heeft Hu-
biecht meer don 30 jaren een zeer voorname
rol in de Kumer van Koophandel gespeeld. Hij
heeft gestreefd naar de verbetering van de ver
binding tusschen Amsterdam en de zee, de ver
betering van het Noordz^ekanaal en de verbe-
tering van de sluizen in IJmuiden. Daarvan ver
wachtte hij een groote ontplooiing van den
handel en de scheepvaart in Amsterdam. Va'n
hem kan getuigd worden, dot hij een van dc
vóórnaamste bewerkers is geweest van den op
bloei von Am^lerdam als -financieel en commer
cieel centrum. Spr. wees nog op Hubrecht's
werk als directeur van de Handelssohool en op
zijn lung nagestreefd plan tot reorganisatie van
de Kamers van Koophandel. •Nadat hij herin
nerd had aan den geharnasten strijd van Hu
brecht voor den vrijhandel, besloot Spr. met
<Jc verzekering dat zijn naam in dc Kamer van
Koophandel zol blijven voortleven boven alles
als de kampioen voor dc haven von Amster
dam.
De heer Ir. T h. F. Delprat, voorzitter van
het Kon. NcdcrI. Aardrijkskundig Genootschap,
stelde in het licht dat dit Genootschap, zijn ont
staan dunkt aan Dr. Hubrecht, die steeds dc
drijvende kracht is gebleven. Donk zij hem,
werden de Surinome-expcdities uitgestuurd,
waardoor dc voor-dien onbekende binnenlan
den van Ncdcrlandsch-Zuid-Amcrika bekend
werden.
Het was tragisch om Hubrecht op zijn ziok-
bcd aan te hooren, toen hij spr. vroeg wat er
nu eigenlijk ven zijn werk en van hem zelf was
overgebleven. Spr. wist hem echter tc troos
ten met de verklaring, welke hij thans her
haalt, dot Hubrecht groptc blijvende zaken
heeft tot stand gebracht.
Dc heer W. H. van Eeghen voerde daar
op het woord namens de Maatschappij tot Be»
heer van het Administratie-kantoor, opgericht
door dr. Hubrecht.
Dc heer Joh. Schmidt namens dc Ver*
eeniging tot Veredeling van het Ambacht,
waarvan dc overledeno 22 jaren voorzitter is
geweest, sprak vervolgens woorden van groote
woardeering jegens den overledene.
De heer E S. Labouchère bracht na
mens de Commissarissen van de Amstel Ho
tel Maatschappij hulde aan de nagedachtenis
von dr. Hubrecht, die meer dan een halva
eeuw zijn krachten oan het Amstel Hotel had
gegeven.
Dc heer E W. N i e m e y c r, directeur van
de Nationale Lcvensverzekcringbank t© Rot
terdam, sprak woorden van offcheid tot zijn
overleden commissaris.
Dc heer mr. Alex Wertheim sprekende
namens dc Vereeniging voor Openbare Lees
zalen, getuigde dot vanaf het oogenblik dat
dr. Hubrecht voorzitter van deze Vereeniging
werd, een krochtige ontplooiing van het werk
der vereeniging is ingetreden.
Nadat nog een vertegenwoordiger van d«
Vereeniging voor Handelsonderwijs het woord
had gevoerd, sprak mr. D E. Lioni als vriend
een afscheidswoord, waarbif hij zeidc, dot op
dezen grooten doodc dezelfde woorden kun
nen toegepast worden, welke prof. Quack 20
tear geloden in een Gids-nrtikel aan wijlen A
C. Wertheim heeft gewijd„Hij was een
schattcnvergoorder ols rentmeester voor an
deren".
Een broer van den overledene dankte voo.
de betoonde belongstelling.
BEGRAFENIS SERGEANT-VLIEGER
L. HARTJESVELD.
Enorme belangstelling tc Delft.
