FEUILLETON. Geldkoningen. BINNENLAND. TWEEDE BLAD. KOLONIËN. 25e Jaargag No. 78 AMERSFOORTSCH DAGBLAD „de eemlander" 30 Sept. 1926 Oost-IndlS. HET KANKERVRAAGSTUK. Dr. Lumentut goat naar Europa. Naar Aneta meldt uit Batavia zal dr. Lu- mentul, die onlangs op het natuurwetenschap pelijk congres aldaar zijn opzienbarende en niet zonder critiek bejegende meening uitte met betrekking tot het ontstaan van kanker, den 15den October met een driemnandelijksch verlof uit Indie vertrekken'om voor Europee- sche specialisten zijn theorie pver den kanker uiteen te zetten. DE N.-GUINEA-EXPEDIT1E. Groote stammen van Pygmeeën ontdekt. Een Aneta-bericht geeft nadere bijzonderhe den over de door de Nqderlandsch-Amerikaan- sche expeditie aangetroffen dwergbcvolking. Het hieronder volgend telegram van de Nieuw- Guinea-expeditic is door professor Sterling van het Smitsonian Instituut op 3 September per woudlooper naar het hoofdbivak en vandaar per kano en per motorboot naar het Albatros- kamp gezonden. Op 22 September werd het vanuit het pionniersbivak draadloos naar Ma- nokwari geseind en vandaar den volgenden dag naar Bandoeng. Per landlijn ging het naar Aneta en tenslotte via den Eastern-kabel naar de Nederlandschc bladen: Vier maanden na de aankomst te Nieuw- Guinea, na reizen in het vliegtuig, in motor- bootem en prauwen van de Dajaks zijn groote stammen Pygmeeën ontdekt, die rustig afgezon derd leven, geheel ingesloten door met tropische wildernis begroeide bergen zonder contact met de stammen van de Papoea's. In die 4 maanden werden gevaarlijke stroomversnellingen in do Mamberamo-rivier gepasseerd, het Van Rees- gebergte beklommen, drong men door in een groote vlakte, roeide men de Rouffacrtrivier naar het hoofdbivak, werd voedsel gebracht aan den voet van den keten van het Centraio Gebergte. Den 29sten Aug. vertrok een klein deel van de expeditie,met dragers, voor een tocht te land. Nadat vijf dagen over stijle rotsen ge klommen was en een weg gebaand was door met rimboe gegroeide bergen een lastige en gevaarlijke taak is het doel van de expe ditie bereikt. Thans zijn de leden bezig de Pygmeeën te bestudeeren en die vreemde kleine bergstammen, welke tot dusver nog niet ontdekt en onbekend in dc wetenschappelijke wereld waren op te meten. Prof. Stirling zegt over de eerste aanraking, die hij en Stanley Hedberg uit Chicago had den met de dwergvolkjes het volgende: rrDe Nederlandsch-Amerikaanschc expeditie bereikte het land van de Pygmeeën. Op den vierden dag na het vertrek uit het hoofdbivak zagen wij eenige tijdelijke schuilplaatsen van hen. De Rouf fa er-rivier doorstroomt hier een zeer nauwe bergpas, aan beide zijden omgeven door hooge steile rotsen. Over dc rivier was een bamboe-brug geslagen, die naar een steil bergpad voerde. „Den vijfden dag bereikten wij in den na middag een hoog gelegen dorp. Alles was hier rustig. Toen dc heer Leroux, het hoofd van dc Dajaks, de dragers en Hedberg het dorp bin nen kwamen was een klein, lachend Pygmeeën- meisje de eenige persoon die te zien was. Ze was heelemaal niet bang. We gaven haar wat fel gekleurde kralen, die zij liefkozend streelde. Zij bracht ons naar een huis waarvan een oude vrouw de eenige bewoonster was. Deze toonde ook geen teekenen van vrees toen wij haar duidelijk maakten, dat wij meer menschen wenschten te zien. Dc oude vrouw verdween en liet het meisje bij ons achter. Eenige minuten