FEUILLETON.
Geldkoningen.
BINNENLAND.
TWEEDE BLAD.
KOLONIËN.
25e Jaargag No. 78 AMERSFOORTSCH DAGBLAD „de eemlander" 30 Sept. 1926
Oost-IndlS.
HET KANKERVRAAGSTUK.
Dr. Lumentut goat naar Europa.
Naar Aneta meldt uit Batavia zal dr. Lu-
mentul, die onlangs op het natuurwetenschap
pelijk congres aldaar zijn opzienbarende en
niet zonder critiek bejegende meening uitte
met betrekking tot het ontstaan van kanker,
den 15den October met een driemnandelijksch
verlof uit Indie vertrekken'om voor Europee-
sche specialisten zijn theorie pver den kanker
uiteen te zetten.
DE N.-GUINEA-EXPEDIT1E.
Groote stammen van Pygmeeën
ontdekt.
Een Aneta-bericht geeft nadere bijzonderhe
den over de door de Nqderlandsch-Amerikaan-
sche expeditie aangetroffen dwergbcvolking.
Het hieronder volgend telegram van de Nieuw-
Guinea-expeditic is door professor Sterling van
het Smitsonian Instituut op 3 September per
woudlooper naar het hoofdbivak en vandaar
per kano en per motorboot naar het Albatros-
kamp gezonden. Op 22 September werd het
vanuit het pionniersbivak draadloos naar Ma-
nokwari geseind en vandaar den volgenden dag
naar Bandoeng. Per landlijn ging het naar
Aneta en tenslotte via den Eastern-kabel naar
de Nederlandschc bladen:
Vier maanden na de aankomst te Nieuw-
Guinea, na reizen in het vliegtuig, in motor-
bootem en prauwen van de Dajaks zijn groote
stammen Pygmeeën ontdekt, die rustig afgezon
derd leven, geheel ingesloten door met tropische
wildernis begroeide bergen zonder contact met
de stammen van de Papoea's. In die 4 maanden
werden gevaarlijke stroomversnellingen in do
Mamberamo-rivier gepasseerd, het Van Rees-
gebergte beklommen, drong men door in een
groote vlakte, roeide men de Rouffacrtrivier
naar het hoofdbivak, werd voedsel gebracht
aan den voet van den keten van het Centraio
Gebergte.
Den 29sten Aug. vertrok een klein deel van
de expeditie,met dragers, voor een tocht te
land. Nadat vijf dagen over stijle rotsen ge
klommen was en een weg gebaand was door
met rimboe gegroeide bergen een lastige en
gevaarlijke taak is het doel van de expe
ditie bereikt. Thans zijn de leden bezig de
Pygmeeën te bestudeeren en die vreemde
kleine bergstammen, welke tot dusver nog niet
ontdekt en onbekend in dc wetenschappelijke
wereld waren op te meten.
Prof. Stirling zegt over de eerste aanraking,
die hij en Stanley Hedberg uit Chicago had
den met de dwergvolkjes het volgende:
rrDe Nederlandsch-Amerikaanschc expeditie
bereikte het land van de Pygmeeën. Op den
vierden dag na het vertrek uit het hoofdbivak
zagen wij eenige tijdelijke schuilplaatsen van
hen. De Rouf fa er-rivier doorstroomt hier een
zeer nauwe bergpas, aan beide zijden omgeven
door hooge steile rotsen. Over dc rivier was
een bamboe-brug geslagen, die naar een steil
bergpad voerde.
„Den vijfden dag bereikten wij in den na
middag een hoog gelegen dorp. Alles was hier
rustig. Toen dc heer Leroux, het hoofd van dc
Dajaks, de dragers en Hedberg het dorp bin
nen kwamen was een klein, lachend Pygmeeën-
meisje de eenige persoon die te zien was. Ze
was heelemaal niet bang. We gaven haar wat
fel gekleurde kralen, die zij liefkozend streelde.