Onder enorme belangstelling van dc zijde
der Dclftsche bevolking werd gisteren ter aarde
besteld het stoffelijk overschot van den op 19
Januari f.1. verongelukten Delftschen sergeant
vlieger Leo Hartjesveld.
Duizenden sloegen de begrafenis van dezen
fr» zijn geboortestad zoo bekenden vlieger gade.
Naast de lijkkoets, waarvan de met rouw
omfloerste lantaarns brandden, gingen vier
sergeanten van het T5e regt. infanterie nis slip-
oendragers. Daarachter kwamen de drogers
met de prachtige kransen, welke o.m. gezonden
waren door den commandant Van het corps, de
oflicieren. de Fokkerfabrieken, de onderofficie
ren- en leerling-vliegers cn anderen.
Omstreeks drie uur kwam de stoet op dc be-
«riaafplnats „Jaffa" non. Er waren ongeveer
zeven duizend personen op den doodenakker
aanwezig.
Opgemerkt werden overste C. Koning, sver-
tegenwoordiger van den Minister van Oorlog,
overste Hardenberg, commandant van dc
Luchtvoartafdeeling Soesterberg, overste P
Donk, van den generalen stof. luit. Stoorvogel
van de luchtdoel-artillerie, Tc-luitenants Van
den Abeelen en Wijnkamp, de laatste escadrille-
commandant van den overledene een deouto-
ie van onderofficieren van de Luchtvaartafdee-
ing Soesterberg, bestaande uit de sergeanten
Hardeveld en Kok een deputatie van den Ma-
rine-vliegdiensfde loco-burgemcefcter van
Delft, wethouder H. L. M. van de Seijp, vele
vertegenwoordigers van militaire organisaties,
o a. res.-kapitci-. J. J. Eckebus en res.-Tc luit.
C. Borstlon. namens de Vereeniging van Re
serve-Officieren.
Nadat de kist boven de groeve was geplaatst,
b. echten de milit.oiren aan hun gevallen krijgs
makker een saluut.
Aon dc groeve werd het woord gevoerd door
ds. G. J. W. Oldeman, die enkele woorden ven
troost sprak tot de familie.
Vervolgens sprok overste Koning nomons
den Minister van Oorlog, die in een korte rede
wees op den grootén indruk dien het maakte
dat Hortjesveld gevallen was in de uitvoering
van zijn plicht. In opdracht van zijnen last
gever betuigde hij innige* deelneming aan de
familie met het groot verlies, hetwelk haar
heeft getroffen, en bracht een cere-soiuut aan
den overledene.
Vervolgens werd gesproken door sergeant
Los, van den fechnischen dienst der Luchtvanrt-
afdceling te Soesterberg, namens het technisch
personeel, die in 't kort het noodlottig vlieg
ongeluk in Januari memoreerde, dat oan twee
kameraden het leven kostte.
Tenslotte sprok sergt.-majoor A. A. Mies
uit naam van de onderofficieren van het 15c
regt. infanterie.
Een oom van den overledene dankte voor dc
bewezen eer.
DE R.-K. VOLKSPARTIJ.
Weer geen rcchtstrccksch antwoord.
Do Provincialo Kieskring Noord-Holland
der R.-K Volkspartij mocht op zijn herhaalde
vraag of het al don niet toelaatbaar is te ach
ten, dot Roomsch-Kntholiekcn zich politiek
organiseeren in de R.-K. Volkspartij, een nader
uitvoerig schrijven van don Bisschop van Hoor-
lem ontvangen, waarin ook nu weer geen
rechtstrceksch antwoord op dc gestelde vraag
gegeven wordt.
Het Kieskringbestuur, dat van ccn verdere
schriftelijke gcdachtenwisseling geen resultaat
verwacht, besloot de heeren J. J. Buiting (Haar
lem), J. J. Gemmel (Amsterdam). M. J. G. Kuy-
pers (Rotterdam) en A. C. J. Bonter (plaats
vervanger, Amsterdam) naar den Bisschop of
to vaardigen. Dezer dagen zo! do audiëntie bij
Zijn Doorluchtige Hoogwaardigheid worden
aangevraagd.