later verscheen een jonge vrouw en na een kwartier kwamen veel mannen en vfouwen, die ons nieuwsgierig, vriendelijk en welwillend be keken. Zij vormden een opvallend contrast met de groote Papoea's. „De Pygmeeën waren rustig als oesters en zeer kalm in vergelijking met de luid-gillende inboorlingen van de lagere streken, die een dreigende houding aannamen. Dc Pygmeeën spraken met gedbmpte stem of fluisterden en zij schenen bang ons te hinderen, maar ver legen waren zij niet. Zij kwamen ons voor slim Geautoriseerde vertaling naar het EngclscK van a PHILIPS OPPENHEIM, door W. M. D. SPIES—VAN DER LINDEN „Is er iets verdwenen?" vroeg zij. „Jaantwoordde haar oom kort. „Ik verlang te weten, hoe het mogelijk was, dat iemand in deze kamer kon komen en wie het geweest is.. Vlug, alsjeblieft!" „Ik zat in de zitkamer met mijnheer Litt- leson te praten", zei Virginia, „toen ik de kleine alarmschei, die ik aan de bibliotheek deur heb loten maken, hoorde overgaan. Ik kwam hier en vond Stella. Zij deed de deur aan den binnenkant op slot. Zij is erg sterk. Ik had geen idee, dat zij zoo* sterk was, zei Vir ginia zochtzij sloot half dc oogen en ver loor weer het bewustzijn. Hij liep snel op hoor toe en bracht weer wat cognac tusschen haar lippen. Toen Jegde hij haar languit op den grond en ging Keen en weer loopen. „Dus dit is het werk von Stella" mompelde hij in zichzelf. „Dot verklaart het bericht, dat ik gisteren kreeg, dot men haar met Littleson heeft zien rijden. Wat zij voor dien schavuit van een 'Vine deed, heeft zij ook voor hen gedaan I" Zijn gelaot, dat nu niet meer vriendelijk stond, werd hoe langer hoe barscher, terwijl te zijn en bleven rustig cn bchecrscht en zii waren gaarne bereid tot helpen. „Het eerste swat zij deden was, ons nllen geschenken te geven, waarbij dc Dajakscno dragers niet vergeten werden Die geschenken bestonden uit hun kleine bogen en pijlen, arm banden van bamboe, versierselen, pisangs, betelnoten. Hun geheelc matericele cultuur wus totaal verschillend van die van de Papoea's Zij verbouwen tabak, bataten, pisangs en zij fokken varkens. Zij brachten ons een varken cn gingen allen in een kring staan. Var\ het dooden werd een soort ceremonie gemaakt. Het dooden zelf ging vlug en het slachten netjes. Een man hield de voorpooten van het varken vast cn dc bek, terwijl hij het varken liet schreeuwen. Een ander nam dc achterpoo- tcn, een derde stond op eenige meters afstond met pijl en boog en terwijl dc twee mannen het varken uitgestrekt hielden schoot hij het door het hart. De pijl ging door het dier heen Het was interessant om te zien, dat zulke kleine menschen zoo practisch tewerk gingen. „Zij schenen ons Negritos te zijn, waarvan zij klaarblijkelijk alle eigenaardigheden bezit ten. „Het voedseltransport is hier werkelijk een vraagstuk. Toen wij hier aan kwamen hadden wij niet veel meer over. Wij zullen in ruime mate voedsel van de inboorlingen moeten be trekken, maar die hebben zelf niet veel meer dan zij zelf behoeven. Maar ze zijn zeer ge steld op onze ruilartikelen, waarmede wc all kunnen koopen. „Kapt. Posthumus, de militaire commandant, heeft een groot transport over een afstond vao meer dan 300 mijlen van Albatroskump naar het hoofdbivak gebracht, woordoor dc expe ditie spoedig dichter bij haar doel kan komen Dit is, naar het Hbld. aanteekent, niet juist. De Britsche Zuid-Guinea-expeditie van 1910 vond