Zij bracht ons naar een huis waarvan een oude
vrouw de eenige bewoonster was. Deze toonde
ook geen teekenen van vrees toen wij haar
duidelijk maakten, dat wij meer menschen
wenschten te zien. Dc oude vrouw verdween en
liet het meisje bij ons achter. Eenige minuten
later verscheen een jonge vrouw en na een
kwartier kwamen veel mannen en vfouwen, die
ons nieuwsgierig, vriendelijk en welwillend be
keken. Zij vormden een opvallend contrast met
de groote Papoea's.
„De Pygmeeën waren rustig als oesters en
zeer kalm in vergelijking met de luid-gillende
inboorlingen van de lagere streken, die een
dreigende houding aannamen. Dc Pygmeeën
spraken met gedbmpte stem of fluisterden en
zij schenen bang ons te hinderen, maar ver
legen waren zij niet. Zij kwamen ons voor slim
Geautoriseerde vertaling naar het EngclscK van
a PHILIPS OPPENHEIM,
door W. M. D. SPIES—VAN DER LINDEN
„Is er iets verdwenen?" vroeg zij.
„Jaantwoordde haar oom kort.
„Ik verlang te weten, hoe het mogelijk was,
dat iemand in deze kamer kon komen en wie
het geweest is.. Vlug, alsjeblieft!"
„Ik zat in de zitkamer met mijnheer Litt-
leson te praten", zei Virginia, „toen ik de
kleine alarmschei, die ik aan de bibliotheek
deur heb loten maken, hoorde overgaan. Ik
kwam hier en vond Stella. Zij deed de deur
aan den binnenkant op slot. Zij is erg sterk. Ik
had geen idee, dat zij zoo* sterk was, zei Vir
ginia zochtzij sloot half dc oogen en ver
loor weer het bewustzijn.
Hij liep snel op hoor toe en bracht weer
wat cognac tusschen haar lippen.
Toen Jegde hij haar languit op den grond
en ging Keen en weer loopen.
„Dus dit is het werk von Stella" mompelde
hij in zichzelf. „Dot verklaart het bericht, dat
ik gisteren kreeg, dot men haar met Littleson
heeft zien rijden. Wat zij voor dien schavuit
van een 'Vine deed, heeft zij ook voor hen
gedaan I"
Zijn gelaot, dat nu niet meer vriendelijk
stond, werd hoe langer hoe barscher, terwijl
te zijn en bleven rustig cn bchecrscht en zii
waren gaarne bereid tot helpen.
„Het eerste swat zij deden was, ons nllen
geschenken te geven, waarbij dc Dajakscno
dragers niet vergeten werden Die geschenken
bestonden uit hun kleine bogen en pijlen, arm
banden van bamboe, versierselen, pisangs,
betelnoten. Hun geheelc matericele cultuur wus
totaal verschillend van die van de Papoea's
Zij verbouwen tabak, bataten, pisangs en zij
fokken varkens. Zij brachten ons een varken
cn gingen allen in een kring staan. Var\ het
dooden werd een soort ceremonie gemaakt.
Het dooden zelf ging vlug en het slachten
netjes. Een man hield de voorpooten van het
varken vast cn dc bek, terwijl hij het varken
liet schreeuwen. Een ander nam dc achterpoo-
tcn, een derde stond op eenige meters afstond
met pijl en boog en terwijl dc twee mannen
het varken uitgestrekt hielden schoot hij het
door het hart. De pijl ging door het dier heen
Het was interessant om te zien, dat zulke kleine
menschen zoo practisch tewerk gingen.
„Zij schenen ons Negritos te zijn, waarvan
zij klaarblijkelijk alle eigenaardigheden bezit
ten.
„Het voedseltransport is hier werkelijk een
vraagstuk. Toen wij hier aan kwamen hadden
wij niet veel meer over. Wij zullen in ruime
mate voedsel van de inboorlingen moeten be
trekken, maar die hebben zelf niet veel meer
dan zij zelf behoeven. Maar ze zijn zeer ge
steld op onze ruilartikelen, waarmede wc all
kunnen koopen.