EEN CHINEESCn STOKER
GEARRESTEERD.
Zijn collega vermoord.
Men meldt ons uit RotterdamGisternacht
werd door de rivierpolitie aan boord van het
binnenkomende stoomschip „Madioen" aange,-
houden de 29-jarige Chineescho stoker Th. K.
die dienst had gedaan op het stoomschip
„Arendskerk". Op 29 Juli .1.1 toen laatstge
noemd schip zich op den Indischcn Oceaan be
vond had K. ruzie gekregen met z(jn collega
L. T. P. over het stoken van ketels.
Beide zonen van het Hemelschc Rijk waren
slaags geraakt en P. had toen K. in zjjn nek
gebeten. Deze had daarop oen bijl gehaald en
z\jn collega daarmede zoo bewerkt dat hy in
het ziekenhuis te Perem moest worden opge
nomen. P. overleed korten tijd daarna. IC. werd
aangegeven aan het stoomschip Madioen en
werd vanmorgen ter beschikking van de justi
tie gesteld.
DE RAMP MET HET S.S. „ANDIJK".
Uitspraak van den Rood voor
dc Scheepvaart.
De Raad voor de Scheepvaart heeft gisteren
uitspraak gedaan inzake dc zware stormschado
door het s.s. „Andijk" beloopen
In zijn uitvoerig beredeneerde beslissing con
cludeert de Road dat uit niets is gebleken dat
de „Andijk" ten tijde von do ramp in onzec-
woardigen toestond verkeerde en dat integen
deel de „Andijk" zelfs het bewijs heeft kunnen
leveren, dat dit niet het geval was.
De Raad is van oordeel, dat het aan dc „An
dijk" op 29 October 1925 overkomen ongeval
te wijten is aan het buitengewone stormweer en
wel in het bijzonder aan de geweldige stortzee,
welke grootc verwoestingen heeft aangericht.
Het is heel goed mogelijk dat het slechts weinig
heeft gescheeld of het schip was met man cn""
muis vergaan.
Kunst en Wetenschap.
JOHAN BRAAKENSIEK.
Veertig jaren ploten gcteckcn<L
Het zol naar de Tel. meldt 3 October o.s.
40 jaren geleden zijn, dat Johan Braakensiek
zijn eerste plaat teekende voor de Groene
Amsterdammer.
Men ondervindt altijd den invloed van een
mensch uit een stuk.
Naar het Engelsch van
RAFAEL SAB AT ANI.
De president knikte, en hiermee was dit punt
afgedaan en hij ging vcort, zoo kalm, alsof cr
nooit over mijn identiteit gesproken was.
„U wordt beschyldigd, mijnheer de Lespéron
van hoogverraad in den heftigsten en kwaad*
aardigsten vorm. Ge wordt beschuldigd de wa
pens te hebben opgenomen tegen zijne majes
teit. Hebt ge hierop iets te zeggen
„Ik heb te zeggen, dat het een leugen is,
mijnheer, dat zijne majesteit geen getrouwer,
geen liefhebbender onderdaan heeft dan mij
De president trok de schouders op, een uit
drukking von verveling vertoonde zich op zijn
gezicht.
„Als ge hier zijt gekomen met geen onde»
doel dan de feiten, die ik noem tegen te spre
ken, vrees ik, dat het niets is dan tijd vermor
sen"^ riep hij uit op heftigen toon. „Indien ge
het wenscht kan ik mijnheer de Castelroux lo
ten ontbieden <om onder eede te getuigen, do»
ge tijdens uw arrestatie geen bezwaren heb'
gemaakt tegen de beschuldiging welke tegen u
werd uitgebracht."