Topiro-dwergen aan do Mimika- rivier, die een lengte hadden van 144.6 c.M Men zag toen een 40 h 45 mannen; geen vrou wen, hoewel veel moeite werd gedaan om ze tegen een hooge belooning te zien te krijgen De minimum-lengte-maat. door dc Engelschen vermeld, bedroeg 130 c.M. v In 1911 stelde de officier van gezondheid M A. de Koek, die deel uitmaakte van dc Neder- landsche expeditie op de Eilanden-rivier en naar het Centraal Gebergte een anthropologisch onderzoek in bij de bevolking van een kam pong op de westelijke helft van den Goliath- berg. Hij kwam bij zijn metingen tot dc be vinding, dat de gemiddelde lengte van deze Pygmeeën 149.2 c.M. bedroeg. UIT DE STAATSCOURANT. Benoemd tot substituut-officier van justitie bij de rechtbank tc Groningen mr. J. N. Meindersmo, thans idem te Leeuwarden te 's Hertogenbosch jhr. mr. dr. L. H. K. C. van Asch van Wijck, thans ambtenaar open baar ministerie bij dc kantongerechten Arn hem, Wageningen, Nijmegen, Doesburg en Tcrborg ter standplaats Arnhem te Amsterdam mr. A. J. L. Liesker, thans ambtenaar van het Openbaar Ministerie bij de kantongerechten Maastricht, Heerlen en Gul pen ter standplaats Maastricht te Leeuwarden mr. L. de Blécourt, thans ambtenaar van het Openbaar Ministerie bij dc kantongerechten in het arrondissement Haar lem, ter standplaats Haarlem tot kantonrechter te Zuidbroek mr. L. Crc- bas, thans griffier bij het kantongerecht Zuid- broek tot rechter in de rechtbank tc Assen mr. L. van den Bijtel, thans substituut-griffier bij de rechtbank te Dordrecht. tot substituut-griffier bij de rechtbank tc 's Gravenhage mr. F. H. Nciszen, thans sub stituut-griffier bij het kantongerecht te 's Gra venhage te Amsterdam mr. T. F. Rocdt, thans rech- ter-plaatsvervanger in de rechtbank te Haar lem te Maastricht mr. F. J. W. M. de Nerée tot Babberich, advocaat te Dordrecht; bij het kantongerecht te 's Gravenhage mr. C. M. J. de Jongh, waarnemend griffier recht bank 's Gravenhage bepaald, dat de vacature van kantonrechter te Appingedam niet zal worden vervuld en zijn werkzaamheden opgedragen aan den kanton rechter te Zuidbroek. hij heen en weer liep, met de honden op den rug cn dc oogen strak op het tapijt gevestigd"! Het was een enorm verlies voor hem dit stuk, waarmee hij een wapen in de hond had tegen de mannen, met wie hij eens samengewerkt had. Hij moest nu zijn pionnen weer geheel opnieuw in elkaar zetten in het licht van de laatste gebeurtenis. Zijn eerste impulsie tot handelen scheen reeds bij de geboorte ge smoord door de volkomen nutteloosheid van eiken zet, die hij bij mogelijkheid doen kon. Hij wist in de verste verte niet, waar hij zijn dochter kon vinden, waar en hoe zij woonde. Ruchtbaarheid aan de zaak tc geven, op welke manier ook, was uitgesloten. Geen wonder, dat de frons op zijn gelaat dieper werd, naar mate hij cr zich meer rekenschap van gaf, hoo hulpeloos zijn toestand was. Hij was een man, wien nooit iets mislukt was, wicgs gehccle loopbaan één effen weg van succes.en zege praal was geweest. Zijn aanraking scheen zelfs het stof in goud cn woestijnen in welvarende steden te hebben doen veranderen. De schaduw van mislukking was nooit over zijn pad geval len. Nu deze kwam, was hij Verbijsterd. Een gewone moeilijkheid zou hij onverschrokken onder de oogen hebben gezien. Dit was iets geweldigs, iets waartegen de gewone wapens van zijn wil volkomen machteloos waren. Hoe hij ook