„Kapt. Posthumus, de militaire commandant,
heeft een groot transport over een afstond vao
meer dan 300 mijlen van Albatroskump naar
het hoofdbivak gebracht, woordoor dc expe
ditie spoedig dichter bij haar doel kan komen
Dit is, naar het Hbld. aanteekent, niet
juist. De Britsche Zuid-Guinea-expeditie van
1910 vond Topiro-dwergen aan do Mimika-
rivier, die een lengte hadden van 144.6 c.M
Men zag toen een 40 h 45 mannen; geen vrou
wen, hoewel veel moeite werd gedaan om ze
tegen een hooge belooning te zien te krijgen
De minimum-lengte-maat. door dc Engelschen
vermeld, bedroeg 130 c.M.
v In 1911 stelde de officier van gezondheid M
A. de Koek, die deel uitmaakte van dc Neder-
landsche expeditie op de Eilanden-rivier en
naar het Centraal Gebergte een anthropologisch
onderzoek in bij de bevolking van een kam
pong op de westelijke helft van den Goliath-
berg. Hij kwam bij zijn metingen tot dc be
vinding, dat de gemiddelde lengte van deze
Pygmeeën 149.2 c.M. bedroeg.
UIT DE STAATSCOURANT.
Benoemd tot substituut-officier van justitie bij
de rechtbank
tc Groningen mr. J. N. Meindersmo, thans
idem te Leeuwarden
te 's Hertogenbosch jhr. mr. dr. L. H. K. C.
van Asch van Wijck, thans ambtenaar open
baar ministerie bij dc kantongerechten Arn
hem, Wageningen, Nijmegen, Doesburg en
Tcrborg ter standplaats Arnhem
te Amsterdam mr. A. J. L. Liesker, thans
ambtenaar van het Openbaar Ministerie bij de
kantongerechten Maastricht, Heerlen en Gul
pen ter standplaats Maastricht
te Leeuwarden mr. L. de Blécourt, thans
ambtenaar van het Openbaar Ministerie bij dc
kantongerechten in het arrondissement Haar
lem, ter standplaats Haarlem
tot kantonrechter te Zuidbroek mr. L. Crc-
bas, thans griffier bij het kantongerecht Zuid-
broek
tot rechter in de rechtbank tc Assen mr. L.
van den Bijtel, thans substituut-griffier bij de
rechtbank te Dordrecht.
tot substituut-griffier bij de rechtbank tc
's Gravenhage mr. F. H. Nciszen, thans sub
stituut-griffier bij het kantongerecht te 's Gra
venhage
te Amsterdam mr. T. F. Rocdt, thans rech-
ter-plaatsvervanger in de rechtbank te Haar
lem
te Maastricht mr. F. J. W. M. de Nerée tot
Babberich, advocaat te Dordrecht;
bij het kantongerecht te 's Gravenhage mr.
C. M. J. de Jongh, waarnemend griffier recht
bank 's Gravenhage
bepaald, dat de vacature van kantonrechter
te Appingedam niet zal worden vervuld en zijn
werkzaamheden opgedragen aan den kanton
rechter te Zuidbroek.
hij heen en weer liep, met de honden op den
rug cn dc oogen strak op het tapijt gevestigd"!
Het was een enorm verlies voor hem dit stuk,
waarmee hij een wapen in de hond had tegen
de mannen, met wie hij eens samengewerkt
had. Hij moest nu zijn pionnen weer geheel
opnieuw in elkaar zetten in het licht van de
laatste gebeurtenis. Zijn eerste impulsie tot
handelen scheen reeds bij de geboorte ge
smoord door de volkomen nutteloosheid van
eiken zet, die hij bij mogelijkheid doen kon.
Hij wist in de verste verte niet, waar hij zijn
dochter kon vinden, waar en hoe zij woonde.
Ruchtbaarheid aan de zaak tc geven, op welke
manier ook, was uitgesloten. Geen wonder,
dat de frons op zijn gelaat dieper werd, naar
mate hij cr zich meer rekenschap van gaf, hoo
hulpeloos zijn toestand was. Hij was een man,
wien nooit iets mislukt was, wicgs gehccle
loopbaan één effen weg van succes.en zege
praal was geweest. Zijn aanraking scheen zelfs
het stof in goud cn woestijnen in welvarende
steden te hebben doen veranderen. De schaduw
van mislukking was nooit over zijn pad geval
len. Nu deze kwam, was hij Verbijsterd. Een
gewone moeilijkheid zou hij onverschrokken
onder de oogen hebben gezien. Dit was iets
geweldigs, iets waartegen de gewone wapens
van zijn wil volkomen machteloos waren. Hoe
hij ook peinsde hij zog geen uitweg. Hij was
er te nauw bij betrokken, om den waren stand
van zaken te kunnen overzien Er werd geklopt.