„Natuurlijk niet, mijnheer", riep ik uit, ve
stoord over dit opzettelijk verzwijgen van be
langrijke' feiten, „omdat ik begreep, dat hei
mijnheer de Castelroux was opgedragen mij t«
arresteeren en niet mij te vonnissen. Mijnhoe:
de Castelroux was officier en geen rechtbank,
en dit of dat te hebben ontkend zou nergens
toe dienen."
„Aha I heel mooi bedacht, heel mooi, mijn
heer de Lespéron, maar overtuigend is het niet
Wij zullen voortgaan U wordt beschuldigd te
hebben deelgenomen aan verscheidene scher
mutselingen tegen de legers van maarschalk
van Schomberg en La Force en ten laatste in de
onmjddellijke nabijheid van monsieur de Mont
morency in den slag bij Castelnandory, Wat
hebt ge Hierop te zeggen
„Dat het alles onwaar is."
„Toch stond uw naam op een lijrt welke ge
vonden werd bij dc inbeslaggcnornen bagage
van mijnheer den hertog de Montmorency".
„Neen mijnheer", ontkende ik rondweg, „dat
deed hij niet".
„Zwijgriep hij razend uit. „Ik heb genoeg
van uw tegenspreken. U vergeet uw positie
mijnheer
„Ten minste niet minder dan u de uwe ver
geet" riep ik op ruwen toon
Dc grootzegelbewaarder hijgde naar adem
bij die woorden en zijn mede-rechters zaten
verstoord onder elkaar te mompelen, Chotelle-
rault zat nog steeds sarcastisch te glimlachen,
maar sprak geen woord.
„Heeren", liep ik uit, het woord tot hen al
len richtende, „ik wou dat zijne majesteit hier
was cn zag hoe u een verhoor afneemt en zijn
rechtbank onteert. En gij, mijnheer de presi
dent, gij schendt de heiligheid van uw ambt
door u tot woede te laten verleiden; dat is
onvergefelijk in een rechter. Ik heb u met ron
de woorden gezegd, dat ik niet ben René dc
Lespéron, van wiens misdaden gè mii beschul
digt. En toch, niettegenstaande mijn ontken
nen waaraan gein waarde wordt gehecht of
dat wordt toegeschreven aan een zwakke po
ging om mij te verdedigen of aan hallucinaties,
gaat ge voort mij die misdaden toe tèNrekenen
on wanneer ik uw beschuldigingen ontken,
spreekt ge van bewijzen die alleen op een ander
kunnen worden toegepasV
Hoe kan de naam van Lespéron, die gevon
den werd onder de papieren van den hertog
de Mpntmorency, mij doen beschuldigen van
verroud, terwijl 11c u zeg dat ik René de Les
péron niet ben Indien gij het geringste be
grip hadt van uw plicht, heeren, dan zcudt gij
me eerder vragen te verklaren hoe ik gehou
den kon worden voor Lespéron en gearresteerd
in zijn plaats. Dan zoudt ge kunnen onderzoe
ken of mijn bewering juist kon wezen maar
procedeeren zooals gij doet dat is geen go-
rechtelijk onderzoek doen, maar vermoorden
Justitia wordt voorgesteld als een vrouw met
'geblinddoekte oogen met een gelijke weeg
schaal in de hand in uw handen, heeren, is
zij geworden een slechte vrouw met een sluio*
in de hand".
Chatellcrnults cynische glimlach werd steeds
breeder naarmate ik voortsprak en hitste den
haat nan in de harten van die doorluchtige
heeren. Dc grootzegelbewaarder werd beurte
lings wit en rood, en toen ik zweeg ontstond
er een indrukwekkende stilte, die eenige oogen-
blikken duurde.
Eindelijk boog de president zich voorover tot
Chatellerault cn fluisterde met hem. En toen
vroeg hij met een stem, gedwongen tot kalm
te als dc kalmte in dc natuur wanneer eer»
onweer broeit
„Wie beweert ge dat ge zijt, mijnheer?"