peinsde hij zog geen uitweg. Hij was er te nauw bij betrokken, om den waren stand van zaken te kunnen overzien Er werd geklopt. Phineas Duge keek op en staakte voor een oogenblik zijn rustclooze wandeling. Hij open de voorzichtig de deur en liet den jongen Smedley binnen, een lang, breedgeschouderd jongmensch. „Kom binnen, Smedley", zei hij kort, „ik had je noodig". AUDIËNTIES Dc audiëntie van den Minister van Water- slaat zal a.s. Maandag 4 October niet plaats hebben. HET BELGISCHE TRACTAAT. Mr. H. J. Knottenbelt bepleit nog eens do onaannemelijkheid. Over het onderwerp ..Het verdrag met Belgiö onaannemelijk" hield Dinsdagavond het Tweede Kamerlid mr. H. J Knottenbelt voor een druk bezochte openbare vergadering, uitgeschre ven door de Haagsche afdecling van den Vrij heidsbond, in een der bovenzalen van de Oran- jcsocieteit een voordracht'. Dc lieer'mr. Verbrocck, die de vergade ring leidde, lichtte nog met een enkel woord toe. dat een 22 dezer gehouden vergadering waarop de lieer Drion sprak, bedoeld was en het ver drag van twee zijden tc belichten Vandaar dat twee sprekers waren uitgenoodigd van wie be kend was dat zij een verschillend standpunt ten aanzien van het verdrag huldigen. Mr. Knottenbelt zeide, waar de heer Drion Woensdag j.l. niet tot een bepaalde con clusie kwam, hij iets verder zou gaan en be paaldelijk zich als tegenstander verklaren, le. wagens de enorme politieke en economische ge varen en bezwaren; 2e. wegens het groote eco nomische nadeel, dat ons land van het verdrag heeft te duchten Nadat de heer Knottenbelt op de gronden die thans wel bekend mogen geacht worden, deze stellingen had verdedigd, werd gelegenheid gc- gevep tot gedachtenwisscling. De heer Drion betoogde daarbij, dat de actie tegen het verdrag door allerlei hrrtstoch- ten werd aangemoedigd. Spr. had b.v. den dag na zijn voordracht een anonvmc briefkaart ont vangen, die aldus aanving: .Ellendige landverra der, ga naar België, daar, bij dc muiters hoort U thuis..." Zoo ging dit anonyme schrijven nog even voort, om te eindigen met een serie scheld woorden. Dat spr. hiertegenover zeer onaangenaam ge troffen was door den waardeerenden toon. waarop de heer Knettcnbelt zijn rede had be- critiseerd, behoefde geen betoog. Spr kwam ove rigens tot de conclusie, dat verwerping van het verdrag slechts tot verwijdering tusschen Neder land en België zou kunnen leiden. Prof. N e 1 e m a n s wees er onder meer op, dat het verdrag verschillende voordeelen met betrekking tot de kanalen inhield. T;r sloot zich aan bij de meening, geuit door den heer Drion. Oud-minister L e 1 y achtte de bezwaren tegen het verdrag zeer overtuigend, doch wilde even wijzen op een bepaald voordeel van het verdrag, n.l. dat het een gunstige oplossing van de Maas kanalisatie brengt, welke ons anders vele tien tallen millioenen zou kosten. De zeehavens Rot terdam en Amsterdam komen cr door in gunstige verbinding voor schepen tot 1000 ton met Luik en 't Belgische industriegebied. Bij niet-aanne- ming van het verdrag zou België waarschijnlijk het kanaal buiten Maastricht, langs Limburg om lateru.gaan. Dit was voor minister Rcgout indertijd reeds voldoende reden om, bij kanalisatie langs Maas tricht. toe te stemmen in het kanaal Antwerpen Ruhrort. De heer Bastiaans wees o.a. op de con sequentie van aanneming van het verdrag ten aanzien van andere landen, die dan ook rechten op onze rivieren