Phineas Duge keek op en staakte voor een
oogenblik zijn rustclooze wandeling. Hij open
de voorzichtig de deur en liet den jongen
Smedley binnen, een lang, breedgeschouderd
jongmensch.
„Kom binnen, Smedley", zei hij kort, „ik
had je noodig".
AUDIËNTIES
Dc audiëntie van den Minister van Water-
slaat zal a.s. Maandag 4 October niet plaats
hebben.
HET BELGISCHE TRACTAAT.
Mr. H. J. Knottenbelt bepleit
nog eens do onaannemelijkheid.
Over het onderwerp ..Het verdrag met Belgiö
onaannemelijk" hield Dinsdagavond het Tweede
Kamerlid mr. H. J Knottenbelt voor een
druk bezochte openbare vergadering, uitgeschre
ven door de Haagsche afdecling van den Vrij
heidsbond, in een der bovenzalen van de Oran-
jcsocieteit een voordracht'.
Dc lieer'mr. Verbrocck, die de vergade
ring leidde, lichtte nog met een enkel woord toe.
dat een 22 dezer gehouden vergadering waarop
de lieer Drion sprak, bedoeld was en het ver
drag van twee zijden tc belichten Vandaar dat
twee sprekers waren uitgenoodigd van wie be
kend was dat zij een verschillend standpunt ten
aanzien van het verdrag huldigen.
Mr. Knottenbelt zeide, waar de heer
Drion Woensdag j.l. niet tot een bepaalde con
clusie kwam, hij iets verder zou gaan en be
paaldelijk zich als tegenstander verklaren, le.
wagens de enorme politieke en economische ge
varen en bezwaren; 2e. wegens het groote eco
nomische nadeel, dat ons land van het verdrag
heeft te duchten
Nadat de heer Knottenbelt op de gronden die
thans wel bekend mogen geacht worden, deze
stellingen had verdedigd, werd gelegenheid gc-
gevep tot gedachtenwisscling.
De heer Drion betoogde daarbij, dat de
actie tegen het verdrag door allerlei hrrtstoch-
ten werd aangemoedigd. Spr. had b.v. den dag
na zijn voordracht een anonvmc briefkaart ont
vangen, die aldus aanving: .Ellendige landverra
der, ga naar België, daar, bij dc muiters hoort
U thuis..."
Zoo ging dit anonyme schrijven nog even
voort, om te eindigen met een serie scheld
woorden.
Dat spr. hiertegenover zeer onaangenaam ge
troffen was door den waardeerenden toon.
waarop de heer Knettcnbelt zijn rede had be-
critiseerd, behoefde geen betoog. Spr kwam ove
rigens tot de conclusie, dat verwerping van het
verdrag slechts tot verwijdering tusschen Neder
land en België zou kunnen leiden.
Prof. N e 1 e m a n s wees er onder meer op,
dat het verdrag verschillende voordeelen met
betrekking tot de kanalen inhield. T;r sloot
zich aan bij de meening, geuit door den heer
Drion.
Oud-minister L e 1 y achtte de bezwaren tegen
het verdrag zeer overtuigend, doch wilde even
wijzen op een bepaald voordeel van het verdrag,
n.l. dat het een gunstige oplossing van de Maas
kanalisatie brengt, welke ons anders vele tien
tallen millioenen zou kosten. De zeehavens Rot
terdam en Amsterdam komen cr door in gunstige
verbinding voor schepen tot 1000 ton met Luik
en 't Belgische industriegebied. Bij niet-aanne-
ming van het verdrag zou België waarschijnlijk
het kanaal buiten Maastricht, langs Limburg om
lateru.gaan.
Dit was voor minister Rcgout indertijd reeds
voldoende reden om, bij kanalisatie langs Maas
tricht. toe te stemmen in het kanaal Antwerpen
Ruhrort.