„Dat heb ik u al eens gezegd cn ik ben zoo
vrij te vermoeden dat mijn naam niet zoo ge
makkelijk vergeten zal worden. Ik ben do
Sieur Marcel de St. Pol, markies van Bar
delys, Bardelys uit Picardië".
Een boosaardige glimlach krulde zijn dunne
lippen.
„Hebt gc getuigen die dit kunnen bevesti
gen
„Honderden mijnheer!" antwoordde ik met
vuur, ik zag mijn redding immers reeds onder
mijn bereik.
.Noem er ccnigen van".
;,Ik zal er een noemen een wiens woorden
gé niet zult durven in twijfel trekken".
„En dat is?"
„Zijn majesteit do koning. Men heeft mij ver
teld dat hij onder weg is naar Toulouse, ik'
vraag u één ding hecren, namelijk zijn komst
of te wachten voordat ge mijn verhoor voort
zet".
„Is er geen andere getuige te bedenken,
mijnheer Een getuige die dadelijk zou kun
nen verschijnen? Want indien ge waarlijk kunt
bewijzen te zijn wien ge voorgeeft, waarom
zoudt ge dan wekenlang in de gevangenis kwij
nen
Zijn stem was nu zacht en zoetsappig. Dt>
toorn was cr geheel uit verdwenen, hetgeen
ik dwaas die ik was toeschreef oan het
feit dat ik den naam van den koning ge
noemd had.
„Mijnheer dc grootzegelbewaarder, mijn
vrienden zijn allen óf in Parijs óf in het gevolg
van zijn majesteit en het is dus niet waar
schijnlijk dat zij hier eerder zijn don hij. Mijn
intendant, Rodcnnrd,ien mijn bedienden een
twintigtal ongeveer zijn misschien nog in
Languedoc, ik zo»i u gaarne verzoeken hen te
laten opsporen. Het zou u misschien gelukken
hen binnen enkele dagen te vinden indien zij
nog niet naar Parijs zijn teruggekeerd in da
meening dat ik dood ben."
Peinzend streek hij zich over de kin,
oogen opgeslagen tot het door de zon besche
nen glazen dak boven zijn hoofd.
„Achzuchtte hij. Een langgerekte zucht
van spijt, of ven een besluit, of van ongeduld.
„Is er niemand in Toulouse, mijnheer,, die bij
eéde zou kunnen doen getuigen wie gc zijt?"
niemand".
„Ik vrees vnn niet," antwoordde ik. „Ik ken
niemand".
Toen ik deze woorden uitsprak, veranderde
het gezicht van den president even plotseling
of hij een masker had afgeworpen. Van zacht
en vriendelijk zoonis hij dc laatste oogenblik-
ken geweest was, werd hij plotseling zoo
woest als een tijger. Hij sprong van zijn stoel,
vuurrood, zijn oogen schoten vuur en de woor
den die hij sprok waren heftig, verward, bijna
onsamenhangend.
„Ongelukkige!" gilde hij, „met uw eigen
woorden hebt ge u zelf beschuldigd. En te
moeten denken dat ge daar staat en den tijd
vermorst van dit gerechtshof - en tijd van zijne
majesteit met uw vervloekte leugens. Wat
dacht ge te bereiken met uitstel van uw ver
oordeeling? Waart ge inderdaad Bardelys ge
weest, dan hadt ge gezien dat er een man hW
nanwezig is die zeer bevriend met hem is.
Daar zit hij mijnheerdot is de graaf de Cha
tellerault, van wien gc misschien wel eens hebt
hopren spreken. En toch wanneer ilc u vraag
of er in ToulouSe iemand is die u zou herken
nen, dan antwoordt gc ontkennend. Ik zol geen
tijd meer met u vermorsen, dat beloof ik u".
(Wordt vervolgd).