zouden kunnen doen gelden. Mr. Knottenbelt erkende in antwoord gaarne, dat de heer Lely een lacune in spr.'s rede had aangetoond. Tegenover de heeren Dri on en Nelemans hield spr. zijn meening staande. Wat het precedent, door den heer Bastiaans aangevoerd, betreft, dit is inderdaad te vree zen. Men denke aan het adagium, waarmee Duitschland steeds voor den dag kwam: „Keu len zeehaven!" SAMENVOEGING VAN LUCHTVAART DIENST. De samenstelling der be trokken commissie. Naar wij vernemen zal de commissie in zake samenvoeging der luchtvaartdiensten van Land en Zeemacht als volgt worden samengesteld: Mr. J. Woltman, secretaris-generaal aan het Departement van Oorlog, lid cfi voorzitter; de heer A. van Hengel, Raad-adviseur in alge- meenen dienst van het Pepartement van Mari ne; Luitenant-Kolonel J. H. Hardenberg, Com mandant der Luchtvaart-afdeeling; Kapitein- Luitenant ter zee F. J. Heeris, Commandant van het Vliegkamp de Kooy; Referendaris J. J. Beyerman, werkzaam aan het Departement van Oorlog; de officier van den Marine stoomvaart- De jonge man keek dadelijk naar Virginia cn deed een stap in haar richting. „Weet u, wat er met juffrouw Longworth is gebeurd, mijnheer?" vroeg hij. „Is zij ziek?" Duge wierp een vluchtigen blik op zijn nichtje. „Zij is alleen maar flauw gevallen", zei hij. „Er is hier zonder dat al genoeg gebeurd." „Wat is er dan, mijnheer vroeg de jonge man. Phineas Duge keek hem een oogenblik zwij gend aan, bij zichzelf overleggend hoeveel hij hem zou vertellen. „Herinner je je mijn dochter Stella?" vroeg hij opeens. De jonge man keek ernstig. „Ik herinner mij juffrouw Duge heel goed", zeide hij „Zij is vanmiddag hier geweest. Dit is haar werk", zei Duge grimmig. „Wij hebben vroe ger al iets met elkaar gehad, zooals je weet, over dot verslag van de Canadian Pacific Het was daarna, dat ik mij verplicht gevoelde, hee lemaal met haar te breken". De jonge man keek snel de kamer rond. „Heeft zij iets weggenomen?" begon hij. „Niets van belang", antwoordde Phineas Duge kalm, „maar dat verandert niets aan het feit, dat zij het had kunnen doen. Hoofdstuk XÜL In het hol van den Leeuw. Den volgenden morgen vroeg kwam Little- son's auto aansuizen tot vóór het kantoor van Weiss. Zonder zelfs te wachten tot hij aange diend was, liep de eigenaar ervan het kan toor van 't personeel door en trad de kamer van zijn vriend binnen. dienst 2e kl. A. A. C. Kramer; een officier aan te wijzen door den chef van den Generalen staf; een officier aan te wijzen door den chef van den Marinestaf. NEDERLANDSCHE DELEGATIE NAAR BELGRADO. Bezoek aan instellingen van han del cn nijverheid. Men meldt ons uit Belgrado: Dc Nederland schc delegatie welke zich naar Belgrado heeft begeven, en welke bestaat uit eenige vooraan staande pysonen, als de heer Heerkens Thijs- scn, lid \Jan de Eerste Kamer der Stoten-Gene- rual, die aon het hoofd stoot en verder baron Bosch von Drnkcnstein, dc vertcgcnwootdigct van het ministerie van Buitcnlondschc Zaken, Mr. Feneman, lid van de vcrceniging voor den Effectenhandel, kolonel Merens, dc heer Westerman, directeur van dc Rotterdamschc Bonkvcrecniging, de heer G. S. Krieken, dc heer Utermohlen, dc heer J. G. Stcneker, de heer van der Linden, verder dc heeren van Geuns en Groen, directeuren van dc asphaltfobrieken, Ysscl do Schepper, direc teur van de Norit maatschappij werden bij aankomst te Belgrado verwelkomd door mr. Schullcr