De heer Bastiaans wees o.a. op de con
sequentie van aanneming van het verdrag ten
aanzien van andere landen, die dan ook rechten
op onze rivieren zouden kunnen doen gelden.
Mr. Knottenbelt erkende in antwoord
gaarne, dat de heer Lely een lacune in spr.'s
rede had aangetoond. Tegenover de heeren Dri
on en Nelemans hield spr. zijn meening staande.
Wat het precedent, door den heer Bastiaans
aangevoerd, betreft, dit is inderdaad te vree
zen. Men denke aan het adagium, waarmee
Duitschland steeds voor den dag kwam: „Keu
len zeehaven!"
SAMENVOEGING VAN LUCHTVAART
DIENST.
De samenstelling der be
trokken commissie.
Naar wij vernemen zal de commissie in zake
samenvoeging der luchtvaartdiensten van Land
en Zeemacht als volgt worden samengesteld:
Mr. J. Woltman, secretaris-generaal aan het
Departement van Oorlog, lid cfi voorzitter; de
heer A. van Hengel, Raad-adviseur in alge-
meenen dienst van het Pepartement van Mari
ne; Luitenant-Kolonel J. H. Hardenberg, Com
mandant der Luchtvaart-afdeeling; Kapitein-
Luitenant ter zee F. J. Heeris, Commandant van
het Vliegkamp de Kooy; Referendaris J. J.
Beyerman, werkzaam aan het Departement van
Oorlog; de officier van den Marine stoomvaart-
De jonge man keek dadelijk naar Virginia
cn deed een stap in haar richting.
„Weet u, wat er met juffrouw Longworth is
gebeurd, mijnheer?" vroeg hij. „Is zij ziek?"
Duge wierp een vluchtigen blik op zijn
nichtje.
„Zij is alleen maar flauw gevallen", zei hij.
„Er is hier zonder dat al genoeg gebeurd."
„Wat is er dan, mijnheer vroeg de jonge
man.
Phineas Duge keek hem een oogenblik zwij
gend aan, bij zichzelf overleggend hoeveel hij
hem zou vertellen.
„Herinner je je mijn dochter Stella?" vroeg
hij opeens.
De jonge man keek ernstig.
„Ik herinner mij juffrouw Duge heel goed",
zeide hij
„Zij is vanmiddag hier geweest. Dit is haar
werk", zei Duge grimmig. „Wij hebben vroe
ger al iets met elkaar gehad, zooals je weet,
over dot verslag van de Canadian Pacific Het
was daarna, dat ik mij verplicht gevoelde, hee
lemaal met haar te breken".
De jonge man keek snel de kamer rond.
„Heeft zij iets weggenomen?" begon hij.
„Niets van belang", antwoordde Phineas
Duge kalm, „maar dat verandert niets aan het
feit, dat zij het had kunnen doen.
Hoofdstuk XÜL
In het hol van den Leeuw.
Den volgenden morgen vroeg kwam Little-
son's auto aansuizen tot vóór het kantoor van
Weiss. Zonder zelfs te wachten tot hij aange
diend was, liep de eigenaar ervan het kan
toor van 't personeel door en trad de kamer
van zijn vriend binnen.
dienst 2e kl. A. A. C. Kramer; een officier aan
te wijzen door den chef van den Generalen staf;
een officier aan te wijzen door den chef van den
Marinestaf.
NEDERLANDSCHE DELEGATIE NAAR
BELGRADO.
Bezoek aan instellingen van han
del cn nijverheid.
Men meldt ons uit Belgrado: Dc Nederland
schc delegatie welke zich naar Belgrado heeft
begeven, en welke bestaat uit eenige vooraan
staande pysonen, als de heer Heerkens Thijs-
scn, lid \Jan de Eerste Kamer der Stoten-Gene-
rual, die aon het hoofd stoot en verder baron
Bosch von Drnkcnstein, dc vertcgcnwootdigct
van het ministerie van Buitcnlondschc Zaken,
Mr. Feneman, lid van de vcrceniging voor
den Effectenhandel, kolonel Merens, dc heer
Westerman, directeur van dc Rotterdamschc
Bonkvcrecniging, de heer G. S. Krieken, dc
heer Utermohlen, dc heer J. G. Stcneker,
de heer van der Linden, verder dc
heeren van Geuns en Groen, directeuren van
dc asphaltfobrieken, Ysscl do Schepper, direc
teur van de Norit maatschappij werden bij
aankomst te Belgrado verwelkomd door mr.
Schullcr tot Peursum, de Nederlandschc ge
zant te Belgrado en verder door de vertegen
woordigers van het ministerie van Buitenland-
sche zaken van Jocgo-Slovië cn vnn dc in-
dustrieele en finoncicele wereld .tc Belgrado.
Dc eerste dag werd besteed aan een bezoek
aan do voornaamste banken, aan de beurs
voor den Effectenhandel, onn een suikerraffi
naderij, een bierbrouwerij en andere instellin
gen. Morgen vertrekt de delegatie uit Belgra
do, om in verschillende richtingen door het
land te reizen.
DE ONTWAPENINGSBF.TOOGING TE DEN
HAAG.
Gestoorde godsdienstoefeningen.
Op de vragen van den heer Duymacr var»
Twist in verband met de op Zondag 19 Sep
tember j.l. tc 's-Gravenhagc jjehouden bctoo-
ging voor- ontwapening cn medezeggenschap,
heeft minister Donncr geantwoord, dot uit be
richten in de dagbladen, welker juistheid in
verband met tijdstip, route en omyang van den
optocht aanncmlijk kan worden geacht, valt
of te leiden, dot de optocht met name voor
een onbelemmcrden toegang tot do godsdienst
oefeningen voor velen niet zonder hinder is
geweest.
De avondgodsdienstoefening in 'dc West
duinkerk in de Fahrenheitstroot heeft, naar
dc minister, die deze godsdienstoefening bij
woonde, zelf heeft moeten vaststellen, meer
bepaaldelijk in haar eerste gedeelte in den
verderen loop was de toestand minder ongun-
tig van het voorbijtrekken van den optocht
stoornis ondervonden. Dat nog in andere ker
ken, waarlangs de optocht trok, godsdienst
oefeningen zijn gehouden, die ook stoornis
hebben ervaren, is den minister niet gebleken
Inderdaad had de plaatselijke politie to
's-Gravenhoge ingevolge art. 5 der Zondags
wet moeten zorg drogen, dat dc bedoelde
stoornis ware voorkomen. Van de zijde van
den burgemeester van 's-Gravenhagc vindt
zulks, zooals de minister heeft vernomen vnn
zijn ambtgenoot van Binnenlandscho Zaken cn
Landbouw, tot wen hij zich had gewend met
het verzoek ten deze opheldering te vragen,
gcreedelijk erkenning. Ter verklaring van het
ook door hem en de politic betreurde verzuim
wil deze burgemeester er slechts op wijzen,
dat bij het aanvragen van den optocht als
schatting van het getal deelnemers het cijfer
30,000 Was genoemd en uit dien hoofde, in
verband met het tijdstip van aanvang van den
optocht, de politic gemeend had, dot deze
vóór 5 uur zou zijn afgeloopen en dus stoornis
van godsdienstoefeningen zou zijn buitengeslo
ten bijzondere maatregelen werden daarom
niet genomen. Dc burgemeester voegt hieraan
intusschen nog toe, dat hij met den hoofd
commissaris van politie maatregelen heeft be
sproken om te verzekeren, dat dergelijke feiten
zich in elk geval niet zullen kunnen herhalen
Met het oog op dit laatste acht de ministe?
voor eenig verder optreden hetwelk overi
gens, waar het hier minder de handhaving der
Zondagswet tegen overtreding door derden,
dan wel de toepassing dier wet door de auto
riteiten betreft, ook meer op den weg zou lig
gen van zijn ambtgenoot van Binnenlandscho
Zaken en Landbouw voor het tegenwoordige
geen aanleiding aanwezig.
„Het nieuws gehoord?" vroeg hij snel.
„Neen, wat is er?" vroeg Weiss.
„Phineas Duge is in de „city". Hij ging bij
Harrigsold binnen, toen ik er uit kwam. Ik pro
beerde hem aan te spreken, maar bij negeerde
mij. Ze zeggen, dat hij om al zijn makelaars
gestuurd heeft cn op 't oogenblik hevig op dc
beurs aan 't speculeercn is.