tot Peursum, de Nederlandschc ge zant te Belgrado en verder door de vertegen woordigers van het ministerie van Buitenland- sche zaken van Jocgo-Slovië cn vnn dc in- dustrieele en finoncicele wereld .tc Belgrado. Dc eerste dag werd besteed aan een bezoek aan do voornaamste banken, aan de beurs voor den Effectenhandel, onn een suikerraffi naderij, een bierbrouwerij en andere instellin gen. Morgen vertrekt de delegatie uit Belgra do, om in verschillende richtingen door het land te reizen. DE ONTWAPENINGSBF.TOOGING TE DEN HAAG. Gestoorde godsdienstoefeningen. Op de vragen van den heer Duymacr var» Twist in verband met de op Zondag 19 Sep tember j.l. tc 's-Gravenhagc jjehouden bctoo- ging voor- ontwapening cn medezeggenschap, heeft minister Donncr geantwoord, dot uit be richten in de dagbladen, welker juistheid in verband met tijdstip, route en omyang van den optocht aanncmlijk kan worden geacht, valt of te leiden, dot de optocht met name voor een onbelemmcrden toegang tot do godsdienst oefeningen voor velen niet zonder hinder is geweest. De avondgodsdienstoefening in 'dc West duinkerk in de Fahrenheitstroot heeft, naar dc minister, die deze godsdienstoefening bij woonde, zelf heeft moeten vaststellen, meer bepaaldelijk in haar eerste gedeelte in den verderen loop was de toestand minder ongun- tig van het voorbijtrekken van den optocht stoornis ondervonden. Dat nog in andere ker ken, waarlangs de optocht trok, godsdienst oefeningen zijn gehouden, die ook stoornis hebben ervaren, is den minister niet gebleken Inderdaad had de plaatselijke politie to 's-Gravenhoge ingevolge art. 5 der Zondags wet moeten zorg drogen, dat dc bedoelde stoornis ware voorkomen. Van de zijde van den burgemeester van 's-Gravenhagc vindt zulks, zooals de minister heeft vernomen vnn zijn ambtgenoot van Binnenlandscho Zaken cn Landbouw, tot wen hij zich had gewend met het verzoek ten deze opheldering te vragen, gcreedelijk erkenning. Ter verklaring van het ook door hem en de politic betreurde verzuim wil deze burgemeester er slechts op wijzen, dat bij het aanvragen van den optocht als schatting van het getal deelnemers het cijfer 30,000 Was genoemd en uit dien hoofde, in verband met het tijdstip van aanvang van den optocht, de politic gemeend had, dot deze vóór 5 uur zou zijn afgeloopen en dus stoornis van godsdienstoefeningen zou zijn buitengeslo ten bijzondere maatregelen werden daarom niet genomen. Dc burgemeester voegt hieraan intusschen nog toe, dat hij met den hoofd commissaris van politie maatregelen heeft be sproken om te verzekeren, dat dergelijke feiten zich in elk geval niet zullen kunnen herhalen Met het oog op dit laatste acht de ministe? voor eenig verder optreden hetwelk overi gens, waar het hier minder de handhaving der Zondagswet tegen overtreding door derden, dan wel de toepassing dier wet door de auto riteiten betreft, ook meer op den weg zou lig gen van zijn ambtgenoot van Binnenlandscho Zaken en Landbouw voor het tegenwoordige geen aanleiding aanwezig. „Het nieuws gehoord?" vroeg hij snel. „Neen, wat is er?" vroeg Weiss. „Phineas Duge is in de „city". Hij ging bij Harrigsold binnen, toen ik er uit kwam. Ik pro beerde hem aan te spreken, maar bij negeerde mij. Ze zeggen, dat hij om al zijn makelaars gestuurd heeft cn op 't oogenblik hevig op dc beurs aan 't speculeercn is. „Dan was die ziekte van hem ten slotte toch comediespcl", merkte Weiss op. „Maar dat is niet to verdragen. Ik ga nnor zijn kan toor. Wij moeten met hem proten". Hij gaf snel eenige instructies aan een be diende, dien hij had laten komen en nam toen een met prijzen bedrukt vel uit een machine, die vlok bij hem stond te tikken. „Als het oorlog is, dan zullen wij hard moe ten vechten", mompelde hij, „moar wat ik niet begrijp is, waarom hij met ons wil breken". De bediende kwam de kamer weer binnen. „Er is een dame, mijnheer, die vraagt of zij u spreken kan," zei hij. „Naam?" vroeg Weiss kort. „Juffrouw Virginia Longworth," antwoordde hij. Weiss en Littleson wisselden snel een blik. „Loat haar dodelijk binnen," beval Weiss. „Wat denk je, dat dit beteekent?" vroeg hij, zich naar Littleson kcerend. Deze had geen tijd om te antwoorden Bijna oogenblikkelijk kwam Virginia het kantoor bin nen. Zij zag zeer bleek en bod donkere krin gen onder dc oogen. Stephen Weirs stond da delijk op cn Littleson haastte zich, haar een stoel aan te bieden, moor zij nam er geen notitie van. Zij was merkbaar geagiteerd cn scheen niet goed te weten, hoe zij beginnen moest met wat zij te zeggen had. „Wat mag ik het genoegen hebben voor u HR. MS. SUMATRA. Blijkens een bij het departement van ma rine ontvangen tolcgram is Hr. Ms. kruiser Sumatra, onder bevel von den kapitein ter zee jhr. G. L. Schorcr, op dc uitreis noar Ncd.- Indië via het Pannma-kanaal, Dinsdog tc Pontn del Gada aangekomen cn gisteren vandaar vertrokken. CENTRALE VAN RIJKSPERSONEEL. Voortgezette bestuursvergade ring. Critiek op dc »cgcc- ring. Het rijkspersoneel op arbeidscontract. De algemeeno bestuursvergadering der Ccn- trolo van Rijkspersoneel werd Dinsdagmorgen voortgezet. De voorzitter, dc heer Perdok, opende de bijeenkomst met een rede, waarin hij dc hui dige positie van dc ambtenaren in velerlei opzicht nog steeds onbevredigend noemde. Het georganiseerd overleg begint, aldus Spr., sinds de rede van mr. Ken in dc centrale commissie, nog meer tc kwijnen. In plaats van een groeiende medezeggenschap hebben wij een dalenden invloed. Ten aanzien van het aanstellen von ambte naren op arbeidscontract heeft de Rcgcering nog steeds geen beslissing genomen; desniet tegenstaande gaan sommige departementen steeds voort met het op arbeidscontract aan stellen von ambtenaren cn werklieden. Deze ambtenaren geroken daardoor in een bijzon dere positie en zij verkccrcn in een slechtere rechtspositie don dc werknemers in het vrije bedrijf. Wij hebben, zeide Spr., nu een regeering, die cr noar streeft, dot de arbeiders in dc vrije bedrijven tegen werkloosheid worden ver zekerd en die zelf als werkgeefster na het ont slag hoor personeel aan maatschappelijk hulp betoon of armbestuur overlevert. Heden zul len wc, aldus Spr., maatregelen beramen, om aan dien toestond een einde tc maken. De contract-ambtenaren moeten langs den een of anderen weg tegen werkloosheid worden ver zekerd. Treurig is het, volgens Spr., ook gesteld met de arbeidsvoorwaarden van het tijdelijk personeel; het wordt benoemd met een maand, een week, ja, met één dag opzegging. Dc regeering handelt als werkgeefster niet in den geest van de Arbeidswet. Bij het gemecntepcrsoneel staat het Rijks personeel in salariecring ver achter. Er werd na eenige discussie, ingaand 1 Oc tober a.s., tot oprichting van het weerstands- fonds besloten. Bij de behandeling van dc middagvergade ring van het voorstel van het