„Dan was die ziekte van hem ten slotte
toch comediespcl", merkte Weiss op. „Maar
dat is niet to verdragen. Ik ga nnor zijn kan
toor. Wij moeten met hem proten".
Hij gaf snel eenige instructies aan een be
diende, dien hij had laten komen en nam toen
een met prijzen bedrukt vel uit een machine,
die vlok bij hem stond te tikken.
„Als het oorlog is, dan zullen wij hard moe
ten vechten", mompelde hij, „moar wat ik niet
begrijp is, waarom hij met ons wil breken".
De bediende kwam de kamer weer binnen.
„Er is een dame, mijnheer, die vraagt of
zij u spreken kan," zei hij.
„Naam?" vroeg Weiss kort.
„Juffrouw Virginia Longworth," antwoordde
hij.
Weiss en Littleson wisselden snel een blik.
„Loat haar dodelijk binnen," beval Weiss.
„Wat denk je, dat dit beteekent?" vroeg hij,
zich naar Littleson kcerend.
Deze had geen tijd om te antwoorden Bijna
oogenblikkelijk kwam Virginia het kantoor bin
nen. Zij zag zeer bleek en bod donkere krin
gen onder dc oogen. Stephen Weirs stond da
delijk op cn Littleson haastte zich, haar een
stoel aan te bieden, moor zij nam er geen
notitie van. Zij was merkbaar geagiteerd cn
scheen niet goed te weten, hoe zij beginnen
moest met wat zij te zeggen had.
„Wat mag ik het genoegen hebben voor u
HR. MS. SUMATRA.
Blijkens een bij het departement van ma
rine ontvangen tolcgram is Hr. Ms. kruiser
Sumatra, onder bevel von den kapitein ter
zee jhr. G. L. Schorcr, op dc uitreis noar Ncd.-
Indië via het Pannma-kanaal, Dinsdog tc Pontn
del Gada aangekomen cn gisteren vandaar
vertrokken.
CENTRALE VAN RIJKSPERSONEEL.
Voortgezette bestuursvergade
ring. Critiek op dc »cgcc-
ring. Het rijkspersoneel op
arbeidscontract.
De algemeeno bestuursvergadering der Ccn-
trolo van Rijkspersoneel werd Dinsdagmorgen
voortgezet.
De voorzitter, dc heer Perdok, opende de
bijeenkomst met een rede, waarin hij dc hui
dige positie van dc ambtenaren in velerlei
opzicht nog steeds onbevredigend noemde.
Het georganiseerd overleg begint, aldus Spr.,
sinds de rede van mr. Ken in dc centrale
commissie, nog meer tc kwijnen. In plaats van
een groeiende medezeggenschap hebben wij
een dalenden invloed.
Ten aanzien van het aanstellen von ambte
naren op arbeidscontract heeft de Rcgcering
nog steeds geen beslissing genomen; desniet
tegenstaande gaan sommige departementen
steeds voort met het op arbeidscontract aan
stellen von ambtenaren cn werklieden. Deze
ambtenaren geroken daardoor in een bijzon
dere positie en zij verkccrcn in een slechtere
rechtspositie don dc werknemers in het vrije
bedrijf.
Wij hebben, zeide Spr., nu een regeering,
die cr noar streeft, dot de arbeiders in dc
vrije bedrijven tegen werkloosheid worden ver
zekerd en die zelf als werkgeefster na het ont
slag hoor personeel aan maatschappelijk hulp
betoon of armbestuur overlevert. Heden zul
len wc, aldus Spr., maatregelen beramen, om
aan dien toestond een einde tc maken. De
contract-ambtenaren moeten langs den een of
anderen weg tegen werkloosheid worden ver
zekerd.
Treurig is het, volgens Spr., ook gesteld
met de arbeidsvoorwaarden van het tijdelijk
personeel; het wordt benoemd met een maand,
een week, ja, met één dag opzegging. Dc
regeering handelt als werkgeefster niet in den
geest van de Arbeidswet.
Bij het gemecntepcrsoneel staat het Rijks
personeel in salariecring ver achter.
Er werd na eenige discussie, ingaand 1 Oc
tober a.s., tot oprichting van het weerstands-
fonds besloten.
Bij de behandeling van dc middagvergade
ring van het voorstel van het dagelijksch be
stuur, om zich uit tc spreken vóór of tegen
verplicht lidmaatschap, lichtte dc voorzitter toe,
dot in het belang van de medezeggenschap en
het daaruit voortvloeiende georganiseerd over
leg dc invoering van het verplichte lidmaat
schap bij de Centrale niet langer behoort to
worden uitgesteld.
De voorzitter zeide nog, dot hij heden ver
nomen had, dat de Regeering eerstdaags een
beslissing zal nemen over het arbeidscontract
voor Rijkspersoneel In het kader daarvan past
het verplichte lidmaatschap, dat overigens door
het parlement moet worden ingeleid.
Besloten werd, deze zaak als punt voor het
Decembercongres op dc agenda tc plaatsen.
Voorts werd in principo besloten tot sticht
ting van een werkloozcnkas, indien de Re
geering bereid is, daaraon den steun tc ver-
lcenen, die ook aan dc particuliere werkloozen*
kassen wordt gegeven.
Besloten werd, de actie voor verbetering der
salarissen krachtig voort tc zetten.
Eveneens zal worden voortgegaan met den
strijd tegen de classificatie, met dien verstande,
dat deze strijd niet insluit dc belemmering van
eenig voornemen der Rcgcering, om bepaalde
gemeenten in een hoogcro klasse onder te
brengen.
De voorzitter deeldo nog mede, dat bij do
Rcgcering een speciale verlofregeling voor be
lastingambtenaren in bewerking is.
Dc heer Sponnder bracht nog onder dc aan
dacht, dat bij de artillerie-inrichtingen tijdelijk
personeel, dat onder dc wapenen moet komen
voor eerste oefening, wordt ontslagen; het kan
dan na volbrachten diensttijd weer worden
aangesteld, doch dit geschiedt dan volgens ar
beidscontract. Hierdoor verliezen dc betrokke
nen pensioenrecht, veelal een deel van hun
loon cn bovendien krijgen zc voortaan slechts
8 dagen, in plaats van 12'dagen verlof.
De voorzitter achtte dit een niet tc dulden
toestand, waar het toch dc Staat zelf is, die
deze menschen onder de wapenen roept.
De vergadering werd hierop gesloten.
I
tc doen, juffrouw Longworth?" vroeg Wciss.
„Ik hoop, dat u gekomen bent, om mij te ver
tellen
„Dc ben gekomen, om u te vertellen, dat u
beiden dieven zijt, viel zij hem in dc rede.
„Als u mij dat papier niet terug geeft, kan
het mij niet schelen, wat mijn oom zegt, maar
dan ga ik naar de politie."
De mannen wisselden snel een blik van ver
standhouding. Littleson kreeg blijkbaar opeens
ten ingeving, hij trok Weiss ter zijde.
„Stella heeft het," fluisterde hij op zegevie
renden toon. Dit moet zij bedoelen, zie hoor
gouw kwijt te raken."
Weiss keerde zich om cn zog haar aan.
„Mijn waarde juffrouw Longworth," zeide
hij, „als ik er kans too gezien had, zou ik een
dief geworden zijn en ik zou van u een dief
gemaakt hebben, als u dat stuk voor mij had
willen stelen, wont ik beschouw het als ons
eigendom en wij hadden Let morcele recht, het
ons toe te eigenen. Maar het is niettemin een
feit, dat wij het niet hebben. Toen u aange
diend werd, hoopte ik, dat u het ons kwam
brengen."
„U hebt het niet" riep zij verontwaardigd uit.
„Op mijn eerewoord, wij hebben het niet!"
verklaarde Littleson.
„Misschien loochent u ook," zeide zij, zich
tot hem keerend, „dot u het was, die er mijn
nicnt.e Stella toe aanzette, hoor eigen vader te
komen bestelen?"
De twee mannen keken elkaar veclbeteeke-
nend oan. Litllcron's vermoeden was dus juist
geweest. Stella had gezegevierd, waar de an
deren faalden.
(Wordt vervolgd).