dagelijksch be stuur, om zich uit tc spreken vóór of tegen verplicht lidmaatschap, lichtte dc voorzitter toe, dot in het belang van de medezeggenschap en het daaruit voortvloeiende georganiseerd over leg dc invoering van het verplichte lidmaat schap bij de Centrale niet langer behoort to worden uitgesteld. De voorzitter zeide nog, dot hij heden ver nomen had, dat de Regeering eerstdaags een beslissing zal nemen over het arbeidscontract voor Rijkspersoneel In het kader daarvan past het verplichte lidmaatschap, dat overigens door het parlement moet worden ingeleid. Besloten werd, deze zaak als punt voor het Decembercongres op dc agenda tc plaatsen. Voorts werd in principo besloten tot sticht ting van een werkloozcnkas, indien de Re geering bereid is, daaraon den steun tc ver- lcenen, die ook aan dc particuliere werkloozen* kassen wordt gegeven. Besloten werd, de actie voor verbetering der salarissen krachtig voort tc zetten. Eveneens zal worden voortgegaan met den strijd tegen de classificatie, met dien verstande, dat deze strijd niet insluit dc belemmering van eenig voornemen der Rcgcering, om bepaalde gemeenten in een hoogcro klasse onder te brengen. De voorzitter deeldo nog mede, dat bij do Rcgcering een speciale verlofregeling voor be lastingambtenaren in bewerking is. Dc heer Sponnder bracht nog onder dc aan dacht, dat bij de artillerie-inrichtingen tijdelijk personeel, dat onder dc wapenen moet komen voor eerste oefening, wordt ontslagen; het kan dan na volbrachten diensttijd weer worden aangesteld, doch dit geschiedt dan volgens ar beidscontract. Hierdoor verliezen dc betrokke nen pensioenrecht, veelal een deel van hun loon cn bovendien krijgen zc voortaan slechts 8 dagen, in plaats van 12'dagen verlof. De voorzitter achtte dit een niet tc dulden toestand, waar het toch dc Staat zelf is, die deze menschen onder de wapenen roept. De vergadering werd hierop gesloten. I tc doen, juffrouw Longworth?" vroeg Wciss. „Ik hoop, dat u gekomen bent, om mij te ver tellen „Dc ben gekomen, om u te vertellen, dat u beiden dieven zijt, viel zij hem in dc rede. „Als u mij dat papier niet terug geeft, kan het mij niet schelen, wat mijn oom zegt, maar dan ga ik naar de politie." De mannen wisselden snel een blik van ver standhouding. Littleson kreeg blijkbaar opeens ten ingeving, hij trok Weiss ter zijde. „Stella heeft het," fluisterde hij op zegevie renden toon. Dit moet zij bedoelen, zie hoor gouw kwijt te raken." Weiss keerde zich om cn zog haar aan. „Mijn waarde juffrouw Longworth," zeide hij, „als ik er kans too gezien had, zou ik een dief geworden zijn en ik zou van u een dief gemaakt hebben, als u dat stuk voor mij had willen stelen, wont ik beschouw het als ons eigendom en wij hadden Let morcele recht, het ons toe te eigenen. Maar het is niettemin een feit, dat wij het niet hebben. Toen u aange diend werd, hoopte ik, dat u het ons kwam brengen." „U hebt het niet" riep zij verontwaardigd uit. „Op mijn eerewoord, wij hebben het niet!" verklaarde Littleson. „Misschien loochent u ook," zeide zij, zich tot hem keerend, „dot u het was, die er mijn nicnt.e Stella toe aanzette, hoor eigen vader te komen bestelen?" De twee mannen keken elkaar veclbeteeke- nend oan. Litllcron's vermoeden was dus juist geweest. Stella had gezegevierd, waar de an deren faalden. (Wordt vervolgd).

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1926 | | pagina 5